Spelen,spelen,spelen,spel,spelen, spelen,spelen,spelen,spelen,spele n,spel,spelen,spelen,spelen,spele n,spelen,spelen,spelen,spelen,sp el,spelen,spelen,spelen,spelen,sp elen,spelen,spelen,spel,spelen,sp elen,spelen,spelen,spelen,spelen, spelen,spelen,spelen,spelen,spele n,spelen,spel,spelen,spelen,kinde rspel,spelen,spelen,spelen,spelen ,spelen,spelen,spelen,spelen,spel en,spelen,spel,spelen,spelen,spel S p e l e n i s en,spelen,spelen,spelen,spelen,s kinderspel pelen,spelen,spelen,spelen,spele n,spelen,spelen,spelen,spel,spele n,spelen,spelen,spelen,spel,spele n,spelen,spelen,spelen,spelen,sp elen,spelen,spelen,spelen,spelen, spelen,spelen,spelen,spelen,spele n,spel,spelen,spelen,spel,spelen
Speelruimtebeleid gemeente Steenbergen
Periode 2010 – 2014
2
Samenvatting De gemeente Steenbergen wil graag een speelruimtebeleid vaststellen voor de komende de periode van 2010 – 2014. Om het beleid te kunnen formuleren is een behoefte onderzoek onder de doelgroep uitgevoerd door twee stagiaires. De uitkomsten van hun rapport is gebruikt als input voor de keuzes in het speelruimtebeleid. Buiten spelen is belangrijk voor kinderen, spelen zorgt voor een goede gezondheid. Niet alleen door de beweging, juist ook de sociale gezondheid wordt door spelen gestimuleerd. Door het elkaar ontmoeten en omgaan met anderen worden kinderen van jongs af aan al sociaal gestimuleerd. Speelvoorzieningen zijn belangrijk om het spelen te stimuleren. Naast het positieve effect op kinderen, hebben speelvoorzieningen een positief effect op de omgeving. Een omgeving wordt aantrekkelijker wanneer er kinderen spelen en speelvoorzieningen met groen zijn. Speelvoorzieningen zijn te onderscheiden in twee soorten; formele en informele speelvoorzieningen. De gemeente Steenbergen is een plattelands gemeente met veel groen. Hierdoor is de noodzaak van formele speelvoorzieningen anders dan in grote steden. Kinderen in dorpen hebben geen formele speelvoorzieningen nodig om buiten te kunnen spelen, maar deze stimuleren wel het spel. De gemeente heeft de behoefte van spelen onderzocht. Uit het onderzoek komt naar voren dat er bijna overal voldoende speelvoorzieningen zijn. De bestaande voorzieningen worden als saai gezien en zijn slecht onderhouden volgens de ondervraagden. Om het onderzoek en de theorie te kunnen toepassen in de gemeente is er een visie opgesteld hoe we met buiten spelen omgaan. “Buiten spelen moet bijdragen aan het gezond opgroeien en ontwikkelen van kinderen”.
het goed
Door middel van een speelruimtebeleid wil de gemeente Steenbergen bijdragen aan de gezondheid van kinderen door beweging, ontmoeting en ontwikkeling te stimuleren. Dit willen we bereiken door voor de jeugdigen van 0 tot 18 jaar voldoende kwalitatief goede speelruimten aan te beiden zodat zij buiten kunnen spelen en elkaar kunnen ontmoeten. Om deze visie na te kunnen streven hebben we tien uitgangspunten geformuleerd. Aan de hand van deze uitgangspunten is gekeken in hoeverre we nu al voldoen aan de visie. Er is gekeken of we voldoende speelvoorzieningen hebben. Dit wordt op drie manieren gemeten. Het eerste deel is de beleving van de bevolking, die is voldoende zoals hiervoor beschreven. Daarnaast wordt er gekeken naar de speelruimtenorm van Jantje Beton en als derde de actieradius. Hieruit kan worden geconcludeerd dat er bijna aan de voorwaarden voldaan wordt. Er kunnen nog aanpassingen worden gedaan om te voldoen aan de opgestelde visie. Hiervoor zijn actiepunten opgesteld. Deze actiepunten gaan in op aanpassingen bij de bestaande speelvoorzieningen zoals extra bankjes en prullenbakken; randvoorwaarden. Ook het aanpassen van het soort voorzieningen op de bestaande plekken wordt genoemd. Samen met aanpassingen om enkele voorzieningen beter toegankelijk te maken voor minder valide kinderen. Het opstellen van een Meerjaren Onderhouds Plan zou meer structuur moeten brengen in de vervanging en aanpassing van de voorzieningen. Zodat ook de demografische ontwikkelingen van een wijk of buurt mee kunnen worden genomen. Daarnaast is er een actiepunt uitgewerkt om het aanbod van speelvoorzieningen te vergroten met natuurlijke speelvoorzieningen.
3
Lijst met gebruikte afkortingen NUSO- Organisatie die zich hard maakt voor speelruimten en speelruimtebeleid WAS- Warenwet Attractiebesluit Spelen- per 2003 vroeger hette het BVAS BVAS- Besluit Veiligheid Attractie en Speeltoestellen ( tot aan 2003) JOP‟s – Jongeren Ontmoetings Plekken BOA- Buitengewoon Opsporings Ambtenaar MOP- Meerjaren Onderhoud Planning 3VO- Verenigde Verkeers Veiligheids Organisatie
4
Voorwoord wethouder Voor uw ligt het speelruimtebeleid 2010- 2014. De gemeente Steenbergen vindt het belangrijk dat kinderen de mogelijkheid hebben om te spelen. Buiten spelen is belangrijk voor de gezondheid van kinderen. Hiermee ontwikkelen kinderen hun sociale en motorische vaardigheden. Speelvoorzieningen zijn niet nieuw in de gemeente, een beleid hiervoor wel. Met het speelruimtebeleid willen we bereiken dat er voldoende kwalitatief goede speelvoorzieningen in de gemeente zijn. Wat we daarmee bedoelen staat in onze visie en de uitwerking hiervan beschreven. De gemeente wil investeren in speelvoorzieningen voor alle kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar, we willen jongeren de ruimte geven om te spelen. Dit doen we graag samen met de bewoners. Wij vinden het belangrijk dat omwonenden zelf verantwoordelijk worden voor de speelvoorzieningen. Hiervoor willen we adoptieteams opzetten. De adoptieteams zullen samen met de gemeente verantwoordelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de speelvoorzieningen in hun buurt. Ook de dorpsraden zullen hier een rol in gaan spelen. Zij zullen gevraagd worden om bij het samenstellen en het uitvoeren van de adoptieteams te helpen. Daarnaast wil de gemeente samen met maatschappelijk en andere partners optrekken om nieuwe speelvoorzieningen te ontwikkelen. Ook bij de vervanging van bestaande speelvoorzieningen kunnen deze partners een rol vervullen. Speelruimte zijn belangrijk element voor de samenleving, wij vragen de samenleving samen met ons aan goede speelruimte te werken. Wethouder de Koning. Jeugd en jongerenwerk
5
Inhoudsopgave Samenvatting ....................................................................................................... 3 Lijst met gebruikte afkortingen................................................................................ 4 Voorwoord wethouder ............................................................................................ 5 Inhoudsopgave ..................................................................................................... 6 Inleiding ............................................................................................................... 8 Leeswijzer ......................................................................................................... 8 Hoofdstuk 1: Achtergrond van spelen ...................................................................... 9 1.1 Ontwikkeling van het kind. ............................................................................. 9 1.2 Spelvormen. ................................................................................................10 1.3 Goede speelvoorzieningen. ............................................................................11 Hoofdstuk 2: Formele en informele speelruimten .....................................................12 2.1 Formele speelvoorzieningen ...........................................................................12 2.1.1 Wetgeving ............................................................................................12 2.1. 2 JOP‟s ....................................................................................................13 2.1.3 Sport en trimtoestellen ............................................................................13 2.2 Informele speelruimten .................................................................................13 2.3 Behoefte en eisen aan een speelvoorziening ....................................................15 2.3.1 Bereikbaarheid .......................................................................................16 2.3.2 Materiaal ...............................................................................................16 2.3.3 Veiligheid...............................................................................................16 2.3.4 Ruimtebehoefte ......................................................................................16 2.3.5 Herbergzaamheid ...................................................................................17 2.3.6 Betrokkenheid van de bewoners ...............................................................17 Hoofdstuk 3: Hoe doen we dat nu in Steenbergen? ..................................................18 3.1. Aantal speelvoorzieningen in de gemeente Steenbergen..................................18 3.2 Richtlijn aantal formele en informele speelvoorzieningen per kind. ....................19 3.2.1 Conclusie tabel voorzieningen in Steenbergen ............................................19 3.3 Onderhoud en beheer .................................................................................20 3.4 Ondergrond ................................................................................................20 3.5 Aansprakelijkheid ........................................................................................20 Hoofdstuk 4: Speelruimtebeleid en andere beleidsterreinen .......................................21 4.1 Speelruimte en groenbeleid ...........................................................................21 4.1.1.De beeldkwaliteit. ...................................................................................21 4.2 Speelruimte en hondenbeleid .........................................................................22 4.3 Speelruimte en verkeer en veiligheid ..............................................................22 4.4 Speelruimte , volksgezondheid en sport. .......................................................23 4.5 Speelruimte en leefbaarheid en economische aantrekkelijkheid. .........................23 Hoofdstuk 5: Onderzoek naar speelbehoeften .........................................................24 5.1 Respons enquêtes ........................................................................................24 5.2 Conclusies enquête nul tot en met vijf jaar ......................................................25 5.3 Conclusies enquête zes tot en met twaalf jaar..................................................25 5.4 Conclusies enquête dertien tot en met achttien jaar .........................................25 5.5 Algemene aanbevelingen...............................................................................26 Hoofdstuk 6: Visie over spelen in de gemeente Steenbergen ......................................27 6.1 Visie ...........................................................................................................27 Hoofdstuk 7: Vertaling van de visie in uitgangspunten en beleid .................................28 7.1 Uitgangspunten............................................................................................28 7.2 Vertaling van de uitgangspunten in het beleid ..................................................29 7.2.1 Iedereen voldoende gevarieerde speelruimte ............................................29 7.2.2 Betrokkenheid bij ontwikkeling ................................................................30 7.2.3 Onderhoud en klachtafhandeling...............................................................31
6
Hoofdstuk 8: Actiepunten voor de periode 2010 – 2014 ............................................32 8.1 Evaluatie demografische gegevens .................................................................32 8.2 Meer variatie in de huidige speeltoestellen.......................................................32 8.3 Randvoorzieningen op speelterreinen controleren. ............................................33 8.4 Meerjaren Onderhouds Planning (MOP) opstellen ..............................................33 8.5 Aanleg enkele natuurlijke speelvoorzieningen in de gemeente ............................34 8.6 Overleggen over openstelling van schoolpleinen en sportparken. ........................35 8.7 Adoptieplan speelruimten door buurtverenigingen en dorpsraden .......................36 8.8 Speelvoorziening geschikt voor minder validen. ...............................................36 8.9 Nationale straatspeeldag ...............................................................................37 Hoofdstuk 9: Planning 2010- 2014.........................................................................38 9.1 Jaarlijks terugkerende activiteiten ..................................................................38 9.2 Planning actiepunten ....................................................................................38 9.3 Evaluatie beleidsplan ....................................................................................38 Hoofdstuk 10: Financiën ........................................................................................39 10.1. Begroting 2010, beheer en onderhoud van speelvoorzieningen........................39 10.2 Financiën andere afdelingen .........................................................................39 10.3 Subsidies ...................................................................................................40 10.4 Vandalisme ................................................................................................40 10.5 Nieuwe ontwikkelingen en acties ..................................................................40 10.6 Financieel plaatje per jaar ...........................................................................41 Bronnen ..............................................................................................................42 Bijlage ................................................................................................................44 Bijlage 1: Onderhoudsschema .............................................................................44 Bijlage 2: Valhoogtes .........................................................................................44 Bijlage 3: Aantal m2 speelvoorzieningen per kern. .................................................45 Bijlage 4: Aantal kinderen per kern per voorziening ...............................................45 Bijlage 5: Soorten speelvoorzieningen per kern .....................................................48
7
Inleiding Bij speelruimte gaat het om een plek waar kinderen kunnen spelen. Maar kinderen spelen overal. Een grasveld, het trottoir, de portieken, de tuin, het park, plein, winkelcentrum, een bouwterrein in de buurt, de groenwal, alles kan in dienst staan van spannend spel. Geen kind beperkt zich alleen tot de officieel voor hem gereserveerde speelplaatsen. Kinderen zien de hele woonomgeving als speelruimte. In feite gaat het bij speelruimte om de bespeelbaarheid van de woonomgeving als geheel. Het creëren van speelruimte, en als onderdeel daarvan het inrichten van speelvoorzieningen, is geen eenmalige investering. Speelruimte/speelvoorzieningen moeten worden beheerd en op termijn vervangen. De bevolkingssamenstelling verandert, belangen en wensen verschuiven, allerlei ontwikkelingen kunnen de beschikbare speelruimte onder druk zetten. Binnen dit krachtenveld vraagt speelruimte continue aandacht en zorg. Voldoende en goede speelruimte kan alleen tot stand worden gebracht als er een helder speelruimtebeleid is. De gemeente Steenbergen heeft tot nu toe geen vastgesteld speelruimtebeleid. Dit betekent niet dat er niets aan gedaan wordt. De gemeente heeft in haar kernen een behoorlijk aantal speeltoestellen staan. Deze worden allemaal onderhouden. Nieuwe voorzieningen worden aangelegd wanneer er behoefte is. Daarnaast zijn er diverse groenstroken geschikt om te spelen. Dit alles wordt nu gedaan wanneer er behoefte is of wanneer het nodig is. Er zijn geen richtlijnen geformuleerd waaraan getoetst kan worden. Door het schrijven van een speelruimtebeleid willen we de zaken die nu al gedaan worden op het gebied van speelruimte samen met nieuwe ontwikkelingen structureren. Leeswijzer In hoofdstuk 1, 2, 3 en 4 zal eerst ingegaan worden op de achtergronden van spelen. Waarom en hoe spelen kinderen. Door aan te geven wat voor speelvoorzieningen er zijn, wat het verschil is in formele en informele speelruimten. Er zal ingegaan worden op wat voor gevolgen spelen heeft op de omgeving en andere beleidsterreinen binnen de gemeente. En wat we nu doen binnen de gemeente aan speelruimte. Er is een behoefte onderzoek gedaan naar het spelen in de gemeente Steenbergen. Dit onderzoek is gehouden onder jongeren van 6 tot 18 jaar en de ouders van de jongeren van 0 tot 6 jaar. De aanbevelingen uit het behoefte onderzoek zijn weergegeven in hoofdstuk 5. Dit alles heeft geleid tot een visie in hoofdstuk 6 opgenomen hoe we in de gemeente naar spelen en speelruimte kijken. Om deze visie uit te kunnen werken zijn er uitgangspunten geformuleerd, hoofdstuk 7. Deze uitgangspunten zijn vertaald naar nieuwe acties en onderwerpen die nu al uitgevoerd worden op het gebied van speelruimten. De visie en acties die nu al uitgevoerd worden resulteren in nieuwe acties gebundeld in een actieplan in hoofdstuk 8. In dit actieplan worden onderwerpen beschreven die nieuw zijn, deze zijn een aanvulling op de huidige acties. Zij zorgen ervoor dat het speelruimtebeleid meer variatie en mogelijkheden biedt. Het stuk wordt afgesloten met een financieel hoofdstuk, de planning en een voorzet voor de evaluatie van dit beleid over 4 jaar, hoofdstukken 8, 9 en 10.
