ESSAY
IDENTITEIT VAN DE C&MA EN HET BAPTISME
R. RAUSCH
INLEIDING Voor u ligt een essay over de identiteit van de Christian And Missionary Alliance (verderop in dit essay steeds verkort C&MA genoemd) en die van het Baptisme. Met een mogelijk op handen zijnde fusie in Nederland hoop ik door middel van dit schrijven een zinvolle bijdrage te leveren aan het gesprek wat op dit moment gaande is tussen de Unie van Baptisten (verder: UvB) en de Alliantie van Baptisten en CAMA-gemeenten (verder: ABC). Vooropgesteld geloof ik dat er in beide tradities grote rijkdom te ontdekken is en dat ze elk op hun eigen manier iets te bieden hebben voor de toekomst van de universele Gemeente van Christus. Of dit een gezamenlijke reis kan zijn hoop ik gaandeweg de pagina’s van dit document iets duidelijker te krijgen, al zal ik eerlijk moeten zeggen dat ook mijn blik beperkt is en dat ik naar eer en geweten vanuit mijn perspectief probeer een duit in het zakje te doen. Meer pretenties dan dit heb ik niet. Om het essay wat ‘persoonlijke jus’ te geven, even iets over mezelf. Zelf kom ik uit een niet-gelovig gezin en ben ik op latere leeftijd tot levend geloof in Christus gekomen. Aanvankelijk wilde ik niets met kerken te maken hebben, maar met Christus des te meer. Dat ik uiteindelijk toch in een gemeente terecht ben gekomen mag wat mij betreft best een wonder heten. De eerste gemeente waar ik echt leerde inzien wat een gemeente was en hoe zij zou kunnen functioneren was de C&MA gemeente in Zoetermeer. Op gemeentegebied mocht ik daar mijn eerste geloofsstapjes zetten en is mijn geloof in Christus verder tot wasdom gekomen. Mede daarom heb ik haar waarden mogen leren omarmen en draag ik de identiteit tot op de dag van vandaag met veel plezier en toewijding uit. Sinds augustus van 2010 mag ik met hetzelfde plezier en dezelfde toewijding de Evangelische Baptistengemeente in Tilburg dienen en ik zie daarom vanaf de grond dat er meer mogelijk is dan alleen maar te kijken naar wat anders is. Daar waar Christus het centrum van onze gezamenlijke identiteit is, is er in Zijn naam veel mogelijk, maar niet zonder dat de eigenheid van de ander ook wordt herkend, erkend, geliefd en gewaarborgd. Alleen daar kan zo’n gesprek vruchtbaar zijn en dat is dan ook wat ik zal proberen te doen. Of ik daarin geslaagd ben is een vraag die ik graag bij de lezer neer leg. Tegelijk kampt (naar mijn mening) de ABC op dit moment over de volle breedte van de aangesloten gemeenten met een identiteitsprobleem, waarin elke zelfstandige gemeente naar waarschijnlijkheid anders zal antwoorden op wat haar identiteit is. Dit wordt aan de ene kant door sommigen ontkend, maar aan de andere kant is het zo dat juist dit naar mijn bescheiden mening in veel van onze gemeenten tot problemen leidt. Aan alle kanten komt er van alles op onze gemeenten af en hoe moeten we de koers voor de toekomst bepalen als we niet weten wie we zelf zijn en waar we vandaan komen? Ik vind dit een zorgelijke ontwikkeling en om die reden bied ik dit schrijven aan het College van Onderwijs, Toerusting en Advies (kortweg: COTA) van de ABC aan, met de hoop dat we samen werkelijk gaan doordenken wat onze gezamenlijke identiteit is. Dit kan niet zonder dat we investeren in het werkelijk leren kennen wat elkaars achtergronden en wat de diepste daaruit voortkomende drijfveren zijn, en… echt verliefd worden op elkaar. Rocco Rausch
1
ESSAY
IDENTITEIT VAN DE C&MA EN HET BAPTISME
R. RAUSCH
1. Baptisme een kort overzicht Het Baptisme is over de hele wereld uitgegroeid tot een van de grootste protestantse denominaties en het heeft over de hele wereld verschillende verschijningsvormen, ook al is het vanuit de geschiedenis van het Baptisme vaak lastig om van denominaties te spreken1. Men spreekt liever van een broederschap, een vereniging, zonder dat de een autoriteit over de ander heeft, want de autoriteit berust bij Christus en door Hem bij de lokale gemeente. Men noemt dit (helaas) ook wel de autonomie van de plaatselijke gemeente2 en dit is binnen het Baptisme gemeengoed. Het betekent zoveel als: De lokale gemeente heeft genoeg in zichzelf om als gemeente van Christus te kunnen functioneren, besluiten te nemen en daarmee ‘kerk’, dan wel ‘gemeente’ te zijn en daar hoeft geen synodaal ingericht verband of iets dergelijks ook maar iets van inmenging van buitenaf of autoriteit van bovenaf in te hebben. In het Baptisme lijkt het te gaan om de lokale gemeente en de wijze waarop zij zich organiseert. Vaak ontstaat er in een bepaald land een bepaalde onvrede over hoe de lokale kerk functioneert en vanuit deze onvrede en de gezamenlijke zoektocht naar wat deze wel zou moeten zijn, zien we overal ter wereld het Baptisme ‘ontstaan’ als een ‘plant van eigen bodem’3. Tegelijk zien we ook dat er door een grote zendingsbereidheid vanuit zending Baptistengemeenten ontstaan4. Dr. Olof de Vries spreekt in dit kader van “het Baptisme is van de tijd, niet van de eeuwigheid”5, daarmee doelend op het contextuele eigene van het Baptisme. Nog sterker komt dit naar voren in zijn uitspraak over wat het Baptisme is, namelijk: “een gemeenschapsgebeuren in de tijd”6. De focus lijkt heel sterk te liggen op het gemeenschapsgebeuren, niet op dat wat er aan vooraf gaat en wat dit gebeuren zijn kleur zou moeten geven (dit is Christus, vgl. Matt. 18:20). Op de verdere kenmerken komen we straks onder de kop ‘kenmerken’ terug.
