NL
EUROPESE VEILIGHEIDSSTRATEGIE EEN VEILIGER EUROPA IN EEN BETERE WERELD
EUROPESE VEILIGHEIDSSTRATEGIE EEN VEILIGER EUROPA IN EEN BETERE WERELD RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Noot De inhoud van deze brochure, die door het secretariaat-generaal van de Raad is opgesteld, is niet bindend voor de instellingen van de Europese Unie noch voor de lidstaten. Meer informatie is te verkrijgen bij directoraat-generaal F, eenheid Communicatie, dienst Voorlichting, op het volgende adres: Secretariaat-generaal van de Raad Wetstraat 175 1048 Brussel BELGIË Fax Internet
+32 22814977 www.consilium.europa.eu/infopublic
Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op internet via de Europaserver (www.europa.eu). Bibliografische gegevens bevinden zich aan het einde van deze publicatie. Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2009 ISBN 978-92-824-2429-2 doi: 10.2860/16058 © Europese Gemeenschappen, 2009 Overneming met bronvermelding toegestaan Printed in Belgium GEDRUKT OP CHLOORVRIJ GEBLEEKT PAPIER
Woord vooraf
De in december 2003 aangenomen Europese veiligheidsstrategie is een mijlpaal in de ontwikkeling van het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU. Voor het eerst was er binnen de EU een akkoord over een gemeenschappelijke dreigingsevaluatie en over duidelijke doelstellingen voor het verdedigen van de Europese veiligheidsbelangen, op basis van gedeelde waarden. Het Europese streven kon niet beter worden verwoord dan met de titel van de strategie: „Een veiliger Europa in een betere wereld” — het uiteindelijke doel van de Europese maatregelen. Vijf jaar later, in december 2008, heb ik op basis van een mandaat van de staatshoofden en regeringsleiders een verslag over de toepassing van de Europese veiligheidsstrategie voorgelegd aan de Europese Raad. In dat verslag — dat in samenwerking met de Europese Commissie is opgesteld en de titel „Veiligheid in een veranderende wereld” draagt — wordt nagegaan hoe de strategie in de praktijk heeft gewerkt, en op welke manier de toepassing ervan moet worden verbeterd. De staatshoofden en regeringsleiders hebben ingestemd met de analyse die in het verslag is gemaakt. Zoals u ziet, is er op korte tijd veel verwezenlijkt. Dit mag echter geen reden zijn voor zelfgenoegzaamheid. De uitdagingen waarvoor wij staan in een snel veranderende wereld, blijven talrijk en complex. Ik ben ervan overtuigd dat Europa ook deze uitdagingen zal aangaan, zoals het dat in het verleden heeft gedaan.
Javier Solana Secretaris-generaal van de Raad van de EU/hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid
Fototitels Blz. 3 Blz. 10 Blz. 15 Blz. 17 Blz. 25 Blz. 28 Blz. 38 Blz. 43
Raad van de EU — © Europese Gemeenschappen Raad van de EU — © Europese Gemeenschappen © EC/ECHO/Adriaan Sullivan EULEX Kosovo © Europese Gemeenschappen EUMM Georgia Raad van de EU — © Europese Gemeenschappen © Europese Gemeenschappen
Inhoudsopgave
Woord vooraf
3
VERSLAG OVER DE TOEPASSING VAN DE EUROPESE VEILIGHEIDSSTRATEGIE — Veiligheid in een veranderende wereld
7
EEN VEILIGER EUROPA IN EEN BETERE WERELD — Europese veiligheidsstrategie
27
VERSLAG OVER DE TOEPASSING VAN DE EUROPESE VEILIGHEIDSSTRATEGIE
Veiligheid in een veranderende wereld
Samenvatting Vijf jaar na de vaststelling van de Europese veiligheidsstrategie heeft de Europese Unie grotere verantwoordelijkheden dan ooit tevoren. De EU blijft een plechtanker van stabiliteit. De uitbreiding heeft ons continent democratie en voorspoed gebracht. De Balkan verandert ten goede. Ons nabuurschapsbeleid vormt een stevig kader voor de betrekkingen met de partners in het zuiden en het oosten, en heeft nu met de Unie voor het Middellandse-Zeegebied en het oostelijk partnerschap een nieuwe dimensie gekregen. Sedert 2003 heeft de EU ten aanzien van crisissen en conflicten, bijvoorbeeld in Afghanistan en Georgië, steeds vaker een rol van betekenis gespeeld. Toch ziet Europa zich twintig jaar na de koude oorlog voor steeds complexere gevaren en uitdagingen geplaatst. De conflicten in het Midden-Oosten en elders in de wereld blijven onopgelost, nieuwe conflicten zijn ontstaan, zelfs in nabije gebieden. Falende staten leiden tot criminaliteit, illegale immigratie, en nu ook piraterij; zij tasten onze veiligheid aan. Terrorisme en georganiseerde misdaad hebben nieuwe dreigingen, tot in onze eigen samenleving, doen ontstaan. Iran heeft grote vorderingen gemaakt met zijn kernprogramma, dat een gevaar vormt voor de stabiliteit in de regio en voor het hele non-proliferatiesysteem.
8
De mondialisering heeft nieuwe kansen gebracht. De groei in de opkomende landen, met China op kop, heeft miljoenen mensen uit de armoede getild. De mondialisering heeft echter ook geleid tot een grotere complexiteit en verwevenheid van de gevaren. De levensaders van onze samenleving, zoals informatiesystemen en energievoorziening, zijn kwetsbaarder geworden. De opwarming van de aarde en de achteruitgang van het milieu veranderen het aanzien van de planeet. De mondialisering versnelt voorts het proces van machtsverschuiving en brengt verschillen in waardepatronen aan het licht. Ontwikkelde en ontwikkelingseconomieën zijn door de recente financiële beroering evenzeer getroffen. Europa zal deze nieuwe uitdagingen aangaan, zoals het dat steeds heeft gedaan. Met behulp van een uniek instrumentarium draagt Europa al bij tot een veiliger wereld. Het heeft meegebouwd aan zekerheid voor de mensen, door armoede en ongelijkheid terug te dringen, goed bestuur en mensenrechten te bevorderen, te helpen bij ontwikkeling, en conflicten en onveiligheid bij de wortel aan te pakken. De EU blijft de voornaamste donor van behoeftige landen. Wil zij duurzame stabiliteit bewerkstelligen, dan moet zij langlopende verplichtingen aangaan. Het afgelopen decennium heeft het Europees veiligheids- en defensiebeleid, dat een integrerend deel vormt van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, aan ervaring en vermogen gewonnen, met ruim twintig missies in crisisgebieden, uiteenlopend van vredesopbouw na de tsunami in Atjeh tot de bescherming van vluchtelingen in Tsjaad. Europa heeft dit te danken aan zijn geheel eigen aanpak inzake buitenlands en veiligheidsbeleid. Het kan zich echter geen zelfgenoegzaamheid veroorloven. Om zijn veiligheid te verzekeren en de verwachtingen van de burgers in te lossen, moet het de gebeurtenissen mede willen bepalen. Dit houdt in dat het strategischer moet gaan denken, en zich in de wereld daadkrachtiger en zichtbaarder moet opstellen. Europa bereikt vooral resultaten door een tijdig en coherent optreden, met inzet van zijn beste talenten en gesteund door de bevolking.
9
Conflicten kunnen alleen duurzaam worden opgelost als alle regionale partijen met een gemeenschappelijk belang bij vrede, worden ingeschakeld. Soevereine regeringen moeten de verantwoordelijkheid voor hun daden op zich nemen, en moeten samen de verantwoordelijkheid dragen voor de bescherming van de mensen tegen genocide, oorlogsmisdaden, etnische zuiveringen en misdrijven tegen de menselijkheid. Steeds zullen de staten de grondbeginselen van het VN-handvest en de beginselen en verbintenissen van de OVSE in acht moeten nemen. Duidelijk moet zijn dat met betrekking tot de soevereiniteit, onafhankelijkheid en territoriale integriteit van staten en het vreedzaam oplossen van geschillen niet te marchanderen valt. Het uiten van bedreigingen of het gebruik van militair geweld om territoriale geschillen te beslechten kan niet, kan nergens worden toegestaan. In mondiaal verband moet Europa het voortouw nemen bij het herstellen van de multilaterale orde. De VN vormen de top van het internationale bestel. Al hetgeen de EU op veiligheidsgebied heeft ondernomen is gekoppeld aan de doelstellingen van de VN. Er biedt zich nu een uitzonderlijke gelegenheid aan om, samen met de Verenigde Staten en onze partners elders in de wereld, het multilateralisme nieuw leven in te blazen Voor Europa blijft het trans-Atlantische partnerschap, met zijn gedeelde geschiedenis en verantwoordelijkheden, een onvervangbaar fundament. Ten behoeve van een betere gezamenlijke crisisbeheersing moeten de EU en de NAVO hun strategisch partnerschap verdiepen. De EU heeft de laatste vijf jaar grote voortgang gemaakt. Zij wordt erkend als een belangrijke facilitator van een betere wereldordening. Ondanks alle prestaties is de EVS nog steeds in opbouw. Volledige benutting van het potentieel vereist nog meer slagkracht, coherentie en actie.
