DECEMBER 2010
Duo: wethouder Margriet en ambtenaar Pieter
Keklik ging tijdelijk van Deventer naar Den Haag
16
Wintertips van Henk
24
30
Personeelsmagazine voor medewerkers van de gemeente Deventer
Esther over haar (vrijwilligers)werk www.deventer.nl
VAN DE REDACTIE
Wij bij Deventer nummer twee Een nieuwe redactie, een nieuwe uitgave van Wij bij Deventer. Hopelijk inspireren de collega’s die je in deze tweede uitgave in woord en beeld terugvindt je opnieuw. Een veelgestelde vraag na het verschijnen van het eerste nummer: is het lastig om collega’s te vinden met ‘een verhaal’? Daar kunnen we kort over zijn: nee! Gevraagd naar drijfveren, inspiratiebronnen, werkplezier of ergernissen blijkt dat collega’s met enorme betrokkenheid aan de slag zijn. In deze winteruitgave verhalen van Carolien, Esther, Henk, Harry, Pieter, Nelleke en vele anderen. Zij vertellen met enthousiasme wat hen bezighoudt in hun werk en in de gemeente waarvoor zij werken. Toeval of niet, in dit eindejaarsnummer veel ‘kerstgedachtes’: vrijwilligerswerk, studenten in het mbo op weg helpen, een persoonlijke column over ‘het leven zelf’… Hopelijk leveren juist deze persoonlijke verhalen van collega’s jou onder de kerstboom ontspanning en inspiratie op! De redactie
Wij bij Deventer is het personeelsmagazine voor alle medewerkers van de gemeente Deventer. Het magazine verschijnt twee keer per jaar, in juni en december. Eindredactie Team Communicatie, Maarten-Jan Stuurman Concept en productie Anne-Marie Veldkamp Fotografie Jeroen Jazet fotografie Concept en vormgeving AMGdesign, Deventer Drukwerk Robine BV, Twello Oplage 1200 december 2010
2 | WIJ bij Deventer
bij Deventer
Lezersoordeel
Inhoudsopgave Waar wonen wij? .......................
4
Margriet zet de Helpdesk ict in het zonnetje ...........................
5
Ardwin verdiept zich in de barbiepop .....................................
6
Omgevingsvergunning helpt onze klant denkt Carolien
....
7
Investeren in stagiairs loont, vindt Bep
......................................
8
Planoloog Esther over ‘haar’ scouting ...........................
10
Mentoren genieten van gesprekken met studenten ...
12
Nelleke’s Hanzestek: prachtige enk
.............................
Margriet & Pieter
.....................
Column van Jack
.......................
15 16 18
Team documentmanagement in beeld
.........................................
20
Katinka geeft tips voor na het werk .......................
22
Keklik maakte uitstap naar de Tweede Kamer
..........
24
Blik naar buiten: ........
26
gemeentegrenzen heen .........
28
Remco leert van Auping Harry kijkt over
Gespot: liever geen .......
29
in ons buitengebied .................
30
tuinkabouters schenken Henk over de schatten
Archeoloog Michael wint prestigieuze prijs
.....................
32
Aan mij het genoegen om ons personeelsblad als eerste te lezen. Voor mij is het een weekendklus die ik met plezier doe. Het geeft mij plezier, omdat op een mooie manier onze interesse in werk en privé in het blad is vastgelegd. Veel medewerkers laten zich van een kant zien waar je geen weet van hebt. Als eerste kies ik het aangrijpende verhaal van Jack Windt. Zo uit het leven gegrepen. Het pakte mij direct, door de lijn in het verhaal kan ik mij zo inleven in de situatie... Esther Busman geeft ons een kijkje in haar privéleven. Ze laat een mooie manier van samenhang zien tussen haar geweldige inzet bij de scouting en de baan bij ons team ROB. Met plezier heb ik ook het stuk gelezen over de uitwisseling van de ict kennis van Deventer met omringende gemeenten. Fantastisch om te zien wat het team van Harry Olde Hanhof op dat vlak al heeft weten te bereiken. Uit mijn directe omgeving weet ik dat op het vlak van gemeentelijke samenwerking al veel meer is verdiend, maar dat er zeker ook nog wel meer te verdienen valt. Een prima ontwikkeling voor onze organisatie in deze tijden waar we zuinig om moeten gaan met ons geld. Maar waar we ook afwisselend werk willen behouden voor onze eigen medewerkers. Erg interessant is ook de werkbeleving van Henk Vos. Henk brengt samen met collega’s
de kwaliteit van onze cultuurlijke ‘schatten’ in het buitengebied op een objectieve wijze in beeld. De kwaliteiten van de ommelanden komen daardoor nog beter voor het voetlicht. Persoonlijk heb ik niet zoveel op met barbies. Maar ik schat in dat de tentoonstelling in het Speelgoedmuseum onze dochter Carmen erg zal aanspreken. Ze is ondertussen 26 jaar, maar ze kan haar ‘barbiefamilie’ echt nog niet missen! Ik zal haar even tippen om de tentoonstelling te bezoeken, wie weet ga ik nog wel even met haar mee… Tot slot sta ik nog even stil bij een andere tak van ‘sport’, het begeleiden van stagiairs. Zelf heb ik ook de eer gehad een half jaar een stagiair en een ‘minor’ groep van Saxion te begeleiden. Heel inspirerend. Ik zie op dat vlak veel initiatieven van ons P&O team voorbijkomen. Prima dat we als organisatie zo investeren in ‘de jeugd’. Veel herkenning van mijn ervaringen zie ik weer terug in het verhaal van Beppie Sueters over de begeleiding van stagiairs bij de publieksbalie. Fantastische verhalen allemaal! Als jullie ‘ons’ Personeelsmagazine in handen krijgen, zal het jullie opvallen hoeveel werk de redactie heeft verzet om zo’n afwisselend blad voor (in) elkaar te krijgen. Mijn complimenten! Paul Woudwijk
www.deventer.nl | 3
WIJ in cijfers
Waar wonen wij? We werken allemaal voor Deventer. Maar… wonen we ook in de gemeente? Wij bij Deventer zocht het uit. Een willekeurig rondje langs verschillende collega’s leert dat de één er bewust voor kiest om in de gemeente te wonen waarvoor hij of zij werkt – “ik houd zo goed voeling met wat er leeft” – terwijl de ander er niet aan moet denken om te wonen in zijn of haar werkstad – “moet ik op zaterdag ook nog een praatje maken met bewoners.” Bijna 40 procent van ons woont buiten de gemeentegrenzen. Van de collega’s die in de gemeente Deventer wonen, woont het merendeel in de stad. Van de omliggende dorpen of kernen staan Bathmen en Schalkhaar bovenaan.
4 | WIJ bij Deventer
Margriet
en de Helpdesk ICT COMPLIMENT
“Snel, vriendelijk en deskundig” Kritiek is snel geleverd, maar is een compliment ook snel gegeven? Wij bij Deventer biedt een platform aan collega’s om elkaar eens in het zonnetje te zetten. Senior communicatieadviseur Margriet van de Poel complimenteert dit keer niet één, maar meerdere collega’s. De complete Helpdesk ICT mag haar bedankje in ontvangst nemen… Margriet: “Startend in een nieuwe baan moet je ook alle ‘techniek’ weer regelen. Computerinstellingen, mobiele telefoon, outlook
thuis, printerinstellingen, noem maar op. Dit gaat mijn technische kennis én geduld te boven. Zeker omdat je in een nieuwe baan ook
op andere terreinen snel je weg moet en wilt vinden. De heren en dames van de Helpdesk ICT hebben geweldige service geleverd. Meekijken om instellingen voor elkaar te krijgen, foutmeldingen oplossen, mijn mobiele telefoon opnieuw programmeren, hinderlijke piepjes uit mijn telefoon halen… En dit allemaal snel, vriendelijk en deskundig. Dank en complimenten!”
www.deventer.nl | 5
Ardwin
ARDWIN VRAAGT
Ardwin maakt kennis met barbie Nee, met de barbiepop heeft Ardwin Lantain niets… Met vijf jongens thuis draaide het vroeger vooral om jongensspeelgoed. Voor hemzelf stond Lego met stip op één. Niettemin troont hij zijn partner Marijke misschien wel mee naar de barbietentoonstelling in het Speelgoedmuseum, die vanaf 27 november is te bekijken. Ardwin nam tijdens de opbouw vast een kijkje. Dorien Hagedoorn en Evelien Verkerk, beiden werkzaam bij het Historisch Museum/ Speelgoedmuseum, wijzen Ardwin bij binnenkomst meteen maar even de ‘mannenhoek’ waar barbie’s partner Ken zijn opwachting maakt tijdens de overzichtstentoonstelling over barbie. De Harleymotor op schaal staat al klaar. “Na tentoonstellingen over Lego en Meccano vonden we het nu tijd voor meisjes”, lacht grafisch vormgeefster Evelien. “De vorige tentoonstelling over modelbouwtreinen trok in tien maanden 40 duizend bezoe-
6 | WIJ bij Deventer
kers”, meldt Dorien, “hopelijk halen we dat nu ook.” Dat gaat met de barbietentoonstelling ongetwijfeld lukken. Evelien ontwierp een prachtig passend decor, dat door collega Hans Kleineschaars werd gemaakt. Naast het bekijken van de verzameling kunnen kinderen zich ook optutten als barbie. Ook wordt ingespeeld op de actualiteit door barbiescènes aan te passen aan kerst en carnaval. Zover is het tijdens het bezoek van Ardwin nog niet; Dorien en Evelien zijn druk doende met de opbouw, samen met Els Schouten. Zij
heeft thuis een etalage voor alle barbies en leent nu de helft van haar collectie uit aan het Speelgoedmuseum. Uit honderd dozen komen zo’n zeshonderd barbies, met bijbehorende attributen en kleertjes. “Barbie werd bedacht voor tieners, maar nu spelen vijfjarigen ermee”, vertelt Els aan Ardwin. “De barbiepoppen uit de jaren zestig zijn niet meer te vergelijken met die van nu. Vroeger klopte alles: alle verhoudingen en details, tot en met naadjes en knoopjes op haar kleren.” Had barbie vroeger nog typische vrouwenberoepen, tegenwoordig is ze een stuk stoerder geworden. “Zeker geen ambtenaar?”, vraagt Ardwin? “Nee, helaas. Al had barbie in het verleden wel bestuurlijke ambities, want ze was ooit presidentskandidaat”, meldt Els. Producent Mattèl speelde en speelt handig in op trends, vertelt Dorien. “Ballet, paarden en bruiloften”, vult Els aan. Evelien: “Als bezoekers na het bekijken van de vaste collectie hier de trap afkomen zijn ze meestal enthousiast. Helemaal als ze merken dat er nóg een tentoonstelling is te zien.” Jammer genoeg is er te weinig ruimte om de gehele collectie permanent tentoon te stellen, dus Dorien en Evelien hopen op een andere locatie met meer mogelijkheden, melden ze aan Ardwin. “Dan kunnen we leuke vaste tentoonstellingen maken”, vindt Evelien. “Over het industriële verleden van Deventer bijvoorbeeld.”
