FOYER Evaluatie Project Roma-bemiddelaars Foyer als aanpak voor een verhoogde scholarisatie van Roma-kinderen 30 juni 2010
Inhoud 1. Wat zijn de functies van een schoolbemiddelaar? 2. Hoe gaan de bemiddelaars te werk? 3. Wat levert het op? 4. Wat zijn knelpunten? 5. Profiel van de bemiddelaars 6. Project Roma-bemiddelaars van de Foyer • Personeelsinzet • Concrete kwantitatieve resultaten • Kwantitatieve gegevens over acties van de bemiddelaars
Inleiding Sinds september 2007 worden door de Dienst Roma van het Regionaal Integratiecentrum Foyer in Brussel 3 schoolbemiddelaars ingezet om de scholarisatiegraad van Roma-kinderen in de Regio Brussel te verhogen. Van de ongeveer 6000 Roma in Brussel zijn ongeveer twee op drie van Roemeense nationaliteit. De bemiddelaars zijn daarom allen zelf van Roemeense afkomst en twee van hen zijn Roma.
1. Wat zijn de functies van een schoolbemiddelaar? Een schoolbemiddelaar is een brugfiguur die de banden tussen de school en de families versterkt en de drempel naar de school verlaagt door een vertrouwensrelatie op te bouwen met de gezinnen. Hiermee tracht hij de scholarisatiegraad van Romakinderen te verhogen en spijbelgedrag te verminderen. De taken van een bemiddelaar zijn: • •
overtuigen en begeleiden van de familie om de kinderen regelmatig naar school te sturen, aan de hand van veelvuldige contacten via huisbezoeken, bemiddelingen, telefonisch…; opsporen en toeleiden van niet-schoolgaande Roma naar een school;
• • • • • • •
vertrouwensrelaties smeden tussen de familie en de school; sensibiliseren van de ouders omtrent het belang van onderwijs, rechten en plichten, kleuterschool…; informeren van de ouders over het schoolreglement, veiligheid op school, schoolactiviteiten…; mobiliseren van de ouders voor schoolactiviteiten, oudervergaderingen, rapportuitreikingen, mondiale dagen…; bemiddelen in geval van conflicten; sociale omkadering van de familie en doorverwijzing naar reguliere diensten voor vragen en problemen in verband met andere levensdomeinen die indirect de scholarisatie van de kinderen beïnvloeden; de kennis en het inzicht van het pedagogische team verhogen in verband met de situatie en de cultuur van de Roma aan de hand van infosessies.
2. Hoe gaan de bemiddelaars te werk? • • • • • •
De acties van de bemiddelaars gebeuren op vraag en in nauwe samenwerking met de directie en het personeel van de scholen, maar ook op vraag van families zelf. In geval van schoolverzuim is een directe interventie van de bemiddelaar nodig om zo kort mogelijk op de bal te spelen. Omkaderende diensten van het onderwijs en andere diensten kunnen eveneens beroep doen op de bemiddelaars (CLB’s, spijbelteams, Jeugdbrigades van de Politie, Comité Bijzondere Jeugdzorg, ...). Ook in gerechtelijke diensten kan voor minderjarigen bemiddeld worden, aangezien scholarisatie vaak een op te volgen maatregel is (consulenten van jeugdrechters, jeugdrechtbank en -parket). Waar het kan, wordt in netwerk gewerkt met gemeentediensten en diensten die minderjarigen begeleiden Deze samenwerkingen kunnen leiden tot meer gesystematiseerde samenwerkingsverbanden.
3. Wat levert het op? Verbeterde scholarisatie van minderjarigen: Door heel kort op de bal te spelen en direct een huisbezoek te doen bij spijbelgedrag, keren spijbelaars sneller terug naar school, waardoor het aantal niet-gemotiveerde afwezigheden daalt. Niet-ingeschreven jongeren worden door de bemiddelaars toegeleid naar een gepaste school. Dit vermindert ook de mogelijke overlast van deze jongeren op straat. Tevens werd geconstateerd dat dit onrechtstreeks een gunstig effect heeft op de regelmaat van andere spijbelende leerlingen.