8
Hoofdstuk 1: Achtergrond van spelen Kinderen spelen en dat is goed. Uit onderzoek door de universiteit van Utrecht, is gebleken dat buitenspelen in een omgeving met voldoende en veilige speelgelegenheid een groot aantal effecten heeft. Deze zijn er niet alleen voor het kind maar ook voor de omgeving. Uit dit onderzoek komt duidelijk de brede waarde van buitenspelen naar voren. Een goed speelruimtebeleid is niet alleen in het belang van kinderen, maar heeft effecten op een groot aantal beleidsgebieden zoals volksgezondheid, sportbeleid en het groenbeleid. Met andere woorden, het effect van voldoende speelruimte en een goed en dynamisch speelruimtebeleid geeft een veel hoger rendement dan op het eerste gezicht lijkt. (bron Nuso) 1.1 Ontwikkeling van het kind. Buitenspelen is gezond. Kinderen die veel buitenspelen ontwikkelen meer spieren en behendigheid, hebben minder kans op astmatische aandoeningen en tekort aan vitamine D (opbouw botstructuur). Het creëren van speelruimte kan daarom bijdragen aan besparing op latere kosten voor gezondheidszorg, mits het spelen in een veilige omgeving kan plaatsvinden. De ontwikkelingen van de laatste jaren die een duidelijke toename van het (over)gewicht van kinderen laat zien is zorgwekkend. Het minder buitenspelen door kinderen is hierin ook een belangrijke factor. Buitenspelen heeft positieve effecten op de cognitieve ontwikkeling: spel bevordert probleemoplossend gedrag, logisch denken, taal en betekenisverwerving. En dat heeft weer een meetbaar effect op schoolprestaties. Buitenspelen beïnvloedt de sociale ontwikkeling van het kind en de ontwikkeling van de persoonlijkheid. Zelfwerkzaamheid wordt groter evenals het goed hanteren van sociale interactie met meer begrip voor culturele verschillen.
9
1.2 Spelvormen. Het spel dat kinderen spelen laat zich onderscheiden in een aantal soorten spelvormen. Speelruimten zowel formeel als informeel moeten de mogelijkheid bieden om deze spelvormen te kunnen spelen. In grote lijnen zijn de volgende functies van spel te onderscheiden: beweging, socialisatie, constructie en fantasie/verkenning. Deze functies kun je terug leiden naar de volgende spelvormen. 1. Bewegingsspel Dit zijn spelletjes waarbij bewegen centraal staat, zoals rennen, balanceren, klimmen, glijden, fietsen, rolschaatsen, springen, graven, hangen. Door te bewegen ontwikkelen zij hun kracht en motorische vaardigheid en leren de wereld om zich heen kennen. Bewegingsspel kan bevorderd worden door objecten die uitnodigen tot bepaalde bewegingsvormen, maar ook door zaken als hoogteverschillen, een ondergrond waarop gereden kan worden, enz. 2. Constructiespel Bij dit spel staat het maken en bouwen van dingen centraal: hutten bouwen, blokken stapelen, met zand spelen, waterlopen maken. Constructiespel helpt bij het leren waarnemen, logisch denken, problemen oplossen en het geheugen trainen. Constructiespel kan bevorderd worden door los beweegbaar omgevingsmateriaal, zoals zand (liefst in combinatie met water/stenen/takken), door bouwmateriaal en gereedschap, maar ook door een plaats waar regenwater blijft staan of waar een grote stapel takken en stammetjes ligt. 3. Rollenspel Vadertje en moedertje, winkeltje, politie-agentje, circusje: bij rollenspel kruipt het kind in de huid van een ander. Rollenspel is voor kinderen belangrijk om indrukken te verwerken en door imitatie te oefenen voor later. De mooiste plekken om een rollenspel te spelen zijn: besloten plekken, waar kinderen kunnen spelen zonder de supervisie van volwassenen en afgeschermd van het meer actieve spel en/of een afwisselend ingericht gebied met struiken, heuvels, kuilen. 4. Regel- en wedstrijdspel Vooral vanaf een jaar of acht/negen worden spelletjes met een competitieelement belangrijk. Om het hardst rennen, stenen gooien, wielrennen, voetballen. Kinderen vergelijken hun prestaties met die van een ander en proberen te winnen. Hiermee ontwikkelen zij hun zelfbeeld. Regel- en wedstrijdspel wordt bevorderd door: een vlakke ondergrond van steen of gras, zonder kwetsbare onderdelen (zoals ruiten) in de directe omgeving en met voorzieningen als doelpalen, basketbalpalen, een hoge blinde muur, en dergelijke. 5. Ontmoeting of rust Dit zijn activiteiten waarbij kinderen ogenschijnlijk niet spelen, maar met elkaar kletsen, hangen, rondlopen. Kinderen experimenteren tijdens deze rustpauzes met gedrag, maar ook rusten ze uit en zijn ze toeschouwer. Om rust of ontmoeting te stimuleren kan gedacht worden aan zitmogelijkheden of steuntjes (muurtje/hek) om tegenaan te leunen, uitkijkposten, zoals platforms, heuvels, bomen en kalmerende onderdelen zoals groen en schaduw.
10
1.3 Goede speelvoorzieningen. De ideale speelvoorzieningen voor kinderen biedt hen de gelegenheid, zoveel als ze willen en zo gevarieerd als ze willen, buiten te spelen. De ruimte is interessant en uitdagend voor kinderen van verschillende leeftijdsgroepen en temperament en ze kunnen verschillende spelvormen spelen. Er moeten dan een of meer van de volgende elementen voorkomen: Meervoudige betekenisgeving: Kinderen kunnen objecten uit hun omgeving gebruiken voor verschillende doeleinden. Een boom is niet alleen een boom, maar kan ook een doelpaal zijn, het huis van een kabouter of de basis voor een hut. Een speelhuisje kan de ene keer een winkel zijn de andere keer een verstopplek. Een speelelement waarbij ieder detail is uitgewerkt onderdrukt juist de fantasie. Oplopende moeilijkheidsgraad: kinderen spelen het liefst op het randje van hun kunnen. De omgeving moet het kind uitdagen in zijn spel steeds een stapje verder te gaan, zodat het zich ontwikkelt. De mogelijkheden van een ruimte moeten dus zeer duidelijk zijn afgestemd op een bepaalde leeftijdsgroep. Anderzijds moet samenspel tussen kinderen uit verschillende leeftijdsgroepen niet onmogelijk worden door speelruimte al te strikt te bestemmen voor één bepaalde leeftijdsgroep.
11
Hoofdstuk 2: Formele en informele speelruimten Bij het spelen onderscheiden we twee soorten speelruimten aldus de NUSO, landelijke organisatie voor speeltuinwerk en jeugdrecreatie. De formele speelruimten en de informele speelruimten. Speelruimte die bewust voor buiten spelen bestemd zijn worden de formele speelruimten genoemd. De omgeving waarin gespeeld wordt zijn informele speelruimten. De formele speelruimten worden aangelegd en dienen de bovengenoemde functies van spelen te stimuleren. Bij deze speelvoorzieningen moet er op de volgende punten gelet te worden: 2.1 Formele speelvoorzieningen In het Warenwet Attractie Besluit (WAS) is de definitie van een speeltoestel: “inrichting die bestemd is voor vermaak of ontspanning, waarbij uitsluitend van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens gebruik wordt gemaakt”. Het onderscheid met attractietoestellen is dat in de definitie van een speeltoestel het element „voortbeweging van personen‟ bewust is weggelaten. Voor attractietoestellen is dat juist één van de belangrijke definiërende kenmerken, maar voor speeltoestellen geldt dat niet alle elementen van het spel met een speeltoestel worden gekenmerkt door voortbeweging. Inrichtingen als een zandbak of een ballenbak zijn dan ook speeltoestellen in de zin van het WAS. 2.1.1 Wetgeving Er bestaat geen wet- of regelgeving die gemeenten verplicht om speelvoorzieningen te hebben. De enige regelgeving waarmee rekening moet worden gehouden is het besluit over ontwerp, constructie, installatie, beheer, gebruik en onderhoud van speeltoestellen. Dit is sinds maart 1997 opgenomen in het Besluit Veiligheid Attractie- en Speeltoestellen (BVAS), ofwel Staatsbesluit 474 als onderdeel van de WarenwetBesluit (WAS) In de WAS geldt dat nieuwe toestellen voorzien moeten zijn van een certificaat van typekeuring. Alle speeltoestellen die zijn gebouwd na 26 maart 1997 worden gecertificeerd door een keuringsinstelling van de overheid. Speeltoestellen die niet onder de WAS vallen zijn de toestellen die primair gebruikt worden voor sportbeoefening. De gemeente Steenbergen heeft sinds 1997 alleen maar gecertificeerde speeltoestellen aangeschaft die aan deze wetgeving voldoen. Binnen de gemeente zijn er nog speeltoestellen aanwezig van voor 1997. Deze worden gekeurd volgens de destijds geldende normen van de BVAS. Voor plaatsing van bepaalde speeltoestellen is een bouwvergunning noodzakelijk. Sinds 1 januari 2003 zijn hieraan nieuwe eisen gesteld. In artikel 3, lid 2, van het Besluit bouwvergunningvrije en licht-vergunningsplichtige bouwwerken van de Woningwet wordt bepaald dat het bouwen van een speeltoestel, als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen bouwvergunningvrij is, mits de hoogte, gemeten van de voet, minder is dan drie meter.
12
2.1. 2 JOP‟s Naast de voor meeste mensen bekenden speeltuinen, wordt de term JOP gebruikt. Een JOP, is een Jongeren Ontmoetings Plaats. Deze plek daagt met name de leeftijdsgroep van dertien tot achttien jarigen uit tot ontmoeten. Voor hun is dit de belangrijkste vorm van spelen. De uitstraling en vorm van een JOP kan zeer divers zijn. Van een hangplek met bankje tot een Soccercourt en spelcourt. Wanneer de term JOP wordt gebruikt wordt hier niet direct een soort mee bedoeld, deze is meestal afhankelijk van de wensen van de jongeren zelf
2.1.3 Sport en trimtoestellen Gemeenten hebben naast speeltoestellen vaak ook trimtoestellen staan. Deze toestellen stimuleren mensen die buiten aan het bewegen zijn in diverse bewegingen. De trimtoestellen staan meestal opgesteld in een groene omgeving waar hardgelopen wordt. Dit soort toestellen zijn niet gericht op kinderen, maar meer op volwassenen. Er is vanuit Amerika een nieuwe trend aan het overwaaien waarbij in de openbare ruimte fitnesstoestellen geplaatst worden. Deze sporttoestellen zijn aangepast aan buiten en het algemeen gebruik en dienen ter stimulering van de beweging. Ook hiervoor geldt dat zij niet gericht zijn op kinderen maar volwassenen. Voor de oudste leeftijdsgroep kan het gebruik van deze toestellen interessant zijn om beweging te stimuleren. In het sportbeleidsplan is verder ingegaan op het gebruik van deze sport en trimtoestellen. 2.2 Informele speelruimten De informele speelruimte zijn de plaatsen waar kinderen leven, wonen en spelen, zoals de straat of het water, waar geen specifieke speeltoestellen staan. Er zijn talloze mogelijkheden om speelgelegenheid te realiseren. Kinderen kunnen natuurlijk niet overal spelen en niet iedere omgeving is hiervoor geschikt, maar het is toch goed om te streven naar zoveel mogelijk informele speelruimte voor de kinderen. Kinderen kunnen in een gevarieerde omgeving met gras, struiken, bomen, pleinen, stoepen en water vrijwel alle vormen van spel uitoefenen. Speeltoestellen kunnen gezien worden als vervanging van de mogelijkheden die van nature aanwezig zijn. Bij een goed speelruimtebeleid is de verhouding tussen de formele en informele speelruimten belangrijk. De informele speelruimte wordt steeds belangrijker, formele speelruimten zijn een aanvulling op de informele ruimten. Zeker voor de jongere kinderen zijn ruimten dicht bij huis belangrijk. Deze kinderen maken vaak gebruik van de informele speelruimte en gaan voor de variatie naar formele speelruimten. 13
Informele speelruimte wordt bepaald door de structuur en samenstelling van het openbaar groen, het water en de wegen bepalen. Als er veel groen en water is en er 30kilometerwegen met stoepen zijn, dan zal de bespeelbaarheid groot zijn. Het is niet te meten hoeveel informele speelruimte er zijn.
14
2.3 Behoefte en eisen aan een speelvoorziening Wanneer kinderen spelen op zowel formele als informele speelvoorzieningen zijn er enkele zaken van belang. In de tabel hieronder is schematisch de behoefte van spelen aangegeven. In de onderstaande alinea´s is per leeftijdsgroep zijn aangegeven welke behoeften en eisen er zijn aan speelvoorzieningen. (bron www.allesoverspelen.nl) Leeftijd Speelgebied Ruimte
0-5 jaar 6-11 jaar Aaneengesloten Openbare ruimte in ruimte dicht bij buurt huis 20 m2 per kind 50 m2 per 5 kinderen
12-18 jaar de Openbare ruimte in de buurt
Voorwaarden Geen of zeer 30 km per uur zone, weinig weinig auto‟s, verkeer brommers, fietsers Geschikte speelruimte
Interesse
Tuin, oprit, stoep, Grasveld, plantsoen, straat, grasveldje pleintje, straat, openbaar groen, sloten/poelen, bosjes/ruigten, vijvers/meren Materialen en Ontmoeten en verkennen bewegingen leren Straatspel/balspel, kennen verstoppertje, bloemen plukken, hutten bouwen
Één plek per 15 jongeren Niet op de rijbaan of direct in de buurt van woningen Ruimte nodigd uit om te ontmoeten Plein, straat, grasveld, zwemwater, winkelcentrum Ontmoeten van leeftijdsgenoten, kletsen, zitten, kijken naar voorbijgangers , muziek luisteren.
