Evaluatie directeur op basis van de functiebeschrijving. Afdeling Onderwijsorganisatie en -personeel

Evaluatie directeur op basis van de functiebeschrijving Afdeling Onderwijsorganisatie en -personeel

Geschiedenis GO!  evaluatie steeds bestaan  KB 22 maart 1969 (Rijksonderwijs): beoordeling alle personeelsleden behalve directeurs  DRP 27 maart 1991  evaluatie personeelsleden behalve directeurs  beoordeling tijdelijken  vanaf september 1999: ook beoordeling waarnemend aangestelde directies

-1998: introductie FB + EVA  uitgangspunt  toepassing in alle netten - Evaluatie op basis van functiebeschrijving

Van toepassing op wervingsambten en selectie- en bevorderingsambten

BASISPRINCIPES

1. Functiebeschrijving (FB): voor wie? Elk personeelslid:  aangesteld voor >104 dagen: verplicht  aangesteld voor ≤104 dagen: mogelijk  met functiebeschrijving: moet minstens eens om de 4 schooljaren geëvalueerd worden

2. Algemene afspraken  algemene afspraken over FB en evaluatie: onderhandeling met vakorganisaties  niveau SGE (voor scholen van SGE) of SGR  in afwachting van een eventuele wijziging van de regelgeving, is dit voor het GO! het TOC van de SGR

3. Wie evalueert?  RvB bevoegd voor opstellen FB, begeleiding en evaluatie van directeurs delegatie mogelijk  kwaliteitsbewaking door collegiaal orgaan (geen 1ste en 2de evaluator zoals bij WA)

 begeleiden en coachen is belangrijkste taak van de evaluator (functioneringsgesprekken)  opleiding is aangewezen voor evaluatoren (opgenomen in regelgeving)

4. Functiebeschrijving  FB = geïndividualiseerd  wordt vastgelegd door evaluator en personeelslid  rekening houden met arbeidsreglement en algemene afspraken  apart voor elk ambt en elke instelling  bij onenigheid beslist raad van bestuur (alle partijen worden gehoord)

 RvB ondertekent FB  directeur ondertekent voor kennisname  kan enkel worden gewijzigd: - n.a.v. afspraken tijdens functioneringsgesprekken - na een evaluatie - bij belangrijke wijziging opdracht van personeelslid, na onderling overleg

5. Procedure (vooraf: onderhandelen over algemene afspraken en instellingsgebonden afspraken)

3 stappen:  Gesprek waarin de FB vastgelegd wordt (planningsgesprek)  Functioneringsgesprek  Evaluatiegesprek

6. EVALUATIE EN EVALUATIEVERSLAG →

→

Evaluatiegesprek resulteert in een evaluatieverslag: beschrijving van het functioneren vertrekkend van de FB. RvB tekent en dateert. Directeur tekent voor kennisname. Kopie wordt bezorgd aan personeelslid

→ verslag: altijd eindconclusie → Eindconclusie ‘onvoldoende’? Beroepsmogelijkheid vermelden (zoniet nietig).

7 EVALUATIE MET EINDCONCLUSIE ‘ONVOLDOENDE’ – BEROEPSMOGELIJKHEID →

Eindconclusie ‘onvoldoende’  beroepsmogelijkheid moet uitdrukkelijk vermeld worden in het evaluatieverslag ‘onvoldoende’.

→

Beroep mogelijk bij het college van beroep: binnen 20 kalenderdagen na overhandigen evaluatie ‘onvoldoende’ Beroep is opschortend. College kan conclusie vernietigen. Vernietigde evaluatie: geen verdere gevolgen.

→ → →

8. NA ‘ONVOLDOENDE’  NIEUWE EVALUATIE

→

Eindconclusie ‘onvoldoende’ die niet tot ontslag geleid heeft: het personeelslid moet opnieuw geëvalueerd worden.

→

2de evaluatie moet slaan op een periode van tenminste 12 maanden effectieve prestaties sinds de vorige evaluatie.

→

Start van deze periode is de voorlegging van het 1ste evaluatieverslag.

Schematisch overzicht gevolgen definitieve evaluatie ‘onvoldoende’ Categorie

Specifieke situatie

Gevolgen één evaluatie met eindconclusie ‘onvoldoende’

Gevolgen twee opeenvolgende of drie definitieve evaluaties met eindconclusie ‘onvoldoende’

Tijdelijke aanstelling van bepaalde duur (TABD)

Tijdelijke aanstelling van bepaalde duur wervingsambt.

- Ontslag in dat ambt en in die instelling.