In 2008 werd in een evaluatie aan 4 betrokken scholen gevraagd een score te geven van 0 (= helemaal niet) tot 5 (= zeer goed) met betrekking tot de invloed van de Roma-bemiddelaars: • Invloed van de bemiddelaars op schoolverzuim: gemiddelde score = 4 • Effect op het snel terug aanhaken van afwezige leerlingen: gem. score = 4.25 Betere betrokkenheid van de ouders: Door veelvuldige contacten zijn ouders beter op de hoogte van wat er zich afspeelt op school. Zeker in geval van spijbelen worden ouders direct op hun verantwoordelijkheden gewezen. Door de vertrouwensband die gecreëerd wordt, verloopt het contact met de school vlotter. De bemiddelaar slaagt erin om families te mobiliseren voor oudervergaderingen, rapportuitreikingen, schoolfestiviteiten, oudercomité e.d. daar waar scholen daar voordien nauwelijks in slaagden. Bij de evaluatie in 2008 gaven scholen de volgende scores: • Effect op de mobilisatie van de ouders: gem. score = 4 • Facilitatie van de communicatie / samenwerking tussen school en familie: score = gem. 4.5 Omkadering van familiale problemen: Door aandacht te hebben voor de ganse familiale context en door door te verwijzen naar een netwerk van sociale actoren (sociale en juridische diensten, OCMW e.d.), worden drempels weggewerkt die een normale scholarisatie in de weg staan. Verbetering van kennis van schoolpersoneel: Door informatiesessies voor het personeel en de veelvuldige contacten met de bemiddelaar is er meer kennis over en begrip voor de situatie van Roma-families hetgeen een positief effect heeft op de houding van leerkrachten. Hierdoor kan de school ook op een meer adequate manier communiceren met Roma-ouders. Ontlasting voor het schoolpersoneel: Door spijbelende leerlingen snel terug aan te doen haken, ouders naar vergaderingen te mobiliseren en familiale problemen op te vangen, voelt het personeel zich duidelijk ondersteund en ontlast.
4. Wat zijn knelpunten? • • • •
Bemiddelaars missen een stok achter de deur voor de meest problematische spijbelaars; Voor heel wat ouders blijft het moeilijk om kleine kinderen in te schrijven in een kleuterschool; Enkele succesverhalen niet te na gesproken, is de impact van de bemiddelingen op de spijbelproblematiek van zwangere leerlingen en jonge moeders beperkt. Het project Roma-bemiddelaars is een tijdelijk project dat jaarlijks opnieuw wordt aangevraagd. Een meer duurzame ondersteuning is noodzakelijk.
5. Profiel van de bemiddelaars Primordiaal bij de keuze van een bemiddelaar is het juiste profiel. Dit overstijgt etnische afkomst, opleidingsniveau en ervaring. Enkele kwaliteiten zijn: vertrouwensrelaties kunnen opbouwen, interculturele communicatievaardigheden, luistervaardigheid, empathie, incasseringsvermogen, neutraliteit en discretie, diplomatie, zelfkritisch vermogen, in team en netwerk kunnen werken, grenzen kunnen stellen, consequent kunnen zijn. Hierbij is talenkennis van de doelgroep een bijzonder pluspunt. De ervaring leert ons dat in een team van gadjé- en Roma-bemiddelaars de wisselwerking tussen beide heel erg vruchtbaar is. Bepaalde opdrachten vertrouwen we gemakkelijker toe aan een Roma-bemiddelaar (o.a. eerste lijns-werk met families), voor andere instanties (vaak meer officiële zoals justitie of parket), sturen we liever onze gadjé-bemiddelaar uit.
6. Project Roma-bemiddelaars van de Foyer Personeelsinzet: • • • • •
1 coordinator: coördinatie, 2de en 3de lijn 1 Roemeense interculturele bemiddelaarster: 1ste en 2de lijn 1 Roemeense Roma-bemiddelaar (tijdel. project): school- en andere bemiddelingen 1 Roemeense Roma-bemiddelaarster (tijdel. project): school- en andere bemiddelingen (1 Roemeense interculturele Roma-bemiddelaarster: bemiddelingen medische diensten)
Concrete kwantitatieve resultaten: Sinds de inschakeling van Roma-bemiddelaars vanaf Schooljaar ’07-’08. Vormingscentrum Foyer in Molenbeek: • Daling van het gemiddelde % Niet Gemotiveerde Afwezigheden (NGA) van de Roma-leerlingen met meer dan de helft (van 32.8% naar 16.2 %) in 3 jaar tijd. • Daling van de gemotiveerde afwezigheden met 3/4 in 3 jaar tijd (van 19% naar 4.5%). • Het aantal Roma-leerlingen steeg in 6 jaar tijd van 5 naar 34. • Het aandeel leerlingen met > 50 NGA/jaar daalde in die periode met 20%. • Er meldden zich dit schooljaar nog eens 32 andere Roma-jongeren aan, die noodgedwongen op een wachtlijst werden gezet. • Stijging van aantal brugprojecten (soort leercontract) voor Roma-leerlingen (8 in 2009, 13 in 2010) tgv betere schoolresultaten tgv daling schoolverzuim.