CAROLIEN
Klantgemak Vanaf 1 oktober kunnen klanten 26 vergunningen, die met bouwen of andere veranderingen in de omgeving te maken hebben, digitaal aanvragen via één omgevingsvergunning. Eén aanvraag, één procedure en één vergunning. Mooi, vindt ook klantadviseur fysieke omgeving Carolien Voogt. Voor de complexere vragen blijft zij – samen met haar collega’s – paraat om klanten te helpen. Een klein kijkje in de keuken. Voor de klanten die geen ‘ingewikkelde’ vergunning nodig hebben, is de komst van de omgevingsvergunning een uitkomst, denkt Carolien Voogt. Aanvragen kan digitaal, je krijgt tijdig antwoord en kunt meerdere zaken tegelijk regelen. Maar voor de complexere aanvragen is vooraf advies wel handig. En daar zijn Carolien en haar collega’s voor. “In een initiatiefgesprek zetten we samen met de klant zijn of haar wensen op een rij en bekijken we de mogelijkheden”, legt Carolien uit. “We kijken of die wensen passen binnen de bestaande wet- en regelgeving en onderzoeken welke vergunning of vergunningen nodig is of zijn.” “Stel dat voor een bepaald plan een bestemmingsplanwijziging nodig is, dan schetsen we verschillende scenario’s. Het kan bijvoorbeeld best zijn dat, als een klant zijn wens net even aanpast, een langdurige planprocedurewijziging niet nodig is.” Doordat klantadviseurs tijdig in gesprek gaan met klanten, krijgen die snel duidelijkheid over eventuele kosten, de (lengte van de) procedure en over wat zij zelf moeten aanleveren aan documenten, tekeningen, et cetera. “Ik ga er inhoudelijk níet over”, verduidelijkt Carolien, “ik coördineer alles zodat hier intern alle informatie op tafel komt en ik ben contactpersoon voor de klant.” Veelal zijn klanten ronduit blij met één aanspreekpunt. Zeker omdat Carolien ‘ingewikkelde’ informatie begrijpelijk kan vertalen. Maar natuurlijk valt minder goed nieuws niet altijd lekker… “Dan bied je ruimte om grieven te uiten”, zegt de klantadviseur. “Ik probeer me altijd te verplaatsen in die klant. Hoe zou ik het zelf vinden als iets niet lukte? En veel heeft te maken met verwachtingen. Soms is het lastig uit te leggen dat procedures zo lang moeten duren, maar meestal lukt het om samen met de klant een oplossing te bedenken.”
www.deventer.nl | 7
WERKEN
Stagiair = verrijking Anno nu leren en werken er zo’n twintig (betaalde) stagiairs in onze organisatie. Bij de publieksbalies in de Leeuwenbrug hebben ze volop ervaring met het begeleiden van stagiairs, vertelt senior medewerker Beppie Sueters. Momenteel leren en werken er drie bij de publieksbalies. Beppie Sueters is de officiële praktijkbegeleider van de stagiairs die komen leren bij de publieksbalies. Op de werkvloer worden zij door de stagebegeleiders gecoacht. Niet iedereen wil of kan dat, merkt Beppie. Je moet geduld en tact hebben, zaken bondig kunnen uitleggen en je kunnen verplaatsen in die stagiair. “We hebben elk jaar tijdens tien maanden een aantal stagiairs uit het middelbaar beroepsonderwijs van de opleiding sociaalmaatschappelijke dienstverlening of juridisch medewerker openbaar bestuur.” Een bewuste keus, want na hun stage zet Beppie de jongeren met hun opgedane ‘basisopleiding’ in, in een pool van vaste uitzendkrachten. “Die verzorgen bijvoorbeeld de koopavonden, vangen piektijden op of vervangen onze vaste medewerkers in vakantietijden. Zo houden we onze bezetting goed.”
Frisse blik is welkom Een ander voordeel: een frisse blik op zaken. “Velen van ons werken al lang in deze functie. Dan is het best goed dat jongeren weer eens zorgen voor een andere kijk op zaken. Jongeren zijn ook direct, kunnen prima overweg met de computer en zijn gewend om feedback te geven.” Omgekeerd vindt Beppie het als gemeente ook een verantwoordelijkheid om – waar dan ook – jonge mensen de kans te geven zichzelf te ontwikkelen. Pluspunt van ‘veel stagiairs’ is ook dat je kunt zorgen voor een goede mix in het team aan leeftijden, mannen en vrouwen en culturen. “We hebben in ons team collega’s met allerlei verschillende achtergronden”, licht
8 | WIJ bij Deventer
voor je team
Beppie toe. “Zweden, Somalië, Marokko, Irak en Turkije: er is van alles vertegenwoordigd, vooral onder de stagiairs. Belangrijk, want als Publiekszaken willen wij graag een afspiegeling zijn van de lokale samenleving.”
Stagiairs blijven binden Vraagt de begeleiding van – in dit geval – stagiairs met diverse culturele achtergronden nog om specifieke vaardigheden? Niet echt: teamleden staan wat dat betreft heel open voor elkaar, merkt Beppie. Er worden jaarlijks trainingen gevolgd op het gebied van communicatie om gesprekstechnieken en balievaardigheden steeds verder te ontwikkelen. Om gezamenlijk nog meer inzicht te krijgen in culturele gebruiken van klánten aan de balie, volgde het team ook een interculturele training. “Dat bood een andere kijk op cultuurverschillen”, merkte Beppie. “En natuurlijk gaan stagiairs dan ook mee naar zo’n soort training. Zeker omdat we ze na afloop ook graag aan ons blijven binden.” Van dat laatste zijn de collega’s zich ook zeker bewust. “Stagiairs worden hier met open armen ontvangen. Ik vind het een verrijking voor je team.”
Zeven gouden regels voor effectieve coaching 1 Duidelijke leerdoelen: stel samen met de stagiair de leerdoelen op, maak een actieplan en tijdsplanning 2 De juiste klik: respecteer elkaar. Springt er geen enkel vonkje over: kijk dan of je een andere begeleider kunt vinden voor de stagiar 3 Regelmaat: geregelde voortgangsgesprekken zijn een must
4 Veilig leerklimaat: bespreek persoonlijke
De stagebegeleiders van frontoffice Publiekszaken, Monika van Doorn, Margien Kloosterboer en Frits Waanders, volgden bij de Academie Mens Arbeid van Saxion de Workshop Jezelf ontwikkelen mag – het coachen van stagiares, gegeven door Ad van der Stadt. De tips op deze pagina komen uit de bijbehorende workshopbundel. Ook interesse? Informeer bij Beppie naar haar ervaringen en/of zoek contact met Saxion via www.saxion.nl/kennistransfer.
(leer)thema’s van de stagiair in een sfeer van veiligheid en vertrouwen 5 Gestructureerde voortgangsgesprekken: bespreek consequent de actuele situatie, het doel, de opties (hoe kan de stagiair werken aan het doel), de conclusie en het actieplan 6 Vragen stellen: een goede coach vraagt door en door… Geef geen instructies of dwingende adviezen maar stel vragen 7 Resultaten evalueren: heeft wat je bespreekt met de stagiair ook effect in de dagelijkse (werk)praktijk? Die vraag staat steeds centraal
www.deventer.nl | 9
Ester
10 | WIJ bij Deventer
PASSIE
Planoloog Esther is gegrepen door scouting
Organiseren is de rode draad Omdat Esther Busman – in het dagelijks leven juridisch en planologisch medewerker bij het team Ruimtelijk Ontwerp en Beheer - zóveel tijd en energie steekt in haar werk voor scouting Titus Brandsma in Deventer, was zij afgelopen najaar genomineerd voor de Overijsselse Vrijwilligersprijs 2010. In gesprek over de lol van vrijwilligerswerk naast je betaalde baan en hoe beide elkaar versterken. Al – zelf vindt ze dat ‘pas’ – op haar achtste ontdekte Esther Busman scouting. En meteen was ze als kaboutertje verkocht. “Ik vond de afwisseling heel leuk, maar later ook de grensverleggende dingen die je deed. Tochten lopen in het donker, vuurtje stoken: juist de stoere dingen spraken me aan.” Vanaf haar zeventiende is Esther ook als leidster betrokken bij scouting. Later kwam daar het bestuurswerk bij. Inderdaad: daar gaat veel tijd in zitten. Met plezier, want ‘op de bank zitten’ is niets voor haar. Alle inzet was voor een collega-bestuurslid van de scouting reden om Esther op te geven voor de Vrijwilligersprijs Overijssel 2010. Ze werd niet verkozen, maar natuurlijk was het ‘ontzettend aardig’ dat ze werd aangedragen en genomineerd.
