Chirurgie
Operatie voor een haarnestcyste Sinus pilonidalus Nabehandeling met vacuümtherapie
Deze folder geeft u informatie over een sinus pilonidalis (een ontstoken haarnestcyste). U wordt nabehandeld met vacuümtherapie. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven.
Algemeen Een haarnestcyste (sinus pilonidalis) is doorgaans gelegen in de bilspleet. Het is een holte onder de huid, die een verbinding heeft door de huid heen naar buiten in de bilspleet (zie figuur 1). Deze verbinding is te zien als een klein gaatje of een kleine intrekking in de huid. In de haarnestcyste bevinden zich meestal haren en er kan gemakkelijk een ontsteking in ontstaan. Behalve ontstekingen kan een haarnestcyste ook pijn veroorzaken en afscheiding van vocht en / of bloed geven. Afhankelijk van de klachten kan worden aangeraden de cyste chirurgisch te laten behandelen. Hoe de aandoening ontstaat, is nog niet helemaal duidelijk. Wel is het aan te bevelen het gebied te ontharen en hygiëne te betrachten. Deze maatregelen zijn nodig om uitbreiding en / of herhaling van de aandoening te voorkomen. Herhaling van de aandoening komt na 3 jaar en boven het 40e levensjaar eigenlijk niet meer voor. Daarom is het aan te bevelen deze maatregelen direct in acht te nemen wanneer de aandoening klachten geeft en er lang mee door te gaan.
1
Figuur 1 haarnestcyste
De operatie Er kan worden besloten tot een operatie. Dat kan gebeuren onder narcose of met een ruggenprik omdat de uitgebreidheid van de aandoening niet altijd makkelijk vanaf de buitenkant kan worden ingeschat. Na de operatie wordt de wond opengehouden en niet gehecht. Na verwijdering van de haarnestcyste plaatst de chirurg tijdens de operatie de vacuümtherapie. Voor de operatie zal met u gesproken worden over hoe de nabehandeling met vacuümtherapie zal verlopen.
2
De nabehandeling Na de operatie wordt de wond nabehandeld met vacuümtherapie. Voor de ingreep moet u 1 dag in het ziekenhuis verblijven. De nabehandeling van de wond wordt door de wond- en decubitusconsulente poliklinisch gevolgd. De verbandwissels worden uitgevoerd door de verpleegkundigen van een thuiszorgorganisatie.
Vacuümtherapie Sinds enige jaren maken wij gebruik van een geavanceerd wondbehandelingssysteem vacuümtherapie. Het principe van de vacuümtherapie berust op het feit dat er een negatieve druk of vacuümdruk op de wond wordt aangebracht, welke door een draagbaar apparaat in stand wordt gehouden. In de wond wordt zwarte foam (spons) gebracht. De foam en enkele centimeters rondom de huid worden bedekt met doorzichtige folie. In het midden wordt een gat geknipt, waarop 'n zuignap wordt geplaatst. Als de vacuümtherapie op zijn plaats zit en de unit wordt ingeschakeld, zakt het foamverband in elkaar. U kunt hierbij een licht trekkend gevoel ervaren. Vanaf dit moment trekt het systeem het teveel aan vocht en bacteriën uit de wond. De trekkracht verbetert de doorbloeding en kan vocht in het weefsel helpen verminderen; dit bevordert de wondgenezing. Bij de behandeling met vacuümtherapie gaat de wondgenezing 2 tot 3 maal zo snel als bij traditionele wondbehandeling. Het verband moet 3x per week worden 3
gewisseld. U dient rekening te houden met een dagopname in het ziekenhuis. In de thuissituatie krijgt u een draagbare pomp. De verbandwissels in de thuissituatie worden door deskundige verpleegkundigen van de thuiszorg verricht. De begeleiding rond vacuümtherapie wordt in ons ziekenhuis door de wond- en decubitusconsulenten verricht. Op de polikliniek vindt gemiddeld 1 maal per 2 weken door de wonden decubitusconsulente een wondinspectie plaats. Bij deze verbandwissel kan de wond- en decubitusconsulente, indien dit nodig is, de chirurg, die u heeft geopereerd of een collega altijd raadplegen en mee laten kijken. In principe zal de behandeling met de vacuümtherapie niet langer dan 6 weken duren. De wondholte is dan op huidniveau en mag dichtgroeien. Na de behandeling met de vacuümtherapie wordt uw wond verder behandeld met moderne wondverbandmiddelen. Belangrijke tips: U kunt tijdens de wondbehandeling niet werken en/of naar school. Tevens wordt het afgeraden te sporten. Pijnklachten zijn vooral bij zitten en op de rug liggen. Dit is een signaal van uw lichaam. Vermijd rechtop zitten en liggen op de rug. Er is dan optimale en gelijkmatige drukverdeling in de wond. Pijnstillers (bijvoorbeeld Paracetamol 4 maal daags 1 gram) kunnen de pijn verlichten. Als bij de verbandwissel een sterkere pijnstilling nodig is, moet deze worden voorgeschreven door de behandelend specialist. Neem de medicatie een uur voor de verbandwissel in. Tijdens de verbandwissel mag de foam nat worden gemaakt, zodat deze makkelijker te verwijderen is. De vacuümtherapie moet 24 uur per dag aanstaan. 4
Therapie nooit langer dan 30 minuten uitzetten. Als het nodig is de therapie voor langere tijd te stoppen, moet de foam verwijderd worden. De wond mag niet langer dan 2 uur per dag onbedekt zijn. Indien het systeem niet of niet goed werkt kan dit een nadelig effect hebben op de wondgenezing. Bel indien problemen zich voordoen, de thuiszorgorganisatie. De therapie is een elektrisch systeem en mag niet nat worden. De thuiszorg is 24 uur beschikbaar.
Tot slot Misschien heeft u nog vragen na het lezen van deze folder. Schrijf ze op en stel ze gerust tijdens uw bezoek aan het ziekenhuis. Als u acute vragen heeft over de wondgenezing en/of wondbehandeling kunt u telefonisch contact opnemen met de wond- en decubitus consulenten van het Lievensberg ziekenhuis, dagelijks bereikbaar van 8.30 uur tot 17.00 uur op 0164 - 278845.
november 2011
5