Afstudeerproduct
“Spelen
in
een
band”
Philippe
Thijs
DoMu
IV
2009
‐
2010
Inhoudsopgave
Inleiding
Les
1:
Gewenning
Les
2:
Stops
en
cues
Les
3:
Een
stapje
verder
I
Les
4:
Een
stapje
verder
II
Les
5:
Uptempo
Les
6:
Fade‐in
Les
7:
Performance
Les
8:
Eindpresentatie
Reflectie
Bronvermelding
3
6
9
11
15
17
20
22
24
26
28
2
Inleiding
Dit
afstudeerproduct
komt
voort
uit
het
essay
dat
ik
over
hetzelfde
onderwerp
geschreven
heb,
namelijk
de
meerwaarde
van
en
de
mogelijkheid
om
bandlessen
te
introduceren
aan
de
muziekschool
van
Bree.
De
twee
belangrijkste
voorwaarden
voor
een
introductie
van
deze
lessen
leveren
geen
obstakels
op:
1. Het
is
mogelijk
om
met
beperkte
financiële
middelen
bandlessen
te
introduceren
aan
de
muziekschool
van
Bree.
2. Er
bestaat
behoefte
bij
zowel
directie,
leraren
als
leerlingen
om
dergelijke
lessen
op
te
starten.
Ook
is
uit
mijn
essay
te
concluderen
dat
bandlessen
een
duidelijke
meerwaarde
hebben
op
het
bestaande
instrumentale
onderwijs
van
leerlingen.
De
belangrijkste
conclusies
uit
de
literatuur
worden
hieronder
nogmaals
samengevat:
1. Het
maken
van
muziek
die
aansluit
bij
de
belevingswereld
van
jongeren,
draagt
bij
aan
hun
identiteitsvorming
(Hermes,
Naber
&
Dieleman,
2007)
2. Sociale
netwerken,
bijvoorbeeld
in
de
vorm
van
een
band,
hebben
een
meerwaarde
in
het
“leren”
van
jongeren
(Hermes
et
al.,
2007)
3. Door
musiceren
in
bandvorm
verbeteren
leerlingen
naast
hun
individuele
instrumentale
vaardigheden
ook
hun
sociale
vaardigheden
en
wordt
het
leren
betekenisvoller.
4. Een
band
is
een
samenleving
op
microniveau.
De
plaats
die
leerlingen
in
een
band
innemen,
als
deel
van
een
geheel,
kan
doorgetrokken
worden
op
de
samenleving,
die
bestaat
uit
individuele
burgers,
die
gezamenlijk
een
maatschappij
vormen
(Hermes
et
al.,
2007)
5. Werken
in
bandvorm
sluit
aan
bij
moderne
opvattingen
over
leren,
namelijk
samenwerkend
leren:
leerlingen
leren
met
en
van
elkaar
(Simons
et
al.,
2000)
6. Een
docent
“spelen
in
een
band”
is
in
de
eerste
plaats
een
coach,
die
meer
tussen,
dan
boven
de
leerlingen
staat.
7. Het
welslagen
van
de
lessen
“spelen
in
een
band”
valt
of
staat
met
de
vaardigheden
van
een
coach.
Niet
alleen
moet
hij
het
instrumentarium
beheersen,
maar
hij
moet
in
staat
zijn
om
de
kwaliteiten
uit
iedere
leerling
naar
boven
te
halen,
ook
op
sociaal
vlak.
Samengevat
kan
dit
worden
in
de
woorden
sensitiviteit
en
responsiviteit:
signalen
opvangen
en
hier
adequaat
op
reageren
(Rutten
&
Stuijts,
2005)
8. Een
muzikaal
ontwikkelingsgebied
dat
vaak
genegeerd
wordt,
namelijk
auditieve
vorming
kan
bij
uitstek
getraind
worden
door
spelen
in
een
band:
analyserend
vormen
en
onderscheidingsvormen
(Rutten
&
Stuijts,
2005)
9. Spelen
in
een
band
zorgt
ervoor
dat
leerlingen
muziek
gaan
ervaren
van
binnen
uit:
samen
met
de
coach
zet
de
groep
een
eindresultaat
neer,
door
telkens
weer
te
passen,
meten,
schaven
en
te
polijsten
(Evelein,
2008)
Deze
conclusies
uit
het
literatuuronderzoek
dat
ik
voor
mijn
essay
heb
verricht,
zullen
de
basis
van
de
bandlessen
zijn,
waaruit
dit
afstudeerproduct
bestaat.
Steeds
wanneer
bepaalde
punten
in
de
concrete
uitwerking
van
de
lessen
zichtbaar
worden,
zal
hiernaar
verwezen
worden.
3
Tijdens
het
onderzoeken
en
schrijven
van
mijn
essay
over
bandcoaching
kwam
ik
ook
tot
de
conclusie
dat
er
vaak
het
idee
heerst
dat
muzikanten
eerst
een
hoop
ervaring
moeten
hebben
op
hun
instrument,
vooraleer
ze
in
staat
zijn
om
in
een
band
te
kunnen
spelen.
Met
mijn
ervaring
vanuit
mijn
keuzestage
‘
Kumulus
‘
ben
ik
ervan
overtuigd
dat
het
mogelijk
is
om
leerlingen,
met
een
minimale
vaardigheidsgraad
op
hun
instrument,
functioneel
in
een
band
te
kunnen
laten
spelen.
Hieronder
is
een
overzicht
gegeven
van
deze
minimale
vaardigheidsgraad.
!!
Instapniveau
van
de
leerlingen
! ()*+!,-.!/0+-!
! ! ‐ Drums:
De
drummer
moet
de
volgende
basisritmes
onder
de
knie
hebben:
! !
"! !
#! !
‐
Gitaar:
Als
gitarist
is
het
noodzakelijk
om
in
A
de
trappen
I,
IV
en
V
te
kunnen
spelen
op
gitaar.
Dit
wil
zeggen
dat
de
gitarist
de
akkoorden
A,
D
en
E
moet
$! kunnen
spelen.
!
%! !
‐
‐
‐
Basgitaar:
Voor
de
basgitarist
geldt
hetzelfde,
ook
hij
moet
in
de
toonsoort
A
de
&! trappen
I,
IV
en
V
kunnen
spelen.
Deze
zijn
echter
heel
simpel
omdat
het
de
drie
! open
snaren
zijn.
Toetsen:
Voor
de
toetsen
is
het
ook
van
belang
dat
de
toetsenist
de
akkoorden
A,
'! D
en
E
kan
spelen.
De
akkoorden
mogen
alle
drie
in
grondligging
gespeeld
! worden.
"!#$%&'()*+!,--.!/01(023'4552'67$5!!!!!"#$$%&'()'*+$%',"-.&!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!3'45!82+!9(52!
Zang:
De
zanger
of
zangeres
moet
toonvast
zijn
en
moet
breed
geïnteresseerd
zijn
qua
muziekgenre.
Opbouw
lessenpakket
Dit
product
bestaat
uit
een
reeks
van
8
lessen
waarmee
er
met
beginnende
muzikanten
een
basis
kan
gelegd
worden
voor
het
vak
“Spelen
in
een
band”.
Voor
deze
8
lessen
ga
ik
uit
van
een
lestijd
die
90
minuten
bedraagt.
Per
les
wordt
een
inleiding
op
de
les
4
gegeven
en
worden
de
doelen
geformuleerd.
Daarna
volgt
het
lesverloop
om
deze
doelen
zo
efficiënt
en
verantwoord
mogelijk
te
bereiken.
Een
evaluatie
stelt
de
coach
in
staat
om
het
lesverloop
na
te
gaan
en
tenslotte
worden
per
les
koppelingen
gelegd
met
de
belangrijkste
bevindingen
uit
mijn
essay,
zoals
geformuleerd
in
bovenstaande
inleiding.
5
Les
1:
Gewenning
bij
het
spelen
in
een
band
Inleiding
Één
van
de
belangrijkste
aspecten
bij
het
spelen
in
een
band
is
vertrouwen
op
en
vertrouwen
in
elkaar.
Elke
muzikant
is
deel
van
een
groep
en
moet
weten
dat
hij
belangrijk
is,
dat
hij
samen
met
zijn
medemuzikanten
werkt
aan
een
totaalpresentatie.
Om
dit
vertrouwen
op
te
bouwen
wordt
er
in
deze
les
een
blues
in
A
gespeeld.
De
toonsoort
A
dient
als
voorbereiding
op
en
herkenningspunt
voor
de
volgende
les.
Doelbeschrijving
‐ Muzikale
doelen
voor
de
band:
o Aan
het
eind
van
de
les
kunnen
de
leerlingen
de
blues
op
een
stabiel
tempo
spelen.
o Aan
het
eind
van
de
les
kunnen
de
leerlingen
de
blues
in
een
juiste
balans
spelen:
geen
van
de
instrumenten
klinkt
overheersend
of
komt
niet
tot
zijn
recht.
‐ Individuele
doelen
per
instrument:
o Toetsen:
De
toetsenist
kan
op
de
2e
en
4e
tel
de
juiste
akkoorden
spelen,
met
andere
woorden
op
de
backbeat.
o Gitaar:
De
gitarist
kan
aan
het
einde
van
de
les
twee
nieuwe
akkoorden
spelen,
namelijk
A7
en
E7,
in
achtsten.
o Basgitaar:
De
basgitarist
kan
aan
het
einde
van
de
les
de
grondtonen
van
de
blues
in
A
strak
spelen.
o Drums:
De
drummer
kan
door
middel
van
de
twee
basisritmes
de
band
ritmisch
en
tempovast
ondersteunen.
o Zang:
De
zangeres
kan
aan
het
einde
van
de
les
de
coupletten
van
Rock
around
the
clock
zingen.