• •
Van de Roma die vorig jaar op 18-jarige leeftijd uitstroomden, kwamen er 9 via de trajectbegeleider aan een job. Op enkele uitzonderingen na komen alle Roma-ouders, na mobilisatie door de bemiddelaar, naar de rapportuitreiking op het einde van het jaar.
Basisschool n°7 in Molenbeek: • Het gemiddelde % Niet Gemotiveerde Afwezigheden (NGA) van de Romaleerlingen daalde in 3 jaar van 8.6 % (’06-’07) naar 5.0 % (’09-’10), d.i. een daling van 2 op 51. • Het aantal Roma-leerlingen steeg tijdens deze periode van 32 naar 40 (25%). • Het aandeel leerlingen met > 50 NGA/jaar daalde in die periode met 16%. • Waar vóór 2007 de aanwezigheid van Roma-ouders bij oudervergaderingen en rapportuitreikingen nihil was, slaagt de bemiddelaar er nu in de meeste Roma-ouders te mobiliseren voor deze momenten. Basisschool n° 8 in Schaarbeek: • Samenwerking met de Roma-bemiddelaars sinds december 2008. • Het gemiddelde % Niet Gemotiveerde Afwezigheden (NGA) van de Romaleerlingen daalde in 2 jaar van 14.8 % (’07-’08) naar 8.9 % (’09-’10), d.i. een daling van 2 op 5. • Het aantal Roma-leerlingen steeg tijdens deze periode van 59 naar 65 (10%). • Het aandeel leerlingen met > 50 NGA/jaar daalde in die periode met 28%. • Waar vóór 2008 de aanwezigheid van Roma-ouders bij oudervergaderingen en rapportuitreikingen beperkt was, slaagt de bemiddelaar er nu telkens in meer dan de helft van de Roma-ouders te mobiliseren voor deze momenten. • De eerste Roma-ouder deed in 2010 zijn intrede in het oudercomité om er de Roma-ouders te vetegenwoordigen. Basisschool De Zonnebloemen in St. Joost-ten-Node: • Het gemiddelde % Niet Gemotiveerde Afwezigheden (NGA) van de Romaleerlingen daalde in 2 jaar van 9.5 % (’06-’07) naar 5.9 % (’08-‘09), in de klassen (1, 2 en 3de leerjaar) waar de bemiddelaar actief was. In ’09-’10 was er echter terug een stijging te merken, hetgeen volgens de school vooral te wijten was aan de vele zieke kinderen door de strenge winter, waarvoor de ouders geen motivatie of doktersbriefjes bezorgen aan de school. • Het aantal Roma-leerlingen verdriedubbelde in 3 jaar tijd van 12 naar 40. • Waar vóór 2008 de aanwezigheid van Roma-ouders bij oudervergaderingen en rapportuitreikingen beperkt was, komen momenteel de meeste Romaouders hierheen, na mobilisatie door de bemiddelaar. Inschrijvingen niet-schoolgaande Roma-kinderen: • Steeds meer worden niet-schoolgaande Roma-kinderen (bedelaars, thuisblijvers, …) tijdens het jaar door de bemiddelaars toegeleid naar en ingeschreven in een Brusselse school: 1
De leerlingen met > 50 NGA / jaar werden hier niet meegerekend.
2007-2008: 66 2008-2009: 54 2009-2010: 100 Kwantitatieve gegevens over acties van de bemiddelaars: Voorbeeld okt 2008-sept 2009: • 352 dossiers van opgevolgde Roma-kinderen • 1037 acties op vraag van scholen en omkaderende diensten (huisbezoeken, schoolbemiddelingen, begeleidingen, consultaties) • 62 bemiddelingen op vraag van andere diensten/instanties • 132 bemiddelingen en begeleidingen voor ‘NBM’ ism Dienst Voogdij en OOC’s v Fedasil • 25 oudervergaderingen in scholen waarnaar ouders werden gemobiliseerd • 21 bijeenkomsten moedergroep Molenbeek • 17 verschillende basisscholen die aanvragen deden • 17 verschillende secundaire scholen die aanvragen deden • 7 scholen met geformaliseerde samenwerking • 9 diensten/instanties met geformaliseerde samenwerking Contact Koen Geurts Stafmedewerker Regionaal Integratiecentrum Foyer Brussel Dienst Roma en Woonwagenbewoners Secr.: Werkhuizenstraat 25, 1080 Molenbeek Bureau: Mommaertstraat 22, 1080 Molenbeek Tel.: 02/411.87.32 Fax: 02/414.16.979 Email:
[email protected] www.foyer.be