ESG Retail Report Environment, Social, Governance RAPPORTAGE TWEEDE KWARTAAL 2013
Kwartaalrapport Verantwoord Beleggen SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V Q2 2013
INHOUDSOPGAVE 1.
INTRODUCTIE......................................................................................................................... 3
2.
ESG ACTIVITEITEN EN CASE STUDIES............................................................................... 4 2.1. 2.2. 2.3.
3.
Uitsluitingen Update ...................................................................................................... 4 Belangrijkste Engagementontwikkelingen..................................................................... 5 Stemmen op aandeelhoudersvergaderingen .............................................................. 10
APPENDIX............................................................................................................................. 14 3.1. 3.2.
Huidige Uitsluitingen ................................................................................................... 14 Het Europese Best-in-Class Product........................................................................... 15
2
1. INTRODUCTIE Met plezier presenteren wij de tweede kwartaalrapportage van 2013. Naast de trends op het gebied van stemmen en engagement willen we hier twee andere zaken uitlichten: SNS Asset Management (SNS AM) is benoemd tot bestuurslid van de EITI en de Eerlijke Bankwijzer heeft een onderzoek gedaan naar veetransporten. Extractive Industries Transparency Initiative (EITI) De EITI is een initiatief dat transparantie in de olie-, gas- en mijnbouwindustrie wil verbeteren. Het doel is om de vaak arme bevolking in landen met veel grondstoffen meer baat te laten hebben bij die bodemschatten. De industrie heeft er net zo goed voordeel bij, bijvoorbeeld door een beter investeringsklimaat en maatschappelijk draagvlak, en minder corruptie. Tijdens de EITI jaarconferentie in Sydney eind mei werden wij tot vertegenwoordiger van de beleggers verkozen die lid zijn van EITI. Het gaat om 80 institutionele partijen die samen USD 20.000 miljard beheren. We vervullen deze functie samen met Allianz Global Investors, een instelling die net als SNS AM veel aanzien heeft als verantwoorde belegger. De bestuurszetel biedt ons de mogelijkheid om op internationaal en hoog niveau te werken aan scherpere transparantie. Onderzoek van de Eerlijke Bankwijzer naar veetransporten Begin juli publiceerde de Eerlijke Bankwijzer een onderzoek naar investeringen in bedrijven die betrokken zijn bij veetransporten. Dat zijn transporten van meer dan 500 kilometer over de weg of over zee. De Eerlijke Bankwijzer geeft alle vijf grootbanken (ING, ABN AMRO, Rabobank, SNS REAAL, Aegon) een rapportcijfer voor hun beleid, op een schaal van 1 tot 10. Ook SNS REAAL komt in het onderzoek naar voren. Het gaat dan niet om kredietverlening, maar om een belegging van ongeveer 200.000 euro in het vleesverwerkende bedrijf China Yurun Food Group. We hebben dit specifieke bedrijf niet aangesproken op zaken die volgens de Eerlijke Bankwijzer niet op orde zijn. Hierdoor wordt ons een rapportcijfer 1 toegekend. We herkennen ons niet in deze beoordeling. SNS AM moet keuzes maken. Met onze beperkte mankracht kunnen we namelijk niet praten met alle 2.000 ondernemingen waarin we beleggen. We voeren wel kritische gesprekken met ondernemingen, maar concentreren ons op een aantal sectoren en op een kleine groep van circa 25 bedrijven. We leggen ons toe op die sectoren waar veel gebruik van schaarse grondstoffen wordt gemaakt, zoals olie en gas, mijnbouw, papier en bosbouw en voedsel- en drankproductie. Dat doen we omdat daar meestal de grootste misstanden op sociaal- en milieugebied zijn. Zo willen wij een goede bijdrage als verantwoorde belegger leveren, op een manier waarop we impact hebben en geloofwaardig zijn. Helaas strookt dat in dit geval niet met de verwachtingen van de Eerlijke Bankwijzer. In onze engagement casussen en thema’s leest u meer over onze inspanningen, daar waar we wel verschil kunnen maken. We maakten ons dit kwartaal voor onze klanten hard voor meer transparantie in de olie-, gas- en mijnbouwindustrie, voor een verantwoorde winning van schaliegas, voor de landrechten van inheemse volkeren, en voor de veiligheid van werknemers in kledingfabrieken in Bangladesh. Veel leesplezier, Manuel Adamini Hoofd Verantwoord Beleggen SNS Asset Management
3
2. ESG ACTIVITEITEN EN CASE STUDIES
2.1.
Uitsluitingen Update
Alle organisaties waarin kan worden belegd, worden voortdurend doorgelicht op goed ondernemingsbestuur en sociale, ethische en milieukwesties. De beoordelingscriteria hiervoor zijn vastgelegd in de SNS AM Fundamentele Beleggingsbeginselen. Deze hebben betrekking op mensenrechten, kinderarbeid, dwangarbeid, corruptie, milieuvervuiling, wapens en algemeen aanvaarde ethische principes. De Fundamentele Beleggingsbeginselen komen voort uit internationale verdragen, conventies en ‘best practices’. De screening van de bedrijven heeft in het tweede kwartaal niet geresulteerd in nieuwe uitsluitingen. Echter, een eerder uitgesloten bedrijf is opnieuw opgenomen in ons beleggingsuniversum. Daimler De Duitse automobielgroep Daimler AG is bekend van het automerk Mercedes, maar ook één van de grootste producenten van vrachtauto's ter wereld. In 2012 werd het bedrijf door ons uitgesloten van belegging. De reden daarvoor was dat Daimler mede-eigenaar was van defensiebedrijf EADS en het daardoor ook betrokken raakte bij de productie van kernwapens. Voordat we deze grote beslissing namen, hebben we Daimler vaak gevraagd om EADS te bewegen om met de productie van kernwapens te stoppen. Dit jaar zijn er twee belangrijke ontwikkelingen geweest, waardoor we besloten hebben om Daimler weer te accepteren voor belegging. De eerste ontwikkeling is een wet die investeren verbiedt in bedrijven die betrokken zijn bij de productie van clustermunitie. Clustermunitie is wel iets anders dan kernwapens, maar het zijn ook wapens die we uit principe niet accepteren. Dat verbod bracht ons erop nog eens goed over onze eigen ideeën na te denken. Moet je eigenlijk altijd heel streng zijn? Ook als een bedrijf als Daimler maar voor een klein deel eigenaar van EADS is? Is het eerlijk om van Daimler te verwachten dat ze het grote EADS kan overtuigen? In maart was de kogel door de kerk. Om te voorkomen dat we bedrijven uitsluiten die maar voor een klein gedeelte eigenaar zijn van een wapenbedrijf zoals EADS gebruiken we een grens. Alle bedrijven die meer dan tien procent aandelen hebben in een dergelijke wapenfabrikant sluiten we nog steeds uit. Daaraan verandert dus helemaal niets. Wie minder aandelen heeft dan de grens wordt niet meer uitgesloten. Daimler is voor minder dan tien procent eigenaar van EADS, dus wordt het bedrijf niet meer uitgesloten. Andere verantwoorde beleggers gebruiken meestal ook een grens, maar zijn toch iets minder streng dan wij. De tweede ontwikkeling is de toezegging van Daimler om het eigendom in EADS in de loop van dit jaar te verkopen en de aandacht te richten op het maken van auto’s. Doe waar je goed in bent. Huidige Uitsluitingen Goodrich Corporation is verwijderd van onze uitsluitingenlijst omdat het werd overgenomen door United Technologies, welke ook uitgesloten is. Voor een volledig overzicht van de bedrijven die per 30 juni 2013 uitgesloten zijn van het beleggingsuniversum, verwijzen we u naar Sectie 3.1 van de Appendix.
