Bij de keuze van een dobber spelen een aantal zaken een belangrijke rol. a. De diepte van het water . b. Is het een stilstaand, langzaam stromend of sterk stromend water? c. Wat zijn de weersomstandigheden? Staat er veel Wind? d. Willen we op de bodemvissen? e. Met welk aas vissen we? f. etc. etc.
Drijfvermogen van een Dobber. Het drijfvermogen van een dobber is een belangrijke keuze en sterk afhankelijk van een aantal factoren. Hoe minder het drijfvermogen, hoe lichter je kunt vissen. Hoe hoger het drijfvermogen hoe meer/zwaarder lood je moet gebruiken. Bijvoorbeeld: In een sloot met 60cm water en een dobber met een licht drijfvermogen vereist dit weinig en lichte loodhagels om de dobber goed uit te loden, een wenselijke situatie omdat er dan zeer licht gevist kan worden. Gebruiken we deze dobber in een water wat 7m diep is dan zal het enige tijd duren voordat het aas de juiste diepte heeft bereikt en zal de dobber bijna uit het water getild worden of erg scheef gaan staan door de druk van het water. De keuze van ons aassoort speelt ook mee bij de keuze van het drijfvermogen. Gebruiken we een dobber met weinig drijfvermogen dan mag het aas ook niet te zwaar zijn anders zinkt de dobber. Gebruiken we een dobber met een hoog drijfvermogen in stromend water dan kunnen we meer lood bevestigingen en zal de dobber stabiel(er) in het water staan. Een dobber met een hoog drijfvermogen zal nog steeds “Mits goed uitgelood” nauwkeurig een beet registreren.
Onderstaande tabel geeft een goede richtlijn voor een stilstaand of langzaam stromend water. Water diepte tot 1 meter van 1 tot 2 meter van 2 tot 3 meter van 3 tot 5 meter
Drijfvermogen 0,25 tot 0,50 gram 0,50 tot 0,75 gram 0,75 tot 1,50 gram 1,50 tot 2,00 gram
Dobbers zijn onder te verdelen in 3 soorten. 1. Stilstaand water / Langzaam stromend water 2. Stromend waterzeer 3. Sterk stromend water
1. Stilstaand / Langzaam stromend water. Een slanke dobber is uitermate geschikt voor stilstaand water en/of een nauwelijks stromend water. Ook speelt de wind een rol in de keuze van een dobber, een slanke dobber is geschikt met weinig tot geen wind. Hoe slanker de dobber hoe minder weerstand en hoe lichter er gevist kan worden.
Een dobber met een Druppelvormig/Peervormige drijflichaam is geschikt voor langzaam stromend water. Door deze vorm van het drijflichaam heeft de stroming minder vat op de dobbers en zullen deze veel stabieler staan dan een slanke dobber. Ook zal deze dobber beter en stabieler in het water staan als er wind staat.
De peervormige of druppervormige dobbers zijn ook wel de Allround dobbers. (Voor een stabiele aasaanbieding (bijvoorbeeld voor Brasemvissen) dient het zwaartepunt zich onderin het drijflichaam te bevinden.)
Een dobber met een langere onderantenne zal ook stabieler in het water staan dan een dobber met een kortere onderantenne. Maar een dobber met een kortere onderantenne zal weer eerder rechtop in het water staan, dus sneller reageren bij bijvoorbeeld een “Opsteker”
2. Stromend water Een dobber wat geschikt is voor stromend water is een dobber met een nog Ronder drijflichaam dan de Druppelvormig of Peervormige dobbers.
(Voor een stabiele aasaanbieding (bijvoorbeeld voor Brasemvissen) dient het zwaartepunt zich onderin het drijflichaam te bevinden.) Deze dobbers zijn uitermate geschikt voor in een hard stromend water of wanneer er veel wind staat. Op een groot kanaal bijvoorbeeld het Noordzee-Kanaal zou er uitstekend met deze dobbers gevist kunnen worden.
3. zeer Sterk stromend water. Tegenwoordig zijn er zogeheten “vlagdobbers” op de markt voor het vissen in een zeer sterk stromend water.
Deze dobbers staan stabiel in het water waar veel stroming staat. De stroming zorgt ervoor dat door de vorm van de dobber deze stabiel blijft staan.