Essay Testimonios
Operatie bloedbad, een getuigenis, een drieluik, ook nu nog actueel?
Marie-Therèse Geerts
31 oktober 2002
Inhoud 1. Inleiding ............................................................................................................................. 2 2. De situatie in Argentinië rond 1956 ................................................................................... 3 3. Operatie bloedbad, een drieluik......................................................................................... 3 4. De auteur Rodolfo Walsh................................................................................................... 5 5. Commentaren op Operatie bloedbad en Rodolfo Walsh. .................................................. 7 6. Operatie bloedbad binnen het genre testimonios............................................................... 9 7. Observaties ....................................................................................................................... 11 8. Conclusie.......................................................................................................................... 12 Bibliografie............................................................................................................................... 13
1. Inleiding Het begrip Testimonio wil ik onderzoeken en uitdiepen aan de hand van een specifiek boek. Hiervoor gebruik ik Operatie bloedbad, door Rodolfo Walsh geschreven in 1957. Voor dit boek zal ik onderzoeken wat de bedoeling van de auteur is geweest of mogelijk nog steeds is. Ik begin met de historische situatie te beschrijven en de politieke constellatie van dat moment. Vervolgens bespreek ik de inhoud van het boek. Daarna zal ik nagaan wat de auteur voor een achtergrond heeft, maar bovendien wat de beweegredenen van het schrijven waren en in welke context de gebeurtenissen, zoals in het boek beschreven, hebben plaatsgevonden. Daarom is het zinvol om eerst te bekijken waardoor het land van de auteur, Argentinië, in een dusdanige situatie terecht is gekomen dat dergelijke gebeurtenissen konden plaatsvinden. De auteur van het boek, zijn gedachtegang en motieven lijken erg belangrijk, daarom probeer ik zijn leven na het verschijnen van het boek, en de verandering die het boek in ieder geval in het leven van de auteur heeft teweeggebracht, te onderzoeken. Verder is het interessant om na te gaan, wat anderen over het boek denken en hoe men bijna 50 jaar nadat de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden nu handelt en denkt. De plaats van Operatie bloedbad binnen het genre testimonios komt daarna aan bod. Tot slot zal ik mijn bevindingen over het boek (en het genre) beschrijven.
Operatie bloedbad
blz. 2 van 13
M.T.J. Geerts
2. De situatie in Argentinië rond 1956 Argentinië neemt in het Latijns-Amerikaanse continent een uitzonderlijke plaats in. Al sinds de koloniale periode was het een buitenbeentje (Vogel 2001:185-205). Het bestond in de negentiende eeuw uit een vijftiental provincies, met een toestroom van duizenden Europeanen. De weinige Indianen werden grotendeels uitgeroeid of vluchtten naar Chili (Idem 188). Het land werd eind negentiende eeuw grootscheeps gemoderniseerd en op Europese leest geschoeid. Begin twintigste eeuw kende het een sterk overheidsbestuur, waarin zaken als onderwijs, huwelijksregistraties, algemene dienstplicht waren geregeld. Riolering, waterleiding en communicatiemogelijkheden werden georganiseerd. Productie en handel waren op Europa gericht. Er was grote welvaart voor velen in het land, een bloeiende economie, met algemeen kiesrecht, als één van de eerste landen in de wereld. Ook voor Argentinië had de Eerste Wereldoorlog grote gevolgen. Het land werd politiek in tweeën gedeeld (Idem 195). De crisis in de jaren twintig had ook hier grote invloed. Socialistische bewegingen kwamen op en realiseerden diverse voorrechten voor de arbeiders, zoals vrije zaterdagen en werkeloosheidsuitkeringen. Mede door de Tweede Wereldoorlog slaagden de militairen erin een belangrijke greep te krijgen op de regering. Hieruit kwam generaal Perón als sterke man naar voren. Enkele jaren ging dit goed. Perón had de steun van het leger, de kerk, de arbeiders, de industriëlen en de middenklasse (Idem 200). Door zijn houding nam hij de Verenigde Staten tegen zich in. Perón onderhield namelijk ook politieke betrekkingen met de Sovjet-Unie. Het was de periode van de koude oorlog. De eerste jaren van zijn bewind, vanaf ongeveer 1945 tot 1949, ging het op velerlei gebied – economisch, cultureel en sportief – heel goed met Argentinië. Na de dood van Evita, de echtgenote van Perón, kon hij de tweespalt onder de militairen, mede door het gedrag van Evita veroorzaakt, niet meer beheersen en in 1955 maakte een staatsgreep een einde aan zijn bewind. Perón ging in ballingschap. (Idem 201-202) De militairen, onder leiding van generaal Aramburu probeerden op hun eigen wijze de toestand in het land en binnen hun eigen geledingen te controleren. Perón had nog veel aanhang bij de gewone Argentijnen en ook sommige militairen waren Peronisten. In deze situatie speelden zich de gebeurtenissen af zoals beschreven in Operatie bloedbad.
