Erasmusverslag Parijs Université Paris X, Nanterre Mariska Kret In dit verslag zal ik zo eerlijk mogelijk vertellen hoe het mij in Parijs is bevallen, welke moeilijkheden ik ben tegengekomen en welke voorbereidingen ik heb getroffen. Aan het begin van mijn derde jaar psychologie aan de universiteit Leiden stond ik, toen ik besloot om een tijdje in het buitenland te gaan studeren. Ik was net terug uit Frankrijk waar ik twee maanden als animatrice op een camping gewerkt heb. In oktober 2004 kwam ik in actie en overlegde met de studiecoördinator de mogelijkheid om het derde trimester in Frankrijk te studeren. In Frankrijk wordt echter met semesters gewerkt, dus veranderde ik mijn idee en gaf ik me uiteindelijk op voor een half jaar Parijs. Begin februari zat ik na heel veel geregel daadwerkelijk in Nanterre, de banlieu van Parijs. In Nederland was het onmogelijk om met mensen van de universiteit in Frankrijk in contact te komen. Op de website staat geen telefoonnummer waar je iets mee kan. Mailtjes werden genegeerd. Ik had allerlei vragen over welke vakken ik kon volgen, waar de campus was, het rooster etc. Het Internetadres is http://xnet2.uparis10.fr/pls/portal30/docs/folder/upxn/indexflash.html. Je kunt het makkelijkst via google op de site komen, het werkt vaak niet zo lekker. Ik heb via de site het inschrijvingsformulier gedownload, ingevuld, opgestuurd en ben vertrokken. Met de universiteit Leiden heb ik geen contact onderhouden. Toen ik aankwam wist ik totaal niet wat ik kon verwachten. Blijkbaar verwachtten ze mij daar ook niet, want toen ik aankwam, deelden ze mij mee dat ik pas de week erop in mijn kamer kon. De mensen achter de balie spraken alleen Frans en waren zeer onvriendelijk. Na flink zeuren kon ik ineens wel mijn kamer in. Later merkte ik dat die tactiek echt helpt. Alles was heel slecht georganiseerd. Mijn kamer (12m2) was op de derde verdieping van het negen verdiepingen tellende Erasmus- campusgebouw. Ik vond het niet erg dat het oud en vies was, want ik hoefde maar 173 euro huur per maand te betalen. Na veel gedoe had ik ook nog huursubsidie weten te regelen wat 39 euro per maand bedroeg. De voorzieningen waren slecht. In het gebouw was bijvoorbeeld maar één wasmachine voor 400 studenten. Ik was verplicht mijn kamer te verzekeren en daarvoor moest ik een Franse bankrekening openen. Het was een heel gedoe. Ik heb flinke pakketten papier moeten ondertekenen waar ik niets van snapte. Bij de bank was het personeel totaal niet behulpzaam. Als je de taal niet spreekt, heb je echt een probleem. Ik heb bijvoorbeeld 50 euro boete gekregen omdat er de eerste week nog geen geld op mijn rekening stond en de verzekering het geld voor mijn kamer wilde. Na veel zeuren kreeg ik de helft terug, (mijn buurmeisje niet). Ik heb het idee dat ze maar wat doen. Maar dit is deel van de Franse mentaliteit, daar ben ik wel achter gekomen. Op de campus had ik het erg naar mijn zin met de andere Erasmusstudenten. Dit vond ik een groot voordeel. Ik heb heel snel veel mensen leren kennen van allerlei verschillende nationaliteiten en ontzettend veel van hen geleerd. Verwacht alleen geen diepe vriendschappen, het contact blijft vaak heel oppervlakkig. In de keukens waren elke dag feestjes. Als je moeite hebt met slapen raad ik je aan geen kamer op
