Dit is een uitgave van de projectgroep MplusH (HAN, ROC Nijmegen, Rijn IJssel en ICBA), November 2011
ROC Nijmegen, Rijn IJssel, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en bedrijven zijn in april 2008 van start gegaan met het innovatiearrangement MplusH. Met dit project willen de vier partijen een doorlopende leerlijn MBO-HBO realiseren voor de vier technische sectoren ICT, Mobiliteit & Logistiek, Engineering en Bouwinfra, en daarbij contextrijke, levensechte bedrijfsprojecten als belangrijke basis gebruiken. Het innovatiearrangement MplusH loopt ten einde. In dit bulletin is er van alles over te lezen: hoe zijn de doorlopende leerlijnen ontwikkeld, hoe ervaren bedrijven de bedrijfsprojecten, wat zijn de resultaten, welke lessen kunnen we er uit trekken. En natuurlijk: wat vinden studenten van MplusH.
Om een goede betrokkenheid van het bedrijfsleven bij het onderwijsproces te realiseren zijn er ambassadeurs aangesteld vanuit het bedrijfsleven, die ook een inhoudelijke rol zouden spelen. Daarin is men vooral binnen Bouwinfra geslaagd (binnen Engineering en ICT is ervoor gekozen om de contacten met de bedrijven via de bestaande kanalen voort te zetten). Er waren hoge verwachtingen ten aanzien van de bedrijfsprojecten: er zouden er minimaal 160 uitgevoerd worden, binnen en buiten de school. En bedrijven zouden een actieve begeleidende, coachende rol krijgen en een structureel studenten mee beoordelen. Uiteindelijk zijn
Patrick Morren van Tauw
Vincent Ten Boer
Geslaagd!? Vol energie is gewerkt aan de integratie van opleidingen in de sectoren ICT, Engineering (Elektrotechniek, Werktuigbouwkunde) en Bouwinfra (Bouwkunde, Civiele Techniek) van ROC Nijmegen en Rijn IJssel met de HAN. De verkorte leerweg is tot stand gekomen binnen Bouwinfra en ICT, en er is een start gemaakt binnen Engineering. Leerlingen zijn er zeer tevreden over (zie ook verder in dit bulletin). De sector Mobiliteit & Logistiek is niet in MplusH opgenomen, maar in een ander project: Bedrijfs Competence Centre Mobiliteit en Logistiek, van ROC Nijmegen, de HAN en ROC van Twente.
2 Goed resultaat 3 Student 4 Erg gemotiveerd, 5 6 Innovatiearrangement 7 Student 8 Hoe verder?
er circa 220 uitgevoerd, vooral projecten- en stagevervangende projecten. Het opzetten van bedrijfsprojecten buiten de school bleek niet eenvoudig bij Engineering en ICT. Mogelijk was de economische crisis hierop van invloed. Daarvoor in de plaats zijn er bedrijfsprojecten in het onderwijs ontwikkeld. Bij Bouwinfra zijn er wel bedrijfsprojecten gerealiseerd bij bedrijven (zie ook pagina 2 en 3). MplusH had een aantal kwantitatieve doelstellingen. 200 Studenten moesten deelnemen aan het traject, de uitval zou afnemen met 25% en de doorstroom van MBO naar HBO zou toenemen met 25%. In totaal hebben 254 studenten meegedaan aan de gecombineerde MplusH groepen. Daarnaast hebben nog tientallen studenten deelgenomen aan de MplusH bedrijfsprojecten. De tussentijdse uitval is de afgelopen drie jaar met 54% afgenomen in beide ROC’s (van 11% schooljaar 2008/2009 naar 5% in 2010/2011). Voor de richtingen Bouwinfra en ICT (waar de MplusH doorstroomgroepen gestart zijn) is de afname zelfs 70% (van 14% schooljaar 2008/2009 naar 4% in 2010/2011). De doorstroom in de MplusH groepen is toegenomen met 18% (schooljaren 2009/2010 en 2010/2011).
