Evaluatie ‘Ik kies. Rivierenland gezond’
Regiocontract Zelfredzaam 2012-2015 Gezondheid, sport en bewegen
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Inhoudsopgave Voorwoord ........................................................................................................................3 Samenvatting ....................................................................................................................4 1
2
3
4
5
Inleiding ....................................................................................................................5 1.1
Doelstelling van het project ....................................................................................5
1.2
Aanpak van sociaal-economische gezondheidsverschillen ............................................5
1.3
Beoogde resultaten vanuit het regiocontract .............................................................5
1.4
Uitgangspunten ....................................................................................................6
1.5
Leeswijzer ...........................................................................................................6
Proces .......................................................................................................................7 2.1
Algemeen ............................................................................................................7
2.2
Samenwerking en netwerken ..................................................................................7
2.3
Communicatie ......................................................................................................8
2.4
Organisatiestructuur..............................................................................................8
2.5
Financiën .............................................................................................................9
2.6
Kwalitatieve evaluatie .......................................................................................... 10
Resultaten ................................................................................................................ 11 3.1
Regionale en lokale integrale aanpak gezondheidsproblemen jeugdigen ...................... 11
3.2
Implementatie Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG) integrale aanpak overgewicht ...... 11
3.3
Integrale benadering van gezondheid .................................................................... 11
3.4
Burgers met risico op gezondheidsproblemen en preventieve gezondheidszorg ............ 12
3.5
Regionaal dekkend aanbod voor aangepast sporten ingebed binnen WMO ................... 12
3.6
Communicatie .................................................................................................... 12
Effect....................................................................................................................... 14 4.1
Bereik ............................................................................................................... 14
4.2
Samenwerkingsverbanden en netwerken ................................................................ 14
4.3
Lokale preventieve infrastructuur .......................................................................... 14
Conclusies en aanbevelingen ....................................................................................... 15 5.1
Conclusies ......................................................................................................... 15
5.2
Aanbevelingen .................................................................................................... 16
Bijlage 1: Resultaten per gemeente en deelproject ................................................................ 18 Bijlage 2: Eindafrekening .................................................................................................. 23 Bijlage 3: Verslag procesevaluatie bureau Okapi ................................................................... 25 Bijlage 4: Resultaten Gezonde school aanpak ....................................................................... 35
2
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Voorwoord Vanaf voorjaar 2013 tot en met 2015 is het project “Ik Kies. Rivierenland Gezond” uitgevoerd. De afgelopen jaren is met veel inzet samen met het onderwijs gewerkt aan Gezonde Scholen, met burgers, lokale partijen en de gemeente aan Gezonde Gemeenten en met de Gelderse Sportfederatie aan het opzetten van een infrastructuur voor Aangepast Sporten. Verder zijn met Iriszorg activiteiten rondom alcoholpreventie uitgevoerd en met Indigo zijn thema-avonden rondom mentale gezondheid georganiseerd. Het regiocontract is eind 2015 geëindigd. We zijn echter al in 2014 gaan nadenken hoe we de middelen van het regiocontract kunnen aanwenden om de preventieve infrastructuur blijvend te versterken. Een belangrijk element daarvan is dat we in de gemeenten van de regio Rivierenland een dekkend netwerk van Gezonde School adviseurs en Gezondheidsmakelaars vanuit de GGD hebben opgebouwd. Dit past bij de nieuwe meerjarenstrategie van de GGD. Door met middelen binnen de GGD te schuiven zijn we in staat om deze medewerkers ook in de toekomst structureel in te zetten. Met de GSF en de gemeenten hebben we eveneens middelen kunnen genereren om de structuur voor aangepast sporten een vervolg te geven. Daarmee hebben we geregeld dat er deskundige medewerkers zijn die zich structureel kunnen blijven inzetten met scholen, gemeenten, partners en de sport, voor een gezonder Rivierenland. De regiogelden hebben we voor het belangrijkste gedeelte direct ten goede laten komen aan de scholen en de gemeenten. Ik heb een enorme rij aan rekeningen mogen tekenen om bijvoorbeeld valpreventie, ouderenscreeningen en toeleiding naar de arbeidsmarkt mogelijk te maken. Ook voor veel scholen hebben we gelden beschikbaar gesteld die hen bijvoorbeeld in staat stelden om materialen te krijgen om het bewegingsonderwijs te ondersteunen, het docententeam te scholen in programma’s rondom sociale weerbaarheid, lesmateriaal aan te schaffen voor diverse gezondheidsthema’s en hun schoolplein beweegvriendelijker te maken. Het beschikbaar stellen van middelen heeft het mogelijk gemaakt dat met de Gezonde School adviseur veel scholen werken aan een Gezonde School. Alles overziend hebben we met de financiële steun van de provincie (€ 875.000,-) veel mensen en instellingen enthousiast en actief kunnen krijgen voor een betere gezondheid in Rivierenland. Dank aan allen die daaraan hebben bijgedragen. Het verbeteren van de gezondheid en verkleinen van de bestaande gezondheidsverschillen lukt alleen effectief als je daar langjarig, structureel en integraal mee bezig gaat dichtbij, in de buurt, waar mensen leven, leren en werken. De stevige basis die we daarvoor gelegd hebben zullen we de komende jaren graag samen met onze partners en de bevolking van de regio verder uitbouwen. Inmiddels zijn we al begonnen om te kijken wat we lokaal op maat kunnen doen en waar we dat door samenwerking op regionaal niveau kunnen versterken. In dit rapport leggen we verantwoording af over onze werkzaamheden. Voor opmerkingen en suggesties houden we ons graag aanbevolen. Gerard Molleman Manager Gezond Leven
3
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Samenvatting Dit is de eindevaluatie van het project ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’. Dit project vormde de uitwerking van het Regiocontract tussen gemeenten en Provincie Gelderland op het onderdeel Gezondheid, Sport en Bewegen. Het project werd gefinancierd met subsidie van de Provincie Gelderland. Het doel van het project was het terugdringen van sociaal economische gezondheidsverschillen in Rivierenland door het voorkomen van overgewicht, depressie, (overmatig)genotmiddelengebruik en het bevorderen van de seksuele gezondheid bij kwetsbare burgers met extra aandacht voor jeugdigen en ouderen. Om de beoogde resultaten 2.1 t/m 2.6 (m.u.v. 2.3) te behalen is binnen drie deelprojecten Gezonde School (po en vo/roc), Gezondheid in de buurt en Aangepast sporten vanuit een aantal uitgangspunten gewerkt: vraaggericht, integraal, structureel en met name gericht op kwetsbare burgers. De vraaggerichte aanpak kostte veel tijd en energie en het duurde daardoor lang om tot uitvoering te komen. In de loop van het project is daarom een deel van het budget geïnvesteerd in extra menskracht. Gezamenlijke communicatie werd ingezet voor samenhang en verbinding tussen de verschillende deelprojecten. Met het project is een grote groep kwetsbare inwoners (jeugdigen, ouderen, bijstandsgerechtigden en mensen met psychische problematiek) in de regio bereikt met een integrale, duurzame aanpak gericht op het voorkomen van overgewicht, depressie, (overmatig)genotmiddelengebruik en het bevorderen van de seksuele gezondheid. Er is gewerkt aan een regionale en lokale aanpak van gezondheidsproblemen bij jeugdigen door het implementeren van de Gezonde School aanpak in de regio in samenwerking met lokale en regionale (preventie)partners. In 10 gemeenten hebben 5 Gezonde School Adviseurs op 66 scholen / schoollocaties structureel en integraal schoolgezondheidsbeleid helpen ontwikkelen en uitvoeren. Daarnaast hebben alle gemeenten preventie- en handhavingsplannen alcoholmatiging jeugd ontwikkeld. Geldermalsen is JOGG gemeente geworden en 26 scholen hebben het effectief bewezen programma B-Fit rondom voeding en bewegen geïmplementeerd. Er zijn in eerste instantie vooral concrete preventie activiteiten in de gemeenten opgestart, zoals welzijn op recept en een vitaliteitsprogramma voor wwb’ers. In tweede instantie is verder ingezet op een meer integrale, structurele aanpak van gezondheid via wijkprofielen en het verbinden van initiatieven en ontwikkelingen. Ook rondom aangepast sporten is veel bereikt. Ruim 40 cliënten zijn duurzaam naar een sport begeleid, het sportaanbod voor mensen met een beperking is vergroot (een toename van 15 aanbieders) en er zijn duurzame samenwerkingsrelaties tussen sportverenigingen, scholen en buurtsportcoaches ontstaan. ‘Ik kies Rivierenland Gezond’ is voor gemeenten en partners een herkenbaar begrip geworden. Er is zichtbare samenhang en afstemming gecreëerd tussen de verschillende deelprojecten door een eenduidige regionale communicatie over de verschillende onderdelen van het project Rivierenland Gezond. Via de bewustwordingsacties en persaandacht zijn de verschillende gezondheidsthema’s onder de aandacht gebracht van het grote publiek. Het project ‘Ik kies Rivierenland Gezond’ heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het realiseren van de basis voor een preventieve infrastructuur in Rivierenland. De samenwerking en afstemming rondom de preventie van gezondheidsproblemen is verbeterd en zowel nieuwe als bestaande netwerken zijn versterkt. De subsidie behorend bij het project is daarin erg helpend gebleken, zowel voor aanschaf van materialen en uitvoering van activiteiten als ook de inzet van menskracht. Op dit moment is nog niet met cijfers te onderbouwen in hoeverre het project tot de gewenste afname van sociaal-economische gezondheidsverschillen heeft geleid. De verwachting is dat hierin op termijn een positieve trend te zien zal zijn, vanwege de ontwikkelde voorzieningen en structuren. Hoewel het regionale project stopt, is het goed om te zien dat alle betrokken gemeenten de intentie hebben om bovenlokale samenwerking te blijven zoeken op het gebied van preventie en gezondheid. Met de ingezette koers tijdens ‘Ik kies. Rivierenland gezond’, de opgebouwde infrastructuur en de betrokkenheid van alle partijen ligt er een stabiele basis voor een gezonde toekomst in Rivierenland.
4
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
1 Inleiding Dit is de eindevaluatie van het project ‘Rivierenland Gezond’. Dit project vormde de uitwerking van het Regiocontract 2012-2015 tussen gemeenten en Provincie Gelderland op het onderdeel Gezondheid, Sport en Bewegen. In januari 2013 kreeg de GGD de opdracht van de 10 gemeenten van Rivierenland om het project Rivierenland Gezond uit te voeren. Het werd gefinancierd met subsidie van de Provincie Gelderland. 1.1 Doelstelling van het project Het doel van het project was het terugdringen van sociaal economische gezondheidsverschillen in Rivierenland door het voorkomen van overgewicht, depressie, (overmatig)genotmiddelengebruik en het bevorderen van de seksuele gezondheid bij kwetsbare burgers met extra aandacht voor jeugdigen en ouderen. Het project sloot daarmee naadloos aan bij de beoogde doelen van het regionaal gezondheidsbeleid en de activiteiten die benoemd stonden in het bijbehorende uitvoeringsprogramma. 1.2 Aanpak van sociaal-economische gezondheidsverschillen Het terugdringen van sociaal-economische gezondheidsverschillen vraagt om een lange termijn aanpak, waarbij de verwachting is dat effecten pas na meerdere jaren gemeten kunnen worden. In de regio Rivierenland gaat het met name om een verschil in gezondheid tussen mensen met een hoog en een laag opleidingsniveau. De afgelopen 50 jaren zijn (landelijk) de verschillen in gezondheid eerder toegenomen dan afgenomen. Het landelijk beleid voor de periode 2016 en verder richt zich daarom op het gelijk blijven dan wel tegengaan van gezondheidsverschillen. Dat geeft wel aan dat het om een hardnekkig probleem gaat. 1.3 Beoogde resultaten vanuit het regiocontract In het regiocontract met de Provincie Gelderland stonden een aantal beoogde resultaten genoemd. De GGD heeft daar samen met gemeenten en partners het project ‘Rivierenland Gezond’ voor ontwikkeld. Via dit project werd gewerkt aan de beoogde resultaten. De beoogde resultaten vanuit het regiocontract waren:
2.1: er is een regionale en lokale integrale aanpak om gezondheidsproblemen bij jeugdigen te voorkomen op basis van de resultaten van RSP 2008-2011. Belangrijke speerpunten zijn: overgewicht en bewegen, roken en overmatig alcoholgebruik, psychische gezondheid.
2.2: op lokaal en regionaal niveau zijn netwerken met eerstelijns organisaties en welzijnsinstellingen die gebruikt worden om een aanbod te ontwikkelen en uit te voeren voor burgers met een verhoogd risico op gezondheidsproblemen, zoals diabetes of hartfalen (sluitende keten). Voorbeelden zijn Beweegkuur, Welzijn op Recept, Door Dik en Dun en Jeugdsportfonds. Hierover zijn convenanten opgesteld en ondertekend.