a. Ontstaansgeschiedenis Toen de Reformatie door Europa trok was vrijheid een groot thema geworden. De Reformatie begon uiteindelijk om de vrijheid van God, die zich volgens Maarten Luther niet op liet sluiten in een kerkelijke box7 van vormen, tradities en rituelen. Volgens de 1
Zie alleen al het grote aantal verschillende denominaties in de Verenigde Staten: http://en.wikipedia.org/wiki/List_of_Baptist_sub-denominations (ook al spreekt Wikipedia van subdenominaties..). Opvallend is dat ook Baptisten zich kennelijk vergaderen (regionaal en nationaal) vanuit een gemeenschappelijk doel, net zoals dat bij de C&MA het geval is. Zie onder 2. Een kort overzicht. 2 Ik vind het woord ‘autonomie’ een ongelukkig gekozen term in dit verband, maar ik heb er voor gekozen deze wel weer te geven omdat de term ‘an sich’ gemeengoed is binnen het Baptisme. 3 Zie het gelijknamige boekje ‘Een plant van eigen bodem’, uitgegeven door de Unie van Baptistengemeenten ter ere van het 400-jarig bestaan van het Baptisme. In dit boekje wordt de specifiek Nederlandse ontstaanssituatie besproken van de Unie van Baptisten in de Nederlandse veenkoloniën. 4 In Nederland bijvoorbeeld door missionair werk vanuit de Verenigde Staten. De gemeenten met de naam ‘Evangelische Baptisten Gemeenten’ (te weten: Eindhoven, Tilburg, Breda, Veghel, Bergen op Zoom) in het zuiden van Nederland zijn ontstaan vanuit het zendingswerk van de Amerikaanse zendingsorganisatie ‘Baptist Mid Missions’. Op hun website is meer info te vinden over hun activiteiten tot vandaag: www.bmm.org. 5 Olof H. De Vries, Gelovig gedoopt, p. 22, onder paragraaf 3.2. 6 Olof H. De Vries, p. 24 7 Henk Bakker, De weg van het wassende water, p. 42
2
ESSAY
IDENTITEIT VAN DE C&MA EN HET BAPTISME
R. RAUSCH
Rooms Katholieke Kerk was de Kerk de plaats waar God handelde en waar de ambtsdragers bemiddelden (door middel van de sacramenten) in het geven en verkrijgen van het heil. Volgens hen is ook de Schrift afkomstig uit de Kerkelijke traditie en is het de (RK) Kerk die zorg draagt voor de juiste wijze van interpreteren. Luther kwam tot de mening dat God de Kerk niet specifiek nodig had om hierin te bemiddelen maar dat het vooral belangrijk was dat iedere gelovige de mogelijkheid had om te lezen in de Schrift. Vanuit de Schrift zou God zichzelf, zoals ook aan hem, openbaren. Luther vond (o.a.): “Eén is de Middelaar tussen God en mensen, de Mens Christus Jezus”8. Een ander belangrijk aspect was het zicht op wat nu precies de ware gemeente van Christus was. Het zicht hierop ontstond veel meer bij de nazaten van Johannes Calvijn als bij die van Luther, en in het bijzonder in het presbyterianisme wat hieruit ontsproot en zijn weg begon te vinden in het Engeland van die dagen. Ook in Engeland werd de kerk hervormd naar een zogenaamd staatskerkmodel zoals men dat in de andere gebieden zag waar de Reformatie een vaste voet aan de grond kreeg. In zo’n model stond de vorst van het land aan het hoofd van de kerk en was hij uiteindelijk de ultieme ‘gezagvoerder’ onder God. In de landen waar de vorst op goede voet was met het kerkelijke volk kreeg de Reformatie steeds meer zijn beloop, maar in Engeland was dit niet het geval9. De Puriteinen waren hier ontevreden over en zagen maar weinig levend geloof in het volk dat de staatskerken bevolkte. Het streven naar een zuivere en pure Kerk gaf de beweging haar beweging uiteindelijk haar naam. Toen na lang proberen de situatie onhoudbaar werd door de voor hen mislukte Hampton Court Conference in 1604, waar de nieuwe koning James hun verwachtingen t.a.v. de hervormingen niet kon inlossen10, besloten zij zich af te scheiden van de Kerk van Engeland en voortaan als Separatisten door het leven te gaan. Deze Separatisten werden door koning James als staatsgevaarlijk gezien en werden vanwege hun radicale standpunten vervolgd en gevangengezet. Dit deed de nieuwe verbondsgemeenten besluiten om naar het ‘vrije’ Holland af te reizen. Mede door hun onderdrukking en het niet kunnen samenkomen zoals zij dat wilden gingen vrijheid van geloof en geweten een grote rol spelen, evenals het priesterschap van alle gelovigen. In de Reformatie was er al een aanzet toe geweest, maar die ging hen niet ver genoeg. Het ‘ambt’ was bij de hervormers zoals Luther en ook Calvijn nog steeds bemiddelend en in feite bleef hiermee het ‘ambt’ als een soort priesterschap tussen gelovigen en God als zijnde ‘bemiddelend’ in staan11. De Separatisten wilden geen gezag meer boven de lokaal samengekomen gelovigen hebben wat hen de wet voor zou schrijven in de vorm van een synodaal systeem of iets dergelijks. In Amsterdam kwamen ze in aanraking met de Anabaptisten, de wederdopers. De doop op basis van belijdenis van geloof ging pas hier een rol van betekenis spelen. Ook de vrije keuze die gevolgen had in de doop speelde hierin mee. ‘Echt gelovig’ was je voor hen als je er voor kon kiezen. Het opgeschreven staan in de kaartenbak van een lokale Staatskerk betekende dat zeker niet automatisch. Echt geloof wordt kenbaar aan de vruchten die het afgeeft, en zo werd de doop het startsein voor zowel discipelschap, als voor gemeentevorming: daar waar discipelschap door middel van tucht die gericht is op 8
1 Tim. 2:5 Bakker, De weg van het wassende water, p. 45 10 Zie Bakker, p. 46 over de ‘Hampton Court Conference’. 11 Zie De Vries, p. 33-35 9
3
ESSAY
IDENTITEIT VAN DE C&MA EN HET BAPTISME
R. RAUSCH
geloofsgroei haar plaats kan hebben. Een belangrijk onderdeel is wat men noemt accountability, dit is het moreel verantwoordelijk zijn voor de keuzes die iemand maakt. Daarnaast speelde de Calvinistisch gekleurde gevonden heilszekerheid een belangrijke rol in ontwikkeling van de doop van gelovigen12. Deze is door de jaren na het ontstaan steeds belangrijker geworden en zo verschoof de doop (zoals bij de Anabaptisten) van startsein naar eindstation. Als men zeker was van het gevonden heil kon men worden gedoopt, terwijl het voor de Anabaptisten het startsein voor de navolging van Christus was. Het ondanks verschillen van inzicht (zelfs ten aanzien van dergelijke belangrijke ‘identitymarkers’ als de doop) met elkaar verbonden willen blijven is wel kenmerkend voor het Baptisme. Het is verbondenheid met God en elkaar voorop en dit kenmerkt het Baptisme van het eerste uur tot aan de dag van vandaag.
b. Wortels De wortels van het Baptisme zijn terug te voeren tot het Gereformeerde Puritanisme aan de ene kant en het (deels Arminiaanse) Anabaptisme aan de andere kant. Vrijheid van geloof en het gezamenlijk belijden daarvan spelen een grote rol, ook wel samen te vatten als vrijheid in verbondenheid. Waar het Gereformeerde Puritanisme focuste op de vraag wat nu precies de ware gemeente van Christus was komt de invloed van de Anabaptisten naar voren in de vrijheid om hiervoor te kunnen kiezen. Ook de kijk op de doop als ‘gemeentevormend’ is een mix van aan de ene kant de hang naar verbondenheid met God en elkaar zoals we dat in het Gereformeerde Puritanisme aantreffen als de doop als startsein voor het nieuwe leven (in verbondenheid) van de Anabaptisten. Op basis van historische gegevens en andere identiteitsbepalende zaken kunnen we zeggen dat het Baptisme zijn wortels heeft in de Reformatie en dat het steeds pendelde tussen kerk en beweging. Vanuit het pragmatische en open karakter is het ook steeds beïnvloedbaar geweest door zaken die vanuit de context naar voren kwamen en heeft het zich door de tijd heen weten aan te passen en is ze fier overeind gebleven.
c. Kernpunten Het Baptisme kenmerkt zich door een sterk ontwikkelde ecclesiologie (‘leer van de kerk’) met een sterke nadruk op de lokale inrichting daarvan. Alles lijkt te draaien om de gemeente. Het centrale doel die het vanuit haar ontstaan met zich meedraagt is er vooral op gericht om de ware gemeente van Christus op deze plaats, in dit punt des tijds, te zijn. Voor Baptisten staat het gemeentebesef voorop, en pas daarna komen allerlei andere vragen aan bod13.
12
De Vries, p. 43 Zie o.a. De Vries, p. 19. ‘Het Baptisme moet eerder als een gemeentebeweging dan als een doopbeweging getypeerd worden’., Ook op p. 21: ‘In het baptisme draait het om de (lokale: RR) gemeente’. 13
4
ESSAY
IDENTITEIT VAN DE C&MA EN HET BAPTISME
R. RAUSCH
De kernpunten voor het Baptisme komen sterk naar voren in de eerste ‘verbondsuitspraak’ van de gemeente van John Smyth, ook wel ‘de vader van het Baptisme’ genoemd. Ze spraken met elkaar (ieder afzonderlijk) deze volgende tekst uit: “Ik beloof voor God, en voor ons samen, om in Gods wegen te wandelen, wegen die ons bekend zijn of ons bekend zullen worden, en ik beloof om dit naar ons beste kunnen te doen, wat het ons ook kost, met Gods hulp.”14 Opvallend aan dit verbond is dat het een antwoordend verbond is, waarin mensen samen antwoorden op het gevonden heil in Christus. Opvallend is ook de belofte om vanaf dit moment in Gods wegen te wandelen (vandaag vaak terug te zien in de doopplechtigheden). Een andere opvallende zaak is de gezamenlijkheid. Het woord ‘ons’ komt maar liefst vijf keer voor. Het antwoordende verbond binnen het Baptisme richt zich op via Christus op het ‘ons’, op dat wat De Vries ‘een gemeenschapsgebeuren in de tijd’15 noemt. Olof de Vries komt tot elf gemeenschappelijke ‘kernpunten’ waarover Baptisten het “over het algemeen genomen” (zo zegt hij) het met elkaar eens zijn. Ik som ze hieronder op: a. b. c. d. e. f. g.
h. i. j. k.