Inleiding
De Europese Raad heeft in december 2003 de Europese veiligheidsstrategie (EVS) aangenomen. Voor het eerst heeft hij beginselen en duidelijke doelstellingen bepaald voor het verdedigen van de veiligheidsbelangen van de EU op basis van gemeenschappelijke waarden. Het betreft een totaalstrategie die nog steeds volledig relevant is. De EVS zal door dit verslag niet worden vervangen, maar versterkt. Er zal worden bekeken hoe zij in de praktijk heeft gewerkt, en hoe de toepassing kan worden verbeterd.
Javier Solana, hoge vertegenwoordiger van de EU, Sharif Sheikh Ahmed, president van Somalië, en Ban Ki-moon, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, tijdens de gezamenlijke conferentie van de Verenigde Naties, de Europese Unie en de Afrikaanse Unie over Somalië, in april 2009 te Brussel.
I. Wereldwijde uitdagingen en grote bedreigingen
In de EVS is een hele reeks bedreigingen en uitdagingen ten aanzien van onze veiligheidsbelangen in kaart gebracht. Vandaag, vijf jaar later, zijn zij nog steeds aanwezig: soms prominenter, en steeds complexer.
Verspreiding van massavernietigingswapens Proliferatie onder staten en terroristen werd in de EVS als „potentieel de belangrijkste bedreiging van onze veiligheid” bestempeld. Het risico is de afgelopen vijf jaar toegenomen, en zet het multilaterale bestel onder druk. Libië heeft zijn MVW-programma beëindigd, maar Iran en ook Noord-Korea moeten nog het vertrouwen van de internationale gemeenschap winnen. Ook het feit dat de civiele kernenergie de komende decennia waarschijnlijk een nieuwe bloei zal doormaken, houdt gevaren in voor het non-proliferatiebestel, als niet de juiste flankerende beschermingsmaatregelen worden getroffen. De EU heeft, op basis van de MVW-strategie uit 2003, een zeer actieve rol gespeeld in multilaterale gremia, en stond in de voorste linie van de internationale actie in verband met het Iraanse kernprogramma. In de strategie ligt de klemtoon op preventief optreden tegen proliferatie, via de VN en multilaterale overeenkomsten, in de rol van belangrijke donor, en door samenwerking met derde landen en regionale organisaties ter versterking van hun proliferatiepreventiecapaciteit. Deze aanpak moet worden voortgezet, met politieke en financiële actie. Van cruciaal belang is dat de toetsingsconferentie van het non-proliferatieverdrag in 2010, waar met name de non-proliferatieregeling moet worden aangescherpt, succes oplevert. Wij zullen ernaar streven dat deze conferentie op een evenwichtige, effectieve en concrete wijze onder-
12
zoekt hoe de internationale inspanningen tegen proliferatie kunnen worden opgevoerd, verder kan worden ontwapend, en hoe ervoor kan worden gezorgd dat een vreedzaam gebruik van kernenergie, door landen die dat wensen, op verantwoorde wijze tot stand komt. Ook op deelgebieden is er werk aan de winkel: steun van de EU voor een multilaterale benadering van de splijtstofcyclus; het tegengaan van proliferatiefinanciering; bioveiligheid en -beveiliging; het indammen van de verspreiding van afvuursystemen, met name ballistische raketten. Er zouden onderhandelingen moeten worden geopend over een multilateraal verdrag houdend verbod op de productie van splijtstof voor kernwapens.
Terrorisme en georganiseerde misdaad Het terrorisme, binnen en buiten Europa, blijft een grote bedreiging voor onze leefwereld. In Madrid en Londen zijn aanslagen gepleegd, er zijn aanslagen verijdeld, en groeperingen van eigen bodem worden steeds actiever op ons continent. Onze samenleving blijft blootstaan aan de georganiseerde misdaad, waaronder drugshandel, mensensmokkel, wapenhandel, in combinatie met internationale fraude en witwaspraktijken. De EU heeft sinds 2003 op beide fronten vooruitgang geboekt, met extra maatregelen binnen de Unie in het kader van het Haags programma van 2004, en een nieuwe strategie voor de externe dimensie van Justitie en Binnenlandse Zaken in 2005. Grensoverschrijdende recherche en gecoördineerde strafvervolging zijn aldus gemakkelijker geworden. De terrorismebestrijdingsstrategie van de EU, eveneens uit 2005, berust op de mensenrechten en het internationaal recht. Zij behelst een viersporenaanpak: preventie van radicalisering en rekrutering en de onderliggende factoren; betere bescherming van potentiële doelwitten; achtervolging van terroristen; reacties na een aanslag. Centraal staat het nationale niveau, maar in Europees verband is de aanstelling van een coördinator voor terrorismebestrijding een belangrijke stap voorwaarts geweest. Binnen de EU is veel gedaan om de samenleving voor het terrorisme te behoeden. De coördinatie bij de reactie op grote terreuracties, vooral
13
die waarbij chemisch, radiologisch, nucleair of biologisch materiaal wordt gebruikt, moet strakker worden geregeld, bijvoorbeeld op basis van de coördinatieregeling voor crisissituaties en het mechanisme voor civiele bescherming. Nadere aandacht moet uitgaan naar de financiering van terreur; de EU moet op dat gebied een doeltreffend en compleet informatiedelingsbeleid voeren, dat terdege recht doet aan de persoonsgegevensbescherming. Ook moet meer worden ondernomen tegen radicalisering en rekrutering, door extremistisch gedachtegoed en discriminatie te bestrijden. Een belangrijke rol is weggelegd voor de interculturele dialoog in fora als de Alliantie der beschavingen. Wat de georganiseerde misdaad betreft, moeten de partnerschappen met de buren, met belangrijke partijen, alsook binnen de VN worden verdiept in de sectoren personenverkeer en politiële en justitiële samenwerking. De bestaande VN-regels inzake criminaliteit moeten absoluut worden toegepast. Het terreurbestrijdingspartnerschap met de Verenigde Staten moet verder worden versterkt, ook op het gebied van informatiedeling en gegevensbescherming. Ook moet de EU de capaciteit van haar partners in Zuid-Azië, in Afrika en aan de zuidgrenzen versterken. Multilaterale bemoeiingen, vooral in VN-verband, moeten worden gesteund. De interne en de externe dimensie moeten beter op elkaar worden afgestemd. Met betrekking tot verschillende bureaus, op het nationale en het Europese niveau, is grotere coördinatie, transparantie en flexibiliteit vereist. Dit stond vijf jaar geleden al te lezen in de EVS. De voortgang is traag en ontoereikend geweest.
Cyberveiligheid Moderne economieën zijn sterk afhankelijk van vitale infrastructuur als transport, communicatie en energievoorziening, maar ook van het internet. De EU heeft in 2006 een strategie voor een veilige informatiemaatschappij vastgesteld, om de strijd aan te binden met internetcriminaliteit. Aanslagen op particuliere en publieke IT-systemen in de lidstaten hebben hieraan echter een nieuwe dimensie, als economisch, politiek en militair wapen, gegeven.
14
Er is nog meer werk vereist: uitdenken van een totaalaanpak van de EU, bewustmaking en meer internationale samenwerking.
Energiezekerheid De afgelopen vijf jaar is de zorg omtrent de energieafhankelijkheid toegenomen. Omdat de interne productie van Europa afneemt, zal tegen 2030 75 % van de behoefte aan olie en gas door invoer moeten worden gedekt. Hierin zal worden voorzien door een beperkt aantal landen, met een vaak precaire stabiliteit. Wij zijn dus voor een hele reeks veiligheidsuitdagingen geplaatst, waarbij de verantwoordelijkheid en de solidariteit van alle lidstaten nodig zijn. Het antwoord moet een EU-energiebeleid zijn waarin de externe en de interne dimensie samenhangen. De kernelementen zijn vervat in het gezamenlijke verslag van de hoge vertegenwoordiger en de Commissie van juni 2006. Naar binnen toe heeft Europa een meer eengemaakte energiemarkt nodig, met meer interconnectie, speciale aandacht voor de meest afgelegen landen, en crisismechanismen die een tijdelijke verstoring van de aanvoer opvangen. Grotere diversificatie van energieën, van aanvoer- en van doorvoerlijnen is van essentieel belang, evenals goed bestuur, eerbied voor de rechtsstatelijkheid en investeringen in bronlanden. Deze beleidsdoelstellingen worden door de EU gesteund in Centraal-Azië, de Kaukasus en Afrika, en via het oostelijk partnerschap en de Unie voor het Middellandse-Zeegebied. Energie is een belangrijke factor in de betrekkingen met Rusland. De EU moet haar aandacht richten op de doorvoerroutes, ook via Turkije en Oekraïne. Met haar partners, met name China, India, Japan en de VS, moet de Unie ijveren voor hernieuwbare energie, koolstofarme technologie en energie-efficiëntie, binnen een transparante en goedgereguleerde wereldmarktordening.
Klimaatverandering In 2003 werden de veiligheidsimplicaties van klimaatverandering al onderkend in de EVS. Vijf jaar later is het thema nog urgenter geworden. In maart 2008 hebben de hoge vertegenwoordiger en de Commissie in een verslag aan de Europese Raad klimaatverandering als een
15
exponentiële dreiging omschreven. Natuurrampen, milieuverloedering en hulpbronnenwedloop veroorzaken conflictescalatie — vooral waar armoede en een sterke bevolkingsgroei heersen — met consequenties op humanitair, volksgezondheids-, politiek en veiligheidsgebied, in het bijzonder toenemende migratie. Klimaatverandering kan ook leiden tot geschillen over handelsroutes, maritieme zones en voorheen ontoegankelijke rijkdommen. Conflictpreventie en crisisbeheersing zijn verbeterd, maar er moet nog worden gewerkt aan de snellewaarschuwingsvermogens. De EU kan dit niet geheel op eigen kracht doen. Wij moeten de krachten bundelen met de meest bedreigde landen om hun capaciteit te versterken. Internationale samenwerking, met de VN en met regionale organisaties, wordt van cruciaal belang.