3. Operatie bloedbad, een drieluik In Operatie bloedbad beschrijft Rodolfo Walsh zijn reconstructie van een politionele dan wel militaire terreuractie, die in de nacht van 9 op 10 juni 1956 in een buitenwijk van Buenos Aires plaatsvindt. Het boek bestaat uit drie min of meer autonome delen, waarin de gebeurtenissen van die nacht centraal staan. In het eerste deel wordt de situatie geschetst, zoals het die avond van 9 juni geweest moet zijn. Hij voert een aantal personen ten tonele, met hun vermoedelijke ideeën en gedragingen. Wat bindt deze schijnbaar losse personages? Zij bezoeken het huis van één van hen. Sommigen spelen een spelletje kaart, anderen luisteren naar de radio of praten met elkaar. Het gezamenlijke element voor deze groep lijkt een bokswedstrijd te zijn, uitgezonden via de radio. Het is een komen en gaan van mensen in dit huis. Uit de individuele beschrijvingen van de personen blijkt dat in ieder geval een deel peronistische sympathieën heeft. Sommigen zijn totaal niet politiek geïnteresseerd, anderen schijnen een af andere geheimzinnige band te hebben. In dit gedeelte van het boek zijn de personen allemaal van gelijk belang, geen enkele komt daaruit als mogelijke hoofpersoon naar voren. Om ongeveer 23.00 uur wordt er hard geschreeuwd: politie!
Operatie bloedbad
blz. 3 van 13
M.T.J. Geerts
In deel twee worden de gebeurtenissen beschreven vanaf het moment dat de politie binnenvalt in het huis. De groep is verbijsterd en levert geen verzet. De politie gaat zeer ruw te werk. Een persoon kan ontsnappen, alle andere – mannelijke – aanwezigen van het gezelschap en nog drie mannen, die toevallig op de straat in de buurt van het huis zijn, worden meegenomen. Men brengt de groep naar een politiebureau. Later op de avond worden nog twee mannen in het huis opgepakt, omdat zij daar aankloppen na 23.00 uur. Ze gaan allemaal naar hetzelfde politiebureau. Een half uur na middernacht wordt via de radio de wet op de uitzonderingstoestand afgekondigd. Dit blijkt echter achteraf, de groep weet dat niet. Diverse mannen in de groep vragen zich af wat er aan de hand is. Enkelen lijken politiek actief te zijn en niet helemaal onbevangen. De autoriteiten weten niet goed wat er met de groep moet gebeuren. Daarom wordt besloten om de arrestanten te verhoren. De verhoren zijn nauwgezet en steeds wordt er over de revolutie gesproken door de ondervragers. Het wordt steeds duidelijker dat de groep niet vrijgelaten zal worden. Slechts de drie mannen die toevallig op straat in de buurt van het huis waren, mogen gaan. Enkele van de begeleidende agenten lijken ook onzeker te zijn over wat er van hen verwacht wordt. Vroeg in de ochtend moet de groep van 12 tot 14 personen weer in een auto en die vertrekt voor een tocht van ruim een half uur naar een nagenoeg onbewoonde plek. De groep wordt gesommeerd uit te stappen en men richt felle lampen op hen. De mannen begrijpen dat het de bedoeling is hen te fusilleren. Er ontstaan panische taferelen. Enkelen worden inderdaad doodgeschoten, anderen weten zich zodanig te gedragen, dat de politie denkt dat ze dood zijn. De overlevenden, in ieder geval een zestal, zoeken – zich niet bewust van de andere overlevenden – een weg uit deze verschrikking. Enkelen lopen naar het dichtst bij zijnde treinstation, anderen lopen naar Buenos Aires, één weet zelfs een taxi aan te houden. De inwoners van het dorp blijken van de revolutie te weten. Daar worden de mannen ook mee in verband gebracht. De doden blijven liggen tot ver in de ochtend een ambulance ze weghaalt. De zwaarst gewonde overlevende, Livraga, een jongeman van ongeveer 24 jaar, wordt door een politieman naar een eerstehulppost gebracht. Daar verzorgen ze hem goed, zijn vader bezoekt hem en neemt bewijsmateriaal mee. Enkele uren later halen de autoriteiten Livraga op. Zij proberen hem aan zijn verwondingen te laten overlijden door hulp en verschonen van wondverband achterwege te laten. Een ander, die er redelijk goed vanaf komt, gaat zelf terug naar de politie en laat zich opnieuw arresteren, hij wil duidelijkheid scheppen. Ze proberen ook hem langzaam mentaal te breken. Beide mannen komen elkaar in een strafgevangenis tegen. Daar komen ze op het spoor van een advocaat die politieke gevangenen vrij krijgt. Hij neemt het voor hen op en 16 augustus, ruim twee maanden na de verschrikkelijke gebeurtenissen, komen de twee vrij. Vier van de overlevenden hebben asiel gevraagd en gekregen in Bolivia, drie mannen zijn in Argentinië gebleven en leiden daar een eenvoudig bestaan. Operatie bloedbad is mislukt. In deel drie legt Walsh de bewijsvoering zowel pro als contra de hele operatie uit. Hij stelt de hoofdpersoon aan de zijde van de politie voor: Rodriguez Moreno, hoofd van het bureau van politie voor La Plata, en Fernandez Suarez, luitenant-kolonel. Op 12 juni publiceren de kranten al de lijst met namen van de vijf geëxecuteerden, met veel schrijffouten. Daaruit blijkt dat men van officiële zijde niet echt op de hoogte is van de mensen die men heeft gefusilleerd. Later komt met name Fernandez Suarez slecht uit zijn verdediging. Het hoofd van de Juridische afdeling van de politie klaagt hem aan, geholpen door Livraga, die de moed opbrengt om een aanklacht in te dienen. De civiele aanklager