Geloof als persoonlijk geloof in Jezus Christus Het gezag van de Bijbel in zaken van geloof en leven De christelijke gemeente als gemeenschap van gelovigen Doop op belijdenis van geloof Doop als inlijving in het Lichaam van Christus, d.i. de gemeente De plaatselijke gemeente als een in zichzelf volwaardige manifestatie van de universele gemeente De roeping van de plaatselijke gemeente om banden te onderhouden met zustergemeenten (‘met de kanttekening dat deze roeping op gespannen voet staat met de door het vorige punt opgeroepen idee van de autonomie van de plaatselijke gemeente’) Het priesterschap/ambt van alle gelovigen Geloofsgetuigenis door woord en daad als een opdracht voor iedere gelovige en iedere gemeente Vrijheid van geloof en geweten Scheiding van kerk en staat16
Onderaan dezelfde pagina komt De Vries nog met de volgende uitspraak om de eerdere opmerkingen te onderstrepen: “Binnen het Baptisme hebben al deze opvattingen en uitgangspunten, in onderlinge samenhang, een eigen centrum waarom alles draait. Centraal staat de gerichtheid op de christelijke gemeente als gemeenschap van belijdende gelovigen…”17 Of te wel: het centrale punt waarom alles draait is niet geworteld in de Christologie (de leer van Christus), maar in de Pneumatologie (De leer van de Geest; die het Lichaam van Christus samenbindt) ofwel in de Ecclesiologie (de leer van de gemeente).
14
Bakker, p.52. De Vries, p. 24 16 De Vries, p. 20 17 De Vries, p. 20-21 15
5
ESSAY
IDENTITEIT VAN DE C&MA EN HET BAPTISME
R. RAUSCH
2. C&MA een kort overzicht Albert Benjamin Simpson (15 dec. 1843 – 29 okt. 1919) moet worden gezien als de vader van de Christian And Missionary Alliance, en men kan de gelijknamige beweging die zich kortweg ook wel ‘The Alliance’ laat noemen moeilijk begrijpen zonder een kort overzicht te hebben van zijn leven. Om die reden trappen we hier af. Tijdens de reis die zijn leven was, kwam hij onder andere tot de ontdekking van ‘The Fourfold Gospel’, wat Bernie van de Walle ook wel ‘The Heart of the Gospel’ noemt in zijn gelijknamige boek18. In ‘The Fourfold Gospel’ komt een sterk Christologische focus naar voren die draait om wie de Here Jezus is en wil zijn. Christus presenteert zich volgens de C&MA als Onze Verlosser, Onze Heiligmaker, Onze Geneesheer en als Onze Komende Koning. We zullen straks (kort) nader ingaan op elk van deze ‘folds’. Het is belangrijk om dit te doen, omdat het overal door de C&MA gevoerde logo deze folds verbeeldt en daarmee de beweging haar ‘gezicht’ geeft. Anders dan in het Baptisme geeft doctrine en een logo wat deze doctrine verbeeldt, kleur en richting aan de beweging van mensen die voor een gemeenschappelijk ideaal staan. Daarnaast was Simpson (mede-)oprichter van zowel de Christian Alliance als de Missionary Alliance. Dit waren aanvankelijk twee verschillende allianties die elk ontstaan waren als een ‘spiritual fellowship’19, een zogeheten broederschap wat kerkmuren oversteeg en zich vergaderde rondom een groter, gemeenschappelijk doel. Bij de Christian Alliance had dit te maken met ‘Deeper Life’ en bij de Missionary Alliance draaide het om ‘Missions’. Deze twee Allianties zijn in 1887 samengegaan (N.B.: gefuseerd) en hebben de beweging vorm gegeven tot op de dag van vandaag. Ik zeg bewust beweging in dit kader, want dat wat Simpson voor ogen had was geen kerkgenootschap of iets wat daar in de verste verte ook maar op leek, maar een parakerkelijke beweging waarin gelijkgestemde zielen samen op zoek waren naar ‘Deeper Life’ (Het Christus kennen in al zijn volheid) en van daaruit een passie hadden voor ‘Missions’.
a. Ontstaansgeschiedenis Simpson werd geboren in een streng Presbyteriaans gezin en naar het verluidt was zijn moeder een bevlogen vrouw die haar jonge kind opdroeg aan de Heer zoals Hanna dat met haar kindje Samuël had gedaan20. Nadat hij uitblonk op het Presbyteriaanse Seminarium (Knox College) werd deze droom werkelijkheid en begon hij aan zijn eerste pastoraat als jonge knaap van 21 in Hamilton, Ontario (Canada). Hij was toen net getrouwd met zijn geliefde Margaret. Vanaf het moment dat hij het zichzelf kon herinneren had hij een passie voor missie en de verhalen die de zendelingen uit soms onmogelijke gebieden terugbrachten versterkten zijn verlangen om ook op dit gebied van betekenis te mogen zijn. Vooral de focus op en het hart voor wie verloren zijn heeft hij daarin mogen ontwikkelen en deze zouden als een rode draad door zijn leven gaan lopen. Op zijn 30e 18
Van de Walle, The Heart of The Gospel, p. 22 Robert L. Niklaus et al, All for Jesus, p. 75 20 James Snyder, The Fourfold Gospel, p. 11, Biography of A.B. Simpson 19
6
ESSAY
IDENTITEIT VAN DE C&MA EN HET BAPTISME
R. RAUSCH
ontvangt hij een beroep om in de USA te gaan dienen en ze verhuizen naar Louisville in Kentucky. Simpson komt in een identiteitscrisis en leert dwars door alle moeite en verdriet heen zich volledig op Christus te richten. De eerste ‘fold’ van de Fourfold Gospel is geboren met de gevleugelde uitspraak die hem vanaf dat moment niet meer losliet: “All you need is Jesus, you go to Him”. Simpson verklaarde dat hij voortaan nergens anders over meer wilde (s)preken dan over Jezus, want in Hem heeft de volheid van God willen wonen (Kol. 1:19, 2:9). Vele uitdagingen zouden nog volgen en zouden vanuit zijn geestelijk leven kleur geven aan de folds die later zijn bediening zouden vullen, waaronder een wonderbaarlijke genezing terwijl hij aanwezig was op een genezingsconferentie in Old Orchard, Maine. Simpson beschreef het als de volheid van Jezus die over hem kwam. Dit alles maakte Simpson tot een geestelijke zoeker die steeds weer op zoek was naar de volheid die de intimiteit met zijn Verlosser, Heiligmaker, Geneesheer en Komende Koning met zich meebracht en dit op ‘pursuit zijn21’ is wat de beweging tot vandaag vorm geeft. Simpson komt te midden van deze woelige zoektocht waarin hij vele hymnes en periodicals schreef voor het blad wat hij al was gaan uitgeven uiteindelijk terecht in New York. Hij werd beroepen bij een van de meest prestigieuze ‘pulpit’s’ van die dagen. In New York doet hij naast gemeentewerk ook in zijn vrije tijd evangelisatiewerk in de haven van de stad. In een korte periode komen zo’n honderd Italiaanse mensen tot geloof en hij wil ze uitnodigen in de kerk waar hij dienen mag. Tot zijn ongenoegen worden de Italianen geweigerd uit deze ‘klassenkerk’, waar veelal mensen uit de gegoede burgerij samenkwamen. Dit doet Simpson na veel gebed en zoeken met gelijkgestemden besluiten om uiteindelijk zijn goedbetaalde baan op te zeggen en voor met deze gelijkgestemden een ‘open plek voor iedereen’ te beginnen die zich vooral ging bezighouden met het kennen van Christus in al zijn volheid en van daaruit er naar uitkeek om hen te bereiken die nog niet bereikt waren. Het hart van de C&MA was geboren.
