A
gemeente Eindhoven
Evaluatie overlast medische heroïnebehandeling 2008 – 2010
Mens & Maatschappij, Maatschappelijke Opvang en Verslavingszorg
December 2010
jco/QE10047136
December 2010
Evaluatie overlast medische heroïnebehandeling Mens & Maatschappij, Maatschappelijke Opvang en Verslavingszorg
Colofon
Uitgave Gemeente Eindhoven Mens & Maatschappij, Maatschappelijke Opvang en Verslavingszorg Datum December 2010
gemeente Eindhoven
December 2010
Evaluatie overlast medische heroïnebehandeling Mens & Maatschappij, Maatschappelijke Opvang en Verslavingszorg
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 3 1
Inleiding 4
2
Voortgang 6
3
Terugdringen van overlast 9
4
Conclusies 12
gemeente Eindhoven
3
1
Inleiding
Medische heroïnebehandeling is een behandeling voor ernstige en chronische heroïneverslaafden die onderdeel uitmaakt van een breder zorgprogramma voor deze verslaafden. De behandeling bestaat uit het onder medisch toezicht verstrekken van heroïne en methadon in combinatie met aanvullende zorg op het gebied van lichamelijke en geestelijke gezondheid en sociaal functioneren. Naast de behandeling is er bijzondere aandacht voor: opvang, wonen en dagbesteding; veiligheid en handhaving van de openbare orde. Het doel van medische heroïnebehandeling is: b Het zoveel mogelijk voorkomen van verdere gezondheidsschade en het verbeteren van de lichamelijke en geestelijke gezondheidstoestand van de chronisch verslaafde; b Het verbeteren van de leefstijl en daarmee het gedrag en vooral het maatschappelijk functioneren van chronisch verslaafden. Nevendoel is het terugdringen van de door chronisch verslaafden veroorzaakte overlast. Heroïneverstrekking onder medisch toezicht is gestart als experiment in de grote steden. Onderzoek dat aan het experiment gekoppeld is, leert dat door de medische heroïnebehandeling de lichamelijke en geestelijke gezondheid en het sociaal functioneren van de verslaafden verbetert en dat ze minder met de politie in aanraking komen en voor minder overlast zorgen. De deelnemers, die via een strenge selectieprocedure worden geselecteerd voor deelname aan de behandeling, zijn dusdanig chronisch verslaafd dat deze positieve effecten samengaan met de dagelijkse verstrekking van heroïne onder medisch toezicht. De meesten komen namelijk niet of nooit meer van hun verslaving af. Medische heroïne behandeling is alleen beschikbaar voor die chronisch verslaafden waarbij andere vormen van behandeling niet effectief zijn gebleken en die in zorgelijke omstandigheden verkeren zodat effectieve zorg nodig is om verdere gezondheidsschade te voorkomen. Vanaf het moment dat bleek dat van medische heroïne behandeling positieve effecten uitgaan, heeft Eindhoven er bij het Rijk op aangedrongen hier ook mee te mogen starten. Er bestond namelijk een specifieke groep heroïneverslaafden in Eindhoven die geen baat meer had bij andere behandelingen. Medische heroïnebehandeling was daarmee ook een belangrijke aanvulling op het bestaande aanbod van Novadic-Kentron (centrum voor verslavingszorg) in Eindhoven. Eindhoven heeft van het Rijk in 2007 toestemming en subsidie ontvangen om de medische heroïnebehandeling te starten voor maximaal 25 cliënten. Daarmee was Eindhoven ook een van de steden die participeerde in het experiment medische heroïnebehandeling.