4
2.2. Belangrijkste Engagementontwikkelingen Bangladesh: leren van ramp in textielfabriek Op 24 april 2013 stortte in Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh, een gebouw van acht verdiepingen in. In het gebouw zaten meerdere textielfabrieken waar in totaal zo’n 3.000 mensen werkten. Meer dan 1.100 mensen vonden de dood en nog veel meer mensen raakten gewond. Het is een van de grootste industriële rampen in bijna 30 jaar. Volgens een hoge ambtenaar van de regering van Bangladesh is de helft van de textielfabrieken onveilig. Toch werd er nooit iets aan dit probleem gedaan. Bijvoorbeeld tegen de eigenaar van de fabriek voor het overtreden van de regels op het gebied van (brand)veiligheid. Of tegen verhuurders die de bouwvoorschriften overtreden. De textielindustrie zorgt voor 80% van de exportinkomsten en meer dan 30 fabriekseigenaren zitten in het parlement van Bangladesh. Daarom heeft de regering tot nu toe een oogje dichtgeknepen. Veel regeringen hebben modebedrijven juist aangemoedigd om in Bangladesh kleding te laten maken omdat dit daar goedkoop is. Hierdoor zijn grote internationale bedrijven en textielproducenten naar Bangladesh gekomen. En om de kosten laag te houden, nemen ze het niet zo nauw met de regels. Doordat het gebouw instortte, werd in één klap duidelijk hoe slecht de werkomstandigheden in het land zijn. Het zorgde over de hele wereld voor verontwaardiging. Hopelijk heeft de regering van Bangladesh door het hoge aantal doden nu wel aandacht voor dit probleem. De regering heeft al plannen aangekondigd voor een aantal verbeteringen, maar de vraag is of hier iets van komt. De internationale modemerken die hun kleding in Bangladesh laten maken moeten nu in actie komen. Zij moeten ervoor zorgen dat textielfabrikanten zich daadwerkelijk gaan houden aan regels op het gebied van veiligheid, gezondheid en werkomstandigheden. Als belegger vonden wij het belangrijk om ervoor te zorgen dat internationale modebedrijven bij deze ramp niet stil bleven zitten. Daarom hebben wij samen met andere grote beleggers gevraagd om actie. In een publieke verklaring vroegen wij de modebedrijven om de mensenrechten te beschermen en de arbeidsomstandigheden te verbeteren. Zowel bij zichzelf, als bij hun toeleveranciers. Een aantal grote Europese bedrijven, zoals H&M (de grootste inkoper van textiel uit Bangladesh), hebben gezegd dit te zullen doen. De meeste Noord-Amerikaanse bedrijven doen niet mee. Zij hebben een eigen voorstel gemaakt dat minder ver gaat. We hebben Noord-Amerikaanse beleggers geprobeerd te overtuigen dat ons voorstel beter is. Ook hebben we een brief aan de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken gestuurd, waarin we hem vragen om zijn steun. Helaas is een grote ramp zoals die in Bangladesh soms nodig om belangrijke verbeteringen door te kunnen voeren. We hopen dat deze trieste gebeurtenis, samen met de invloed die de verantwoorde beleggers hebben uitgeoefend, tot betere werkomstandigheden zullen leiden. Niet alleen in Bangladesh, maar over de hele wereld.
Meer transparantie in de natuurlijke hulpbronnenindustrie Bedrijven in olie, gas en mijnbouw zijn erg belangrijk voor grote Europese beleggers omdat die bedrijven
5
vaak hoge winsten maken. Ook zijn zij belangrijk voor de landen die deze bronnen in de grond hebben, omdat de productie in deze gastlanden voor inkomsten zorgt. Maar waar geld wordt verdiend bestaat ook een kans dat het op de verkeerde plek terechtkomt. Het is opvallend hoe arm de mensen vaak zijn in landen die juist rijk zijn aan bodemschatten zoals olie, aardgas of goud. Het geld dat door een land met de productie wordt verdiend komt lang niet altijd in de schatkist van de overheid terecht. Door een gebrek aan goede informatie en door slechte controle wordt corruptie in de hand gewerkt. Zo kan het gebeuren dat een zeer klein aantal mensen schatrijk worden, terwijl een heel land in armoede moet leven. De armoede en ongelijkheid kunnen zelfs tot conflicten leiden. Als verantwoorde beleggers maken we ons hier zorgen over. Daarom vragen we olie-, gas- en mijnbouwbedrijven er alles aan te doen om bij te dragen aan de toekomst van de landen waarin ze actief zijn. Bedrijven zouden vooral duidelijk moeten zijn over het geld dat ze aan landen betalen in ruil voor de grondstoffen. Dat is informatie die ze nu nog niet prijsgeven, waardoor het heel moeilijk is te zien hoe en waar het geld precies aan is besteed. Als bedrijven openbaar maken wat ze aan gastregeringen betalen, kunnen inwoners van dat land zien of hun regering een eerlijke prijs krijgt en wat hun regering met dat geld doet. We proberen al enkele jaren olie-, gas- en mijnbouwbedrijven aan te moedigen om bekend te maken hoeveel ze gastregeringen betalen. Daarom zijn we blij met belangrijke ontwikkelingen in de Amerikaanse en Europese wetgeving. In de Europese Unie wordt al bijna twee jaar gewerkt aan wetten die ervoor moeten zorgen dat olie-, gas- en mijnbouwbedrijven die in het buitenland actief zijn transparanter worden. In juni werden de voorgestelde veranderingen definitief. Grote olie-, gas- en mijnbouwbedrijven moeten vanaf nu openbaar maken hoeveel ze precies aan landen betalen. Deze nieuwe Europese wetten zijn in het voordeel van de lokale bevolking in ontwikkelingslanden, omdat nu per investering en per natuurlijke hulpbron kan worden nagegaan wat er speelt rond de grondstoffenwinning in de eigen leefomgeving. Bovendien gaat de Europese wetgeving verder dan de regels die vorig jaar in de Verenigde Staten (VS) werden aangenomen. Dat komt doordat ze naast de mijnbouw- en aardolie-industrie ook van toepassing zijn op de houtindustrie. De regels van de Europese Commissie (EC) en de VS zijn beide gebaseerd op het werk dat door het Initiatief tot Transparantie in de Winningsindustrie (EITI) is gedaan. De EITI is al sinds 2002 bezig met een campagne om betalingen openbaar te maken. SNS Asset Management (SNS AM) heeft een aantal jaren met andere beleggers samengewerkt om de EITI sterker te maken. Kort geleden is SNS AM bestuurslid van de EITI geworden. SNS AM vertegenwoordigt daarbij 80 andere vermogensbeheerders en aandeelhouders die transparantie in de olie-, gas- en mijnbouw willen verbeteren. Ook hebben we de afgelopen jaren de Nederlandse regering, de Amerikaanse regering en de EC rechtstreeks aangeschreven met de vraag om transparantiewetten strenger te maken. We zijn blij dat ook onze inbreng in deze wetgeving terug te vinden is. Wij geloven dat de druk van beleggers heeft bijgedragen aan deze nieuwe regels over transparantie. We zijn ervan overtuigd dat dit een belangrijke stap is naar de wereldwijde strijd tegen omkoping en corruptie. Naast regeringen en de EITI hebben we ook rechtstreeks met meerdere mijnbouw- en delfstoffenbedrijven contact gehad over dit onderwerp. Met wisselend succes. Sommige bedrijven vertelden hoe zij betalingen aan gastregeringen publiceren, maar de meeste zijn niet blij met wetgeving op dit vlak. We blijven bedrijven stimuleren om op dit belangrijke gebied zelf in actie te komen.