b. Wortels Er zijn voor deze beweging vele wortels aan te wijzen, maar om goed zicht te krijgen op hoe ze vorm hebben gekregen is het naar mijn mening belangrijk ze in te delen in twee categorieën, te weten: ‘Deeper Life’ en ‘Missions’. Bernie Van de Walle doet in zijn boek een goede poging om het ontstaan van de visie van Simpson te plaatsen in de context van de tijd waarin hij leefde, en zeker met succes. Wat belangrijk is om te zien, is dat Simpson net als vele anderen22 een kind van zijn tijd was, maar dat hij ondanks invloeden van diverse anderen (die zijn werk koesterden23), origineel was in de kijk die hij op zaken ontwikkelde. Een van de zaken die Van de Walle noemt is dat Simpson met name origineel was in de wijze waarop hij deze folds, die ook 21
Vgl. A.W. Tozer’s boekje wat de wereld tot vandaag over gaat: ‘The Pursuit of God’ Van de Walle noemt de volgende: Dwight L. Moody (Chicago - Baptist), A.J. Gordon (Boston – Baptist), A.T. Pierson (Philadelphia – Presbyteriaan). Zij gaven volgens Van de Walle met A.B. Simpson de evangelische beweging het gezicht wat ze tot op de dag van vandaag heeft. 23 Van de Walle noemt o.a. de bekende Baptist Dwight L. Moody tot een fan van Simpson. Van de Walle. In het boek van Niklaus wordt zelfs gesproken van het feit dat Moody vanuit Chicago speciaal naar New York was komen reizen om Simpson te horen (s)preken. Zie All for Jesus, p. 55. De quote van Moody spreekt boekdelen: “I have just been down to hear A.B. Simpson preach. No one gets to my heart like that man.” 22
7
ESSAY
IDENTITEIT VAN DE C&MA EN HET BAPTISME
R. RAUSCH
min of meer door andere (grote namen) in zijn tijd als doctrine werden beleden, bij elkaar bracht als The Fourfold Gospel24. ‘Deeper Life’ vindt zijn oorsprong in de heiligingsbeweging die zijn wortels vindt in het vroege methodisme van John Wesley waaruit het brede spectrum van het evangelicalisme is ontstaan. De heiligingsbeweging die het dichtst aan het hart van Simpson stond was de Keswick beweging, ook al was de kijk op heiliging net even anders. Simpson’s kijk op heiliging had alles te maken wat hij zelf noemde ‘The Christ Life’, het kennen van Jezus in al zijn volheid en het genoegen vinden in Hem alleen (en wat Hij te bieden heeft). In de kijk van Simpson gaat het er vooral om dat Christus in het centrum staat, niet de mens. ‘Missions’ vindt haar oorsprong in het ontstaan van de parakerkelijke beweging, die we kunnen plaatsen bij de door de Baptist William Carey georganiseerde Missions Conference in Northampton in 1792 waar de Baptist Missionary Society haar levenslicht zag. Vanaf dit moment worden ‘zending’ (als: ‘ver weg’) en ‘evangelisatie’ (als: ‘dichtbij’) bewust uit elkaar gehaald en wordt de eerste vanaf dat moment vooral door parakerkelijke organisaties ingevuld (ook niet altijd). Met de expansie van de Europese machten om de wereld te koloniseren die op kwam in de eeuw die volgde nam ook de missionaire activiteit in deze nog niet bereikte gebieden toe. Zo gold dat ook voor de opkomende wereldmacht van de Verenigde Staten. Simpson’s brandende hart voor het evangelie en voor wie daar nog niet mee bereikt waren kwamen in het New York van de late 19e eeuw bij elkaar in een stad die alles te bieden had om als een machtige zendingsbroedplaats te kunnen dienen. Het had een grote internationale haven en van daaruit kon de hele wereld worden bereikt. Simpson moet ook hier worden gezien als een kind van zijn tijd, een bijzondere die kansen zag en mensen bij elkaar bracht voor een levend en concreet breed gedragen doel wat kerkmuren oversteeg en daar op geslaagde wijze werk van wist te maken.
c. Kernpunten Zoals genoemd zijn deze samen te vatten in ‘Deeper Life’ en ‘Missions’, met de sterke nadruk op The Fourfold Gospel, welke vervolgens weer diepgeworteld is in de Christologie. Niet voor niets begint The Fourfold Gospel in wie Christus is, bij alle ‘folds’. Simpson sprak in zijn leven al uit dat “All missionary activity must have it’s source in deeper spiritual life”25. In deze quote komt in het bijzonder de ‘missionaire activiteit’ naar voren, maar dat had net zo goed enige andere kerkelijke activiteit kunnen zijn die uit ‘deeper spiritual life’ voort komt. Alles begint bij Jezus en draait om de vraag wie Hij is of wil zijn, en pas daarna komen allerlei andere kerkelijke (als ‘van de kerk’) activiteiten in beeld. De vraag wie Jezus is (en in welke situatie) speelt een belangrijke rol binnen de CAMA internationaal. Het lijkt de eerst te beantwoorden vraag te zijn voor de gelovige die Hem oprecht wil leren kennen in al zijn volheid. Als men het statement ‘Christus is onze Verlosser’ (de eerste fold) neerlegt, is het vervolgens ook belangrijk om te weten waar Hij ons van verlost en actief te zoeken naar verlossing op welk gebied dan ook. Niet zonder 24
Van de Walle, p. 194 Simpson, ‘Aggresive Christianity’, artikel gepubliceerd in The Alliance Weekly. Ook te vinden op het internet: http://articles.ochristian.com/article6347.shtml 25
8
ESSAY
IDENTITEIT VAN DE C&MA EN HET BAPTISME
R. RAUSCH
reden is dit de eerste fold. Zonder het accepteren van Christus als Verlosser is er helemaal niets om op voort te bouwen. Al het andere valt of staat met deze acceptatie, die verder borg staat voor de ontwikkeling van de andere ‘folds’. De folds ontvouwen zich zoals een bloem geleidelijk aan opengaat als de zon gaat schijnen en ze hangen zo nauw met elkaar samen dat de een niet zonder de ander gezien, begrepen en ervaren kan worden. In dat kader is het misschien goed om in de Nederlandse vertaling voortaan te spreken van het Het Viervuldig Evangelie26, ook al omdat daarin het vervullingskarakter waar Simpson steeds naar zocht meer zichtbaar wordt (denk o.a. aan ‘The Christ Life’). Hieronder een korte bespreking van de folds en vervolgens ook van de ‘core values’, zoals ze weergegeven zijn op de internationale website van The Alliance.
A. Christus onze Verlosser
Symbool: Het Kruis
Centraal in deze fold staat dat Jezus Christus de Verlosser van het anders verloren mensenras is. De nadruk ligt op verlossing ten opzichte van redding. Redding is een eenmalig gebeuren, waar verlossing d.m.v. de koppeling aan de volgende ‘fold’ een veel diepere betekenis krijgt die een leven lang duurt en actief i.p.v. passief is. B. Christus onze Heiligmaker
Symbool: Het Wasvat
In deze fold is het onderwijs er op gericht dat Christus ons als zijn volk heilig wil maken, zoals Hij heilig is. Het proces begint met overgave en duurt tot het moment dat we verheerlijkt worden. De gelovige wordt gemotiveerd naar zaken in zijn of haar leven te zoeken waarin hij of zij tot God geheiligd worden en in geestelijke zin apart gezet van de wereld leven. Alles heeft te maken met het steeds meer zichtbaar maken dan wel krijgen van het werk van Christus in het sterfelijke vlees. C. Christus onze Geneesheer
Symbool: De Oliekan
Christus is niet alleen gekomen om ons te verlossen, maar ook om ons te genezen. De genezing begint van binnenuit en is niet los verkrijgbaar (daarom ook het ‘ontvouwen’ van de folds) en is omdat ze van binnenuit begint sterk verbonden met de vorige twee folds. Alle genezing, zowel van het lichaam als geestelijk, dient uiteindelijk tot de heiliging van het leven en tot een leven van dienstbaarheid aan de Komende Koning, totdat Hij verschijnt in heerlijkheid of de Grote Opdracht is vervuld. Genezing is totaal (body, mind & soul) binnen de doctrine van de C&MA, maar niet dwingend, in de zin dat God ook fysiek moet genezen. Het behoort tot de mogelijkheden van het doorbrekende Koninkrijk en daarmee tot een onderdeel van de volheid van Christus, die Hij ook vandaag aan gelovigen geven wil. D. Christus onze Komende Koning
Symbool: De Kroon
Christus wordt beleden als de Komende Koning om daarbij de verwachting levend te houden dat Hij komt, en tot het moment dat Hij komt in heerlijkheid de C&MA zich 26
Sorry Marco… - Marco Wittenberg kiest voor ‘Viervoudig Evangelie’ in zijn boekje over de CAMA.