Lesverloop
1. Laat
de
drums
het
1e
basisritme
spelen
(zie
inleiding).
2. Laat
de
basgitaar
op
elke
bass
drum
de
grondtoon
van
het
akkoord
meespelen.
3. De
gitaar
moet
op
elke
tik
van
de
hi‐hat
klinken.
Dit
wil
zeggen
dat
per
twee
tikken
de
gitaar
een
down‐
en
een
upstroke
speelt.
Bij
de
A
moet
de
middelvinger
opgetild
worden
om
een
A7
te
bekomen.
Bij
de
E
moet
de
ringvinger
opgetild
worden
om
een
E7
akkoord
te
bekomen.
4. Laat
de
drums
het
2e
basisritme
spelen
(zie
inleiding).
De
basgitaar
en
de
gitaar
blijven
spelen
zoals
ze
dat
voorafgaand
deden.
5. Bij
het
2e
drumritme
komt
er
een
snare
bij.
De
piano
moet
gelijktijdig
met
een
slag
op
de
snare
het
juist
akkoord
spelen.
6. Zing
in
het
begin
het
1e
couplet
van
het
Rock’n
Roll
nummer
‘Rock
around
the
clock’
voor.
Zing
het
na
enkele
keren
doorgespeeld
te
hebben
samen
met
de
zanger(es).
Wanneer
het
vlot
loopt
gaat
de
zanger(es)
alleen
zingen.
6
7. Er
staat
nu
een
klinkend
resultaat.
Bekijk
samen
met
de
leerlingen
waar
nog
moeilijkheden
zitten
en
werk
gericht
aan
deze
verbeterpunten.
8. Er
staat
nu
een
verbeterd
klinkend
resultaat.
Ga
samen
met
de
leerlingen
na
of
de
blues
nu
“staat”:
tempovast
en
in
balans.
Evaluatie
van
de
les
Deze
blues
is
bedoeld
om
de
muzikanten
in
te
laten
spelen
op
elkaar
en
is
het
ideale
moment
voor
de
docent
om
de
muzikanten
in
te
schatten.
Let
hierbij
goed
op
de
volgende
aspecten:
‐ Straalden
de
leerlingen
plezier
in
het
spelen
uit?
‐ Wat
is
de
eerste
indruk
van
de
samenhang
binnen
de
groep?
‐ Gaven
leerlingen
elkaar
de
ruimte
om
fouten
te
maken
en
om
te
leren?
‐ Waren
de
leerlingen
in
staat
om
fouten
van
zichzelf
en
van
elkaar
te
herkennen
en
benoemen?
Konden
ze
deze
met
hulp
van
de
bandcoach
oplossen?
‐ Hoe
was
het
uiteindelijke
klinkende
resultaat?
‐ Welke
stappen
heb
ik
als
coach
gezet
om
naar
dit
klinkende
resultaat
toe
te
werken
en
tijdens
het
proces
te
zorgen
voor
verbetering?
Terugkoppeling
naar
bevindingen
essay
Belangrijke
conclusies
uit
het
essay,
die
in
de
inleiding
van
dit
product
samengevat
zijn,
kunnen
in
deze
les
herkend
worden.
‐ Wanneer
leerlingen
plezier
in
de
les
hadden,
kan
aangenomen
worden
dat
deze
voldoende
bij
hun
belevingswereld
aansloot
en
dat
de
les
voldoet
aan
de
belangrijkste
voorwaarde
voor
leerlingen
om
te
kunnen
leren
(punt
1).
‐ Verder
moet
in
deze
les
nagegaan
worden
of
de
band
als
“sociaal
netwerk”
functioneert,
of
leerlingen
elkaar
ruimte
geven
en
zich
veilig
voelen,
zodat
ze
zelf,
met
elkaar
en
van
elkaar
kunnen
leren
(punt
2,
4
en
5).
‐ Aansluitend
op
dit
laatste
punt
kan
de
coach
in
volgende
lessen
gericht
er
op
letten
dat
leerlingen
elkaar
meer
gaan
stimuleren
en
elkaar
op
een
positieve
manier
op
fouten
kunnen
wijzen
(punt
3).
‐ Er
wordt
gericht
gewerkt
aan
de
auditieve
vorming
van
de
leerlingen:
ze
gaan
zelf
na
waar
moeilijkheden
in
het
nummer
bestaan
en
waar
verbeteringen
aangebracht
kunnen
worden.
In
volgende
lessen
kan
hierop
voortgebouwd
worden
door
gerichter
op
muzikale
aspecten
en
fouten
in
individuele
partijen
te
letten
(punt
8).
‐ Door
na
te
gaan
hoe
het
proces
is
verlopen,
kan
de
coach
nagaan
of
hij
zelf
goed
heeft
gefunctioneerd:
sensitief
(aanvoelend)
en
responsief
(reagerend)
(punt
6
en
7).
7
Lesmateriaal
Vormschema:
|
A
|
A
|
A
|
A7
|
|
D
|
D
|
A
|
A
|
|
E7
|
D
|
A
|
E
|
Tekst:
Put
your
glad
rags
on
and
join
me
hon',
We'll
have
some
fun
when
the
clock
strikes
one.
Refrein
We're
gonna
rock
around
the
clock
tonight,
We're
gonna
rock,
rock,
rock,
'till
broad
daylight,
We're
gonna
rock
around
the
clock
tonight.
When
the
clock
strikes
two,
three
and
four,
If
the
band
slows
down
we'll
yell
for
more.
Refrein
When
the
chimes
ring
five,
six,
and
seven,
We'll
be
right
in
seventh
heaven.
Refrein
When
it's
eight,
nine,
ten,
eleven
too,
I'll
be
goin'
strong
and
so
will
you.
Refrein
When
the
clock
strikes
twelve
we'll
cool
off
then,
Start
rockin'
'round
the
clock
again.
Refrein
8
Les
2:
Stops
&
Cues
Inleiding
Binnen
een
band
moet
er
duidelijk
contact
zijn
tussen
de
bandleden.
Natuurlijk
is
het
niet
handig
om
constant
dingen
te
gaan
roepen
naar
elkaar.
Daarom
wordt
er
binnen
een
band
gebruik
gemaakt
van
duidelijke
signalen:
cues.
In
deze
les
gaan
de
leerlingen
contact
zoeken
met
elkaar
en
leren
ze
zo
strak
mogelijk
te
stoppen
en
in
te
zetten.
We
gebruiken
hiervoor
de
intro
van
het
nummer
‘Rock
around
the
clock’.
Wanneer
ze
het
spelen
van
stops,
en
het
geven
van
cues,
beheersen
kan
het
volledige
nummer
gespeeld
worden.
Doelbeschrijving
‐ Muzikale
doelen
voor
de
band:
o De
leerlingen
kunnen
aan
het
einde
van
de
les
het
volledige
nummer
‘Rock
around
the
clock’
spelen.
Dit
wil
zeggen:
met
een
goede
intro
en
in
een
opgevoerd
tempo.
o De
band
kan
strak
gehoorzamen
wanneer
er
een
stop
of
een
cue
gegeven
wordt.
o De
leerlingen
kunnen
tijdens
het
spelen
van
een
nummer
een
cue
geven
naar
elkaar
toe,
door
middel
van
een
lichamelijke
beweging.
‐ Individuele
doelen
per
instrument:
o Drums:
de
drummer
leert
in
deze
les
hoe
hij
duidelijke
cues
en
stops
moet
maken,
en
blijft
strak
wanneer
hij
de
inzetten
moet
doen.
o De
andere
instrumentalisten
leren
hoe
ze
moeten
reageren
op
de
drummer.
Vooral
bij
de
intro
moeten
ze
hun
instrument
kort,
krachtig
en
correct
inzetten.
Lesverloop
Leg
kort
uit
waarom
stops
en
cues
zo
belangrijk
zijn
bij
het
spelen
in
een
band.
Stops
en
cues
dienen
er
immers
voor
om
te
zorgen
dat,
wanneer
één
of
meerdere
instrumenten
even
niets
spelen,
er
toch
strak
verder
gegaan
kan
worden
met
het
musiceren.
Om
dit
aan
te
leren
ga
je
als
volgt
aan
het
werk:
1. Laat
de
leerlingen
het
rock’n
roll
nummer
van
de
vorige
keer
spelen
en
neem
zelf
een
centrale
positie
aan
in
de
groep.
Zorg
ervoor
dat
iedereen
je
kan
zien.
2. Spreek
met
de
leerlingen
af
dat
wanneer
je
je
arm
in
de
lucht
steekt,
en
vervolgens
met
je
vingers
tot
vier
telt,
dat
iedereen
op
de
eerstvolgende
tel
van
de
volgende
maat
één
korte
noot
op
zijn
instrument
speelt
en
stopt.
Blijf
dit
herhalen
tot
dat
dit
strak
is.
3. Leg
uit
dat
jij
nu
degene
bent
geweest
die
de
cue
gaf
en
dat
ze
een
stop
gespeeld
hebben.