Samenwerking centraal Wat maakt die scouting nu zo aantrekkelijk? “Iedereen is welkom”, steekt Esther van wal. “Scouting is niet competitief. De één kan goed bouwen, de ander is weer goed in iets anders. Je ziet nu ook dat veel kinderen voor wie sporten niets is, zich bij ons wel thuis voelen. Daarnaast is samenwerking iets wat centraal staat bij scouting. Stap voor stap word je als kind steeds zelfstandiger.” En zo ga je er eerst samen met je leider op uit, loop je zo’n tocht later met een kaart en volg je als tiener bijvoorbeeld een ontdekkingstocht in het donker. Tegenwoordig leidt Esther elke vrijdagavond een groep tieners, regelt ze bouwzaken en vergunningen en doet ze bestuurswerk. “Een groot deel van mijn vrienden heb ik hier ontmoet, net als mijn vriend”, vertelt Esther. “Hij deelt mijn enthousiasme en dat is wel fijn, aangezien ik er veel tijd aan besteed.” In het dagelijks leven is Esther bezig met onder meer het actualiseren van bestemmings-
plannen en de omgevingsvergunning. Een leuke baan, ook omdat er veel afstemming met andere collega’s en teams bij komt kijken. En daar zitten zeker parallellen met haar ‘vrijwilligerswerk’. “Bij de scouting ben ik bezig met regelen en organiseren. Dat ligt me wel. Ik doe daar ook op mijn werk mijn voordeel mee. Het coördineren, de regievoering op processen: ik vind dat minstens zo leuk als de inhoud van het werk.”
Coachen in het (vrijwilligers)werk Ook de vaardigheden die om de hoek kijken bij het leiden van een groep jongeren, zijn handig voor haar werk. Leidinggeven, coachen. “Laatst heb ik voor mijn werk een workshop stagebegeleiding gedaan. Dan is het wel handig dat je dat wat je geleerd hebt eerst even kunt ‘testen’ bij de scouting! Zo merk ik wel dat wat ik leer door mijn vrijwilligerswerk en door mijn baan bij de gemeente elkaar ver-
sterkt. Op landelijk niveau zijn we bij de scouting op dit moment ook bezig een systeem te ontwikkelen om competenties die je bij scouting ontwikkelt, te kunnen certificeren zodat die competenties ook in het onderwijs en het bedrijfsleven kunnen worden erkend.” Niet dat Esther nu wekelijks bewust stil staat bij de parallellen tussen ‘werk’ en ‘scouting’… “Na een drukke werkweek vind ik het gewoon ontspannend om met pubers bezig te zijn en leuke dingen te verzinnen om te doen.” In haar directe omgeving weten collega’s zeker dat Esther betrokken is bij de scouting. “Aangezien zo’n negentig procent van mijn weekend in het teken staat van scouting kan dat ook niet anders”, lacht ze. “Ze vinden het altijd wel leuk. Toen ik genomineerd was voor de vrijwilligersprijs kreeg ik ook leuke reacties.” Of ze zich een leven zonder scouting kan voorstellen? “Ik zou niet weten wat ik met al die tijd die ik dan overhoud zou moeten doen.”
www.deventer.nl | 11
Mentoren genieten van gesprekken met studenten Iets goeds doen voor een ander: niets mis mee. Het leuke is, vertellen collega’s Esther, Yvonne en Roel: je krijgt er veel voor terug. Energie, een positief gevoel en een kijkje in een andere wereld. In gesprek met drie mentoren die in hun vrije tijd studenten van ROC Aventus begeleiden. Haar baan bij de gemeente, een gezin, veel interesses: Esther Klaassen heeft het druk genoeg. Toch wil ze graag nog iets meer betekenen voor de maatschappij. Toen de oproep van voormalig gemeentesecretaris Theo Bakhuizen om medewerkers te stimuleren mentor te worden voorbijkwam, meldde Esther zich dan ook meteen aan. “Ik heb een student een jaar intensief begeleid”, vertelt Esther. “Dat traject is nu bijna afgerond en ik wacht op een nieuw verzoek.” De mentee van Esther had privé nogal wat te verstouwen en zocht een mentor die haar kon helpen het een en ander op een rij te zetten. “Het was vooral spiegelen en helpen prioriteiten te stellen”, vat Esther samen. “Maar ik hielp ook wel bij het zoeken naar een stageplek.” Esther vindt het mentorschap geweldig. “Het geeft een goed gevoel om iets te betekenen voor een ander, van mens tot mens.” Leerzaam is het ook, vindt ze. “Ik heb competenties als luisteren en je inleven in een ander absoluut verder ontwikkeld”, constateert ze, “en dat kan ik in mijn werk goed gebruiken.” Esther werd onlangs vertrouwenspersoon bij de gemeente, naast haar baan als projectensecretaris/projectleider kwaliteitszorg. “Ik heb heel bewust gesolliciteerd naar die functie omdat ik heb ontdekt dat juist ook die luisterende rol goed bij me past, naast de processen en producten waar ik – ook met plezier – mee bezig ben.” Terugkijkend had Esther vroeger zelf ook wel een mentor willen hebben. “In een periode in je leven waarin je zoveel moet kiezen en je jezelf nog nauwelijks kent, kun je zo’n mentor goed gebruiken. Die is onafhankelijk. Dat helpt misschien wel in een fase waarin je misschien minder bereid bent naar je ouders te luisteren.”
12 | WIJ bij Deventer
Andere wereld leren kennen Roel Peeters werkt bij team Vergunningen en is lid van de Ondernemingsraad. Een volle agenda, maar hij maakt graag tijd vrij voor ‘zijn’ mentee. Sterker nog, Roel is ervan overtuigd dat veel méér studenten een mentor kunnen gebruiken. Hijzelf spreekt nu zo’n anderhalf jaar geregeld met Joost. Een prima jongen, al wat ouder, die het lastig vindt om zijn studie te plannen. “Complete chaos”, vat Roel bondig samen. “Hij kreeg het advies een mentor te nemen en stond er open voor.” En juist dát is cruciaal, hebben de drie mentoren allemaal gemerkt. Wil een student eigenlijk niet? Dan heeft het geen zin. Joost wil dus wel en graag zelfs. “We treffen elkaar elke veertien dagen en dan help ik hem met zijn studieplanning”, legt Roel uit. “We kijken nu hoe we het kunnen afbouwen.” Inmiddels werkt Roel ook met een nieuwe student: Sebastiaan. Yvonne van den Berg van het team Personeel & Organisatie is onder andere stagecoördinator, intermediair voor het uitzendbureau en zij ondersteunt het loopbaanadviescentrum. Als iemand weet hoe belangrijk het is om perspectief te hebben in je loopbaan, is zij het wel. Dus als zij jongeren wat perspectief kan bieden, waarom niet? “Ik ben ook buddy van een chronisch zieke”, vertelt Yvonne, “en heb dus wel wat ervaring in de begeleiding van mensen. Ik had nog wel ruimte, dus ik heb me opgegeven voor mentoring.” Los van het feit dat Yvonne graag iets wil betekenen voor haar medemens, leek het haar ook leuk de studentenwereld te leren kennen. Dat is ook wat Roel boeit aan het mentorschap. “Joost werkt bij Brinkgreven, hier in Deventer. Hij heeft me daar rondgeleid. Leuk, want ik kon me hierdoor goed inleven in hoe hij werkt. Maar ik zag ook hoe Joost met zoveel zorg met de cliënten omging. Gewoon fantastisch. Dat sterkte mij ook in het besef: hij móet die studie halen! Het zou echt een verlies van talent zijn als dat niet zou lukken.”
Afgehaakt Vanwege haar andere vrijwilligerswerk, gaf Yvonne aan graag studenten van zorgopleidingen te begeleiden. En zo kwam Angela
Roel
op haar pad. Die was op haar zestiende gestopt met school, werkte in een vleesfabriek en wilde graag terug naar school om in de zorg te gaan werken. “Daar had ik zo’n bewondering voor”, reageert Yvonne, “om op je 25e het roer toch om te gooien.” Yvonne ontmoette Angela een paar keer en ging ook kijken in het verpleeghuis waar Angela werkte. “Wij hadden het vooral over de andere cultuur waarin Angela terecht was gekomen. Dat vond ze best lastig; van een wat ruigere omgangcultuur in de fabriek naar de zorg.”
