Etsen 5 VWO Tekenen Materiaal: etsplaatje, etsnaald, afdekvernis, harspoeder, brander, penseel, etspapier, etsinkt, krantenpapier, vijl, schuurpapier, poetslappen, potlood, reproductie. Werkwijze: Bestudeer allereerst minimaal 3 etsprinten van Rembrandt en teken met balpen zoveel mogelijk verschillende soorten arceringen na in je werkschrift. In ieder geval minimaal 15 (constateer dat ze alle 15 een andere grijstint opleveren!). Hoe meer trucjes je nu van hem af kunt kijken, des te meer voordeel heb je bij het produceren van je eigen ets!!!! Beschrijf vervolgens nog een andere manier dan arceren (van Rembrandt) om grijstonen te krijgen (werkschrift). Ga vervolgens op zoek naar een reproductie van een surrealistisch of magisch realistisch schilderij (kleur) van een kunstenaar naar eigen keuze als uitgangspunt voor deze opdracht. Zoek achtergrondinfo over dit werk, evenals de stroming waaruit het afkomstig is en noteer dit in je werkschrift Dan ga je van deze repro een schets maken, in de uiteindelijke afmetingen
van je etsplaatje. Verwerk in je ontwerp meteen al licht/donkerpartijen, dat maakt de uitwerking met de etsnaald straks een stuk gemakkelijker. Houd er rekening mee, dat je met etsen bijna alleen d.m.v. structuren kunt werken om
grijstonen te krijgen (denk aan Rembrandt!). Zorg dus ook voor voldoende details in je ontwerp.
Op het einde van deze fase wordt je ontwerp beoordeeld! (zie punt 1,2,4, 6 en 7) Nadat je lijntekening af is, maak je een 6-tal zwart-wit kopietjes, welke de basis gaan vormen voor je ontwerp van de aquatint. Vervolgens ga je met gewassen inkt (aangelengde oostindische inkt m.b.v. penseel) verschillende grijstonen over je kopietje aanbrengen. Zorg voor voldoende variatie, gebruik bv. minimaal 3 grijstonen + witte partijen. Dit wordt straks het uitgangspunt voor je aquatint. Probeer bij elk kopietje tot een beter ontwerp te komen.
Ook je beste gewassen inkttekening wordt weer voor een cijfer beoordeeld! (zie punt1,2 en 6) Prepareer ondertussen je etsplaatje. Vijl de randen rond en schuur de scherpe haakjes eraf, om later te voorkomen dat het plaatje door het etspapier heen gaat snijden. Polijst de plaat met koperpoets en dek daarna de achterkant af met notenlak en de voorkant (heel dun) met afdekvernis. Als alle voorbereidingen hebben plaatsgevonden, kun je aan de slag met de etsnaald. Maak tussendoor proefafdrukken, om tussentijdse resultaten te kunnen beoordelen en aanpassingen te kunnen maken. Hanteringwijze: een diepdruktechniek heeft een zeer fijn en gedetailleerd karakter, dus werken met structuren/arceringen is een must. Daarin zul je zoveel mogelijk moeten variëren, om verschillen/ begrenzingen tussen vlakken te kunnen aangeven. Bestudeer daarom je repro goed, om op de juiste plekken later de juiste grijstonen te kunnen verwerken. Later kun je de grijsvlakken nog extra nadruk geven m.b.v. aquatint (zie stencils)
Nadat het drukproces is voltooid, wordt je eindafdruk in zijn geheel beoordeeld. (zie punt 3, 4 en 5) Beoordelingscriteria: 1 - voldoende variatie in grijstonen 2 - je repro blijft een duidelijk zichtbaar uitgangspunt voor je ets → 3 - je hebt een kleuren afbeelding van een schilderij op eigen wijze om kunnen zetten in deze grafische techniek 4 - je hebt fijn en gedetailleerd gewerkt 5 - je hebt minimaal 1 goede afdruk, zelfstandig tot stand gebracht 6 - je hebt van tevoren voldoende studies gemaakt, ook m.b.v. gewassen inkt, om goed voorbereid aan de uitwerking van je ets te beginnen. 7 – je bent uitgebreid op zoek gegaan naar een interessante repro, waarvan je vervolgens voldoende info hebt verzameld.