En
geef
de
opdracht
aan
de
drummer
om,
na
de
stop,
op
de
vierde
tel
een
duidelijke
beweging
te
maken
met
zijn
armen
om
op
de
1e
tel
terug
te
beginnen.
4. Ga
nu
verder
met
de
intro
van
‘Rock
around
the
clock’.
Luister
samen
met
de
leerlingen
naar
het
origineel,
zodat
ze
weten
hoe
het
moet
gaan
klinken
en
probeer
samen
dit
resultaat
te
bereiken.
9
5. Neem
de
tellen
van
2
maten
samen
en
tel
hardop
(tel
dus
niet
2x
tot
4,
maar
1x
tot
8).
De
leerlingen
moeten
3x
op
de
eerste
tel
een
A
akkoord
spelen,
en
tot
slot
op
de
1e
en
de
5e
tel
een
E
akkoord.
Vervolgens
hervatten
ze
het
nummer
zoals
ze
het
kennen.
Dit
correspondeert
met
het
origineel.
6. Blijf
dit
herhalen
tot
het
strak
is,
en
geef
vervolgens
weer
de
taak
aan
de
drummer
om
een
beweging
te
maken
voor
de
1e
tel
=
cue.
7. Wanneer
de
intro
van
het
nummer
goed
gespeeld
wordt
kan
verder
gegaan
worden
met
het
doorspelen
van
het
hele
nummer,
en
kan
beetje
bij
beetje
het
tempo
opgevoerd
worden.
8. De
zang
wordt
nu
bij
de
intro
toegevoegd.
Het
nummer
staat
nu
als
geheel.
9. Werk
door
middel
van
coaching,
samen
met
de
leerlingen,
aan
een
steeds
beter
eindresultaat.
Ga
uit
van
suggesties
van
de
leerlingen
door
gericht
vragen
te
stellen.
Evaluatie
van
de
les
‐ Worden
de
stops
correct
gespeeld
en
reageert
de
band
hierop?
‐ Worden
de
cues
correct
gegeven
en
reageert
de
band
hierop?
‐ Hoe
klinkt
het
geheel?
‐ Is
er
binnen
het
functioneren
van
de
band
en
bij
het
klinkende
resultaat
sprake
van
samenhang
tussen
de
verschillende
leerlingen.
‐ Hoe
presteren
de
leerlingen
en
hoe
koppel
ik
dat
naar
mijzelf
terug?
Terugkoppeling
naar
bevindingen
essay
‐ Het
volledige
nummer
“Rock
around
the
clock”
staat
aan
het
eind
van
de
les.
Wanneer
leerlingen
uitstralen
hier
trots
op
te
zijn,
dus
op
hun
eigen
prestatie
en
de
prestatie
van
de
band,
is
voldaan
aan
de
punten
1,
2,
4
en
9
uit
de
bevindingen
van
het
essay.
‐ Dit
is
de
tweede
les
dat
leerlingen
samen
met
elkaar
onder
leiding
van
de
coach
tijdens
het
proces
verbeteringen
aanbrengen.
Durven
ze
elkaar
op
fouten
te
wijzen?
Geeft
iedereen
elkaar
ruimte?
Belangrijk
is
dat
de
coach
steeds
zorgt
voor
een
veilige
situatie
waarin
dit
mogelijk
is
(punt
3,
5,
6,
7
en
8).
Lesmateriaal
|
A
|
|
A
|
|
|
A
|
|
E
|
E
|
Tekst
One,
Two,
Three
O'clock,
Four
O'clock
rock,
Five,
Six,
Seven
O'clock,
Eight
O'clock
rock.
Nine,
Ten,
Eleven
O'clock,
Twelve
O'clock
rock,
We're
gonna
rock
around
the
clock
tonight.
10
Les
3:
Een
stapje
verder
I
Inleiding
In
de
voorafgaande
les
werden
stops
en
cues
ingezet
en
kenden
de
leerlingen
3
akkoorden.
In
deze
les
komen
deze
weer
aan
bod
en
krijgt
elke
leerling
een
belangrijke
rol
waardoor
ze
naar
een
hoger
niveau
getild
wordt.
Ook
worden
er
2
nieuwe
akkoorden
aangeleerd.
In
deze
les
wordt
er
vooral
aandacht
geschonken
aan
de
individuele
doelen
per
instrument.
Doelbeschrijving
‐ Muzikale
doelen
voor
de
band:
o De
band
kan
de
refreinen
strak
inzetten
en
strak
spelen.
o De
band
kan
aan
het
einde
van
de
les
intro,
couplet
en
refrein
doorspelen
op
een
traag
tempo
zonder
stil
te
vallen.
o De
leerlingen
kunnen,
wanneer
ze
niet
moeten
spelen,
de
vorm
van
het
nummer
volgen
en
tonen
dit
aan
door
met
het
juiste
akkoord
terug
in
te
zetten
op
het
juiste
moment.
‐ Individuele
doelen
per
instrument:
o Gitaar:
Aan
het
einde
van
de
les
kan
de
gitarist
twee
nieuwe
akkoorden
spelen;
namelijk
Em
en
G.
De
gitarist
weet
ook
dat
hij
voor
de
power
zorgt
in
het
refrein
en
bridge.
o Basgitaar:
De
basgitarist
kan
aan
het
einde
van
de
les
de
band
staande
houden
door
niet
stil
te
vallen.
Ook
kan
de
basgitarist
zelf
aangeven
waarom
zijn
partij
zo
belangrijk
is,
hij
draagt
namelijk
de
coupletten.
Aan
het
einde
van
de
les
kan
de
bassist
de
noten
D
en
E
spelen,
en
niet
door
het
aanslaan
van
open
snaren,
maar
het
spelen
in
de
juiste
posities.
o Piano:
De
pianist
kan
aan
het
einde
van
de
les
de
partij
spelen
die
heel
de
tijd
terugkeert.
Door
deze
partij
te
kunnen
spelen
leert
de
pianist
ook
om
een
syncope
te
spelen.
De
pianist
beseft
dat
hij
voor
de
melodische
lijn
zorgt.
o Drums:
De
drummer
kan
aan
het
einde
van
de
les
duidelijke
cues
geven
en
zorgt
ervoor
dat
de
band
strak
blijft.
De
drummer
weet
dat
hij
verantwoordelijk
is
voor
het
behouden
van
het
tempo.
De
drummer
kan
aan
het
einde
van
de
les
ook
de
kicks
op
de
derde
tel
spelen
en
kan
in
de
krachtigere
stukken
(refrein
en
bridge)
de
hi‐hat
krachtig
laten
klinken
door
deze
een
klein
beetje
open
te
doen.
o Zang:
De
zanger(es)
kan
het
nummer
zuiver
zingen
en
zorgt
voor
een
duidelijke
articulatie.
De
zangeres
weet
dat
zij
centraal
staat
en
haar
stem
in
de
coupletten
enkel
begeleidt
wordt
door
basgitaar
en
drums.
Lesverloop
1. Begin
de
les
met
het
uitdelen
van
het
akkoordenschema
en
met
het
laten
luisteren
van
het
nummer.
Laat
de
leerlingen
hun
hand
opsteken
wanneer
ze
denken
dat
hun
instrument
speelt.
Op
deze
manier
moet
zich
het
besef
vormen
van
het
belang
van
hun
eigen
rol
en
wordt
hier
op
ingepikt.
11
2. Speel
het
nummer
opnieuw
af
en
wijs
de
posities
aan
bij
de
bassist
waar
de
bassist
de
noten
moet
spelen.
a. D:
A‐snaar,
5e
positie
b. E:
A‐snaar,
7e
positie
c. G:
G‐snaar,
open
d. A:
A‐snaar,
open
3. Laat
de
bassist
zijn
partij
samen
met
de
audio
mee
oefenen
terwijl
de
gitarist
uitleg
krijgt
over
de
twee
nieuwe
akkoorden.
a. Em:
E
akkoord
met
G‐snaar
open
i.p.v.
1e
positie
b. G:
Hoge
E‐snaar,
3e
positie,
en
de
lage
E‐
en
A‐snaar
niet
meespelen.
4. Laat
de
drums
nu
een
basisritme
spelen
en
laat
hem
2
kicks
op
de
derde
tel
spelen
in
plaats
van
één.
Laat
de
bassist
de
grondtonen
van
het
refrein
constant
herhalen.
Zo
kunnen
drums,
gitaar
en
zang
oefenen.
5. Oefen
samen
met
de
pianist
de
pianopartij
in
terwijl
de
akkoorden
van
het
refrein
constant
herhaald
worden
tot
deze
gekend
is.
Laat
de
leerling
vooral
op
het
gehoor
en
oefenen,
het
motiefje
ziet
er
namelijk
moeilijker
uit
dan
het
werkelijk
is
6. Laat
nu
alle
partijen
het
refrein
samen
spelen
tot
dit
probleemloos
verloopt.
7. Oefen
de
coupletten
in,
hier
speelt
alleen
drum
en
bas
terwijl
er
gezongen
wordt.
Wijs
op
voorhand
op
het
klein
verschil
in
de
laatste
twee
maten
en
zorg
ervoor
dat
de
combinatie
bas+drum
strak
klinkt.
8. Begin
nu
vooraan
en
speel
intro,
couplet,
en
refrein
na
elkaar.
