Evaluatie Stimuleringsprogramma Lokaal Centraal juli – oktober 2006
Evaluatie Lokaal Centraal 2006 Zorgbelangorganisaties
Inhoudsopgave
Inleiding................................................................................................................... 3 Geplande activiteiten en gebruikte middelen....................................................... 4 Het bereik van Lokaal Centraal in 2006............................................................... 4 Samenwerking..................................................................................................... 5 Knelpunten .......................................................................................................... 6 Succesprojecten .................................................................................................. 6 Aandachtspunten................................................................................................. 7
Evaluatie Lokaal Centraal 2006 Zorgbelangorganisaties
Inleiding Het eerste jaar van het stimuleringsprogramma Lokaal Centraal is bijna afgerond. Om inzicht te krijgen in het bereik, de activiteiten de successen en de knelpunten heeft Zorgbelang Nederland een enquête naar haar leden gestuurd. In dit document treft u diagrammen en interpretaties aan van de uitkomsten van deze enquêtes.
Evaluatie Lokaal Centraal 2006 Zorgbelangorganisaties
Geplande activiteiten en gebruikte middelen Het jaar 2006 heeft voor het stimuleringsprogramma Lokaal Centraal in het teken gestaan van cliëntenparticipatie en beleidsbeïnvloeding rondom de invoering van de Wmo. Ondanks het feit dat de subsidieverstrekking vertraagd was en daardoor de start van het programma Lokaal Centraal ook, zijn er zijn veel groepen bereikt en er hebben veel activiteiten plaatsgevonden. Informatiebijeenkomsten, scholing, deskundigheidsbevordering en de helpdesk worden door alle Zorgbelangorganisaties gebruikt om de cliëntenparticipatie rondom de Wmo te vergroten. Maar ook nieuwsbrieven en de websites worden ingezet. % gebruikte middelen door Zorgbelangorganisaties voor Lokaal Centraal
folder helpdesk nieuwsbrief website scholing, deskundigheid infobijeenkomsten 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Gebleken is dat tot de invoering van de Wmo op 1 januari 2007 er veel tijd nodig is om diverse groepen te lokaliseren, voor te lichten en te adviseren over het nut van beleidsbeïnvloeding. De ontwikkeling van cliëntenplatforms in gemeenten bleef achter. Bovendien was er veel overleg met diverse partijen nodig om tot een goed opleidingsaanbod of deskundigheidsbevorderingprogramma te komen. Ook bleek dat er in een aantal gemeenten meer vraag aan ondersteuning was dan in eerste instantie was begroot. Dit werkte vertragend en heeft tot effect gehad dat er een aanpassing heeft plaatsgevonden in de geplande activiteiten. Zo zijn er ook activiteiten uitgevoerd die in eerste instantie niet gepland waren. Denk hierbij aan productontwikkeling van bijvoorbeeld de handleiding voor een sterke burger, het verspreiden van inhoudelijke standpunten en informatie. We kijken met tevredenheid op 2006 terug, er is veel bereikt.
Het bereik van Lokaal Centraal in 2006 De Zorgbelangorganisatie hebben 84% van de Nederlandse gemeenten bereikt met activiteiten uit het Lokaal Centraal programma.
Evaluatie Lokaal Centraal 2006 Zorgbelangorganisaties
% bereikte gemeenten in totale werkgebied 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% aantal gemeenten in werkgebied
aantal gemeenten bereikt met activiteiten
Ouderen en lichamelijk gehandicapten konden in 2006 door alle Zorgbelangorganisaties goed worden bereikt. Verstandelijk gehandicapten en chronisch zieken werden door 92% goed bereikt. 73% van de Zorgbelangorganisaties hebben GGZ-cliënten goed kunnen bereiken met hun activiteiten. Cliëntenraden (69%), mantelzorgers (58%) en Sociale minima (58%) konden ook goed bereikt worden, maar er is nog een verbetering mogelijk voor 2007. Dak en thuislozen, Jeugd en verslaafden waren in 2006 moeilijk bereikbare groepen, zij zijn slechts door 15% van de Zorgbelangorganisaties goed bereikt. Voor 2007 zijn deze moeilijker bereikbare groepen daarom ook een aandachtspunt in de activiteiten.