2.4 Er is een regionale en lokale aanpak van preventieve gezondheidszorg voor kwetsbare groepen in wijken en kernen vanuit een integrale visie op wonen, welzijn en zorg (o.a. in samenhang met Gelderland Sportland, beweegtuinen).
2.5 In alle gemeenten is gewerkt volgens de integrale benadering van gezondheid op wijk, dorps- of gemeenteniveau, aan de hand van de ervaringen van het diagnostisch instrument. In de fase die daar aan voorafgaat is in een 5-tal gemeenten gewerkt met de diagnose en is er daarna aan de resultaten de diagnose concreet uitwerking gegeven.
2.6 In samenwerking met Gelderland Sportland vindt implementatie plaats van Jongeren op Gezond Gewicht. De gemeenten die JOGG gemeente worden, worden ondersteund bij de ontwikkeling van een plan van aanpak en de uitvoering daarvan. De andere gemeenten worden ondersteund bij de integrale aanpak van overgewicht.
2.7 Er is een regionaal dekkend aanbod voor aangepast sporten en deze is als algemene voorziening binnen de WMO ingebed. Minimaal 7 gemeenten hebben afstemming op het gebied van sport en bewegen voor mensen met een beperking en bieden hierin ondersteuning (deskundigheidsbevordering, promotie sport aanbod en begeleiding).
5
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
1.4 Uitgangspunten Om bovenstaande beoogde resultaten te behalen is binnen de deelprojecten Gezonde School (po en vo/roc), Gezondheid in de buurt en Aangepast sporten vanuit een aantal uitgangspunten gewerkt. Er is gekozen voor een vraaggerichte benadering waarbij werd aangesloten bij de wensen en behoeften van de burgers, de samenwerkingspartners en de beleidskaders van de gemeente. Ten tweede werd er gewerkt vanuit een integrale aanpak waarbij (zo mogelijk) effectief bewezen/ veelbelovende interventies werden ingezet. Ten derde werd ingestoken op een structurele aanpak: interventies of projecten verankeren in het beleid van scholen, gemeenten, sport verenigingen en andere organisaties. Er is met name ingezet op kwetsbare groepen, zoals mensen/ kinderen/ jongeren met een laag opleidingsniveau, chronisch zieken, mensen met een beperking en ouderen om gezondheidsverschillen te verkleinen. Gezamenlijke communicatie was wenselijk om te zorgen voor meer samenhang en verbinding tussen de verschillende deelprojecten en een grotere impact van het project. 1.5 Leeswijzer Hoofdstuk 2 van dit eindrapport beschrijft hoe het proces is verlopen. In hoofdstuk 3 staat welke resultaten uiteindelijk over de gehele projectperiode 2012-2015 zijn behaald en hoofdstuk 4 gaat over wat het effect is van dit project. In hoofdstuk 5 worden conclusies getrokken en aanbevelingen gegeven voor de toekomst.
6
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
2 Proces Het project ‘Rivierenland Gezond had een looptijd van 2012 tot en met 2015. In de praktijk was de looptijd ongeveer 2,5 jaar. Er werd samengewerkt met (lokale en regionale) organisaties zoals welzijn, preventiepartners, eerstelijnszorg organisaties, gemeenten en scholen. Er was veel aandacht voor communicatie. De projectstructuur bestond uit een stuurgroep, projectgroep, een projectleidersoverleg en een klankbordgroep. Er was 875.000 euro beschikbaar voor het project. Dit gehele bedrag is gebruikt. Over het algemeen zijn de betrokkenen tevreden over de resultaten van het project. 2.1 Algemeen De officiële looptijd van het project ‘Rivierenland Gezond’ was van 2012 tot en met 2015. Op 20 december 2012 werd het projectvoorstel ‘Rivierenland Gezond’ door de Programmaraad Zelfredzaam Regio Rivierenland goedgekeurd en kreeg de GGD de opdracht voor de projectleiding. In vervolg hierop werden in overleg met (regionale) samenwerkingspartners en de gemeenten de (deel)projectplannen geschreven. De (deel)projectplannen zijn in mei 2013 goedgekeurd door de stuurgroep, waarmee de uiteindelijk projectperiode 2,5 jaar was. Naast een overall projectplan, werden er vier deelprojectplannen geschreven: gezonde school po, gezonde school vo, aangepast sporten en gezondheid in de buurt. Vanaf mei 2013 is de GGD gestart met de uitvoering van de (deel)projectplannen. Ook is in deze periode veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van de communicatiestrategie. Voor de gezonde school po en vo werd een selectie van scholen gemaakt om zo veel mogelijk de scholen te treffen waar kinderen met (kans op) gezondheidsverschillen naar school gaan. De projectleiders gingen met de scholen in gesprek over het school gezondheidsbeleid aan de hand van de gezonde school methode. Voor het deelprojectplan aangepast sporten werd een regio consulent aangesteld die aan de slag ging met het netwerk en het aanbod rondom aangepast sporten. Bij gezondheid in de buurt ging de projectleider met gemeenten in gesprek over de plannen rondom gezondheid in de wijk. Binnen alle deelprojecten werd zo veel mogelijk aangesloten bij de wensen en behoeften van de burgers, de samenwerkingspartners en de beleidskaders van de gemeente. Voor de scholen, partners en gemeenten waren financiële middelen beschikbaar om de plannen en interventies uit te voeren. Het kostte veel tijd en energie om op deze manier tot uitvoering te komen. In de loop van het project is daarom extra geïnvesteerd in menskracht. Eind 2014 heeft een tussentijdse evaluatie van het project plaatsgevonden over de periode 20122014. Uit deze evaluatie kwam naar voren dat er een goede start was gemaakt met het project. De GGD was toen recent gestart met de inzet van extra menskracht via gezonde schooladviseurs en de gezondheidsmakelaars. Met deze extra inzet verwachtten gemeenten en preventiepartners de gewenste resultaten te gaan behalen. Wel mocht er meer aandacht komen voor communicatie en herkenbaarheid. Daarop is extra ingezet op bewustwordingsactiviteiten (zie resultaten). 2.2 Samenwerking en netwerken Binnen het project is samengewerkt tussen diverse (regionale en lokale) organisaties zoals, welzijnsorganisaties, preventiepartners zoals Iriszorg, Indigo en de Gelderse Sport Federatie (GSF), gemeenten, scholen, eerstelijnszorgverleners zoals fysiotherapeuten en huisartsen en diverse sportaanbieders. Met de gemeenten was de samenwerking gericht op het ontwikkelen van plannen voor de ontwikkeling van een lokale aanpak, het aansluiten bij de lokale situatie en de lokale afstemming. Afhankelijk van de gekozen thema’s en interventies werd in meer of mindere mate met bepaalde partners samengewerkt. In het onderwijs is bijvoorbeeld veel samengewerkt met de GSF rond het programma B-Fit (voeding en bewegen). Met het Welzijnswerk is veel samenwerking geweest rond valpreventie en met Iriszorg rond alcoholmatiging. Omdat scholen er niet vaak voor kozen om in te zetten op depressiepreventie was er rondom de gezonde schoolaanpak minder samenwerking met
7
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Indigo. Later is onder andere via de bewustwordingsacties gekozen om dit thema meer aandacht te geven. Samenwerkingspartners en gemeenten waren nauw betrokken bij het verloop van het project via o.a. de projectgroep. Daar waar mogelijk zijn door de gezondheidsmakelaars, de gezonde school adviseurs, de consulent aangepast sporten en de projectleiders verbindingen gelegd tussen de deelprojecten van het project. Voorbeelden hiervan zijn het beter bekend maken van het aanbod aangepast sporten binnen het speciaal onderwijs, de inzet van het netwerk en de kennis van de consulent aangepast sporten binnen een seniorengroep in Culemborg en de samenwerking rondom de ontwikkeling en presentatie van de wijkprofielen. Om te zorgen voor goede afstemming en samenwerking was er een (deel)projectleidersoverleg, wat later is uitgebreid met alle gezondheidsmakelaars en gezonde school adviseurs, die werkzaam waren binnen het project. 2.3 Communicatie Binnen het project was veel aandacht voor communicatie. Dit was op nadrukkelijk verzoek van de bestuurders van de gemeenten. Uit de evaluatie van de RSP-projecten ‘2008-2011’1 kwam naar voren dat extra aandacht voor gezamenlijke communicatie wenselijk was om te zorgen voor meer samenhang en verbinding tussen de verschillende deelprojecten en een grotere impact van het project. De toenmalige programmaraad heeft de GGD gevraagd om weerbaarheid en bewegen centraal te stellen in de communicatie. Binnen Rivierenland Gezond is samen met partners en gemeenten een communicatiestrategie ontwikkeld met de merknaam ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’. Deze werd zowel gebruikt als communicatieve ondersteuning bij het bereiken van de doelstellingen van de deelprojecten als voor agendasetting van gezonde leefstijl bij het algemeen publiek. De gedachte achter de merknaam is dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen gezondheid, maar dat we gezond leven zo gemakkelijk en leuk mogelijk maken. De communicatiestrategie had tot doel om een gezonde beweging op gang te brengen. Gemeenten en partnerorganisaties konden eigen activiteiten hier ook onder brengen, zodat meer samenhang ontstond tussen activiteiten gericht op gezondheid en preventie. ‘Ik kies‘ was steeds de centrale communicatie boodschap. De thema’s weerbaarheid en bewegen werden toegevoegd aan de inhoudelijke thema’s binnen het project en maakten op die manier onderdeel uit van de communicatiestrategie. 2.4 Organisatiestructuur De projectstructuur bestond uit een stuurgroep met wethouders, de directeur en een manager van de GGD en een projectgroep met daarin preventiepartners en ambtenaren van 3 gemeenten. Het project werd geleid door vier deelprojectleiders en een overall projectleider die bij elkaar kwamen in een projectleidersoverleg. Het AOVR (ambtelijk overleg volksgezondheid Rivierenland) diende binnen het project als klankbordgroep. Binnen de projectperiode is de projectgroep zeven keer bij elkaar gekomen. De leden van de projectgroep kregen een overzicht stand van zaken per deelprojectplan en werden geïnformeerd over en betrokken bij de plannen rondom de communicatie over het project. Vanuit de projectgroep zijn nieuwe projecten ontwikkeld. De stuurgroep is tijdens de projectperiode vier keer bij elkaar gekomen om de voortgang van het project te bespreken. De samenstelling van de stuurgroep is in de loop van het project aangepast, door wisselingen van wethouders, de aanstelling van een nieuwe directeur en een andere projectleider bij de GGD.
1
8
Uitleg over RSP 2008-2011.