Operatie bloedbad
blz. 4 van 13
M.T.J. Geerts
wordt van de zaak afgehaald, omdat de gebeurtenissen na verloop van tijd als militaire gebeurtenissen worden getypeerd, dit vanwege de uitzonderingtoestand. Volgens Walsh worden de feiten die hij in dit boek aandraagt vooral in de “zaak” Livraga door de regering stelselmatig verdraaid, hij noemt daar talloze voorbeelden van. Hij doet veel pogingen om de bewijzen, dat het wel degelijk een politionele, dus civiele actie was. Vanaf bladzijde 114 behandelt het boek later gevonden documenten over de gebeurtenis van 9 en 10 juni 1956. De eerste uitgave was in 1957, daarna kwamen er meerdere bewijsstukken. Er blijkt ongelofelijk gemanipuleerd te worden. In de derde druk schrijft Walsh: “Het bevestigt alles wat ik in mijn artikelen in ‘Mayoria’ en in de eerste editie van dit boek heb beweerd: dat er een groep mannen werd gearresteerd nog voordat de Uitzonderingswet was afgekondigd; dat ze geen proces hebben gehad; er is niet nagegaan wie ze waren; er is geen vonnis uitgesproken; en ze zijn afgeslacht op een open terrein.” (1977: 129). Na veel gedraai komt men tot de conclusie, dat de gebeurtenissen niet onder de burgerrechten, maar onder de militaire rechtbank dienen te vallen. Walsh zet een systematische redenering neer, waaruit het onlogische van die bepaling blijkt. Het boek dat ik gelezen heb is de 3e druk. Zowel de 2e als de 3e druk bevatten veel aanvullingen op de bevindingen uit de 1e druk. De 3e druk eindigt met de beschrijving van de ontvoering en dood van Generaal Aramburu door de Montoneros in 1970. Tot slot is in het boek opgenomen de open brief, die Walsh schreef in 1977, precies een jaar na de machtswisseling door de junta. Hierin hekelt hij de perscensuur, vervolgingen van intelectuelen, de dood van zijn dochter en vele van zijn vrienden. Hij benoemt de vermisten, gevangenen, dode ballingen en de weigering om de namen vrij te geven. Ook de slechte economische toestand en de corruptie van de junta worden direct en zonder verhullend woordgebruik neergeschreven. Het nawoord van J. v.d. Putten beschrijft de overeenkomst tussen Operatie bloedbad en de toestand in 1977. Toch ziet hij een verschil: in 1977 zou een boek als Operatie bloedbad niet meer geschreven en gepubliceerd kunnen worden. Dan volgt een verhandeling over het Peronisme, de werking daarvan in een Argentinië met hoogconjunctuur en de totale ondergang in een tijd van toenemend anarchisme.
4. De auteur Rodolfo Walsh. Hoewel de naam anders doet vermoeden is Rodolfo Walsh een geboren en getogen Argentijn. Hij werd in 1927 in Choele-Choel, in de provincie Rio Negro, geboren. Zijn Engels klinkende naam heeft hij te danken aan zijn Ierse voorouders. Hij werd katholiek opgevoed onder andere in een jongens-internaat. Daar leerde hij de liefde voor literatuur, hierin gesteund door zijn literair geïnteresseerde moeder, maar ook werd hij zich bewust van het recht van de zwakke en sociaal minder bedeelden. Toen hij 17 jaar oud was, ging hij werken bij een dagblad en hij publiceerde zijn eerste boek drie jaar later. Zijn voorkeur ging uit naar detective romans. Hij leidde een rustig leven tot de bewuste avond toen hij in een schaakcafé het zinnetje hoorde: “Eén heeft het overleefd”. Hij ontwikkelde zich mede daardoor tot onderzoeksjournalist. Vooral door zijn gedegen onderzoek naar omstandigheden waarin Operatie bloedbad Operatie bloedbad
blz. 5 van 13
M.T.J. Geerts
plaatsvond. Deze zaak liet hem niet los en hij heeft zich nog jarenlang met de zaak beziggehouden. Ook nadat het boek gepubliceerd was. Hij schreef meerdere boeken, waaronder Quién mató a Rosendo? en El Caso Satanowsky met hetzelfde principe als uitgangspunt: de onderzoeksjournalistiek. Uit zijn geschriften komen linkse sympathieën duidelijk naar voren, die ook later bevestigd worden als hij lid wordt van de Montoneros, een linkse guerrillabeweging. Op 24 maart 1976 kwam er een nieuwe junta aan het bewind. Een van de belangrijke figuren hierin was Generaal Videla. De perscensuur werd veel strikter en het blad van de Montoneros, waaraan Walsh verbonden was, mocht niet meer verschijnen. Walsh had een groot netwerk van journalistieke contacten en bleef actief. Mede door zijn niet aflatende speurwerk naar onopgeloste verdwijningen en het daarvan aan de kaak stellen, was hij een gezocht man, hoog op de lijst van de militairen. Toen in de eerste maanden van het regime de verdwijningen, de censuur en het moorden naar een hoogtepunt