6
Rechten van inheemse volkeren beschermen De term ‘inheemse volkeren’ wordt gebruikt voor afstammelingen van bevolkingsgroepen die in een gebied woonden toen mensen van andere culturen of etnische afkomst naar hun gebied kwamen. Voorbeelden hiervan zijn de Maya’s in Guatemala, de Inuit van het Noordpoolgebied, de Saami van Lapland en de Aboriginals van Australië. Zulke bevolkingsgroepen hebben culturele kenmerken die zich duidelijk van andere groepen onderscheiden. Ze hebben een sterke culturele, economische en spirituele band met hun geboortegronden en hulpbronnen. Vaak hebben ze ook waardevolle traditionele kennis en ervaring in het op een duurzame manier beheren van het milieu. Juist het milieu kan door mijnbouw grote schade oplopen. Zo groot dat hele gemeenschappen zich soms gedwongen voelen om te verhuizen. In het geval van mijnbouw is de kans groot dat inheemse volkeren die in het gebied wonen zo benadeeld worden dat ze het land dat ze vaak al vele honderden jaren bewonen opeens moeten verlaten. De grond waar generaties lang werd geleefd van de jacht of visvangst en waar de bewoners een diepe verbintenis voelen met de natuur moet plotseling plaatsmaken voor moderne graafmachines en vrachtwagens. Mijnbouw kan een grote bedreiging zijn voor de cultuur van inheemse volkeren. Als verantwoorde beleggers vinden we dat mijnbouwbedrijven beter moeten rapporteren over hoe ze samenwerken met inheemse volkeren. Daarom richten wij ons op onderwerpen die gaan over de rechten van inheemse volkeren. Ook met een aantal olie- en gasbedrijven hebben we deze onderwerpen besproken. Geschillen over het gebruik van land en water, milieuvervuiling en bedreigingen van landrechten van inheemse volkeren brengen trouwens ook risico’s met zich mee voor de bedrijven. Het zou kunnen dat een project van de rechter moet worden gestopt met alle financiële gevolgen van dien. Of het betrokken bedrijf wordt verboden om gebruik te maken van lokale waterbronnen waardoor de kosten van het project sterk oplopen. Ook om die reden vinden we het belangrijk dat bedrijven verstandig met inheemse volkeren omgaan. De internationale aandacht voor de kwetsbaarheid van inheemse volkeren en de druk van verantwoorde beleggers dwingen bedrijven ertoe om nog eens goed na te denken over hoe ze het best met deze gemeenschappen kunnen samenwerken. Een aantal bedrijven in onze beleggingsportefeuille zijn actief in de buurt van inheemse gemeenschappen. In Canada, Australië en Zuid-Amerika bijvoorbeeld. In 2009 zijn we in gesprek gegaan met een internationaal mijnbouwbedrijf dat een meningsverschil had met mensen van een inheemse gemeenschap. Het bedrijf had de betrokken mensen niet geraadpleegd voorafgaand aan het project. Onder druk van beleggers ging het bedrijf toch onderzoeken of en op welke manier haar project de rechten van de lokale gemeenschappen beïnvloedde. Dit heeft ertoe geleid dat het bedrijf voorop loopt op dit gebied en nu zelfs als voorbeeld wordt gezien voor andere projecten. Het krijgt ook veel complimenten voor de manier waarop informatie met beleggers wordt gedeeld. Zij vragen tegenwoordig ook vooraf goedkeuring aan omwonenden als hun activiteiten invloed op deze gemeenschappen zullen hebben. Dat gebeurde voor die tijd niet. Nu gaan we het bedrijf aanmoedigen dit nog officieel te maken door het in hun mensenrechtenbeleid te zetten. Wij zijn sinds 2010 lid van een internationale beleggerswerkgroep voor de rechten van inheemse volkeren. Samen proberen we bedrijven aan te moedigen om voorbeeldgedrag van andere bedrijven over te nemen. De groep heeft wisselend succes. In 2012 hebben we drie wereldwijde mijnbouwbedrijven over dit onderwerp vragen gesteld. Een van deze bedrijven wil niet met ons of met andere beleggers over dit onderwerp praten. Een ander heeft juist een heel team dat zich helemaal richt op culturele zaken die belangrijk zijn voor lokale inheemse gemeenschappen. We hebben het onderwerp ook besproken met een aantal olie- en gasbedrijven. Kort geleden publiceerde een van deze bedrijven beleid over de rechten
7
van inheemse volkeren, precies zoals we hadden gevraagd. Een ander bedrijf werkt ook aan een handboek waarin werknemers worden geadviseerd hoe om te gaan met de rechten van deze volkeren. We gaan het bedrijf vragen om dit document te publiceren zodat beleggers en andere belanghebbenden kunnen zien of het bedrijf verantwoord handelt op dit gebied. Wij hebben op dit gebied het initiatief genomen. Daar werden we vorig jaar voor beloond omdat we door de Internationale Raad voor Mijnbouw en Metaal (ICMM) om advies werden gevraagd. Bijvoorbeeld over de vraag of bedrijven alleen met inheemse gemeenschappen moeten praten over hun projectplannen, of dat goedkeuring van deze gemeenschappen nodig is voordat ze met het project mogen beginnen. Wij hebben ICMM verteld dat bedrijven inderdaad goedkeuring van de inheemse gemeenschappen moeten hebben voordat ze aan hun projecten (kunnen) beginnen. Dat was niet het beleid van deze bedrijven. We waren dus blij te horen dat de Raad ons advies over dit onderwerp heeft overgenomen. Dit kan de manier waarop mijnbouwbedrijven met inheemse volkeren samenwerken ingrijpend veranderen, omdat deze aanpak nu is overgenomen door alle leden van de ICMM, waar de meeste internationale mijnbouwbedrijven lid van zijn. Dit zal onze gesprekken met andere bedrijven makkelijker maken omdat bedrijven zich moeilijker kunnen verzetten tegen iets dat nu door de sector als normaal wordt gezien.