Na verloop van tijd begon Angela afspraken met Yvonne af te zeggen en uiteindelijk liet ze niets meer van zich horen. “Ze is gestopt met haar studie.” Jammer, vindt Yvonne, die nog verschillende keren contact heeft gezocht, zonder resultaat. Waarmee het punt weer is gemaakt: een student moet wel wíllen. Toch is ze niet uit het veld geslagen: nu begeleidt ze Inge. “Een heel ander type”, is Yvonne’s observatie. “Ze zoekt vooral begeleiding om haar onzekerheid de baas te worden.”
www.deventer.nl | 13
Kijkje in de eigen keuken Natuurlijk: het goede doel is belangrijk. Maar als mentor krijg je veel terug, vinden Esther, Roel en Yvonne. “Ik werk zo’n dertig jaar voor de gemeente”, verwoordt Roel, “het is gewoon leuk om er iets anders bij te doen. Je ontmoet nieuwe mensen, kunt iemand helpen en krijgt er veel energie van.” Bovendien geeft het je de gelegenheid jonge mensen een blik te geven in allerlei soorten banen en werkgevers. Zo nodigden Yvonne en Roel hun mentees ook uit op hun werk om ze meer te vertellen over wat zij doen. “Er ging een wereld open”, lacht Yvonne. Maar het mooiste, vindt Roel, is toch om te ervaren: “Als je vertrouwen geeft, krijg je het terug.”
Yvonne
Wat is mentoring? Als mentor ondersteun je een student van ROC Aventus. Het gaat meestal om een jongere die een extra steuntje in de rug kan gebruiken. Wat je kunt betekenen hangt natuurlijk af van de student in kwestie. De één heeft behoefte aan studeertips, een ander zoekt een luisterend oor of wil graag sparren over zijn of haar toekomst. De meeste mentoren maken na de kennismaking met de student elke twee weken een afspraak om bij te praten. De afgelopen jaren hielpen mentoren, die in het dagelijks leven werken bij bedrijven en instellingen in de regio Stedendriehoek, al ruim tweehonderd studenten (verder) op weg.
Burgemeestersinitiatief Studenten die de AKA-opleiding volgen, ontbreekt het vaak aan basale sociale vaardigheden. Dat maakt functioneren in de samenleving en in een baan lastig. Om juist deze studenten te begeleiden, zijn ook mentoren nodig. Als mentor stimuleer en help je een AKA-student bij het ontwikkelen van competenties op het gebied van leren, loopbaan en burgerschap. Dat komt in de praktijk vooral neer op het ontwikkelen van (onder meer) werknemersvaardigheden. Denk aan: het maken van keuzes, op tijd op het werk komen, leren plannen, samenwerken, et cetera. Dat gebeurt op basis van concrete opdrachten, die in tien dagdelen van drie uur
14 | WIJ bij Deventer
worden gemaakt door de mentee, onder begeleiding van de mentor. Na afloop ontvangen zowel de mentee als de mentor een certificaat uit handen van Andries Heidema.
instellingen meer betrekken bij het competentiegerichte onderwijs.
Masters in de Classroom
Op www.aventus.nl vind je praktische informatie en een speciaal boekje voor mentoren. Je vindt er ook de ‘heldengalerij’ met praktijkervaringen van mentoren en mentees. Onze ‘eigen’ Andries Heidema beveelt het mentoringproject op de site van harte aan; hij is lid van de klankbordgroep van het mentoringprogramma.
Een ander project van ROC Aventus waarvoor je je zou kunnen opgeven is Masters in the Classroom. Je wordt dan ingezet bij gastlessen, bedrijfssimulaties of geeft feedback op concrete beroepsproducten die studenten maken. Doel van dit project is bedrijven en
Meer weten?
HANZESTEK
Salland ten voeten uit Laatst nog, fietste ze na een bijeenkomst in Lettele terug naar huis. Op het land waren de landbouwmachines aan het werk. “Het leek met al die lampen net een ballet in het donker”, herinnert wijkmanager Deventer Buiten, Nelleke Hage zich. Ook overdag biedt de enk – tussen Deventer en Lettele – veel moois. Het groen, het coulisselandschap, in de verte de kerktoren. Er zijn natuurlijk meer mooie plekken, maar dit is “Salland ten voeten uit”, vindt Nelleke. Om daarvan volop te genieten doet ze ook voor haar werk zoveel mogelijk op de fiets. “Kom ik lekker fris thuis na vergaderingen of bijeenkomsten.” Met de opbouwwerker van Raster en de wijkbeheerder ondersteunt Nelleke bewoners in het buitengebied. “Samen brengen we bewonersinitiatieven verder”, vat ze samen. En daar komt veel afstemmen binnen en buiten de gemeentelijke organisatie bij kijken. “Ik ben de hele dag bezig met verbinden”, lacht Nelleke. “Ik heb de leukste baan die er binnen de gemeente is te vinden. Bewoners hebben zulke leuke en creatieve ideeën en vaak een enorme inzet. Daar kan ik mateloos bewondering voor hebben.”
www.deventer.nl | 15
16 | WIJ bij Deventer
DUO
Margriet & Pieter Als op zaterdag de telefoon gaat roepen de kinderen van programmamanager Pieter Folkeringa: ‘Dat is Margriet!’. Geen punt, vindt hij. Net als wethouder Margriet de Jager vindt Pieter het nieuwe werken prima. Als het nodig is, hoort daar een telefoontje in het weekend gewoon bij. Margriet en Pieter werken samen aan opvang en zorg. Inderdaad: ‘mensen’ zijn de rode draad.
“We zijn allebei geen ‘van negen tot vijf’ types”, beaamt wethouder Margriet de Jager. “Soms is het handig om even snel zaken af te stemmen en dan bellen we even.” Dat kan nodig zijn, vindt ook Pieter Folkeringa. ‘Hun’ programma opvang en zorg raakt immers mensen, dus soms is snelle actie of informatie-uitwisseling gewenst. Ruim twee jaar werkt Pieter nu bij de gemeente Deventer. Met veel plezier, want hij heeft echt het gevoel dat hij op zijn werkterrein – bij uitstek dus die mensenportefeuille – iets kan betekenen voor de samenleving. “Daarin vinden Margriet en ik elkaar. We willen juist de kwetsbare mensen verder helpen.”
Op inhoud hard tegen hard De Wet maatschappelijke ondersteuning, volksgezondheid, maatschappelijke opvang voor dak- en thuislozen, preventie: het is een greep uit de onderwerpen waarover Margriet en Pieter zich buigen. De rode draad: mensen laten meedoen. Die drijfveer delen ze zeker, maar over het hóe voeren wethouder en ambtenaar best wel eens pittige discussies. “Ik kan vrij strabant zijn”, lacht Margriet, “en ben ook behoorlijk eigenwijs. Maar Pieter kan dat hebben. Ik houd ervan om tegengas te krijgen en dat geeft ‘ie ook. Moet ook. Discussie hoort erbij. Soms stel ik mijn mening dan ook wel bij.”
“Het gaat op inhoud wel eens hard tegen hard”, beaamt Pieter. “Maar ik heb als stelregel wel: ambtenaren meten, wethouders wegen. De afweging is aan Margriet; ik schets alle mitsen en maren en breng de cijfers, feiten en verschillende scenario’s in kaart. Gaandeweg adviseer je, maar Margriet bepaalt haar eigen koers. Dat is ook haar verantwoordelijkheid.” Voelt de samenwerkingsrelatie collegiaal? Jazeker, beamen Margriet en Pieter allebei. “Margriet is zeker een collega, maar ze is wel de baas”, lacht Pieter.
Rollen Heeft Pieter nooit de behoefte gehad om zélf aan het stuur te zitten? Nou nee. Hij werkt liever achter de schermen en heeft geen behoefte aan het directe politieke spel. En Margriet, verlangt die er niet zo nu en dan naar om zelf een beleidsstuk te schrijven? “Heb ik natuurlijk veel gedaan toen ik adviseur was”, zegt ze. Nu zit de lol vooral in de samenhang en verbinding zoeken tussen verschillende programma’s en beleidsterreinen, besturen op inhoud. Als het aan Margriet ligt wordt er de komende tijd vooral iets gedáán met de stapels plannen die er al liggen. “Dingen verduurzamen”, vat ze samen. “Verankeren wat we hebben en mensen verder brengen.” Beleidsplannen mogen wat haar betreft maximaal zes A4-tjes beslaan en de samenvatting moet op één vel passen. Bovendien moet dat beleid, wat Margriet en Pieter betreft, vooral samen met de betrokkenen worden gemaakt. “Margriet kent de
wereld heel erg goed en heeft veel contacten bij alle instellingen”, vindt Pieter. Omgekeerd vindt Margriet dat ook van hem. “Pieter heeft zich bijvoorbeeld sterk gemaakt voor een krachtige cliëntenraad voor de Wet maatschappelijke ondersteuning”, licht ze toe. Dat levert constructieve feedback op waar ‘de gemeente’ iets mee kan. “Dat houdt scherp. Vaak hebben mensen ook gewoon gelijk en kunnen we het op sommige terreinen gewoon beter doen.”
Beleid is niet abstract Juist dat contact met mensen is voor Margriet ook een essentieel onderdeel van haar werk. “Ik zit hier door en voor mensen”, legt ze uit, “en dat is een hele eer.” Ziet ze concreet wat ze kan realiseren voor die mensen? “Al zijn we als college relatief kort bezig, toch zie ik dat wel. Het zijn vaak de kleine dingen.” Pieter: “Met de komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning was er landelijk veel gedoe over de zogenoemde alfahulpen, die wel of niet in dienst zouden moeten bij zorgverleners. Wij hebben in Deventer toen heel bewust gekozen voor een mengvorm: hulpen werden niet gedwongen in dienst te gaan en de cliënten hoefden geen afscheid te nemen van hun vertrouwde hulp. En het bleek nog goedkoper ook.” Een mooi voorbeeld van hoe ‘beleid’ echt effect kan hebben. “Als je hier door de stad loopt, dan zíe je de zorg. Van de dagbesteding tot de crisisopvang: beleid is in ons geval niet abstract. Ik heb nog nooit zo hard gewerkt als bij de gemeente, maar het is leuk en dankbaar om te doen.”
www.deventer.nl | 17
Jack
18 | WIJ bij Deventer
Het leven zelf Collega Jack Windt is bij velen ongetwijfeld nog bekend vanwege zijn columns in het verleden: de windvaantjes… Speciaal voor Wij bij Deventer schreef hij een persoonlijke bespiegeling die duidelijk maakt: er is meer dan werken. Dit gaat over het leven zelf.