4
gemeente Eindhoven
De gemeente Eindhoven is opdrachtgever en financier van de behandeling; NovadicKentron verzorgt de medische heroïnebehandeling en de GGzE stelt de locatie beschikbaar. De gemeente Eindhoven, Novadic-Kentron, de Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven (GGzE) en de Politie Brabant-Zuidoost zijn toen gestart met de voorbereidingen. Een aparte behandelunit voor medische heroïnebehandeling (ook onder strikte criteria) is ingericht op de locatie ‘de Grote Beek’ van de GGzE, naarst de MultiFunctionele Eenheid van Novadic-Kentron waar reeds functies en activiteiten van de verslavingszorg plaatsvinden. Op 1 mei 2007 heeft de gemeenteraad ingestemd met de medische heroïnebehandeling voor 25 cliënten. In dit besluit is opgenomen dat “twee jaar na de start een evaluatiemoment tussen de betrokken partijen, gemeente Eindhoven, Novadic-Kentron, GGzE en politie Brabant-Zuidoost ingebouwd en zal met name een evaluatie plaatsvinden op het veiligheid- en beheersaspect voor de omgeving”. In maart 2008 zijn de eerste cliënten, na zorgvuldige screening, gestart met de medische heroïnebehandeling. In de Begeleidingscommissie van het project Medische Heroïnebehandeling (met vertegenwoordigers van de gemeente: (sector Mens en Maatschappij/Maatschappelijke Opvang en Verslavingszorg; sector Gebiedsontwikkeling/Stadsdeelteam Woensel Zuid en sector Openbare Orde en Veiligheid), politie Brabant-Zuidoost, Novadic-Kentron, GGzE en bewonersorganisaties (Huurdersvereniging Woensel-West, bewonersvereniging Prinsenjagt en Driehoeksbos) is besloten om in 2010 dit evaluatieverslag over de overlast op te stellen. In hoofdstuk twee wordt verslag gedaan op de voortgang van de medische heroïnebehandeling en in hoofdstuk drie wordt daarbij specifiek ingezoomd op de overlast. Hoofdstuk vier bestaat uit een korte conclusie. Dit evaluatieverslag is door de begeleidingscommissie in de vergadering van 18 oktober 2010 vastgesteld.
gemeente Eindhoven
5
2
Voortgang
Landelijke ontwikkelingen
In juli 1998 werd in Nederland gestart met het experiment medische heroïnebehandeling in Amsterdam en Rotterdam. Het experiment werd zorgvuldig gemonitord door de Centrale Commissie Behandeling Heroïneverslaafden (CCBH). In een publicatie van het CCBH over het experiment van 2010 staat het onderstaande over de ontwikkelingen van het project( 1): – De CCBH heeft op gedegen, wetenschappelijke wijze het effect van de behandeling van verslaafden met heroïne onderzocht en met hulp van gemeenten en behandelinstellingen in praktijk gebracht. – Het project viel samen met de opkomst van nieuwe (in het bijzonder biologische) inzichten over verslaving en over de taakstelling van de verslavingszorg. In plaats van morele opvattingen over het gedrag van verslaafden, werden steeds vaker inzichten op grond van wetenschappelijk onderzoek gebruikt. Het heroïneonderzoek was ingewikkeld om onderzoekstechnische redenen maar ook omdat het een politiek beladen thema was. – Politieke besluiten waren cruciaal bij de voortgang van het project. – Het is aannemelijk dat de positieve resultaten van de behandeling niet alleen met de toegediende stof samenhangen, maar ook gerelateerd zijn aan de zorgvuldigheid waarop de behandeleenheden werden ingericht en geleid alsook de positieve – niet-bestraffende maar belonende – manier waarop patiënten werden bejegend. Het is mede daarom van groot belang dat ook buiten de setting van het experiment goede resultaten werden bereikt met heroïne op medisch voorschrift. De resultaten van de landelijke proef met de medische heroïnebehandeling in zes steden hebben laten zien dat door de medische heroïnebehandeling gezondheidswinst en een verbetering van de leefstijl van de heroïneverslaafden optreedt. Een positief neveneffect van de proef is dat de overlast die deze groep verslaafden veroorzaakt, afneemt. Dit was reden om het experiment uit te breiden met behandelplaatsen in andere steden, waaronder Eindhoven. Voortgang in Eindhoven
De medische heroïnebehandeling in Eindhoven is na een lange tijd van voorbereidingen, daadwerkelijk gestart in maart 2008 en bestaat uit medische heroïneverstrekking met een flankerend aanbod van sociale activering en dagactiviteiten. Daarmee is het experiment medische heroïnebehandeling een aanvulling op de bestaande voorzieningen voor de doelgroep chronisch verslaafden. De cliënten bezoeken dagelijks de behandelunit. Hier wordt gedurende zeven dagen per week op drie momenten per dag heroïne verstrekt en gebruikt. Ook vindt de screening voor deelname plaats in de unit.
( 1)
Stel, J. van der, 2010, “Heroïne op medisch voorschrift. De geschiedenis van een geneesmiddel in Nederland”, Centrale Commissie Behandeling Heroïneverslaafden, Utrecht.