Uitdeling van door de EU en het VN-Wereldvoedselprogramma verstrekte voedselhulp in Zimbabwe.
II.
Opbouw van stabiliteit binnen en buiten Europa
Op ons continent blijft uitbreiding een krachtige motor van verandering, vredeshandhaving en hervorming. De onderhandelingen met Turkije zijn in 2005 ingeleid, en een aantal hoofdstukken is nu aangesneden. In de westelijke Balkan is gestaag, zij het traag, vooruitgang geboekt. De toetredingsonderhandelingen met Kroatië zijn in een gevorderd stadium. De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië heeft de status van kandidaat-lidstaat verkregen. Met de overige landen van de westelijke Balkan zijn stabilisatie- en associatieovereenkomsten ondertekend. Servië voldoet aan bijna alle voorwaarden om de stap naar hechtere betrekkingen met de EU te kunnen zetten. De EU blijft als voortrekker fungeren in Bosnië-Herzegovina, maar om de weg naar hervorming vrij te maken zal meer gevergd moeten worden van de politieke leiders. In Kosovo wordt Eulex ingezet, de grootste civiele EVDB-missie tot dusver, en zal onverminderd op grote schaal economische steun worden verstrekt. In de hele regio zijn samenwerking en goed nabuurschap onontbeerlijk. Het is in het belang van Europa dat de landen aan zijn grenzen behoorlijk worden bestuurd. Dit proces wordt ondersteund door het in 2004 ingeluide Europese nabuurschapsbeleid (ENB). In het oosten wordt hieraan deelgenomen door alle in aanmerking komende landen, behalve Wit-Rusland, waarmee nu stappen in die richting worden ondernomen. Met Oekraïne is de EU nog verder gegaan, en heeft zij een nieuwe, vergaande associatieovereenkomst gesloten, waaraan de laatste hand wordt gelegd. De onderhandelingen met de Republiek Moldavië over
17
een soortgelijke overeenkomst zullen binnenkort een aanvang nemen. Als aanvulling op zijn bilaterale strategieën in deze voor Europa zeer belangrijke regio, heeft het de Synergie voor het Zwarte-Zeegebied op touw gezet. Bezorgdheid is nu ook gerezen omtrent de zogeheten „bevroren conflicten” in het oosten. In Georgië is de toestand met betrekking tot Abchazië en Zuid-Ossetië geëscaleerd, wat in augustus 2008 in een gewapend conflict tussen Rusland en Georgië is uitgemond. De EU heeft het voortouw genomen bij de internationale reactie, door te bemiddelen, humanitaire bijstand te verlenen, een civiele waarnemingsmissie te sturen en omvangrijke financiële steun te verstrekken. Zij zal zich verder inzetten, en de leiding nemen van het proces van Genève. Er zit vaart in de eventuele regeling van het conflict in Transnistrië, dankzij het feit dat de EU actief deelneemt aan de onderhandelingen volgens de formule 5+2, alsmede de EU-missie voor bijstandverlening inzake grensbeheer. Het Middellandse-Zeegebied, een voor Europa belangrijke en veelbelovende regio, stelt de EU nog voor complexe uitdagingen, zoals ontoe-
De EU-rechtsstaatmissie in Kosovo (EULEX) is de grootste civiele missie die ooit heeft plaatsgevonden in het kader van het Europees Veiligheidsen Defensiebeleid.
18
reikende politieke hervormingen en illegale migratie. De EU en diverse mediterrane partners, met name Israel en Marokko, werken aan verdieping van de bilaterale betrekkingen. Het ENB heeft weer vaart gezet achter de hervormingen via het proces van Barcelona waarmee in 1995 een aanvang was gemaakt, maar regionale conflicten, in combinatie met opkomend radicalisme, blijven instabiliteit veroorzaken. De EU heeft, met haar rol in het Kwartet en de samenwerking met Israel en de Palestijnse Autoriteit, de Arabische Liga en andere regionale partners, een centrale rol gespeeld bij de pogingen om een oplossing in het Midden-Oosten te bewerkstelligen. Zij is ten volle betrokken bij het proces van Annapolis met het oog op de totstandbrenging van een tweestatenoplossing, voorziet de Palestijnse Autoriteit van doorlopende financiële en budgettaire steun, en zorgt voor capaciteitsopbouw, met name door justitiële, politiële en grensbeheerdeskundigen ter plaatse te sturen. In Libanon vormen de lidstaten de ruggengraat van de vredeshandhavingsmissie Unifil. Met betrekking tot Irak heeft de EU het politieke proces, de wederopbouw en de rechtsstaat ondersteund, met name via de missie Eujust-Lex. De situatie met betrekking tot Iran baart sinds 2003 steeds meer zorgen. Over het Iraanse kernprogramma zijn opeenvolgende resoluties aangenomen in de VNVR en het IAEA. Mocht Iran een nucleair militair vermogen verwerven, dan zou dat een onaanvaardbare bedreiging voor de veiligheid van de EU betekenen. De EU volgt een tweesporenbeleid, waarin het, evenals de VS, China en Rusland, een dialoog onderhoudt en tegelijk de druk opvoert. De hoge vertegenwoordiger heeft Iran een vergaand aanbod gedaan, om het vertrouwen en het engagement met de internationale gemeenschap te herstellen. Als het kernprogramma echter voortgang vindt, zullen extra maatregelen ter ondersteuning van het VN-proces noodzakelijker worden. Tegelijk is er behoefte aan samenwerking met de landen in de regio, met name de Golfstaten, om aldaar veiligheid tot stand te brengen. In de EVS wordt vastgesteld dat Europa’s veiligheidsbelangen verder reiken dan de onmiddellijke buurlanden. Afghanistan is in dit opzicht een treffend voorbeeld. Europa heeft de verplichting stabiliteit op lange termijn te bewerkstelligen. De lidstaten van de EU leveren een belangrijke bijdrage aan de missie van de NAVO, en de EU zet zich op
19
alle niveaus in voor goed bestuur en ontwikkeling. De politiemissie van de EU wordt uitgebreid. Zonder volwaardige eigen inbreng van Afghanistan zelf en steun uit de aangrenzende landen, in het bijzonder Pakistan, maar ook India, de Centraal-Aziatische landen en Iran, zijn deze pogingen tot mislukken gedoemd. Een positief element op de strategische balans van de afgelopen jaren was daarbij het betere uitzicht op goede betrekkingen tussen India en Pakistan.
Het verband tussen veiligheid en ontwikkeling In de EVS en in de Europese consensus inzake ontwikkeling van 2005 wordt erkend dat zonder vrede en veiligheid geen duurzame ontwikkeling mogelijk is, en dat er zonder ontwikkeling en uitroeiing van armoede geen duurzame vrede zal komen. De ontwikkeling wordt verder ondermijnd door bedreigingen voor de volksgezondheid, in het bijzonder pandemieën. De mensenrechten spelen hierbij een fundamentele rol. In veel conflict- of postconflictuele gebieden wordt de Unie geconfronteerd met het onthutsende feit dat seksueel geweld als terreur- en intimidatiemiddel wordt gehanteerd. Het is van essentieel belang dat in geval van gewapend conflict VNVR-resolutie 1820 daadwerkelijk wordt toegepast. Conflicten zijn vaak het gevolg van de fragiliteit van staten. Landen als Somalië zitten gevangen in een vicieuze cirkel van zwak bestuur en recurrente conflicten. De Unie heeft getracht deze kringloop te doorbreken met ontwikkelingsbijstand en veiligheidsbevorderende maatregelen. Hervorming van de veiligheidssector (SSR) en ontwapening, demobilisatie en reïntegratie (DDR) zijn cruciale elementen van stabilisatie en wederopbouw na conflicten, en behoren tot de kerntaken van de missies in Guinee-Bissau en de Democratische Republiek Congo. Het meeste succes valt hiermee te behalen als samengewerkt wordt met de internationale gemeenschap en met plaatselijke belanghebbenden. Vaak is niets ontziende exploitatie van natuurlijke rijkdommen een diepere oorzaak van conflicten. Groeiende spanningen worden veroorzaakt door water en grondstoffen, waarvoor multilaterale oplossingen nodig zijn. Het proces van Kimberley en het initiatief inzake transparantie van winningsindustrieën zijn een innovatief model voor de benadering van dit probleem.
20
Piraterij In het EVS wordt de aandacht gevestigd op piraterij als een nieuwe vorm van georganiseerde criminaliteit, die eveneens het gevolg is van staatsfalen. De wereldeconomie is voor 90 % van de handel aangewezen op zeevaartroutes. De piraterij in de Indische Oceaan en de Golf van Aden heeft dit probleem de laatste maanden een steeds dringender karakter gegeven, en heeft de humanitaire hulpverlening aan Somalië getroffen. De EU heeft hierop met name gereageerd door middel van Atalanta, haar eerste maritieme EVDB-missie, die de piraten voor de Somalische kust moet afschrikken; daarnaast zijn ook de getroffen landen en andere internationale actoren, waaronder de NAVO, in het geweer gekomen.