9. Er
staat
nu
een
klinkend
resultaat.
Coach
nu
waar
nodig
en
zoek
samen
met
de
leerlingen
naar
verbetermogelijkheden.
Evaluatie
van
de
les
‐ Hoe
klonk
de
combinatie
tussen
drum
en
bas
in
de
coupletten?
‐ Werd
het
tempo
goed
aangehouden?
‐ Was
de
balans
in
orde?
‐ Werden
de
instructies
goed
opgevolgd,
of
was
de
instructie
onduidelijk.
‐ Hoe
gingen
leerlingen
om
met
de
nieuwe
akkoorden
en
ritmes
die
ze
aangeleerd
kregen?
Terugkoppeling
naar
bevindingen
essay
‐ In
deze
les
wordt
gestart
met
het
luisteren
naar
het
originele
nummer
terwijl
leerlingen
een
akkoordenschema
volgen
en
luisteren
waar
hun
eigen
instrument
speelt.
Op
die
manier
wordt
in
overeenstemming
met
punt
8
uit
de
bevindingen
van
mijn
essay
gewerkt
aan
de
auditieve
vorming
van
de
leerlingen.
‐ Tijdens
deze
les
wordt
behoorlijk
veel
aandacht
aan
moeilijkheden
op
individuele
instrumenten
gegeven.
Alleen
wanneer
binnen
de
band
een
goede
onderlinge
sfeer
heerst,
accepteren
leerlingen
het
dat
aan
een
ander
aandacht
gegeven
wordt,
terwijl
ze
zelf
moeten
wachten.
Het
is
een
verkeerd
signaal,
wanneer
tijdens
deze
momenten
onrust
ontstaat
en
leerlingen
geen
belang
hechten
aan
moeilijkheden
op
andere
partijen.
Zie
punt
2,
3
en
4
uit
de
essaybevindingen.
12
Lesmateriaal
Vormschema
Liquido
‐
Narcotic:
Intro:
|
D
|
Em
|
D
|
Em
|
D
|
Em
|
D
|
Em
Couplet
1:
|
D
|
Em
|
D
|
Em
|
D
|
Em
|
D
|
Em
Refrein:
|
D
|
Em
|
D
|
Em
|
D
|
Em
|
D
|
Em
Couplet
2:
|
D
|
Em
|
D
|
Em
|
D
|
Em
|
D
|
Em
Refrein:
|
D
|
Em
|
D
|
Em
|
D
|
Em
|
D
|
Em
Bridge:
|
D
|
Em
|
D
|
Em
|
D
|
Em
|
D
|
Em
Refrein:
|
D
|
Em
|
D
|
Em
|
D
|
Em
|
D
|
Em
|
D
|
|
G
|
G
|
G
|
G
|
D
A
|
D
A
|
D
A
|
D
A
|
|
|
|
|
G
|
D
A
|
G
|
D
A
|
G
|
D
A
|
D
Em
|
D
|
|
|
|
|
G
|
G
|
G
|
G
|
D
A
|
D
A
|
D
A
|
D
A
|
|
|
|
|
G
|
D
A
|
G
|
D
A
|
G
|
D
A
|
D
Em
|
D
|
|
|
|
|
G
|
G
|
G
|
G
|
D
A
|
D
A
|
D
A
|
D
A
|
|
|
|
|
G
|
G
|
G
|
G
|
D
A
|
D
A
|
D
A
|
D
A
|
|
|
|
|
G
|
G
|
G
|
G
|
D
A
|
D
A
|
D
A
|
D
A
|
|
|
|
Pianopartij:
13
Tekst:
So
you
face
it
with
a
smile
There
is
no
need
to
cry
For
a
trifle's
more
than
this
Will
you
still
recall
my
name
And
the
month
it
all
began
Will
you
release
me
with
a
kiss
Have
I
tried
to
draw
the
veil
If
I
have
‐
how
could
I
fail?
Did
I
fear
the
consequence
Dazed
by
careless
words
Cosy
in
my
mind
I
don't
mind.
I
think
so.
I
will
let
you
go
I
don't
mind.
I
think
so.
I
will
let
you
go
Now
you
shaped
that
liquid
wax
Fit
it
out
with
crater
cracks
Sweet
devotion
‐
my
delight
Oh,
you're
such
a
pretty
one
And
the
naked
thrills
of
flesh
and
skin
Would
tease
me
through
the
night
"Now
I
hate
to
leave
you
bare
If
you
need
me
I'll
be
there
Don't
you
ever
let
me
down"
Dazed
by
careless
words
Cosy
in
my
mind
Refrein
And
I
touched
your
face
Narcotic
mind
from
lazed
Mary‐Jane
And
I
called
your
name
Like
an
addicted
to
cocaine
calls
for
the
stuff
he'd
rather
blame
And
I
touched
your
face
Narcotic
mind
from
lazed
Mary‐Jane
And
I
called
your
name
My
cocaine
Refrein
14
Les
4:
Een
stapje
verder
II
Inleiding
In
het
eerste
deel
van
deze
dubbele
les
hebben
de
leerlingen
hun
individuele
vaardigheden
getraind
en
hebben
ze
geleerd
wat
de
rol
van
hun
instrument
was
in
het
nummer
Narcotic.
Vorige
les
zijn
tevens
intro,
couplet
en
refrein
ingestudeerd.
Nu
wordt
er
verder
gegaan
met
de
bridge
en
het
geheel.
In
het
tweede
deel
van
deze
les
staan
de
muzikale
doelen
voor
de
band
centraal
en
niet
de
individuele
doelen
per
instrument
zoals
in
het
eerste
deel.
Doelbeschrijving:
‐ Muzikale
doelen
voor
de
band:
o De
leerlingen
weten
wat
een
bridge
is
en
kunnen
deze
aan
het
einde
van
de
les
de
strak
spelen.
o De
band
kan
het
nummer
op
tempo
en
foutloos
doorspelen
zonder
te
versnellen
of
te
vertragen.
o De
bandleden
reageren
op
elkaar
en
zoeken
contact
met
elkaar
om
een
strakker
samenspel
te
bekomen.
o De
leerlingen
kennen
aan
het
einde
van
de
les
de
vorm
van
het
nummer
en
kunnen
dit
aantonen
door
op
het
juiste
moment
in
te
vallen.
‐ Individuele
doelen
per
instrument:
In
deel
1
van
deze
les
leerden
de
leerlingen
nieuwe
noten,
ritmes,
partijen,
…
.
In
deze
les
leren
de
leerlingen
de
bridge
spelen.
Door
herhaling
van
en
verbetering
van
het
nummer
worden
de
individuele
doelen
van
deel
1
getraind.
Lesverloop
1. Begin
de
les
met
het
doorspelen
van
intro,
couplet
en
refrein,
en
herhaal
dit
enkele
keren
totdat
het
vormschema
en
de
noten
weer
terug
fris
in
het
geheugen
zitten.
2. Laat
de
leerlingen
vervolgens
4
tellen
in
lang,
in
achtsten,
een
A
akkoord
spelen.
Geef
4
tellen
vooraf,
dan
de
4
tellen
A,
en
vervolgens
een
stop,
op
een
D,
op
de
1e
tel
van
de
volgende
maat.
Zorg
ervoor
dat
de
leerlingen
onderling
contact
hebben.
3. Wanneer
dit
goed
lukt
worden
de
4
tellen
A
opgesplitst
in
3
tellen
D,
en
1
tel
A.
De
stop
blijft
op
de
D
op
de
eerste
tel
van
de
volgende
maat.
Herhaal
dit
tot
het
duidelijk
is.
4. Koppel
nu
het
spelen
van
deze
2
maten
aan
de
bridge.
Leg
uit
dat
wat
ze
gespeeld
hebben
precies
hetzelfde
is
als
dat
wat
in
de
bridge
gespeeld
moet
worden.
5. Leer
de
bridge
als
volgt
aan:
a. Speel
het
refrein
door
en
zeg
op
voorhand
dat
na
het
refrein
op
de
1e
tel
een
stop
op
D
komt.
b. Neem
de
laatste
4
maten
van
het
refrein,
en
doe
de
stop
er
weer
achter
aan.
15
c. Wanneer
dit
lukt
onderbreek
je
even,
en
geef
je
de
taak
aan
de
drummer
om
een
zo
duidelijk
mogelijk
cue
te
geven
voor
het
invallen
op
de
1e
tel
van
de
volgende
maat.
Dit
invallen
gebeurt
op
een
Em
akkoord.
Als
hulpmiddel
kunnen
de
vier
tellen
meegetikt
worden.
Wanneer
de
opzet
duidelijk
is
kan
de
volledige
verantwoordelijkheid
op
de
drummer
gelegd
worden.
6. Herhaal
nu
de
4
maten
van
de
bridge
constant
tot
iedereen
in
de
band
contact
zoekt
met
elkaar
en
correct
invalt.
7. Speel
nu
het
hele
nummer
van
voor
tot
achter,
en
voer
het
tempo
stilaan
op,
tot
op
het
juiste
niveau.
Evaluatie
van
de
les:
‐ Waren
er
problemen
bij
het
spelen
van
de
bridge
en
waaraan
kan
dat
gelegen
hebben?
‐ Hebben
de
leerlingen
vooruitgang
gemaakt
in
het
spelen
van
de
nieuwe
akkoorden
van
het
vorige
deel
van
de
les?