liepen en tot overmaat van ramp de dochter van Walsh – ook lid van de Montoneros – werd vermoord, was er voor Walsh geen enkele reden meer zich stil te houden. Op 24 maart 1977, exact een jaar na de staatsgreep, schreef en publiceerde hij een open brief aan de drie belangrijke regeringleiders, waarin hij hun beleid, de gedragingen van de militairen en de slechte economische toestand, hardhandig aan de kaak stelde. Hij wist dat hij daarmee zijn doodvonnis ondertekende. Twee dagen later verdween Walsh. Hoe? Daar zijn verschillende versies over. Michael John Geraghty stelt: “At the moment of his death, Walsh, disguised as an old-age pensioner, was on his way to a meeting with José Salgado, the Montonero and police officer who – in July 1976 – placed in the Central Police Department the bomb which killed 20 policemen and maimed some 60 others. Strangely enough, Walsh – who was a high-ranking member of Montoneros intelligence – did not know on that fatal morning Salgado had been captured months previously, tortured beyond recognition and executed. In other words Rodolfo Walsh was set up by his own Montoneros whose leadership may have been working with and for the armed forces. The point has never been clarified, but there can be no doubt some terrorists were serving both masters and not everyone was as committed to their ideals as Rodolfo Walsh was.” 1 Felipe Pigna zegt: “El 24 de marzo al cumplirse un año de la dictadura, envía su famosa "Carta Abierta de un escritor a la Junta militar" a las redacciones de los diarios, y nadie la publica. El 25 de marzo, entre las 13.30 y las 16, Walsh es secuestrado por un grupo de Tareas de la ESMA2, comandado por el oficial de Inteligencia García Velasco. Sobrevivientes de la ESMA le acercaron a su hija Patricia Walsh una versión de lo sucedido. Según esa versión Rodolfo debía ser tacleado por el oficial de Marina y ex rugbier Alfredo Astiz, quien falló en su intento. Esto generó una momentánea confusión que permitió a Rodolfo gatillar el revólver calibre 22 que guardaba en la entrepierna. Así hirió a uno de sus agresores, que quedó rengo (a fines del 77 ese hombre fue galardonado con una medalla en una ceremonia secreta de la ESMA)”3
1
http://mypage.bluewin.ch/emurray/documents/papers/irish-d/irish_in_argentina/rodolfo_walsh.htm Escuela de Mecánica de la Armada. Plaats in Buenos Aires waar veel (politieke) gevangen werden vastgehouden en/of verdwenen. 3 http://www.elhistoriador.com.ar/php/prueb.php?archivo=54 2
Operatie bloedbad
blz. 6 van 13
M.T.J. Geerts
5. Commentaren op Operatie bloedbad en Rodolfo Walsh. Er zijn vele studies verricht over Rodolfo Walsh, zijn leven, denkbeelden en journalistieke activiteiten. Meestal was Operatie bloedbad een belangrijk onderdeel van zo’n studie. Zo schrijft Elena Tardonato Faliere, docent letteren aan de Universidad Nacional de Rosario [U.N.R.], een commentaar over de structuur van het boek. Zij concludeert dat Walsh in zijn boek schrijft op een manier van een thriller, maar ook op een manier van een testimonio over de verpletterende gevolgen van de revolte van Generaal Valle, die plaatsvindt tijdens het bewind van Generaal Aramburu. De aanpak verandert in de loop van het boek van detective naar onderzoeker, die geen ander doel heeft dan het ontrafelen van de overgangen van de ene misdaad naar de andere. Volgens haar vindt Walsh: “schrijven is onderzoeken” en in Operatie bloedbad heeft hij de resultaten van dat zoeken verwoord. De conclusie van dit onderzoek is duidelijk bijna aan het einde van het boek: “En dat is geen executie. Dat is moord.” (Walsh 1977: 145). Zij benoemt de belangrijke uitgangspunten in het boek en daarmee de verantwoording: een geschiedenis die geschreven moest worden, opdat het publiek kennis kan nemen van gebeurtenissen. Het leest als het resultaat van een onderzoek. Een belangrijk ijkpunt bij het reconstrueren van de waarheid is de radio, en later – in het derde deel – het geschreven woord. Walsh gaat in de structuur in eerste instantie uit van gegevens over personen, vervolgens komen de opeenvolgende gebeurtenissen aan bod, om in het derde deel de geschreven documenten ter bewijsvoering aan te dragen. De lezer ontdekt een gesloten wereld, waarin de autoriteiten hun slachtoffers onnodig hard behandelen en zich handelingen permitteren die niet legaal zijn. Elena Tardonato Faliere stelt “La estructura interna muestra un juego de concentración (el camino hacia el pasillo, tipo hombres-hormigas), y la eclosión: la revuelta, el camino del pasillo hacia el omnibus, hacia el basural, la huída, buscando la luz. Parecen los topos de Kafka, que cavan inútilmente, atrapados. Lenguaje corriente para narrar un hecho cotidiano en esa sociedad, que cobra extraordinaria intensidad cuando describe la matanza. Es necesario enfatizar sin embargo la diferencia con el relato policial, o