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
2.5 Financiën Voor het project Rivierenland Gezond was €875.000 beschikbaar. Dit bedrag is volledig besteed (874.309,94). De begroting in de subsidieaanvraag was als volgt: Resultaat 2.1 Resultaat 2.2 Resultaat 2.4 Resultaat 2.5 Resultaat 2.6 Resultaat 2.7 Totaal beschikbare middelen
Integrale aanpak gezondheidsproblemen Jeugd Aanbod voor burgers met verhoogd risico Preventieve gezondheidszorg voor kwetsbare groepen Er wordt gewerkt met het diagnostisch instrument Implementatie JOGG en aanpak overgewicht anders Er is een regionaal aanbod aangepast sporten
€ 300.000 € 80.000 € 160.000 € 5.000 € 180.000 € 150.000 € 875.000
In het projectplan is een nieuwe begroting gemaakt, waarbij het beschikbare budget verdeeld is over de verschillende deelprojecten, communicatie en overig/regionaal: Gezonde School po Gezonde School vo/roc Gezondheid in de buurt Aangepast Sporten Communicatie Overig/regionaal Totaal
€ 256.000 € 128.000 € 197.000 € 150.000 € 95.000 € 49.000 € 875.000
In de loop van het project is een deel van het geld ingezet op extra menskracht. Dit was een belangrijke financiële wijziging. In de oorspronkelijke begroting waren geen middelen opgenomen voor personele uren. Bij de start van het project (medio 2013) waren de uren van de projectleiders reguliere uren van de GGD (in totaal 1,2 fte). Rond de zomer van 2014 bleken de beschikbare uren niet toereikend om alle geselecteerde scholen en de gemeenten voldoende ondersteuning te kunnen bieden om te komen tot het maken en uitvoeren van concrete plannen en activiteiten. Aansluitend op de ambitie van ‘Ik Kies. Rivierenland Gezond’ is daarom in overleg met de stuurgroep in oktober 2014 besloten om een deel van het projectgeld te investeren in menskracht (2,4 fte) en een deel in te zeten op regionale activiteiten, zoals valpreventie en voor de inzet van vrijwilligers met psychische problematiek. Daarnaast heeft de GGD ook extra formatie ingezet die met de fusie beschikbaar is gekomen (2,4 fte). In het najaar van 2014 zijn daardoor naast de drie projectleiders nog drie Gezonde School adviseurs en vier Gezondheidsmakelaars aangesteld, verdeeld over alle scholen en gemeenten. Hiermee was er minder geld beschikbaar voor de materialen en activiteiten dan in de oorspronkelijke begroting was opgenomen. Aan het einde van de projectperiode is het gehele budget besteed. In bijlage 2 is de eindafrekening opgenomen. Per deelproject is aangegeven aan welke speerpunten / doelgroepen het beschikbare budget uiteindelijk is besteed. De hoogte van de kosten per speerpunt houdt geen verband met de mate waarin is ingezet op het betreffende speerpunt. De kosten verschillen doordat sommige interventies meer kosten dan anderen of doordat voor sommige speerpunten andere financieringsbronnen beschikbaar waren (landelijke en/of subsidies preventiepartners). Cofinanciering In de projectovereenkomst met de Regio Rivierenland was opgenomen dat de GGD / de gemeenten minimaal €420.000 zou inzetten als cofinanciering. Dit bedrag is ruim gehaald. De GGD heeft in totaal 7484,23 uren ingezet op het project. Dit komt neer op €748.423 (gerekend met het door de Provincie Gelderland max. toegestane uurloon van €100). In het projectplan was opgenomen dat ook uren van de gemeenteambtenaren en de huidige regionale budgetten van de preventiepartners Iriszorg en Indigo (gedeeltelijk) konden worden ingezet als cofinanciering. Dit is uiteindelijk niet
9
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
gebeurd, aangezien het administratief lastig was en er al voldoende uren aan cofinanciering vanuit de GGD werden ingezet. 2.6 Kwalitatieve evaluatie Aan het einde van het project ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’ heeft de GGD aan Bureau OKAPI gevraagd een kwalitatieve evaluatie te doen op basis van de meningen en ervaringen van (samenwerkings)partners over het project. Hiervoor zijn in het najaar van 2015 gesprekken gevoerd met betrokken ambtenaren van 3 gemeenten, met 2 regionale samenwerkingspartners, één lokale welzijnsorganisatie en met 5 scholen (2 VO/ROC, 2 PO en een school voor speciaal onderwijs). De belangrijkste conclusies van dit onderzoek zijn: Meerwaarde van het project Gemeenten en regionale samenwerkingspartners zijn overwegend van mening dat er als gevolg van het project meer (intersectorale) samenwerking en netwerkvorming is. Scholen hebben dit minder gezien/ervaren; bij de scholen is vooral ingezet op de ondersteuning per school. Scholen en gemeenten hebben waardering voor de inzet van Gezonde School Adviseurs en de Gezondheidsmakelaars. Vraaggericht werken De meeste gesprekspartners vinden het goed en belangrijk dat het project heeft getracht aan te sluiten op de wensen en behoeften van (intermediaire) doelgroepen (‘vraaggericht werken’). Sommige gesprekspartners vinden het project toch nog aanbodgericht. Zo is het onderwerp gezondheid leidend, terwijl ook zaken als welbevinden en participatie een belangrijke rol spelen. Vraaggericht werken, geeft men aan, houdt niet op bij de start. Hoe zorg je dat partijen het ook echt oppakken en doorpakken. Dus het gaat niet alleen om de vraag: “Wat wil je (doen)”, maar ook: “Wat heb je daarvoor nodig?” Bestuurlijk draagvlak Bij gemeenten is de noodzaak voor preventie wel doorgedrongen maar er zijn ook weer tegengestelde bewegingen (bezuinigingen op voorzieningen die direct en indirect van belang zijn voor gezondheid en preventie). Dit vinden gemeenten zelf ook. Er wordt betwijfeld of er sprake was van college-breed draagvlak dat ook actief wordt uitgedragen. Betrokken partijen De belangrijkste partijen zijn betrokken geweest, afhankelijk van het onderwerp of de activiteit. Volksgezondheid en Sport, en Volksgezondheid en Welzijn weten elkaar goed te vinden, alhoewel het natuurlijk altijd beter kan. Vanuit Welzijn wordt de verbinding met Volksgezondheid (en andersom) op gemeentelijk niveau matig gevonden. Sociaal Economische gezondheidsverschillen (SEGV) De inzet voor SEGV wordt gewaardeerd; vraag blijft wel hoe je achterstandsgroepen werkelijk bereikt en resultaten boekt. Hiervoor is integraal beleid nodig. Het onderwerp ‘gezondheid’ is bij een dergelijke benadering niet te zeer leidend, maar lift mee met andere beleidsterreinen. Samenwerking met onder meer welzijn is zeer van belang om deze doelgroepen te betrekken. Continuïteit De gesprekspartners onderstrepen het belang van een structurele aanpak en de voortzetting van het project in de een of andere vorm, zeker ook met de ontwikkelde infrastructuur van gezondheidsmakelaars en adviseurs gezonde school. Zie bijlage 3 voor het uitgebreide onderzoeksverslag.
10
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
3 Resultaten In dit hoofdstuk wordt per beoogd resultaat uit het Regiocontract (2.1, 2.2 en 2.4 t/m 2.7) beschreven in hoeverre deze zijn behaald. In de tabel in bijlage 1 staat per gemeente en per deelproject een overzicht van de behaalde resultaten. 3.1 Regionale en lokale integrale aanpak gezondheidsproblemen jeugdigen Er is gewerkt aan een regionale en lokale aanpak van gezondheidsproblemen bij jeugdigen (resultaat 2.1) door het implementeren van de Gezonde School aanpak in de regio in samenwerking met lokale en regionale (preventie)partners. Binnen de Gezonde School aanpak werd steeds ingezet op de verschillende pijlers van een integrale aanpak: fysieke- & sociale omgeving; regelgeving & handhaving; voorlichting & educatie en signalering, advies & ondersteuning. In 10 gemeenten zijn 5 Gezonde School Adviseurs met 83 scholen voor primair onderwijs, 17 schoollocaties van het voortgezet onderwijs en het ROC aan de slag gegaan met de Gezonde School aanpak. Op 66 scholen / schoollocaties is daadwerkelijk structureel en integraal schoolgezondheidsbeleid ontwikkeld en uitgevoerd. Acht basisscholen hebben het vignet Gezonde School behaald (met 1 of meerdere themacertificaten) en verschillende scholen zijn nog bezig de aanvraag van het vignet. Ook hebben 5 schoollocaties de Gezonde Schoolkantine schaal ontvangen. De door de gemeenten ontwikkelde preventie- en handhavingsplannen alcoholmatiging jeugd dragen ook bij aan de integrale aanpak van gezondheidsproblemen bij jeugdigen. Zie verder bijlage 4 voor de resultaten van de gezonde schoolaanpak. 3.2 Implementatie Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG) integrale aanpak overgewicht Het implementeren van JOGG (resultaat 2.6) binnen gemeenten in Rivierenland is gedeeltelijk gelukt. Verschillende gemeenten (Lingewaal, Neder-Betuwe, Culemborg en Geldermalsen) hebben de mogelijkheden verkend. Zij wilden een gezamenlijke aanvraag doen bij Gelderland Sport voor financiering van JOGG, maar dit bleek niet haalbaar. Er was te weinig draagvlak binnen de betreffende gemeenten. Geldermalsen is recent wel JOGG gemeente geworden. Ook zijn in de gemeente Buren (6), Tiel (4), Neder-Betuwe (8), Geldermalsen (5) , Lingewaal (2) en Neerijnen (1) 26 scholen aan de slag gegaan met het effectief bewezen programma B-Fit. B-Fit is een integrale aanpak rondom voeding en bewegen op scholen, waarbij wordt samengewerkt met verschillende partijen zoals sportaanbieders, de GSF en combinatiefunctionarissen. Daarnaast is op vele andere scholen in de gemeenten gewerkt aan het ontwikkelen en uitvoeren van structureel beleid op het gebied van voeding en bewegen (bijvoorbeeld Gezonde Schoolkantine, Fruitbeleid, enz.). 3.3 Integrale benadering van gezondheid Het Signaleringsinstrument SEGV (=diagnostisch instrument) is ontwikkeld vanuit het voorgaande subsidieprogramma in opdracht van de gemeenten Tiel en Geldermalsen en beoogd was om dit te gebruiken voor de integrale benadering van gezondheid (resultaat 2.5). Het instrument kan een eerste aanzet vormen om op lokaal niveau (in wijk of buurt) met gezondheidsverschillen aan de slag te gaan. In Neder-Betuwe en Tiel is dit instrument gebruikt om in beeld te krijgen welke gezondheidsproblemen er per kern/dorp spelen en om samen met bewoners en professionals keuzes te maken met betrekking tot een wijkgerichte aanpak. In de andere gemeenten is er weinig tot geen gebruik gemaakt van dit instrument. Gemeenten hadden wel behoefte aan zicht op gezondheidsverschillen/ problemen op wijkniveau. Daarom zijn er wijk- en dorpsprofielen gemaakt voor de gemeenten Geldermalsen, Maasdriel, Buren, Culemborg, Lingewaal, Neerijnen, Tiel en Zaltbommel voor de verschillende kernen. Het signaleringsinstrument en de gezondheidsprofielen zijn gebruikt bij het concretiseren of aanscherpen van de aanpak van gezondheidsproblemen. Ze vormden het startpunt van concrete activiteiten, lokaal in de wijk, het dorp of in de gemeente.
11
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
3.4 Burgers met risico op gezondheidsproblemen en preventieve gezondheidszorg De eerste anderhalf jaar van de projectperiode heeft de GGD de gemeenten ondersteund om plannen te ontwikkelen om aanbod te ontwikkelen voor burgers met een verhoogd risico op gezondheidsproblemen en voor de regionale en lokale aanpak van preventieve gezondheidszorg voor kwetsbare groepen (resultaten 2.2 en 2.4). Hierbij is gebruik gemaakt van het diagnostisch instrument en de wijkprofielen. Vervolgens is geïnvesteerd in lokale menskracht door gezondheidsmakelaars in te zetten. De gezondheidsmakelaars werken met gemeenten, welzijn en andere lokale organisaties aan het bevorderen van de gezondheid van kwetsbare groepen. Dit alles heeft geleid tot projecten/ programma’s/ activiteiten gericht op preventieve gezondheidszorg voor ouderen (Culemborg en West-Maas en Waal) en Welzijn op Recept (Neerijnen), mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (Buren), bewegen op recept (Maasdriel en Zaltbommel) en de inzet van een gezondheidsmakelaar in de aanpak van gezondheidsachterstanden (Neder-Betuwe). Ook is gewerkt aan een integrale aanpak van valpreventie. Daarbij werd gestart in de gemeente Tiel en de aanpak vervolgens uitgerold naar andere gemeenten Zaltbommel, Tiel, Lingewaal, Geldermalsen en Culemborg. De gezondheidsmakelaars hebben hierin een belangrijke rol. Het doel van valpreventie is het voorkomen dat met name ouderen vallen en daardoor zorg nodig hebben. Valpreventie is een kosteneffectieve interventiemethode. 3.5 Regionaal dekkend aanbod voor aangepast sporten ingebed binnen WMO Aangepast sporten gaat over sporten voor mensen met een beperking (resultaat 2.7). Voor hen is sporten (of bewegen) niet vanzelfsprekend. De regionaal consulent aangepast sporten heeft in alle Rivierenlandse gemeenten een netwerk opgebouwd met lokale partijen om mensen met een beperking adequaat door te verwijzen naar passende sportmogelijkheid. Dit netwerk bestaat uit welzijn, buurtsportcoaches, zorginstellingen en natuurlijk de sportclubs en verenigingen. Ook is samenwerking met de sociale wijkteams tot stand gekomen. Steeds meer cliënten, verwijzers (vanuit sociaal wijkteams), en sport- en beweegaanbieders weten de consulent te vinden met een vraag rondom aangepast sporten. Ruim 40 cliënten zijn duurzaam naar een sport begeleid. Naast de cliënten worden ook de sportverenigingen begeleid in het bieden van een passende plek. Er zijn meerdere scholingsavonden georganiseerd voor sportverenigingen. Verder zijn zowel verenigingen, instellingen als individuen geholpen met subsidieaanvragen, contact met het Jeugdsportfonds en andere ondersteuningsinstanties. Het sportaanbod voor mensen met een beperking omvat in totaal 40 sport- en beweegaanbieders, een toename van 15 aanbieders (60%). Het aanbod aan aangepast sporten in de regio is geactualiseerd en inzichtelijk gemaakt via de website en app van Uniek Sporten. Ook maakt de site het mogelijk informatie over financiële regelingen, maatjes en vervoer te delen. Ook zijn diverse evenementen voor mensen met een beperking (mede) georganiseerd. 3.6 Communicatie Vanuit de communicatiestrategie is er een toolkit ‘Ik kies Rivierenland gezond’ ontwikkeld met gemeentelijke en regionale logo’s en formats voor flyers, folders, powerpointpresentaties, brieven, banners enz.. Zo konden alle betrokken organisaties dezelfde boodschap via dezelfde communicatiemiddelen uitdragen. Om bij het grote publiek aandacht te krijgen voor de speerpunten zijn er bewustwordingsacties georganiseerd. Tijdens de Avondvierdaagse in diverse gemeenten en tijdens het fruitcorso is aandacht gevraagd voor gezonde voeding en beweging. Psychische gezondheid kreeg aandacht via een bijeenkomst met Isa Hoes en de ‘Omdenken Theatershow’. De stapavond voor ouders in discotheek de Rodenburg had als thema alcoholopvoeding en genotmiddelengebruik. Rondom deze activiteiten zijn vooraf, tijdens en na afloop veel berichten verschenen in de lokale en regionale media. Deze berichten bevatten gezondheidsinformatie voor de inwoners van
12
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Rivierenland. Centraal in alle media-uitingen stond de positieve toon en het aanspreken van mensen op hun eigen verantwoordelijkheid en mogelijkheden. Wij dragen informatie aan maar ù beslist… ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’. Tijdens de hele projectperiode heeft de media veel persberichten geplaatst over activiteiten van het project. De pers is hiervoor steeds actief benaderd. Bijvoorbeeld rondom aangepast sporten, gezonde scholen, activiteiten vanuit gezonde wijk, enz. Om alle betrokkenen te informeren over de voortgang van het project zijn nieuwsbrieven verstuurd aan gemeenten (wethouders, ambtenaren en raadsleden), preventiepartners, eerstelijnszorgverleners ( huisartsen, fysiotherapeuten, diëtisten), het ziekenhuis Rivierenland en contactpersonen bij de provincie. In 2014 en 2015 zijn infographics gemaakt per gemeente met daarop de plannen, activiteiten en resultaten van Ik kies Rivierenland Gezond. Op deze manier werd per gemeente inzichtelijk wat er gebeurde rondom ‘ik kies’. Burgers werden op de hoogte gehouden via regionale en lokale persberichten, flyers en posters.