‐ Hoe
heb
ik
de
leerlingen
gestuurd
bij
het
instuderen
van
de
bridge?
‐ Klinkt
het
geluid
van
de
band
als
een
geheel
of
als
een
combinatie
van
losse
partijen?
‐ Hebben
de
leerlingen
tijdens
het
spelen
van
het
nummer
contact
met
elkaar?
Kijken
ze
naar
elkaar,
reageren
ze
op
elkaar?
‐ Tonen
de
leerlingen,
wanneer
ze
het
nummer
beheersen,
plezier
in
het
spelen?
Terugkoppeling
naar
bevindingen
essay
‐ In
deze
les
draait
het
weer
om
samenhang
binnen
de
band
als
geheel.
Leerlingen
moeten
zich
bewust
zijn
van
de
rol
die
hun
partij
binnen
de
band
speelt.
Wanneer
de
band
als
geheel
functioneert,
wordt
voldaan
aan
de
punten
2,
3,
4
en
5
uit
de
bevindingen
van
het
essay
‐
Het
is
belangrijk
dat
leerlingen
zich
bewust
zijn
van
het
belang
van
verbetering
van
andere
partijen
betekent
voor
een
beter
geheel.
Met
hulp
van
de
coach
krijgen
leerlingen
de
mogelijkheid
om
hun
mening
of
visie
op
het
functioneren
van
bandleden
kenbaar
te
maken.
Het
is
belangrijk
dat
hiervoor
ruimte
gegeven
wordt
en
dat
bandleden
elkaar
serieus
nemen
en
elkaars
rol
respecteren.
Alleen
dan
is
er
sprake
van
samenwerkend
leren,
zoals
in
punt
4
en
5
is
genoemd.
‐ De
coach
moet
steeds
nagaan
of
het
spelen
in
de
band
goed
gaat
en
of
hij
op
een
juiste
manier
met
zijn
eigen
rol
omgaat.
Zorgt
de
coach
voor
een
prettige
werksfeer,
stimuleert
en
motiveert
hij
de
leerlingen
om
het
beste
in
zichzelf
en
elkaar
naar
boven
te
halen,
zoals
te
vinden
is
in
punt
6
en
7
van
de
essaybevindingen.
‐ Tenslotte:
beleven
leerlingen
het
musiceren
met
elkaar
in
de
band.
Hebben
ze
plezier
in
het
samen
spelen
en
is
dit
voor
de
coach
concreet
waarneembaar
(zie
punt
7
en
9).
16
Les
5:
Uptempo
Inleiding
In
deze
les
wordt
het
standaardritme
van
de
drums,
dat
tot
nu
toe
van
toepassing
is
geweest,
losgelaten.
In
deze
les
gaan
we
over
op
de
16e
beweging.
Dit
wil
zeggen
dat
de
drummer
niet
meer
slechts
achtsten
tikt
op
de
hi‐hat
maar
dat
hij
zestiende
noten
gaat
tikken.
Dit
drumritme
geeft
een
uptempo
gevoel
aan
het
nummer.
Uptemponummers
zorgen
in
veel
gevallen
sneller
voor
lichamelijke
expressie
zoals
meebewegen.
Doelbeschrijving
‐ Muzikale
doelen
voor
de
band
o Aan
het
einde
van
de
les
kunnen
de
leerlingen
het
volledige
nummer
spelen
in
een
langzaam
tempo.
o De
band
kan
horen
dat
er
in
de
bridge
een
andere
sfeer
in
het
nummer
zit
en
kunnen
dit
verklaren
door
gezamenlijk
overleg.
‐ Individuele
doelen
per
instrument
o Drums:
De
drummer
kan
zestienden
spelen
op
de
hi‐hat
en
leert
de
ride
te
gebruiken
bij
de
bridge.
o Basgitaar:
De
bassist
kan
aan
het
einde
van
de
les
een
nieuwe
noot
spelen,
namelijk
de
B.
Ook
leert
de
bassist
in
deze
les
om
zijn
snaren
niet
te
laten
doorklinken,
maar
om
ze
direct
na
het
aanslaan
te
dempen.
o Gitaar:
De
gitarist
leert
in
deze
les
een
zestiende
slag
te
gebruiken
en
kan
dit
aan
het
einde
van
de
les
op
een
laag
tempo
toepassen.
o Toetsen:
De
toetsenist
speelt
de
juiste
akkoorden
op
de
backbeat
en
kan
dit
combineren
met
op
de
1e
en
3e
tel
een
basnoot
te
spelen
op
de
piano.
De
toetsenist
kan
aan
het
einde
van
de
les
een
Bm7
akkoord
spelen.
o Zang:
De
zanger(es)
kan
de
tekst
van
dit
nummer
op
een
vertellende
manier
zingen.
Dit
wil
zeggen
dat
ze
vrij
en
flexibel
kan
zijn
tijdens
het
zingen
van
de
tekst.
Lesverloop
1. Voor
dit
nummer
is
het
relevant
om
de
intro
weg
te
laten
en
onmiddellijk
te
beginnen
waar
de
gitaar
inzet.
Laat
het
nummer
dus
vanaf
daar
luisteren.
2. Stel
vragen
aan
elk
bandlid
met
betrekking
op
hun
partij:
“Wat
hoor
je?”.
“Lijkt
dit
op
het
wat
je
speelde
bij
Narcotic?”
“Hoe
denk
je
dit
te
kunnen
spelen”.
Het
resultaat
zal
zijn
dat
elke
instrumentalist,
met
uitzondering
van
de
bassist,
gaat
merken
dat
er
“snellere
noten”
in
hun
partij
zitten.
3. Deel
de
partijen
uit
en
concentreer
je
even
op
de
drummer.
Laat
hem
vervolgens
beginnen
met
het
tikken
van
de
zestienden.
Het
kan
voor
de
drummer
handig
zijn
als
de
vier
tellen
van
de
maat
meegetikt
worden.
Wanneer
de
zestienden
strak
zijn
kan
de
kick
op
de
1e
en
3e
tel
worden
toegevoegd,
en
de
snare
op
de
2e
en
de
4e
tel.
4. Laat
de
bassist
ontdekken
dat
hij
snaren
moet
gaan
afdempen
en
dat
de
baspartij
een
voortstuwende
functie
heeft.
Dit
kan
door
vragen
als:
“Hoe
kan
17
je
een
noot
kort
en
hard
laten
klinken?”
Ga
met
hem
even
na
wat
voor
hem
de
beste
manier
is
om
deze
noot
af
te
dempen.
5. Schakel
direct
even
met
de
gehele
band
over
naar
de
bridge
en
bespreek
het
Bm
akkoord.
Voor
de
gitarist
is
dit
geen
gemakkelijke
taak
om
te
spelen.
Deze
moet
namelijk
een
barré
akkoord
proberen
te
grijpen,
wat
in
een
vroeg
stadium
van
gitaar
spelen
een
moeilijke
opgave
is.
Daarom
kan
er
voor
gekozen
worden
om
de
gitarist
een
D
akkoord
te
laten
spelen,
en
de
bassist
een
B.
Op
deze
manier
verkrijgen
we
op
een
eenvoudige
manier
een
Bm7
akkoord.
Leg
dit
Bm7
akkoord
ook
even
uit
aan
de
pianist.
Laat
de
drummer
zelf
ontdekken
dat
zijn
drumpartij
daar
plots
overschakelt
naar
het
tikken
op
de
ride
aan
half
tempo.
Dit
is
het
ritme
wat
hij
voorgaande
lessen
heeft
gespeeld.
6. Begin
nu
met
het
spelen
van
de
intro,
dus
enkel
een
A‐akkoord,
en
laat
de
gitarist
zien
wat
voor
slag
hij
moet
spelen.
Wanneer
hij
deze
heeft
opgepikt
kan
er
verder
gegaan
worden
met
de
rest
van
het
lied.
7. Er
staat
nu
een
klinkend
resultaat,
zorg
er
nu
voor
dat
de
band
strak
blijft
en
het
vormschema
traag
maar
zonder
stoppen
kan
doorspelen.
Ondertussen
kan
de
zangpartij
van
de
zanger(es)
samen
doorgenomen
worden.
Evaluatie
van
de
les
o Kregen
de
leerlingen
de
zestiendebeweging
onder
de
knie
en
op
welke
manier
heb
ik
als
coach
gezorgd
voor
dit
resultaat.
o Heb
ik
de
leerlingen
goed
bij
de
les
betrokken,
en
op
welke
manier
heb
ik
dat
gedaan?
o Hebben
de
leerlingen
doelgericht
geluisterd
naar
hun
eigen
instrument?
o Is
het
merkbaar
dat
de
leerlingen
plezier
hebben
in
het
spelen
van
een
zeer
eigentijds
nummer
als
dit,
bijvoorbeeld
in
hun
motivatie?
Terugkoppeling
naar
bevindingen
essay
‐ Auditieve
training
speelt
tijdens
deze
les
een
grote
rol:
leerlingen
ontdekken
zelf
dat
er
een
zestiendebeweging
in
dit
nummer
zit
en
brengen
onder
woorden
wat
deze
beweging
voor
hun
eigen
instrument
en
de
sfeer
van
het
nummer
betekent.
Ook
onderscheiden
ze
hun
eigen
instrument
binnen
het
geheel,
dus
werken
ze
aan
hun
analyserend
auditief
vermogen
(punt
8).