de campus te nemen. Om de taal goed te leren kun je beter in Parijs gaan wonen. In Parijs vind je alleen geen kamer onder de 400 euro. Naast de herrie en viezigheid was het allergrootste nadeel op het universiteitsterrein de onveiligheid. Menig Parijzenaar was het met mij eens, Nanterre, dat is geen lekker buurtje. In het gebouw zelf waren dealers, zwervers en andere ongure types. Als meisje kon je ’s avonds niet veilig over het terrein lopen. Ik durfde ’s nachts mijn kamer niet uit. Er werd heel veel gestolen uit de kamers. De gangen worden in de gaten gehouden door –ik weet het niet precies- gasten uit Nanterre. Als je even naar het toilet moest, of naar de keuken (vijf stappen), moest je je kamer afsluiten, anders jatten ze je kamer leeg. Ik heb het zien gebeuren. Het niveau van de vakken vond ik erg laag. Ik heb vier psychologievakken (in het Frans) gevolgd en vijf Franse taalvakken. Totaal heb ik 40 punten gehaald. Het systeem is heel anders. Er zijn geen voorgeschreven boeken. De studenten volgen de colleges, maken aantekeningen en leren die voor het tentamen. In het begin vond ik het moeilijk om op gang te komen met studeren. Ik had geen idee wat ik moest doen. Op een gegeven moment heb ik wat (franstalige) psychologieboeken gehaald bij de bibliotheek van onderwerpen die me interesseerden en heb daar zelf wat uit gestudeerd. De boeken die in de bibliotheek staan zijn vrijwel allemaal in het Frans en nogal oud. De taal vormde geen groot probleem omdat mijn Frans al redelijk was (eindexamen VWO en twee maanden in Frankrijk gewerkt). Met engels kom je niet ver: zelfs de docenten en studenten spreken het niet. Als je het eerste semester in Nanterre wilt gaan studeren kun je gebruik maken van de intensieve taalcursus. Ook de voorzieningen die de universiteit boden, lieten te wensen over. Er waren bar weinig computers met Internet. Er waren twee lokalen met oude computers waar je per keer maximaal een half uur mocht internetten. Er stond altijd een gigantische rij dus ging ik vaak al heel vroeg in de morgen voor het lokaal staan. Nanterre ligt ten oosten van Parijs, vlakbij La Défence. Het kost twintig minuten om in het centrum van Parijs te komen. Metro’s rijden vaak maar helaas niet meer na enen. Dit was heel onhandig als ik wilde stappen. Het kwam erop neer dat ik altijd de metro van 6.00 uur moest nemen. Een taxi was voor mij te duur en met de nachtbus moest ik nog een stuk lopen door Nanterre (geen optie). Uitgaan is erg duur. De entree van een discotheek bedraagt ongeveer 15 euro, de garderobe 5 en de cola’tjes waren 10 euro. Als je van cultuur houdt, kun je in Parijs je hart ophalen. Studenten krijgen overal flinke kortingen. Uit het boekje de “pariscope” dat elke woensdag voor maar 40 eurocent uitkomt, haalde ik altijd leuke ideetjes over exposities, concerten, films, festivals, evenementen etc. Op het universiteitsterrein bevindt zich ook een theater waar heel vaak gratis voorstellingen en workshops zijn. Er wordt veel georganiseerd: Parijs leeft! Naast mijn studievakken deed ik ook dansvakken: hiphop, salsa en jazz. Voor 25 euro kon je je inschrijven voor zoveel sporten en cursussen als je maar wilt. Er is ook een zwembad.
Parijs voelt ondertussen echt als mijn stad. Ik heb zoveel gezien en gedaan. Ik had niet echt de behoefte om veel te reizen omdat ik nog niet op Parijs was uitgekeken. Ik ben een paar dagen naar Lille geweest met drie andere Erasmusstudenten. Ik ben van plan om nog vaak terug te gaan naar Nanterre om kennissen op te zoeken en om nog meer te bezoeken. Gelukkig is het niet ver: vanaf Den Haag 3,5 uur met de thalys. Als Parijs je aantrekt, is er gaan studeren de perfecte manier om deze stad goed te leren kennen. Bedenk alleen van tevoren dat de universiteit zich in Nanterre bevindt en dat het daar verre van ideaal is. Bedenk ook dat Parijs duur is. Bovendien kost alles heel veel tijd. Één simpel handtekeningetje kost je zo een dag. Van kastje naar de muur gestuurd worden, wachten, frustraties, het hoort er allemaal bij. Ik heb er veel van geleerd. Als je gaat, ga voor de stad, de ervaring en de taal en niet voor je studie. Bij dit verslag heb ik een artikel gevoegd wat ik voor het psychologieblad van de universiteit heb geschreven en een paar foto’s die ik van de website heb gehaald. Als je nog vragen hebt kun je me mailen:
[email protected]. Succes en veel plezier!
