Hoe denkt GroenLinks in Weststellingwerf over de intensieve (melk)veehouderij en de trend tot schaalvergroting en daardoor de komst van megastallen in Weststellingwerf
Voor de duidelijkheid geven we een beschrijving van de begrippen megabedrijf en megastal. Een megabedrijf is een bedrijf met meer dan 410 stuks rundvee, d.w.z. melkkoeien inclusief jongvee (referentie: Concept-nota van Uitgangspunten Agrarisch Gemeente Weststellingwerf 3-12-2009). Dierbescherming hanteert een criterium van meer dan 250 melkkoeien exclusief jongvee. De definitie van een megastal is minder expliciet, maar men moet denken aan stallen met een oppervlak van 3000-5000 m2 en een nokhoogte van soms wel 15 meter.
·
·
Megastallen in Weststellingwerf in 2009 De gemeente Weststellingwerf is bezig de geldende bestemmingsplannen buitengebied te herzien. Een belangrijk onderdeel in de discussie hierover is de schaalvergroting in de veehouderij. Vooruitlopend op de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan buitengebied nam de gemeenteraad op 11 mei 2009 een besluit om de bouw van een megastal toe te staan voor het huisvesten van 550 melkkoeien exclusief jongvee. GroenLinks heeft zich hiertegen verzet met de volgende argumenten: Bij het raadsbesluit over de aanvraag voor een nieuwe ligboxenstal is GroenLinks bij haar standpunt gebleven dat wij eerst de toegezegde discussie binnen deze raad willen voeren over het fenomeen megastallen en pas na de discussie deze aanvraag te behandelen Een principiële discussie, te meer omdat de provincie aangeeft dat er een verantwoordelijkheid ligt bij de gemeente voor lokaal maatwerk, waar vooraf kwaliteitskaders dienen vastgelegd te worden. De landschappelijke inpassing is een belangrijk criterium. Maar de ontwikkeling van megastallen is niet alleen een ruimtelijk maar ook een maatschappelijk, ethisch vraagstuk. Er spelen veel meer criteria een rol bij een goede besluitvorming in deze. Zoals: • • • • • • • • • •
grondgebonden of niet grondgebonden wel of geen weidegang 2 koeien op 1 ha grond gezondheid van mens en dier dierenwelzijn en het type stal verkeersveiligheid, verkeersbewegingen en belasting voor wegen en bermen lawaai, lichthinder en fijnstof financiering door investeerders met vreemd kapitaal concurrentie van ‘Groot Kapitaal’ met het originele familie- of gezinsbedrijf toename van problemen bij de overname van het bedrijf door de volgende generatie
Dossier Intensieve Landbouw Versie Januari 2010
Op 7 december 2009 maakte een meerderheid van de raad bezwaar tegen het voorbereidingsbesluit tot uitbreiding en legalisatie van een melkveebedrijf in Zandhuizen met het argument dat er eerst duidelijkheid moest zijn over het bestemmingsplan buitengebied met name waar het gaat over het al dan niet toestaan van de bouw van megastallen. Het College besloot daarom het voorstel terug te nemen. Visies op toekomstige ontwikkelingen in de veehouderij In het streekplan Fryslân 2007 lezen we dat de provincie Fryslân van mening is dat de ruimtelijke gevolgen van schaalvergroting en intensieve veehouderij samen kunnen gaan met de landschappelijke waarden in Fryslân. Dit is in tegenspraak met de ook in de Nota van Uitgangspunten Agrarisch genoemde opvatting dat met de komst van megastallen en bedrijven, landschappelijke waarden niet behouden kunnen worden. Megastallen zijn in feite industriële productiebedrijven die niet in het landschap thuishoren. Als ze al een plekje zouden moeten krijgen, waar we überhaupt tegen zijn, is dat eerder op een industrieterrein. Irona Groeneveld, Fries Statenlid van GroenLinks plaatste een aantal kritische opmerkingen bij de nota Standpuntbepaling Grootschalige landbouw in Fryslân, tbv cie LLW 27/01/2010: “Gedeputeerde staten stelt het volgende: voor een vitale en duurzame