13
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
4 Effect Met dit project is gewerkt aan het terugdringen van SEGV door structurele inzet op scholen (start bij jeugd), een integrale aanpak in de wijk en het bevorderen van aangepast sporten. Op alle speerpunten zijn interventies ingezet, waarbij zo veel mogelijk is gewerkt met effectief bewezen of veelbelovende interventies gericht op jeugdigen, ouderen en andere kwetsbare burgers met een lage sociaal-economische status. Op deze manier is tevens gewerkt aan de doelen van het regionaal gezondheidsbeleid van Rivierenland en gebruik gemaakt van het bijbehorende uitvoeringsprogramma. Belangrijke vraag in dit eindverslag is of de inzet binnen het project heeft geleid tot het behalen van de doelstellingen. 4.1 Bereik Allereerst zijn er binnen het project veel kwetsbare kinderen en jongeren bereikt via de geselecteerde scholen in de gezonde school-aanpak.. Ook zijn er veel kwetsbare groepen, zoals mensen met een laag opleidingsniveau, werklozen, chronisch zieken, mensen met een beperking en ouderen bereikt met preventieve interventies gericht op gezondheid en het bevorderen van een gezonde leefstijl. Zie bijlage 1. 4.2 Samenwerkingsverbanden en netwerken Er zijn diverse samenwerkingsverbanden en netwerken ontstaan in de regio, zoals het netwerk rondom B-Fitscholen, geriatrische netwerken, netwerken rondom valpreventie en de werkgroep rondom handhaving en preventie alcoholmatiging. Ook vanuit de regionale werkconferentie rondom vrijwilligers met psychiatrische / verslavingsachtergrond hebben zorg-, preventie- en welzijnsinstellingen afspraken met elkaar hebben gemaakt over samenwerking, goede overdracht en begeleiding van deze vrijwilligers. Veel van deze samenwerkingsverbanden en netwerken hebben een duurzaam karakter. Gezondheid is een onderwerp geworden waar lokaal door gemeenten, partners en intermediairs aan wordt gewerkt. 42% van de scholen in de regio was geselecteerd om te ondersteunen bij de gezonde school–aanpak. Uiteindelijk is een grotere groep scholen bereikt; in totaal is 55% van alle scholen begeleid door een Gezonde schooladviseur. Zie bijlage 4. 4.3 Lokale preventieve infrastructuur Gedurende het project werd duidelijk dat de aanpak van gezondheidsproblemen op lokaal niveau ook lokale menskracht vereist. Daarom is gedurende het project gekozen voor lokale menskracht in de vorm van gezondheidsmakelaars. De gezondheidsmakelaars werken als verbindende schakel om de samenhang tussen welzijn, gezondheid, sport en bewegen te versterken. Zij kennen de lokale situatie en verbinden projecten, trajecten en processen tot een integrale aanpak. De gezondheidsmakelaars richten zich op burgers met een verhoogd risico op gezondheidsproblemen en op kwetsbare groepen. Het effect is dat deze groepen bereikt zijn. Voor een lokale, integrale aanpak van gezondheidsproblemen is ook zicht op de lokale cijfers rondom gezondheid nodig. Het resultaat van dit project is dat er wijkprofielen zijn ontwikkeld in het verlengde van het diagnostisch instrument. Het bespreken van de wijkprofielen met gemeenten, lokale partners en inwoners leidt tot (meer) draagvlak voor de aanpak van gezondheidsproblemen. Het uiteindelijke effect van deze werkwijze is dat de GGD de inzet van gezondheidsmakelaars structureel heeft geborgd in haar werkwijze, dat er voor alle gemeenten gezondheidsprofielen zijn ontwikkeld en dat daarmee de lokale aanpak van gezondheidsproblemen structureel gemaakt is. Hiermee is een belangrijk effect van het project dat er een preventieve infrastructuur gerealiseerd is in alle gemeenten. Hierdoor is onder andere de aanpak van valpreventie geborgd. Gedurende het project is gewerkt met de gezonde schoolmethode. Dit was in eerste instantie een pilot. Deze aanpak bleek goed te werken en daardoor heeft de GGD deze aanpak geborgd met de uitbreiding van het aantal Gezonde schooladviseurs. Iedere gemeente heeft nu een eigen gezonde schooladviseur. Het effect van de gerichte aandacht voor aangepast sporten is dat in 7 van 10 gemeenten de aanpak van aangepast sporten geborgd is. ‘Ik kies Rivierenland Gezond’ is voor gemeenten en partners een herkenbaar begrip geworden. Er is zichtbare samenhang en afstemming gecreëerd tussen de verschillende deelprojecten door een eenduidige regionale communicatie over de verschillende onderdelen van het project Rivierenland Gezond. Via de bewustwordingsacties en persaandacht zijn de verschillende gezondheidsthema’s onder de aandacht gebracht van het grote publiek.
14
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
5 Conclusies en aanbevelingen 5.1 Conclusies Binnen het project is actief en bewust ingezet op kwetsbare groepen om de sociaal economische gezondheidsverschillen in de regio terug te dringen. Een grote groep kwetsbare inwoners (jeugdigen, ouderen, bijstandsgerechtigden en mensen met psychische problematiek) in de regio is bereikt met een integrale, duurzame aanpak gericht op het voorkomen van overgewicht, depressie, (overmatig)genotmiddelengebruik en het bevorderen van de seksuele gezondheid. Er is vooral heel lokaal ‘op maat’ aangesloten bij de behoefte van de doelgroep. Via de integrale, planmatige en vraaggerichte aanpak in de Gezonde school Methode is in alle gemeenten de setting school gebruikt om jeugdigen te bereiken voor structurele, effectieve, preventieve activiteiten. Hiermee is de integrale aanpak jeugd versterkt. Naast het feit dat er één JOGG gemeente is ontstaan in de regio was er ruim voldoende aandacht voor het voorkomen en tegengaan van overgewicht, met name bij scholen via programma’s als Bfit. Er is veel bereikt rondom aangepast sporten. Er zijn samenwerkingsrelaties tussen sportverenigingen, scholen, buurtsportcoaches en dergelijke ontstaan; meer mensen zijn aan het sporten. Zeven gemeenten hebben inmiddels voor een continuering van het aangepast sporten in 2016 gezorgd. Samen met de participerende gemeenten worden de continuering en speerpunten besproken, waarbij structurele inbedding in bestaand beleid een van de aandachtspunten is. Door in te zetten op valpreventie is nog eens gericht aandacht besteed aan kwetsbare ouderen. Het project ‘Ik kies Rivierenland Gezond’ heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het realiseren van een stevige preventie-basis-infrastructuur in Rivierenland. Door het project is de samenwerking en afstemming rondom de preventie van gezondheidsproblemen bij kwetsbare groepen verbeterd. Er zijn nieuwe netwerken ontstaan en bestaande netwerken zijn versterkt; dit is een belangrijke randvoorwaarde voor effectieve gezondheidsbevordering. De coördinerende rol van de GGD en de ondersteunende rol van de Gezonde School Adviseurs, de Gezondheidsmakelaars en de Consulent Aangepast Sporten werden hierbij gewaardeerd. De extra aangestelde medewerkers behouden hun functie na afloop van het project binnen de GGD. Daarmee is de extra inzet ook blijvend geborgd. Naast lokale menskracht zijn wijkprofielen nodig om lokaal aan te kunnen sluiten met een integrale aanpak in de wijk, buurt, dorp en gemeente. Hier is een eerste aanzet mee gemaakt. Het signalerings-instrument en de gezondheidsprofielen zijn gebruikt bij het concretiseren en aanscherpen van de aanpak van gezondheidsproblemen.
15
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Het werkte goed om een gemeenschappelijke kapstok te hebben via de communicatiestrategie van ‘Ik kies Rivierenland gezond’. Deze verbond de verschillende projecten en initiatieven met elkaar. In sommige gemeenten en bij sommige preventiepartners leidde dit ertoe dat verschillende gezondheidsbevorderende activiteiten onder de noemer van ‘ik kies …Rivierenland gezond’ werden aangeboden waardoor samenhang ontstond. Er had nog meer gebruik gemaakt kunnen worden van de centrale communicatiestrategie. Tot slot is een belangrijke conclusie dat de subsidie erg helpend bleek om activiteiten te kunnen uitvoeren, materialen en (les)methodes te kunnen aanschaffen en extra menskracht te kunnen inzetten. Ook was het helpend voor het draagvlak bij het starten van de samenwerking omdat er naast inzet van de intermediairs en doelgroepen niet direct kosten door hen hoefden te worden gemaakt. Met de uitvoering van het project ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’ is gewerkt aan het bevorderen van de gezondheid en een gezonde leefstijl van mensen met een lage sociaal economische status in regio Rivierenland. Op dit moment is nog niet met cijfers te onderbouwen in hoeverre dit ook tot de gewenste afname van SEGV heeft geleid. De verwachting is dat monitorcijfers op termijn wel een positieve trend zullen laten zien omdat er voorzieningen en structuren zijn ontwikkeld en duurzaam geborgd juist voor lage SES groepen. 5.2 Aanbevelingen Om op de langere termijn daadwerkelijk een afname van SEGV te kunnen zien is het belangrijk verder te gaan op de ingeslagen weg. De subsidie vanuit de Provincie valt weg, waardoor er geen projectleider meer is en geen geld voor activiteiten en interventies. Door structureel uren in te blijven zetten op de Gezonde School adviseurs en de gezondheidsmakelaars heeft de GGD een eerste stap gezet in de borging van de preventieve infrastructuur die in deze projectperiode is ontwikkeld. Structurele inbedding van de regionale aanpak omtrent aangepast sporten door gemeenten is nodig om de behaalde resultaten te bestendigen. 7 van de 10 gemeenten hebben dit geborgd. Ook zijn in de toekomst voldoende financiële middelen nodig om activiteiten en interventies uit te voeren. Dit hoeft niet een heel groot bedrag te zijn, maar financiële middelen helpen om dingen in gang te zetten in de gemeente of om binnen te komen op scholen. De verbinding tussen de wijk/ gemeente en school kan versterkt worden. Een school heeft immers vaak een wijkfunctie. Hoewel het regionale project stopt, is samen met alle regiogemeenten de intentie uitgesproken om de bovenlokale samenwerking te continueren en te komen tot een regionale visie op gezondheid en preventie. Daarin wordt ook gekeken welke thema’s gezamenlijk/ regionaal verder opgepakt worden. Met deze regionale samenwerking rondom preventie sluiten we waar mogelijk aan bij bestaande initiatieven, zoals het initiatief van het Ziekenhuis Rivierenland voor de aanpak van overgewicht en het voorkomen daarvan. Daarbij wordt ook de verbinding gelegd naar het bevorderen van sporten en bewegen. Ook in de preventie en handhaving van alcoholmatiging moet blijvend regionaal geïnvesteerd worden. Er zijn nog meer thema’s die zich lenen voor en regionale aanpak. Samen bereik je meer. De contacten tussen het beleidsterrein preventie en de zorgverzekeraars zijn tijdens de projectperiode niet verbeterd. Dit is een aandachtspunt dat meegenomen wordt . De communicatiemiddelen rondom ‘Ik kies Rivierenland gezond’ kunnen blijvend worden benut. Zowel regionaal als lokaal of op wijk- of zelfs schoolniveau. Daarbij is het zaak om in de toekomst nog beter zichtbaar te maken wat er wordt bereikt, zowel op scholen als in de wijken. Binnen ‘Ik kies Rivierenland Gezond’ is voor het bereiken van de jeugd de setting school gekozen, de jeugdige doelgroep bestond hiermee uit 4-19 jarigen. Vanuit preventie gedacht is het een aanbeveling om dit uit te breiden naar kinderen van -9 maanden tot 4 jaar. Hiermee kan een gezonde start voor kwetsbare kinderen worden bevorderd.