la serie negra que tuviera perfiles de denuncia sociales, o inclusive el de Sciascia4 que le sirvió para denunciar y analizar el fascismo. Walsh adapta el esquema para narrar un hecho real.”5 Felipe Pigna vraagt zich af wie Rodolfo Walsh was. Hij komt dan al snel uit bij het boek Operatie bloedbad, om die vraag te kunnen beantwoorden en Rodolfo Walsh te begrijpen. Pigna verdeelt het leven van Walsh in twee delen, vóór en ná Operatie bloedbad. Vóórdat hij aan het boek ging werken, was hij zoals al vermeld – zeer katholiek opgevoed – vanaf zijn zeventiende jaar werkzaam bij een uitgeverij: Editorial Hacette, als vertaler en corrector van stukken. Vanaf zijn twintigste publiceerde hij ook zelf. In 1953 kwam zijn eerste boek uit en hij ontving daarvoor meteen een literatuurprijs in Buenos Aires. De aanleiding voor de tweedeling in zijn leven was de zin, die hij opving in een schaakcafé, op een late namiddag in 1956: “Eén heeft de executie overleefd.” (Walsh 1977: 8). Volgens Walsh, hier door Pigna aangehaald, was dit de zin die zijn leven zou veranderen. Vervolgens beschrijft Pigna hoe Walsh naar Cuba ging en daar meer vrijheid ervaarde dan hij in Argentinië kende. Hij keerde zich, weer volgens Pigna, definitief tot het Marxisme in 1968 4 5
Italiaans schrijver (1921- 1989). Zijn eerste werk Favole della dittatura (1950) was een satire op het fascisme. http://www.tardonato.com.ar/walshoperacionestructura.htm
Operatie bloedbad
blz. 7 van 13
M.T.J. Geerts
en kon die politieke overtuiging niet loskoppelen van zijn literaire drang. Walsh concludeerde dat de roman de ultieme bourgeoisie wijze van publiceren was, dat zwoor hij dus af. Pigna stelt dat Walsh vanaf 1973 actief lid was van de Montoneros, met de bijnaam Esteban en zette hij een informatiecentrum van de Montoneros op. Samen met zijn vriend Paco Urondo was hij de grondlegger en redacteur van het nieuwsblad van de Montoneros. Vanaf 1974 schreef hij continu over het concept, de tactiek en de strategie van de Montoneros in een ultieme poging de gang van zaken in het land te veranderen. Na de staatsgreep van Videla geloofde hij in clandestiene voortzetting van de getuigenis. Volgens Pigna weigerden de redacties van de dagbladen zijn beroemde Open brief aan de Junta op te nemen. De dag nadat hij die brief had geschreven, werd hij vermoord, maar volgens woordvoerders van de junta pleegde hij zelfmoord. De waardering van Pigna voor Walsh spreekt vooral uit de laatste zin van zijn artikel: “El 25 de marzo de 1977 asesinan al hombre que decidió para siempre ser ‘fiel al compromiso de dar testimonios en tiempos difíciles’”6 Een andere kritiek op Walsh is gepubliceerd door Michael John Geraghty in Rodolfo Walsh, an Argentine Irishman, in de Buenos Herald van 29 maart 2002. Hoewel dit in het artikel niet verder is uitgediept, is het wel duidelijk, dat Geraghty Walsh adoreert. Vijfentwintig jaar na dato schrijft hij dat zijn blad het enige was, dat destijds de dood van Walsh vermeldde, naast het radiostation Colonia. Hij beschrijft cynisch wat de reden was van de liquidatie van Walsh. Dit is hiervoor in hoofdstuk 4, de auteur Rodolfo Walsh, reeds aangegeven. Geraghty haalt Gabriel Garcia Márquez aan, die de Open Brief betitelt als: “One of the jewels of universal literature.” Ook komt hier weer naar voren, dat Walsh kennelijk een controversieel persoon was en mogelijk door mede Montoneros in de val gelokt, die uiteindelijk zijn verdwijning dan wel dood tengevolge had. Geraghty noemt Walsh de vader van de onderzoeksjournalistiek, ook weer naar aanleiding van Operatie bloedbad, hoewel in ieder geval één detail – het aantal personen dat gevangen genomen werd tijdens Operatie bloedbad – niet klopt. Geraghty noemt een aantal van 34 personen. Rekent men degenen mee die alleen naar het politiebureau werden gebracht, en daarna weer vrijgelaten, zelfs dan was de groep hooguit 20 personen groot. De publicatie en de bijval die hij kreeg van Perón in ballingschap zetten Walsh hoog op de lijst van ongewenste individuen voor de militairen. Zijn latere werken Quién mató a Rosendo? en El Caso Satanowsky onderstreepten zijn werkwijze nogmaals. Volgens Geraghty was Walsh een uitmuntend schrijver, een extra bewijs daarvan is het postuum verschenen Esa Mujer. Walsh is ontkomen aan de vergetelheid. “Unfortunately Argentina continues to be a country with a great capacity to forget its own tragedies and is therefore irrevocably condemned to repeat them. Rodolfo Walsh overcame the illness of forgetting what should never be forgotten and immolated his own life in the process. May he rest in peace wherever he lies.”7 Ook Rosana Gutiérrez, medewerkster van Biblioteca Babab beschrijft – in de trant van Pigna – de duidelijke tweedeling in het leven van Walsh. In juni 1956 had hij gehoord van de clandestiene fusillades. Ze haalt aan uit de proloog in de derde druk van Operación Masacre: “… Ahora, durante casi un año no pensaré en otra cosa, abandonaré mi casa y mi trabajo, me llamaré Francisco Freyre, tendré una cédula falsa con ese nombre, un amigo me prestará una casa en el Tigre, durante dos meses viviré en un helado rancho de Merlo, llevaré conmigo un revolver y a cada momento las figuras del drama volverán obsesivamente …” 6 7