Handvuurwapens en lichte wapens (SALW), clusterbommen en landmijnen In 2005 heeft de Europese Raad de strategie van de EU ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en van munitie daarvoor aangenomen. De EU verleent in dit verband steun aan het actieprogramma van de VN ter zake. De EU zal verdere maatregelen nemen tegen de dreiging van illegale SALW. Het idee van een verdrag over de wapenhandel is door de EU krachtig gesteund, en zij zal ook haar schouders zetten onder de aannemingsprocedure. De EU is voorts een belangrijke donor in de actie tegen landmijnen Zij heeft het Verdrag van Ottawa inzake het verbod op antipersoneelsmijnen krachtig gesteund en gepropageerd. Het Verdrag van Oslo over clustermunitie, waarvan de tekst in mei 2008 te Dublin is goedgekeurd, is een belangrijke stap als reactie op de humanitaire problemen die deze vorm van munitie — een grote zorg voor alle lidstaten van de EU — veroorzaakt. De aanneming, in het kader van de VN, van een protocol over deze vorm van munitie waarbij alle grote militaire mogendheden betrokken zijn, zou een volgende belangrijke stap zijn.
21
III.
Europa in een veranderende wereld
In de veranderende mondiale omgeving moet Europa doeltreffender optreden, onderling, tegenover de aangrenzende regio’s, en op wereldschaal.
A.
Een effectiever en capabeler Europa
Europa’s vermogen om uitdagingen aan te gaan heeft zich de afgelopen vijf jaar ontwikkeld, en moet zich blijven ontwikkelen. Zelf moet de EU coherenter worden, dankzij betere institutionele coördinatie en meer strategische besluitvorming. De bepalingen van het Verdrag van Lissabon bieden hiervoor een geschikt kader. Wij moeten vooral trachten in een vroeg stadium te voorkomen dat dreigingen in conflicten ontaarden. Vredesopbouw en armoedebestrijding op lange termijn zijn hierbij van essentieel belang. In elke situatie moet een coherent gebruik worden gemaakt van de instrumenten, met name politieke, diplomatieke en humanitaire middelen, het reactievermogen in crisissituaties, economische en commerciële samenwerking, en civiele en militaire crisisbeheersing. De dialoog- en bemiddelingscapaciteit moet worden vergroot. De EU verwerft dankzij haar speciale vertegenwoordigers invloed in conflictgebieden. Voor het maatschappelijk middenveld en de ngo’s is hier een cruciale rol als actor en partner weggelegd. Een belangrijke bijdrage wordt ook geleverd door de waarnemingsmissies, geleid door leden van het Europees Parlement. Het succes van het EVDB, een integrerend deel van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, blijkt uit het feit dat steeds vaker een beroep wordt gedaan op bijstand van de EU. De missie in Georgië heeft aangetoond wat mogelijk is wanneer collectief en met de nodige politieke wil wordt gehandeld. Hoe complexer echter de uitdagingen, hoe flexibeler wij moeten kunnen reageren. Wij moeten onze toezeggin-
22
gen prioriteren op grond van de mogelijkheden. Met de gevechtsgroepen en civiele crisisreactieteams kan nu sneller worden gereageerd. De kern bestaat in een adequaat en effectief vermogen aan bevelstructuren en commandoposten. De EU moet in staat zijn haar civiele en militaire expertise bij missies, vanaf de conceptie tot en met de planning en de uitvoering, beter te coördineren. Aan dit aspect van het EVDB wordt gewerkt, door te zorgen voor de nodige administratieve structuren, financiële mechanismen en systemen. Er is ook ruimte voor verbetering van de opleiding, mede dankzij de Europese veiligheidsen defensieacademie en het nieuwe programma voor uitwisseling van jonge officieren, naar het model van Erasmus. Op al deze gebieden, ook in EVDB-missies, moet de EU streven naar beleidsintegratie op het gebied van de mensenrechten, via een persoonsgerichte aanpak die beantwoordt aan het concept menselijke veiligheid. De EU heeft de rol van de vrouw bij vredesopbouw erkend. In dit verband moet zeker worden gewezen op de noodzaak van effectieve toepassing van VNVR-resolutie 1325 over vrouwen, vrede en veiligheid, en VNVR-resolutie 1612 over kinderen en gewapende conflicten. Wat de civiele missies betreft, moet het mogelijk zijn getraind personeel met uiteenlopende vaardigheden en knowhow bijeen te brengen, op korte termijn in te zetten en langdurig ter plaatse te houden. De nationale contingenten moeten geheel interoperabel zijn. Daartoe zullen de lidstaten eigen strategieën uitstippelen voor de beschikbaarstelling van deskundigen, aangevuld met personeel dat voor missieondersteuning kan worden ingezet, een en ander inclusief budgettering en aanschaf. De uitrusting moet op een effectievere manier beschikbaar gesteld en aangeschaft worden, zodat de missies bijtijds operationeel zijn. Op militair gebied moeten de inspanningen inzake vermogens verder worden opgevoerd, en moeten de samenwerkings- en lastenverdelingsregelingen verder worden versterkt. De ervaring heeft uitgewezen dat er meer moet worden gepresteerd, met name wat centrale vermogens als strategisch luchttransport, helikopters, ruimtematerieel en patrouilles op zee betreft (zoals nader uiteengezet in de verklaring over de versterking van de vermogens). Deze inspanningen moeten in geheel Europa worden ondersteund door een competitieve en solide defensie-industrie, en grotere investeringen op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. Sinds 2004 heeft het Europees Defensieagent-
23
schap met succes leiding gegeven aan dat proces, en dat zou ook in de toekomst het geval moeten zijn.
B.
Een sterker nabuurschapsengagement
Door het ENB zijn afzonderlijke bilaterale betrekkingen met de EU aangehaald. Dit proces moet nu worden getransformeerd tot regionale integratie. De Unie voor het Middellandse-Zeegebied, die in juli 2008 is opgezet, biedt een hernieuwde politieke kans om samen met de zuidelijke partners deze weg in te slaan, volgens een brede agenda die met name maritieme beveiliging, energie, water en migratie omvat. Een prominente plaats zal daarbij worden ingeruimd voor de strijd tegen bedreigingen van de veiligheid, zoals terrorisme. Het oostelijk partnerschap voorziet een radicale verandering in de betrekkingen met de oostelijke buurlanden, met een duidelijke intensivering van de politieke, economische en handelsbetrekkingen. Doel is de versterking van de welvaart en de stabiliteit van deze landen, en daarmee ook van de veiligheid van de EU. De voorstellen bestrijken een ruim scala van bilaterale en multilaterale samenwerkingsgebieden, onder meer energiezekerheid en mobiliteit van personen. Duurzame stabiliteit in de naburige regio’s vergt een onverminderde inzet van de EU, samen met de VN, de OVSE, de VS en Rusland. De betrekkingen met Rusland zijn verslechterd ten gevolge van het conflict met Georgië. De EU verwacht van Rusland dat het zijn verplichtingen op zodanige wijze nakomt dat het nodige vertrouwen wordt hersteld. Het partnerschap met Rusland moet berusten op eerbied voor gemeenschappelijke waarden, met name de mensenrechten, democratie en rechtsstatelijkheid, alsook op markteconomische beginselen en gemeenschappelijke belangen en doelstellingen. Een onverminderde inspanning is vereist ten aanzien van de conflicten in de zuidelijke Kaukasus, de Republiek Moldavië en tussen Israel en de Arabische staten. Op dit punt is volledige samenwerking met de VS eveneens van cruciaal belang. In ieder geval zullen bij een duurzame regeling alle partijen in de regio moeten zijn betrokken. Landen als Turkije, Egypte, Jordanië, Saudi-Arabië en Qatar zijn, anders dan Iran, een steeds grotere rol in het gebied gaan spelen. Er dient zich een
24
uitzonderlijke kans aan tot samenwerking met Turkije, onder meer in het kader van de Alliantie der beschavingen.
C.