Verantwoorde winning van schaliegas stimuleren De wereldwijde vraag naar energie blijft stijgen. Olie- en gasmaatschappijen gaan steeds ingewikkelder technieken gebruiken om olie- en gasreserves aan te boren. Wij vinden het onze taak om ervoor te zorgen dat zij dit op een verantwoorde manier doen. Zolang het winnen van olie- en gas voldoende winstgevend is, zullen de bedrijven wel risico’s willen nemen. Dus zijn we met een aantal van hen in gesprek over de hogere risico’s die de winning van olie en gas met zich meebrengen. Voorbeelden daarvan zijn boringen in het Noordpoolgebied en diepzeeboringen, maar ook de ontwikkeling van oliezanden en schaliegas. Hieronder gaan we wat dieper in op wat we doen op het gebied van schaliegas. De media heeft hier veel aandacht aan besteed. Er wordt de laatste jaren steeds vaker gesproken over de voors en tegens van de winning en productie van schaliegas. Aan de ene kant zien de voorstanders, vooral in de Verenigde Staten, de voordelen van dit aardgas. Zij zeggen dat het schaliegas minder schadelijk voor het klimaat is dan veel andere energievormen. Bovendien vinden de voorstanders het een groot voordeel dat de VS hierdoor niet meer afhankelijk zijn van andere landen voor de levering van energie. Aan de andere kant zijn tegenstanders bezorgd over de eventuele sociale en milieueffecten van fracking. Fracking (of fractureren) is een manier om gashoudende steenlagen diep ondergronds te breken. In de barsten die dan ontstaan wordt een mix van water en chemicaliën gespoten. Het gas dat daarbij vrijkomt wordt gewonnen. Dit hele proces zou volgens tegenstanders zelfs meer schade aan het milieu kunnen toebrengen dan de meest vervuilende vorm van energie, steenkolen. De enorme groei van schaliegasproductie in de VS heeft de belangstelling voor schaliegasreserves in andere delen van de wereld gewekt. Het vooruitzicht van een hogere energieproductie in eigen land heeft tot steun van veel politici geleid. Zij hopen op economische voordelen. Ook maakt het landen mogelijk minder afhankelijk van energie import uit het buitenland. Maar het winnen van schaliegas is omstreden. Lokale gemeenschappen maken zich zorgen over de vervuiling van het drinkwater door nabijgelegen schaliegasprojecten. Milieuactivisten hebben fracking ook aangewezen als de oorzaak van verontreinigde waterbronnen en hebben hun zorg geuit over de grote hoeveelheid water en energie die bij het breekproces gebruikt worden. Terwijl de regering van Obama deze nieuwe ontwikkeling heeft omarmd, zijn andere regeringen, zoals de Franse en Britse, veel terughoudender.
8
Als verantwoorde beleggers willen we dat bedrijven die schaliegas winnen duidelijk laten zien dat ze de risico’s kennen en ook echt onder controle hebben. Daarom hebben wij het initiatief voor de ‘Beleggersgids voor fracking’ gesteund. Deze gids is het resultaat van gesprekken tussen beleggers en energiemaatschappijen. Het is opgesteld om maatschappijen te helpen de risico’s waar zij mee te maken hebben te beheersen en daarover te rapporteren. Hieronder vallen ook de risico’s die gaan over chemische stoffen en waterverontreiniging. We hebben ook op verschillende manieren deelgenomen aan discussies over dit onderwerp. We zitten bijvoorbeeld in een stuurgroep van de ‘Verenigde Naties Principes voor Verantwoord Beleggen’ om informatie over fracking te delen. Deze stuurgroep heeft als doel om met bedrijven te praten over de belangrijkste sociale- en milieukwesties van fracking. In mei hebben we samen met de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) een discussiemiddag georganiseerd over schaliegas. Hier kwamen vertegenwoordigers van energiebedrijven, lokale gemeenschappen en beleggers samen om te praten over de verschillende kanten van schaliegaswinning. Ook werd gesproken over hoe beleggers het beste onderscheid kunnen maken tussen maatschappijen die het goed doen en maatschappijen die hierin achterblijven. In onze één-op-één gesprekken met olie- en gasmaatschappijen bespreken we onderwerpen zoals luchtverontreiniging, bescherming van drinkwater en energiegebruik. Over het algemeen zijn we onder de indruk van de aandacht die de bedrijven aan deze onderwerpen besteden. Toch is er nog veel ruimte voor verbetering op het gebied van de informatie die zij geven over hun activiteiten en over de effecten op het milieu. We zullen deze punten in toekomstige gesprekken onder de aandacht blijven brengen.
9
2.3.