http://www.elhistoriador.com.ar/php/prueba.php?archivo=54 http://mypage.bluewin.ch/emurray/documents/papers/irish-d/irish_in_argentina/rodolfo_walsh.htm
Operatie bloedbad
blz. 8 van 13
M.T.J. Geerts
Zijn niet aflatende drang om het onderzoek tot op de bodem uit te voeren, zoals hij dat voor het eerst deed in Operatie bloedbad – maar daarna ook in zijn andere boeken – was kenmerkend voor Walsh. Zij noemt ook nog andere onderzoeken, o.a. tussen 1965 en 1967. Volgens haar symboliseert Walsh wat jaren later vele Argentijnse families overkwam: de verdwijningen en het onvermogen om dat uit te leggen, de afwezigheid van de pijn, omdat de materie niet verwerkt kan worden. Zij beschrijft zijn dood in El violento oficio de escribrir op een heel indringende wijze.8 Velen schrijven in dezelfde trant, zoals Lilia Ferreyra in Un hombre tranquilo en Horacio Vertibisky in: Walsh. Los ríos subterráneos.9 In zijn stuk “Latin American Documentary Narrative” maakt David William Foster een onderscheid tussen de wijze waarop Julio Cortázar in El libro de Manuel zijn bronnen gebruikt – namelijk bestaande bronnen gebruiken om een fictief verhaal te schrijven – en Walsh die documenten gebruikt om een sociaal-historische gebeurtenis weer te geven. Hij verklaart Walsh “The most authentic example of documentary narrative in Latin-American fiction” (1984: 42). Fabian Amico vertelt hoe men een reconstructie heeft gemaakt van de moord/zelfmoord van Walsh. Men wilde hem levend in handen krijgen, aldus Amico. Walsh prefereerde echter de dood boven marteling. De verantwoordelijke voor de hele operatie: Juan Carlos Coronel zou niets geweten hebben van de Open Brief aan de Junta, die pas later in de openbaarheid kwam. Volgens Amico heeft vooral deze liquidatie, in combinatie met de Open Brief, voor de faam van Walsh gezorgd. Hij vraagt zich af wat de invloed van Walsh en zijn acties op de huidige systemen is en concludeert, dat dit van onszelf afhangt.10 Er wordt niet alleen veel, ook nu nog, geschreven over Walsh. Zijn Operatie bloedbad is ook verfilmd en wel in 1972 (Lasarte en Wellinga 1996: 50). De film werd gerealiseerd onder clandestiene omstandigheden, de tekst, die door Walsh in de derde druk van het boek toegevoegd werd, is daarin niet verwerkt.11 Helaas is de film niet op video verschenen, zodat hij nu niet meer te raadplegen lijkt te zijn. Op het Internet zijn slechts gegevens over enkele scènes en dialogen te vinden. Ze zijn minder relevant in het kader van deze studie.
6. Operatie bloedbad binnen het genre testimonios Operatie bloedbad is niet zomaar een boek met een detective-achtige structuur. Het is een getuigenis. Er zijn echter verschillende opvattingen over het genre testimonio. De Noord-Amerikaanse criticus John Beverly geeft in “Anatomía del testimonio” een zeer strikte definitie van wat verstaan moet worden onder een echt testimonio. Hij legt hier de nadruk op enkele eisen die volgens hem gelden, namelijk een narratieve getuigenis in de eerste persoon enkelvoud, het verhaal moet een urgente boodschap hebben (1987: 9). In de eeuwige ontdekking (Lasarte en Wellinga, 1996: 44-45) wordt een soortgelijke definitie van dit genre gegeven, maar een nadruk wordt gelegd op het samenvloeien van oraliteit en literatuur. Bovendien geeft Wellinga aan, dat de strikte definitie zoals Beverley die verwoordt, 8
http://www.babab.com/no06/rodolfo_walsh.htm Beiden in: http://usarios.advance.com.ar/hugo-de-pedro/RESISTENCIA/walsh1.htm 10 http://www.nuestrapropuesta.org.ar/anteriores/530/19.htm 11 http://www.leteratura.org/Walsh/rwomapen.html 9
Operatie bloedbad
blz. 9 van 13
M.T.J. Geerts
problematisch is, en zelfs het prototype van het testimonio, het boek Rigoberta Menchu: bericht uit Guatemala (Rigoberta Menchú Tum, 1984), niet aan die eisen voldoet, omdat dat ook niet in het heetst van de strijd is geschreven, maar enkele jaren later, bovendien niet in de moedertaal. Wellinga maakt ter verduidelijking een tweedeling in het genre testimonios. Ook volgens hem is een belangrijke voorwaarde van het genre testimonio, dat het een samenvloeiing is van oraliteit en geschreven literatuur, een getuigenis van deelnemers van een gebeurtenis die overigens niet op zichzelf staat, maar typerend is voor een groep. De getuigenis is dus representatief voor een groot collectief, bovendien met de bedoeling dat grote groepen mensen er kennis van kunnen nemen. Ana Maria Amar Sanchez in “La ficción del testimonio” voegt daar nog aan toe, dat