Partnerschappen voor effectief multilateralisme
In de EVS wordt Europa opgeroepen om bij te dragen tot een effectievere multilaterale wereldorde. Sedert 2003 zijn de partnerschappen daarop steeds sterker gericht. Op dit en op andere terreinen zijn de VS voor Europa de eerste partner. Waar met de VS is samengewerkt, zijn zij een geweldige kracht ten goede in de wereld gebleken. De VN vormen de top van het internationale bestel. Al hetgeen de EU op veiligheidsgebied heeft ondernomen is gekoppeld aan de doelstellingen van de VN. Op belangrijke conflicttonelen, met name in Kosovo, Afghanistan, de DRC, Sudan/Darfur, Tsjaad en Somalië, wordt nauw samengewerkt, en conform de gezamenlijke verklaring van de EU en de VN uit 2007 zijn de institutionele banden versterkt. Alle 16 lopende vredeshandhavingsoperaties van de VN worden door de EU gesteund. Op de Balkan en in Afghanistan werken de EU en de NAVO in de praktijk goed samen, ook al is er geen voortgang in de formele betrekkingen. Met het oog op het gedeelde veiligheidsbelang moet dit strategische partnerschap worden versterkt, door middel van betere operationele samenwerking, met volledige inachtneming van de beslissingsautonomie van elke organisatie, en door een verdere opbouw van de militaire vermogens. Sedert 2003 zijn de betrekkingen met de OVSE, vooral in Georgië en Kosovo, hechter geworden. De contacten met China zijn sterk uitgebreid. De banden met Canada en Japan zijn nauw en duurzaam. Rusland blijft een belangrijke partner in mondiaal verband. Ten aanzien van India is er nog ruimte voor groei. Het contact met andere partners, waaronder Brazilië, Zuid-Afrika en, binnen Europa, Noorwegen en Zwitserland, heeft sinds 2003 aan betekenis gewonnen. Er wordt nu nauwer samengewerkt met regionale organisaties, in het bijzonder met de Afrikaanse Unie. Via de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU wordt gewerkt aan versterking van de Afrikaanse crisisbeheersingscapaciteit, inclusief regionale stand-bytroepen en snelle waarschuwing. De banden met de Centraal-Aziatische partnerlanden zijn aangehaald via de in 2007 vastgestelde strategie, die een
25
nauwere politieke dialoog inhoudt, alsmede samenwerking op gebieden als water, energie, rechtsstatelijkheid en veiligheid. Elders heeft de EU zich verder geëngageerd, jegens de ASEAN — met betrekking tot regionale vraagstukken als Birma — jegens de SAARC, en jegens Latijns-Amerika. Dankzij haar ervaring beschikt zij over bijzondere mogelijkheden om regionale integratie te bevorderen. Partijen die ons hierin naar gelang van de omstandigheden trachten te volgen, moeten worden gesteund. Het internationale bestel, dat aan het eind van de Tweede Wereldoorlog is gecreëerd, staat van diverse kanten onder druk. De vertegenwoordiging in de internationale instellingen is ter discussie gesteld. De legitimiteit en de effectiviteit moeten worden verbeterd, en de besluitvorming in de multilaterale gremia moet efficiënter worden. Dit houdt in dat de partijen elkaar in sterkere mate betrekken bij hun beslissingen, en meer plaats inruimen voor elkaars belangen. Gemeenschappelijke problemen zijn enkel met gemeenschappelijke oplossingen te verhelpen. Topprioriteiten zijn klimaatverandering en voltooiing van de Doharonde in de WTO. Wat het eerste betreft, leidt de EU de onderhandelingen over een nieuw internationaal akkoord, en moet zij al het mogelijke
Het doel van ”EU NAVFOR Somalië — Operatie Atalanta” is schepen te beschermen tegen piraterij en gewapende overvallen.
26
doen om in 2009 te Kopenhagen een resultaat te bewerkstelligen dat aan hoge verwachtingen beantwoordt. De hervorming van het VN-bestel, waarmee in 2005 is begonnen, moet worden voortgezet, en de Veiligheidsraad moet zijn centrale rol en zijn primaire verantwoordelijkheid voor de handhaving van de internationale vrede en veiligheid behouden. Het Internationaal Strafhof moet nog effectiever worden, en daarnaast moet de EU op een breder front ijveren voor een krachtiger internationale strafrechtspleging en een versterking van de mensenrechten. Het IMF en andere financiële instellingen moeten op de leest van de hedendaagse realiteit worden geschoeid. De G-8 moet worden omgevormd. En samen moeten wij alle krachten bundelen om de millenniumontwikkelingsdoelstellingen te verwezenlijken. Deze grensoverschrijdende thema’s raken evenzeer de binnenlandse als de buitenlandse politiek. Zij laten namelijk zien hoe in de eenentwintigste eeuw, meer dan ooit, soevereiniteit verantwoordelijkheid schept. Met betrekking tot de fundamentele mensenrechten moet de EU de weg blijven bewandelen die op de VN-wereldtop van 2005 is aangegeven met het gemeenschappelijke inzicht dat wij samen de verantwoordelijkheid dragen om de mensen te behoeden voor genocide, oorlogsmisdaden, etnische zuiveringen en misdrijven tegen de menselijkheid. *** Van fundamenteel belang is dat de bevolking ons wereldwijde engagement blijft steunen. Moderne democratieën, waar de media en de openbare mening op beslissende wijze het beleid vorm geven, kunnen niet zonder instemming van het volk aan hun externe verplichtingen voldoen. Europa zet overal ter wereld in onstabiele gebieden politiemachten, justitieel deskundigen en strijdkrachten in. Op regeringen, parlementen en EU-instellingen rust de last om aan de bevolking duidelijk te maken hoe dit bijdraagt aan de veiligheid in eigen land. Vijf jaar geleden is in de EVS geschetst hoe de EU een kracht kan worden die een wereld schept waar meer rechtvaardigheid, veiligheid en eenheid heerst. Wij zijn inmiddels een heel eind gevorderd. Maar de wereld rondom ons, met zijn wisselende dreigingen en machtsverhoudingen, is volop in beweging. Om een veiliger Europa in een betere wereld tot stand te brengen, zullen wij de loop van de geschiedenis sterker moeten trachten te bepalen. En dat zullen wij terstond moeten doen.
27
EEN VEILIGER EUROPA IN EEN BETERE WERELD Europese veiligheidsstrategie Brussel, 12 december 2003
Inleiding Europa is nog nooit zo welvarend, veilig en vrij geweest. Het geweld in de eerste helft van de twintigste eeuw heeft plaatsgemaakt voor een in de Europese geschiedenis nog nooit eerder geziene periode van vrede en stabiliteit. De oprichting van de Europese Unie heeft in deze ontwikkeling een centrale rol gespeeld. De Unie heeft de betrekkingen tussen onze staten en het leven van onze burgers veranderd. De Europese landen streven ernaar geschillen op vreedzame wijze op te lossen en via gemeenschappelijke instellingen samen te werken. Gedurende deze periode hebben autoritaire regimes plaats gemaakt voor veilige, stabiele en dynamische democratieën, dankzij de geleidelijke verspreiding van de rechtsstaat en de democratie. De opeenvolgende uitbreidingen maken de droom van een verenigd en vreedzaam continent werkelijkheid. De Verenigde Staten hebben een essentiële rol gespeeld voor de Europese integratie en de Europese veiligheid, in het bijzonder middels de NAVO. De koude oorlog is afgelopen en de Verenigde Staten hebben nog steeds een dominante positie als militaire macht. Geen enkel land is evenwel in staat de huidige complexe problemen helemaal alleen op te lossen. Europa wordt nog steeds geconfronteerd met bedreigingen voor zijn veiligheid en met uitdagingen. Het uitbreken van het conflict in de Balkan heeft ons eraan herinnerd dat oorlog niet uit ons werelddeel is verdwenen. De afgelopen tien jaar is geen enkele regio in de wereld gevrijwaard gebleven van gewapende conflicten. De meeste
28
van deze conflicten speelden zich vooral af binnen, en niet tussen staten, en de meeste slachtoffers waren burgers. Als unie van 25 staten met meer dan 450 miljoen inwoners die een kwart van het bruto nationaal product (BNP) van de wereld verdienen, en dank zij het uitgebreide gamma aan instrumenten waarover zij beschikt, speelt de Europese Unie onvermijdelijk een rol op het wereldtoneel. Tijdens het afgelopen decennium zijn Europese troepen ingezet in het buitenland, onder meer in zeer veraf gelegen gebieden zoals Afghanistan, Oost-Timor en de DRC. De steeds grotere convergentie van de Europese belangen en de versterking van de onderlinge solidariteit binnen de EU maakt van de EU een meer geloofwaardige en meer doeltreffende speler. Europa moet bereid zijn haar deel van de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in de wereld en voor de totstandbrenging van een betere wereld op zich te nemen.
EU-waarnemers in gesprek met intern ontheemden in een collectief centrum in Georgië.
29
I. De veiligheidsomgeving: wereldwijde uitdagingen en belangrijkste dreigingen
Wereldwijde uitdagingen De wereld van na de koude oorlog is een wereld waarin de grenzen steeds opener worden en waarin de interne en de externe aspecten van de veiligheid onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Handels- en investeringsstromen, de ontwikkeling van de technologie en de verspreiding van de democratie hebben veel mensen vrijheid en welvaart gebracht. Anderen zien de mondialisering dan weer als een bron van frustratie en onrechtvaardigheid. Door deze ontwikkelingen hebben niet aan de staat gebonden organisaties ook meer ruimte gekregen om een rol te spelen in internationale aangelegenheden. En ze hebben tevens de afhankelijkheid van Europa van onderling gekoppelde infrastructuur op het gebied van vervoer, energie, informatie, en op andere terreinen vergroot — en dus ook de kwetsbaarheid van Europa. Sinds 1990 zijn bijna vier miljoen mensen omgekomen in oorlogen en van hen behoorde 90 % tot de burgerbevolking. In de gehele wereld hebben meer dan 18 miljoen mensen hun huis verlaten ten gevolge van een conflict. In een groot aantal ontwikkelingslanden veroorzaken armoede en ziekten onnoemelijk leed en ernstige veiligheidsproblemen. Bijna drie miljard mensen, de helft van de wereldbevolking, leeft van minder dan twee euro per dag. 45 miljoen mensen sterven ieder jaar van honger en ondervoeding. Aids heeft zich ontwikkeld tot één van de meest vernietigende pandemieën in de geschiedenis van de mensheid, en draagt bij tot de instorting van maatschappelijke structuren. Nieuwe ziekten kunnen zich snel verspreiden en wereldwijde dreigingen vormen. Het Afrika ten zuiden van de Sahara is nu armer dan 10 jaar geleden. In veel gevallen hield het falen van de economische ontwikkeling verband met politieke problemen en gewelddadige conflicten.