Jorg Janssen (HAN),
Joris Bovy (ROC Nijmegen), Eric Holtman (HAN)
Tom van Dalen
Evaluatie Tijdens het project zijn metingen gedaan bij onder andere bedrijven, studenten en scholen. Bedrijven blijken positiever te gaan oordelen over de kwaliteit van de opleidingen: in 2009 was 32% positief tot zeer positief, in 2010 40% en 2011 46%. Meerdere bedrijven geven aan dat de technische kennis van studenten goed aansluit bij het bedrijf: “ze hebben het juiste niveau en technische kennis voor het voltooien van de aangenomen projecten”, “ze zijn vaak handig en weten veel van techniek”, en “hun kennis sluit goed aan op ons werk”. Een aantal bedrijven is kritisch op het kennisniveau of ziet hiaten in specifieke gebieden. De tevredenheid over de realisatie van passende bedrijfsprojecten is in de afgelopen twee jaar licht toegenomen: in 2009 waren de bedrijven gemiddeld “een beetje tevreden”, in 2011 een beetje tevreden tot tevreden. Ook de kwaliteit van de bedrijfsprojecten is naar hun mening licht gestegen. Het werken met een POP is nog niet uit de verf gekomen bij MplusH. Wel ervaren de studenten loopbaanbegeleiding meer als een waardevolle ondersteuning dan de nietMplusH-groep. Ze geven aan dat er meer keuzemogelijkheden zijn binnen de opleiding, onder andere voor projecten. De studenten hebben een veel beter beeld van het onderwijsaanbod en hebben vaker contact met het werkveld. Ook menen bijna alle MplusH deelnemers (94%) dat ze een grote kans op een baan hebben (niet-MplusH 79%). De MBO-deelnemers uit het MplusH programma halen gemiddeld hogere cijfers dan de reguliere propedeuse studenten (met een havo, vwo of MBO-diploma). Ook behalen de MBO-MplusH deelnemers meer studiepunten dan de reguliere studenten.
1
Goed resultaat
Vincent Ten Boer student Civiele Techniek via MplusH:
Patrick Morren, ontwerper planrealisatie bij advies- en ingenieursbureau voor ruimtelijke inrichting Tauw, is heel tevreden over het bedrijfsproject dat drie studenten MplusH deels onder zijn begeleiding hebben uitgevoerd. Hij legt uit wat de meerwaarde van bedrijfsprojecten is voor Tauw en om wat voort soort stages het gaat.
“Het geeft een motiverende prikkel”
“Tauw is een organisatie die continu te maken heeft met innovaties. Medewerkers worden gestimuleerd om ideeën te ontwikkelen en verder uit te werken. Daarvoor wordt budget beschikbaar gesteld vanuit de organisatie. Maar soms is er geen tijd of capaciteit om ideeën uit te werken. Dan kan het een uitkomst zijn om hiervoor studenten van het kaliber MplusH in te schakelen. Dit soort projecten is anders dan gewone stages. Bij een gewone stage draait een student mee in de dagelijkse werkzaamheden van een afdeling. Een bedrijfsproject is meer te vergelijken met een afstudeeropdracht, waarbij één of meerdere studenten een afgebakend plan moeten maken, doelen en taken moeten formuleren en een planning moeten opstellen waarbinnen een en ander gerealiseerd moet worden.
“Ik heb een apart verhaal”, zegt Vincent Ten Boer (24 jaar, 3e jaars CT, richting waterbouwkunde). Hij kwam van de havo, maar kon het niveauverschil met het HBO niet overbruggen en ging naar het MBO. In de eerste lichting kon hij via het MBO dankzij MplusH weer naar het HBO terugkeren. En in tegenstelling tot zijn eerdere poging ervaart hij nu het HBO als “goed te doen”.
materiaal, onder andere geschikt voor afrasteringen. Meestal zijn de palen van hout, soms van beton. Mijn collega bedacht dat een ander type materiaal meer geschikt zou kunnen zijn, namelijk een combinatie van hout en beton, genaamd Houton. Drie studenten van MplusH hebben zich erover gebogen.
opdracht, waaraan ze drie dagen per week werkten bij Tauw en deels praktijkproeven in het laboratorium uitvoerden. De andere twee dagen gingen ze naar school. De studenten hebben een goed resultaat neergezet en ze hebben het goed gepresenteerd. Als bedrijf doen we er echt wat mee!