16
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Gezonde schooladviseurs en gezondheidsmakelaars hebben zich gedurende de projectperiode vooral gefocust op het eigen werkgebied. Er wordt nu gewerkt aan nauwere samenwerking tussen gezondheidsmakelaar en gezonde school adviseur in en samen met de gemeente. Een uitvloeisel hiervan zijn de aanbevelingen per gemeente die door de gezondheidsmakelaars en gezonde school adviseurs gezamenlijk zijn opgesteld. Deze worden ook gezamenlijk met de betrokken ambtenaren van de gemeente besproken. Op die manier kan de actuele stand van zaken worden vastgesteld en bepaald worden waar de prioriteiten voor de komende periode dienen te liggen.
17
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Bijlage 1: Resultaten per gemeente en deelproject Deelproject Gemeente Buren
Gezonde School PO
Gezonde School VO en ROC
Weerbaarheidstraining op 9 basisscholen. Gezonde School aanpak voeding en bewegen (B-Fit) op 6 basisscholen
Gezondheid in de Wijk
Gezonde Sportvereniging / Aangepast sporten
Culemborg
18
Convenant Gezonde School getekend Gezonde School aanpak voeding op 3 basisscholen (ontwikkeling) Gezond Schoolplein op 3 basisscholen Gezonde School aanpak Welbevinden en Sociale veiligheid op 2 basisscholen
Convenant Gezonde School getekend Gezonde Schoolkantine op 5 schoollocaties Gezonde School aanpak genotmiddelen op 1 schoollocatie
Gezondheidsprofielen op buurt/wijk niveau gemaakt en besproken Vitaliteitsprogramma voor mensen met een WWBuitkering Werkconferentie en scholing t.b.v. toename bemiddeling van vrijwilligers met psychiatrische / verslavingsachtergrond Begeleiding aanvragen voor innovatiefonds Gezondheidsprofielen op buurt/wijk niveau gemaakt en besproken Preventieve huisbezoeken bij ouderen om gezondheidsklachten te voorkomen Integraal plan valpreventie: beweeggroepen voor ouderen in Beweegtuinen; valtest en evenwichtstest tijdens Opplusmarkt; Fittest dag
Aanbod uitgebreid met Special Judo, tennislessen en ‘speciale’ survivalgroep Aandacht voor aangepast sporten door organiseren van side-events bij NK Golf
Bekendheid aangepast judo, GymExtra verbeterd Aanbod uitgebreid met tennislessen. Deskundigheidsbevordering sportverenigingen m.b.t. aangepast sporten
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Geldermalsen
Lingewaal
Maasdriel
19
Gezonde School aanpak voeding en bewegen (B-Fit) op 7 basisscholen Gezonde School aanpak persoonlijke hygiëne op 1 basisschool Gezonde School aanpak Welbevinden en Sociale veiligheid (Rots en water) op 1 basisschool Gezonde School aanpak Welbevinden en Sociale veiligheid op 2 basisscholen Gezonde School aanpak relaties en seksualiteit 1 basisschool Gezonde School aanpak voeding en bewegen (B-Fit) op 4 basisscholen
Gezonde School aanpak voeding op 2 basisscholen Gezonde School aanpak bewegen op 4 basisscholen Gezonde School aanpak relaties en seksualiteit op 2 basisscholen Gezonde School aanpak Welbevinden en Sociale veiligheid (Kanjertraining) op 2 basisscholen
Gezonde School aanpak genotmiddelen (DGSG) op 1 schoollocatie Gezonde Schoolkantine in ontwikkeling op 1 schoollocatie Gezonde School aanpak relaties en seksualiteit (Lang Leve de Liefde) op 1 schoollocatie
Gezondheidsprofielen op buurt/wijk niveau gemaakt en besproken Integraal plan valpreventie: ontwikkeling beweeglijst, invoering beweegadviseurs, bewegingstrainingen ouderen Ondersteunen van Geriatrische netwerk JOGG gemeente Gezondheidsprofielen op buurt/wijk niveau gemaakt en besproken Integrale aanpak valpreventie: Presentatie over valpreventie en ouderenmishandeling op seniorenmarkt Extra impuls activiteiten in kader ontmoeting / eenzaamheid door Buurtontmoetingsplekken
Gezondheidsprofielen op buurt/wijk niveau gemaakt en besproken Bewegen op Recept versterkt: betere samenwerking 0e en 1e lijn en verbeteren website Implementatie GALM (bewegen voor ouderen) Gezondheidsmakelaar
Aanbod uitgebreid met tennislessen. Op basis van behoefte uitvoering gegeven aan sporten beweegmogelijkheden voor personeel van sociale werkvoorziening Lander Instructie Verantwoord Alcohol gebruik (Iriszorg) aan para commerciële horeca Aanbod uitgebreid met Gvoetbal Instructie Verantwoord Alcohol gebruik (Iriszorg) aan diverse clubs en sportverenigingen
Bekendheid rolstoelbasketbal, dans en aangepast voetbal verbeterd Aandacht voor aangepast sporten door organiseren Gsportdag Deskundigheidsbevorderingsp ortverenigingen m.b.t. aangepast sporten
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Neerijnen
Neder-Betuwe
Gezonde School aanpak Welbevinden en Sociale veiligheid (Taakspel en Kanjer) op 3 basisscholen Gezonde School aanpak voeding en bewegen (B-Fit) op 1 basisschool Gezonde School aanpak voeding en bewegen (B-Fit) op 8 basisscholen
Tiel
20
Gezonde School aanpak Welbevinden en Sociale veiligheid (M5, Vreedzame school, Kanjertraining en digitaal pesten) op 5 basisscholen Gezonde School aanpak voeding en bewegen (B-Fit, Lekker Fit, fruitbeleid, kooklessen, enz.) op 7
Gezonde School aanpak voeding en bewegen (B-Fit) op 2 schoollocaties Gezonde School aanpak genotmiddelen (DGSG, rookvrije school) op 2 schoollocaties Gezonde Schoolkantine in ontwikkeling op 2 schoollocaties Gezonde School aanpak relaties en seksualiteit (lang leve de liefde en Be-loved) op 2 schoollocaties
Gezonde Schoolkantine in ontwikkeling op 2 schoollocaties Gezonde School aanpak relaties en seksualiteit (lang leve de liefde) op 2 schoollocaties Gezonde School aanpak genotmiddelen (DGSG) in ontwikkeling op 2
Welzijn op recept (eenzaamheid volwassenen en ouderen) Ondersteunen van Geriatrisch Netwerk
Deskundigheidsbevordering judo-vereniging m.b.t. aangepast sporten
M.b.v. diagnostisch instrument plan van aanpak terugdringen van segv opgesteld. Thema-avonden in verschillende kernen door en voor bewoners Gezondheidsprofielen op buurt/wijk niveau gemaakt en besproken Aanbod voor kinderen met overgewicht en hun gezin: (Ge)zin in Fit
Aanbod uitgebreid met Special Judo, tennislessen, G-voetbal Bekendheid / kwaliteit SportExtra, zitvolleybal en verbeterd Instructie Verantwoord Alcohol gebruik (Iriszorg) aan alle sportverenigingen
Gezondheidsprofielen op buurt/wijk niveau gemaakt en besproken Project Rondom de Zwangere versterkt: informatiemateriaal voor zwangere vrouwen opnieuw vormgegeven in samenwerking met verschillende organisaties. Zwangeren in beweging Integrale aanpak valpreventie: o.a.
Aanbod uitgebreid met Tennislessen en beweeggroep NAH
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
basisscholen
West-Maas en Waal
21
Gezonde School aanpak relaties en seksualiteit (lentekriebels) op 5 basisscholen Gezonde School aanpak bewegen (de Klas beweegt) op 1 basisschool Gezonde School aanpak mediawijsheid op 1 basisschool Gezonde schoolaanpak Welbevinden en sociale veiligheid op 1 basisschool
schoollocaties Gezonde School aanpak Welbevinden en Sociale veiligheid op praktijkschool en ROC (Positive Behavior Support en Rots en Water) Structurele, efficiënte aanpak schoolverzuim ROC Gezonde School aanpak bewegen in ontwikkeling VSO
Gezonde Schoolkantine in ontwikkeling op 3 schoollocaties Gezonde School aanpak voeding in ontwikkeling op 3 schoollocaties
voorlichtingsbijeenkomsten Ondersteuning bij GIDS plan Tiel-west: Liever bewegen dan moe Ondersteuning bij Nuts/Ohraplan Tiel aan de ge’zon’de zijde’’ Project ‘Bewegen in Westroijen’ Ondersteunen Geriatrisch Netwerk Begeleiding vervolgaanvraag Door Dik en Dun Gezondheidsprofielen op buurt/wijk niveau gemaakt en besproken Plan ‘(kwetsbare) ouderen’ is uitgevoerd en geëvalueerd in nauwe samenwerking met project ‘Thuis met het grootste gemak’ Beweegtuinen
Deskundigheidsbevordering sportverenigingen m.b.t. aangepast sporten
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Zaltbommel
Gezonde School aanpak Welbevinden en Sociale veiligheid (Rots en Water, meidenvennijn) op 2 basisscholen Gezonde School aanpak voeding en/of bewegen (B-Fit) op 4 basisscholen en op 3 basisscholen in ontwikkeling Gezonde schoolaanpak relaties en Seksualiteit op 1 basisschool
Gezonde School aanpak relaties en seksualiteit op 2 schoollocatie Gezonde School aanpak genotmiddelen op 2 schoollocatie Gezonde School aanpak Welbevinden en Sociale veiligheid (Rots en water) op 1 schoollocatie
22
Gezondheidsprofielen op buurt/wijk niveau gemaakt en besproken Zwanger Fit en Bommelerwaard Bevalt! versterkt Bewegen op Recept versterkt: betere samenwerking 0e en 1e lijn en verbeteren website GALM project (bewegen voor ouderen) Start Integrale aanpak valpreventie
Bekendheid / kwaliteit rolstoelbasketbal verbeterd Bekendheid aanbod vergroten door sportclinics speciaal onderwijs en G-sportdag Deskundigheidsbevordering sportverenigingen m.b.t. aangepast sporten Instructie Verantwoord Alcohol gebruik (Iriszorg) aan meerdere sportverenigingen
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Bijlage 2: Eindafrekening Begroot
Uitgegeven
€256.000
182.105,89
€128.000
65.127,97
€197.00
186.301,26
Gezonde School po (2.1 en 2.6)
Totaal
Gezonde School vo / roc (2.1 en 2.6)
Totaal Gezondheid in de Buurt (2.2, 2.4 en 2.6)
Totaal
23
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Aangepast sporten (2.7)
Totaal
€150.000
133.396,48
€ 95.000
97.598,09
Totaal
€ 49.000
209.780,25
TOTAAL
€875.000
874.309,94
Communicatie
Totaal Overig /regionaal (-> personele uren)
24
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Bijlage 3: Verslag procesevaluatie bureau Okapi
Kwalitatieve Evaluatie “Ik kies: Rivierenland Gezond!”
Nicolette Warmenhoven, Bureau OKAPI In opdracht van en in samenwerking met GGD Gelderland Zuid December 2015
INHOUD 1.
Samenvatting
2.
Omschrijving van de evaluatie opdracht en werkwijze
3.
Omschrijving van het project “Ik kies: Rivierenland Gezond!”
4.
Uitkomsten van de evaluatie 4.1 Belangrijkste meerwaarde van het project 4.2 Gemiste kansen en verbeterpunten 4.3 Vraaggericht werken 4.4 (Bestuurlijk) draagvlak 4.5 Betrokken partijen 4.6 SEGV 4.7 Deelprojecten en hun onderlinge samenhang 4.8 Regionaal en lokaal 4.9 Rol gemeenten 4.10 Infrastructuur en continuïteit 4.11 Communicatie, logo en beeldmerk 4.12 Overige onderwerpen
5.
Conclusies en aanbevelingen
Bijlage: Geïnterviewde personen
1.