In deze gebouwen had ik college.
Universiteitsterrein Het zwembad
Frankrijk van A tot Z In september besloot ik halsoverkop dat ik in Frankrijk wilde studeren, en het liefst in Parijs. Et voilà, je suis à Paris maintenant! Om precies te zijn, Nanterre, de banlieu van Parijs. Ik kijk op van mijn computer en zie de ‘Arc de la Défence’. Eronder bevindt zich het grootste winkelcentrum van Europa. Parijs leeft. Het is zó groot, je verveelt je hier nooit! En het is mooi… Echt een wereldstad, één met een volstrekt eigen karakter. En daar wil ik het voornamelijk over hebben, over dat typische karakter, dat vooral door de inwoners, hun gewoonten en gebruiken bepaald wordt. Nooit zal ik ze helemaal begrijpen, die Fransen. Ben ik te Hollands of zijn zij gewoon te Frans? Wie zal het zeggen? Laat je van A tot Z meeslepen door mijn ervaringen en oordeel zelf...
De A van ‘attitude’ Frankrijk, dat bestaat uit twee delen: Parijs en de rest. Althans, zo zien de Parijzenaren het. De échte Parijzenaren maken nóg een onderscheid, namelijk: Parijs en de “banlieu”. Dat laatste woord spreekt men uit met een opgetrokken neusje en de mondhoeken naar beneden. Ik woon in de banlieu waar de taxichauffeurs me ‘s avonds niet meer heen willen brengen. “Nanterre? Ce n’est pas Paris!” De B van ‘bureaucratie’ Moeilijk gedoe gaat met veel papier gepaard en andersom. Vooral met inschrijvingen, bankzaken en verzekeringen... Beaucoup de bruit pour rien (veel lawaai voor niets). De C van ‘cours’ Ik zal wat vertellen over de colleges. Ik volg veel vakken hier. Vier psychologie vakken, vier Franse taalvakken (voor Erasmusstudenten) en Franse kunstgeschiedenis. Een college gaat als volgt (áls het doorgaat). De studenten stromen het lokaal binnen en gaan zo ver mogelijk van elkaar vandaan zitten. Net als in Leiden is hier een soort van Leidsch’ kwartiertje, maar dan een ‘ongeschreven’ halfuurtje. De docent begint te zeggen met wat hij/zij allemaal gaat zeggen en wat we allemaal zullen gaan zien. Tegen het eind van het college gaat hij/zij beginnen (na eerst een lange pauze te hebben gehouden) en is mijn geduld op. Ik vraag me af hoe hij/zij ooit alle beloofde onderwerpen kan behandelen. De D van ‘docent’ Tijdens college wordt er voornamelijk gedicteerd. De docent spreekt heel langzaam en wil dat de studenten alles letterlijk opschrijven. Voor een tentamen hoeven de studenten alleen de aantekeningen te leren. Dat zijn er nogal wat, want de gemiddelde Franse student schrijft werkelijk álles op (over de stopwoordjes “donc”, “alors”, “bien” en “bon” ben ik niet zeker). De E van ‘étudiant’ Geen enkele student heeft hier ooit ook maar één boek over psychologie gelezen. Dat is ook aan het assortiment in de bibliotheek te merken: veel oude troep en een twintigtal Engelstalige boeken.