Over de vier drukprincipes a hoogdruk bijvoorbeeld boekdruk, houtsnede, linoleumsnede, reliëfdruk. stempel
b diepdruk bijvoorbeeld ets, gravure
c vlakdruk bijvoorbeeld lithografie en offset d doordruk bijvoorbeeld sjabloondruk en zeefdruk
hoogdruk Hierbij liggen de af te drukken (inkt dragende) delen van de drukvorm hoog. Zie fig. De restvorm is weggesneden of weggegutst. Het afdrukken gebeurt met de hand of met een hoogdrukpers. De druk hoeft daarbij niet al te hoog re zijn. Voorbeelden van hoogdruk zijn: boekdruk. houtsnede. linoleumsnede. reliëfdruk en stempel.
diepdruk Hierbij liggen de af te drukken (inkt dragende delen van de drukvorm diep). Zie fig. De voorstelling is verdiept aangebracht in de drukvorm. De drukinkt zit in de groeven en moet bij het drukken door het papier worden opgezogen. Het afdrukken gebeurt daarom onder grote druk op een diepdrukpers.
De rand van de drukvorm veroorzaakt een plaatmoet in de afdruk. Voorbeelden van diepdruk zijn: ets en gravure. Bij een ets wordt de voorstelling door zuur in de plaat gebeten, bij een droge naaldets wordt deze stap overgeslagen. Deze techniek kenmerkt zich dan ook door een rafeligere, fluweelachtigere lijn. Bij een gravure wordt een burijn (steekbeitel) gebruikt om de voorstelling met fijne lijnen en lijnstructuren in de plaat te graveren.
Aquatint Met behulp van aquatint kun je grijze vlakken over je lijntekening aanbrengen, in zoveel gradaties als je wilt. Werkwijze: Maak altijd eerst een grijsbalk voor je met je uiteindelijke plaat begint!!!! In je schets (studie/ontwerp) heb je allereerst m.b.v. gewassen inkt een aantal variërende grijspartijen aangebracht. Deze grijspartijen worden je uitgangspunt. (1,2,3,4… of meer). Nadat je lijntekening af is en in het zuurbad is geweest, verwijder je de afdekvernis van de bovenkant. Vervolgens strooi je voorzichtig harspoeder over je etsplaatje. Hoe minder harspoeder je strooit, des te donkerder worden de grijspartijen. Smelt dan de hars vast m.b.v. een haardroger. Als het poeder doorzichtig is geworden, heb je voldoende verhit. Laat je plaat afkoelen. Vervolgens tel je het aantal grijsvarianten inclusief wit. Je begint met het afdekken van de witte partijen op je etsplaatje met afdekvernis. Vervolgens gaat de plaat een aantal seconden in het zuurbad. Haal de plaat eruit, spoel hem af en dek de partijen voor de lichtste grijstint af met afdekvernis…. Vervolgens de plaat weer in het zuurbad, afspoelen, etc. Dit herhaal je tot je de donkerste toon hebt weggeetst in de plaat. Wanneer je helemaal tevreden bent, kun je de afdekvernis van de hele plaat verwijderen en kun je de plaat gaan afdrukken. Afdrukken Maak eerst etspapier vochtig en stop het tussen dubbelgevouwen krantenpapier. Verwijder de afdekvernis van de bovenkant. Druk met een stukje linoleum de inkt diep in de groeven. Wrijf de eerste laag overtollige inkt weg met krantenpapier (vlak gebruiken). Als laatste maak je de plaat schoon met een stukje vitrage en evt. een zachte doek, maar let op dat je niet te hard poetst, want dan verwijder je de inkt weer uit de groeven!!!!! Nu kun je gaan afdrukken!!! vlakdruk Hierbij liggen de inkt dragende delen van de drukvorm in hetzelfde vlak als de niet af te druk ken delen.De afdrukken worden gemaakt op een speciale vlakdrukpers (lithopers of offsetpers). Voorbeelden van vlakdruk zijn: lithografie en offset.
De lithografie is gebaseerd op her principe dat water en vet elkaar afstoten.Op een speciaal behandelde. vlakke steenplaat wordt getekend met lithografische krijt of inkt. De steen ondergaat verschillende bewerkingen. die de getekende voorstelling chemisch vastleggen in de steen. Wanneer nu de steen bij het afdrukken wordt ingerold, pakt de verte inkt alleen op plaatsen waar de voorstelling is aangebracht. De delen van de steen waarop niet getekend is, zijn vochtig en scoren de vette drukinkt af. Offset is een moderne variant van lithografie. De zware lithosteen is daarbij vervangen door een lichte. buigzame zinkplaat of diafilm. Doordruk Bij doordruk wordt gebruik gemaakt van een drukvorm waarin de beeldvorm is uitgespaard: een sjabloon. Afdrukken worden met de hand of op een speciale pers eernaakt. voorbeelden van doordruk zijn: sjabloondruk en zeefdruk.
Succes!!