landbouwfunctie in Fryslân moet de landbouw zich kunnen blijven ontwikkelen. Daar zijn wij het mee eens. Maar het is niet gezegd dat die ontwikkeling automatisch een schaalsprong inhoudt". Want er zijn namelijk ook een aantal andere ontwikkelingen gaande: • Intensieve veehouderij is achterhaald. Vlees- en zuivelconsumptie staan ter discussie. De bijdrage ervan aan de klimaatverandering lijkt groter dan altijd aangenomen (50% ipv 18%). • Al in 2007 heeft CLM onderzoek een quick-review uitgebracht aan de hand van 9 rapporten en notities over megastallen. Daarin wordt geconcludeerd dat voor duurzaam boeren de megastal niet de aangewezen manier is. • En daarvoor heeft in 2001 een denktank o.l.v. Wijffels een plan bedacht waarin het in 2010 uit zou zijn met de fabrieksmatige mens- en dieronwaardige vleesproductie. Toenmalig landbouwminister Brinkhorst was het met Wijffels eens. • Een steeds groter deel van de Tweede Kamer vindt dat er een fundamentele herbezinning moet komen van de intensieve veehouderij. Fryslân wil de meest duurzame provincie van Nederland zijn. Een duurzame economie. Dat betekent ook een duurzame landbouw/veeteelt. Een veeteelt die scoort op de aspecten dierenwelzijn, diergezondheid, volksgezondheid en landschap. De Statenfractie van GroenLinks heeft daarom een motie ingediend die uitspreekt dat zij de ontwikkeling van intensieve veehouderij niet wil en dit ook opgenomen dient te worden in het Streekplan/structuurvisie. Geen nieuwe vestigingen van intensieve veehouderij, herontwikkeling van een bestaand agrarisch bedrijf naar een intensieve veehouderijbedrijf uitsluiten en doorontwikkeling van een bestaande intensieve veehouderij op zijn huidige locatie aan voorwaarden verbinden. In Noord-Holland hebben provinciale staten laten onderzoeken of dit kan in het kader van de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening. Het blijkt inderdaad mogelijk te zijn”
Dossier Intensieve Landbouw Versie Januari 2010
In de nota van Minister Verburg aan de Tweede Kamer “Toekomstvisie op de veehouderij” wordt gepleit voor een ontwikkeling tot een duurzame bedrijfstak met een breed draagvlak in de samenleving. In deze nota staan twee voor GroenLinks belangrijke criteria: “Welzijn en gezondheid van dieren” en “Maatschappelijke inpassing, de veehouderij moet weer dichter bij de burger komen te staan”. Voor GroenLinks staan deze criteria van Minister Verburg haaks op de huidige ontwikkeling in de intensieve veehouderij. In Weststellingwerf dus vooral de melkveehouderij. Deze ontwikkeling behelst juist schaalvergroting, resulterend in de bouw van megastallen en het beperken van de weidegang. Voormalig minister van LNV én veehouder, Veerman, merkte in het tv-programma ZEMBLA op dat “Nederland dergelijke megastallen en megabedrijven helemaal niet zou moeten willen. Ook ontsieren deze megastallen het landschap”. De visie van GroenLinks Weststellingwerf Op bedrijfsniveau is het concentreren van veel dieren op één locatie, in een grote stal, vragen om problemen met betrekking tot ziektes van dieren én van mensen. Groen Links wil juist inzetten op duurzaamheid en op het terugdringen van het antibioticagebruik in de veehouderij. Er zou op melkveebedrijven, nog meer dan tot op heden, gestreefd dienen te worden naar duurzamere kengetallen: • •
een hogere gemiddelde leeftijd per aanwezige koe op het bedrijf. een hogere levensproductie per gemiddeld aanwezige koe
Het overmatige en preventieve gebruik van antibiotica in de veehouderij heeft er toe geleid dat veel veehouders in Nederland besmet zijn met de MRSA-bacterie. Deze patiënten kunnen niet meer geholpen worden met regulier beschikbare antibiotica voor de humane geneeskunde. Kwalijk zijn ook de dikwijls ernstige besmettingen door deze bacterie in ziekenhuizen.