“Wil je zelf eten, of moet ik je voeren”. “Voeren” was het antwoord. Ik was al blij dat we zo ver waren gekomen. Op de vraag van de verpleegkundige een paar minuten eerder, “wat meneer wilde eten” had hij heftig het hoofd geschud. Nadat de andere kamergenoten van hun bordje voorzien waren probeerde ze het nog eens. “U moet toch wat eten”, probeerde ze mijn vader te overtuigen. “Ik hoef niets”, zei hij heel beslist. Een beetje ongemakkelijk of misschien ook wel wat hulpeloos keek ze mij aan. “Laat maar”, zei ik. “We gaan eerst eens wat rechtop zitten”. Hij kijk me niet begrijpend aan. “Je moet wat meer rechtop gaan zitten, je ligt zo ongemakkelijk in die stoel, straks krijg je rugpijn.” Het ontbrak hem zelf aan kracht om rechtop te gaan zitten. “Zal ik je helpen”, vroeg ik. “Ja, dat is goed”. Ik pakte hem onder zijn oksels en beurde hem op. Hij weegt ook niets meer, flitste er door mijn hoofd. Uiteindelijk kwam hij wat beter in de ouderwetse leunstoel te zitten. “Je moet wat eten”, nam ik de rol van de verpleegster over. “Ik heb vanmorgen al een boterham gehad”, verweerde hij zich. “Dat is al heel lang geleden”, zei ik. “‘t Is nu middag en dan moet je weer wat eten. Er moet wat brandstof in, anders doet het motortje het niet”. Hij was nog niet overtuigd. “Is het al middag?” Hij probeerde op zijn horloge te kijken. Het klokje zat wat gedraaid om zijn pols. Hij was nooit een dikkerd geweest, om het maar eens eufemistisch te zeggen, maar door het lange ziekbed leek ook het laatste beetje vet verdwenen. “Ik draaide het horloge en vroeg hem hoe laat het was. Hij keek ingespannen naar het klokje. Ik zag al dat hij niet wist hoe laat was. “‘t Is kwart voor een”, zei zijn tafelgenoot, die de vraag kennelijk ook gehoord had. “Hoe laat is het pap”, probeerde ik nog eens. Hij deed zijn uiterste best, dat kon je goed zien, maar het besef van tijd op dat mo-
ment had ie niet. “‘t Is kwart voor een”, zei zijn tafelgenoot nog eens, maar met meer nadruk. “Je moet in ieder geval iets eten, anders gaat het niet goed”. ”Ik heb geen zin,” verweerde hij zich nog zwakjes. “Je hoeft niet een heel bord leeg te eten, maar er moet wel wat in”, zei ik. “Wil je zelf eten, of moet ik je voeren”. “Voeren”, was het antwoord. Ik pakte een rieten stoel en ging naast mijn vader zitten. Op het bord lag anderhalve aardappel, een hoop glimmende worteltjes, volgens mij uit blik, en een beetje jus. Met de vork prikte ik de aardappel in stukjes. De stukjes aardappel met jus en de worteltjes voerde ik vervolgens aan mijn vader op. Zonder protest ging het bordje leeg, af en toe zei ie zelfs “ja maar, volgende hap”. Een bakje perzikenbavarois stond als toetje op tafel. Helemaal leeg kwam dat bakje niet. “Ik ben vol” zei vader. “Ik heb lekker gegeten en gisteren was het ook al zo lekker”. Ik veegde het restant bavarois en wat wortelkruimels van zijn mond. “Wat wil je nu pap?”, vroeg ik. “Ik wil graag naar bed, ik ben moe”. Ik schoof de rollator wat dichterbij en hielp hem met opstaan. Ik gaf hem een arm en samen liepen we naar zijn kamer. “Lekker slapen”, zei hij. De kleren hoefden niet uit, Ik sloeg de dekens over hem heen. Hij trok ze nog wat verder op, tot het puntje van zijn neus. “Lekker”. Mijn vader heeft vasculaire dementie. Deze ziekte sluipt in je lijf. Bijna ongemerkt, stukje bij beetje vergeet je dingen, bepaalde functies gaan ook steeds minder goed en bovendien kan je persoonlijkheid veranderen. De laatste anderhalf jaar weten we wat er aan de hand is en snappen ook beter waarom hij dingen wel of niet meer doet. Hij is na de zomer opgenomen in een geriatrisch verpleeghuis. Jack Windt
www.deventer.nl | 19
IN BEELD
Document Management: het De medewerkers van Document Management zorgen ervoor dat ons geheugen er is en gemakkelijk toegankelijk is… Op bezoek bij teammanager Henk Sligman en coördinatoren Wilma Simmelink en Rafaat Alebate leert dat we enorm aan het digitaliseren zijn, maar dat er ook nog véél papier bewaard wordt. Wilma Simmelink is sinds vier jaar coördinator van het ‘dynamisch’ archief. Oftewel: alles wat we op papier bewaren vanaf 1999. En, Wilma kan een compliment uitdelen, archiveren kunnen we best goed bij de gemeente! “De Archiefwet schrijft voor dat we ook archiefinspecties moeten organiseren. Teams krijgen dus wel eens een externe inspecteur over de vloer en we maken weinig rare dingen mee. Er wordt best goed aangeleverd en dus kan er ook goed worden gearchiveerd.” Document Management is de afgelopen jaren intern de boer op gegaan, om teams te informeren over archiveren, digitalisering, richtlijnen, inspecties, noem maar op. “Volgens mij heeft ons team echt een gezicht gekregen in de organisatie”, zegt Wilma.
Puzzelen is het leukst Doel van archiveren: compleet en kloppende dossiers bewaren, zodat we dingen kunnen terugvinden als het nodig is. “Het geheugen van de organisatie”, vat Wilma samen. Om alles goed te ordenen, worden classificatiecodes gebruikt. “Ik denk ook in die codes”, lacht Wilma. “Ik kan de krant ook niet gewoon lezen, want ik zie overal linkjes met ons archief. Bij bepaalde bouwprojecten bijvoorbeeld, daar zien wij de neerslag van via vergunningen bijvoorbeeld. Dat volg ik dan op de voet.” Voor haar zit de lol vooral in het ‘puzzelen’. “Als een collega iets niet kan vinden, dan bijt ik me er helemaal in vast om het te zoeken. En dat lukt meestal ook.” Laatst nog, zocht iemand het oude dossier over de derde IJsselbrug. Dat idee was in het verleden namelijk ook al eens actueel… “Uiteindelijk vonden we het terug onder de noemer ‘derde oeververbinding’. Dat sla ik dan onbewust toch ergens op.” Al ‘gaat’ zij over papier, Wilma volgt de digitale ontwikkelingen ook. “Het gaat nu hard met digitaliseren. We hebben onderling veel contact. Bijvoorbeeld over de opbouw dos-
20 | WIJ bij Deventer
siers, dat soort dingen.” Sowieso hebben ze een leuk team, vindt ze. “Met ruim twintig medewerkers kunnen we elkaar goed aanvullen.” Tijd voor gezelligheid is er ook. Zeker een keer per jaar gaan de teamleden op stap voor een uitje. Afgelopen keer was dat varen op de zomp op de Berkel. “Neutje erbij, pannenkoeken eten: was leuk.”
Geen stofjas “Ik wilde eerst mijn stofjas aandoen”, grapt Rafaat Alebate. “Dat is toch nog een beetje het imago dat wij als ‘archief’ hebben?” Uiteraard onterecht, want tegenwoordig is Document Management ook een digitale wereld. En die digitalisering coördineert Rafaat Alebate. Net als collega Wilma, vindt hij het team gezellig. Al wordt in vier groepen gewerkt – post, semistatisch archief, dynamisch archief en digitaal archief – toch is wel sprake van één team. Rafaat werkt sinds vier jaar bij de gemeente. Hij begon als uitzendkracht bij de toenmalige gemeente Bathmen en kwam na de herindeling bij Deventer werken. Vanuit ict kwam hij uiteindelijk terecht bij Document Management. Met die ict-achtergrond een ideale aanvulling voor het team. “Klanten ondersteunen vind ik het leukste”, zegt Rafaat. Hij begeleidt collega-teams die digitaal gaan archiveren. Van de zeshonderd ‘producten’ zijn er inmiddels zo’n 150 gedigitaliseerd. Rafaat coördineert die digitale dossiers en heeft daarnaast andere projecten onder zijn hoede. Inderdaad: erg veel computer. En dan is zijn hobby thuis ook nog eens pc’s bouwen.