Samenvatting
Aan het einde van het project Ik kies: Rivierenland Gezond heeft de GGD aan Bureau OKAPI gevraagd een kwalitatieve evaluatie te doen op basis van de meningen en ervaringen van (samenwerkings)partners over het project. Hiervoor zijn in het najaar van 2015 gesprekken gevoerd met betrokken ambtenaren van 3 gemeenten, met 2 regionale samenwerkingspartners, één lokale welzijnsorganisatie en met 5 scholen (2 VO/ROC, 2 PO en een school voor speciaal onderwijs). De belangrijkste conclusies van dit onderzoek zijn: Meerwaarde van het project Gemeenten en regionale samenwerkingspartners zijn overwegend van mening dat er als gevolg
25
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
van het project meer (intersectorale) samenwerking en netwerkvorming is. Scholen hebben dit minder gezien/ervaren; bij de scholen is vooral ingezet op de ondersteuning per school. Scholen en gemeenten zijn hebben waardering voor de inzet van Gezonde School Adviseurs en de Gezondheidsmakelaars Vraaggericht werken De meeste gesprekspartners vinden het goed en belangrijk dat het project heeft getracht aan te sluiten op de wensen en behoeften van (intermediaire) doelgroepen (‘vraaggericht werken’). Sommige gesprekspartners vinden het project toch nog wel aanbodgericht. Zo is het onderwerp gezondheid leidend, terwijl ook zaken als welbevinden en participatie een belangrijke rol spelen. Vraaggericht werken, geeft men aan, houdt niet op bij de start. Hoe zorg je dat partijen het ook echt oppakken en doorpakken. Dus het gaat niet alleen om de vraag: “Wat wil je (doen)”, maar ook: “Wat heb je daarvoor nodig?” Aandachts- en verbeterpunten - De contacten tussen het beleidsterrein preventie en de zorgverzekeraars zijn niet verbeterd. - Beter zichtbaar maken wat is bereikt. - Veel waardering voor de inzet van gezondheidsmakelaars en adviseurs Gezonde School. Bestuurlijk draagvlak Bij gemeenten is de noodzaak voor preventie wel doorgedrongen maar er zijn ook weer tegengestelde bewegingen (bezuinigingen op voorzieningen die van belang zijn voor gezondheidbehoud). Dit vinden gemeenten zelf ook. Er wordt betwijfeld of er sprake was van college-breed draagvlak dat ook actief wordt uitgedragen. Betrokken partijen De belangrijkste partijen zijn betrokken geweest, afhankelijk van het onderwerp of de activiteit. Volksgezondheid en Sport, en Volksgezondheid en Welzijn weten elkaar goed te vinden, alhoewel het natuurlijk altijd beter kan. Vanuit Welzijn wordt de verbinding met Volksgezondheid (en andersom) op gemeentelijk niveau matig gevonden. Sociaal Economische gezondheidsverschillen(SEGV) De inzet voor SEGV wordt gewaardeerd; vraag blijft wel hoe je achterstandsgroepen werkelijk bereikt en resultaten boekt. Hiervoor is integraal beleid nodig. Het onderwerp ‘gezondheid’ is bij een dergelijke benadering niet te zeer leidend, maar lift mee met andere beleidsterreinen. Samenwerking met o.m. Welzijn is zeer van belang om deze doelgroepen te betrekken. Continuïteit De gesprekspartners onderstrepen het belang van een structurele aanpak en de voortzetting van het project in de een of andere vorm, zeker ook met de ontwikkelde infrastructuur van gezondheidsmakelaars en adviseurs gezonde school.
2.
Omschrijving van evaluatie opdracht en werkwijze
De doelstelling van het project luidde: Het terugdringen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen door het voorkomen van overgewicht, depressie, (overmatig) genotmiddelengebruik en het bevorderen van de seksuele gezondheid bij kwetsbare burgers met extra aandacht voor jeugdigen en ouderen in Rivierenland. In hoofdstuk 3 wordt het project kort omschreven Om na te gaan wat het project heeft opgeleverd zijn gesprekken gevoerd met de (4) deelprojectleiders en de manager Gezond Leven van GGD Gelderland Zuid, met betrokken ambtenaren van 3 gemeenten, met 2 regionale samenwerkingspartners en een lokale welzijnsorganisatie en met 5 scholen (2 VO/ROC, 2 PO en een school voor speciaal onderwijs). De gespreksonderwerpen zijn terug te vinden in hoofdstuk 4, waarvan de paragrafen gelijk opgaan met de gespreksonderwerpen. Uiteraard was er ruimte voor eigen inbreng van de gesprekspartners. Na een korte omschrijving van het project worden de uitkomsten van de evaluatie weergegeven, waarna in hoofdstuk 5 de conclusies en aanbevelingen worden weergegeven.
3.
Omschrijving van het project “Ik kies: Rivierenland Gezond!”
In dit hoofdstuk wordt het project kort omschreven. Voor een uitgebreidere beschrijving wordt verwezen naar de projectdocumenten, waaronder het eindrapport.
26
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Opleiding, inkomen en afkomst hebben invloed op de gezondheid van mensen. Over het algemeen geldt dat hoe hoger de sociaal economische status, hoe beter de gezondheid van mensen is. In Rivierenland is vooral het opleidingsniveau bepalend voor de gezondheid. Veel inwoners hebben een laag opleidingsniveau. Als gevolg daarvan treden sociaal economische gezondheidsverschillen of gezondheidsachterstanden op. Het terugdringen van deze sociaal economische gezondheidsverschillen (SEGV) is het doel van het regionaal gezondheidsbeleid 2012-2015 in Rivierenland. De speerpunten van het regionaal gezondheidsbeleid zijn overgewicht, (overmatig) gebruik van genotmiddelen, depressie en seksuele gezondheid. Het beleid richt zich met name op jeugd en op ouderen. Bij de regionale nota "Gezond Verder" is een uitvoeringsprogramma met beoogde resultaten opgesteld. Dit uitvoeringsprogramma wordt gebruikt als basis voor een verdere uitwerking van het Regiocontract voor het onderdeel Gezondheid, Sport en Bewegen. Het onderdeel Gezondheid, Sport en Bewegen heeft als doel het terugdringen van gezondheidsverschillen door
mensen
met
gezondheidsachterstanden extra aandacht te geven. Dit sluit goed aan bij het regionaal gezondheidsbeleid en het uitvoeringsprogramma. Het Regiocontract Rivierenland Zelfredzaam 2012-2015 biedt de (financiële) mogelijkheid om het regionaal gezondheidsbeleid verder uit te voeren. Hierbij wordt voortgebouwd op de eerder uitgevoerde gezondheidsprojecten overgewicht, roken, alcohol, het terugdringen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen, breedtesport en aangepast sporten in de periode 2008-2011. Uit de projectevaluatie bleek dat er te veel (deel)projecten waren en dat de samenhang ontbrak. Voor de subsidie periode 2013-2015 is er meer samenhang tussen de verschillende thema's en meer centrale regie op de aanpak. Concreet betekent dit dat de 6 beoogde resultaten uit het Regiocontract 2012-2015 op het gebied van volksgezondheid aangepakt worden via de gezonde school (PO en VO), de gezonde wijk en de gezonde sportvereniging . Daarbij wordt gebruik gemaakt van ervaringen, materiaal en instrumenten die al ontwikkeld zijn en er wordt aangesloten bij de wensen en situatie van gemeenten. In dit projectplan beschrijven we hoe de samenhang tussen de deelprojecten wordt georganiseerd en hoe de gezamenlijke communicatie er uit ziet. Doel Het doel van het project Rivierenland Gezond is het terugdringen van sociaal economische gezondheidsverschillen door het voorkomen van overgewicht, depressie, (overmatig)genotmiddelengebruik en het bevorderen van de seksuele gezondheid bij kwetsbare burgers met extra aandacht voor jeugdigen en ouderen in Rivierenland. Bij jeugd zijn uiteraard ouders, scholen en sportverenigingen belangrijke intermediaire doelgroepen Er is zichtbare samenhang en afstemming gecreëerd tussen de verschillende deelprojecten door een eenduidige regionale communicatie over de verschillende onderdelen van het project Rivierenland Gezond. De thema's Weerbaarheid en Bewegen zorgen voor deze verbinding en zijn in alle projectplannen terug te vinden. Door middel van specifieke communicatie krijgen deze thema's op regionaal niveau extra aandacht. Subdoelen: Voorkomen van overgewicht bij jeugdigen Terugdringen van het aantal jeugdigen met overgewicht Voorkomen van (licht) depressieve klachten bij jeugdigen en ouderen Voorkomen dat jeugdigen en ouderen met (licht) depressieve klachten een depressie ontwikkelen Voorkomen dat jeugdigen beginnen met roken, alcohol en blowen (genotmiddelen) Terugdringen (schadelijk) alcoholgebruik bij jongeren vanaf 16 jaar Voorkomen dat jeugdigen meeroken Stimuleren dat rokers stoppen Het bevorderen van de seksuele gezondheid van jeugdigen Het ondersteunen van jeugdigen met seksuele problemen De subdoelen zijn nader uitgewerkt en geconcretiseerd in de deelprojectplannen. In de kwalitatieve evaluatie is met betrokkenen medewerkers van gemeenten en samenwerkingsorganisaties nagegaan in hoeverre de randvoorwaarden voor het bereiken van de doelstellingen zijn gecreëerd. Het gaat dan bijvoorbeeld om bestuurlijk draagvlak, betrokkenheid van de juiste partijen enzovoort.
27
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
4.
Uitkomsten van de evaluatie
Hieronder wordt per gespreksonderwerp aangegeven wat de mening van de gesprekspartners hierover was. Het zijn geen letterlijke uitspraken maar omschrijvingen van wat – meestal – meerdere personen noemden.
4.1 Belangrijkste meerwaarde van het project De meeste gesprekspartners konden vlot één of twee redenen noemen waarom het project “Ik kies: Rivierenland Gezond” van meerwaarde is gebleken. Een paar gesprekspartners moesten daar even over nadenken, omdat in de gemeenten natuurlijk de afgelopen jaren al veel is gebeurd op het terrein van gezondheid en het de vraag is, wat er ook zónder “Ik kies: Rivierenland Gezond” zou zijn gebeurd. Samenvattend is men positief; sommige vinden dat de er méér te behalen zou zijn geweest. In het algemeen vindt men dat er meer samenwerking is tussen de verschillende beleidsterreinen. Het programma bood (op regionaal niveau) context, zodat er samenhang ontstond tussen activiteiten. Deze context zou ook op gemeentelijk niveau moeten worden aangebracht. Juist door deze context komen Gezonde School en aangepast sporten beter uit de verf. Er zijn netwerken ontstaan (bedoeld werd hier: regionale netwerken) die op reguliere basis om de tafel zitten, of bestaande netwerken zijn versterkt. Het programma heeft gezorgd voor meer aandacht voor preventie. Er is sprake van betere ketensamenwerking tussen organisaties zodat doelgroepen niet tussen wal en schip vallen. Sommigen noemen de paraplu-functie en het sterke slogan. Kanttekeningen Een aantal uitkomsten/activiteiten waren al gerealiseerd of zouden anders ook wel zijn gerealiseerd, meenden sommigen. Voorbeelden: het regionaal preventie-netwerk, integraal productenboek. De partners weten elkaar toch wel te vinden. Door enkelen werd het project (ondanks de vraaggerichte insteek) toch als té aanbodgericht ervaren, met een sterke nadruk op het belang van gezondheid en veel minder op welzijn, welbevinden, participatie enzovoort. Ondanks de samenwerking en afstemming gaan regionale organisaties in de ondersteuning van gemeenten voor een deel elk hun eigen gang vanwege het belang van het onderwerp (bijvoorbeeld sporten, alcoholpreventie). De scholen nemen een wat aparte plaats in. De vijf geïnterviewde scholen waren vooral op de hoogte van hun eigen contacten met de GGD/Iriszorg, niet van alles wat verder in het kader van het project heeft plaatsgevonden. Ook zonder “Ik kies…” hebben scholen gemakkelijk contact met de GGD via JGZ, ZAT en EMOVO. Men is enthousiast over de ondersteuning door de gezonde school adviseurs vanuit de GGD, en de ondersteuning door Iriszorg. De ondersteuning is ‘op maat’, het is leuke, uitdagende ondersteuning. De brede aanpak, inclusief ouderavonden, inhoudelijke en financiële impulsen wordt gewaardeerd.
4.2 Aandachts- en verbeterpunten Als aandachts- en verbeterpunten worden genoemd: De opstartfase heeft veel tijd gekost, ten koste van de uitvoering. Dit vindt men verklaarbaar vanuit de wens om vraaggericht te werken en dus wensen en behoeften ‘op te halen’ bij samenwerkingspartners, maar het vraaggerichte werken had mogelijk effectiever/efficiënter kunnen worden ingezet. Advies is om, wat is opgehaald gedurende deze inventarisatie, zo goed en lang mogelijk ‘uit te nutten’. Er kan beter zichtbaar worden gemaakt wat er nu precíes tot stand is gekomen, op regionale basis (lokaal is dit niet haalbaar). Aanbod in beeld brengen, website? De samenwerking tússen en ook binnen de gemeenten had beter gekund. Dit ligt uiteraard ook aan de gemeenten zelf. Contacten tussen het beleidsterrein preventie en de zorgverzekeraars zijn niet werkelijk verbeterd.