Leeftijdscategorie nul tot vijf jaar: Deze categorie speelt voornamelijk dicht bij huis. Zij spelen in de tuin, op de oprit, de stoep, in de straat en op een grasveldje. Kleuters moeten de eigen woning kunnen zien en op roepafstand van de ouders zijn. Leeftijdscategorie zes tot twaalf jaar: Deze kinderen spelen op de openbare ruimte in de omgeving. Hierbij kan gedacht worden aan; grasveldjes, plantsoenen, pleintjes, straten, openbaar groen, sloten, poelen, bosjes, ruigten en vijvers. Jonge kinderen moeten hun omgeving kunnen verkennen, maar snel weer thuis kunnen zijn. Leeftijdscategorie dertien tot achttien jaar: De kinderen in deze categorie ontmoeten elkaar op de openbare ruimte in de omgeving. Zij spreken af op pleinen, straten, grasvelden, bij water en in het winkelcentrum. Zij spreken vaak in grotere groepen en op vaste plekken af. Hierdoor wordt soms overlast ervaren van de buurt.
15
2.3.1 Bereikbaarheid Kinderen hebben in verschillende leeftijdscategorieën een bepaalde actieradius: de afstand die ze zelfstandig van huis gaan. Om zelfstandig een speelplek te kunnen bereiken, moet deze binnen de actieradius van een kind liggen. Per leeftijdscategorie worden er andere eisen aan het spelen gesteld. In de loop van de ontwikkeling van een kind breidt de actieradius zich uit van de eigen woning tot een gebied met een straal van een kilometer of meer voor een veertienjarige. Het centrum in de speelomgeving blijft echter de eigen woning, de ruimte direct daaromheen blijft het meest intensief gebruikte deel van de speelomgeving. De uitbreiding van de actieradius is naast leeftijd afhankelijk van temperament, de aanwezigheid van andere kinderen, de tolerantie van ouders en de kwaliteit/veiligheid van de woonomgeving. In de onderstaande tabel staat aangegeven van welke actieradius uitgegaan kan worden per leeftijd voor de bereikbaarheid van speelvoorzieningen per leeftijdsgroep. Leeftijd Actieradius
0-5 jaar +/- 100 meter
6-12 jaar +/- 400 meter
Gemiddeld aantal kinderen woonachtig binnen actieradius Benodigde voorzieningen, het aantal speeltoestellen Aantal minuten lopen tot voorziening Verzorgingsgebied van een speelvoorziening
15 tot 30
55 tot 70
13-18 jaar 800 meter en verder 85 tot 100
3
3
4
2
5
15
4 ha
36 ha
256 ha
2.3.2 Materiaal Daarbij kunnen bewust allerlei tegenstellingen worden gehanteerd: wilde en niet-wilde elementen (een stukje bos, naast een gazon met speeltoestellen), hoog - laag (bewegingsspel en rollenspel), harde ondergrond (bewegingsspel) versus zachte ondergrond, zoals zand (constructiespel), open – besloten, nat – droog, veranderbaar – onveranderbaar, zon – schaduw, enz. 2.3.3 Veiligheid De veiligheid van kinderen is een belangrijk onderwerp bij informele speelruimte. Op het gebied van verkeer vormt zowel de rijdende als de geparkeerde auto een belemmering, terwijl straten toch een belangrijk speelgebied voor kinderen zijn. Vooral de speelruimte van nul tot en met elf jaar wordt hierdoor beïnvloed. Bij de formele speelvoorzieningen blijkt dat veiligheid voor kinderen geen reden is om wel of niet gebruik te maken van de speeltoestellen, ze zijn immers speciaal voor hen neergezet. Volwassenen moeten de veiligheid garanderen wat betreft de keuze van het toestel, de situering, de omgeving en het onderhoud. Hierbij is de gemeente verantwoordelijk voor het toestel. En de ouders zijn verantwoordelijk voor het spelen en de veiligheid. 2.3.4 Ruimtebehoefte Met het toenemen van de actieradius neemt de ruimtebehoefte toe. Grotere kinderen hebben meer ruimte nodig voor hun spel dan kleinere. Daarbij moet niet alleen gedacht worden aan grotere oppervlaktes gras om te voetballen, maar aan alle spelvormen. Een achtjarige wil nog wel eens in de zandbak spelen, maar dan met grote scheppen en diepe kuilen. Een zandbak op een doorsnee speelplek is daar vaak niet op ingericht.
16
2.3.5 Herbergzaamheid Kinderen moeten zich veilig en beschut kunnen voelen op de plekken waar ze spelen. Vooral voor kleine kinderen betekent dit dat er naast grote open ruimtes ook kleine, meer besloten ruimtes moeten zijn, die ze goed kunnen overzien. 2.3.6 Betrokkenheid van de bewoners Bewoners die betrokken zijn bij de eigen woonomgeving zijn onmisbaar. Bewoners moeten zich in hun omgeving thuis kunnen voelen en bereid zijn toezicht uit te oefenen op de openbare voorzieningen. Zonder toezicht kunnen openbare speelvoorzieningen niet bestaan. Een voorwaarde daarvoor is dat bewoners het idee hebben iets over hun eigen woonomgeving te zeggen te hebben en de ruimte bij de speelvoorziening zo is ingericht dat hij hen uitnodigt. Pas dan zijn ze bereid beheerstaken op zich te nemen. Bewonersparticipatie en jeugdparticipatie zijn daarom essentieel.
17
Hoofdstuk 3: Hoe doen we dat nu in Steenbergen? In de gemeente Steenbergen hebben we al jaren diverse speelvoorzieningen staan. Deze voorzieningen zijn verspreid over de kernen en zijn meestal neergezet vanwege de wens van bewoners of de verandering in leeftijdsopbouw van de wijk. Onderhoud en beheer wordt uitgevoerd door de uitvoerende dienst. In de laatste jaren is is speelruimte steeds meer een interactie geworden met de omwonenden en de kinderen. In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe we nu met speelruimte omgaan in de gemeente. 3.1. Aantal speelvoorzieningen in de gemeente Steenbergen Er is door Jantje Beton en de NUSO landelijke norm uitgegeven om speelruimte te optimaliseren. Deze norm is niet wettelijk vastgesteld. De speelruimtenorm houdt in dat we minimaal 3% van de woonoppervlakte bestemmen voor speelruimte. De landelijke normstelling voor formele speelruimten bedraagt een reservering van 3% per hectare bebouwde oppervlakte. Met andere woorden per hectare bebouwing 300m² reserveren voor formele speelruimte. Dit is een wensbeeld en vooral van belang in gebieden waar veel bebouwing en verkeer is waardoor kinderen niet de ruimte hebben om te kunnen spelen. De gemeente Steenbergen heeft 195 hectare bebouwd volgens de cijfers van Algemene Uitkering. Dit is alle bebouwing zowel woningen als bedrijven. Dit betekent dat in de gemeente Steenbergen 5.85 hectare aan speelruimte besteed zou moeten worden. De gemeente Steenbergen heeft nu 12,1 hectare aan speelruimte dit is 6,2 % van de bebouwde oppervlakte. Dit is het oppervlakte van alle speelveldjes waar een speeltoestel op geplaatst is. De speelruimtenorm is vooral opgesteld voor steden en stedelijke omgevingen. De gemeente Steenbergen is een plattelandsgemeente met de bijbehorende groene omgeving. Hierdoor hebben de jongeren in Steenbergen meer ruimte om te spelen bij de speelvoorzieningen.
18
3.2 Richtlijn aantal formele en informele speelvoorzieningen per kind. Als gemeenten vinden we het belangrijker om de doelgroep te bedienen dan aan normstellingen te voldoen. Hierdoor hanteren we in plaats van de speelruimtenorm van Jantje Beton een doelgroep gerelateerde richtlijn Bij deze richtlijn kijken we naar het aantal formele speelruimten per aantal kinderen in een kern of wijk. Deze richtlijn is gebaseerd op de eerder genoemde actieradius. De actieradius geeft de afstand aan dat een kind kan overbruggen voor een bezoek aan een speelvoorziening. De actieradius is gebaseerd op de leeftijd van een kind en het verzorgingsgebied weergegeven in hectare. Bij formele speelvoorzieningen moet er voor iedere leeftijdscategorie een verschillend aantal voorzieningen zijn. Voor de leeftijd van 0 tot en met 5 jaar is dit één voorziening per 30 kinderen. Voor de leeftijd van 6 tot en met 12 jaar is dit één voorziening per 70 kinderen en voor de oudste leeftijdsgroep is dit één voorziening per 100 kinderen. Aantal formele speelvoorzieningen per leeftijdsgroep (meetdatum 31-12-2008) Kern 0-5 jaar (30 kinderen 6-12 jaar (70 kinderen 13-18 jaar (100 per voorziening) per voorziening) kinderen per voorziening) 1=bestaande voorzieningen 2= aantal kinderen 3= benodigd aantal voorzieningen
1
2
3
1
2
3
1
2
3
De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw –Vossemeer Welberg Steenbergen zuid
2 10 5 5 1 5
25 273 88 88 68 211
1 9 3 3 2 7
2 13 5 6 2 9
35 375 141 173 80 325
1 6 2 2 1 5
2 7 4 4 1 7
37 340 136 174 106 307
1 2 1 1 1 3
Steenbergen noord Steenbergen centrum Totaal
7 3 38
158 138 1049
5 4 23
8 3 48
282 174 1585
4 2 23
3 2 30
254 199 1553
3 2 16
3.2.1 Conclusie tabel voorzieningen in Steenbergen Wanneer we kijken naar het totaal aantal formele speelvoorzieningen per wijk per leeftijdsgroep voldoet de gemeente aan deze richtlijn. Voor de leeftijdsgroep 0 tot en met 5 jaar is dit in Steenbergen zuid en Steenbergen centrum niet voldoende. In steenbergen zuid zijn vijf speelvoorzieningen voor 211 kinderen. Wanneer we het uitgangspunt van 30 kinderen per voorziening hanteren zou hier 7 voorzieningen moeten zijn. In Steenbergen centrum zijn drie voorzieningen voor 138 kinderen. Hier zouden minimal vier voorzieningen moeten zijn. Voor de leeftijdsgroep 6 tot en met 12 jaar zijn er voldoende formele speelvoorzieningen aanwezig. Voor de leeftijdsgroep 13 tot en met 18 jaar zijn er voldoende speelvoorzieningen. In het centrum van Steenbergen en steenbergen noord zijn net voldoende voorzieningen.
19
3.3 Onderhoud en beheer De gemeente Steenbergen voorziet zelf in het onderhoud en beheer van de speeltoestellen. Bepaalde werknemers hebben hiervoor een cursus gevolgd, waarin zij kennis hebben verkregen over onderhoud en beheer van speelvoorzieningen. Op deze manier hoeft de gemeente deze dienst niet uit te besteden aan een extern bureau. Een belangrijke procedure voor het onderhoud en beheer van de toestellen is dat er op gezette tijden in een jaar de toestellen bekeken moeten worden. Dankzij de inspecties wordt de veiligheid, functionaliteit en netheid van de toestellen gecontroleerd. Er vindt een vergelijking plaats van de huidige situatie en de originele situatie. Dit is nodig, omdat er door het gebruik, het weer en vandalisme gebreken (slijtage, breuk, ontbrekende onderdelen) kunnen optreden aan het toestel. Niet alle toestellen hoeven even vaak geïnspecteerd te worden. Sporttoestellen worden niet gebruikt om in of op te spelen en vallen niet onder het WAS. De toestellen hoeven minder frequent geïnspecteerd te worden en toestellen met een hoge gebruiksdruk of in vandalismegevoelige buurten juist meer. 3.4 Ondergrond De gemeente krijgt veel klachten over de ondergrond. Ouders en jongeren vinden de boomschors niet fijn. Zij vinden het slecht onderhouden door de vele kuilen en onhygiënisch vanwege katten en honden. Er is door de gemeenten tot nu toe altijd gekozen voor boomschors vanwege de veiligheid bij de valhoogte. Men is veelal niet op de hoogte van de betere valdemping ten opzichte van rubberen tegels. Boomschors is minder vandalismegevoelig en gemakkelijker in het onderhoud. Het soort dat gebruikt wordt is minder aantrekkelijk voor katten om hun behoefte erin te doen waardoor dit hygiënischer is dan zand. 3.5 Aansprakelijkheid Voor het plaatsen van speelvoorzieningen is de leverancier aansprakelijk wanneer deze de voorziening plaatst. De beheerder kan ervoor kiezen de voorziening zelf te plaatsen, maar dan is hij aansprakelijk. Zodra de voorziening geplaatst is, valt de verantwoordelijkheid onder de beheerder. In het geval van de gemeente Steenbergen zorgt zij zelf voor het onderhoud van de speeltoestellen door de hiervoor geschoolde medewerkers . Indien er een onderdeel kapot is of vervangen moet worden, wordt dit gerepareerd. Hiermee blijft de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid bij de gemeente. De gemeente is verplicht een lijst bij te houden van de gemelde ongevallen met of bij speelvoorzieningen. Wanneer blijkt dat een ongeval ontstaan is door een mankement aan de speelvoorziening kan de gemeente aansprakelijk worden gesteld. Niet alleen op gemelde ongelukken wordt gereageerd, wanneer de gemeente een signaal krijgt dat er iets voorgevallen is met letsel, proberen we te achterhalen om wie het gaat en wat er gebeurd is. Vaak gaat het om kinderen die tijdens het spel gevallen zijn. De gemeente stuurt deze kinderen, wanneer ze bij ons bekend zijn altijd een presentje. Jaarlijks is er controle in het kader van de BVAS over de inspecties die gedaan zijn. Alle inspecties en reparaties moeten worden vermeld in een systeem daar wordt ook de lijst met gemelde ongevallen in verzameld. De gemeente heeft in de afgelopen jaren de inspecties en reparaties goed uitgevoerd, er weinig ongelukken gemeld die bij onze speelvoorzieningen zijn gebeurd.