een testimonio non-fiction is, maar niet de bedoeling heeft om objectief te zijn. Het geeft “Las voces de los otros” weer (1990: 451). Dit genre neemt in de literatuur een unieke plaats in, omdat er vaak testimonios afgegeven worden door analfabeten, de teksten worden door tussenpersonen geredigeerd. Toch zijn er ook andere vormen van testimonios, als men de uitgebreidere definitie aanhoudt. En bij deze uitgebreidere definitie valt ook Operatie bloedbad binnen het genre. Men noemt dit meer specifieke genre: literaire testimonios. Door de aard en het doel dat onweerlegbaar met het beschrijven van de gebeurtenissen beoogd wordt, behoort het typisch tot het genre dat algemeen als testimonios wordt beschreven. De bedoeling van dit boek is immers zeer duidelijk getuigen van een gebeurtenis die representatief is voor een grote groep. Walsh doet dit niet in de vorm van een persoonlijke getuigenis, maar in een reconstructie naar wat volgens zijn onderzoek werkelijk heeft plaatsgevonden. De methode die hij gebruikte was in die tijd, 1956-1957, erg ongewoon en wordt onderzoek- journalistiek genoemd. Hij zocht de mensen op, waarvan hij vermoedde, dat ze betrokken waren. Zo kwam hij tot een reconstructie van datgene wat zich op die specifieke uren had afgespeeld en wat de achtergronden van de groep en de individuen uit die groep waren. Waar Operatie bloedbad afwijkt van de algemene typering van de literaire testimonios is, dat Walsh persoonlijk geen getuige was van de gebeurtenissen, bovendien identificeert hij zich niet met een specifieke persoon uit die groep, hij schrijft derhalve ook niet in de ikvorm. Aan de eisen van non-fictie en groot onrecht aan de kaak stellen voldoet hij echter volledig. Hoewel het genre testimonios niet uitsluitend een Latijns-Amerikaans genre is, beleefde het in het derde kwart van de 20e eeuw in heel Latijns-Amerika zijn hoogtepunt. Mede door de militaire junta’s in vele landen van Latijns-Amerika, werd aan grote groepen van de samenlevingen groot onrecht aangedaan, waarover “men” eigenlijk niets mocht weten, laat staan een oordeel hebben, volgens de machthebbers. Walsh was met zijn Operatie bloedbad, dat al in 1957 verscheen, een van de eerste auteurs van deze golf, hoewel theoretisch gezien al sinds de verovering van het continent door de Spanjaarden testimonios bestonden. Het is een indringend boek, mede door de detective-achtige opzet van het boek en zijn niet aflatende drang om ook na het verschijnen van de 1e druk de zaak te blijven onderzoeken, daarover te publiceren, om zodoende dit type gebeurtenissen, die zo veelvuldig voorkomen, levend te houden in de herinnering van grote delen van het volk. Om deze redenen neemt dit boek binnen het genre testimonios een unieke plaats in.
Operatie bloedbad
blz. 10 van 13
M.T.J. Geerts
7. Observaties Hoewel het testimonio al in 1957 is geschreven, blijkt uit vele latere gebeurtenissen dat er nog steeds een grote urgentie uitgaat van deze getuigenis. Het verder verloop van het leven van Walsh toont aan dat deze gebeurtenis niet op zich staat. Het ziet ernaar uit dat de gebeurtenissen in die nacht van 9 op 10 juni 1956 slechts het begin van dit soort voorvallen waren. Jarenlang ging dit door en nam ook steeds grotere omvang aan. Ook Walsh, de auteur van dit testimonio is er een dodelijk slachtoffer van geworden. Hoewel de bedoeling van een testimonio vooral is, dat een voorval niet in de vergetelheid zal verdwijnen, lijkt het toch niet mee te helpen, om dit soort gebeurtenissen te voorkomen. Het boek is al vele jaren geleden geschreven, de auteur ook al vele jaren overleden, toch is hij er in geslaagd de discussie over hetgeen hij getuigde gaande te houden. Dit blijkt vooral uit de vele websites, vaak van zeer recente datum, die nog over dit testimonio bestaan. Men krijgt daar niet het idee, dat hetgeen Rodolfo Walsh bespreekt in zijn boek niet meer in de huidige maatschappij van toepassing is. Uit vele boeken, zoals de testimonios die getuigen van dergelijke gebeurtenissen, waaronder ook Gevangene zonder naam zonder nummer van Jacobo Timerman (1981) en een ander type getuigenissen, zoals die van Jan van de Putten in Latijns-Amerika tussen de regels (1988), blijkt dat dit soort van gebeurtenissen aan de orde van de dag zijn in Latijns-Amerika. Het urgente karakter van de getuigenis is daarmee nog volop aanwezig. Bij het becommentariëren van dit boek, de auteur en latere werken van de auteur, onthoudt men zich veelal van politieke goed- of afkeuring. De commentatoren houden zich vooral bezig met de literaire en technische kenmerken van de auteur. Daarbij blijkt dat Walsh veelal niet alleen als een testimonio-auteur wordt gezien maar zeker de vergelijking kan doorstaan met Cortázar, die algemeen als belangrijke Latijns-Amerikaanse schrijver wordt gezien. Bovendien zou Gabriel Garcia Márquez hem bewonderen.