9
ESSAY
IDENTITEIT VAN DE C&MA EN HET BAPTISME
R. RAUSCH
wereldwijd inzet om de volken te bereiken met het Evangelie (Mt. 24:14). Het feit dat de Heilige Geest als onderpand gegeven is en de gelovigen van vandaag vervuld met zijn heerlijkheid en gaven die dienen tot opbouw van het wereldwijde lichaam, onderstrepen de doctrine in haar waarheidsgehalte. Wat beloofd is, wordt waar, omdat Hij die belooft heeft, getrouw is. De kernwaarden (‘core values’) die hier nauw mee samenhangen en eigenlijk voortvloeien uit deze identiteitsbepalende zaken zijn: 1. Lost people matter to God, He wants them all found Bij deze eerste kernwaarde komt de naar buiten gerichte blik goed naar voren. Omdat men zelf gevonden is, en in Christus alle volheid van God gevonden heeft, is men er ten diepste van overtuigd dat God ook al die anderen nog vinden wil en wil men zich hiervoor laten inzetten tot verheerlijking van zijn Naam. 2. Prayer is the primary work of God’s people In tegenstelling tot de kenmerken van De Vries (zie p. 5) wordt bij de kernwaarden van de C&MA vooral ingezet op ‘deeper life’, het leven van de gelovige(n) met God, van waaruit al het andere werk vorm krijgt. 3. Everything we have belongs to God, we are his stewards Ook hierin komt het element van heiliging (onderdeel van ‘deeper life’) als bepalend naar voren ‘alles is van Hem, en wij mogen er zorg voor dragen als Zijn rentmeesters’. Dat wat men doet en wat men heeft, heeft men ontvangen om met zorg te onderhouden en mag worden ingezet tot eer van zijn Naam. 4. Knowing and obeying God’s Word is fundamental to all true succes Kennis alleen is niet voldoende, het gaat om totale overgave. Kennen en gehoorzamen zijn karaktertrekken die passen bij ‘deeper life’. 5. Completing the Great Commission will require the mobilization of every fully devoted disciple Hierin wordt het gemeenschappelijke en grotere doel gecommuniceerd als leidend voor de gemeenschap van gelovigen. Niet de gemeenschap in zichzelf is het einddoel, maar het vervullen van de Grote Opdracht en het mobiliseren van iedere volledig toegewijde discipel. We zien hier dat het ‘Deeper Life’ is wat invulling geeft aan ‘Missions’. 6. Without the Holy Spirit’s empowerment, we can accomplish nothing Uiteindelijk is het God die het doet, en zonder dat Hij het doet kan men niets doen op welk gebied dan ook. Het is een sterk statement van actieve afhankelijkheid. 7. Achieving God’s purposes means taking faith-filled risks. This always involves change. Uiteindelijk gaat het er om afgestemd te zijn op Gods doelen en de spirituele route van discipelschap brengt door de heiliging veel veranderingen met zich mee waarnaar een gelovige discipel zich ook steeds weer mag uitstrekken. 10
ESSAY
IDENTITEIT VAN DE C&MA EN HET BAPTISME
R. RAUSCH
3. Het karakter van het Baptisme binnen de ABC gewogen Het Baptisme binnen de ABC is zeer divers. Van heel evangelicaal in het noorden in met name de grote gemeenten als Drachten en Groningen tot sterk congregationalistisch in de kleinere gemeenten in het zuiden. Het gaat dan zowel om een verschil in grootte, in opbouw en organisatie, maar ook in de wijze waarop de gemeente naar binnen ‘werkt’ en naar buiten treedt. Het is niet te vatten in een enkel label, en op zich is dat ook wat het Baptisme over de hele wereld laat zien. Een kenmerk is wat men noemt ‘local theology’, die vorm krijgt in ‘een theologie van onderweg’, welke zich mede door de jaren heen (‘in de tijd’, zoals Olof de Vries zou zeggen) vormt in een specifieke context van een groep bij elkaar vergaderde gelovigen. Het feit dat hier binnen de koepel van de ABC ruimte voor is, is te danken aan de wortels van de baptistenidentiteit waarin vrijheid van geloof en geweten samen komt met verbondenheid (met Christus en elkaar). De vraag is echter in hoeverre de andere kernpunten van het Baptisme verankerd zijn in de koepel die ABC heet. Als we stellen dat elke gemeente op lokale wijze invulling geeft aan wat het Baptisme binnen haar gelederen is, dan is dat natuurlijk op zichzelf al een Baptistisch standpunt waarin de vrijheid en autonomie van de lokale gemeente wordt gewaarborgd. Ook is het zo dat de identiteit van het Baptisme gewaarborgd is in het feit dat gemeenten zich vinden in vrijwillige samenwerking, zonder dat er van bovenaf regels of enigerlei wijze van synodale druk worden opgelegd. Het ontbreken van een sterk omlijnde gezamenlijke identiteit als kerkgenootschap (zie verder onder de kop identiteit van de ABC) onderschrijft dit. Daar waar de C&MA vanuit haar traditie duidelijke en sterk omlijnde kaders heeft wat betreft doctrine, daar heeft de ABC als geheel genoeg aan een verklaring waarin het Apostolicum gewaarborgd is. Wat ook sterk Baptistisch van kleur is, is de noodzaak van de doop. De ABC staat een lidmaatschap van lidgemeenten voor waar leden gedoopte en belijdende gelovigen zijn. Nieuwe lidkerken met een min of meer ‘open lidmaatschap’ wordt gevraagd om het open lidmaatschap te laten varen en te kiezen voor een lidmaatschap wat alleen open staat voor hen die als belijdende gelovigen door onderdompeling gedoopt zijn. Normaal voor het Baptisme is een hoge mate van invloed van de leden: er wordt samen besloten, door middel van ‘discerning the mind of Christ together’. Dit alles op basis van het feit dat iedere gelovige is geroepen tot priesterdienst en daarmee een rol te spelen heeft in de besluitvorming en de route die gezamenlijk gevolgd wordt. De gezamenlijk uitgesproken tekst uit de verbondsgemeente van John Smyth (zie p.5) onderstreept dit in het ‘zoals ons bekend zullen worden’. Dit ‘samen zoeken’ is binnen de ABC soms ver te zoeken, zowel op bestuurlijk als op lokaal niveau. Bij de koepel van de ABC zijn zowel congregationalistisch als presbyteriaans vertegenwoordigd. In de eerste wordt voluit samen gezocht door de gemeentevergadering, in de tweede bereiden de oudsten voor en zetten de lijnen uit. Het is eerste is voluit Baptist, het tweede minder, ook al moet wel worden meegenomen dat het soms ook te maken heeft met de grootte van een gemeente. Naar mate de gemeenten groter worden ontstaat vaak de behoefte om een ‘bestuurlijke laag’ boven de leden (of beter: uit de leden) naar voren te brengen om de gemeente(n) hiermee te vertegenwoordigen.