20
Hoofdstuk 4: Speelruimtebeleid en andere beleidsterreinen Een speelruimtebeleid raakt diverse beleidsterreinen binnen een gemeente. Al deze beleidsterreinen van de gemeenten zijn gezamenlijk verantwoordelijk om tot kwalitatief goede speelruimte te komen. In de diverse beleidsdocumenten zijn stukken opgenomen die gaan over spelen en speelruimte. Daarnaast zijn er nog beleidsterreinen die indirect van invloed zijn of beïnvloed worden door speelruimten. Hieronder zijn de diverse beleidsterreinen en het raakvlak met speelruimten benoemd. 4.1 Speelruimte en groenbeleid Steenbergen wil genoeg groen voor iedereen en streeft naar veelzijdig gebruik van dat groen. Binnen de hoofdgroenstructuur van de gehele gemeente, liggen de wijkgroenstructuren. Deze komen met name in de woonstraten voor en zijn voor de burgers het meest belangrijk. De invulling van die structuur wordt daarom samen met de burgers bepaald, binnen kaders die de gemeente stelt. Burgers kleuren als het ware een kleurplaat in met kleuren die de gemeente hen aanreikt. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: De hoeveelheid en soort groen passen bij het karakter van een landelijke gemeente Groen biedt ruimte aan meerdere functies: wandelen, rusten, sporten, ontmoeten, festiviteiten, spelen, natuur, enzovoorts De combinatie van water en groen biedt kansen In elke wijk moet voldoende groen verspreid over de wijk aanwezig zijn om een groen karakter te waarborgen. Stenige woonstraten worden hiermee voorkomen. 4.1.1.De beeldkwaliteit. Wanneer de beeldkwaliteit wordt afgestemd op de functie en locatie van het groen kan dit betekenen dat plaatselijk een lager of juist hoger beheerniveau wordt gehanteerd. De inzet van middelen en mankracht sluit hiermee beter aan op het doel dat men zich in het structuurplan heeft gesteld. Voor speelruimte betekent dit dat het groen zo ontworpen wordt dat er ruimte is voor spelen. Rond de formele speelplekken wordt groen geplaatst dat kindvriendelijk is, hier worden dan bijvoorbeeld geen prikkelstruiken geplaatst. Naast het groen bij formele speelvoorzieningen speelt een groene ruimte bij de informele speelruimte een heel belangrijke rol. Meestal zijn de informele speelruimten gelegen in, naast of bij groene gedeelten van de kernen. Jongeren spelen juist in en met het groen, denk hierbij aan veldjes om een balletje te trappen, bosjes om boomhutten in te bouwen of een pleintje dat een fietsparcours wordt. Hierbij moet het groen naast de natuurlijke omgeving ook de jeugd uitdagen om te spelen. Binnen het groenbeleid wordt rekening gehouden dat er voldoende informele speelplaatsen blijven bestaan en de inrichting dusdanig is dat het uitnodigt om te spelen. Daarnaast wordt er toezicht gehouden dat het groen niet leidt onder spelende kinderen. Hutten en achtergebleven afval worden regelmatig opgeruimd.
21
4.2 Speelruimte en hondenbeleid Er is veel ergernis onder jongeren en ouders over hondenpoep op de speelvelden. De gemeente Steenbergen heeft in 2009 een hondenpoepbeleid aangenomen. In dit beleid is opgenomen op welke locaties honden los mogen lopen en hun behoefte mogen doen. De algemene lijn van dit beleid is dat honden binnen de bebouwde kom alleen los mogen lopen op de aangewezen losloopplekken. Honden mogen niet op speelvoorzieningen komen en de hondenpoep moet op alle plekken in de bebouwde kom worden opgeruimd. Alleen buiten de bebouwde kom mogen de honden vrij rondlopen en poepen. Dit betekent voor het speelruimtebeleid dat er in principe geen overlast meer zou moeten zijn van hondenpoep op de speelvoorzieningen omdat daar geen honden mogen komen. Op de informele speelvoorzieningen zou geen overlast meer moeten zijn, honden mogen daar wel komen maar de hondenpoep moet opgeruimd te worden. Om dit beleid na te streven en te controleren heeft de gemeente een Buitengewoon Opsporings Ambtenaar (BOA) in dienst. Deze BOA controleert en geeft hondenbezitters tips om het beleid zo goed mogelijk uit te voeren. In de afgelopen maanden lag de prioriteit van de controles rond de formele speelvoorzieningen om die zo goed mogelijk hondenpoepvrij te krijgen en te houden. 4.3 Speelruimte en verkeer en veiligheid Bij de inrichting van speelvoorzieningen wordt er zo veel mogelijk rekening gehouden met de verkeersveiligheid van de omgeving. Kinderen moeten op de speelvoorzieningen zo veilig mogelijk kunnen spelen zonder risico en overlast van ander verkeer. De inzichten van kinderen op het gebied van verkeer variëren per leeftijd. Hieronder is een tabel opgenomen hoe in het algemeen kinderen op verschillende leeftijden kijken en reageren in het verkeer. Deze begint met 8 jarigen, omdat aangenomen mag worden dat jongere kinderen niet alleen mogen deelnemen aan het verkeer. Verkeersinzicht Tot 8 jaar Tot 10 jaar Tot 11 jaar 10 tot 14 jaar Vanaf 12 jaar Vanaf 14 jaar
bij kinderen volgens NUSO Kinderen zien gevaar vaak niet aankomen Kinderen onderschatten de snelheid van het verkeer Kinderen rennen soms plotseling de straat op Met name jongens onderschatten de snelheid van het verkeer Het vermogen tot waarnemen en adequaat handelen groeit De fietsvaardigheid groeit, vooral het combineren van taken vereist veel oefening
Om de verkeersveiligheid bij speelveldjes zo groot mogelijk te houden worden deze zo min mogelijk bij gevaarlijk of drukke wegen geplaatst zijn. Er wordt bij speelveldjes zo veel mogelijk gebruik gemaakt van natuurlijk afscheidingen naar wegen, tuinen of water. Door bosjes of hekjes te plaatsen wordt voorkomen dat kinderen tijdens het spel onverwachts de weg op rennen. Speelvoorzieningen worden op een zo groot mogelijke afstand van water geplaatst zodat kinderen tijdens een val niet doorrollen het water in. Wanneer er afscheidingen worden geplaatst wordt er gelet op de overzichtelijkheid van het terrein. De terreinen moeten geen donkere plekken worden. Het omliggende verkeer moet zicht hebben op kinderen die het terrein verlaten.
22
4.4 Speelruimte , volksgezondheid en sport. Spelen is belangrijk voor de gezondheid van kinderen. Naast het actief bewegen is spelen van belang voor de geestelijke, emotionele en motorische ontwikkeling. Niet alle kinderen willen, hebben de mogelijkheden niet of hebben geen interesse om actief deel te nemen aan georganiseerde sport. Wanneer kinderen de mogelijkheid hebben om op straat te spelen of op een speelveldje in de buurt, bevordert dit hun gezondheid. Kinderen hebben door het spelen meer beweging waardoor hun gezondheid bevordert wordt en zij minder kans hebben op overgewicht. Ook hun sociale vaardigheden worden ontwikkeld door het samenspel met andere kinderen. Binnen de gemeente Steenbergen stimuleren we kinderen om de richtlijnen voor bewegen na te streven. Kinderen zouden minimaal 60 minuten per dag intensief moeten bewegen. Spelen draagt daar positief aan bij. Hierdoor wordt kracht, lenigheid en coördinatie bevordert. Speelruimten zowel formeel als informeel dragen positief bij aan de beweging van kinderen en jongeren. De openbare ruimten vormen een steeds belangrijkere plek om sport te beoefenen. Met de trend van het ongeorganiseerde en ongebonden sporten biedt een goed ingevulde speelruimte diverse mogelijkheden. Met de komst van kunstgras zijn de mogelijkheden om het hele jaar door te sporten en bewegen vergroot. Sporttoestellen vormen een nieuwe doelgroep binnen de speelruimten, naast de al bestaande voetbalveldjes en basketbalpalen. Deze nieuwe toestellen hebben vaak ook een andere doelgroep. Vooral volwassenen maken gebruik van geplaatste sport- en trimtoestellen om in ongeorganiseerd verband te sporten. 4.5 Speelruimte en leefbaarheid en economische aantrekkelijkheid. Voldoende formele en informele speelruimten zorgen ervoor dat een buurt, wijk of dorp aantrekkelijk is. De leefbaarheid in de omgeving wordt verhoogd. Kinderen leggen snel contacten en bouwen een eigen netwerk op. Daarbij betrekken zij vanzelfsprekend hun ouders. Buitenspelen levert daardoor een bijdrage aan het ontstaan van sociale netwerken in een buurt. Bovendien zijn kinderen in een omgeving met voldoende speelgelegenheid minder agressief, wat een positief effect heeft op het voorkomen van criminaliteit. Met een goed speelruimtebeleid bespaart een gemeente op kosten voor vandalismebestrijding en herstellen van schade door vernieling. De speelruimte moeten passen bij de kenmerken van de (leeftijd) opbouw in de wijk. Tegenwoordig kijken huizenkopers zeer bewust naar de locatie van hun toekomstige woning. Een investering in groen en openbare recreatievoorzieningen kan gedeeltelijk gefinancierd worden uit de waardevermeerdering van het onroerend goed. Met als gevolg daarvan en de grotere opbrengst van de onroerendzaakbelasting (OZB).
23
Hoofdstuk 5: Onderzoek naar speelbehoeften In de maanden september, oktober en november 2009 hebben twee studenten een onderzoek gedaan of het huidige aanbod van formele speelvoorzieningen in de gemeente Steenbergen nog voldoet aan de behoefte van de diverse doelgroepen. In dit hoofdstuk zullen de conclusies van dit onderzoek aan bod komen. 5.1 Respons enquêtes De gemeente steenbergen heeft 4799 jongeren in de leeftijd van nul tot achttien jaar,(telling 31 december 2008). Dit is 20% van het totaal aantal inwoners van de gemeente Steenbergen. Hieronder is weergegeven hoe deze cijfers zijn opgebouwd per leeftijdscategorie. Gemeente Steenbergen (alle kernen) Leeftijdscategorie Totaal aantal kinderen Leeftijd 0-5 jaar Leeftijd 6-12 jaar Leeftijd 13-18 jaar Totalen
Percentage kinderen van totaal aantal bewoners 4,89% 8,08% 7,69% 20,66%
1.136 1.876 1.787 4.799
Er is onderzoek gedaan naar de behoefte van spelen bij drie verschillende leeftijdscategorieën. Hiervoor zijn enquêtes afgenomen onder ouders van kinderen in de leeftijd van 0-5 jaar. De ouders zijn per brief verzocht om deel te nemen aan een digitale vragenlijst. De kinderen in de leeftijd van 6-12 jaar hebben allemaal een vragenlijst ingevuld in de klas. De scholen is verzocht om hieraan deel te nemen. Niet alle scholen of alle klassen hebben hieraan meegedaan. De jongeren van 12 tot 18 jaar hebben ook een persoonlijk geadresseerde brief ontvangen om een digitale enquête in te vullen. In de onderstaande tabel is de respons van de enquêtes weergegeven. Dit is niet uitgesplitst per kern. Verstuurde enquêtes en respons (alle kernen) Leeftijdscategorie
Aantal verstuurd
Aantal reacties
Percentage reacties
Nul tot en met vijf jaar
802
222
27,6%
Zes tot en met twaalf jaar
1.002
968
96,6%
Dertien tot en met achttien jaar
1.022
110
10,8%
De respons van de enquêtes voor de ouders van de kinderen van 0 tot en met 5 jaar is goed te noemen. Ruim een kwart heeft gereageerd op het verzoek de digitale vragenlijst in te vullen. Hiermee wordt de mening van deze ouders representatief voor dat deel van de bevolking. Bij de kinderen van zes tot en met twaalf jaar is de respons zeer groot. De mening van deze groep is hiermee zeer betrouwbaar. Voor de groep van dertien tot en met achttien jaar is de respons te laag. De mening van deze groep is niet betrouwbaar, desondanks wordt deze wel verwerkt. De uitwerking hiervan zal niet leidend zijn maar geeft een beeld.
24
5.2 Conclusies enquête nul tot en met vijf jaar Deze enquête is verzonden naar alle ouders in de gemeente met kinderen in de leeftijd van nul tot en met vijf jaar. De respons van de vragenlijsten is 27,6%. In de gemeente Steenbergen geeft 78% van deze ouders aan dat er speelvoorzieningen in de buurt zijn. 66% zegt dat zij dit niet voldoende vinden. Van de ondervraagden geeft 77% aan dat de speelvoorzieningen in de buurt veilig zijn. Er is geen vraag gesteld over wat niet veilig is. De speelvoorzieningen bevinden zich bij 39% van de ouders op 100 meter afstand van hun huis. Bij 34% is dit 500 meter afstand. Bij 12% is de afstand tot een speelvoorziening meer dan 1000 meter vanaf hun huis. Aan de ouders is gevraagd of zij het een probleem zouden vinden als hun jonge kinderen op een speelvoorzieningen spelen waar ook jongere en oudere kinderen spelen. 59% vindt dit een goed idee en heeft hier geen bezwaar tegen. 24% van de ondervraagden vindt dit geen goed idee. De overige 17% heeft hier geen mening over. Gezien de percentages is het een idee om kinderen van verschillende leeftijden op één locatie te laten spelen. 5.3 Conclusies enquête zes tot en met twaalf jaar De kinderen in de leeftijd van zes tot twaalf jaar hebben een vragenlijst ingevuld op school. De scholen hebben hier vrijwillig aan meegedaan. Van de verstuurde vragenlijsten is 51,6% terug gekomen. Hiervan heeft 96,6% aangegeven dat er speelvoorzieningen in de buurt zijn. Op de vraag of de aanwezige voorzieningen saai zijn, heeft 53% geantwoord dat dit zo is. 47% vindt dat de huidige speelvoorzieningen niet saai zijn. De kinderen is gevraagd waar zij spelen. Ruim de helft van de ondervraagden speelt in zijn eigen buurt, tweederde speelt in zijn eigen straat en tweederde speelt in een andere wijk. Bij deze vraag waren meerdere opties mogelijk. Hieruit kan geconcludeerd worden dat kinderen in hun eigen straat of op loopafstand spelen. Op de vraag waarmee ze graag spelen is het klimrek en/of glijbaan het meest populair gevolgd door het spelen op een groot veld. De kinderen spelen het liefst met anderen waarbij ze graag rennen, springen en klimmen. Ook deze groep is gevraagd of zij op speelvoorzieningen willen spelen waar jongere en oudere kinderen spelen. Bijna tweederde van de kinderen heeft aangegeven dat zij dit leuk vinden. 5.4 Conclusies enquête dertien tot en met achttien jaar De respons op de vragenlijsten van dertien tot achttien jarigen is zoals eerder genoemd niet representatief. Toch worden hieronder uitkomsten gegeven van de teruggekomen vragenlijsten om een globaal beeld te krijgen. Op de vraag of er genoeg speel- of ontmoetingsplaats(en) in jouw buurt zijn, heeft 77% geantwoord dat er niet genoeg aanwezig is. 60% gaf aan dat er binnen 500 meter een speel- of ontmoetingsplaats te bereiken is. 22% kan binnen één kilometer een speellocatie bereiken, 4% binnen twee kilometer en voor 14% is dit meer dan twee kilometer. De bestaande speelvoorzieningen voor deze leeftijd wordt door 72% saai gevonden. Als favoriete plek gaf 36% aan dat zij graag op een trapveld is. 17% is graag op een JOP. De overige jongeren 47% hebben aangegeven liever op een andere plek, zoals thuis bij vrienden of in de buurt van winkels te willen hangen. Vanuit de kleinere kernen is er meer vraag naar voorzieningen die aansluiten op deze leeftijdsgroep.