Dossier Intensieve Landbouw Versie Januari 2010
Vanuit het College in Weststellingwerf horen we regelmatig dat we trots moeten zijn op onze melkveehouderij omdat we in onze gemeente tot de top behoren. Dan gaat het echter alleen over kengetallen als het vetpercentage van de melk, de gemiddelde jaarproductie per koe, gemiddeld aantal koeien per bedrijf, etc., maar niet over het welzijn van de koe of de gezondheid van mensen. Zoveel dieren op één locatie geeft grotere kans op epidemieën, ook van ziektes die voor mensen gevaarlijk zijn: zoönosen. De dieren zijn uiteindelijk de dupe, want die worden dan, ook als ze niet ziek zijn, afgemaakt, zoals nu de geiten met de Q-koorts. Ook is volgens de Gezondheidsdienst voor Dieren en het RIVM duidelijk dat schapen, in dezelfde mate als geiten, de ziekte kunnen overbrengen op mensen. De kans op ziektes bij intensieve veeteelt is groot en ook de economische consequenties bij dergelijke ziektes zijn te groot voor de gemiddelde boer en toch blijft men op deze doodlopende weg verder gaan. De meeste geitenhouders in Brabant, hadden eerst varkens en toen die massaal afgemaakt werden door de varkenspest gingen ze over op geiten. De dieren worden puur als product gezien. Men “ontwikkelt” nu een “type” koe dat meer dan 40 liter per dag produceert. Een koe die 10.000 liter per lactatie op jaarbasis geeft is geen uitzondering meer. Deze dieren worden letterlijk uitgemolken en hebben weinig weerstand tegen ziektes. Een normale koe (maar die zijn er bijna niet meer) kan 20 jaar oud worden, een melkkoe is economisch op als ze vier, vijf jaar is en wordt dan afgevoerd. Bij slachtvee gaat het puur om de zogenaamde voederconversie. Hoeveel kilo vlees krijg je voor 1 kilo voer. Hoe minder beweging hoe minder voer je nodig hebt. Tot voor kort werden biggetjes (de beertjes) gecastreerd zonder verdoving.(daar voelen ze niets van hoor!) En dan durft men nog te beweren dat dierenwelzijn voorop staat! Bovendien is de veehouderij verantwoordelijk voor 18% van de totale uitstoot van CO2 in de wereld. (Referentie Wereldvoedselorganisatie FAO 2008). De fractie van GroenLinks in Weststellingwerf gaat zich sterk maken voor het familie-/ gezinsbedrijf, de ruggengraat van ondernemend agrarisch Nederland GroenLinks denkt dat de kleinere tot middelgrote landbouwbedrijven beter in staat zijn om zich tot duurzame bedrijven te ontwikkelen dan de megabedrijven. Het partijstandpunt van GroenLinks Het partijstandpunt van GroenLinks is dat dieren te vaak worden behandeld als gebruiksvoorwerpen en productiemiddelen, in plaats van als wezens met gevoel. GroenLinks wil de rechten van dieren beschermen. Wie dieren houdt, op de boerderij of in huis, heeft de verantwoordelijkheid om in hun natuurlijke behoeften te voorzien. “Alle boerderijdieren moeten buiten kunnen scharrelen, wroeten en grazen” GroenLinks wil strikte welzijnsnormen voor landbouwhuisdieren opnemen in de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren. De consument zal zich moeten realiseren dat een pak melk niet uit de melkfabriek komt, maar dat melk uit een levend wezen komt dat recht heeft op een fijn leven. Wij zijn er van overtuigd dat, als mensen zich dat realiseren, zij ook bereid zullen zijn om wat extra te betalen voor een zuivelproduct als daarmee het welzijn van het dier wordt gediend. De biologische landbouw, die veel meer recht doet aan de natuurlijke behoeften van dieren, verdient extra steun. Bovendien zijn er in plaats van schaalvergroting prima alternatieven voor de kleine en middelgrote veehouder om als ondernemer te kunnen overleven. We hebben het dan over functieverbreding in plaats van schaalvergroting.