28
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Er is sterk ingezet op leefstijl. De aanpak was niet ‘integraal’ in de zin dat bestuurders en wethouders van alle sectoren (wonen, werken, welzijn…..) betrokken en actief zijn. Het regiocontract kan daarvoor als breekijzer worden benut. Depressiepreventie (o.m. op scholen) is niet werkelijk tot stand gekomen. Scholen Vanuit het project kunnen scholen meer met elkaar in verbinding worden gebracht. Concurrentie staat dit wel in de weg. Laat mensen elkaar helpen. Nu was er meer een-op-een contact tussen GGD-school. Depressiepreventie is voor scholen een lastig onderwerp.
4.3 Vraaggericht werken Het belang van vraaggericht werken wordt unaniem onderschreven (een ‘must’). Het heeft geen zin activiteiten en projecten op te zetten waar het veld of de burgers niet op zit te wachten. Het vraaggerichte werken wordt dan ook als positief ervaren, hoewel het tijd heeft gekost en daarmee de opbrengst van het programma ook wat minder is dan door sommigen werd verwacht. Door de lange aanloop is er wel betrokkenheid verloren gegaan (energie weggevloeid), vindt een van de gesprekspartners. Sommigen menen dat de GGD ook wel wat meer sturend mag zijn m.b.t. belangrijke thema’s, doelgroepen en methodieken. Er is een combinatie nodig van vraag- en aanbod gestuurd. Sommige onderwerpen/doelgroepen verdienen het om extra onder de aandacht te worden gebracht. Er zou een soort menukaart kunnen worden gepresenteerd. Er zijn een aantal adviezen m.b.t. vraaggericht werken: Om concrete vragen/behoeften te kunnen formuleren moeten partners/burgers weten wat er mogelijk is. Het is van belang concreet aan te geven wat de doelstellingen zijn en de mogelijkheden voor ondersteuning, zijn zodat partners gericht kunnen kiezen. Om vraaggericht te kunnen werken kan voor specifieke doelgroepen sociale marketing (onderzoek) worden ingezet of kan worden gekeken naar wat er bekend is over deze doelgroepen. Vraaggericht werken houdt niet op bij de start. Hoe zorg je dat samenwerkingsorganisaties het ook echt oppakken en doorpakken. Dus het gaat niet alleen om de vraag: “Wat wil je (doen) op het terrein van gezonde leefstijl”, maar ook: “Wat heb je daarvoor nodig?” Nagaan waar de energie zit. Breed aanvliegen: gezondheid niet te dominant maken. Bijvoorbeeld ook jongerenraden betrekken bij de inventarisatie (voorbeeld: problematiek van jonge mantelzorgers). Scholen Ja, er was voldoende aandacht voor de specifieke mogelijkheden van scholen, en de lange adem die nodig is. Scholen nemen zelf ‘op maat’ af (ze kiezen de onderwerpen die hen aanspreken). In het VO kunnen veel onderwerpen worden meegenomen in het vak biologie. Vanuit 2 scholen werd opgemerkt dat de GGD zijn licht onder de korenmaat steekt. De GGD steekt veel aandacht in de begeleiding van scholen, maar is dat zichtbaar?
4.4 Breed (bestuurlijk) draagvlak De meningen over het aanwezige draagvlak bij gemeenten waren gematigd positief, ook bij de gemeenten zelf. Bij gemeenten is de noodzaak voor preventie wel doorgedrongen maar “je ziet toch ook weer tegengestelde bewegingen” (bezuinigingen op voorzieningen die van belang zijn voor gezondheid behoud). Er zijn veel ‘verplichte kosten’ die gemeenten sowieso moeten maken (mede als gevolg van de decentralisaties). Wat betreft de breedte van het draagvlak (sector-overstijgend): de gemeente kent nog schotten. Het is bijvoorbeeld de vraag of de accounthouders Welzijn/Participatie op de hoogte zijn van Ik kies: Rivierenland Gezond. Het draagvlak bij de bevraagde instellingen (Iriszorg, Gelderse Sportfederatie, Welzijn) is groot. Men ziet de noodzaak tot samenwerking. De vraag is hóe effectief kan worden samengewerkt. Iemand merkte op dat er bij dergelijke projecten vaak ‘te laag’ wordt ingestoken. Bijvoorbeeld bij de vrijwilliger achter de bar bij de sportkantine aandacht vragen voor gezond aanbod of alcoholbeleid. Een vrijwilliger kan enthousiast zijn, maar uiteindelijk blijken dan vaak andere en belangrijker belangen te spelen. Dus goed nagaan waar zaken geagendeerd moeten worden.
29
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Er blijft altijd een spanningsveld tussen de samenwerking ‘top-down’ of ‘bottom-up’ starten. Beide hebben voor- en nadelen. Er is in dit project bewust voor gekozen niet al bij de start in te steken op bestuurlijke samenwerking.
4.5
Betrokken partijen
In het algemeen vinden de gesprekspartners dat de belangrijkste partijen betrokken zijn geweest. Er zijn wel partijen die in de toekomst nog kunnen worden aangehaakt, bijvoorbeeld Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken, woningbouwverenigingen en sociale wijkteams. De belangrijkste partijen, vindt men, zijn betrokken geweest, en ook ‘op maat’. Bij de avondvierdaagse betrek je bijvoorbeeld andere mensen dan bij een ander evenement of activiteit. Volksgezondheid en Sport, en Volksgezondheid en Welzijn weten elkaar wel goed te vinden, alhoewel het natuurlijk altijd beter kan. Vanuit Welzijn wordt de verbinding met Volksgezondheid (en andersom) op gemeentelijk niveau matig gevonden. Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken zijn veel minder in beeld geweest (dat is ook wel een keuze geweest; er is ook niet op ingezet). Ook: woningbouwverenigingen. Daar is nog winst te behalen. In de toekomst wordt bepleit de relatie te leggen naar sociale wijkteams. Tot nog toe waren die nog sterk bezig met de opbouw. Voor het netwerk aangepast sporten is het van belang MEE in te schakelen. Dit was door o.m. de decentralisaties in de projectperiode minder goed mogelijk. Publiek private samenwerking en samenwerking met de eerste lijn zijn niet uitdrukkelijk aan de orde geweest. In het kader van het creëren van randvoorwaarden had hier meer aandacht voor kunnen zijn, dit is mogelijk een aandachtspunt voor de toekomst. Bij het betrekken van de scholen was meer overleg tussen samenwerkingsorganisaties mogelijk geweest (samenhangend aanbod ontwikkelen).
4.6
SEGV
De focus op sociaal-economische gezondheidsverschillen is voor alle gesprekspartners herkenbaar en noodzakelijk geweest. In hoeverre dit ook tot het gewenste resultaat heeft geleid is moeilijk te zeggen; het blijft lastig om dit goed te doen. De vraag blijft hoe je achterstandsgroepen werkelijk bereikt en resultaten boekt. Hiervoor is integraal beleid nodig. Zo is bijvoorbeeld in een gemeente gekozen voor de inzet van wijkregisseurs, ook om de verbinding te leggen tussen binnen de wijk en buiten de wijk. Het onderwerp ‘gezondheid’ is dan niet leidend, maar kan wel meeliften. In een andere gemeente wordt sterk ingezet op voorschoolse en vroegschoolse educatie (VVE). Samenwerking met o.m. Welzijn is zeer van belang om deze doelgroepen te betrekken. De inzet op achterstandsscholen en gezondheidsmakelaars in achterstandswijken is van groot belang. Men vindt niet dat door de focus op SEGV doelgroepen zijn gemist. Een gesprekspartner merkt op dat er bij professionals soms (onbewuste) (voor)oordelen zijn m.b.t achterstandsgroepen, ook t.a.v. reformatorische groepen. Dit kan een goede benadering van bepaalde doelgroepen in de weg staan. Landelijke organisaties zoals Trimbos doen veel onderzoek naar het bereiken van achterstandsgroepen. Belangrijk om daar gebruik van te maken. Vanuit SEGV-beleid wil je juist die scholen ‘bedienen’ waar nog weinig aandacht voor gezondheid is, maar die hebben ook meer verleiding nodig. Het is van belang cijfers en ervaring op te halen uit de wijken en kernen en deze te bespreken; naar aanleiding daarvan werkgroepen vormen. Scholen De aandacht voor SEGV was voor de deelnemende scholen herkenbaar en belangrijk. Bijvoorbeeld met elkaar voorkomen dat kinderen met 4 jaar al (veel) te dik zijn. Een schrijnend voorbeeld van sociaal-economische (gezondheids)verschillen is dat steeds meer kinderen niet mee kunnen op werkweek of op schoolreisje. Dit valt niet meer – zoals voorheen - op te vangen binnen de reguliere middelen. Wat betreft de Gezonde School Kantine waardeert men het feit dat de ‘lat’ niet te hoog ligt, ook niet voor het VMBO.
4.7
Deelprojecten en hun onderlinge samenhang
Het valt op dat een deel van de gesprekspartners hier weinig zicht op had. De gemeenten nog het meeste. De regionale samenwerkingspartners overzagen m.n. dát deelproject waarbij ze het
30
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
nauwste waren betrokken; de scholen waren niet op de hoogte van de andere deelprojecten dan PO en VO. Eén gemeente vond nadrukkelijk dat er te weinig samenhang tussen de deelprojecten was en weet dit aan het feit dat het ging om regionaal gezondheidsbeleid zonder toegevoegd budget, waarmee de samenhang had kunnen worden bevorderd. Ook een van de gemeentelijke samenwerkingspartners twijfelde aan de samenhang. Gezond in de Wijk was het minst bekend bij de gesprekspartners. Dit kwam ook door de insteek om samenhang bottom-up laten ontstaan Het ‘potje’ voor wijkgericht werken was snel op. Het is goed dat er in sommige gemeenten geld vanuit Gezond in….. bij komt. Er werd voor gepleit niet alleen in te zetten op aangepast sporten maar ook op aangepast bewegen (bijvoorbeeld speeltuinen toegankelijk maken voor kinderen met beperkingen). De samenhang tussen Aangepast Sporten en Gezonde School was goed. Met Gezond in de Wik was er minder samenwerking; dit had ook te maken met de keuzes van doelgroepen.
4.8
Regionaal en lokaal
Hier werd ook gevraagd naar de mate waarin voldoende werd ingespeeld op de wensen van de gemeenten. Hier was men i.h.a. positief over. De coördinerende rol van de GGD werd positief gewaardeerd en er is bij de GGD voldoende ruimte voor kritiek en op- en aanmerkingen. Over het geheel genomen was de terugkoppeling naar gemeenten voldoende. Het is goed om gemeenten steeds actief te informeren over en te betrekken bij de stand van zaken, bijvoorbeeld met een mailtje of belletje tussendoor. Hiermee ontstaat ook enthousiasme en gedeeld eigenaarschap. Communicatie blijft van twee kanten een aandachtspunt, een kwestie van halen en brengen. In het AOVR kan mogelijk af en toe een ‘koersbijeenkomst’ worden georganiseerd. Daaraan hoeven niet alle gemeenten mee te doen, maar bijvoorbeeld een grote, een middelgrote en een kleinere gemeente. Met de benen op tafel van gedachten wisselen over de juiste koers. Gemeenten moeten “er van zijn”, en het programma moet ook van de gemeenten zijn. De GGD had zich hierin wat steviger mogen neerzetten/profileren, ook in het een beroep doen op de gemeenten. Het was duidelijk dat de ambitie was om een goede relatie te leggen tussen regionaal en lokaal, maar dit zit nog niet helemaal in het systeem. Er wordt bepleit om regionaal te doen wat regionaal kan/moet, en de rest plaatselijk in te steken. Het wordt snel te groot en te traag. Wijkprofielen zijn interessant om vervolgacties op te baseren. Lokale aanpak is van belang.
4.9
Rol en bijdrage gemeenten
Gevraagd werd naar geboden randvoorwaarden, politieke steun, communicatie, enzovoort. Al met al is men hier niet ontevreden over, gelet ook op de beperkte mogelijkheden. Afspraken zijn nagekomen. Het is óók lastig, zo erkennen de bevraagde ambtenaren. Iedereen ‘is en doet druk’. Gemeenten denken mogelijk (te) snel dat het allemaal toch wel doorloopt. De GGD mag gericht om inzet van gemeenten vragen op de genoemde punten. Uiteindelijk zijn de GGD-mensen ‘externe collega’s’. Er zijn veel mogelijkheden bij gemeenten waar gebruik van kan worden gemaakt. Gemeenten zouden op lokaal niveau verbinding moeten leggen tussen ‘potjes’. Dit blijkt soms onvoldoende mogelijk (binnen gemeenten bestaan ook schotten). Samenwerkingspartners en scholen geven aan geen (goed) zicht te hebben op de rol en de bijdrage vanuit de gemeenten.