25
Wat vind je ervan als er zowel jongere als oudere kinderen op dezelfde plaats aan het spelen zijn? 34% vindt het goed dat jongere en oudere kinderen samen spelen, 44% slecht en 22% heeft er geen mening over. 69% voelt zich veilig op de speel- of ontmoetingsplaatsen en 31% niet. Het aantal jongeren dat zich niet veilig voelt is meer dan verwacht. In de vragenlijst is geen vraag opgenomen waarom zij zich onveilig voelen. 5.5 Algemene aanbevelingen Uit de resultaten van het onderzoek komen een aantal algemene aanbevelingen regelmatig terug. Men vindt het onderhoud van de speelvoorzieningen slecht. De voorzieningen zijn vaak groen van de aanslag van algen. De ondergrond, zeker bij de schommels, bevat veel kuilen. Men zou graag voor de veiligheid van de kinderen een betere afscheiding tussen de speelvoorzieningen en de openbare ruimte zien, het liefst met groen. Er is behoefte aan meer bankjes en prullenbakken bij de speelvoorzieningen. In de actiepunten zal hierop terug gekomen worden.
26
Hoofdstuk 6: Visie over spelen in de gemeente Steenbergen Om te komen tot een speelruimtebeleidsplan is het nodig een visie te formuleren hoe omgegaan wordt met het spelen in de gemeente Steenbergen. Een visie geeft weer wat de “de kijk” op iets is. In dit geval geeft de visie weer hoe we in de gemeente Steenbergen omgaan met speelruimte en hoe we dat zien voor de komende 4 jaar. 6.1 Visie In de gemeente Steenbergen hanteren we voor het speelruimtebeleid 2010-2014 de volgende visie. “Buiten spelen moet bijdragen aan het gezond opgroeien en het goed ontwikkelen van kinderen”. Door middel van een speelruimtebeleid wil de gemeente Steenbergen bijdragen aan de gezondheid van kinderen door beweging, ontmoeting en ontwikkeling te stimuleren. Dit willen we bereiken door voor de jeugdigen van 0 tot 18 jaar voldoende kwalitatief goede speelruimten aan te beiden zodat zij buiten kunnen spelen en elkaar kunnen ontmoeten. Met deze visie bedoelen we dat ieder kind, dat in de gemeente Steenbergen woonachtig is of op bezoek komt, de gelegenheid moet hebben om buiten te kunnen spelen. Om buiten te kunnen spelen heeft een kind ruimte nodig. Deze ruimte wordt gegeven door zowel formele speelruimte als door informele speelruimten. Het gaat hierbij om de speelruimten in de zes kernen van de gemeente Steenbergen. De ruimten op de industrieterreinen en het buitengebied worden hierbij niet meegerekend. Met kwalitatief goede en voldoende speelruimten bedoelen we dat het aantal formele en informele speelruimte voldoende is voor de doelgroep. Daarnaast is het belangrijk dat de aangelegde speeltuinen, de formele speelruimten, van een goede kwaliteit zijn zodat veiligheid gewaarborgd wordt. Hierbij gaat het ook om het niveau van uitdaging van speelvoorzieningen en de variatie die aangebracht is.
27
Hoofdstuk 7: Vertaling van de visie in uitgangspunten en beleid De visie wordt vertaald in enkele beleidsuitgangspunten die hieronder zijn vermeld. Deze uitgangspunten zijn de doelen waar we naar streven bij het speelruimtebeleid. Zij vormen de basis om de visie te kunnen verwezenlijken. 7.1 Uitgangspunten Uitgangspunt 1. De jongeren van 0- tot 18-jarigen in gemeente Steenbergen hebben recht op informele en formele speelruimte. Uitgangspunt 2. Steenbergen streeft naar zoveel mogelijk informele speelruimte en hanteert een norm van minimaal 3% van de oppervlakte per woonwijk dat geschikt is als formele speelruimte. Uitgangspunt 3. Om voldoende ontwikkelingsmogelijkheden aan de doelgroep te bieden wordt een gevarieerd aanbod aan speelruimte en speelfuncties gerealiseerd. Uitgangspunt 4 . Bij het ontwerpen van speelplekken wordt rekening gehouden met medegebruik door jeugdigen met een handicap. Uitgangspunt 5 . De doelgroep, hun ouders en de omwonenden worden betrokken bij het ontwikkelen van (her)inrichtingsplannen. Uitgangspunt 6. Bij het ontwerp en onderhoud van de openbare ruimte wordt nagegaan of en hoe de bespeelbaarheid verhoogd kan worden. Toekomstige (bestemmings) plannen worden getoetst aan de normen voor speelruimte. Uitgangspunt 7. Schoolpleinen en kunstgrasvelden op sportaccommodaties die kunnen voorzien in de behoefte aan speelruimte, worden in overleg met de betrokkenen bij het openbare speelvoorzieningenniveau getrokken. Uitgangspunt 8. Waar mogelijk wordt de behoefte aan speelruimte samen met maatschappelijk betrokken partners ingevuld. Uitgangspunt 9. Het onderhoud van de speelvoorzieningen in Steenbergen wordt volgens de wettelijke richtlijnen goed uitgevoerd. De speelvoorzieningen worden vervangen aan de hand van een flexibel vervangingsschema. Uitgangspunt 10. Bij klachten inzake onveilige en onwenselijke situaties worden binnen vijf werkdagen, volgens het kwaliteitshandvest, passende maatregelen genomen.
28
7.2 Vertaling van de uitgangspunten in het beleid Een deel van de genoemde uitgangspunten wordt al nagestreefd, zonder dat er een beleid aan ten grondslag ligt. Dit zijn voorwaarden waaraan voldaan wordt bij het plaatsen en onderhouden van speelruimten. Hieronder zal beschreven worden hoe de gemeente met haar huidige activiteiten bijdraagt aan de uitgangspunten zoals die nu geformuleerd zijn. In het actieplan zal ingegaan worden op eventuele wijzigingen die nodig zijn om dit beleid uit te kunnen voeren. 7.2.1 Iedereen voldoende gevarieerde speelruimte De onderstaande uitgangspunten hebben betrekking op de hoeveelheid speelruimte. De jongeren van 0- tot 18-jarigen in gemeente Steenbergen hebben recht op informele en formele speelruimte. Steenbergen streeft naar zoveel mogelijk informele speelruimte en hanteert een norm van minimaal 3% van de oppervlakte per woonwijk dat geschikt is als formele speelruimte. Om voldoende ontwikkelingsmogelijkheden aan de doelgroep te bieden wordt een gevarieerd aanbod aan speelruimte en speelfuncties gerealiseerd. Bij het ontwerp en onderhoud van de openbare ruimte wordt nagegaan of en hoe de bespeelbaarheid verhoogd kan worden. Toekomstige (bestemming) plannen worden getoetst aan de normen voor speelruimte. In de gemeente Steenbergen streven we naar voldoende speelruimten voor alle jongeren tot en met 18 jaar. Dit aanbod moet gevarieerd zijn en voldoen aan de behoefte. De demografische gegevens van een wijk veranderen door vertrek van gezinnen en het ouder worden van kinderen. De speelvoorzieningen zijn hier niet iedere keer op aan te passen. Toch is het goed om iedere vier jaar te kijken naar wat de behoefte is, of de huidige voorzieningen nog voldoen en hoe dit veranderd kan worden. Ook is in de huidige voorzieningen geen specifieke rekening gehouden met de doelgroep gehandicapten. Er zouden bestaande voorzieningen geschikt gemaakt kunnen worden voor deze doelgroep. Momenteel voldoet de gemeente Steenbergen aan de gehanteerde speelruimtenorm van Jantje Beton. De gemeente heeft 6,2% van de bebouwde grond beschikbaar voor speelruimten. . Bij nieuw aan te leggen woongedeelten en bestemmingsplannen wordt er altijd ruimte gereserveerd voor speelvoorzieningen. Hierbij wordt ook gestreefd naar de norm van 3%. In een plattelands gemeente is er meestal meer openbare ruimte beschikbaar dan in stedelijke gebieden, hierdoor is de noodzaak van formele speelruimten minder. Binnen de gemeente hanteren we een andere richtlijn voor het aantal speelruimten. We vinden het belangrijk om het aantal speelvoorzieningen af te stemmen op de doelgroep. De gehanteerde richtlijn is gebaseerd op de actieradius. Wanneer we naar het totaal aanbod van alle kernen kijken voldoen we aan onze richtlijn. Er zijn voor alle leeftijdsgroepen voldoende speelvoorzieningen aanwezig. Wanneer we specifiek kijken naar de leeftijdsgroepen en de verschillende wijken in Steenbergen zijn er nog verbeteringen mogelijk voor de leeftijdsgroep van 0 tot 5 jaar zijn. In Steenbergen zuid zouden twee voorzieningen extra geplaatst moeten worden voor de leeftijdsgroep 0- 5 jaar. Ook in het centrum is er nu niet voldoende speelruimte voor de leeftijdsgroepen 0 tot 5 jaar hier zou één voorziening bij geplaatst moeten worden. Voor de leeftijd van 0 tot 5 jaar wordt dit met de ontwikkelingen van de nieuwe woningbouwprojecten opgelost. Daar is ruimte gereserveerd voor speelvoorzieningen. Wanneer we naar de andere doelgroepen kijken is er voldoende speelvoorzieningen voor de leeftijdsgroep 6 tot 12 jaar. De speelvoorzieningen voor de doelgroep 13 tot 18 jaar zijn net voldoende.
29
Aan de kant van het gemeentehuis zijn nu weinig mogelijkheden voor de diverse leeftijdsgroepen, zeker voor de groep van 13 tot 18 jaar. Een tijdelijke aanpassing hierin zou dit kunnen verhelpen tot ontwikkeling van het nieuwe woonwijk gereed is. In Steenbergen zuid zou nog een voorziening erbij geplaatst kunnen worden. Dit blijkt ook uit de resultaten van de enquêtes. In de enquête is ook gevraagd of men het bezwaarlijk vond om op voorzieningen te spelen met meer leeftijden, dit werd niet als een probleem gezien door de meerderheid. Het is dus mogelijk om bestaande voorzieningen aan te vullen met elementen die geschikt zijn voor een andere leeftijdsgroep.
7.2.2 Betrokkenheid bij ontwikkeling Waar mogelijk wordt de behoefte aan speelruimte samen met externe partners ingevuld. De doelgroep, hun ouders en de omwonenden worden betrokken bij het ontwikkelen van (her)inrichtingsplannen. Wanneer er een grotere voorziening geplaatst wordt, wordt er met omwonenden overlegd wat zij wenselijk vinden. Een voorbeeld hiervan zijn de JOPS. Met jongeren wordt gekeken naar de geschikte locatie en hoe deze er dan uit moet komen te zien. Vervolgens wordt met omwonenden gesproken over hoe zij dit zien. Deze betrokkenheid moet vergroot worden. De omwonenden moeten betrokken worden bij het kiezen van de voorziening, maar ook bij het onderhoud ervan. Wanneer omwonenden meer verantwoordelijk zijn voor de voorziening wordt het iets van de omwonende zelf. Adoptieplan van speelvoorzieningen zou hierbij helpen. Hierbij is een groep omwonenden zelf verantwoordelijk voor de voorziening, zij verzorgen een deel van het onderhoud en praten mee over aanpassingen.
30
7.2.3 Onderhoud en klachtafhandeling Bij klachten inzake onveilige en onwenselijke situaties worden binnen vijf werkdagen, volgens het kwaliteitshandvest, passende maatregelen genomen. Het onderhoud van de speelvoorzieningen in Steenbergen wordt volgens de wettelijke richtlijnen goed uitgevoerd. De speelvoorzieningen worden vervangen aan de hand van een flexibel vervangingsschema Het onderhoud van de speeltoestellen gebeurd, zoals eerder besproken, door onze eigen dienst. Deze mensen zijn gecertificeerd om het onderhoud van de speeltoestellen te kunnen en mogen doen. Het onderhoud gebeurd nu wanneer er mankementen worden gesignaleerd naast de jaarlijks opknapbeurt. De vervanging van elementen die niet functioneren of niet meer in een degelijke staat zijn wordt hierin meegenomen. Toestellen die niet meer te repareren zijn worden in zijn geheel verwijderd. Vervanging van toestellen gebeurd wanneer deze technisch niet meer voldoet. De uitstraling van het toestel niet meer voldoende is of past. Dit gebeurd vaak als het toestel al jaren afgeschreven is. Het vervangen van toestellen is enkel mogelijk wanneer het onderhoudsbudget hiervoor nog toereikend is. Door het opstellen van een Meerjaren Onderhouds Planning (MOP) kan er met vervanging en afschrijving meer rekening gehouden worden en zijn we daarvoor niet afhankelijk van de onderhoudsbudgetten. In de MOP is het duidelijk welke toestellen er de komende jaren afgeschreven zijn en wat de vervanging zou zijn. Wanneer er klachten zijn over een toestel omdat het vernield is, er schade is of het om een andere reden niet functioneert, wordt dat doorgegeven aan de gemeente. De onderhoudsdienst kijkt hoe zij dit kunnen verhelpen en wat daarvoor nodig is. Hierbij wordt het vastgestelde kwaliteitshandvest van de gemeente als leidraad gebruikt. Dit houdt in dat er binnen vijf werkdagen een passende maatregel wordt genomen.