6
gemeente Eindhoven
Aantal deelnemers Tot oktober 2010 hebben in ruim 30 33 cliënten deelgenomen aan de behandeling; in juli 2009 was het maximum van 25 cliënten bereikt en in oktober 2010 zijn er 24 cliënten. Twee cliënten zijn gestopt met de behandeling nadat hun heroïnegebruik was gereduceerd tot nul; twee cliënten zijn afgehaakt omdat ze verhuisd zijn, twee cliënten hebben zich op eigen verzoek teruggetrokken uit de behandeling, drie cliënten moesten om medische redenen stoppen; één cliënt is overleden (de doodsoorzaak was niet gerelateerd aan de behandeling); één cliënt heeft zich na de tweede screening teruggetrokken en één cliënt is na diagnostiek en opname uitgeschreven van de behandeling omdat bleek dat de behandeling niet de juiste was. Medio oktober 2010 is de laatste cliënt met de behandeling gestart en er is nog één cliënt in screening die vermoedelijk nog in 2010 zal starten met de beahndeling. Op het moment dat dit gebeurt, heeft de behandelunit weer het maximale aantal cliënten van 25 personen. 19 van de 24 cliënten nemen langer dan 12 maanden deel aan de behandeling. Over deze cliënten kunnen de onderstaande opmerkingen inzake hun voortgang gemaakt worden: Lichamelijke gezondheid Dakloze cliënten hebben de mogelijkheid een warme maaltijd te gebruiken. Alle cliënten kunnen een broodmaaltijd krijgen. Hierdoor is er geen sprake van gewichtsafname bij de cliënten, behalve bij één cliënt. Alle cliënten kunnen de verslavingsarts raadplegen bij klachten die gerelateerd zijn aan de verslaving. Bij lichamelijke klachten kunnen de cliënten hun eigen huisarts of de Straatdokter raadplegen. Cliënten worden daarbij, indien nodig, begeleid door de medewerkers van de behandelunit. Dit geldt ook voor een bezoek aan een medisch specialist. Al deze activiteiten hebben ervoor gezorgd dat het aantal lichamelijke klachten van de cliënt fors is afgenomen. Drie cliënten zijn korte tijd opgenomen geweest bij Portaal 040 (crisisopvang); twee cliënten zijn opgenomen geweest in het ziekenhuis. Bij beiden betrof het ziektebeelden die jaren verwaarloosd waren. De lichamelijke gezondheid van de cliënten is verbeterd doordat ze afspraken met artsen en specialisten nakomen en er sprake is van toenemende therapietrouw. Geestelijke gezondheid Alle cliënten geven aan dat ze zeer tevreden zijn met de medische heroïnebehandeling. Het feit dat de dagelijkse heroïnedosering gegarandeerd is, geeft rust in hun dagelijks leven; ze hoeven niet meer op pad om aan geld of dope te komen. Drie cliënten die aan chronische depressie lijden, geven aan dat hun depressieve klachten aanzienlijk verminderd zijn. Eén cliënt krijgt extra aandacht in verband met zijn psychische toestand; een andere is opgenomen geweest in de geestelijke gezondheidszorg en is gescreend op persoonlijkheidsproblemen. Zes cliënten gebruiken geen co-medicatie naast de heroïne. Gebruik van overige middelen Bij het overgrote deel van de cliënten is sprake van stabilisatie van het gebruik van overige middelen. Van de 24 cliënten, zijn er twee die hulp krijgen van de gemeente Eindhoven
7
verpleegkundigen bij het stoppen van gebruik van illegale heroïne. Deelname aan de cocaïnemanagementstudie heeft bij zes cliënten geleid tot een duidelijke afname of zelfs stop van het cocaïnegebruik; twee andere deelnemers blijven cocaïne bijgebruiken. Het onderzoek naar deze interventie is in de afrondende fase. Cliënten die andere middelen zoals benzodiazepine en cannabis gebruiken, geven aan dat hun gebruik van deze middelen aanzienlijk verminderd is. Twee cliënten ondergaan de alcoholdetox met behulp van refusal; één cliënt krijgt individuele gesprekken bij de ambulante alcoholdetox als ondersteuning bij het laten staan van alcohol. Sociaal functioneren Dagbesteding Veertien cliënten hebben een dagelijkse bezigheid door deelname aan de sociale activering in verschillende werkvormen; twee cliënten zoeken vrijwilligerswerk en twee deelnemers hebben betaald werk. Het activeringsprogramma is uitgebreid door actieve deelname