4.10 Infrastructuur en continuïteit Men onderschrijft de noodzaak een stevige infrastructuur te ontwikkelen en continuïteit te bewaken. Ook door mensen voor langere tijd in te zetten. Juist op dit vlak wordt de rol van de GGD gewaardeerd. Het is van belang om ambtenaren Volksgezondheid én Sport te betrekken. Dit blijft kwetsbaar door bijvoorbeeld personele wisselingen. Bij ziekte worden medewerkers van de gemeente soms niet vervangen. Of wisselingen worden met inhuur opgevangen, zonder dat de opdrachtnemer goed wordt aangesloten bij wat er al is. Gemeenten moeten zeker inzetten op infrastructuur en continuïteit, maar de intergemeentelijke afstemming loopt nu vooral (eigenlijk alleen) via de ambtenaren.
31
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Binnen gemeenten vinden vaak korte projecten plaats. De gezondheidsmakelaars leggen wel op een goede manier verbinding, zoals met ‘Welzijn op recept’. Bij samenwerkingsorganisaties vinden regelmatig grootscheepse bezuinigingen en reorganisaties plaats. Ook dit is van invloed op de continuïteit. Borging van aangepast sporten is nog lastig. Scholen Schooldirecteur: “Ik doe dit niet voor even!” Regelmatig met scholen in gesprek blijven over hoe het gaat. Taakuren worden voortgezet. Kantine, watertappunten zijn structureel.
4.11 Communicatie, logo en beeldmerk Het belang dat wordt toegekend aan regionale en lokale communicatie van de naam en het logo verschilt. Gemeenten en ook de regionale/gemeentelijke samenwerkingspartners vinden het in het algemeen wel belangrijk dat er op regionaal niveau wordt gecommuniceerd en dat er een beeldmerk is. Het is van belang om het beeldmerk ook actief te implementeren, anders is het weggegooid geld. Door de grote diversiteit aan activiteiten is het lastig om er echt iets van te maken (er passen zulke verschillende activiteiten onder dat men de samenhang niet ziet). Er zijn een aantal vragen: Is de centrale doelstelling van het programma helder genoeg? Is de slogan pakkend genoeg, moet er een beestje of figuurtje bij? Goed dat ook de vertaling naar lokaal wordt gemaakt, bijvoorbeeld “Ik kies: Zaltbommel Gezond”. Leuk en vrolijk, al kostte het veel tijd. Mooie overzichten (posters) van de activiteiten per gemeente. Scholen De scholen kennen i.h.a. het beeldmerk niet (zelfs nauwelijks de naam “Ik kies: …………..Gezond”). Eén directeur wel, en deze vond het ook belangrijk. Iemand vroeg zich af hoe de rol van de GGD zich verhoudt tot de rol van de gemeente, richting scholen.
4.12 Overige onderwerpen Een paar mensen raadden aan niet spreken van ‘project’, maar van ‘programma’. Een project veronderstelt iets met een afgebakende scope en een beperkte looptijd. “IKRG” bestrijkt een breed aandachtsgebied en er zijn veel doelgroepen en settings betrokken. Het gaat om een meerjarige aanpak dat een voorganger kende en wellicht ook een vervolg krijgt. Er is veel waardering voor de inzet van Gezonde School adviseurs en de gezondheidsmakelaars, waardoor ook de slag naar lokaal wordt gemaakt. De gemeenten en de GGD moeten meer de wijk in. Algemeen over de werkwijze van de GGD: de GGD heeft sterke kanten die niet altijd ten volle worden ingezet en duidelijk gemaakt. Bijvoorbeeld: betrouwbare gegevens en informatie. De coördinatie van projecten zoals “Ik kies: Rivierenland Gezond” hoort overigens volgens deze gesprekspartner nadrukkelijk óók tot de kerntaken van de GGD, juist ook om de samenhang tussen alle gemeenten en kernen te bewaken. Een paar gemeenteambtenaren meenden dat de GGD wat stelliger mag zijn, zich sterker mag profileren en minder vrijblijvend kan adviseren. Provinciale gelden zullen eerder worden toegekend wanneer er samenwerking tussen gemeenten is; hier in de toekomst op inzetten. Het is goed om het onderwerp gezondheid via sport en bewegen ‘aan te vliegen’. De GGD kan scholen helpen/adviseren met subsidie aanvragen, en doet dit deels ook al.
5.
Conclusies en aanbevelingen
In voorgaand hoofdstuk zijn de opvattingen van gesprekspartners weergegeven, gegroepeerd naar de gespreksonderwerpen die aan hen zijn voorgelegd. Daar zitten positieve opmerkingen bij, kanttekeningen en adviezen. Hieronder volgen de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van de onderzoeker.
32
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Er is breed waardering voor het programma Ik kies: Rivierenland Gezond en voor de inzet vanuit – in het bijzonder – de GGD, en andere betrokken (regionale) organisaties. De mening over de impact van het programma wisselt. Gemeenten en regionale samenwerkingspartners zijn overwegend van mening dat er meer samenwerking is en dat partijen uit verschillende sectoren elkaar beter weten te vinden. Er is echter (nog) niet helemaal sprake van 2 een breed gedragen, integrale aanpak, waarbij onder integraal wordt verstaan : 1. Intersectoraal – meerdere sectoren betrokken (ook ruimtelijke ordening, private partijen, economische zaken, .....); 2. College-breed gedragen (deze definitie wordt in een BiZa handreiking over integraal werken gehanteerd); 3. Houdt rekening met de mens in de eigen context (aanbod dichtbij, omvormen van de fysieke en sociale omgeving). Dit houdt ook in: rekening houden met het feit dat gezondheid een middel is en (voor velen) geen doel op zichzelf; 4. Verbindt meerdere (leefstijl)thema’s met elkaar (voeding en bewegen, alcohol en roken, opvoeding en aanpak overgewicht bij kinderen) 5. Niet één interventie, maar een samenhangend aanbod van voorlichting, voorzieningen en maatregelen (multi-bullet). 6. Proactieve insteek (problemen voorkomen i.p.v. oplossen). Op een aantal criteria heeft het project IKRG hier stappen gemaakt, op een aantal andere minder, zoals college-breed draagvlak en het rekening houden met de mens in zijn/haar context. De college-brede Hierbij heeft waarschijnlijk meegespeeld dat de aanloopperiode naar verhouding lang is geweest. Dat is wel een investering in een stevige basis geweest, maar heeft de tijd om te ‘oefenen’ met daadwerkelijke samenwerking in de uitvoering korter gemaakt. De GGD mag nog meer op samenwerking sturen. Scholen hebben baat gehad bij de 'op maat’ ondersteuning door de medewerker van de GGD, die fungeerde als ‘critical friend’ en als voortgangsbewaker. Hierbij was sprake van een een-op-een relatie tussen de accounthouder van de school en de GGD-medewerker; er is in het kader van het programma geen samenwerking tussen scholen ontstaan of tussen scholen en andere organisaties in de wijk. Een schooldirecteur suggereerde een soort ‘zwaan-kleef-aan’ aanpak, waarbij en school die al wat verder is weer een andere school op weg helpt. Onderdeel van vraaggericht werken is organiseren dat partijen het ook echt oppakken en doorpakken. Dus het gaat niet alleen om de vraag: “Wat wil je (doen)”, maar ook: “Wat heb je daarvoor nodig?” Door een van de gesprekspartners zijn – naast de huidige thema’s - een aantal mogelijke thema’s voor vervolg genoemd: langer zelfstandig thuiswonende ouderen jonge mantelzorgers Ondersteuning LVB
Dit zijn WMO-thema’s die mogelijk buiten de scope van een programma als IKRG vallen, maar in het kader van een integrale aanpak kunnen ze wel als insteek worden gebruikt. Dit verdient overweging. Wat betreft het proces pleit men ervoor de gezondheidsmakelaars te handhaven en goed te benutten. De samenwerking tussen Indigo en Iriszorg is een goed voorbeeld van een regionaal project.
2
Gedestilleerd uit omschrijvingen van integrale programma’s (Centrum Gezond Leven, EPODE, Nationaal Kompas enzovoort). Nicolette Warmenhoven januari 2015
33
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Bijlage Geïnterviewde personen Deelprojectleiders: Anja Ton (GGD), deelproject Gezonde School PO Irmgard Leferink (GGD), deelproject Gezonde School VO en ROC Eline Dekker (GGD), deelproject Gezondheid in de Wijk Lucia Dijkstra, (GSF), deelproject Gezonde Sportvereniging/Aangepast Sporten Samenwerkingspartners: Marja van Toorn, gemeente Tiel Jessica Aarnink, gemeente Zaltbommel Maaike Seure, gemeente Neder-Betuwe Inge Frederiks-Boland, Iriszorg Larissa Lentjes, GSF Jeanette Arends, Welzijn Buren Marianne v/d Schee, Julianaschool Culemborg (SO) Elly Rouwenhorst, D'n Bogerd Geldermalsen (PO) Theo Jeninga, School met de Bijbel Herwijnen (PO) Thomas van der Linden, Lingeborgh Geldermalsen (VO) Siska Galama-van der Kooi, Helicon Kesteren (VO)
34
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
Bijlage 4: Resultaten Gezonde school aanpak In totaal is met 100 van alle 164 scholen (61%) in de regio contact geweest over het werken aan gezondheid op school. Bij de start van het project is een selectie gemaakt op basis van landelijke weegfactoren voor het onderwijs en signalen vanuit de afdeling Jeugdgezondheidszorg binnen de GGD. Vanuit een toenemende vraag is er gedurende het project voor gekozen om ook in te zetten op niet-geselecteerde scholen waar energie aanwezig was om aan gezondheid te werken. Er is een preventieve infrastructuur ontstaan op scholen en in de gemeenten. Deze is opgestart vanuit het project, maar geborgd in de reguliere uren van de GGD. Gezonde School Van de 139 scholen in het primair onderwijs in de regio Rivierenland is met 62 scholen (45%) contact over het werken aan gezondheid op school. Op 49 scholen (35%) wordt structureel gewerkt aan gezondheid en op 52 scholen (37%) gebeurt dat volgens de integrale aanpak van de Gezonde School methodiek. In het primair onderwijs zijn inmiddels 5 scholen die een vignet Gezonde School hebben behaald. De meeste scholen besteden aandacht aan het thema voeding (33%), gevolgd door de thema’s bewegen (31%) en sociale veiligheid en welbevinden (23%). Van de 17 scholen in het voortgezet onderwijs is met 16 scholen contact over het werken aan gezondheid op school. Hiervan werken 13 scholen (76%) volgens de integrale aanpak van de Gezonde School methodiek en gebeurt dat op 11 scholen (65%). In het voortgezet onderwijs zijn nog geen scholen met een vignet. De meeste scholen besteden aandacht aan de thema’s voeding en roken en alcohol (beiden 82%). Hierna volgt het thema relaties en seksualiteit (59%) en het thema sport en bewegen (47%). Op het speciaal onderwijs is met alle 8 scholen contact over het werken aan gezondheid op school. Op 6 scholen (75%) wordt gewerkt volgens de integrale aanpak vanuit de Gezonde School methodiek en op 3 scholen (38%) heeft het werken aan gezondheid een structureel karakter. Er zijn 3 scholen (38%) die een vignet Gezonde School hebben behaald. De thema’s voeding en sport en bewegen krijgen de meeste aandacht (75%), gevolgd door het thema sociale veiligheid en welbevinden (50%).
PO Totaal aantal scholen Aantal geselecteerde scholen Aantal begeleidde scholen Structureel* Integraal** Vignet Voeding Sport en bewegen Sociale veiligheid en welbevinden Hygiëne, huid en gebit Roken, alcohol en drugspreventie Relaties en seksualiteit Fysieke veiligheid Milieu Mediawijsheid
35
VO / ROC
SO
Totaal
Aantal 139 59
Perc. 100% 42%
Aantal 17 10
Perc. 100% 59%
Aantal 8 8
Perc. 100% 100%
Aantal 164 77
Perc. 100% 47%
76
55%
16
94%
8
100%
100
61%
52 51 5 48 43 32
37% 37% 4% 35% 31% 23%
11 13 0 14 8 6
65% 76% 0% 82% 47% 35%
3 6 3 6 6 4
38% 75% 38% 75% 75% 50%
66 70 8 68 57 42
40% 43% 5% 41% 35% 26%
6 3
4% 2%
n.v.t. 14
n.v.t. 82%
1 1
13% 13%
7 18
4% 11%
11 1 3 10
8% 1% 2% 7%
10 0 0 1
59% 0% 0% 6%
2 0 0 2
25% 0% 0% 25%
23 1 3 13
14% 1% 2% 8%
Eindrapport ‘Ik kies. Rivierenland Gezond’
*Met structureel wordt bedoeld dat er op een school structureel wordt gewerkt aan gezondheid en dit niet beperkt blijft tot eenmalige activiteiten. **Met integraal wordt bedoeld dat een school op meerdere pijlers (signaleren/doorverwijzen, educatie, omgeving en beleid) van de Gezonde School methode werkt aan een gezondheidsthema.
36