11
ESSAY
IDENTITEIT VAN DE C&MA EN HET BAPTISME
R. RAUSCH
Opvallend is dat bij de grote Baptistengemeenten in het Noorden van het land die min of meer als de vaandeldragers van de Baptistenidentiteit zouden moeten fungeren binnen het kerkverband, juist de zaken die de identiteit van het Baptisme markeren meer en meer naar de achtergrond verdwijnen. Juist in deze gemeenten is veel vaker een hiërarchisch systeem waar te nemen waarin top-down besluiten worden genomen in plaats van bottomup. Mede door de invloed van de gemeentegroei-beweging (zie ook: het C&MA karakter binnen de ABC gewogen, p. 13-14) zijn identiteitsbepalende kenmerken van het Baptisme naar de achtergrond verdreven onder de pragmatische keuze om groei (met name in aantal) te stimuleren. Gemeenten werden meer als een bedrijf gerund en hier past een hiërarchisch systeem van top-down beter bij, dan een Baptistisch idee van bottom-up. Laat ik een voorbeeld noemen om het in te kleuren. Een groot verschil is waar te nemen in hoe er vanuit zowel de ABC als in de UvB naar een traject van mogelijke fusie wordt toegewerkt. Binnen de ABC worden de leden geïnformeerd en kunnen ze door middel van een groene of een rode kaart op een ALV instemmen met wat het bestuur heeft voorbereid. Bij de Unie worden de leden geraadpleegd en is er een echte overlegcultuur, mede omdat ook de AV’s een heel weekend in plaats van ‘maar een avond’ duren. Ook theologisch zijn er grote verschillen tussen de gemeenten in het noorden van het land als met de gemeenten in het zuiden van het land, wat natuurlijk ook enigszins te verklaren valt vanuit het begrip local theology, maar vooral gezocht moet worden in de ontstaansgeschiedenis van de verschillende gemeenten en de ontwikkeling die door middel van invloeden van buitenaf (of niet) heeft plaatsgevonden. Laat ik een voorbeeld noemen: De gemeenten in het noorden waren min of meer allemaal bestaande Baptistengemeenten die ‘vrij’ werden in het proces binnen de Unie rondom ‘Ruimte’. De gemeenten in het zuiden zijn bijna allemaal ontstaan vanuit Amerikaans zendingswerk en hebben met name daaraan hun kijk op het Baptisme te danken. Hierdoor liggen zowel de geleerde als de geleefde theologie van de gemeenten in het noorden en die in het zuiden soms mijlenver uit elkaar. De gemeenten in het zuiden zijn gekleurd door een Amerikaanse kijk uit de jaren ’80 van de vorige eeuw op wat Baptisme is (exclusief, naar binnen gericht: de ware gemeente, gericht op: ‘wij hebben gelijk’, ‘want dit is Bijbels en dit niet…’, enz.) en moeten bijvoorbeeld helemaal niets van charismatische invloed hebben, terwijl de gemeenten in het noorden zich bijvoorbeeld bezighouden met charismatisch gekleurde invloeden zoals bijvoorbeeld ziekenzalving27 etc. Dit is voor sommige gemeenten in het zuiden ‘niet Bijbels’ om maar even met een specifieke karaktertrek te komen. Vroeg of laat kunnen deze verschillen in kijk op wat ‘Het Woord zegt’ tot conflicten leiden, zeker zonder een sterk verankerde identiteit en personen die deze uitdragen en borgen. Vanuit de kern van het Baptisme gaat men in de eerste plaats voor wat men samenbindt, en krijgt dat wat verdeelt minder aandacht. Hier is terecht vanuit de liefde voor Christus voor gekozen, maar dit leidt in veel gemeenten ook tot onduidelijkheid. Vanuit de C&MAtraditie zijn sommige gemeenten gewend om een helder voorgeschreven doctrine te hebben die vervolgens leidend is voor de kernwaarden die daaruit voort komen (zie p.9) en die de gezamenlijke beweging vormgeven. Binnen het Baptisme ligt deze focus anders, namelijk op ‘verbondenheid ondanks’, in plaats van op ‘verbondenheid dankzij’.
27
Zie http://vbgroningen.nl/zondag/diensten, onder het kopje ’dienst van genezing’ . Maar ook bij de Bethel in Drachten worden diensten georganiseerd rondom genezing van lichaam, ziel en geest.
12
ESSAY
IDENTITEIT VAN DE C&MA EN HET BAPTISME
R. RAUSCH
4. Het C&MA-karakter binnen de ABC gewogen Het C&MA karakter zou binnen de ABC sterk vertegenwoordigd moeten zijn, eigenlijk alleen al omdat in de naam van het nieuwe kerkgenootschap twee van de drie letters een C&MA-achtergrond hebben (A= Alliantie, C= CAMA-gemeenten), maar van een daadwerkelijke borging van de identiteit van de CAMA is m.i. geen sprake28. De schuld hiervoor ligt niet in de fusie (ook al zijn de resultaten daar op dit moment het meest direct merkbaar), maar is ze vooral terug te voeren op hoe de CAMA zich in Nederland uitbreidde. Ik probeer in het kort mijn eigen analyse29 hier op los te laten. Mede onder druk van de opkomende ‘gemeentegroei-beweging’30 en het eigen verlangen om de wereld met het Evangelie te bereiken31 werden een aantal belangrijke keuzes gemaakt die op zijn zachtst gezegd niet hebben bijgedragen aan het borgen van de C&MA identiteit bij de personen die de identiteit moesten dragen en vooral ook uitdragen. Binnen de traditie van de C&MA zou het hier met name moeten gaan om de geordineerde voorgangers. Het proces van ordinatie binnen de C&MA wereldwijd heeft vooral dit tot doel: het borgen van de gezamenlijke en universele identiteit, welke geborgd is in The Fourfold Gospel, en zij die deze identiteit dienen te vertegenwoordigen als zodanig in te zetten in het werk van de gemeenten (CPG32) en ver weg (CAMA Zending). Midden jaren negentig van de vorige eeuw werd er een proces in gang gezet om gemeenten onder ‘één paraplu te krijgen’ en vrije gemeenten werden aangeschreven en bezocht om vooral onder de C&MA-paraplu te komen schuilen. Vanuit het parakerkelijke karakter van de beweging was dit enigszins te begrijpen, maar vanuit het feit dat gemeenten niet tot een echte ‘wholeheartedly’33 ‘YES’ zijn gekomen, waarin zowel de identiteit geaccepteerd als geborgd wordt, des te minder. In deze periode zijn ook de fusiebesprekingen met de Broederschap der Baptisten34 begonnen en zij hadden dezelfde insteek. Beide bewegingen waren onder (grote) invloed van de gemeentegroei-beweging gekomen en vonden elkaar met name in die gemene deler: groeien in aantal. De invloed van Willow Creek Community Church van Bill Hybels en Saddleback Church (waar de Purpose Driven gemeenschap uit ontstond) van Rick Warren mogen hierbij worden genoemd. Aan beide kanten werden 28
Het lijkt er op dat deze uitspraak uit de lucht gegrepen is, maar dat is niet zo. Op basis van de persoonlijke gesprekken en de bezoeken die ik in mijn rol als gastspreker door het hele land voeren mocht kom ik tot deze conclusie. Ook de verdieping in de ontstaans- en ontwikkelingsgeschiedenis, waarop ik in dit document slechts sporadisch terug komen kan (helaas) doen mij na gedegen onderzoek mijnerzijds op deze conclusies komen. Uiteraard wil ik ook verantwoordelijk zijn voor de uitspraken die ik doe en derhalve ben ik beschikbaar om ze van tekst en uitleg mijnerzijds te voorzien. 29 Ik neem hier de verantwoordelijkheid voor, ook al is deze analyse door meerdere bronnen ‘mondeling’ bevestigd. En op basis van ‘twee of drie getuigen’ bied ik hem ter overdenking aan. Wat de situatie extra lastig maakt, is dat bestuursverslagen uit deze periode niet openbaar zijn, ook al zijn ze wel in mijn bezit. Vanuit deze (landelijke) bestuursverslagen is een dergelijke chronologie neer te schrijven zoals ik dat hier doe, zonder dat ik ‘man en paard’ probeer te noemen. Het gaat mij hoofdzakelijk om een overzicht waar het COTA iets mee zou moeten kunnen. 30 Zie hier meer over de gemeentegroei-beweging: http://en.wikipedia.org/wiki/Church_Growth Er is helaas geen Nederlandstalige website beschikbaar met enkel een overzicht (in plaats van ‘een mening over’). 31 ‘Living the Call together’, de wereldwijde slogan n.a.v. Matt. 28:19-20 32 CAMA gemeenten verenigden zich onder de noemer CAMA Parousia Gemeenten, kortweg CPG. 33 Naar een uitspraak van Ds. Arie Verduijn (voorzitter van de internationale koepel Alliance World Fellowship) over mogelijk toetreden van een (landelijke) lidkerk op de ALV van de ABC-gemeenten, november 2012. 34 De koepel van de ‘Vrije Baptisten’, mede ontstaan na een scheuring binnen de Unie van Baptisten, voor meer over dit proces aan de kant van de Baptisten, zie De Vries, p. 269vv.