van de casemanager en verpleegkundigen en verzorgenden. Er is een groepsaanbod (corveetaken, boodschappen doen, etc.) en een aanbod van individuele activiteiten (fietsen, skeeleren, etc.). Daarnaast is er een zogeheten ‘tussengroep’ die mogelijkheden biedt om door te stromen naar een groep met een uitgebreider activeringsprogramma met meer leermogelijkheden; twee cliënten nemen daar aan deel. Wonen Van de tien dakloze cliënten, hebben er gedurende de behandeling zes een (semi) permanente woonruimte gekregen (één: eigen woning gekocht; drie: in opvang; twee in begeleide woonvorm). Voor de overige dakloze cliënten is een traject uitgezet dat varieert van een gehuurde kamer tot plaatsing op de wachtlijst van opvang- en woonvoorzieningen. Alle cliënten die gebruikmaken van de nachtopvang zijn aangemeld voor verblijf binnen de opvangvoorzieningen. Familie en sociale relaties Twaalf cliënten hebben meer sociale contacten met hun familie en vrienden dan een jaar geleden. Er is ook minder contact met andere druggebruikers of met de “scene”. Financiën De meerderheid van de cliënten geeft aan dat ze redelijk van hun inkomen (uitkering of werk) kunnen rondkomen. Cliënten die betalingsproblemen hebben, geven dit gemakkelijker aan en worden daardoor sneller geholpen. Einde experiment
Vanaf 1 januari 2011 is de experiment-status van de medische heroïnebehandeling afgesloten. Alle behandelunits in Nederland hebben positieve resultaten behaald. Het ministerie van VWS heeft besloten dat de behandeling vanaf die datum reguliere behandeling wordt. De instellingen voor verslavingszorg zijn dan volledig verantwoordelijk voor de behandeling. De inspectie voor de gezondheidszorg oefent daar toezicht op uit.
8
gemeente Eindhoven
3
Terugdringen van overlast
Nevendoel van de medische heroïnebehandeling is het terugdringen van de door chronisch verslaafden veroorzaakte overlast. Het gaat daarbij om de reductie van criminele activiteiten en ander illegaal gedrag en door het minder veroorzaken van overlast in de openbare ruimte. De ervaringen van de cliënten van de medische heroïnebehandeling in Eindhoven geven het onderstaande beeld: Reductie van criminele activiteiten en ander illegaal gedrag Er zijn geen cliënten veroordeeld voor feiten die gepleegd zijn ten tijde van de deelname aan de medische heroïnebehandeling. Enkele cliënten hebben korte gevangenisstraffen moeten uitzitten in verband met openstaande boetes of in het bezit zijn van alcohol in zones waar dit verboden is. Alle cliënten die in contact zijn met Justitie, komen de afspraken met de reclassering goed na. Wanneer ze een afspraak vergeten zijn, dan worden zij door een medewerker van de behandelunit begeleid om deze alsnog na te komen. Ook worden zij ondersteund door de medewerkers bij een gang naar de rechtbank. Overlast in de openbare ruimte Op 4 oktober 2007 een Samenwerkingsconvenant ondertekend door de gemeente Eindhoven, Novadic-Kentron, Politie Brabant-Zuidoost en de GGzE. In dit samenwerkingsconvenant Multifunctionele Eenheid voor Verslavingszorg is ondertekend is besloten dat al deze partijen met elkaar willen samenwerken bij (het faciliteren van) de realisatie en exploitatie van een interimvoorziening voor de medische heroïnebehandeling. Voor alle partijen geldt als uitgangspunt dat geen sprake is van overlast gerelateerd aan de (exploitatie van de) unit. Bovendien hebben Novadic-Kentron, de gemeente, de politie en de (beveiliging van de) GGzE een gedeelde verantwoordelijkheid voor de veiligheid in de omgeving van de unit. Voor alle betrokken partijen geldt als uitgangspunt dat geen sprake is van overlast gerelateerd aan de (exploitatie van de ) unit. Onder overlast wordt in dit geval (onder meer) verstaan: - diefstal, inbraak, beroving; - dealen en helen; - openbaar gebruik van alcoholische dranken en/of hard- en softdrugs; - geluidsoverlast; - rondslingerende spuiten; - provocatie, intimidatie en agressief gedrag; - vechtpartijen, ruzies; - wildplassen; - blokkeren van wegen en paden; - prostitutie; - samenscholing; gemeente Eindhoven