% goed bereikte doelgroepen
ve rs la af d cl ie nt ra ad
zi ek ch ro n
al lo ch
m an te lz
je ug d
th ui sl oo s so c. M in i
G
G Z
da k,
ou de re n li c h ge ha nd ve rs ta nd ge h
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Samenwerking De samenwerking tussen het Lokaal Centraal programma en de gemeenten loopt zeer uiteen. Er is geen algemene uitspraak te doen over samenwerking op het gebied van informatieverschaffing aan burgers, opbouw lokale cliëntenparticipatie, tijdigheid van informatievoorziening en cliëntgerichtheid. We kunnen stellen dat alle Zorgbelangorganisaties dit per gemeente anders ervaren. De regionale kennis en het netwerk van de Zorgbelangorganisaties zijn hier erg belangrijk. Samenwerking met gemeenten vergt inzicht in de gemeente en een aanpak op maat. Naast de samenwerking met gemeenten is ook gekeken naar samenwerking met overige programma’s die cliënten ondersteunen. Alle Zorgbelangorganisaties hebben vanuit het programma
Evaluatie Lokaal Centraal 2006 Zorgbelangorganisaties
Lokaal Centraal een samenwerking met het programma VCP en GGZ die varieert, maar waar in de meeste gevallen sprake is van een gezamenlijke planvorming en uitvoering. Ook de samenwerking met Lokaal in de Steigers is aanwezig, maar minder intensief dan met de programma’s VCP en GGZ. De samenwerking met MEE en de provinciale steuninstelling kan beter, opmerking hierbij is dat deze twee organisaties niet in alle provincies aanwezig zijn.
Knelpunten Tijdens de uitvoering van het Lokaal Centraal programma zijn de projectleiders op een aantal knelpunten gestuit die we hieronder weergeven. Een al eerder genoemd knelpunt is de vertraging van de subsidieverlening. Dit heeft niet alleen gevolgen gehad voor het tijdstip van start van het programma, maar ook voor de capaciteit van de Lokaal Centraal teams en de start van de werving van extra werknemers. Gebrek aan tijd en capaciteit hebben hierdoor in 2006 mede een rol gespeeld bij het niet kunnen uitvoeren van alle activiteiten. Zorgbelangorganisaties hebben in de loop van 2006 extra personeel in dienst genomen voor Lokaal Centraal, zodat in 2007 dit probleem niet speelt. Het feit dat veel organisaties eerst zelf de Wmo en eventuele gevolgen in kaart willen brengen voordat zij hulp of ondersteuning willen inroepen van een andere partij zorgt er voor dat de vraag naar ondersteuning door het Lokaal Centraal programma soms wordt vertraagd. Dit biedt wellicht perspectieven voor 2007. Niet alle groepen zijn vertegenwoordigd in Wmo-raden dit blijkt ook uit de bereikbaarheidscijfers. Dit geldt vooral voor de doelgroepen problematische jeugd, verslaafden, dak- en thuislozen en allochtonen. Dit maakt het bereiken van deze groepen minder gemakkelijk. In 2007 wordt in het Lokaal Centraal programma veel aandacht besteed aan het bereiken van deze groepen. Omdat Lokaal Centraal voornamelijk aansluit bij de lokale situatie komt het vaak neer op persoonlijke contacten, dit is tijdrovend. Bovendien focussen veel gemeenten eerst op de extra taken die per één januari 2007 moeten worden uitgevoerd zoals: Eén loket, aanbesteding huishoudelijke zorg, verordeningen e.d. Cliëntenparticipatie speelt geen hoofdrol. Zorgbelangorganisaties hebben met het Lokaal Centraal programma een belangrijke rol om de cliëntenparticipatie blijvend onder de aandacht te brengen in deze gemeenten. Voor wat betreft de uitvoering van het programma Lokaal Centraal geldt dat bij het indienen van het plan bepaalde behoeften waren gesignaleerd, die gedurende het jaar veranderd zijn. Zorgbelangorganisaties hebben hun activiteiten daarom bijgesteld aan de op dat moment heersende vraag. Het Wmo veld is complex vanwege alle spelers, hierdoor is het soms lastig om efficiënt en effectief te werken. Grote verschillen tussen gemeenten maken het lastig activiteiten simultaan uit te voeren. Er is zorg uitgesproken over het project GGZ/Wmo. Zorgbelangorganisaties voelen de dreiging dat zij ook voor het GGZ gedeelte zorg moeten dragen.