Tijdens college zie ik door mijn halfgesloten ogen (echt, ik probeer ze open te houden!) mensen hun achtste velletje volschrijven. Plotseling schrik ik wakker wanneer niemand reageert op de vraag: “Weten jullie wat ANOVA is?” Mon dieu... De intrinsieke leermotivatie is ver te zoeken. Alle collegeaantekeningen werden na het tentamen onder veel gejuich over straat gesmeten. Vive la fin du semèstre! Ik heb met verbazing staan kijken naar al die blije gezichten, een Middelbare schoolambiance. Nu iets positiefs over de studenten. De studenten zijn heel actief tijdens de lessen, men let op en stelt vragen. Er zijn regelmatig heftige discussies. F van ‘Franse slag’ Bij aankomst ging ik op zoek naar het Erasmusbureau, wat nog erg lastig te vinden bleek. Degene die me ontving schreef de naam van mijn coördinator op een papiertje en verwees me naar een ander gebouw waar ik de sleutel voor mijn kamer kon halen. Verder niets. Bij de balie van ‘het gebouw’ deelden ze me mee dat ik pas over een week in mijn kamer zou kunnen. Na veel gepraat en moeilijk gedoe (zie letter B), kreeg ik toch mijn sleutel. Op naar “la residence” waar ik eindelijk mijn tassen kwijt kon! De volgende dag ging ik op zoek naar een bank om een rekening te openen. Dat was namelijk verplicht om een verzekering voor de kamer af te sluiten (zie letter B). Na tientallen velletjes te hebben ondertekend, had ik een Franse bankrekening. Daar zou ik later nog veel last van krijgen... Ik besloot mijn coördinator te gaan peilen om te vragen hoe het zat met de vakken. Wat bleek? Het was vakantie en er was niemand. De lessen begonnen een week later en dan zou er na één week weer vakantie zijn. Na de week vakantie ben ik op zoek gegaan naar mijn coördinator. Ik heb hem of haar nooit gevonden. Ik bedoel maar, een ontvangst van de ‘Franse slag’! G van ‘graffiti’ Niet alleen in de wc zijn de wanden voorzien van allerlei uitspraken en tekeningen van gefrustreerde studenten, ook de lokalen zijn er mee versierd. Vooral het mannelijke geslachtsdeel is rijkelijk vertegenwoordigd op de deuren van de damestoiletten. Over penisnijd gesproken! H van ‘huisregels’ Niet blowen in de gangen aub. (Maar wel in de keukens, douches, wc, lift en in de hal…) I van ‘internationaal begrip’ Het blijkt uit veel dingen dat de blik van Fransen vooral op Frankrijk gericht is. Engels spreken ze bijvoorbeeld nauwelijks. Tijdens een college presenteerde een docent een sheet (transparent) waarop het engelse woord ‘lung’ voorkwam. Ze dacht dat het een gebied in de hersenen was. Ik was de enige die de betekenis wel wist. De geringe algemene kennis blijkt ook uit de meest bizarre vragen waarop ik antwoord heb gegeven. Vier keer is mij gevraagd of er in Nederland alleen engels wordt gesproken.