Stemmen op aandeelhoudersvergaderingen
Belangrijkste stemthema’s: bestuurssamenstelling en -beloning Veel bedrijven in onze beleggingsportefeuille houden hun jaarlijkse algemene aandeelhoudersvergadering (AVA) tussen maart en mei. Tijdens de vergadering worden meestal onderwerpen besproken die van het bedrijf zelf komen, maar ook aandeelhouders mogen punten aan de agenda toevoegen. Dit noemt men aandeelhoudersresoluties. Tijdens de AVA wordt er door aandeelhouders over gestemd. Een veelvoorkomend onderwerp is behoorlijk ondernemingsbestuur (corporate governance), dus in het tweede kwartaal hebben we veel mogelijkheden om onze stem te laten horen. Zo kunnen we verantwoord ondernemen stimuleren. Op basis van onze Fundamentele Beleggingsbeginselen en best practices op het gebied van corporate governance hebben we een verantwoord stembeleid opgesteld. Dat beleid helpt ons bij het uitbrengen van onze stem. Veel van de onderwerpen waar aandeelhouders over stemmen, draaien om de vraag wie er bestuurder mag worden en of de bestuurders niet teveel salaris ontvangen. De onderwerpen lijken ingewikkeld of saai. Toch zegt dit veel over de vraag wie het bedrijf leidt en hoe dat gebeurt. Bestuurders hebben niet alleen invloed op de hoogte van de winst, maar ook op hoe men met werknemers omgaat, hoe milieurisico’s worden beheerst en hoe verantwoord men onderneemt. Het bestuur leidt de bedrijven waarin we investeren en bepaalt de richting. Daarom nemen wij onze taak om over deze onderwerpen te stemmen zo serieus. Als we dit kwartaal tegen een resolutie stemden, ging het meestal over de (her)verkiezing van bestuurders. Door tegen te stemmen maken we een belangrijk punt: niet-onafhankelijke besturen gaan vaak zomaar akkoord met beslissingen van het management. Maar deze beslissingen kunnen gericht zijn op korte termijn winsten en te weinig rekening houden met de het milieu en de maatschappij. Zulk kortzichtig gedrag kan leiden tot arbeidsongevallen, milieuincidenten en ethische of juridische overtredingen. Hiervoor kunnen bedrijven hoge boetes krijgen en dat is niet in ons belang. Over de hele wereld blijven we tegen beloningsvoorstellen voor bestuurders stemmen. Waarom dit belangrijk is? Beleggers en regeringen willen dat bedrijven bestuurdersbeloningen en bedrijfsresultaten beter op elkaar afstemmen. Niet alleen op financieel gebied, maar ook op het gebied van duurzaamheid. Door tegen verschillende beloningspakketten voor bestuurders te stemmen, dwingen we bedrijven om hun beloningsbeleid zo te herzien dat duurzaam gedrag wordt gestimuleerd. Europa Europese regeringen worden door onvrede onder aandeelhouders en het grote publiek over de hoge bestuurdersbeloningen gedwongen om dit probleem aan te pakken. Dat doen zij nu ook door middel van wetten. Dit is voor het bedrijfsleven een nieuwe ontwikkeling. Europese beleidsmakers hebben bijvoorbeeld nieuwe bovengrenzen op bonussen voor bankiers ingesteld. Zo proberen ze bankiers te ontmoedigen onverstandige risico’s te nemen. Maar het is ook een antwoord op de publieke woede over de bonuscultuur bij banken. In een bonuscultuur richten mensen zich vooral op activiteiten waar ze bonussen voor kunnen krijgen. Op die manier verliezen ze uit het oog wat op lange termijn het beste is voor het bedrijf zelf.
10
De toezichthouder voor de Europese banken heeft kort geleden een voorstel goedgekeurd dat de bonussen van veel bankiers zal beperken. Bij sommige banken heeft dit gevolgen voor misschien wel tien keer zoveel bankiers dan nu het geval is. De Nederlandse regering heeft kort geleden aangekondigd de strengste regels in Europa in te gaan voeren. Zij is van plan vanaf januari 2015 de bovengrens van alle bonussen te verlagen. Nu is de bonus nog maximaal een jaarsalaris, maar dat moet een vijfde van het jaarsalaris worden. Dit voorstel zou ook kunnen gaan gelden voor werknemers van Nederlandse bedrijven in de VS en in Azië. De aankondiging van de regering kan ook heel goed de reden zijn dat meerdere Nederlandse pensioenfondsen het beloningsbeleid voor hun (top)beleggingsbeheerders al hebben herzien. Toch worden nog steeds de meeste resoluties over bestuurdersbeloningen op AVA’s door de aandeelhouders goedgekeurd. Onvrede over de hoge bonussen heeft door de tijd heen toch wel tot veranderingen geleid. Bij Heineken N.V. bijvoorbeeld stemde 20 procent van de aandeelhouders, waaronder wij, tegen een voorstel om leden van de raad van bestuur een extra beloning uit te keren. Deze extra beloning in de vorm van aandelen was geen onderdeel van het afgesproken beloningspakket. De aandeelhouders vonden dat het bestuur deze extra beloning niet verdiende; dat bleek wel uit het grote aantal tegenstemmen. De bestuurdersbeloningen in Duitsland zijn blijven stijgen. Het is de meeste bedrijven niet gelukt hun aandeelhouders ervan te overtuigen dat deze salarissen gepast zijn. Daarom is de Duitse Corporate Governance Code kort geleden aangepast. Veel landen hebben zo’n code met regels voor goed ondernemingsbestuur die bedrijven vrijwillig kunnen toepassen. Bedrijven die open willen staan voor hun aandeelhouders houden zich ook echt aan die regels. De Duitse code raadt bedrijven nu aan om allemaal op dezelfde manier gegevens over bestuurdersbeloningen te publiceren. Wij zijn blij met deze ontwikkeling en hopen dat wij het Duitse beloningsbeleid voor bestuurders hierdoor beter gaan begrijpen. In het Verenigd Koninkrijk (VK) geldt binnenkort een nieuwe wet waardoor aandeelhouders hun veto kunnen uitspreken over voorstellen voor bestuurdersbeloningen. Dit recht is vergelijkbaar met recht dat aandeelhouders van Nederlandse bedrijven nu al hebben. In het VK worden aandeelhouders gevraagd om te stemmen over betalingen die het jaar ervoor aan bestuurders zijn gedaan. Tijdens de AVA van Barclays plc keurde een grote meerderheid van aandeelhouders de betalingen die waren gedaan goed. Vorig jaar was er veel discussie over dit onderwerp. Dit is dus een signaal dat het bedrijf langzaam het vertrouwen van haar beleggers aan het terugwinnen is. In Frankrijk werd dit kwartaal een nieuwe Corporate Governance Code uitgebracht. Hierin wordt bedrijven aangeraden om aandeelhouders te laten stemmen over alle elementen van bestuurdersbeloningen (salarissen, bonussen, aandelen etc.). We verwachten dat de meeste bedrijven dit vanaf 2014 zullen gaan doen. Na een openbaar protest over de hoogte van het salaris van haar CEO heeft Publicis SA haar aandeelhouders vrijwillig gevraagd de beloning van de CEO en bestuursvoorzitter goed te keuren. 20 procent van de aandeelhouders stemde tegen de beloning van de CEO. Dat is veel en misschien hebben aandeelhouders op deze manier hun bezorgdheid uitgesproken. We hopen dat andere bedrijven hun beloningsbeleid uit zichzelf nog eens goed zullen bekijken voordat aandeelhouders een resolutie indienen. Zo zal het plotselinge gedwongen vertrek van de bestuursvoorzitter tijdens de AVA van GlencoreXstrata een grote waarschuwing zijn voor alle bedrijven die denken dat aandeelhouders niet opletten. Door een enorm groot aantal stemmen tegen zijn herbenoeming, en de herbenoeming van drie andere bestuursleden, moest het bedrijf in zeer korte tijd het bestuur vernieuwen. Uit onderzoek blijkt dat
11
aandeelhouders op deze manier hun ontevredenheid hebben duidelijk beloningsafspraken met de Xstrata-bestuurders tijdens de fusie met Glencore.