Succesprojecten Hieronder treft u een selectie van projecten die zeer succesvol zijn verlopen en hun vruchten hebben afgeworpen. •
•
•
Een lobby van ervaringsdeskundigen bij de leden van de commissie Zorg heeft goede resultaten opgeleverd. Er is echt geluisterd naar de ervaringen, wensen en adviezen van de ervaringsdeskundigen. Informele bijeenkomsten waar gemeenten alle cliëntengroepen informeert en hoort over specifieke Wmo bijeenkomsten. Soms wordt de verkregen informatie gebruikt bij kadernota’s of andere beleidsstukken. Een bezwaar van cliëntenplatform tegen een procedure is gehonoreerd
Evaluatie Lokaal Centraal 2006 Zorgbelangorganisaties
•
Bundeling van krachten van diverse patiënten-, cliënten- en consumentenorganisaties om gemeente en wethouder te overtuigen van het belang van cliëntenparticipatie is succesvol verkopen. Diverse politieke partijen nemen het advies van dit brede patiënten en cliëntenoverleg zeer serieus, ook al is het nog niet formeel.
•
De doelgroep verstandelijk gehandicapten is beter in beeld gebracht door een bijeenkomst met beleidsmakers waar het manifest Wmo in gemeenten in beeldtaal is aangeboden. Rondetafelgesprekken met gemeenten over de Wmo. Elf Wmo platforms ondersteund door een Zorgbelangorganisatie zijn er in geslaagd succesvol bezwaar te maken tegen een voorstel over huishoudelijke zorg. De door de Zorgbelangorganisatie aangedragen kwaliteitscriteria worden overgenomen door 12 gemeenten.
• •
Aandachtspunten Hieronder volgen een aantal aandachtspunten die volgens de projectleiders Lokaal Centraal belangrijk zijn voor een goede in- en uitvoering van de Wmo. Deze aandachtspunten worden in 2007 meegenomen in de uitvoering van het Lokaal Centraal programma. Cliëntenparticipatie moet leiden tot daadwerkelijke zeggenschap. Hiervoor zijn enkele zaken van belang: • Een officieel erkende vorm van burgerparticipatie heeft de meeste kans van slagen. Voorkeur van de meeste belangenorganisaties gaat uit naar een Wmo-platform dat officieel is vastgelegd. - een convenant tussen Wmo-platform en gemeente (erkende positie, taken/functies, wijze van facilitering, e.d.); • Een professionele ambtelijke ondersteuner die veel kennis heeft van de Wmo kan het Wmoplatform ondersteunen. • Een Wmo-platform moet structureel gegevens gaan verzamelen over de feitelijke ervaringen van zorgvragers/burgers die gebruik maken van de Wmo. Dit moet één van de speerpunten worden in 2007; • Goede betrokkenheid van de minder gemakkelijk bereikbare groepen zoals allochtonen, chronisch zieken, mantelzorgers/vrijwilligers en mensen met een verstandelijke handicap blijft een punt van aandacht. Het betrekken van deze moeilijker bereikbare groepen vergt een intensieve aanpak en mag niet worden vergeten. • De invloed van ervaringsdeskundigen op het beleid en adviesorganen zoals de Commissie Zorg. Verbetering van functioneren Wmo-raden: • Gemeenten wensen steeds meer een brede invulling van de Wmo-raad. • Cliëntenvertegenwoordigers moeten hun denkraam vergroten naar belangenbehartiging voor alle doelgroepen. • Wmo-raden zoeken naar manieren om achterbanraadplegingen te organiseren. • Gemeenten missen nog een integrale visie op de Wmo • Er is nog weinig aandacht voor de toegang tot zorgvoorzieningen en indicatiestelling • Wmo-raden hebben behoefte aan: o informatie-uitwisseling op regionaal niveau, uitwisselen van kennis is om van elkaar te leren. o deskundigheidsbevordering; Deskundigheidsbevordering en capaciteit • De deskundigheid van vrijwilligers is vaak niet toereikend genoeg om echt mee te kunnen praten over de Wmo. • Bekende vrijwilligers worden overbelast. Er is behoefte aan capabele nieuwe vrijwilligers, maar deze zijn lastig te werven. • Patiënten en consumentenorganisaties hebben nog niet voldoende kennis om te kunnen anticiperen op de Wmo plannen van de gemeente. Dit belemmert hen in goede advisering.
Evaluatie Lokaal Centraal 2006 Zorgbelangorganisaties
Evaluatie Lokaal Centraal 2006 Zorgbelangorganisaties