Digitaal denken “We zijn een omslag aan het maken”, steekt manager Henk Sligman van wal. “Steeds meer geheugen van de organisatie is real time digitaal beschikbaar voor medewerkers.” Wie iets zoekt hoeft dus niet de archiefkelders
in om het te zoeken: veel kan vanachter de pc worden gevonden en bekeken. Zo wordt alles rondom de omgevingsvergunning digitaal gearchiveerd, in één processtroom, in een recordmanagementsysteem. Hierin zijn inmiddels zo’n 450.000 records te vinden van zo’n 60.000 ‘zaken’. Een zaak is de weerslag van een proces, bijvoorbeeld rondom de aanvraag van een vergunning. Vanaf het moment dat een inwoner een vergunning aanvraagt, wordt alles digitaal bijgehouden in een dossier. Aanvragers kunnen bovendien filmpjes of foto’s mailen die ook digitaal kunnen worden opgeslagen. De volgende stap is
geheugen van de organisatie
onder meer de invoering van de digitale handtekening, zodat die niet meer gescand hoeft te worden. Deventer is sinds een jaar of vijf bezig met digitalisering, vertelt Henk. “We pakken het planmatig en gefaseerd aan. Voor veel teams die digitaal gaan is het best een omslag. Je moet leren digitaal te werken. Het vraagt om digitaal denken.” Dat geldt ook voor de medewerkers van Document Management zelf. “Het werk wordt anders. Van papier naar beeldschermwerk is een omslag. Alle medewerkers krijgen de kans om zich hierin te verdiepen. Voor de een is dat ge-
makkelijker dan voor de ander.” De digitalisering betekent dan een omslag – en voor veel medewerkers veel werk – toch tast dat het werkplezier niet aan. Uit het laatste medewerkerstevredenheidsonderzoek bleek dat de tevredenheid gestegen was van een 7 naar een 7.8. Henk Sligman was tot voor kort teammanager Document Management. Recent kreeg Document Management versterking van een collega die het team tijdelijk aanstuurt en klantcontacten onderhoudt. Henk richt zich nu meer op de inhoudelijke en ontwikkelkant van documentmanagement.
Document Management heeft 21 medewerkers die (geregeld) ondersteund worden door acht tot vijftien inhuurkrachten. Het team verzorgt alle post en archief en maakt alle informatie beheersbaar en beschikbaar. Dat gaat steeds meer digitaal, maar toch werd in 2009 nog liefst honderd strekkende meter papier aangeleverd. Dat wordt opgeslagen in het archief in de Leeuwenbrug, maar ook in de Polstraat vind je drie etages met archief uit de periode 1990-1998. Dat we zoveel moeten bewaren is vastgelegd in de Archiefwet. Daarin staat precies wat de gemeente moet bewaren, hoe lang en wanneer wat precies vernietigd moet worden. Dit jaar wordt bijvoorbeeld uit het archief van de Leeuwenbrug zo’n 27 meter vernietigd. Alles van historische waarde – ongeveer een vijfde van het archief - gaat na twintig jaar naar ons Stadsarchief.
www.deventer.nl | 21
Katinka
22 | WIJ bij Deventer
OOG & OOR
De tijdschriften, musea en ‘enge’ activiteiten van Katinka Wat doen wij in onze vrije tijd? Welke boeken lezen wij? Welke muziek horen we? Welke televisieprogramma’s zijn favoriet? Wat zijn populaire musea of games? Voor oog & oor maakte collega Katinka Bosch haar top drie voor tijdschriften, musea en activiteiten.
Tijdschriften
Musea
Eng, maar toch gedaan
“Ik lees niet zoveel boeken. Vroeger verslond ik ze, maar ik heb er tegenwoordig de rust niet voor. Lekker artikelen lezen in tijdschriften vind ik dan wel weer leuk.”
“Als ik op pad ben, het maakt niet uit met wie of alleen, pak ik vaak een museum. Dan zie je weer eens iets anders: cultuur, techniek of historie. Uitgangspunt: verwondering en bewondering.”
“Soms beleef je dingen gepland, soms ongepland. Je komt dan wel bij basiszekerheden terecht en vaak blijkt dat je meer kunt dan je denkt.”
1
Op pad
“Ik ben geen ANWB-fan, maar van dit blad van de ANWB kan ik wel genieten. Er staan leuke nieuwtjes in over buitensporten. Ook testjes en tips in binnen- en buitenland. Ik kan er lekker bij wegdromen. Af en toe zoek ik dingen op in eerdere uitgaven om vervolgens mijn eigen weg weer te zoeken.”
2
Wereldfietser
“Avontuurlijke verhalen van en door stevige trappers. Op eigen kracht over de hele wereld met al je spulletjes in die paar tasjes, in weer en geen weer… Altijd toegankelijk voor de mensen om je heen en overal gastvrij onthaald worden; dat is fietsen.”
3
La Cucina Italiana
“Mooie foto’s en recepten van de heerlijke Italiaanse keuken. Voor inspiratie om zelf ook aan de slag te gaan en anderen te laten genieten. Het hielp mij ook bij het samenstellen van het kerstdiner bij het roeien. Het water steeg vorig jaar tot grote hoogte… Maar dat verhoogde de feestvreugde alleen maar.”
1
Hermitage, Sint Petersburg
“Onvoorstelbaar: zó groot. Hebben hier echt mensen gewoond? Vrijwel alles wat je hier ziet is kunst, ook het gebouw zelf. Overweldigend.”
2
Nara
3
Petra
“Deze stad is ruim dertienhonderd jaar oud. Je ziet er enorme tempelcomplexen, pagodes, tuinen en fantastische uitzichten. Je kunt er rondstruinen tussen massa’s mensen, maar vindt er ook compleet verlaten plekken.”
“Wat daar in de rotsen is uitgehakt is ongelofelijk. Ga je er naar toe? Ga dan meteen om 6.00 uur ’s ochtends, voor de hordes toeristen. Zo vermijd je de ergste hitte. Neem veel water mee en iets te eten zodat je zelf ergens kunt gaan picknicken.”
1
Treinreis en taxi in Zambia
2
Speologen in België
3
Shotover canyon swing
“We zouden bij daglicht aankomen. Maar ja: vertraging… We kwamen dus ’s nachts aan en wat volgde… Machetes, bivakmutsen, honkbalknuppels, verkeerde routes…”
“Ingepakt in regenkleding sta je voor een klein gat met een hekje ervoor en er stroomt ook nog een beekje naar binnen. Moet ik daar naar binnen? Even later bleek dit nog een grote doorgang te zijn. Bij terugkomst in het licht heb je een gevoel van opluchting en heb je je angsten overwonnen.”
“Een reuzenschommel… ben je zelf. Je hangt aan touwtjes boven een 109 meter hoge afgrond. Je springt eraf, maakt een 60 meter lange vrije val en zwiept vervolgens heen en weer door een canyon. Alleen dat zelf springen maakt het behoorlijk tegennatuurlijk.”
Over Katinka Katinka Bosch is schuldhulpverlener bij het Budget Adviesbureau Deventer. Naast haar baan - “mensen met (dreigende) schulden zover laten komen dat zij hun eigen leven weer in de hand kunnen nemen” – is zij achter de schermen vrijwilliger bij het Filmhuis in Deventer. Veel films zijn de moeite waard, maar Film op de Brink is ’s zomers echt de moeite waard en deze winter kun je naar het humorfestival: lachen om films.
www.deventer.nl | 23
Keklik
24 | WIJ bij Deventer
BIJZONDER
Retour Den Haag Teammanager Kennis & Verkenning Keklik Yucel zorgt er met haar team voor dat ‘anderen hun huiswerk beter kunnen doen’. Naast allerlei onderzoeken verzamelt het team allerlei statistische gegevens, doet verkenningen en presenteert jaarlijks onder meer de Staat van Deventer. Inmiddels alweer lang terug achter haar eigen bureau, vertelt Keklik aan Wij bij Deventer over haar uitstap naar Den Haag. Begin 2010 verving zij vier maanden lang een lid van de PvdA-fractie. Een hele ervaring waar ze ook in haar baan bij Deventer nog veel aan heeft.
Omdat ze graag een positieve bijdrage wilde leveren aan de samenleving, werd Keklik Yucel na haar studie bestuurskunde politiek actief in de PvdA. Ze dacht mee over de koers in de toenmalige politieke ledenraad en nam onder meer deel aan de talentenacademie van de partij. “Een intensieve training, waarin je wordt klaargestoomd voor volksvertegenwoordigende en bestuurlijke functies”, legt Keklik uit. “Daar heb ik veel aan gehad.” In 2006 kwam Keklik op plek 49 terecht bij de Tweede Kamerverkiezingen. De PvdA had toen nog zestig zetels in de peilingen, dus het zag ernaar uit dat Keklik gekozen zou worden. Helaas boekte de partij toen een slechte uitslag. “Tegelijkertijd had ik gesolliciteerd op de functie die ik nu doe”, vertelt Keklik. “Ik werd aangenomen en maakte dus in mijn loopbaan een stap, dat vond ik ook mooi.”
Vier maanden lang stortte Keklik zich als volksvertegenwoordiger in het Haagse. “Lang genoeg om er rendement uit te halen en om de dynamiek in de Tweede Kamer echt mee te maken. Ik heb kennis kunnen maken met de mores van de Tweede Kamer en heb gezien hoe ook in zo’n fractie de hazen lopen.”
“Tegen vier maanden Tweede Kamer kan geen training op”
Telefoon: collega vervangen? Zwaar getreurd werd er dus zeker niet: enthousiast begon Keklik aan een nieuwe uitdaging als teammanager. Achter de schermen was ze vervolgens een tijdlang actief in allerlei commissies en in het partijbestuur en maakte zich op om zich kandidaat te stellen voor de volgende verkiezingen. Maar toen kreeg ze telefoon… Een lid van de fractie werd ziek, of Keklik haar vier maanden wilde vervangen? “Daar hoefde ik niet lang over na te denken: ja natuurlijk. Van mijn leidinggevende kreeg ik alle medewerking en de medewerkers in het team begrepen ook heel goed dat ik deze kans pakte. Ze leefden met me mee.”