gemaakt
over
de
Verenigde Staten In de Verenigde Staten (VS) zagen we in het tweede kwartaal een paar duidelijke trends in het stemmen van aandeelhouders: Veel steun voor beloning van bestuurders Tot en met eind mei haalden de meeste bedrijven in onze beleggingsportefeuille meerderheidssteun voor hun aandeelhouderresoluties over de beloning van bestuurders. Hierover waren aandeelhouders dit jaar meer tevreden dan vorig jaar. Blijkbaar hebben bedrijven hun beloningsbeleid nu genoeg aan de wensen van de aandeelhouders aangepast. Bedrijven hebben hun gedrag op dit gebied verbeterd omdat aandeelhouders nu, door te stemmen, kunnen zeggen wat ze van het beloningsbeleid vinden. Boston Properties was een van de weinige bedrijven die er niet in slaagde steun voor haar beloningsvoorstellen te krijgen. Het voorstel werd door maar 19 procent van de aandeelhouders gesteund. Wij stemden, net als veel andere beleggers, ook tegen dit voorstel omdat de voorgestelde beloningsplannen niet in het belang van de aandeelhouders waren. Door het grote aantal tegenstemmen verwachten we dat het bedrijf haar beloningsbeleid gaat aanpassen. Aandeelhouders blijven vragen om veranderingen in het bestuur Aandeelhouders mogen soms hun eigen agendapunten indienen om veranderingen in de bestuursstructuur en het bestuursbeleid van bedrijven voor elkaar te krijgen. Net als in voorgaande jaren zijn er in 2013 in de VS weer veel van zulke aandeelhouderresoluties geweest. Bij Hess Corporation bijvoorbeeld steunden we resoluties die aandeelhouders meer invloed willen geven over de verkiezing van bestuurders. Maar ook resoluties om bestuurders meer verantwoording af te laten leggen aan aandeelhouders. Omdat het al ver voor de AVA duidelijk was dat er voor deze resoluties veel steun was, ging het bedrijf akkoord met alle verzoeken van de aandeelhouders nog voordat de vergadering had plaatsgevonden. Milieu- en maatschappelijke vraagstukken krijgen langzaam maar zeker meer steun Uit een onderzoek dat kort geleden is uitgevoerd blijkt dat aandeelhouderresoluties over milieu en maatschappelijke onderwerpen steeds meer steun van beleggers krijgen. Deze steun is de afgelopen jaren meer dan verdubbeld. Resoluties over uitgaven aan politieke partijen, klimaatverandering, diversiteit in het bestuur en de winning van energie kregen de meeste steun. Toch hebben tot nu in 2013 maar twee voorstellen meerderheidssteun gekregen. Één ging over het milieu en één over politieke uitgaven. Meer dan 30 procent van de aandeelhouders van Chevron, waaronder wijzelf, stemde voor een resolutie waarin de olie- en gasmaatschappij werd gevraagd om meer informatie te geven over haar activiteiten rondom de winning van schaliegas (aardgas dat zit opgesloten in steenlagen diep ondergronds en dat door ‘breken’ wordt gewonnen). Aandeelhouders zien ook graag dat een milieudeskundige in het bestuur wordt benoemd, zodat het bedrijf beter met milieuvraagstukken om kan gaan. Meer dan 20 procent van de aandeelhouders, waaronder wij, steunden deze resolutie.
12
Japan Het tweede kwartaal is in Japan het drukste stemseizoen. We willen in dit verslag graag aandacht besteden aan de volgende belangrijke thema’s. Bestuurssamenstelling Japanse bedrijven besteden steeds meer aandacht aan wie ze in een bestuur benoemen. Ze letten meer op verscheidenheid en onafhankelijkheid. Onafhankelijkheid van het bestuur is de laatste kwartalen het belangrijkste corporate governance onderwerp. Japan loopt op dit gebied wat achter bij de rest van de wereld. Dit kwartaal hebben grote organisaties zoals Toyota Motor en Sumitomo Corporation voor het eerst onafhankelijke bestuurders voorgedragen: drie bij Toyota Motor en twee bij Sumitomo Corporation. Wij zijn blij met deze ontwikkelingen. Vooral bij Toyota, omdat dat voor veel andere Japanse bedrijven een groot icoon en voorbeeld is en juist dit bedrijf in het verleden erg tegen de benoeming van onafhankelijke bestuurders was. Beschermingsconstructies Beschermingsconstructies zijn strategieën die door bedrijven worden gebruikt om te voorkomen dat ze door een ander bedrijf, zonder steun van het eigen management, worden overgenomen. De andere kant van de medaille is dat deze constructie soms ook door bedrijven wordt gebruikt om te voorkomen dat een slecht presterend bestuur niet door aandeelhouders weggestuurd kan worden. Over deze constructies werd dit kwartaal tijdens de AVA’s in Japan het meeste gestemd. Er was veel weerstand tegen deze resoluties. En hoewel ze weinig steun kregen, werden ze toch goedgekeurd. De reden hiervoor is dat beleggers en zakenpartners uit Japan zelf dit soort resoluties wel steunen, maar beleggers die niet uit Japan komen, waaronder wijzelf, meestal tegen deze resoluties stemmen. Aandeelhouderresoluties Aandeelhouderresoluties bij Japanse bedrijven gaan meestal over corporate governance onderwerpen. Bijvoorbeeld over bestuurdersbeloningen en het scheiden van de rollen van voorzitter van de raad van bestuur en CEO. Dit is in Japan vaak dezelfde persoon. Aandeelhouders maken zich zorgen dat het bestuur dan niet onafhankelijk genoeg is om het management zonder vooroordelen aan te sturen. Mizuho Financial Group en HOYA hadden allebei negen aandeelhoudersresoluties op de agenda staan. We hebben bij beide bedrijven drie resoluties gesteund. Het doel van deze resoluties was om corporate governance op het gebied van de communicatie naar de aandeelhouders, het risicobeheer en de bedrijfsethiek te verbeteren.