31
Hoofdstuk 8: Actiepunten voor de periode 2010 – 2014 De hieronder beschreven actiepunten dragen bij om het huidige aanbod van speelvoorzieningen in de gemeente te toetsen aan nieuwe ontwikkelingen en het huidige aanbod aan te vullen of te verbeteren. 8.1 Evaluatie demografische gegevens De bevolking verandert, mensen verhuizen maar nog belangrijker kinderen worden ouder. Hier dienen de voorzieningen op te worden afgestemd. Wanneer er een nieuwbouwwijk wordt gerealiseerd zullen daar veel jonge kinderen wonen. In oudere wijken heb je meer oudere kinderen. Het is een cyclus waarbij steeds weer jongeren uit de speeltoestellen groeien. Het is mogelijk deze voorzieningen te ruilen van de ene wijk naar de andere wijk. Door iedere vijf jaar te kijken naar de speelvoorzieningen in verhouding met de demografische gegevens kan er gestreefd worden naar voldoende passende speelvoorzieningen. Acties: - Elke 5 jaar evaluatie van demografische gegevens. 8.2 Meer variatie in de huidige speeltoestellen Uit het behoefte onderzoek van de gebruikers is naar voren gekomen dat men de huidige speelvoorzieningen saai vindt. Binnen het huidige aanbod van speeltoestellen is vooral weinig uitdaging voor de grotere kinderen (doelgroep zes tot twaalf jaar). De huidige voorzieningen zijn vooral gericht op de jongere kinderen. Er moet meer uitdaging in het huidige aanbod worden gerealiseerd. De huidige speeltoestellen hebben speelaanleidingen die vooral gericht zijn op gestuurde beweging. Hier moet meer gekeken worden naar speeltoestellen die voldoen aan de nieuwe vraag om speelaanleidingen; Ontmoeting of rust,- Regel- en wedstrijdspel, Rollenspel, Bewegingsspel. Bijna alle speeltoestellen die nu geplaatst zijn, zijn afkomstig van een leverancier en uit dezelfde serie. Het zijn stevige speeltoestellen die goed bestand zijn tegen vandalisme en een lange levensduur hebben. Er zijn echter veel meer leveranciers van speeltoestellen op de markt aanwezig die beweging, fantasie en de beleving van kinderen kunnen verhogen en prikkelen. De huidige economische levensduur van speeltoestellen past niet altijd meer bij de opbouw van de bevolking. De toestellen groeien niet mee met de kinderen. Doordat de toestellen kwalitatief zo goed zijn, is er bijna geen vervanging nodig. Dit heeft als voordeel dat er weinig onderhoud is aan de toestellen, maar als nadeel dat sommige toestellen er meer dan 10 jaar staan. Door speeltoestellen te rouleren tussen de kernen kan er met het huidige aanbod variatie worden gerealiseerd. Er kan worden gekozen om een speeltoestel te verwisselen met een ander toestel wanneer deze niet meer gebruikt wordt. Hierbij moet wel de kanttekening worden geplaatst dat verplaatsen van speeltoestellen veel arbeid kost en de levensduur van de voorzieningen verkort. Acties: - Nieuwe leveranciers van speeltoestellen om een gevarieerd het aanbod te realiseren. - Huidige voorzieningen tussen wijken uitruilen. - Kleine aanpassingen in bestaande voorzieningen
32
8.3 Randvoorzieningen op speelterreinen controleren. Ui het behoefte onderzoek is naar voren gekomen dat er op diverse plekken ongenoegen is over de randvoorzieningen, deze zijn niet altijd voldoende aanwezig. Er zijn geen bankjes geplaatst bij de speelvoorziening, geen prullenbakken en soms is de verlichting en de afscheiding matig. Bij alle formele speelvoorzieningen dienen er prullenbakken en zitgelegenheid aanwezig te zijn. Er moet goed gekeken worden welke voorzieningen aangevuld dienen te worden om de speelvoorzieningen volledig te maken. Dit geldt ook voor de verlichting. Wanneer er echt onveilige situaties ontstaan door het ontbreken van verlichting moet er gekeken worden of deze aangelegd kan worden. Soms zijn bankjes weggehaald vanwege overlast of vandalisme. Wanneer zitgelegenheden hierdoor verwijderd zijn, is het zaak dit kenbaar te maken aan de omgeving. In overleg met de wijkagenten en jongerenwerker moet er gekeken te worden of deze teruggeplaatst kan worden. Het overleg over overlast van jeugd is een plaats waar gesproken wordt over randvoorzieningen bij speelruimte. Er wordt gezamenlijk gekeken of het nodig bankjes, prullenbakken of fietsenrekken te plaatsen of juist te verwijderen. Acties: - inventariseren of er aanpassingen nodig zijn in de randvoorzieningen.
8.4 Meerjaren Onderhouds Planning (MOP) opstellen Voor het onderhoud van speelvoorzieningen wordt elk jaar een inschatting gemaakt welke voorzieningen opgeknapt of vervangen moeten worden. Van alle onderhoudsbeurten en aanpassingen wordt een logboek bijgehouden. Het zou goed zijn om voor de vervanging en het onderhoud bestaande en nieuwe speelvoorzieningen een Meerjaren Onderhouds Planning (MOP) op te stellen. Deze MOP bevat het onderhoud van bestaande speeltoestellen en de noodzakelijke keuringen. Daarnaast bevat het de vervanging van oude voor nieuwe speeltoestellen, grote reparaties en nieuwe projecten. In overleg met de uitvoerders van de uitvoerende dienst zal een format hiervoor worden opgesteld. De MOP wordt de jaarlijkse planning met daaraan gekoppeld de benodigde budgetten. De communicatie van deze MOP is belangrijk. Het is vaak bij burgers niet duidelijk dat er intensief aandacht is voor het onderhoud speelvoorzieningen. Men weet niet dat er regels zijn voor het onderhoud en de controle om de veiligheid van de toestellen te waarborgen. Het is goed om jaarlijks een kort verslag te maken van het gedane onderhoud en de controles. Acties: - in overleg met de uitvoerende mensen een MOP opstellen.
33
8.5 Aanleg enkele natuurlijke speelvoorzieningen in de gemeente Een opkomende trend in het spelen zijn de groene speelvoorzieningen. Dit is een formele speelvoorziening opgebouwd uit natuurlijke elementen zoals zand, water, boomstammen en groen centraal staan. Het doel is om kinderen uit te dagen en te fascineren en hen spelenderwijs kennis te laten maken met de natuur. Het materiaal en de opbouw van de speelplaats moeten de creativiteit van kinderen stimuleren en ze in contact brengen met de natuur. Denk bijvoorbeeld aan: hutten bouwen, over een touwbrug lopen en over boomstammen klauteren, een fontein met water en zand, hangmat en een schommel in het kleuterbos, een moeras, sluiptrap naar de uitkijkpost of spelen op eilanden. Uitdaging en veiligheid staan in een gezond evenwicht. Kinderen worden gestimuleerd tijdens het spel veiligheidsbevorderende vaardigheden aan te leren De meeste natuurlijke speelvoorzieningen vindt je terug in speelbossen. Bij een speelbos staat de natuur centraal. Het is toegestaan om in het bos vrij te bewegen, hierbij kun je denken aan het klimmen in bomen en verstoppen in struiken. Vaak is het bos ingericht met speciale speeltoestellen, zoals omliggende bomen, waterpoeltjes hier spelen kinderen niet direct met de natuur. Het onderhoud van een speelbos vergt eenzelfde intensieve aanpak als een gewone speelplaats. De natuur moet goed worden onderhouden en er moet gekeken worden naar de veiligheid van de kinderen. Het is lastig om zomaar een speelbos in een bestaand gebied aan te leggen. Het gebied moet getoetst en geschikt gemaakt worden op onaanvaardbare risico‟s. Er moeten regelmatige controles worden uitgevoerd. Ook voor de elementen in een speelbos geldt dat zij gecertificeerd moeten zijn en moeten voldoen aan de Warenwet Attractie Besluit. Dit geldt voor boomstammen die neergelegd zijn of ander natuurlijke elementen die gebruikt worden. Dit maakt dat de kosten voor een speelbos net zo hoog liggen als die voor een gewone groter speelvoorziening. Maar vraagt een grotere creatieve inspanning bij de ontwikkelaars en bouwers van de speelvoorziening. Uit gesprekken met dorpsraden, de enquêtes en andere inwoners is gebleken dat deze nieuwe landelijke trend ook de interesse heeft van de inwoners in Steenbergen. Natuurlijk spelen wint landelijk steeds meer terrein. De gemeente Steenbergen is een plattelandsgemeente met van oorsprong veel groen. Natuurlijke speelvoorzieningen zouden een goede aanvulling zijn om de nadruk op het landschap en de omgeving te behouden. Iedere kern van de gemeente heeft mogelijkheden om een natuurlijke speelvoorziening aan te leggen. Bij de aanleg van natuurlijke speelruimte komt soms de echte natuur in het gedrang, hierdoor zijn niet alle plaatsen geschikt.
Acties: - Geschikte locaties voor natuurlijke speelvoorzieningen zoeken - Aanleg van natuurlijke speelvoorzieningen in overleg met diverse afdelingen
34
8.6 Overleggen over openstelling van schoolpleinen en sportparken. Naast de openbare multifunctionele speelplekken worden steeds meer schoolpleinen ingericht als openbaar buurtspeelplein. De scholen in Steenbergen beschikken over goed ingerichte schoolpleinen, deze zijn niet allemaal toegankelijk na schooltijd. Het is wenselijk om zo veel mogelijk schoolpleinen in te kunnen zetten als speelruimte. Er worden hier samen met de scholen duidelijke afspraken over gemaakt Een mogelijkheid is om een beheerder in de straat of buurt toegang tot het schoolplein te geven zodat deze er voor zorgt dat het plein afgesloten wordt. In het kader van de brede school worden er steeds meer activiteiten in en rond de school georganiseerd in samenwerking met sportclubs en andere partijen. Met name in de kleinere kernen is het wenselijk om de schoolpleinen te betrekken als speelvoorziening, de mogelijkheden in deze kernen binnen de openbare ruimten zijn beperkt. Maar ook in het centrum van Steenbergen zelf zijn er witte vlekken als het gaat om speelvoorzieningen. Om de openstelling te realiseren zal in sommige gevallen enkele aanpassingen moeten worden gedaan aan de bestaande voorzieningen bij de scholen. In het sportbeleidsplan is opgenomen dat wanneer er kunstgrasvelden aanwezig zijn op het sportterrein deze in overleg opengesteld wordt voor andere gebruikers. In sommige gevallen zullen de sportvelden dan ook geschikt zijn als speelruimte, meestel in een georganiseerd verband. Hier dienen nog goede afspraken over te worden gemaakt met de sportverenigingen die de sportvelden beheren. Het jongerenwerk in de gemeente organiseert steeds meer activiteiten die geschikt zijn voor alle jongeren van 10 tot 23 jaar. Hiervoor maakt zij gebruik van de sporthallen, de sportvelden en enkele speelruimten.
Acties: - Overleggen met scholen over openstelling van schoolpleinen buiten schooltijden. - Overleggen met jongerenwerk en Buiten Schoolse Opvang over gebruik maken kunstgras voorzieningen
35
8.7 Adoptieplan speelruimten door buurtverenigingen en dorpsraden Een veel voorkomende opmerking uit het behoefte onderzoek over de speelvoorzieningen is dat deze niet onderhouden en saai zijn. Buurtbewoners weten vaak heel goed hoe een speelvoorziening gebruikt wordt en hoe deze eruit moet zien. Door een buurt of wijk een speelvoorziening te laten adopteren maak je de buurt verantwoordelijk voor de speelvoorziening en ontstaat er draagvlak. De buurt kan de speelvoorzieningen extra controleren naast de verplichte inspecties. Bij eventuele gebreken moet de gemeente hiervan op de hoogte worden gesteld en de gebreken verhelpen in verband met de aansprakelijkheid van de gemeente. Zonder de aansprakelijkheid te verschuiven kan het klein onderhoud zoals schoonmaak, de ondergrond aanharken, onkruid verwijderen en zwerfafval oprapen door de buurt worden gedaan in plaats van de mensen van de uitvoerende dienst. Hiermee kan de frequentie van het onderhoud verhoogd worden zonder dat dit een extra last voor de gemeente betekent. Daarnaast kan de buurt meepraten over de wensen van de speelvoorziening zodat deze beter geschikt blijft voor de kinderen die er gebruik van maken. Zo worden zij actief betrokken bij de speelvoorzieningen. Acties: - In alle kernen en wijken adoptieteams organiseren met de omwonenden.
8.8 Speelvoorziening geschikt voor minder validen. De speelvoorzieningen in de gemeente Steenbergen zijn bijna niet geschikt of toegankelijk voor kinderen met een beperking. MEE West Brabant biedt informatie, advies en ondersteuning aan mensen met een verstandelijke of lichamelijke handicap. Er zal overleg plaatsvinden met MEE om te inventariseren wat de doelgroep in Steenbergen is. Gezamenlijk zal gekeken worden wat de behoefte is van deze doelgroep. De behoefte kan variëren van kleine aanpassingen om de voorziening beter toegankelijk te maken. Tot toevoegingen aan de bestaande speelvoorzieningen speciaal voor de doelgroep. Acties: - Overleggen met MEE West Brabant of er behoefte is aan aangepaste speelvoorzieningen voor minder validen. - Aanpassingen aan bestaande speelvoorzieningen om deze geschikt te maken.
36
8.9 Nationale straatspeeldag De Nationale Straatspeeldag wordt georganiseerd door de Verenigde- VerkeersVeiligheids- Organisatie 3VO. 3VO brengt de Nationale Straatspeeldag tot stand in samenwerking met lokale buurtgroepen, scholen, speeltuinverenigingen en andere organisaties. De deelnemende organisaties verzorgen hun eigen Nationale Straatspeeldag in hun wijk, buurt of straat. 3VO ondersteunt ze daarbij en zorgt voor landelijke publiciteit. Sinds 1994 wordt er in Nederland elk jaar een Nationale Straatspeeldag gehouden. Op die dag worden overal in ons land straten afgesloten voor verkeer, zodat kinderen zonder gevaar naar hartenlust kunnen spelen. De dag is een echte actiedag met spandoeken, folders, ouders en natuurlijk veel spelende kinderen op straat. Door het afsluiten van de straten wordt de aandacht gevraagd van omwonenden, de gemeente en voorbijgangers. Elke straat, buurt of school kan meedoen om zo de eigen omgeving veiliger en kindvriendelijker te maken. In de gemeente Steenbergen nemen enkele buurtverenigingen al deel aan deze dag. In 2009 heeft het jongerenwerk een rol gespeeld in de organisatie van deze dag. Voor de komende jaren is het doel om in iedere kern de straatspeeldag te organiseren in overleg met de buurt of wijk. De gemeente heeft hierin een coördinerende en stimulerende rol. Acties: - Organisatie van jaarlijkse Straatspeeldag.