‐ Door
een
eigentijds
nummer
te
kiezen,
wordt
aangesloten
op
de
belevingswereld
van
de
leerlingen.
Het
is
waarschijnlijk
dat
dit
een
motiverend
effect
heeft,
waardoor
ze
bereid
zijn
om
te
werken
aan
het
onder
de
knie
krijgen
van
de
moeilijkheden
(punt
1,
3en
9).
‐ De
coach
laat
in
deze
les
leerlingen
de
zestiendebeweging
zelf
ontdekken,
door
gericht
te
vragen.
Daarnaast
is
het
zijn
taak
ervoor
te
zorgen
dat
de
leerlingen
deze
beweging
juist
aanleren.
Hij
moet
dus
zijn
eigen
muzikale‐
en
coachingsvaardigheden
optimaal
benutten
(punt
6
en
7).
18
!
© Sander Ruijters 2009
Amy Mc Donald - Mr. Rock And Roll |A
|A
|A
|A
|
|A |D
|A |D
|A |A
|A |A
| |
|A |D
|A |D
|A |A
|A |A
| |
|E |E
|E |E
|Bm |Bm
|Bm |E
| |
|A
|A
|A
|A
|
|A |D
|A |D
|A |A
|A |A
| |
|A |D
|A |D
|A |A
|A |A
| |
Chorus And they’ ll meet one day far way Saying " Hey I wish I was something more" And they’ll meet one day far away And say " Hey I wish I knew you, I wish I knew you before"
|E |E
|E |E
|Bm |Bm
|Bm |E
| |
Tussenspel
|A
|A
|A
|A
|
|Bm |Bm
|E |E
|D |D
|A |E
| |E
|A |D
|A |D
|A |A
|A |A
| |
|E |E
|E |E
|Bm |Bm
|Bm |E
| |
|A
|A
|A
|A
|
Intro Verse 1 So called Mr Rock And Roll Is dancing on his own again Talking on his phone again To someone who tells him that his balance is low He’ s got no where to go He’ s on his own again Verse 2 Rock chick of the century Is acting like she used to be Dancing like theres no one there Before she never seemed to care Now she wouldnt dance Its so rock and roll to be alone Chorus And they’ ll meet one day far way Saying " Hey I wish I was something more" And they’ll meet one day far away And say " Hey I wish I knew you, I wish I knew you before" Tussenspel Verse 3 Mrs Black and White Shes never seen a shade of grey Always something on her mind Every single day But now shes lost her way And where does she go from here Verse 4 Mr Multicultural Sees all that one can see Hes living through someone Very different to me But ow he wants to be free Free so he can see
Bridge He says "I wish I knew you, I wish I met you When time was still on my side" She'll say " I wish I knew you, I wish I loved you Before I was so bright" Verse 5 And so they must depart Too many more a broken heart But I've seen that all before In TV, books and film and more And theres a happy ending Every single day Chorus And they’ ll meet one day far way Saying " Hey I wish I was something more" And they’ll meet one day far away And say " Hey I wish I knew you, I wish I knew you before"
|
19
Les
6:
Fade‐in
Inleiding
In
deze
les
wordt
het
nummer
“Mr
Rock’n
Roll”
meermaals
herhaald
en
gerepeteerd.
Het
is
van
belang
dat
de
leerlingen
in
deze
bekend
les
raken
met
het
begrip
Fade‐in
en
deze
kunnen
uitvoeren.
Verder
wordt
er
in
deze
les
gewerkt
aan
de
dynamiek
van
het
nummer.
Enkele
delen
van
het
nummer
zullen
luider
of
zachter
gespeeld
moeten
worden.
Hierdoor
wordt
er
voor
gezorgd
dat
de
zangstem
meer
uit
de
verf
komt.
Het
dynamisch
aspect
van
muziek
staat
in
deze
les
dus
centraal.
Doelstellingen
‐ Muzikale
doelen
voor
de
band:
o De
leerlingen
kunnen
aan
het
einde
van
de
les
het
lied
op
een
hoger
tempo
spelen
en
kunnen
tijdens
het
spelen
hiervan
strak
blijven.
o De
leerlingen
weten
aan
het
einde
van
de
les
wat
een
fade‐in
is
en
kunnen
deze
gezamenlijk
spelen.
o De
band
kan
aan
het
einde
van
de
les
het
nummer
heel
dynamisch
spelen.
Concreet
gezegd
kunnen
ze
een
fade
in
spelen
en
tijdens
de
instrumentale
stukken
harder
spelen
als
in
de
coupletten.
‐ Individuele
doelen
per
instrument:
o Gitaar:
de
gitarist
kan
aan
het
einde
van
de
les
een
Asus4
akkoord
spelen
en
heeft
de
16e
slag
helemaal
onder
controle.
o Drums:
de
drummer
kan
het
ritme
met
de
zestiende
noten
strak
spelen
en
kan
vlot
schakelen
tussen
dit
ritme
en
het
ritme
van
de
bridge.
o Zang:
De
zang
is
goed
te
verstaan
en
goed
gearticuleerd.
Er
moet
zingend
een
verhaal
klinken.
o Basgitaar:
De
basgitaar
kent
zijn
rol
om
de
stuwende
kracht
achter
het
nummer
te
zijn.
o Toetsen:
De
toetsenist
leert
zelfstandig
hoe
het
volumepedaal
werkt
en
hoe
hij
deze
bij
de
fade‐in
nuttig
kan
inzetten.
Lesverloop
1. Start
de
les
met
het
nummer
een
keer
door
te
spelen
zonder
specifieke
tips
te
geven
aan
de
muzikanten
zodat
ze
zelf
een
terugkoppeling
maken
naar
de
vorige
les.
Wanneer
hier
geen
respons
op
komt,
moet
deze
terugkoppeling
door
gericht
vragen
te
stellen
bereikt
worden.
2. Leer
de
gitarist
hoe
en
waar
hij
sus4‐akkoorden
moet
spelen.
Dit
kan
gebeuren
door
een
pink
bij
te
zetten
of
door
een
vinger
te
verschuiven.
Zoek
samen
met
de
gitarist
even
uit
wat
de
gemakkelijkste
manier
is
voor
hem.
3. Laat
de
band
de
intro
enkele
keren
na
elkaar
herhalen
en
laat
de
gitarist
de
sus
inoefenen.
4. Neem
het
nummer
nu
enkele
keren
helemaal
door
en
zoek
of
er
ergens
fouten
zitten.
Laat
wanneer
het
nummer
stilvalt,
of
iets
niet
klinkt
afbreken,
de
leerlingen
uitzoeken
waarom
het
mis
ging,
of
wat
er
niet
klinkt.
20
5. Vraag
aan
de
leerlingen
hoe
ervoor
gezorgd
kan
worden
dat
de
zang
heel
goed
te
verstaan
is.
Hoe
moeten
we
dan
spelen?
6. Luister
nog
samen
met
de
leerlingen
naar
het
begin
van
het
nummer.
Hoe
begint
het
nummer
origineel?
Al
snel
zal
“van
stil
naar
hard”
één
van
de
antwoorden
zijn
die
bovenkomen.
Koppel
hier
de
term
“Fade‐in”
aan
vast
en
daag
de
leerlingen
uit
om
dit
ook
te
doen.
Trek
je
hiervoor
even
terug
en
laat
ze
experimenteren
hoe
ze
een
fade‐in
kunnen
spelen.
Dit
is
vooral
belangrijk
voor
de
toetsenist
die
hiervoor
met
het
volumepedaal
gaat
moeten
leren
werken.
Dit
is
echter
een
proces
wat
door
de
toetsenist
zelf
aangeleerd
en
gewend
moet
worden.
7. Overloop
even
het
vormschema
van
het
hele
nummer
en
ga
met
de
leerlingen
na
waar
er
het
best
hard
en
waar
zacht
gespeeld
kan
worden.
8. Blijf
het
nummer
nog
enkele
keren
goed
doorspelen
en
voer
het
tempo
op.
Bij
een
hoger
tempo
is
het
belangrijk
dat
in
deze
les
de
leerlingen
automatisch
gaan
meebewegen
met
de
muziek.
Dit
kan
gestimuleerd
worden
door
enthousiasme
van
de
docent.
Evaluatie
van
de
les
o Namen
de
leerlingen
aan
het
begin
van
de
les
zelf
initiatief
om
verbeteringen
in
het
nummer
aan
te
brengen?
o Voelden
de
leerlingen
zich
verantwoordelijk
voor
het
bereiken
van
een
goed
eindresultaat?
Wezen
ze
elkaar
op
verbetermogelijkheden?
o In
hoeverre
hebben
de
vaardigheden
van
de
coach
bijgedragen
aan
het
eindresultaat
en
de
leerlingen
verder
op
het
goede
spoor
gebracht?
o Is
het
klinkend
resultaat
in
overeenstemming
met
de
lichaamstaal
van
de
leerlingen:
bewegen
ze
mee
met
de
muziek,
voelen
ze
de
muziek?
Terugkoppeling
naar
bevindingen
essay
‐ Deze
les
wordt
begonnen
met
de
mogelijkheid
van
leerlingen
om
zelf
initiatief
te
nemen.
Een
uitgelezen
moment
om
te
kijken
hoe
de
band
als
geheel
functioneert.
Voelen
leerlingen
zich
onderdeel
van
het
geheel?