Operatie bloedbad
blz. 11 van 13
M.T.J. Geerts
8. Conclusie De politieke situatie in Argentinië was op het moment waarop de Operatie bloedbad plaatsvond zeer turbulent. Generaal Perón had plaats moeten maken voor een junta met een andere signatuur, die echter niet erg vast in het zadel zat. Binnen de geledingen van de militairen was grote onenigheid. Men vertrouwde elkaar niet en daardoor ontstond een machtsvacuüm, waarin gebeurtenissen konden plaatsvinden, zoals Walsh in zijn Operatie bloedbad beschrijft. Walsh doet het onderzoek naar de terreuractie waarvan hij wil getuigen nauwgezet en hij is erg vasthoudend, om de vraag die hij zichzelf stelt – executie of moord – ook te beantwoorden. Hij getuigt in de vorm van een drieluik: de personen, de feiten, de bewijsvoering. Vooral het laatste komt naar voren door zijn niet aflatende onderzoek naar de zaak, ook nadat zijn boek is verschenen. De gebeurtenissen waarover Walsh getuigt in dit literaire testimonio, staan niet op zich. Dit blijkt uit het verloop van de geschiedenis na 1956, waar – niet alleen in Argentinië – dergelijke praktijken vaak plaatsvinden. Ook de schrijver zelf is van deze praktijken het slachtoffer geworden, getuige zijn verdwijning in 1977. De werken van de auteur worden veel bestudeerd, dit kunnen we opmaken uit de vele commentaren en zelfs, bijna een halve eeuw na dato een grote hoeveelheid websites, die over deze auteur en zijn Operatie bloedbad, verschijnen. Binnen het genre literatuur waaronder de getuigenis wordt geschaard, neemt hij een bijzondere plaats in. Dit vooral door de manier van getuigen, niet als persoonlijk deelnemer aan de gebeurtenis maar als resultaat van een onderzoek. Een grote rol speelt echter ook, dat dit een van de eerste literaire testimonios was, in de jaren zestig van de vorige eeuw. De waardering voor zijn manier van onderzoek en zijn schrijfstijl is in brede kringen groot en wordt ook nu nog als heel actueel ervaren. Rodolfo Walsh kan daarom worden bestempeld als een auteur die vele mensen aanspreekt en zeker het doel van zijn boek: bekendheid van de terreuractie bij grote groepen mensen, heeft bereikt.
Operatie bloedbad
blz. 12 van 13
M.T.J. Geerts
Bibliografie Amar Sanchez, Ana Maria, “La ficción del testimonio”, in: Revista Iberamericana, LVI, 151, 447 – 461, 1990. Beverly, John, “Anatomía del testimonio”, in: Revista de crítica literaria latinoamericana, XIII, 25, 7 – 16, 1987. Foster, David William, “Latin American Documentary Narrative”, in: Publications of the Modern Language Association of America, IC, 1, 41 – 55, 1984. Lasarte, Fransisco en Klaas Wellinga, De eeuwige ontdekking, Bussum: Coutinho, 1996. Menchú Tum, Rigoberta, Rigoberta Menchu: bericht uit Guatemala, Leuven: Kritak, 1984. Putten, Jan van der, Latijns-Amerika tussen de regels, Amsterdam: Jan Mets en Leuven: Kritak, 1988. Timerman, Jacobo, Gevangene zonder naam zonder nummer, Haarlem: Rostrum, 1981. Vogel, Hans, “Een korte geschiedenis van Argentinië”, René ter Steege, Land van herkomst. Amsterdam: Van Gennep, 185-205, 2001. Walsh, Rodolfo, Operatie bloedbad. Reconstructie van een terreuractie in Argentinië (1956), Amsterdam: Van Gennep, 1977. Internetbronnen: Amico, Fabian, Rodolfo Walsh. Del póster al programa, http://www.nuestrapropuesta.org.ar/anteriores/530/19.htm [link bestaat niet meer!] Ferreyra, Lilia, Rodolfo Walsh, Un hombre tranquilo, http://usarios.advance.com.ar/hugo-depedro/RESISTENCIA/walsh1.htm [link bestaat 2005 niet meer!], 2002. Geraghty, Michael John, Rodolfo Walsh. An Argentine Irishman, http://mypage.bluewin.ch/emurray/documents/papers/irishd/irish_in_argentina/rodolfo_walsh.htm [link bestaat 2005 niet meer!], 2002. Gutiérrez, Rosana, Rodolfo Walsh: El violento oficio de escribir, http://www.babab.com/no06/rodolfo_walsh.htm , Biblioteca Babab, 2001. Pigna, Felipe, Rodolfo Walsh, http://www.elhistoriador.com.ar/php/prueb.php?archivo=54 [link bestaat 2005 niet meer], 2002. Wel nog biografie en andere artikelen over Walsh op http://www.elhistoriador.com.ar/ Tardonato Faliere, Elena, Operación masacre: estructura, http://www.tardonato.com.ar/walshoperacionestructura.htm , 2000? Vertbisky, Horacio, Walsh, Los ríos subterráneos, http://usarios.advance.com.ar/hugo-depedro/RESISTENCIA/walsh1.htm [link bestaat 2005 niet meer!], 2002?
Operatie bloedbad
blz. 13 van 13
M.T.J. Geerts