30
Veiligheid is een voorwaarde voor ontwikkeling. Conflicten maken niet alleen de infrastructuur en ook de sociale infrastructuur kapot, maar zetten ook aan tot misdaad, ontmoedigen investeringen en maken een normale economische activiteit onmogelijk. Een aantal landen en regio’s zijn verstrikt geraakt in een neerwaartse spiraal van conflicten, onveiligheid en armoede. De concurrentie op het gebied van natuurlijke hulpbronnen — vooral water — die tijdens de volgende decennia zal verergeren wegens de opwarming van de aarde, zal waarschijnlijk in verscheidene regio’s nog meer onrust en migratiestromen veroorzaken. De energieafhankelijkheid baart Europa grote zorgen. Europa is de grootste invoerder van olie en gas ter wereld. De invoer staat voor ongeveer 50 % van het huidige energieverbruik. Dit zal in 2030 stijgen tot 70 %. De meeste energie wordt ingevoerd uit de Golf, Rusland en Noord-Afrika.
Voornaamste dreigingen Grootschalige agressie tegen een lidstaat is nu onwaarschijnlijk. Daarentegen heeft Europa te maken met nieuwe, meer uiteenlopende, minder zichtbare en minder voorspelbare dreigingen. Terrorisme: het brengt mensenlevens in gevaar, brengt hoge kosten met zich mee, streeft ernaar de openheid en de verdraagzaamheid van onze samenlevingen te ondermijnen en vormt voor geheel Europa een groeiende strategische dreiging. De nieuwe terroristische bewegingen zijn steeds beter uitgerust, staan via elektronische netwerken met elkaar in verbinding, en lijken bereid te zijn onbeperkt geweld te gebruiken om grote aantallen slachtoffers te veroorzaken. De meest recente golf van terrorisme doet zich wereldwijd gevoelen en is gerelateerd aan gewelddadig godsdienstig extremisme. Het heeft ingewikkelde oorzaken. Die omvatten onder andere de druk van de modernisering, culturele, sociale en politieke crises en de vervreemding van jonge mensen die in buitenlandse samenlevingen wonen. Dit verschijnsel bestaat ook in onze eigen samenleving.
31
Europa is zowel een doelwit als een basis voor dergelijk terrorisme. Europese landen zijn doelwitten en zijn ook al aangevallen. Er zijn logistieke bases van Al-Qaidacellen ontdekt in het VK, Italië, Duitsland, Spanje en België. Gezamenlijk Europees optreden is onontbeerlijk. De verspreiding van massavernietigingswapens is potentieel de belangrijkste bedreiging van onze veiligheid. De internationale verdragen en de afspraken over de controle op de uitvoer hebben de verspreiding van deze wapens en van de afvuursystemen vertraagd. Wij treden nu echter een nieuwe, gevaarlijke periode binnen waarin een wedloop om massavernietigingswapens zou kunnen plaatsvinden, met name in het Midden-Oosten. Door de vooruitgang in de biologische wetenschappen kan de kracht van biologische wapens de komende jaren toenemen; aanvallen met chemisch en radiologisch materiaal zijn ook een serieuze mogelijkheid. De verspreiding van rakettechnologie is eveneens een destabiliserende factor die Europa kan blootstellen aan steeds grotere gevaren. In het scenario dat de meeste angst inboezemt komen terroristische groeperingen in het bezit van massavernietigingswapens. Een kleine groep mensen zal dan schade kunnen aanrichten van een omvang die voordien alleen kon worden aangericht door staten en legers. Regionale conflicten: problemen zoals die in Kashmir, het gebied van de Grote Meren en het Koreaanse schiereiland hebben een directe en indirecte invloed op Europese belangen, net zoals de conflicten dichterbij huis, vooral in het Midden-Oosten. Gewelddadige of bevroren conflicten die ook aan onze grenzen bestaan of sluimeren, bedreigen de regionale stabiliteit. Ze vernietigen mensenlevens en sociale en materiële infrastructuur, en vormen een bedreiging voor minderheden, de fundamentele vrijheden en de mensenrechten. Conflicten kunnen leiden tot extremisme, terrorisme en mislukte staten. Zij bieden tevens kansen aan de georganiseerde criminaliteit. Regionale onveiligheid kan de vraag naar massavernietigingswapens in de hand werken. De meest praktische manier om de vaak schimmige nieuwe dreigingen aan te pakken zal er soms in bestaan oudere problemen die aan de basis liggen van regionale conflicten, op te lossen.
32
Mislukte staat: slecht bestuur — corruptie, machtsmisbruik, zwakke instellingen en gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel — en burgerconflicten tasten staten van binnen aan. In sommige gevallen heeft dit geleid tot de instorting van de staatsinstellingen. Somalië, Liberia en Afghanistan onder het Talibanbewind zijn daarvan de bekendste recente voorbeelden. De instorting van de staat kan worden geassocieerd met manifeste dreigingen, zoals georganiseerde criminaliteit of terrorisme. Het instorten van de staat is een alarmerend verschijnsel dat wereldwijd het bestuur ondermijnt en bijdraagt tot regionale onveiligheid. Georganiseerde misdaad: Europa is bij uitstek een doelwit voor de georganiseerde criminaliteit. Deze internationale bedreiging voor onze veiligheid heeft een belangrijke externe dimensie: grensoverschrijdende drugssmokkel, vrouwenhandel, illegale migranten en wapenhandel vertegenwoordigen een groot deel van de activiteiten van criminele bendes. De georganiseerde criminaliteit kan banden hebben met het terrorisme. Dergelijke criminele activiteiten worden vaak geassocieerd met een zwakke of mislukte staat. Drugsinkomsten hebben bijgedragen tot de verzwakking van de staatsstructuren in verscheidene drugsproducerende landen. De inkomsten uit de handel in edelstenen, hout en kleine wapens wakkeren conflicten in andere delen van de wereld aan. Al die activiteiten ondermijnen zowel de rechtsstaat als de maatschappelijke orde. In extreme gevallen controleren georganiseerde criminelen zelfs de staat. Negentig percent van de heroïne in Europa wordt geproduceerd uit papaver die wordt gekweekt in Afghanistan, waar de drugshandel lokale krijgsheren financiert. Het grootste deel van die heroïne wordt verdeeld door criminele netwerken uit de Balkan, die ook verantwoordelijk zijn voor zowat 200 000 van de 700 000 vrouwen die wereldwijd het slachtoffer zijn van vrouwenhandel voor de seksindustrie. Een nieuwe dimensie van de georganiseerde criminaliteit die meer aandacht verdient, is de toename van de piraterij op zee. Al deze verschillende elementen tezamen (terrorisme dat qua geweld tot het uiterste gaat, de beschikbaarheid van massavernietigingswapens, georganiseerde criminaliteit, de verzwakking van de staatssystemen en de vorming van privélegers) wettigen de conclusie dat er een zeer ernstige dreiging in het verschiet zou kunnen liggen.
33
II.
Strategische doelstellingen
Wij leven in een wereld die niet alleen mooiere vooruitzichten biedt dan ooit tevoren, maar ook grotere dreigingen inhoudt dan ooit tevoren. Ons optreden zal voor een deel bepalen hoe onze toekomst er zal uitzien. We moeten wereldwijd denken en lokaal optreden. Om haar veiligheid te verdedigen en haar waarden te bevorderen, heeft de EU drie strategische doelstellingen vastgesteld:
Aanpakken van bedreigingen De Europese Unie heeft werk gemaakt van het aanpakken van de voornaamste dreigingen. Ç
Zij heeft op 11 september gereageerd met maatregelen die, onder meer, de aanneming van een Europees arrestatiebevel, maatregelen ter bestrijding van de financiering van terroristen en een overeenkomst inzake wederzijdse rechtshulp met de Verenigde Staten van Amerika omvatten. De EU blijft haar samenwerking op dit gebied verder ontwikkelen en haar verdedigingsmechanismen verder uitbouwen.
Ç
Zij voert al vele jaren een antiproliferatiebeleid. Onlangs nog heeft de Unie een nieuw actieprogramma aangenomen dat voorziet in maatregelen om de Internationale Organisatie voor Atoomenergie te versterken, de uitvoercontrole aan te scherpen en illegale overbrengingen en illegale aankoop aan te pakken. De EU heeft zich gecommitteerd aan de verwezenlijking van wereldwijde toetreding tot multilaterale verdragsregelingen, en aan een versterking van de verdragen en hun verificatiebepalingen.
34
Ç
De Europese Unie en haar lidstaten zijn opgetreden om bij te dragen tot de oplossing van regionale conflicten en om mislukte staten weer op de been te brengen, onder meer in de Balkan, Afghanistan en in de DRC. Het herstellen van behoorlijk bestuur in de Balkan, de bevordering van de democratie en steun aan de plaatselijke autoriteiten is één van de meest doeltreffende manieren om de georganiseerde criminaliteit in de EU aan te pakken.