Onderkennen
ze
hun
individuele
belang
voor
het
geheel
(punt
2,
3,
4
en
5).
‐ Heb
ik
als
coach
goed
gereageerd
op
signalen
vanuit
de
band,
zowel
sociaal
als
muzikaal
(punt
6
en
7).
‐ Is
muzikale
beleving
van
de
leerlingen
zichtbaar?
Reageren
ze
positief
op
het
werken
aan
het
nummer
onder
hun
eigen
verantwoordelijkheid
en
met
hulp
van
de
coach
(punt
9).
‐ Doordat
het
ingestudeerde
nummer
nu
volledig
klinkend
is,
zijn
leerlingen
in
staat
om
een
nummer
uit
hun
eigen
tijd
goed
uit
te
voeren.
Het
ligt
voor
de
hand
dat
deze
aansluiting
bij
de
belevingswereld
voor
een
positieve
bijdrage
aan
het
nummer
zorgt
(punt
1).
‐ Er
is
nu
enkele
weken
met
de
leerlingen
gericht
geluisterd
en
gewerkt
aan
popmuziek.
Leerlingen
hebben
hun
auditieve
vaardigheden
verbeterd
en
kunnen
deze
inzetten
om
hun
eigen
instrumentale
vaardigheden
te
verbeteren
en
het
eindresultaat
van
de
band
beter
klinkend
te
krijgen
(punt
8).
21
Les
7:
Performance
en
line‐up
Inleiding
In
deze
laatste
repetitie
van
het
lessenpakket
gaan
we
vooruitkijken
naar
het
presentatiemoment.
Wat
maakt
het
zo
speciaal
als
en
band
staat
te
spelen?
In
deze
les
gaat
er
samen
met
de
leerlingen
een
goede
bandopstelling
gezocht
worden,
en
komen
alle
andere
belangrijke
aspecten
aan
bod
die
bij
een
live
optreden
van
belang
zijn.
Doelstellingen
‐ Muzikale
doelen
voor
de
band:
o De
leerlingen
kunnen
aan
het
einde
van
de
les
alle
nummers
strak
spelen
en
kunnen
op
het
juiste
tempo
inzetten.
o De
leerlingen
kunnen
aan
het
einde
van
de
les
een
goede
performance
neerzetten.
Hier
onder
wordt
verstaan:
bewegen
op
de
muziek,
contact
zoeken;
zowel
met
elkaar
als
met
het
publiek.
o De
leerlingen
kunnen
aan
het
einde
van
de
les
het
bluesschema
van
les
1
van
buiten
spelen.
o De
band
kan
tot
een
gezamenlijk
besluit
komen
wat
betreft
de
line‐up.
‐ Individuele
doelen
per
instrument:
o Voor
alle
bandleden
geldt
hier:
Het
correct
en
strak
kunnen
spelen
van
de
nummers
o Het
uitstralen
van
enthousiasme
en
plezier
en
het
nummer
“beleven”.
Lesverloop
Begin
de
les
met
een
globaal
beeld
van
hoe
het
presentatiemoment
eruit
zal
moeten
zien;
wat
is
lijkt
volgens
hen
de
beste
opstelling
van
de
instrumenten
voor
een
live
optreden
en
ga
hier
vervolgens
mee
experimenteren.
Speel
alle
nummers
eens
door
in
een
andere
opstelling
en
kijk
welke
het
meest
functioneel
is.
1. Vraag
aan
de
leerlingen
hoe
ze
op
een
gemakkelijke
manier,
zo
strak
mogelijk,
een
nummer
kunnen
beginnen
spelen.
“Heeft
iemand
ooit
een
live
optreden
gezien?”
“Hoe
word
daar
afgeteld?”
en
kom
samen
tot
het
besluit
dat
de
drummer
alle
nummers
moet
aftikken.
2. Experimenteer
hiermee
enkele
keren.
Zorg
dat
alle
intro’s
van
alle
nummers
enkele
keren
aan
bod
zijn
geweest
en
wijs
de
drummer
op
zijn
rol
om
het
juiste
tempo
in
te
zetten.
3. Leg,
na
alles
enkele
keren
volledig
doorgespeeld
te
hebben,
het
initiatief
bij
de
bandleden
om
een
goede
volgorde
van
nummers
uit
te
kiezen.
Hou
hier
vanuit
de
achtergrond
controle
om
te
controleren
of
iedereen
inspraak
heeft
bij
het
opstellen
van
de
volgorde.
22
Evaluatie
van
de
les
o Hoe
liep
het
opstellen
van
de
volgorde
en
waaraan
heeft
dat
gelegen?
o Hoe
hoog
lag
het
tempo
in
de
les
en
hoe
was
de
werksfeer
bij
de
leerlingen?
o Hebben
de
leerlingen
alle
nummers
onder
de
knie
en
zijn
ze
in
staat
om
een
goede
performance
neer
te
zetten?
o Hoe
heb
ik
mij
deze
les
opgesteld
binnen
de
band?
Actief?
Passief?
Terugkoppeling
naar
bevindingen
essay
In
deze
voorbereidingsles
op
het
presentatiemoment
komen
alle
bevindingen
uit
het
essay
terug.
De
individuele
leerlingen
kunnen
zich
als
band
positioneren,
niet
alleen
op
muzikaal,
maar
ook
op
muzikaal
vlak,
doordat
ze
samen
tot
een
line‐up
komen.
Ze
voelen
zich
niet
alleen
verantwoordelijk
voor
een
goed
muzikaal
verloop,
maar
ook
voor
de
formele
aspecten
van
de
presentatie.
Er
zullen
zich
langzamerhand
verschillende
rollen
binnen
de
band
hebben
gevormd:
de
een
treedt
nu
eenmaal
meer
op
de
voorgrond
dan
de
ander.
Belangrijk
is
dat
de
rol
die
leerlingen
binnen
de
band
vormen,
moet
corresponderen
met
hun
persoonlijkheid.
Iedereen
dient
zich
binnen
de
band
op
zijn
plek
te
voelen.
Doordat
de
vaardigheden
van
de
coach
gedurende
de
afgelopen
lessen
zijn
ingezet,
zijn
leerlingen
in
staat
om
nu
zelf
een
grotere
verantwoordelijkheid
te
nemen
en
kan
de
coach
wat
meer
op
de
achtergrond
blijven.
Het
is
de
bedoeling
dat
aan
het
eind
van
deze
les
iedereen
tevreden
is
over
het
eindresultaat
en
het
proces
en
met
vertrouwen
de
eindpresentatie
tegemoet
gaat.
23
Les
8:
Eindpresentatie
Inleiding
Presenteren
is
een
belangrijk
element
bij
de
ontwikkeling
die
leerlingen
doormaken.
In
deze
les
worden
alle
nummer
aan
een
publiek
gepresenteerd.
Na
deze
presentatie
wordt
het
formulier
op
de
volgende
pagina
door
alle
bandleden
ingevuld.
Niet
alleen
in
woorden,
maar
ook
in
schrift
gaan
ze
elkaar
en
de
band
als
geheel
beoordelen.
Ook
de
bandcoach
zal
een
evaluatieformulier
invullen.
Alle
formulieren
worden
na
afloop
in
een
evaluatiegesprek
doorgenomen
en
besproken.
Hier
is
dus
sprake
van
coassessment
(Verloop,
N.
&
Lowyck,
J.,
2003)
24
Evaluatieformulier
eindpresentatie
1:
Helemaal
niet
mee
eens
2:
Niet
mee
eens
3:
Neutraal:
4:
Mee
eens
5:
Helemaal
mee
eens
Proces:
De
leerlingen
hebben
tijdens
de
lessen
enthousiast
meegedaan:
De
leerlingen
hebben
veel
vragen
gesteld
uit
interesse:
De
leerlingen
hebben
veel
vragen
gesteld
uit
onbegrip
of
onduidelijkheden:
De
leerlingen
hebben
actief
meegeluisterd
bij
het
uitzoeken
van
de
nummers:
De
leerlingen
hebben
een
duidelijke
voortgang
geboekt
op
vlak
van
samenspel:
De
leerlingen
hebben
voortgang
gemaakt
op
hun
instrument:
De
leerlingen
hebben
sociale
vooruitgang
gemaakt
binnen
de
bandrepetities:
De
leerlingen
hebben
vertrouwen
in
elkaar
ontwikkeld:
1
–
2
–
3
–
4
–
5
1
–
2
–
3
–
4
–
5
1
–
2
–
3
–
4
–
5
1
–
2
–
3
–
4
–
5
1
–
2
–
3
–
4
–
5
1
–
2
–
3
–
4
–
5
1
–
2
–
3
–
4
–
5
1
–
2
–
3
–
4
–
5
1:
Zeer
slecht
2:
Slecht
3:
Neutraal:
4:
Goed
5:
Zeer
goed
Presentatie:
De
leerlingen
kunnen
de
puls
behouden:
De
leerlingen
spelen
de
nummers
foutloos:
De
leerlingen
kunnen
een
goede
performance
neerzetten:
De
leerlingen
hebben
tijdens
het
spelen
van
de
nummers
contact
met
elkaar:
De
leerlingen
stralen
plezier
uit
bij
het
spelen:
De
leerlingen
bewegen
op
de
muziek:
De
leerlingen
komen
zelfzeker
over
op
het
podium:
De
leerlingen
zetten
een
goedklinkende
presentatie
neer:
1
–
2
–
3
–
4
–
5
1
–
2
–
3
–
4
–
5
1
–
2
–
3
–
4
–
5
1
–
2
–
3
–
4
–
5
1
–
2
–
3
–
4
–
5
1
–
2
–
3
–
4
–
5
1
–
2
–
3
–
4
–
5
1
–
2
–
3
–
4
–
5
25
Reflectie
Dit
hoofdstuk
vormt
een
reflectie
op
het
gehele
afstudeerproject
en
mijn
ontwikkeling
binnen
de
opleiding
DoMu
aan
de
hand
van
de
tien
kernkwalificaties
voor
een
beginnend
Docent
Muziek.