13
3. APPENDIX 3.1. Huidige Uitsluitingen BEDRIJF Alliant Techsystems Alpha Natural Resources Arch Coal Babcock & Wilcox Babcock International Group BAE Systems Barrick Gold Boeing Bridgestone Computer Sciences Corp CONSOL Energy EADS Exelis Finmeccanica
SECTOR Capital Goods Energy Energy Capital Goods Capital Goods Capital Goods Materials Capital Goods Automobiles & Components Diversified Financials Energy Capital Goods Capital Goods Capital Goods
REGIO Amerika Amerika Amerika Amerika Europa Europa Amerika Amerika Pacific Amerika Amerika Europa Amerika Europa
Freeport-McMoRan GenCorp General Dynamics Hanwha Honeywell International Jacobs Engineering Group Lockheed Martin Corp Northrop Grumman Poongsan Corp Raytheon Rheinmetall Rio Tinto Rolls-Royce Group Safran
Materials Capital Goods Capital Goods Materials Capital Goods Capital Goods Capital Goods Capital Goods Materials Capital Goods Capital Goods Materials Capital Goods Capital Goods
Amerika Amerika Amerika Pacific Amerika Amerika Amerika Amerika Pacific Amerika Europa Europa Europa Europa
Serco Group ST Engineering TEPCO Textron Thales United Technologies
Commercial & Professional Services Capital Goods Utilities Capital Goods Capital Goods Capital Goods
Europa Pacific Pacific Amerika Europa Amerika
Vedanta Resources
Materials
Europa
OVERTREDEN PRINCIPE Controversiële Wapens Milieuvervuiling Milieuvervuiling Controversiële Wapens Controversiële Wapens Controversiële Wapens Milieuvervuiling Controversiële Wapens Kinderarbeid, Dwangarbeid Controversiële Wapens Milieuvervuiling Controversiële Wapens Controversiële Wapens Controversiële Wapens Milieuvervuiling, Mensenrechten Controversiële Wapens Controversiële Wapens Controversiële Wapens Controversiële Wapens Controversiële Wapens Controversiële Wapens Controversiële Wapens Controversiële Wapens Controversiële Wapens Controversiële Wapens Milieuvervuiling Controversiële Wapens Controversiële Wapens Controversiële Wapens Controversiële Wapens Mensenrechten Controversiële Wapens Controversiële Wapens Controversiële Wapens Mensenrechten, Milieuvervuiling
14
3.2. Het Europese Best-in-Class Product Beslissingen over de bedrijven waarin wordt belegd voor het Europese Best-in-Class product worden niet licht genomen. Voorafgaand aan de keuze of een aandeel wel of niet in de beleggingsportefeuille wordt opgenomen wordt altijd uitgebreid onderzoek verricht naar het bedrijf achter het aandeel. Is het bedrijf wel duurzaam genoeg? Vindt bijvoorbeeld de productie bij een staalbedrijf op een milieuvriendelijke manier plaats? Zijn er voldoende regels om kinderarbeid bij een fabrikant van sportschoenen te voorkomen? Hoeveel brandstof verbruikt een luchtvaartmaatschappij? Het zijn allemaal voorbeelden van vragen die worden onderzocht voordat er belegd wordt. Het Europese Best-in-Class product identificeert bedrijven die tot de 40 procent meest duurzame bedrijven binnen een sector behoren. Alleen deze bedrijven zijn geschikt voor opname in het fonds. Uit het onderzoek moet blijken welke bedrijven tot de meest duurzame in een sector behoren en welke niet. Het voordeel van deze aanpak is dat er geen appels met peren worden vergeleken, maar uitzendbureaus met uitzendbureaus en technologiebedrijven met technologiebedrijven. Pas wanneer is gebleken dat een bedrijf tot de beste 40 procent behoort, krijgt de portefeuillemanager de kans om er in te beleggen. Bedrijven veranderen en de wereld eromheen ook. Daarom wordt bij deze bedrijven de vinger aan de pols gehouden en worden hun prestaties op het gebied van duurzaamheid op de voet gevolgd. Tenminste eens in de twee jaar wordt een hele sector opnieuw onderzocht. In de loop van het tweede kwartaal van 2013 werden Europese bedrijven in de volgende sectoren tegen het licht gehouden: • • • • •
Supermarkten Detailhandel Software en automatisering Verzekeringen Halfgeleiders
De analyse van deze sectoren heeft geleid tot de volgende selectie van aandelen. De meerderheid van deze aandelen was in eerder onderzoek al goedgekeurd voor belegging (zie status ‘gehandhaafd’). Voor deze titels is de goedkeuring in het heronderzoek bevestigd. SECTOR
AANDEEL
Supermarkten
TESCO PLC J SAINSBURY PLC METRO AG KESKO CARREFOUR SA MARKS & SPENCER GROUP PLC INDITEX KERING SAP AG INDRA CAP GEMINI SA ASSICURAZIONI GENERALI AEGON NV DELTA LLOYD NV SWISS RE ALLIANZ SE MUENCHENER RUECKVERSICHERUNG AG
Detailhandel
Software en automatisering
Verzekeringen
VORIGE STATUS Afgekeurd Afgekeurd Goedgekeurd Goedgekeurd Goedgekeurd Afgekeurd Goedgekeurd Goedgekeurd Goedgekeurd Goedgekeurd Goedgekeurd Afgekeurd Afgekeurd Goedgekeurd Goedgekeurd
NU Toegelaten Toegelaten Gehandhaafd Gehandhaafd Gehandhaafd Toegelaten Gehandhaafd Gehandhaafd Gehandhaafd Gehandhaafd Gehandhaafd Toegelaten Toegelaten Toegelaten Gehandhaafd Gehandhaafd
Goedgekeurd
Gehandhaafd
15
Halfgeleiders
CNP ASSURANCES AXA AVIVA PLC LEGAL & GENERAL GROUP PLC STOREBRAND STMICROELECTRONICS NV ASML HOLDING NV
Goedgekeurd Goedgekeurd Goedgekeurd Goedgekeurd Goedgekeurd Goedgekeurd Goedgekeurd
Gehandhaafd Gehandhaafd Gehandhaafd Gehandhaafd Gehandhaafd Gehandhaafd Gehandhaafd
Tot slot werden in aanvulling op het sectoronderzoek nog vier ondernemingen goedgekeurd. Deze bedrijven werden volgens de criteria voor positieve selectie tot het beleggingsuniversum toegelaten onder voorwaarde dat engagement zal worden opgestart. Tijdens deze dialoog tussen de vermogensbeheerder en het management van het bedrijf wordt besproken waar en op welke manier de onderneming de ESG prestatie kan verbeteren. In het tweede kwartaal werden goedgekeurd voor positieve selectie:
SECTOR Machines, bouw en constructie Chemie Halfgeleiders Halfgeleiders
AANDEEL GEA
VORIGE STATUS Afgekeurd
KEMIRA ARM RENEWABLE ENERGY CORP AS
Afgekeurd Toegelaten Goedgekeurd Gehandhaafd Goedgekeurd Gehandhaafd
NU Toegelaten