In een tijdperk van mondialisering kunnen verre bedreigingen even zorgwekkend zijn als bedreigingen die van dichtbij komen. De nucleaire activiteiten in Noord-Korea, de nucleaire gevaren in Zuid-Azië en de proliferatie in het Midden-Oosten baren Europa zorgen. Terroristen en criminelen kunnen thans over de hele wereld toeslaan: hun activiteiten in Centraal- of Zuidoost-Azië kunnen een bedreiging vormen voor de Europese landen of hun burgers. Inmiddels is men zich in Europa, dankzij de wereldomspannende communicatie steeds meer bewust van regionale conflicten of humanitaire catastrofes die zich ergens ter wereld voordoen. Ons traditionele concept van zelfverdediging — tot en met de koude oorlog — was gebaseerd op de dreiging van een invasie. Met de nieuwe bedreigingen zal de eerste verdedigingslinie zich vaak buiten onze grenzen bevinden. De nieuwe bedreigingen zijn dynamisch. De gevaren van proliferatie nemen gestaag toe; als wij er niets aan doen, worden de terroristische netwerken steeds gevaarlijker. Steeds meer staten zullen mislukken en de georganiseerde criminaliteit zal zich uitbreiden indien er niets aan wordt gedaan — zoals we gezien hebben in West-Afrika. Dit impliceert dat we klaar moeten zijn om op te treden vóórdat een crisis uitbreekt. Met de preventie van conflicten en bedreigingen kan niet vroeg genoeg begonnen worden. Anders dan de omvangrijke, zichtbare bedreiging tijdens de koude oorlog is geen enkele nieuwe bedreiging louter militair; evenmin kan zij alleen met militaire middelen worden aangepakt. Elke bedreiging noopt tot een combinatie van instrumenten. Proliferatie kan worden ingedamd met uitvoercontroles en worden aangepakt door politieke, economische en andere druk uit te oefenen en tegelijkertijd de onderliggende politieke oorzaken aan te pakken. De aanpak van het terrorisme kan een combinatie van inlichtingen, politieke, justitiële, militaire
35
en andere middelen vereisen. In mislukte staten zijn wellicht militaire instrumenten nodig om de orde te herstellen en humanitaire instrumenten om een acute crisis aan te pakken. Regionale conflicten vergen politieke oplossingen, maar militaire middelen en een doeltreffend politie-optreden kunnen in de fase na het conflict noodzakelijk zijn. Economische instrumenten dienen de wederopbouw, en civiele crisisbeheersing komt het herstel van het civiel bestuur ten goede. De Europese Unie is bijzonder goed toegerust om het hoofd te bieden aan situaties met zoveel facetten.
Werk maken van veiligheid in onze eigen omgeving Zelfs in een tijdperk van mondialisering blijft geografie belangrijk. Het is in het belang van Europa dat de landen aan onze grenzen behoorlijk worden bestuurd. Buurlanden die in gewelddadige conflicten zijn verwikkeld, zwakke staten waar de georganiseerde criminaliteit welig tiert, ontwrichte samenlevingen of een exploderende bevolkingsgroei aan zijn grenzen vormen evenveel problemen voor Europa. De integratie van de toetredende landen zal onze veiligheid vergroten, maar Europa ook dichterbij woelige gebieden brengen. Het is onze taak te bevorderen dat aan de oostgrens van de Europese Unie en langs de grenzen van het Middellandse-Zeegebied een ring van landen met behoorlijk bestuur ontstaat waarmee wij nauwe en op samenwerking gebaseerde betrekkingen kunnen onderhouden. Het belang van een en ander wordt het mooist geïllustreerd in de Balkan. Dankzij onze gezamenlijke inspanningen met de VS, Rusland, de NAVO en andere internationale partners, wordt de stabiliteit van de regio niet langer bedreigd door het uitbreken van grote conflicten. De geloofwaardigheid van ons buitenlands beleid hangt af van de consolidatie van onze resultaten in de Balkanregio. Het Europese perspectief biedt zowel een strategische doelstelling als een stimulans tot hervorming. Onze belangen hebben geen baat bij een uitbreiding die nieuwe scheidslijnen in Europa creëert. Wij moeten de baten van economische en politieke samenwerking ook ten goede laten komen van onze buren in het oosten en terzelfder tijd politieke problemen in die landen helpen oplossen. Wij moeten nu grotere en meer actieve belangstel-
36
ling tonen voor de problemen van de zuidelijke Kaukasus, die binnen afzienbare tijd eveneens een naburige regio zal worden. De oplossing van het Arabisch-Israëlisch conflict is voor Europa een strategische prioriteit. Anders zal de kans klein zijn dat andere problemen in het Midden-Oosten kunnen worden aangepakt. De Europese Unie moet zich blijven inspannen en bereid blijven middelen in te zetten tot het probleem is opgelost. De oplossing met twee staten — die Europa allang steunt — wordt nu in brede kring aanvaard. De uitvoering ervan zal een gezamenlijke en coöperatieve inspanning vergen van de Europese Unie, de Verenigde Staten, de Verenigde Naties, Rusland en de landen van de regio, maar vooral van de Israëli’s en de Palestijnen zelf. Het Middellandse-Zeegebied heeft in het algemeen nog steeds met ernstige problemen van economische stagnatie, sociale onrust en onopgeloste conflicten te kampen. De belangen van de Europese Unie vereisen een blijvend engagement tegenover de mediterrane partners, door middel van een effectievere economische, veiligheidsen culturele samenwerking in het kader van het proces van Barcelona. Een ruimer engagement ten aanzien van de Arabische wereld dient ook te worden overwogen.
Een internationale orde gebaseerd op doeltreffend multilateralisme In een wereld van mondiale bedreigingen, mondiale markten en mondiale media hangen onze veiligheid en welvarendheid steeds meer af van een effectief multilateraal stelsel. Ons doel is, een sterkere internationale samenleving, goed functionerende internationale instituties en een op regels gebaseerde internationale orde te ontwikkelen. Wij zijn gecommitteerd aan de handhaving en de ontwikkeling van het internationale recht. Het basiskader voor de internationale betrekkingen is het Handvest van de Verenigde Naties. De hoofdverantwoordelijkheid voor de handhaving van internationale vrede en veiligheid berust bij de VN-Veiligheidsraad. Europa heeft er een prioriteit van gemaakt om de Verenigde Naties te versterken en uit te rusten, zodat zij hun verantwoordelijkheden kunnen opnemen en effectief kunnen optreden.
37
Wij willen dat door internationale organisaties, stelsels en verdragen effectief het hoofd wordt geboden aan bedreigingen van de internationale vrede en veiligheid, en moeten derhalve bereid zijn om op te treden wanneer hun regels worden geschonden. Centrale instellingen van het internationale bestel, zoals de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de internationale financiële instellingen, hebben hun ledental uitgebreid. China is tot de WTO toegetreden en Rusland onderhandelt thans over toetreding. Ons doel moet zijn, het ledental van dergelijke instanties te vergroten en terzelfder tijd hun hoge normen te handhaven. Een van de hoekstenen van het internationale bestel is de trans-Atlantische relatie. Die is niet alleen in ons eigen bilaterale belang, maar versterkt de internationale gemeenschap in haar geheel. De NAVO is daarvan een belangrijke vertegenwoordiger. Regionale organisaties versterken op hun beurt het mondiaal bestuur. De kracht en de effectiviteit van de OVSE en de Raad van Europa zijn van bijzondere betekenis voor de Europese Unie. Andere regionale organisaties, zoals de ASEAN, de Mercosur en de Afrikaanse Unie, leveren een belangrijke bijdrage tot een meer ordentelijke wereld. Een van de voorwaarden van een op regels gebaseerde internationale orde is dat het recht mee evolueert met ontwikkelingen zoals de proliferatie, het terrorisme en de opwarming van de aarde. In ons eigen belang moeten wij bestaande instituties, zoals de Wereldhandelsorganisatie, verder ontwikkelen en nieuwe instituties, zoals het Internationaal Strafhof, steunen. Onze eigen ervaring in Europa toont aan dat de veiligheid kan worden verbeterd dankzij vertrouwenwekkende maatregelen en wapenbeheersingsregelingen. Dergelijke instrumenten kunnen ook een bijzondere bijdrage leveren tot veiligheid en stabiliteit in onze omgeving en daarbuiten. De kwaliteit van de internationale samenleving hangt af van de kwaliteit van de regeringen waarop zij berust. De beste bescherming van onze veiligheid is een wereld van goed bestuurde democratische staten. De verspreiding van behoorlijk bestuur, steun voor sociale en politieke hervormingen, de aanpak van corruptie en machtsmisbruik, de vestiging van de rechtsstaat en de bescherming van de mensenrechten vormen de beste manier om de internationale orde te versterken.
38
Het handels- en ontwikkelingsbeleid kan een krachtig instrument zijn om hervormingen te stimuleren. Als grootste verstrekker van officiële steun en als grootste handelsblok ter wereld bevinden de Europese Unie en haar lidstaten zich in een goede positie om deze doelstellingen na te streven. Het bijdragen tot beter bestuur door steunprogramma’s, conditionaliteit en gerichte handelsmaatregelen blijft een wezenlijk kenmerk van ons beleid dat verder moet worden ontwikkeld. Een wereld die zichtbaar rechtvaardigheid en kansen voor iedereen biedt, zal veiliger zijn voor de Europese Unie en haar burgers. Een aantal landen heeft zichzelf buiten de internationale samenleving geplaatst. Enkele landen hebben het isolement gezocht; andere schenden voortdurend de internationale normen. Het is wenselijk dat dergelijke landen opnieuw tot de internationale gemeenschap toetreden; de EU moet bereid zijn bijstand te verlenen. Landen die dit niet willen doen, moeten begrijpen dat daarvoor een prijs moet worden betaald, ook in hun betrekkingen met de Europese Unie.
Javier Solana, hoge vertegenwoordiger van de EU, Hillary Rodham Clinton, minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten, Karel Schwarzenberg, minister van Buitenlandse Zaken van Tsjechië, Benita Ferrero-Waldner, EU-Commissaris voor externe betrekkingen, op de persconferentie na afloop van de ministeriële bijeenkomst van de EU en de VS, tijdens het Tsjechische voorzitterschap van de EU.