13
ESSAY
IDENTITEIT VAN DE C&MA EN HET BAPTISME
R. RAUSCH
identiteitsbepalende zaken -zoals voor de C&MA The Fourfold Gospel dit was- naar de achtergrond verdreven en men zocht om elkaar te ontmoeten in dat wat hen samenbond. We vonden elkaar in de ‘Missions’ (d.w.z. een uitgesproken naar buiten gerichte blik) onder druk van het getal en misschien daarom ook wel in de honger naar groot, groter, grootst, ook al was het goedbedoeld en daarmee voor Jezus. Wat echt verloren ging was ‘Deeper Life’. En het is juist dit wat zo ‘eigen’ is aan de C&MA (drie van de vier folds hebben er immers direct mee te maken) en wat ‘Missions’ haar eigen kleur geeft binnen het kerkelijke landschap. Tegen de tijd dat de fusie min of meer beklonken was, was er van de C&MA identiteit weinig meer over, behalve bij een groep radicale idealisten. De fusie kwam mede hierdoor nog bijna op losse schroeven te staan en de erosie van identiteit aan beide kanten is goed merkbaar voor wie weet waar hij moet zoeken. Om deze uitspraken enigszins te onderstrepen, het volgende. Opvallend is voor mij dat een aantal van de grotere C&MA gemeenten binnen Nederland veel meer voor een ABCkarakter zijn gegaan als dat andersom het geval is (vanuit Baptisten). Sommige gemeenten hebben zelfs het wereldwijde logo van The Alliance en soms ook hun naam ingewisseld voor hun eigen logo of naam. Voorbeelden hiervan zijn (o.a.): Parousia Zoetermeer (ander logo)35, Evangelische Kerk Westland (andere naam en ander logo)36, ABC Kerk Delft (andere naam)37, maar er zijn er meer. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat op alle websites van de genoemde kerken nog wel iets te vinden is van de C&MA, maar daar moet wel moeite voor worden gedaan. Andersom noemen Baptisten vanuit de BBN zich nog steeds ‘Bethelgemeente Drachten’38 (bijvoorbeeld) of Vrije Baptisten Groningen39 (idem), en van het dragen van de identiteit is op hun websites weinig of helemaal geen sprake. Ze zijn vooral ‘gemeente op lokaal niveau’, en daarmee vooral ‘Baptist’ gebleven. Wat ook gezegd moet worden is dat CAMA-zending na zes jaren nog steeds bezig is om zichzelf te borgen binnen het kerkgenootschap. De fusie vond plaats in 2006 en in 2012 krijgt de nieuwe directeur als een van de speerpunten voor zijn bediening het volgende mee: “Maar ook het onderhouden van de contacten met de achterban in Nederland, waaronder de Alliantie van Baptisten en CAMA-gemeenten, is een belangrijk speerpunt”40. Ook van een oproep van de directeur van de AWF, ds. Arie Verduijn, om de gezamenlijk afgesloten Torontoverklaring41 te borgen binnen de lidkerken in Nederland vindt maar moeilijk ingang. Het eigenaardige is dat het zowel bij Baptisten als bij CAMA-gemeenten in Nederland het geval is. De Baptisten hebben waarschijnlijk niet de consequenties ingezien (of willen dragen) van het wereldwijd verbonden te zijn met de AWF en voor de CAMAgemeenten is te zien dat de borging van dergelijke manifesten vooral plaatsvindt binnen een aantal gemeenten, met name zij die zich nog echt ’CAMA’ noemen en het logo voeren. De andere gemeenten zijn op dit moment vooral bezig met het al dan niet opnieuw zoeken naar identiteit op lokaal niveau, wat eerder een kenmerk van het Baptisme als van de C&MA is. In deze zoektocht worden ze momenteel vooral geadviseerd om hun heil te zoeken in de eerder genoemde gemeentegroei-beweging i.p.v. in de eigen identiteit. 35
www.parousiazoetermeer.nl www.ekwestland.nl 37 www.abckerkdelft.nl 38 www.bethel.nl (onderaan de pagina staat een klein logo van de ABC) 39 www.vbgroningen.nl (helemaal geen melding van ABC) 40 www.camazending.nl Op de hompepage. Over de nieuwe directeur, Boudewijn van Schoonhoven. 41 http://www.awf.nu/en/toronto-manifesto 36
14
ESSAY
IDENTITEIT VAN DE C&MA EN HET BAPTISME
R. RAUSCH
5. Identiteit van de ABC en een mogelijke nieuwe fusie? Zoals blijken mag heb ik de indruk dat we als Alliantie van Baptisten en CAMA-gemeenten samen nog aan het zoeken zijn naar wat deze identiteit op dit moment is. Ik geloof dat ik hierin niet alleen sta, en het is juist de reden waarom ik van mening ben dat een volgend fusietraject op dit moment veel te vroeg komt. De vorige fusie is naar mijn mening nog niet voldoende uitgekristalliseerd en zonder erkenning van de grote verschillen van inzicht die er nu nog zijn is het niet wijs om nu de volgende stap te zetten. Maar… ergens ligt het ook in de kern van het Baptisme opgesloten dat er lokaal gezien verschillen van identiteit bestaan die te maken hebben met het punt van de autonomie van de lokale gemeente. Ook de vrijheid van geloof en geweten speelt hier een rol. Maar… dat het verlangen naar een ‘uniforme’ identiteit zoals dat bij C&MA het geval is, naar waarschijnlijkheid een utopie zal zijn met deze kernwaarden van het Baptisme in het achterhoofd genomen, laat zich voor de goede verstaander waarschijnlijk slechts raden. Het raakt namelijk het hart van de kern waarom Baptisten ‘Baptist’ geworden zijn en botst met de gevonden en vaak met bloed, zweet en tranen verworven idealen van vrijheid in geloof en geweten en de autonomie van de lokale gemeente, die niet zo maar (misschien wel helemaal niet!) prijsgegeven zullen worden. De C&MA zal op haar beurt vanuit haar wortels altijd blijven zoeken naar een uniforme identiteit die geborgd is in een gezamenlijk doel van waaruit ook de kernwaarden voortkomen die men gezamenlijk onderschrijft en actief belijd, zowel universeel als lokaal. Vanuit de hoek van het Baptisme zal iedere Baptist zeggen dat er binnen de verbondenheid en de autonomie van de plaatselijke gemeente(n) altijd ruimte zal zijn voor verschillen maar de vraag is of dat is wat aan beide kanten de verwachtingen kan en zal vervullen m.b.t. het ‘doen’ en ‘zijn’ van een kerkgenootschap. Ook in het woord ‘kerkgenootschap’ zit in zichzelf al een probleem opgesloten. Het gaat namelijk veel verder als wat Baptisten vanuit hun identiteitswortels zouden willen (zie p.2). Kerkgenootschap spreekt van een georganiseerd geheel wat uitstijgt boven het lokale niveau van de plaatselijke gemeente en kan vanuit deze achtergrond nooit de autoriteit voeren die verder gaat dan het geven van een goedbedoeld advies. Bij de C&MA ligt dat heel anders. Het woord ‘kerkgenootschap’ is wat zij ging voeren vanaf het moment dat het een officiële denominatie werd en ze is zowel regionaal, landelijk als universeel zo georganiseerd. Identiteitsbepalende zaken en de structuur zijn zo verankerd, en vanwege de pragmatische insteek dat ‘het werkt’ ten behoeve van het grotere gemeenschappelijke ideaal en doel zal dit niet snel overboord gegooid worden. Ook de band met de wereldwijde Alliance is voor C&MA gemeenten van oudsher van groot belang en de koppeling met zowel CAMA Zending als de AWF vormt hierin een spilfunctie tussen het zendingsveld en de gemeenten. De gemeenten vormen in deze visie de ‘broedplaats’ voor het zendingsveld en andersom. Het feit dat we internationaal als ABC op deze wijze met elkaar betrokken zijn zou meer mogen bieden en meer ruimte mogen krijgen binnen de hele koepel, ook al is dat voor Baptisten bijna aan ‘vloeken in de kerk’ (in de spreekwoordelijke zin!) gelijk. De insteek van de C&MA is universeel, tevens geborgd in de kerk van alle eeuwen, met wie zij op basis van ‘the fellowship of the burning heart’ op spiritueel niveau een band ‘in Christus heeft’, terwijl Baptisten altijd zullen blijven terugvallen op het prachtige wat zijn gevonden hebben in de lokale gemeente. 15