1.
Creërend
vermogen
Tijdens
de
opleiding
DoMu
heb
ik
een
eigen
visie
op
muziek
kunnen
vormen.
Ik
heb
waardering
voor
en
kennis
gekregen
van
uiteenlopende
genres
van
muziek.
Aan
de
andere
kant
ben
ik
trouw
gebleven
aan
de
muziek
die
mij
het
meeste
aan
het
hart
gaat:
popmuziek.
Ik
wil
mijn
passie
voor
popmuziek
in
de
toekomst
graag
overbrengen
aan
anderen.
Dit
product
zorgt
ervoor
dat
dit
mogelijk
is.
2.
Ambachtelijk
vermogen
Tijdens
de
opleiding
DoMu
heb
ik
mijn
instrumentele
vaardigheden
enorm
uitgebreid:
ik
heb
mij
niet
alleen
verdiept
in
instrumenten
die
ik
al
beheerste,
maar
ook
nieuwe
instrumenten
leren
bespelen,
zoals
drums
en
basgitaar.
Wanneer
ik
vrije
tijd
had
en
er
tussen
de
lessen
een
lokaal
vrij
was,
heb
ik
mij
vaak
2u
lang
opgesloten
om
deze
instrumenten,
uit
persoonlijke
interesse,
nog
beter
te
beheersen.
Het
geven
van
bandlessen
staat
of
valt
met
de
instrumentale
vaardigheden
van
de
coach.
Alleen
wanneer
hij
over
goede
vaardigheden
op
alle
instrumenten
uit
het
popinstrumentarium
beschikt
kan
hij
deze
vaardigheden
over
brengen
op
andere
leerlingen.
3.
Kunstpedagogisch
vermogen
Zonder
een
veilige
leersituatie
zijn
bandlessen
gedoemd
te
mislukken.
Tijdens
de
stages
van
deze
opleiding
heb
ik
geleerd
om
deze
leersituatie
voor
uiteenlopende
doelgroepen
op
te
zetten:
voor
VMBO’ers,
basisschoolleerlingen,
VWO’ers
en
zelfs
volwassenen.
Alleen
wanneer
leerlingen
zich
veilig
voelen
tijdens
de
bandlessen,
zullen
ze
progressie
kunnen
maken.
Ze
durven
dan
hun
mening
kenbaar
te
maken,
anderen
op
verbeterpunten
te
wijzen
en
kritiek
van
anderen
te
accepteren.
De
groepsdynamiek
van
een
band
kan
ik
door
mijn
verkregen
vaardigheden
positief
beïnvloeden.
4.
Didactisch
vermogen
De
didactische
vaardigheden
die
ik
tijdens
de
opleiding
heb
opgedaan,
komen
tot
uitdrukking
in
de
in
dit
product
beschreven
lesverlopen,
die
leerlingen
in
staat
stellen
om
op
een
zo
efficiënt
en
gestructureerd
mogelijke
wijze
een
goed
eindresultaat
neer
te
zetten.
Ook
kan
ik
inschatten
welke
doelen
binnen
een
onderwijssituatie
of
een
bandles
realiseerbaar
zijn.
Ik
weet
wat
ik
van
leerlingen,
met
zoals
in
de
situatie
van
dit
afstudeerproduct
minimale
instrumentale
vaardigheden,
kan
verwachten
en
hoe
ik
ze
in
relatief
korte
tijd
veel
bij
kan
leren.
5.
Operationaliserend
vermogen
Dit
afstudeerproject
en
mijn
essay
gaan
uit
van
een
situatie
op
een
muziekschool,
waar
nog
geen
bandlessen
worden
gegeven.
Het
essay
heeft
duidelijk
gemaakt
dat
ik
nu
in
staat
ben
om
op
een
dergelijke
muziekschool
het
nieuwe
vak
te
introduceren
en
onderhouden.
Het
is
positief
dat
ik
heb
kunnen
inschatten
waar
mogelijkheden
liggen
om
een
nieuwe
impuls
te
geven
aan
een
bestaande
onderwijssituatie.
26
6.
Vermogen
tot
samenwerking
Voor
dit
afstudeerproject
heb
ik
contact
moeten
zoeken
met
de
directeur
van
de
muziekschool
in
Bree,
met
leerlingen
en
docenten.
Tijdens
interviews
heb
ik
de
mogelijkheden
verkend
om
tot
een
introductie
van
bandlessen
te
komen.
Voor
het
uitwerken
van
het
financiële
plaatje
heb
ik
rekening
moeten
houden
met
de
bestaande
situatie
en
aan
kunnen
tonen
dat
ik
in
staat
ben
om
binnen
deze
situatie
nieuwe
wegen
in
te
slaan.
7.
Communicatieve
vaardigheden
Op
dit
punt
kan
ik
aansluiten
op
bovenstaande.
Mijn
communicatieve
vaardigheden
heb
ik
moeten
inzetten
tijdens
gesprekken
en
interviews
met
de
betrokkenen.
Hierbij
heb
ik
geleerd
om
niet
alleen
vanuit
mijzelf
te
redeneren,
maar
uit
te
gaan
van
de
situatie
van
de
ander.
Tijdens
de
bandlessen
moet
ik
mijn
communicatieve
vaardigheden
ook
aanpassen
aan
de
groep
die
ik
coach:
in
iedere
groep
heerst
een
andere
dynamiek
en
iedere
groep
moet
daarom
anders
benaderd
worden
om
tot
een
goed
eindresultaat
te
komen.
8.
Reflectief
vermogen
Reflectie
is
nooit
mijn
sterkste
kant
geweest:
als
doener
grijp
ik
liever
zaken
aan
dan
dat
ik
er
lang
over
nadenk.
Toch
heb
ik
door
stage‐ervaringen
en
opdrachten
gedurende
vier
jaar
DoMu
geleerd
om
langer
bij
mijn
handelen
stil
te
staan.
Waarom
heb
ik
bepaalde
stappen
ondernomen
en
wat
kan
ik
daar
voor
de
toekomst
uit
leren?
9.
Vermogen
tot
groei
en
vernieuwing
De
bandlessen
die
ik
graag
wil
introduceren
en
in
dit
lessenpakket
heb
beschreven,
vormen
een
uitgangspunt
om
steeds
verder
te
werken.
Door
het
geven
van
de
lessen
kom
ik
er
achter
op
welke
punten
verbeteringen
doorgevoerd
kunnen
worden,
waar
ik
mijn
vaardigheden
als
docent/coach
nog
kan
perfectioneren
of
op
welke
punten
ik
meer
moet
aansluiten
bij
mijn
leerlingen.
Ik
ben
in
staat
om
signalen
die
ik
opvang
van
leerlingen
te
vertalen
naar
de
praktijk,
bijvoorbeeld
door
het
kiezen
van
andere
nummers
of
door
een
andere
lesopzet
te
kiezen.
Ik
zit
niet
vast
in
een
bepaald
stramien,
maar
weet
mijzelf
steeds
aan
te
passen
aan
de
situatie
die
ik
voor
mij
zie.
10.
Omgevingsgerichtheid
Voor
dit
afstudeerproject
ben
ik
uitgegaan
van
mijn
thuisomgeving.
Ik
wist
dat
hier
nog
geen
bandlessen
gegeven
werden
en
ben
ervan
uitgegaan
dat
hier
wel
behoefte
aan
bestond.
Het
essay
heeft
duidelijk
gemaakt
dat
deze
behoefte
bestaat
en
dat
de
lessen
geïntroduceerd
kunnen
worden.
Ik
wil
meer
aansluiten
bij
de
belevingswereld
van
jongeren
door
hun
muziek
uit
hun
dagelijkse
situatie
te
laten
maken:
popmuziek.
Het
is
in
mijn
ogen
niet
meer
mogelijk
leerlingen
muziek
te
laten
maken
waar
ze
buiten
de
muzieklessen
geen
waarde
aan
hechten.
Het
uiteindelijke
doel
van
muzieklessen
moet
zijn
om
leerlingen
te
stimuleren
in
hun
muzikale
en
sociale
ontwikkeling.
Bandlessen
sluiten
hier
in
mijn
ogen
perfect
op
aan.
27
Bronvermelding
Hermes,
J.
Naber,
P.
&
Dieleman,
A.
(2007)
Coutinho.
Leefwerelden
van
jongeren
Rutten,
M.
&
Stuijts,
M.
(2005)
Muziekstrategie
Orthopedagogische
Muziekbeoefening
Maastricht
:
Hogeschool
Zuyd
Conservatorium
Verloop,
N.
&
Lowyck,
J.
(2003.)
Onderwijskunde.
Groningen:
Wolters
Noordhoff
28