9
- slapen in portieken door gebruikers van de behandelunit en/of personen die in verband met de aanwezigheid van de behandelunit in de directe omgeving daarvan verblijven, al dan niet gericht jegens personen die zich op het terrein van De Grote Beek van de GGzE bevinden. In het convenant staat tevens hoe er met klachten en incidenten omgegaan wordt. Alle concrete en klachten en incidenten worden bij de politie gemeld; algemene klachten en incidenten worden gemeld bij Novadic-Kentron. Deze klachten en incidenten worden ondernomen acties. Deze registratie wordt eenmaal per maand besproken in het “incidentenoverleg”, bestaande uit vertegenwoordigers van de betrokken partijen. Naast dit incidentenoverleg is er ook een “begeleidingscommissie” in het leven geroepen om de ontwikkelingen rondom de unit goed te kunnen volgen. Vertegenwoordigers van de betrokken partijen maken deel uit van deze commissie samen met twee vertegenwoordigers van de bewonersorganisaties van de aan het GGzE-terrein grenzende buurten. De GGzE heeft in het convenant duidelijk aangegeven om, twee jaar na de start van de medische heroïnebehandeling – dus nu in 2010 – een evaluatiemoment tussen alle betrokken partijen in te bouwen waar met name een evaluatie zal plaatsvinden op het veiligheid- en beheersaspect van de omgeving van het GGzE terrein. In 2008 is in de begeleidingscommissie ook gesproken dat er daarbij ook gekeken moet worden naar de overlast die door cliënten veroorzaakt wordt tijdens hun heen-en-weer reizen van de behandelunit op het GGzE-terrein en de dagopvang aan de Kanaaldijk. De vrees bestond dat de cliënten van de medische heroïnebehandeling zich zouden mengen met overlastgevende groepen in de buurten op de ‘route’ naar de dagopvang. Geen overlast op het GGzE-terrein noch in de buurten
Sinds de start van de medische heroïnebehandeling in de behandelunit op het GGzE terrein, is er geen sprake geweest van overlast. Er zijn geen meldingen van klachten en incidenten bij de politie ontvangen. In het Veiligheidsmanagement Systeem van de GGzE zijn geen meldingen inzake overlast van de behandelunit, evenmin zijn er meldingen vanuit de beveiliging en meldkamer van de GGzE. Novadic-Kentron heeft ook geen meldingen van overlast. Ook hebben de vertegenwoordigers van de bewonersorganisaties van de aan het GGzE-terrein grenzende buurten eveneens gemeld dat er geen sprake is van overlast door de cliënten van de behandelunit. De overlast op de ‘route’ naar de Kanaaldijk – in 2007 was er in de buurten rond de dagopvang sprake van relatief veel fietsendiefstal, diefstal uit auto’s en woningen – is in de afgelopen jaren volgens de politie en het sector Openbare Orde en Veiligheid zelfs afgenomen. In de Klankbordgroep Dagopvang Novadic-Kentron, waar vertegenwoordigers van de aan de dagopvang en de wegen er naar toe grenzende
10
gemeente Eindhoven
buurten vertegenwoordigd zijn, wordt geen overlast door de cliënten van de medische heroïnebehandeling gemeld. Het incidentenoverleg is in 2008 tweemaal bijeengekomen. Aangezien er geen overlastklachten waren, is in de begeleidingscommissie besloten om dit overleg vooralsnog slapend te houden, onder de voorwaarde dat het direct weer in het leven geroepen zou worden indien er klachten of meldingen waren.
gemeente Eindhoven
11
4
Conclusies
Geconcludeerd kan worden dat ook in Eindhoven de medische heroïnebehandeling na ruim twee jaar, positief is. Er is duidelijk sprake van een verbetering van de lichamelijke gezondheid en het psychisch en sociaal welbevinden van de cliënten. Ook over het criminele activiteiten en ander illegaal c.q. overlastgevend gedrag kan geconcludeerd worden dat de medische heroïnebehandeling positief effect heeft. Tot slot kan over de overlast in de openbare ruimte vastgesteld worden dat die niet is opgetreden op het GGzE terrein, noch bij de Multi Funtionele Eenheid en de behandelunit van Novadic-Kentron en in de aan het terrein grenzende woonbuurten.
12
gemeente Eindhoven