ESSAY
IDENTITEIT VAN DE C&MA EN HET BAPTISME
R. RAUSCH
De grote verschilpunten die tevens een grote aanvulling op elkaar zouden kunnen zijn ligt voor de C&MA-kant opgesloten in de uitgewerkte ecclesiologie van het Baptisme, maar het is maar de vraag of dit wel samen te brengen is. Voor Baptisten is ‘de gemeente’ vooral het einddoel waar alles om draait, maar voor de C&MA is dat vooral (slechts) een middel is om het doel mee te bereiken, namelijk om discipelen mobiliseren voor de Grote Opdracht zo snel mogelijk te vervullen en daarmee de Komende Koning terug te brengen. Voor het Baptisme ligt de grote uitdaging in wat de C&MA ‘deeper life’ is gaan noemen, welke als drijfveer geldt voor alle ecclesiologische activiteit. Ergens ligt dit ook wel opgesloten in het Baptisme (m.n. in bijvoorbeeld in ‘discerning the mind of Christ together’), maar de insteek van C&MA is doorgaans spiritueler. Wat dat betreft is het Baptisme echt een kind van de Reformatie waar hoofd voor hart gaat, terwijl dit bij de C&MA duidelijk andersom is. ‘Deeper Life’ heeft een duidelijke mystieke component, waar lang niet alle Baptisten even blij mee zullen zijn vanwege het spirituele karakter ervan. Een ander belangrijk punt is te vinden in de vastomlijnde Christologie zoals de C&MA die voorstaat. Dit kan m.i. in een tijd waarin steeds meer mensen vanuit een niet-kerkelijk milieu of niet-kerkelijke achtergrond met het Evangelie bereikt kunnen worden een grote impuls geven aan de borging die nodig is ‘in Hem’, d.w.z. dat wat nodig is om überhaupt ‘gemeente’ te kunnen zijn (Matt. 18:20). Het begint met Christus te leren kennen en het eindigt daar waar we opgenomen worden in Zijn heerlijkheid. Hij is de Alpha en de Omega, het begin en het einde, en elke kerk die draait om het samenkomen in plaats van in het in Zijn Naam vergaderd te zijn kan beter ophouden zichzelf Kerk te noemen. Voor een dergelijke ‘club’ kan best enig ander sociaal label gevonden worden. Tegelijk denk ik dat het parakerkelijke karakter van de C&MA een mooie aanvulling kan zijn voor het Baptisme in de breedste zin van het woord, juist in een tijd waarin ‘de kerk’ er naar zoekt om weer ‘beweging’ te worden42 in een tijd die om dergelijke keuzes vraagt. Last but not least, om daadwerkelijk van wat voor ‘fusie’ dan ook te kunnen spreken zijn twee dingen nodig: Liefde en overgave, en dat aan twee kanten. Bij liefde denk ik aan een liefde waarin de een opgaat in de ander, en een liefde waarin de een en de ander opgeven wat ze tot eenling maakte om voortaan samen door het leven te gaan. Een echt huwelijk betekent offers aan beide kanten en aan beide kanten dienen de kosten goed berekend te worden alvorens men in een dergelijk proces van ondertrouw stapt. Waar geen sprake is van een echte, oprechte en alles opofferende liefde zoals die te vinden is in onze Here Jezus, die zichzelf nota bene gaf voor zijn vijanden, daar spreek je van weinig meer dan van een verstandshouding en in huwelijkstermen van een verstandshuwelijk. Zulke huwelijken komen tot stand op basis van rationele motieven en gaan eerder om de middelen die de persoon met zich mee brengt als dat ze draaien om de liefde voor de persoon in kwestie. In mijn zoektocht naar de eerdere fusie ben ik helaas tot de conclusie gekomen dat de fusie tussen de C&MA en de BBN vooral een verstandshuwelijk is geweest, ook hier geldt: ‘aan de bomen herkent men de vrucht’, en andersom. Ook in de Bijbel kunnen we diverse voorbeelden noemen van zaken waar het grondig mis gaat juist vanwege het feit dat twee partners trouwen zonder het drijvende motief van een alles opofferende liefde. Zo’n liefde als die Christus voor zijn gemeente had, volgens Paulus43. 42 43
Vgl. De Vries, p. 25, het voorbeeld van de klepel en de klok. Ef. 5:25-33
16
ESSAY
IDENTITEIT VAN DE C&MA EN HET BAPTISME
R. RAUSCH
Een persoonlijke vraag dekt misschien beter de lading: Zouden wij in onze gemeenten mensen adviseren om in een verstandshuwelijk te stappen? Zo ja, waarom? Zo nee, idem. In zulke gevallen is het helemaal niet erg om met elkaar samen te werken en bijvoorbeeld te federeren (maar… zelfs dat hoeft niet voor een goede wederzijdse verstandhouding en samenwerking!). Immers, met je collega’s deel je ook het bed niet. Tenminste, niet in een normale situatie. Met collega’s heb je een andere band als met je geliefde. Met je geliefde deel je de ‘fellowship of the burning heart’ en bij je belofte van trouw geef je een ‘wholeheartedly YES’. Met je collega zit je samen in hetzelfde schuitje omdat je baas hem of haar toevallig ook aangenomen heeft. Maar… met collega’s heb je wel een band die samenwerken mogelijk maakt en van waaruit zicht is op een gemeenschappelijk doel die dit motortje aandrijft. Het zit zowel de C&MA als de Baptisten over de hele wereld in het bloed om samen te werken in allerlei vormen van allianties, unies, samenwerkingsverbanden, verenigingen, et cetera. Over dergelijke vragen, zoals hier in deze laatste paragraaf naar voren komen, moeten ‘de hoofden’ die zich bezig houden met het proces zich maar eens buigen. Eerst naar binnen, in de ‘eigen’ ABC, en pas daarna in breder verband naar buiten in het inmiddels gestarte proces met de Unie van Baptisten. Zijn we werkelijk verliefd en bereid ook iets van onszelf op te geven zodat we op kunnen gaan in de ander? Of speelt de bruidsschat (wat die dan ook moge zijn) een grotere rol en is ons doel vooral om ZELF groot, sterk en daadkrachtig te kunnen zijn?44 De profeet Zacharia gaf aan een klein volk wat terugkeerde uit de ballingschap zonder enige vorm van hoop op groot, sterk en daadkrachtig een prachtig beeld wat de tijden doortrekt en ook vandaag nog tot de verbeelding spreken mag: “niet door kracht noch geweld, maar door mijn Geest! zegt de HERE der heerscharen…” Zacharia 4:645 (NBG 1951) Willen we echt iets bereiken in de toekomst als ABC en aan dit land iets te bieden hebben dan zullen we ons moeten verdiepen in de relatie die we in Hem en met elkaar hebben, opdat er daadwerkelijk liefde en overgave tot stand mogen komen waardoor de Geest van God de ruimte zal krijgen om nieuwe dingen, en meer dan we misschien maar durven bidden of hopen, in ons midden en ver daarbuiten te doen. Alles is mogelijk voor wie gelooft en wie al vertrouwend zijn actieve hoop vestigt op Hem die zelfs de dood overwonnen heeft. Als er –al samen zoekend en biddend- nog steeds zaken blijven staan waar we om wat voor reden dan ook niet overheen kunnen stappen omdat ze te indentiteitsbepalend zijn om los te laten zullen we het ook aan beide kanten moeten durven om –zoals onze voorvaders- dappere stappen te nemen om of ergens niet ‘in’ of ergens anders misschien wel ‘uit’ te stappen. Tot die tijd, met zicht op Hem en hoop op de oogst, Rocco Rausch 44
De Vries heeft een prachtige uitspraak over de gemeentegroei-beweging die ik van harte onderschrijf en waar het citaat uit Zacharia een knipoog naar is: “… balanceert vaak op het randje van de filosofie van de maakbare gemeente..”, De Vries, p. 319. 45 Toevallig, of niet? Dit was het vers wat A.B. Simpson en zijn ‘band of brothers’ lazen toen de Gospel Tabernacle werd opgericht nadat Simpson besloten had om de presbyteriaanse kerk te verlaten.
17