37
Hoofdstuk 9: Planning 2010- 2014 Voor de hiervoor genoemde actiepunten is een planning opgezet. Deze planning is voor de komende vier jaar, waarbij een groot deel van de actiepunten gerealiseerd moeten zijn. 9.1 Jaarlijks terugkerende activiteiten Een aantal punten zijn jaarlijks terugkerend en zullen voor het eerst in 2010 worden georganiseerd. De adoptieteams zullen de komende jaren functioneren. Voor ieder jaar wordt een actieplan opgesteld naar aanleiding van de MOP en de wensen van de adoptieteams. De straatspeeldag zal jaarlijks worden georganiseerd. Het aanpassen van de bestaande voorzieningen met bankjes, prullenbakken etc. Samen met de aanpassingen om de speelvoorzieningen aantrekkelijker te maken zijn een doorlopend proces. 9.2 Planning actiepunten Activiteit MOP Adoptieteams Straatspeeldag Aanpassingen voorzieningen Openstellen schoolpleinen Onderzoek mogelijkheden Natuurlijk spelen Aanpassing minder valide Start ontwikkeling Natuurlijk spelen Aanleg natuurlijk spelen Start evaluaties speelruimtebeleid
Start 2010 2010 2010 2011
Gerealiseerd December 2010 Doorlopend Doorlopend Doorlopend
2011 2011
September 2012 December 2011
2011 2012
Zomer 2013 December 2012
2013 September 2013
2013 December 2013
9.3 Evaluatie beleidsplan Het beleidsplan is opgesteld voor 4 jaar, dit betekend dat in 2013 gestart moet worden met de evaluatie van dit beleidsplan. De evaluatie voor het beleidsstuk bestaat uit een tevredenheidonderzoek van de burgers. Hoe kijken de diverse leeftijdsgroepen nu aan tegen de speelvoorzieningen in de gemeente Steenbergen. Verder zal er gekeken moeten worden of het invoeren van de MOP effect heeft. Is er minder adhoc werk uit te voeren door de verantwoordelijke dienst, en levert het nog andere efficiency op? Bij de evaluatie en het opstellen van nieuw beleid dienen de adoptieteams betrokken te worden. Tussentijds zullen er evaluatie momenten worden gehouden om te kijken hoe het werk van de adoptieteams wordt ervaren. Geeft dit het beoogde resultaat, beter onderhouden speelvoorzieningen? Er zal gekeken worden hoe de betrokkenheid van de teams is en hoe deze verhoogd kan worden. Wat hebben de adoptieteams van de gemeente nog nodig om goed te kunnen functioneren. Al deze onderdelen zijn weer nieuwe input voor het beleidsstuk dat geschreven wordt voor de periode vanaf 2014.
38
Hoofdstuk 10: Financiën Speelvoorzieningen kunnen niet zonder financiën. Wanneer er geen middelen beschikbaar worden gesteld om de voorzieningen te onderhouden is het niet mogelijk om te voldoen aan de eisen die er landelijk liggen. De huidige begroting dekt dit onderhoud van de bestaande speelvoorzieningen. Om te komen tot een verbeterd aanbod van speelruimte in Steenbergen zijn er extra middelen noodzakelijk. In de volgende paragraad wordt weergegeven hoe speelvoorzieningen gefinancierd worden. 10.1. Begroting 2010, beheer en onderhoud van speelvoorzieningen Voor het aanbod van formele speelvoorzieningen dienen er voldoende financiële middelen te zijn zodat het mogelijk is passend beheer, onderhoud en vervanging uit te voeren. Soort Aanschaffingen Abonnementen e.d. Onderhoud Kapitaallasten Doorbelasting kostenplt rollend materieel Doorbelasting Maatschappelijke Ontwikkeling Doorbelasting Operationeel Beheer Totaal
Begroting 2010 € 17.000 € 155 € 18.000 € 31.665 € 15.347 € 3.494 € 38.229 € 123.890 +
In de bovenstaande tabel is de verdeling van de begroting voor 2010 opgenomen. Hierin zijn de doorbelastingen opgenomen voor de uren van de afdelingen. De uren voor het operationeel beheer, zijn de uren voor onder andere het onderhoud en de vervanging van de speelruimten. De post aanschaffingen is bestemd voor nieuwe voorzieningen. Hiervan kan gemiddeld één speelvoorziening per jaar nieuw worden aangeschaft. In de begroting is geen bedrag voor de JOP‟s opgenomen. Dit bedrag is een reserve voor de uitvoer van het voorstel dat in iedere kern een Jongeren Ontmoetings Plaats wordt gerealiseerd. Er is een extra bedrag van € 75.000 voor gereserveerd om in elke kern een voorziening te realiseren. Naast deze middelen worden de JOPS betaald uit de projectvoorzieningen zoals Den Darink in Kruisland en de plannen voor de Oostgroeneweg in Dinteloord. De informele speelruimten zijn groenstroken en pleintjes. Het onderhoud van informele speelruimte wordt gefinancierd uit de reguliere onderhoudsbudgetten voor het groen onderhoud en het onderhoud van de wegen. Wanneer er geïnvesteerd wordt in dit onderhoud en de kwaliteit ervan, komt dit ten goede van de speelvoorzieningen. Zowel de informele speelvoorzieningen als de formele speelvoorzieningen hebben een betere uitstraling wanneer het groen kwalitatief goed is. 10.2 Financiën andere afdelingen Naast de nieuwe ontwikkelingen zijn er aanbevelingen gedaan om de huidige voorzieningen naar aan hoger niveau te brengen. Om het aanbod te optimaliseren zijn er ook middelen nodig van andere afdelingen van de gemeente. Met name de aanpassingen in groen en de randvoorwaarden vragen de medewerking en financiële mogelijkheden van andere budgetten. Keuzes op deze beleidsterreinen kunnen soms tegenstrijdig liggen waardoor goed naar het gezamenlijk belang gekeken moet worden.
39
10.3 Subsidies Er zijn regionaal, provinciaal, landelijk en Europees diverse subsidiemogelijkheden. Deze mogelijkheden zijn niet direct voor speelvoorzieningen, maar meestal voor het stimuleren van wijken en de leefbaarheid. Er zal jaarlijks gekeken worden welke subsidies aangevraagd kunnen worden. Daarnaast zullen de adoptieteams gestimuleerd worden om subsidies aan te vragen. Zij hebben andere mogelijkheden dan gemeenten. 10.4 Vandalisme Voor vandalisme is geen apart budget opgenomen. Meestal gaat dit om kleine zaken die vervolgens worden hersteld uit het onderhoudsbudget. Soms is het vandalisme dusdanig dat het niet meer gemakkelijk te herstellen is. Hierbij moeten dan grote delen of het gehele toestel worden vervangen. De kosten hiervan zijn hoog en niet meegenomen in de reguliere budgetten. De afgesloten verzekeringen dekken de schade van vadalisme aan speeltoestellen niet. De hoge kosten voor deze polissen wegen niet op tegen het aantal vernielingen. Hierdoor dient de vervanging van een vernield toestel uit de gemeentelijke middelen worden betaald. Wanneer er vaker een groot speeltoestel volledig vernield wordt, kan in overweging worden genomen om alsnog deze dekking af te nemen. De gemeente heeft na recent vandalisme door brand nu specifiek daarvoor een verzekering genomen.
10.5 Nieuwe ontwikkelingen en acties Voor de nieuwe ontwikkelingen is de volgende raming gemaakt van de eenmalige kosten over de totale periode tot en met 2014. Deze raming zijn enkel kosten van materieel, uren van de diverse betrokken afdelingen zijn hierin niet meegenomen. Onderdeel Meer variatie in het aanbod, kleine aanpassingen Randvoorzieningen aanpassen (zonder aanpassingen in verlichting) Natuurlijke speelvoorzieningen Aanpassingen schoolpleinen Minder valide geschikte voorziening Adoptieplan Nationale straatspeeldag Totaal
Middelen € 20.000 € 30.000 € € € € € €
40
80.000 (€ 40.000 per voorziening) 15.000 20.000 ( gebaseerd op 50:50 subsidie) 15.000 8.000 188.000
10.6 Financieel plaatje per jaar In de onderstaande tabel is weergegeven wat de kosten voor het speelruimtebeleid per jaar zijn. De kosten zijn gebaseerd op de kosten van het onderhoud en beheer van de bestaande speelvoorziening. Daarnaast is weergegeven wat de kosten per jaar zijn voor de nieuwe ontwikkelingen en acties
Aanpassingen, huidige Onderhoud huidige Doorbelastingen Subtotaal bestaand Meer variatie Randvoorzieningen Natuurlijk spelen Aanpassingen schoolplein Minder valide voorzieningen Adoptieplan Nationale straatspeeldag Totaal
2010 € 17.000
2011 € 17.000
2012 € 17.000
2013 € 17.000
2014 € 17.000
€ 18.000 € 57.000 € 92.000
€ 18.000 € 57.000 € 92.000
€ 18.000 € 57.000 € 92.000
€ 18.000 € 57.000 € 92.000
€ 18.000 € 57.000 € 92.000
€ € € €
€ € € €
€ € € €
€ € € €
€ € € €
5.000 7.500 0 0
5.000 7.500 0 0
5.000 7.500 40.000 7.500
5.000 7.500 0 7.500
0 0 40.000 0
€0
€0
€0
€ 2.000
€0
€ 3.500 € 1.000
€ 3.500 € 2.000
€ 3.500 € 2.000
€ 3.500 € 2.000
€ 1.000 € 1.000
€ 109.000
€ 110.000
€ 157.500
€ 137.500
€ 134.000
41
Bronnen De volgende bronnen zijn gebruikt bij het opstellen van het beleidsplan. - Vooronderzoek ten behoeve van ontwikkeling speelruimtebeleid 2009, M.J.I.D Heybeek en L.P.M Buijk - De heer G. Matthijssen - Mevrouw F. Janssen - Medewerkers afdeling Maatschappelijke ontwikkeling - Medewerkers afdeling Ruimtelijke ontwikkeling Internetbronnen
Speelruimte actieplan gemeente Vlissingen (2005). http://www.vlissingen.nl/spelen Hoorn (2009). www.hoorn.nl/Bestanden/.../Speelruimteplan.pdf Alphen a/d Rijn (2009). http://www.alphenaandenrijn.nl/INTERNET/Communicatie/Documenten/704.03%20Speelruimtepla n%20Alphen%20lage%20resolutie.pdf Formdesk (2009). www.formdesk.nl Vrij spel voor het speelbos (2007). http://www.stichtingrecreatie.nl/kicproj.nsf/0/A6940E9F4EEC5E96C125725E0043DCF3/$file/Vrij_sp el_voor_het_speelbos.pdf Obb ingenieurs (2009). http://www.obb-ingenieurs.nl Speelnatuur en veiligheid ( 2008). http://speelbos.debaaijadvies.nl/speelbossen.pdf Attractie- en speeltoestellen, registratieplicht logboek (2009). http://overheidsloket.overheid.nl/index.php?p=product&product_id=1038 Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (2009). Gevonden, 17-09-09 op: http://lexius.nl/warenwetbesluit-attractie--en-speeltoestellen/artikel1 Stichting recreatie (2009). http://www.stichtingrecreatie.nl/kicproj.nsf/0/A6940E9F4EEC5E96C125725E0043DCF3/$file/Vrij_sp el_voor_het_speelbos.pdf Alles over spelen (2009). http://www.allesoverspelen.nl/csi/spelen.nsf/wwwVwContent/l4speelruimte-.htm Warenwetbesluit (2009).: http://www.keurmerk.nl/Accommodatie/Speeltuin/Attractiebesluit.html#Reikwijdte
42
Speelbos (2009). http://speelbos.debaaijadvies.nl/speelbossen.pdf Zoneparcs (2009). www.zoneparcs.nl Academia press (2009). www.academiapress.be Nuso (2009). http://www.nuso.nl/deltaplanspelen/Wenkenblad-oktober-2008.pdf Keurmerk (2009). http://www.keurmerk.nl/Accommodatie/Speeltuin/Attractiebesluit.html#Reikwijdte Lexius (2009). http://lexius.nl/warenwetbesluit-attractie--en-speeltoestellen/artikel1 Gemeente Steenbergen (2009). http://www.gemeente-steenbergen.nl/smartsite.shtml?ch=TRA&id=51261 Jantje Beton (2009). http://www.jantjebeton.nl/ Cruyff Foundation (2009). http://www.cruyff-foundation.org/ Child Friendly Cities (2009). http://www.kindvriendelijkesteden.nl/ Krajicek Foundation (2009). http://www.krajicek.nl/foundation/default.asp
43
Bijlage Bijlage 1: Onderhoudsschema Voor onderhoud gehanteerd.