Keklik kreeg ontwikkelingssamenwerking en medisch ethische kwesties op haar bordje. “Ik heb zeker iets met deze thema’s, maar had er geen ervaring mee”, vertelt Keklik. “Een flinke uitdaging dus om me in te werken, het veld te leren kennen en me de actuele onderwerpen eigen te maken.” Al snel ontdekte Keklik dat ze voor die korte periode moest focussen op de actualiteit en dat ze mensen om zich heen wilde verzamelen die haar konden adviseren. “Ik heb me op de politieke hoofdlijnen geconcentreerd.” Met als ‘uitsmijter’ een debat met toenmalig minister van Sociale Zaken Donner, over re-integratie. “Dat ging erg goed, vooral om-
dat dit onderwerp mij inhoudelijk goed lag en ik die wereld echt goed kende. Echt een kick-moment, ik liet me niet omver blazen. Ik voelde me helemaal op mijn plek.”
Veel geleerd in vier maanden Wat Keklik in vier maanden leerde is eigenlijk teveel om op te noemen. Hoe ga je met media om – “het is helemaal niet moeilijk om het acht uur journaal te halen” -, inzicht in de Haagse lobby, het belang van netwerken, debattechnieken, onderhandelen, noem maar op. “Ik kwam als kersvers Kamerlid binnen, terwijl de andere 32 in de fractie natuurlijk al gepokt en gemazeld waren. Ik heb ontdekt dat het echt een vak apart is en dat het ook belangrijk is je persoonlijk te profileren wil je in Den Haag je politieke idealen verwezenlijken. Ook in je eigen fractie heb je te maken met concurrentie. Op dag twee besloot ik al: ik wilde vooral mezelf blijven. Dat gaf wel rust, want er komt natuurlijk veel op je af.” Inmiddels is Keklik alweer langere tijd terug in haar eigen baan. Ook met veel plezier, al vindt ze het jammer dat ze bij de laatste Kamerverkiezingen niet is gekozen in de Tweede Kamer. “Mijn sociaaldemocratische idealen helpen realiseren blijft toch een oerdrive”, lacht ze. “Ik merk in mijn baan dat ik veel heb meegenomen uit die leertijd. Daar kan geen training tegenop! Naast allerlei vaardigheden die ik heb ontwikkeld, heb ik ook mijn bescheidenheid van me afgeschud. Ik laat minder gemakkelijk over me heen lopen en sta steviger voor wat ik vind.” Hoe de toekomst uitpakt? Wie zal het zeggen. “Ik blijf hoe dan ook actief”, onderstreept Keklik. Waarbij ze aantekent: “Vanzelfsprekend houd ik mijn baan bij de gemeente gescheiden van de politiek. Ik zal nooit lokaal politiek actief worden, zolang ik bij de gemeente werk maar landelijk blijf ik graag mijn zegje doen.”
www.deventer.nl | 25
BUITEN HET STADHUIS
Kijken in de keuken van beddenfabrikant Auping
Leren over lean Remco Westra en Arno van Ingen kennen elkaar privé via hun kookclub. Tussen het bereiden van de gangen door hebben ze ’t ook wel over hun werk. En nadat Arno zich groen en geel ergerde toen hij een bouwvergunning aanvroeg, nodigde hij Remco uit eens te komen kijken bij Auping, waar ze hun organisatie ‘lean’ maken. Dat zou de gemeente best kunnen inspireren!
Zelf zwaait Remco de scepter over het team Voorbereiding bij de eenheid Ruimte & Samenleving. Op de agenda voor 2011 staat ‘procesverbetering’. Leanmanagement is gekozen als werkwijze om dit te doen.
Arno van Ingen wilde zijn huis verbouwen en vroeg daarvoor een vergunning aan. Hij zou binnen een aantal weken bericht krijgen, maar nee… Dat werd tot zijn grote ergernis later en hij moest er nog zelf achteraan bellen ook. Dat zou toch anders moeten kunnen? Als logistiek manager bij Koninklijke Auping bv in Deventer is Arno druk doende met leanmanagement. En daar zou de gemeente best
Enthousiaste rondleiding
iets aan kunnen hebben, getuige zijn vergunningservaring… Eens, vindt Remco Westra. Hij haast zich te zeggen dat veel rondom vergunningen inmiddels veel beter is geregeld, maar erkent dat je als grote organisatie moet oppassen dat je niet ‘te log’ gaat opereren. “We zijn er mee bezig”, onderstreept hij, “en volgen met teammanagers een cursus leanmanagement.”
Met enthousiasme leidt Arno Remco door de fabriek waar Auping zijn bedden maakt. “Onze productie is vraaggestuurd”, legt hij uit. “Pas als een klant een bed bestelt, gaan we het maken. We hebben zo min mogelijk voorraad en voorkomen verspilling. Dat betekent bijvoorbeeld dat machines soms ook stil staan. Dat is effectiever dan maar doorproduceren en ‘dure’ voorraad maken. Mede-
Arno Remco 26 | WIJ bij Deventer
Teammanagers volgen een cursus ‘lean’. Lean management kent een aantal hoofddoelen: kwaliteit verbeteren, verspilling elimineren, doorlooptijden verkorten, met als bijkomend voordeel dat de totale kosten omlaag gaan. Het draait ook om een cultuur waarin alle medewerkers continu hun vaardigheden en processen verbeteren. Een organisatie die lean is, focust op de klant en levert diensten op het juiste moment, op de goede locatie, in de goede hoeveelheden en volgens de juiste specificaties. Er wordt niet op voorraad gewerkt maar op basis van klantvragen.
werkers werken op basis van gestandaardiseerde werkmethodes.” Medewerkers zien op grote borden in de productie hoe er gepresteerd wordt. “We zijn voortdurend aan het verbeteren”, onderstreept Arno. Veiligheid en milieu, kwaliteit, leverbetrouwbaarheid en kostenbeheersing zijn belangrijke pijlers van ‘lean’ produceren bij Auping. En als basale uitgangspunten gelden: de klant eerst, respect voor de medewerker en verspilling wegnemen. “Ik ben ervan overtuigd dat de maakindustrie in Nederland alleen kan overleven als we zo werken”, zegt de logistiek manager stellig.
Lean is maatwerk Remco ziet zeker mogelijkheden voor leanmanagement voor de gemeente, al moet je natuurlijk wel een vertaalslag maken naar een dienstenorganisatie. “In ons geval zijn we als team bezig met projecten in de openbare ruimte. Daar zie ik absoluut raakvlakken wat betreft processen. Hetzelfde geldt voor het standaardiseren van bepaalde werkprocessen. Dat doen we ook al. Een contract of een bestek bijvoorbeeld, kent een standaard uitgangsdocument. Dat scheelt veel werk. Maar we kunnen dit ongetwijfeld nog uitbreiden.” Doordenkend zien Remco en Arno kansen als
het gaat om onder meer klantgericht (vraaggestuurd) werken, doorlooptijden efficiënter maken en leverbetrouwbaarheid. “Zeg wat je doet en doe dit dan ook”, vat Arno samen. “Al levert het je als gemeente alleen al op dat burgers niet meer gaan bellen waar hun vergunning blijft, dan boek je al winst.” Een ander positief punt is, merken ze bij Auping, dat medewerkers hun werk tegenwoordig met meer plezier doen. Dat de teammanagers van de gemeente nu een cursus leanmanagement doen, vindt Arno positief. Maar, tipt hij: “Haal niet allemaal consultants binnen die komen uitleggen hoe het moet met lean. Wij hebben hier ontdekt dat je moet ontdekken wat lean voor jóuw organisatie is. Wat vinden jullie klantgericht? Hoe kan lean er bij jullie uitzien? Daar draait het om.”
www.deventer.nl | 27
Harry
“Vanaf het begin was er op alle niveaus een klik. Misschien heeft het te maken met de Sallandse, gemoedelijke manier van met elkaar omgaan, ik weet het niet.”
28 | WIJ bij Deventer
RAALTE EN DEVENTER REGELEN ICT-BEHEER NU SAMEN
Van brainstormen met de voeten op tafel tot intergemeentelijke samenwerking Over je eigen grenzen heenkijken levert veel op, constateert teammanager ict-beheer Harry Olde Hanhof. En dan draait het niet alleen om euro’s… Keer op keer bleek uit ‘vergelijkend warenonderzoek’ met andere ict-beheerteams van gemeenten en andere organisaties, dat Deventer het doet met een krappe formatie. Terwijl er heel wat werk op het bordje ligt van het team. De 21 medewerkers beheren niet alleen de ict-omgeving, maar ook telefonie. Naast het oplossen van storingen verzorgt het team ook updates en upgrades van software en nieuwe programma’s. Teammanager Harry Olde Hanhof: “Deventer heeft het ict-beheer een tijd lang uitbesteed aan een externe partij, maar besloot in 2003 het toch weer zelf te gaan doen. Vanwege kosten, maar ook vanwege kwaliteit. Ict-beheer gaat beter als je als team bovenop de organisatie zit.” Ook andere gemeentelijke organisaties moeten hun ict-beheer regelen. Toen Raalte overwoog ict-beheer uit te besteden, kwamen de Raaltense collega’s horen wat de ervaringen van Olde Hanhof waren met ‘outsourcing’. En dat bleek het begin van een prima samenwerking.
de medewerkers uit Raalte zijn overgekomen naar Deventer. Vanuit Deventer wordt al het ict-beheer verzorgd voor beide gemeenten. “In de toekomst schaffen we ook samen nieuwe applicaties of programma’s aan. En dat gaat besparingen opleveren, net als het gezamenlijke functioneel beheer.” Maar er is méér.