J van ‘jeu de grève’ Dat de Fransen hun mondje open durven te doen, uit zich in de vele stakingen en protesten. Vooral Amerika heeft het zwaar te verduren tijdens de protesten (McMerde). Van al het staken kan de NS nog wat van leren! Ook op de universiteit kunnen ze er wat van. De schoonmaaksters bijvoorbeeld, die uit protest de vuilniszakken door de gangen leeggooien en weigeren schoon te maken. Het resultaat was diertjes in de douche. Hoewel ik van dieren houd, kan ik hun aanwezigheid in de douche niet echt waarderen. Vorige week stopte de lift er ineens mee. Ik zat in het donker opgesloten. Toen ik eindelijk ‘bevrijd’ was, zag ik dat het hele gebouw donker was. Er was geen stroomstoring werd mij verteld, nee, er werd gestaakt. (?) Het hele staakgebeuren wordt gezien als een spelletje. Geen spelletje schaken, maar een spelletje staken. K van ‘kunst’ Op cultureel gebied wordt er erg veel georganiseerd. Elke avond is hier op het universiteitsterrein iets te beleven: een modeshow, concert, film, debat, dansavond, cursus of colloquium... Je kunt het zo gek niet bedenken of het is er, en alles met ‘entree libre et gratuit’. L van ‘life, zonder tv’ De studenten en over het algemeen gesproken, die Fransen, hangen zelden suf voor de tv. Vaak hebben ze die niet eens. Onnodig. Ik kijk uit mijn raam en zie tientallen mensen in groepjes op het grasveld voor dit campusgebouw zitten. Het is 22.30. Iemand speelt gitaar en in de verte hoor ik zacht gezang, life, buiten, zonder radio of tv. Regelmatig word ik uitgenodigd voor een soirée. Een soirée houdt meestal een gezellig avondje in met veel mensen, veel eten, muziek en dansen. Er is altijd wijn maar er wordt nooit alleen maar lomp gezopen. Ik vind dat de Fransen het woord gezelligheid ook in hun woordenboek verdienen! M van ‘métro’ Hét middel om je in Parijs mee te verplaatsen. De metro is een stad onder een stad, met in totaal 200 km aan tunnels en meer dan 300 stations! Van de door Guimard gemaakte Jugendstil-ingangen zijn er nog een paar over, die zijn erg mooi. In de metro is het behalve vaak druk, ook vaak “gezellig”. Dit vooral dankzij de muzikanten, die zich overigens niet alleen in de metro bevinden, maar je overal veel ziet. Er zijn echter ook veel kansloze types maar iedereen doet of die er niet zijn. Helaas rijdt de metro maar tot een uur of 1.00. Daarna kun je de noctambus nemen die van 1.00 tot 5.30 rijdt en een stuk minder stinkt! N van ‘natuur’ Ooit las ik dat in Parijs weinig groen is. Onzin. Je hebt hier juist veel parken en er zijn twee bossen. Bij het eerste zonnestraaltje gaat iedereen picknicken op de perfect bijgehouden grasveldjes in ‘les jardins’. Wijntje, stokbroodje, kaasje of een crèpe. Deze laatste lekkernij is een must als je in Parijs bent. Je kunt deze dunne pannenkoekjes op elke straathoek kopen en uit het vuistje opeten. O van ‘Otto’
Parijs, de stad van de mode? In de winkels hangen de meest wonderlijke creaties. De studenten zijn meer van het type Otto, Wehcamp en Neckermann. P van ‘putain’ Als iets even tegenzit: “OH, Putain!” Of: “Merde!” Q van ‘question de l’amour’ Waarom Parijs de stad van de liefde genoemd wordt? Zijn het de romantische parken, is het de Eiffeltoren of zijn het de Fransen zelf. De gemiddelde Fransman is een ware charmeur en heeft met zijn aangeboren talent vaak effect bij ‘les filles’. Paris, ville de l’amour. R van ‘reizen’ Dankzij alle leuke contacten die ik hier heb opgedaan, heb ik al een aantal reisjes op de planning staan. S van ‘Salut, ça va?’ Ergernis nummer één. Iedereen zegt het, niemand wacht het antwoord af. De manier waarop de vraag gesteld wordt, hûh! Als je iemand tegenkomt ‘móet’ je altijd weer datzelfde zinnetje mompelen en glimlachen en in het ergste geval (meestal) zoenen (zie letter X). Nep. T van ‘taal’ Men spreekt hier Frans, maar dat wisten jullie waarschijnlijk al. Het is belangrijk te weten want er wordt zoals ik al zei alléén maar Frans gesproken. In het begin vormde de taal soms een probleem. Vooral bij mensen die je niet willen begrijpen, was communicatie lastig. Nu gaat het goed. De colleges kan ik makkelijk volgen en Frans lezen is geen probleem. Ik vind het Frans een mooie taal. In de résidence hoor ik allerlei talen. Ik heb mijn Duits ook wat opgehaald want er zijn hier onder andere veel Duitse Erasmusstudenten. Het gebeurt wel eens dat ik op één avond engels, Frans en Duits door elkaar spreek en ondertussen een gesprek in het Spaans probeer te volgen. Heel leerzaam, maar ook vermoeiend. Over het algemeen proberen de Erasmusstudenten Frans te spreken en geen engels. De Italianen en Spanjaarden spreken ook erg slecht engels. U van ‘Université Paris X’ Om te beginnen: het is hier groot. Alles bevindt zich op één terrein: faculteitsgebouwen, bibliotheek, tennisveld, sportcentrum en de campus. De gebouwen zijn oud, lelijk en armoedig. Misschien dat de onvriendelijke uitziende omgeving ongure types aantrekt. Het is hier erg onveilig. Beneden in de hal staan dealers en zwervers uit Nanterre. Als meisje kun je ‘s avonds beter niet over het universiteitsterrein lopen. Mijn kamer is in dezelfde staat als alle gebouwen hier. Het behang is overal kapot. Ik probeerde een poster op te hangen aan het plafond om het losgebladderde stukwerk te verdoezelen. Helaas, de poster kwam naar beneden, mét het stukwerk. Elke dag worden de keukens, wc’s, douches en gangen een beetje schoongemaakt. Wat hier écht lastig is, is 1. Internetten en 2. Wassen. Te beginnen, de computervoorzieningen. En maar twee computerzalen met Internet. Totaal denk ik dat er zo’n veertig computers staan, 0,000002 per student. Er staat altijd een lange rij wachtenden. Je
mag een half uur per keer dus tijd om iets op te zoeken en mailtjes te beantwoorden is er niet. En dan nog zoiets, de wasmachines. Welgeteld: twee. Twee wasmachines voor 400 mensen. Één wasmachine staat er om bekend overenthousiast te zijn. Ik heb een keer vier uur moeten wachten op wat mijn was wás. V van ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ Vrijheid? Weinig. Tenzij je onder ‘vrijheid’ vakanties en pauzes verstaat. Gelijkheid? Geen. In ieder geval niet iets om over op te scheppen. Een schoonmaker is hier bijvoorbeeld niets. Alle straatvegers zijn zwart en er wordt op hen neergekeken. Er is in de werksfeer veel meer sprake van een hiërarchie dan in Nederland. Buitenlanders zijn ‘minder’ dan Fransen, en over het verschil tussen Parijs en de banlieu heb ik het al gehad. De docent staat in aanzien ver boven de student, de politie boven de burger. Broederschap? Tss! Tussen de Fransen onderling wel, maar er is als buitenlander moeilijk tussen te komen. W van ‘wc papier’ Fleurt met zijn roze kleur het toilet op. In Parijs vaak een ‘normaal’ toilet, in het échte Frankrijk zie je nog vaak de hurk-wc. X van ‘xxx’ Fransen houden van zoenen. Het zijn er óf twee, óf vier, nooit drie. Ik vergis me altijd in het aantal en met welke wang ik moet beginnen. Zo sta ik regelmatig in de lucht te happen. Y van ‘yaourt’ Yoghurt als ontbijt, want op een gegeven moment gingen de baguettes me tegenstaan. Ze hebben hier yoghurt in allerlei soorten. Z van ‘ziezo’ Het semester zit er bijna op. Nog een paar examens en dan nog drie weken vakantie in deze mooie stad. Er zijn veel dingen die ik nog wil zien. Ik denk dat dat in een stad als deze altijd zo zal blijven. Gelukkig hoef ik niet echt afscheid te nemen van deze stad. Ik zal hier vaak terugkomen om iedereen op te zoeken. Ik heb hier veel geleerd en ben blij met mijn beslissing er een half jaartje tussenuit te gaan. Ondanks dat ik de universiteit teleurstellend vind, maken de stad en de ervaring alles goed. Ik zal deze periode nooit vergeten! Zo veel meer rest mij nog te zeggen over de Fransen met hun eigenaardigheden en Parijs, maar ik stop ermee. Het alfabet is compleet. Tegen alle mensen die mij zijn blijven mailen en schrijven en/of me hebben opgezocht wil ik zeggen: “Merçi beaucoup!”. Het was fijn om af en toe wat uit ‘PaysBas’ te horen.