Maandelijks wordt in een sectoronderzoek bestudeerd welke bedrijven tot de koplopers in de sector behoren en welke niet. Hieronder wordt ter illustratie één van de verrichte sectoronderzoeken in het afgelopen kwartaal besproken. Sector verzekeringen – verantwoord risico nemen Op het eerste gezicht is de verzekeringswereld geen sector die erg opvalt door zijn duurzaamheid. Er worden door deze bedrijven geen windmolens gebouwd of schonere brandstoffen ontwikkeld en zelfs na jaren van automatisering worden er door hen nog kilo’s papier verbruikt. Maar zoals wel vaker: schijn bedriegt. Verzekeraars kunnen echt een belangrijke bijdrage leveren aan een duurzame toekomst. Duurzame producten en diensten Voor het schadeverzekeringsbedrijf is het noodzakelijk dat het goed voorbereid is op de toekomst. Alleen dan kan het bedrijf een goede berekening maken van het geld dat ooit bij schade moet worden uitgekeerd. Zo kan een veranderend klimaat in de toekomst voor veel meer stormschade gaan zorgen en dat merkt de verzekeraar als hij de rekening gepresenteerd krijgt. Ook de voor- en nadelen van bijvoorbeeld bevolkingsgroei worden voortdurend gevolgd door levensverzekeringsbedrijven. Vooral omdat het belangrijke kennis opbrengt over de verwachte inkomsten en uitgaven van deze bedrijven. Voordelen zijn er dus ook. Een grotere wereldbevolking betekent ook een kans om aan meer mensen een product te verkopen en zelfs tegen de gevolgen van klimaatopwarming kun je je verzekeren. De verzekeringsbedrijven zien dus ook steeds meer kansen. Daarbij horen natuurlijk verzekeringen voor elektrische auto’s of voor zonnepanelen, maar ook verzekeringen voor boeren die uitbetalen in geval van een slechte oogst door bijzonder hoge temperaturen.
16
Verantwoord beleggen Een belangrijk onderdeel van het werk van een verzekeringsbedrijf is het beleggen van de premies die klanten maandelijks betalen. Geschat wordt dat verzekeraars samen goed zijn voor ongeveer 30% van het internationale vermogensbeheer. Door deze enorme omvang vinden wij het ook erg belangrijk dat verzekeraars ook een verantwoord beleggingsbeleid volgen waarin zij milieu en sociale aspecten en een goede bedrijfsvoering meewegen. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan mensenrechten, arbeidsrechten of corruptie. Hoewel ze samen een groot deel van het totale belegde geld in beheer hebben, is het verantwoord beleggen bij verzekeraars nog lang niet op het niveau waarop het bij pensioenfondsen is, dus er zijn nog veel stappen te zetten. Relatie met klanten De verzekeringsindustrie is de afgelopen jaren vaak in het nieuws geweest met producten en diensten die niet in het belang van de klant waren. Bijvoorbeeld het weigeren van het uitbetalen van claims aan klanten door sommige bedrijven of het vragen van veel te hoge premies. Dit soort praktijken heeft de naam van de sector enorm geschaad. Moderne verzekeringsbedrijven zijn zich steeds meer bewust van de mogelijke nadelen die schadelijke producten op de langere termijn voor het bedrijf hebben. Daarom geven zij meer aandacht aan het geven van duidelijke informatie aan klanten en het verkopen van simpele producten die gemakkelijk te begrijpen zijn. Toegang tot verzekeringen Ondernemen is risico nemen. Maar sommige risico’s wil je toch liever vermijden. Verzekeren is een belangrijk onderdeel van economische ontwikkeling omdat het helpt om risico te beperken. Het helpt mensen die willen voorkomen dat ze voor plotselinge kosten komen te staan, maar zeker ook bedrijven die zich hierdoor kunnen concentreren op hun product of dienst. Wereldwijd gezien is verzekeren wel vooral een westers product. Er is een groot verschil tussen Europa of de VS en de zogenoemde minder ontwikkelde landen. Er zijn veel landen waar de verzekeringsproducten helemaal niet worden aangeboden of alleen tegen onmogelijke voorwaarden. Ook tussen de bevolkingsgroepen binnen Europa en de VS bestaat een groot verschil in de toegang tot verzekeringen. Gezinnen met een laag inkomen kunnen het zich vaak alleen veroorloven om zich volledig te verzekeren als de overheid een steentje bijdraagt. Daarbij komt dat mensen met heel specifieke (chronische) ziektes veel moeite hebben om de juiste verzekeringen te kunnen krijgen. Mensen met een laag inkomen hebben vaak een slechtere gezondheid dan mensen met een midden of hoger inkomen. Ook zijn er in verhouding veel chronisch zieken onder de armste groep. Daardoor is de toegang tot verzekeringsproducten het slechtst voor de groep die dat juist het meest nodig heeft. Verzekeringsbedrijven zijn zich wel vaak bewust van deze tweedeling die slecht is voor de naam van deze sector. Onderzoek Het Europese Best-in-Class product belegt in de bedrijven die tot de top in hun sector worden gerekend, gemeten naar maatschappelijke prestatie. Door de omvang van het vermogen van verzekeraars wordt er sterk gelet op een verantwoord beleggingsbeleid. Daarnaast wordt het ontwikkelen van duurzame producten en diensten juist als grote kans gezien. Recent werd het bedrijf Assicuracioni Generali (Generali) SpA voor belegging goedgekeurd. Het Italiaanse Generali is een verzekeraar die verschillende producten aanbiedt op het gebied van levensverzekeringen, unit-linked polissen, zorgverzekeringen, en het heeft een eigen vermogensbeheerder en private banking service. Het bedrijf heeft een sterke aanpak voor verantwoord beleggen. Het gehele beheerd vermogen moet voldoen aan aantal ethische richtlijnen wat leidt tot het uitsluiten van een aantal bedrijven. Zij hebben een negatief effect op de maatschappij of op het milieu en
17
worden daarom uitgesloten. Voor een aantal fondsen voert Generali een Best-in-Class benadering waarbij alleen de bedrijven worden gekozen die het beste scoren op sociale en milieu kenmerken ten opzichte van vergelijkbare bedrijven. Daarnaast valt het bedrijf op door het ontwikkelen van een groot aantal microverzekeringsprojecten. Deze projecten geven kansarme mensen in ontwikkelingslanden de mogelijkheid om zichzelf te verzekeren tegen onvoorziene tegenvallers.
18