van
Aanbevolen frequentie Dagelijks Wekelijks 1 á 2 maal per maand Iedere maand
Ieder half jaar Ieder jaar Ieder jaar Om de 2 tot 4 jaar
de
bestaande
speeltoestellen
wordt
het
volgende
schema
Onderhoudswerkzaamheden Controle op acute onveilige omstandigheden Los bodemmateriaal gelijkmatig verdelen onder/bij toestel Grasmaaien in groeiseizoen Los bodemmateriaal aanvullen Controle op beschadigingen van constructie en bodem Controle op bewegende delen van constructie Controle op vervuiling Controle op stabiliteit, stand en draagvermogen Smeren van lagers Controle op aantasting van materiaal Behandelen van houtrotgevoelige plekken/onderdelen Controle verflagen Kunststof in de was zetten Gras bemesten en eventueel bij zaaien Beitslagen opnieuw aanbrengen Lakverflaag opnieuw aanbrengen
Bijlage 2: Valhoogtes In het attractiebesluit zijn de volgende voorwaarden voor valhoogte en bodemmateriaal opgenomen: Valhoogte Tot 60 cm Tussen 60 cm en 1.5 meter Tussen 1.5 en 3 meter
Regelgeving Schokdempend materiaal voor toestellen met gedwongen beweging Bodemmateriaal minimaal 1.5 meter rondom het toestel zonder gedwongen beweging liggen Bodemmateriaal minimaal 50 cm + 2/3 maal valhoogte rondom het toestel zonder gedwongen beweging liggen (max. 2.5 meter)
Toestel Glijbaan
Regelgeving bodemmateriaal Minimaal één meter aan de zijkanten van het bijna horizontale deel van de glijbaan waar de gebruiker afgeremd wordt. Achter de glijbanen waar de gebruiker tot stilstand komt op de glijbaan moet het bodemmateriaal één meter doorlopen en waar de gebruiker niet tot stilstand komt moet het bodemmateriaal minimaal twee meter doorlopen. Minimaal twee meter rondom het toestel moet er bodemmateriaal liggen Bodemmateriaal minimaal één meter rondom het toestel liggen Minimaal twee meter bodemmateriaal rondom het toestel
Draaimolen Wip Kabelbaan
44
Bijlage 3: Aantal m2 speelvoorzieningen per kern. In de onderstaande tabel is weergegeven speelvoorzieningen in de kernen hebben. Kern
Grasveld m2
De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw Vossemeer Welberg Steenbergen Totaal
hoeveel
vierkante
Totaal oppervlakte m2
5096 3962 3363 15047
Valondergrond m2 (houtsnippers) 206 627 245 357
0 12157 39625
137 1174 2746
137 13331 42371
meters
de
5302 4589 3608 15404
Bijlage 4: Aantal kinderen per kern per voorziening Hieronder zijn het aantal kinderen per leeftijdscategorie weergegeven met het aantal formele en informele speelvoorzieningen per kern. Kern De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw Vossemeer Welberg Steenbergen geheel Totaal
Aantal totaal 97 988 365 435 254 4799 6938
kinderen
Aantal informele speelvoorzieningen 2 13 5 6 2 50 78
Aantal formele speelvoorzieningen 4 7 5 4 3 12 35
In de volgende tabellen is het aantal kinderen, formele en informele speelvoorzieningen per kern uitgewerkt. De Heen
Aantal kinderen Leeftijdscategorie 0-5 jaar 25 Leeftijdscategorie 6-12 35 jaar Leeftijdscategorie 13-18 37 jaar Totaal 97
Aantal formele Aantal informele speellocaties speellocaties 1 1 1 3
Dinteloord
Aantal formele Aantal informele speellocaties speellocaties 10 4 11 4
Aantal kinderen Leeftijdscategorie 0-5 jaar 273 Leeftijdscategorie 6-12 275 jaar Leeftijdscategorie 13-18 340 jaar Totaal 988
1
3
2
4
7
5
13
7 45
Kruisland
Aantal kinderen Leeftijdscategorie 0-5 jaar 88 Leeftijdscategorie 6-12 141 jaar Leeftijdscategorie 13-18 136 jaar Totaal 365
Aantal formele Aantal informele speellocaties speellocaties 5 1 5 1
Nieuw-Vossemeer
Aantal kinderen Leeftijdscategorie 0-5 jaar 88 Leeftijdscategorie 6-12 173 jaar Leeftijdscategorie 13-18 174 jaar Totaal 435
Aantal formele Aantal informele speellocaties speellocaties 5 1 6 2
Welberg
Aantal kinderen Leeftijdscategorie 0-5 jaar 68 Leeftijdscategorie 6-12 80 jaar Leeftijdscategorie 13-18 106 jaar Totaal 254
Aantal formele Aantal informele speellocaties speellocaties 1 2 2 2
Steenbergen totaal (Zuid, Noord en Centrum) Leeftijdscategorie 0-5 jaar Leeftijdscategorie 6-12 jaar Leeftijdscategorie 13-18 jaar Totaal
Aantal kinderen 1.136 1.876
Aantal formele Aantal informele speellocaties speellocaties 37 5 47 6
1.787
31
10
4.799
50
12
Zuid
Aantal Aantal formele Aantal informele speellocaties kinderen speellocaties
Leeftijdscategorie 0-5 jaar 211 Leeftijdscategorie 6-12 325 jaar Leeftijdscategorie 13-18 307 jaar Totaal 843
4
4
5
5
4
3
6
4
1
1
2
3
5 9
1 1
6
3
9
3
46
Noord
Aantal kinderen Leeftijdscategorie 0-5 jaar 158 Leeftijdscategorie 6-12 282 jaar Leeftijdscategorie 13-18 254 jaar Totaal 694
Aantal formele Aantal informele speellocaties speellocaties 7 1 10 1
Centrum
Aantal formele Aantal informele speellocaties speellocaties 2 3 3 4
Aantal kinderen Leeftijdscategorie 0-5 jaar 138 Leeftijdscategorie 6-12 174 jaar Leeftijdscategorie 13-18 199 jaar Totaal 511
5
2
10
2
2
5
3
7
47
Bijlage 5: Soorten speelvoorzieningen per kern In de onderstaande tabellen is weergegeven welke speelvoorzieningen er aanwezig zijn per locatie. De Heen (2) Aantal locaties: 2 Aantal speelvoorzieningen/toestellen: 8 Locatie
Speelvoorzieningen
Leeftijdscategorie
1. De schutbocht Schommel (Rebo kunststof, hoogte 2,4m), glijbaan 3-16 jaar (5) (recycling kunststof, hoogte 1,5 m), wip, duikelrek (recycling kunststof), tafeltennistafel en boomschorsvloer 2. Langeweg (3)
Metalen doelen met stalen netten Basketbalpaal met bord
Dinteloord (13) Aantal locaties: 13 Aantal speelvoorzieningen/toestellen: 47 Locatie Speelvoorzieningen
4-16 jaar
Leeftijdscategorie 1. Van der Combinatietoestel: klimtoren met glijbaan, glijpaal, 3-16 jaar Hulststraat (5) kruipband, klimnet, schommel en evenwichtsbalk Hobbelelement in de vorm van een hond en een paardenwip Klimtoestel (klimrek) en een dubbele schommel 2. Dorus Trapveld met metalen doelen met stalen netten en een 6-16 jaar rijkestraat schoteldoel met kunststof schotel en ijzeren buizen Ijsbaan / trapveld (3) 3. ‟t Steen 1 Combinatietoestel en hobbelelement op veer in de vorm 3-12 jaar (2) van een zeehond 4. ‟t Steen 2 Tafeltennistafel en een hobbelelement in de vorm van een 3-16 jaar (2) kameel 5. ‟t Steen 3 Twee mini goaltjes 4-16 jaar (2) 6. Papiermolen Paardenwip, glijbaantje en een jungleplay schommel 3-12 jaar (3) 7. Wipmolen Klim- en klautertoestel en een combinatietoestel 6-16 jaar (2) 8. Grondmolen Schommel, hobbelelement op veer in de vorm van een 4-10 jaar (4) scooter en een toekan en een olifantenglijbaan 9. Hobbelelement op veer in de vorm van een paard en 3-12 jaar Troelstrastraat kameel (5) Combinatietoestel: speelhuisje met glijbaan Wip in de vorm van een hond en een schommel 10. De Vlaskam Combinatietoestel (hoogte nok dok 265 cm., 3-12 jaar (5) plateauhoogte 105 cm.) en twee mini goaltjes Hobbelelementen op veer in de vorm van een hond en een toekan 11. Vlasakker Combinatietoestel (hoogte van 62-115 cm.) 3-12 jaar 48
(7)
12. Europastraat (6) 13. Steenbergsewe g (1)
Hobbelelementen op veer in de vorm van een paard en kameel Duikelrek en drie bokspringpalen (onderlinge afstand 130 cm.) Wip, dubbele schommel, combinatietoestel en speelhuisje 3-16 jaar boerderij Hobbelelement op veer in de vorm van een toekan en een hondenwip op twee veren Skateterrein met skatebaan 6-16 jaar
Kruisland(5) Aantal locaties: 5 Aantal speelvoorzieningen/toestellen: 19 Locatie Speelvoorzieningen
Leeftijdscategorie
1.Roemrijkhof (6)
Combinatietoestel met glijbaan en duikel- en klimtoestel 3-16 jaar Schommel, wip, hobbelelementen in de vorm van een paard en dolfijn en een tafeltennistafel 2. Nieuwe Werf Hobbelelement op veer in de vorm van een eekhoorn en 3-16 jaar (4) kameel Duikelrek en combinatietoestel met: jungleplay met plateau, ladder, glijbaan, touwladder en schommel 3. Den Darink Twee doelen met twee goals 4-16 jaar (2) 4. (4)
Moerakker Combinatietoestel: speelhuisje met glijbaan 3-12 jaar Hobbelelementen op veer in de vorm van een scooter en een kameel en een hobbelelement op twee veren in de vorm van een hondenwip
5. Eerste Drie turntoestellen Boutweg (3)
Alle leeftijden
Nieuw-Vossemeer (6) Aantal locaties: 6 Aantal speelvoorzieningen/toestellen: 30 Locatie Speelvoorzieningen 1. Brandvijver (1) 2. Lange Meten (6)
3. Merijntje Gijzenstraat (5) 4. Plein 1 februari 1953 (9)
Leeftijdscategorie Combinatietoestel met drie plateaus (max. hoogte 193 5-12 jaar cm., plateauhoogte 100 cm.) Evenwichtstoestel: klim- en looprek, loopbrug en 3-12 jaar evenwichtsbalk combinatie Combinatietoestel mini play en een zandbak Hobbelelement op veer in de vorm van een paard en een kameel Klimtoestel (hoogte 130 cm.), duikelrek (hoogte 82-110- 4-16 jaar 210 cm.) Schoteldoel en twee klimdoelen Klimrek (hoogte 125 cm.), duikelrek (hoogte 75-85-175 3-16 jaar cm.), dubbel duikelrek (hoogte 88-70 cm.), klimtoestel (hoogte 85 cm.), combinatietoestel (plateauhoogte 230 cm.) Zandbak met betonnen elementen, tafeltennistafel, 49
hobbelelementen op veer in de vorm van een scooter en een toekan 5. Stellingmolen Combinatietoestel: klimtoren met glijbaan en kruipband 3-16 jaar (6) (hoogte 96 cm.), klimtorens met ronde oploop, schuine evenwichtsbalk, enterrek en drie plateaus (hoogte 150 cm.) Hobbelelement op veer in de vorm van een paard en een scooter, zandbak met betonnen elementen, dubbel duikelrek 6. Veerweg (3) Twee klimdoelen en schoteldoel met polyester schotel 4-16 jaar
Steenbergen Noord (10) Aantal locaties: 10 Aantal speelvoorzieningen/toestellen: 44 Locatie
Speelvoorzieningen
Leeftijdscategorie
1. Krommeweg Cromwiel (4) 2. Krommeweg Trimbaan (10)
Twee basketbalpalen (gegalvaniseerde buis met kunststof bord), twee ballenvangers (metalen buizen met kunststof net) Turnbank, klimrek, rektoestel, drie bokspringpalen, obstakelbaan, enkele evenwichtsbalk, drie hoge evenwichtsbalken, spring/rektoestel, oplopende evenwichtsbalk, sterduikelrek (kunststof palen met poeder gecoated liggers) 3. Arnold van Combinatietoestel, twee basketbalpalen Lieropstraat (3) 4. Mara (4) Peuter schommel, hobbelelement op veer in de vorm van een kameel en een hond, glijbaan (kunststof met aluminium treden) 5. Noorddonk Hobbelelement in de vorm van een motor en een hond, (3) glijbaan 6. Vriezendijk Combinatietoestel: klimtoestel met ronde oploop, (5) bewegende brug en schommel Combinatietoestel: klimplateaus met spiraalglijbaan, wip en twee mini goaltjes 7. Fortplein Combinatietoestel (1) 8. Glijbaan, hobbelelement op veer in de vorm van een paard, Vlamingvaart hobbelelement op twee veren in de vorm van eenden en (4) een duikelrek 9. Noorddonk Speelterrein met tafeltennistafel, basketbalpaal zonder net (4) en twee goaltjes 10. Koos Dubbele schommel, combinatietoestel: speelhuisje met Veraartstraat glijbaan, wip, evenwichtsbalken, klimrek, hobbelelement op (6) veer in de vorm van een motor
50
6-16 jaar Alle leeftijden
6-16 jaar 3-12 jaar 3-11 jaar 4-16 jaar
4-12 jaar 3-12 jaar 4-16 jaar 3-9 jaar
Steenbergen Centrum (3) Aantal locaties: 3 Aantal speelvoorzieningen/toestellen: 15 Locatie Speelvoorzieningen
Leeftijdscategorie
1. Wijngaarden Hobbelelement op veer in de vorm van een scooter, 3-9 jaar Bolwerk (4) hobbelelement op twee veren in de vorm van een hondenwip, combinatietoestel: speelhuisje met glijbaan, duikelrek 2. Combinatietoestel, glijbaan, duikelrek en evenwichtsbalk 4-16 jaar Lindenburglaan (4) 3. Wipstraat Voetbalkooi, skate-elementen: quater pipe 98, olly box, 2/70, 6-16 jaar (7) 27/70, dubbele rail 25/60, dubbele quater pipe 70
Steenbergen Zuid(9) Aantal locaties: 9 Aantal speelvoorzieningen/toestellen: 23 Locatie Speelvoorzieningen 1. Julianastraat (1) 2. Van Glymesstraat (1) 3. Koudenberg (4)
Combinatietoestel: drie duikelstangen, glijbaan Combinatietoestel
klimtorens,
Leeftijdscategorie hangbrug, 4-12 jaar
Glijbaan, twee hobbelelementen met twee veren in de vorm van een hondenwip, hobbelelement op veer in de vorm van een zeehond 4. Zuidwinde (4) Combinatietoestel: klimtoestel met drie plateaus, glijbaan, schommel, duikelstangen Hobbelelement op veer in de vorm van een toekan en een scooter Zandbak met betonnen elementen 5. Elzeplein (4) Zandbak, glijbaan, hobbelelement op veer in de vorm van een paard en een blauwstaart 6. Vlierstraat (1) Combinatietoestel 7. Magnoliastraat Combinatietoestel: klim- en klautertoestel met ronde (2) oploop, twee touwladders, vier plateaus, glijgoot en schommel, tafeltennistafel 8. Rozenplein (4) Zandbak met betonnen elementen, combinatietoestel, schommel, hobbelelement op veer 9. Floraplein (2) Twee klimdoelen Kern Welberg(2) Aantal locaties: 2 Aantal speelvoorzieningen/toestellen: 6 Locatie Speelvoorzieningen
6-16 jaar 3-9 jaar 3-16 jaar
2-12 jaar 5-16 jaar 6-16 jaar
3-16 jaar 5-16 jaar
Leeftijdscategorie 6-16 jaar
1. Kapelaan Klimtoestel, schommel, duikelrek Kockstraat (3) 2. Pastoor Glijbaan, hobbelelement op twee veren in de vorm van een 3-9 jaar Ermenstraat (3) hondenwip (recycling kunststof), Hobbelelement op veer in de vorm van een kameel
51