Dossier Intensieve Landbouw Versie Januari 2010
Raadsleden op bezoek bij cranberryfarm in De Hoeve in Weststellingwerf (foto Lenus van de Broek)
Daarbij kun je denken aan recreatievoorzieningen als een camping, kaasboerderij, verkoop van streekproducten, zorgboerderij, energiewinning met mestvergisting, windenergie, zonne-energie maar ook met bijvoorbeeld de teelt en verkoop van bepaalde fruitgewassen zoals bessen, cranberry’s. Aan functieverbreding zit ook een groot bedrijfseconomisch voordeel, namelijk dat je bedrijfsrisico veel meer gespreid is. Als het minder goed gaat met één onderdeel van het bedrijf, kun je het opvangen met de andere onderdelen. Femke Halsema zei op 20 januari 2010 in Zwolle op de vakbeurs van de biologische sector Biovak het volgende:“GroenLinks wil het boerenbedrijf behouden voor Nederland. Maar dan moeten we wel af van de permanente prikkel tot schaalvergroting. Dat is een doodlopende weg. De politiek dient het voortouw te nemen in het stimuleren van biologische landbouw.” GroenLinks in Brussel Ook in Europa strijdt GroenLinks voor een diervriendelijker landbouw. We pleiten voor vergroening van de btw, waardoor de kiloknaller uit de vee-industrie duurder wordt en de biologische veehouders een steuntje in de rug krijgen. We willen het vervoer van slachtvee beperken tot maximaal 4 uur. We willen vaccinaties tegen dierziekten als Mond- en Klauwzeer en Varkenspest toestaan, zodat grootschalige vernietiging van mogelijk besmette dieren niet meer voorkomt. Het Europese landbouwbeleid is teveel gericht op productie en te weinig op kwaliteit en duurzaamheid. Daarnaast is het oneerlijk tegenover boeren uit ontwikkelingslanden. GroenLinks pleit voor een eerlijker en groener landbouwbeleid. De EU geeft jaarlijks 40 miljard euro uit aan landbouwsubsidies. Slechts een paar procent daarvan gaat naar plattelandsontwikkeling. Meer dan 85 procent van het geld gaat op aan prijs- en inkomenssteun voor Europese boeren, ongeacht de manier waarop zij produceren. De grootste landbouwbedrijven profiteren daar het meest van. GroenLinks wil af van deze subsidies.
Dossier Intensieve Landbouw Versie Januari 2010
De EU moet alle vormen van productiesubsidies aan boeren afbouwen en ophouden met het opkopen en dumpen van voedseloverschotten. Tegelijkertijd moet de EU de Europese markt openen voor ontwikkelingslanden. GroenLinks wil dat alle importheffingen worden opgeheven. Arme landen krijgen dan eindelijk een eerlijke kans om een betere economische toekomst op te bouwen. Hierbij zetten wij als fractie wel de volgende kanttekening: Transport van goederen, ook van voedingsmiddelen, over grote afstanden is erg milieubelastend en het staat haaks op het principe van Transition Town. Daarbij probeert een lokale gemeenschap zoveel mogelijk in zijn eigen behoeft te voorzien.. GroenLinks vindt, ondanks de kritiek, wel dat er een Europees landbouwbeleid moet blijven bestaan. Er zijn regels nodig om te voorkomen dat Europese boeren teveel produceren of elkaar kapot concurreren. Het beleid moet ook voorkomen dat de Europese markt bedolven wordt onder goedkoop geproduceerde agrarische producten uit Amerika. Deze producten zijn vaak genetisch gemanipuleerd en zijn niet duurzaam verbouwd. De EU moet binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) krachtig opkomen voor het standpunt dat landbouw méér is dan het zo goedkoop mogelijk produceren van voedsel. De ongerichte inkomenssteun voor boeren moet snel worden omgezet in subsidies voor duurzame plattelandsontwikkeling. Boeren, die zich inspannen om voedsel te produceren met respect voor dieren, milieu, natuur en landschap, verdienen Europese steun. Deze vorm van plattelandsontwikkeling kan nieuwe kansen scheppen voor boeren die nu moeite hebben te overleven. Een groener landbouwbeleid vraagt ook om groenere, eerlijker prijzen. GroenLinks wil dat de EU het prijsverschil tussen gangbare en biologische producten opheft. Dat kan door de BTW op biologische producten te verlagen en door de kosten van milieuvervuiling door te berekenen in de prijs van gangbare producten. Tot slot het verhaal van Henk Brandsma, biologische melkveehouder (50 koeien wil groeien tot maximaal 70) in Ugoclooster bij Bolsward en voorzitter van de Vereniging Biologische Boeren in Friesland. “Hier laten we de koeien in hun waarde, want de natuur is sterk en slim genoeg om het goed te doen. De koeien mogen hun hoorns houden, ze lopen in de wei en ze bepalen zelf wanneer en hoe vaak ze naar de volautomatische melkrobot gaan. Dat geeft mij ook meer vrijheid en zo zie ik mijn gezin meer! De koeien belonen ons met mooie, gezonde melk en ik hoop nog lang met ze te kunnen werken.”
Dossier Intensieve Landbouw Versie Januari 2010