/

- Gepresteerde diensten binnen de instelling en binnen het ambt van ontslag komen niet meer in aanmerking voor de berekening van het TADDrecht. - Diensten gepresteerd in andere instellingen van de scholengroep in het ambt van ontslag kunnen niet aangewend worden om het recht op TADD in te roepen in de instelling van ontslag.

Vast benoemd personeelslid met verlof ‘tijdelijk andere opdracht’ (TAO).


Waarnemende aanstelling selectie- of bevorderingsambt.


/

- Einde verlof TAO. - Terugkeer naar betrekking waarvan personeelslid titularis was.

- Terugkeer naar vorig ambt indien het personeelslid daarin vast benoemd was.

/

Categorie

Specifieke situatie



Tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD)

TADD.

Geen uitbreiding TADD in dat ambt en in die instelling tot aan nieuwe evaluatie (na minimum twaalf maanden).

- Ontslag (en verlies van recht op TADD) in dat ambt en in die instelling. - Gepresteerde diensten binnen de instelling en binnen het ambt van ontslag komen niet meer in aanmerking voor de berekening van het TADD-recht. - Diensten gepresteerd in andere instellingen van de scholengroep in het ambt van ontslag kunnen niet aangewend worden om het recht op TADD in te roepen in de instelling van ontslag.

Categorie

Specifieke situatie



Vaste benoeming

Vaste benoeming

Geen uitbreiding vaste benoeming tot aan nieuwe evaluatie (na minimum twaalf maanden en indien niet opnieuw eindconclusie ‘onvoldoende’).

- Ontslag in dat ambt en in die instelling. - Recht op opzeggingstermijn. - Gepresteerde diensten binnen de instelling en binnen het ambt van ontslag komen niet meer in aanmerking voor de berekening van het TADD-recht. - Diensten gepresteerd in andere instellingen van de scholengroep in het ambt van ontslag kunnen niet aangewend worden om het recht op TADD in te roepen in de instelling van ontslag.

Categorie

Specifieke situatie



Vast benoemd personeelslid in selectie- of bevorderingsambt

Vast benoemd personeelslid in selectie- of bevorderingsambt.

Inrichtende macht kan, indien het personeelslid onderliggend benoemd is, ingrijpen door het personeelslid uit zijn ambt te ver-wijderen en ter beschikking te stellen in het ambt waarin het voorheen vast benoemd was (TBS/OB tot nieuwe affectatieplaats is toegewezen).

Indien niet ingegrepen na eerste evaluatie met eindconclusie ‘onvoldoende’. - Ontslag in dat ambt en in die instelling. - Recht op opzeggingstermijn.

Categorie

Specifieke situatie



Mandaat algemeen directeur of coördinerend directeur

Voorheen geen vaste benoeming.

Ontslag.

/

Vast benoemd personeelslid met verlof VUM.

- Ontheffing uit mandaat.

/

- Einde verlof VUM. - Terugkeer naar betrekking waarvan personeelslid titularis was.

Mandaathouder CLB

Voorheen geen vaste benoeming.

Ontslag.

/

Voorheen vaste benoeming.

- Inrichtende macht kan ingrijpen door het personeelslid uit zijn mandaat te ontheffen en ter beschikking te stellen in het ambt waarin het onderliggend vast benoemd was.

Indien niet ingegrepen na eerste evaluatie met eindconclusie ‘onvoldoende’.

- Het personeelslid zal via reaffectatie of wedertewerkstelling een andere opdracht kunnen opnemen binnen een instelling van de inrichtende macht of de scholengemeenschap.

- Ontslag in dat ambt en in die instelling. - Recht op opzeggingstermijn.

Stellingen workshop 1. De evaluatie van de directeurs door de raad van bestuur wordt beter gedelegeerd naar de algemeen directeur. 2. Een bottom-upevaluatie moet een cruciaal onderdeel vormen van de evaluatie van een directeur, coördinerend directeur en algemeen directeur. 3. De coördinerend directeur kan conform de regelgeving niet worden ingezet in het evaluatieproces van directeur. Of kan hij/zij toch een rol hebben?

Documentatie  DRP van 27/03/1991 vnl. hoofdstuk VIII bis en ter  OZ met kenmerk PERS/2007/09

Contactgegevens Afdeling Onderwijsorganisatie en- personeel Algemene vragen  Lise Vandecan [email protected]

 02-79 09 501

Vragen ivm dreigende evaluatie ‘onvoldoende’  Herman Taels [email protected]

 02-79 09 352

Evaluatie directeur op basis van de functiebeschrijving. Afdeling Onderwijsorganisatie en -personeel

Recommend Documents