39
III.
Beleidsimplicaties voor Europa
De Europese Unie heeft vooruitgang geboekt bij de ontwikkeling van een samenhangend buitenlands beleid en doeltreffende crisisbeheersing. Wij beschikken over instrumenten die doeltreffend kunnen worden ingezet, zoals wij in de Balkan en daarbuiten hebben aangetoond. Willen wij echter een bijdrage leveren die evenredig is aan ons potentieel, dan moeten wij actiever, coherenter en beter berekend op onze taak zijn. En we moeten samenwerken met anderen. Actiever bij de verwezenlijking van onze strategische doelstellingen. Dit geldt voor het gehele spectrum aan beschikbare instrumenten voor crisisbeheersing en conflictpreventie, inclusief onze politieke, diplomatieke, militaire en civiele, handels- en ontwikkelingsactiviteiten. Er is een actiever beleid nodig om op de nieuwe dynamische dreigingen te reageren. We moeten een strategische cultuur ontwikkelen die vroegtijdige, snelle en waar nodig, krachtige interventie bevordert. Als Unie van 25 leden, die een bedrag van meer dan 160 miljard euro aan defensie uitgeeft, moeten wij in staat zijn verscheidene operaties tegelijkertijd uit te voeren. Wij kunnen een toegevoegde waarde scheppen door operaties te ontwikkelen waarbij zowel militaire als civiele vermogens betrokken zijn. De EU dient de Verenigde Naties te steunen in haar reactie op bedreigingen voor de internationale vrede en veiligheid. De EU is gecommitteerd aan de versterking van haar samenwerking met de VN op het gebied van bijstand aan landen die net een conflict achter de rug hebben, alsmede aan een uitbreiding van haar steun aan de VN in situaties waar op korte termijn crisisbeheersing noodzakelijk is.
40
Wij moeten kunnen optreden alvorens de situatie in de ons omringende landen verslechtert, wanneer sporen van proliferatie worden gevonden en voordat humanitaire noodsituaties ontstaan. Een preventieve betrokkenheid kan ernstiger problemen in de toekomst voorkomen. Een actievere Europese Unie, die meer verantwoordelijkheden op zich neemt, zal een groter politiek gewicht in de schaal leggen. Beter berekend op zijn taak. Een Europa dat beter berekend is op zijn taak, ligt binnen ons bereik, ofschoon het tijd zal vergen om ons volledig potentieel te verwerkelijken. De acties waaraan thans wordt gewerkt — met name de oprichting van een defensieagentschap — zetten ons op het goede spoor. Om onze legers om te vormen tot meer flexibele, mobiele strijdkrachten, en om ze in staat te stellen het hoofd te bieden aan de nieuwe dreigingen, zijn meer middelen nodig voor defensie, alsmede een doeltreffender gebruik van de beschikbare middelen. Het systematisch gebruik van samengevoegde en gedeelde middelen zou doublures en de algemene kosten beperken en de vermogens op de middellange termijn doen toenemen. Bij vrijwel elke belangrijke interventie ontstond na de militaire efficiency een civiele chaos. Wij hebben een groter vermogen nodig om alle noodzakelijke civiele hulpmiddelen te kunnen inzetten in crisis- en postcrisissituaties. Krachtiger diplomatiek vermogen: wij hebben een systeem nodig waarin de middelen van de lidstaten worden gecombineerd met die welke bij de EU-instellingen beschikbaar zijn. Om problemen op te lossen in meer afgelegen gebieden en in verre landen zijn beter begrip en een betere communicatie nodig. Gemeenschappelijke dreigingsevaluaties vormen de beste basis voor gemeenschappelijk optreden. Dit vergt verbeterde uitwisseling van inlichtingen tussen de lidstaten en met de partners.
41
Naarmate wij de vermogens op de verschillende gebieden vergroten, zouden wij een breder spectrum van missies moeten gaan overwegen. Hiertoe zouden gezamenlijke ontwapeningsoperaties, steun aan derde landen bij de bestrijding van terrorisme en hervorming van de veiligheidssector kunnen behoren. Dit laatste zou deel uitmaken van een meer algemene opbouw van de institutionele structuur. De permanente regelingen EU-NAVO, met name Berlijn Plus, hebben het militaire vermogen van de EU versterkt en het kader geschapen voor het strategisch partnerschap inzake crisisbeheersing tussen de beide organisaties. Uit een en ander blijkt onze gezamenlijke vastberadenheid om de uitdagingen van de nieuwe eeuw aan te gaan. Coherenter. De essentie van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en het Europees veiligheids- en defensiebeleid is dat wij sterker zijn wanneer wij samen optreden. In de afgelopen jaren hebben wij een aantal verschillende instrumenten opgezet die elk hun eigen structuur en bedoeling hebben. Thans is de uitdaging de verschillende instrumenten en vermogens bijeen te brengen: Europese bijstandsprogramma’s en het Europees Ontwikkelingsfonds, militaire en civiele vermogens van de lidstaten en andere instrumenten. Deze kunnen alle onze veiligheid en die van derde landen beïnvloeden. Veiligheid vormt de eerste voorwaarde voor ontwikkeling. De diplomatieke inspanningen en het beleid op het gebied van ontwikkeling, handel en milieu moeten dezelfde agenda volgen. In tijden van crisis is er geen vervangmiddel voor de eenheid van bevel. Een betere coördinatie van het externe optreden en het beleid inzake justitie en binnenlandse zaken is van fundamenteel belang voor de bestrijding van zowel het terrorisme als van de georganiseerde criminaliteit. Er is behoefte aan meer samenhang, niet alleen tussen de EU-instrumenten, maar ook tussen de externe activiteiten van de afzonderlijke lidstaten.
42
Ook op regionaal niveau zijn meer samenhangende beleidsmaatregelen nodig, vooral in conflictsituaties. Problemen raken maar zelden opgelost in het kader van één enkel land of zonder regionale steun, zoals de ervaring in de Balkan en in West-Afrika al op uiteenlopende wijze heeft aangetoond. Samenwerking met partners. Er zijn weinig of geen problemen die wij alleen kunnen oplossen. De hierboven genoemde dreigingen zijn gemeenschappelijke dreigingen die wij met al onze naaste partners delen. Internationale samenwerking is een noodzaak. Wij moeten onze doelstellingen verwezenlijken door middel van multilaterale samenwerking in internationale organisaties en door middel van partnerschappen met belangrijke actoren. De trans-Atlantische relatie is onvervangbaar. Tezamen optredend kunnen de Europese Unie en de Verenigde Staten een ontzagwekkende kracht ten goede in de wereld vormen. Wij moeten streven naar een doeltreffend en evenwichtig partnerschap met de Verenigde Staten. Dit is een reden temeer voor de EU om haar vermogens verder op te bouwen en haar samenhang te verbeteren. We moeten blijven werken aan een nauwere band met Rusland, dat een belangrijke factor vormt voor onze veiligheid en welvaart. Eerbied voor gemeenschappelijke waarden zal de vooruitgang op de weg naar een strategisch partnerschap in de hand werken. Onze geschiedenis, geografie en culturele verwantschap verschaffen ons banden met alle delen van de wereld: onze buren in het MiddenOosten, en onze partners in Afrika, Latijns-Amerika en Azië. Die banden vormen een belangrijke troef, die verder moet worden ontwikkeld. Wij moeten in het bijzonder werk maken van de ontwikkeling van een strategisch partnerschap met Japan, China, Canada en India, alsmede met elk land dat onze doelstellingen en waarden deelt en bereid is deze in zijn optreden te ondersteunen.
43
Conclusie In de wereld van vandaag bestaan nieuwe gevaren, maar ook nieuwe mogelijkheden. De Europese Unie beschikt over het potentieel om een belangrijke bijdrage te leveren, zowel bij het aanpakken van de dreigingen als bij het helpen verwezenlijken van de mogelijkheden. Een actieve Europese Unie die berekend is op haar taak zou invloed uitoefenen op wereldschaal. Aldus zou zij bijdragen tot een doeltreffend, multilateraal stelsel dat tot een rechtvaardiger, veiliger en meer verenigde wereld leidt.
Raad van de Europese Unie EUROPESE VEILIGHEIDSSTRATEGIE — EEN VEILIGER EUROPA IN EEN BETERE WERELD Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie 2009 — 43 blz. — 14,8 x 21,0 cm ISBN 978-92-824-2429-2 doi: 10.2860/16058 QC-78-09-568-NL-C
Waar kunt u EU-publicaties krijgen? Betaalde publicaties: •
bij de EU Bookshop (http://bookshop.europa.eu);
•
bij uw boekhandel onder vermelding van titel, uitgever en/of ISBN-nummer;
•
rechtstreeks bij een van onze verkoopagenten. U vindt de contactgegevens op http://bookshop.europa.eu of u kunt ze per fax aanvragen op +352 2929-42758.
Gratis publicaties: •
bij de EU Bookshop (http://bookshop.europa.eu);
•
bij de vertegenwoordigingen en delegaties van de Europese Commissie. U vindt de contactgegevens op http://ec.europa.eu of u kunt ze per fax aanvragen op +352 2929-42758.
QC-78-09-568-NL-C
Raad van de Europese Unie www.consilium.europa.eu
ISBN 978-92-824-2429-2