Klik is er Harry: “Samenwerking heeft vooral met mensen te maken. Vanaf het begin was er op alle niveaus een klik. Misschien heeft het te maken met de Sallandse, gemoedelijke manier van met elkaar omgaan, ik weet het niet. In
elk geval gaat het prima.” Medewerkers profiteren van elkaars kennis en kunnen nu rouleren. “Door de schaalvergroting is het team flexibeler. Vakanties, vervanging: het is veel gemakkelijker op te vangen.” Gebaseerd op zijn ervaringen, ziet Harry zeker meer mogelijkheden voor intergemeentelijke samenwerking. “Ik weet dat ze bij Belastingen en Inkoop ook kijken naar samenwerkingsvoordelen.” Tips? Juridisch komt er meer bij kijken dan je wellicht denkt. “Er is juridisch heel wat gedimdamd. Zeker als het gaat om aanbestedingen moet je alles goed uitzoeken. Mijn tip zou ook zijn: maak zo’n samenwerkingsverband ook weer niet té groot. Anders krijg je te maken met dezelfde nadelen die wij hebben ondervonden bij het uitbesteden van het beheer: teveel afstand maakt besturen lastig.”
Gespot Liever geen tuinkabouters schenken… Eehhmmm… We willen het toch doen met mínder regels en voorschriften? Onderstaande voorschriften doen anders vermoeden…
Besparingen in het vooruitzicht “We begonnen met een overleg met de voeten op tafel”, lacht Harry, “gewoon maar eens brainstormen over de voor- en nadelen van uitbesteding. Toen kwam ook ter sprake wat we als gemeenten voor elkaar zouden kunnen betekenen.” Van het één kwam het ander en nu regelen Deventer en Raalte hun ict-beheer gezamenlijk. Inmiddels onderzoekt de gemeente Olst/Wijhe of zij ook wil aanhaken bij de samenwerking. “Vanaf begin volgend jaar is alles gemigreerd en maken alle medewerkers van Deventer en Raalte gebruik van een gezamenlijke ict-infrastructuur”, vertelt Harry. Ook
www.deventer.nl | 29
Henk
30 | WIJ bij Deventer
LANDGOEDEREN EN MONUMENTEN
Schatten in ons buitengebied De geschiedenis in kaart: dat is waar Henk Vos mee bezig is. Samen met collega’s zorgde hij ervoor dat de cultuurgeschiedenis van het Deventer buitengebied in kaart werd gebracht en dat nieuwe monumenten worden aangewezen. Nu ligt de focus op de landgoederen. Al die informatie wordt vervolgens onderlegger voor kwaliteitsbeleid voor het landelijk gebied. “Onze basis is bijna op orde”, meldt Henk Vos. “We misten in Deventer kennis van onze historische landschapselementen en hebben dat nu in kaart gebracht.” Ook de monumentenlijst wordt geactualiseerd voor het gehele landelijke gebied en de dorpen. Om een idee te geven: in totaal zijn zo’n negentig nieuwe monumenten geselecteerd, waarvan er dertig in Bathmen zijn te vinden. Momenteel op de agenda: de kwaliteit van de ongeveer twintig landgoederen in beeld brengen. De kleinste is zo’n 30 hectare, de grootste een veelvoud daarvan. Wat is zichtbaar van de oorspronkelijke aanleg? Wat zien we nog van de diverse landschapsstijlen? Wat is nog waarneembaar van menselijke ingrepen? Zeker is dat er een grote kwaliteit is te vinden in het buitengebied. Henk: “Met de gemeentelijke herindeling hebben we vele cadeaus gekregen. Maar wat is die kwaliteit dan precies? Dat moeten we eerst beschrijven om vervolgens te ontdekken wat waardevol is om te beschermen.”
Geen musea Landgoedeigenaren staan hier zeker voor open, want velen worstelen momenteel met de vraag hoe zij hun bezit in stand kunnen houden. “Juist om te kijken wat ontwikkelingsmogelijkheden zijn is het goed te weten welke kwaliteiten in stand moeten worden gehouden”, vindt Henk. Hij zag in het buitengebied al goede voorbeelden van landgoederen die een zorg- of recreatiefunctie kregen. Op zich prima, want Henk vindt absoluut niet dat de tijd zou moeten stilstaan. Sterker nog: ontwikkelen staat voorop, met behoud van de kwaliteit. Daar denken de eigenaren net zo over, merkt Henk. “We willen de landgoederen eco-
nomisch weerbaar maken, ze ontwikkelen. Deze hoeven echt geen musea te worden.”
Historie spreekt tot de verbeelding Henk hoopt dat de rijke (cultuur)historie van het buitengebied, die binnenkort helemaal in kaart is gebracht, ook breder bekend wordt. Nu spreken de landgoederen natuurlijk ook tot de verbeelding. Neem Rande, waar ridders in de middeleeuwen neerstreken. Havezaten groeiden op die plek uit tot grotere vestigingsplaatsen, tot wat er nu nog is te zien. “De meeste landgoederen zijn ontstaan doordat welgestelde stedelingen een plek zochten op het platteland om te recreëren”, vertelt Henk. “Aanvankelijk huurden ze een landheerkamer bij een boerderij en in de loop der tijd kwam er een eigen verblijf op zo’n erf. Omdat ze natuurlijk wel graag een mooi uitzicht wilden, werden bossen aangelegd en werd het landschap vormgegeven.” Op de Kranenkamp zie je bijvoorbeeld nog de oorsprong van de formelere lanenstelsels, waarna rond 1800 de landschapsstijl in zwang kwam. “Albertus van Leusden bedacht bijvoorbeeld de aanleg op de Kranenkamp met allerlei slingerpaden. Daarom werd hij ‘slinger Bertus’ genoemd.”
het verleggen van een weg. Of dat mensen in een bepaalde tijd graag snel resultaat wilden en dus in één plantgat verschillende bomen plantten, wat gebundelde bomen opleverde. Juist dat soort elementen bepalen mede de identiteit van het landschap, je kunt zien waar de mens heeft ingegrepen in het landschap. Daar lees je de geschiedenis aan af.” Of hij favorieten heeft? “Ze hebben allemaal hun kwaliteiten”, is het diplomatieke antwoord. “Al is Frieswijk vanwege de openheid en de verstilde schoonheid wel heel erg mooi.” Het boek In Deventer, landschap en cultuurhistorie kost in de winkel € 16,95. Speciaal voor medewerkers van de gemeente Deventer is het boek voor € 10,- te koop bij de Deepeevee. Aanmelden via
[email protected].
Tips van Henk Ga lezen! “Wie meer wil weten over ons mooie buitengebied moet absoluut de uitgave In Deventer lezen, over landschap en cultuurhistorie. Het is het tweede deel uit een serie die de geschiedenis van de ruimtelijke ordening in de gemeente Deventer vertelt en is uitgegeven door Stichting Architectuurcentrum Rondeel. Echt de moeite waard. Hopelijk verschijnt er ooit een editie over de landgoederen!”
Ga fietsen!
Landgoed leren ‘zien’
“Tijdens de kerstvakantie misschien een beetje koud, maar met de dikke winterjas aan lukt het best… Ga fietsen door het buitengebied om te genieten van al het moois. Je komt dan niet alleen mooie natuur tegen, maar ook veel mooie monumenten en landgoederen. Volg je tip 1 op, dan krijg je drie fietsroutes cadeau; die zitten achterin het boekje.”
Onlangs fietsten gemeenteraadsleden langs de schatten in het buitengebied en kregen tekst en uitleg van Lucia Albers, de ‘goeroe’ op het gebied van landgoederen, die Deventer mogelijk gaat helpen bij het in kaart brengen van alle kwaliteit. “Zij wijst je er dan op dat een grote boom op een landgoed daar niet zomaar staat, maar dat die onderdeel is van een inrichtingsplan”, illustreert Henk, “en dat walletjes die je ergens in het landschap ziet, tekens zijn van
“Landgoederen als Frieswijk en Kranenkamp moet iedereen die in Deventer woont of werkt toch eigenlijk wel zien. De kwaliteit van deze landgoederen is geweldig. De rust, de lanen… De moeite waard. En nu niet allemaal tegelijk op pad, want dan wordt die rust natuurlijk verstoord.”
Ga kijken!
www.deventer.nl | 31
UNIEK MOMENT
Gewonnen Zelfs zijn vakanties brengt hij bij voorkeur door in het veld, bijvoorbeeld op het grafheuvelproject van de Rijksuniversiteit Leiden in Apeldoorn. Archeoloog Michael van der Wees – sinds tien jaar als archeoloog werkzaam bij onze organisatie - is een veldtechnicus in hart en nieren. Daarnaast brengt hij zijn kennis en ervaring over op studenten van Saxion die archeologie studeren en staat belangstellenden graag te woord als die iets meer willen weten over archeologie. Vanwege zijn bijzondere verdienste voor de veldarcheologie werd Michael afgelopen najaar genomineerd voor de prestigieuze archeologieprijs Grote Prijs der Nederlandse Veldarcheologie 2010. Tijdens een landelijk archeologiecongres in Rotterdam werd de winnaar bekend gemaakt. En dat was: Michael! Met recht een uniek en verdiend moment.
32 | WIJ bij Deventer