De opdracht bestond uit twee delen: 1. onderzoek het verschil tussen Houton (het nieuwe mengsel van hout en beton) en bestaande palen, 2. voldoet zo’n nieuwe paal aan de normering?
Het voordeel van dit soort studenten is hun praktische insteek. Doordat ze praktisch denken, gaat het uitvoeren ook makkelijker. De studenten hebben veel geleerd van zaken die op HBOniveau aan de orde zijn, zoals het opstellen van de probleemen doelstellingen, zelfreflectie, de taken verdelen en onderling afstemmen en het schriftelijk rapporteren. Dat laatste was echt even wennen voor ze en hierover zullen ze nog meer leren op het HBO.
Tauw had allerlei vragen over het nog niet-bestaande Houton, zoals: wat kun je met dit materiaal, hoe toepasbaar is het, welk percentage hout past het best in het mengsels? Het vinden van antwoorden op deze vragen kon Tauw verder helpen in het ontwikkelen van dit nieuwe product.
Praktisch ingesteld Met Casper van der Giessen van de HAN hebben wij als Tauw overleg gevoerd over de bedrijfsprojecten. Zelf ken ik hem goed; ik ben bij hem afgestudeerd. Casper heeft ons uitgelegd om wat voor studenten het gaat bij MplusH en wij zijn nagegaan hoe we ze zouden kunnen inzetten. Het gaat om studenten die tussen MBO- en HBO-niveau zitten, met een praktisch achtergrond en instelling. Een collega had een opdracht op de plank liggen, die heel goed zou passen. Het ging om een onderzoek naar de mogelijkheden voor het inzetten van palen van nieuw
2
Onderzoeken en maken Een deel van de opdracht was wat meer theoretisch, een deel was praktisch. Met de HAN heb ik hierover afgestemd en ik heb hierin het proces begeleid vanuit Tauw. De studenten moesten zowel onderzoek doen, wat meer op HBO-niveau ligt, als in een laboratorium zelf blokken maken van Houton. Met dat laatste hadden zij reeds ervaring opgedaan bij hun MBO-studie. Dit deel van het project hebben ze bij een ander bedrijf gedaan, met een eigen laboratorium. Ze hadden vijf maanden voor de
“Op het MBO heb ik veel praktische ervaring opgedaan, ervaring die ik heel waardevol vind. Als havist had ik geen enkele praktische kennis van zaken. Op het MBO kon ik eerst zien hoe het werkte, in een lager tempo. Het grote voordeel is dat ik nu op het HBO weet waar de docenten over praten. Ik ken de situaties. Ook al ligt het tempo hoger dan op het MBO, ik kan het allemaal nu veel beter volgen. Het levert me echt betere resultaten op: ik heb mijn HBO-propedeuse met hoge cijfers en binnen anderhalf jaar gehaald.”
Over zijn succes in MplusH is hij helder: het traject vergemakkelijkt de overstap van MBO naar HBO en geeft tegelijkertijd door de uitdaging een motiverende prikkel. Een ander voordeel van MplusH is de snelheid waarmee je een propedeuse HBO kan halen. “Het is gewoon zonde als mensen afhaken omdat de overgang te groot is, of omdat het te lang gaat duren. Eerst dacht ik dat Civiele Techniek heel moeilijk was, maar nu is het makkelijker om de studie vol te houden. Als je die basis eenmaal goed kent, dan komt de rest wel.”
Maar hij neemt meer mee van zijn MplusH traject. “Mijn eerste bedrijfsproject was een heel eigen onderzoek bij het bedrijf Tauw. Het was vooral gericht op innovatie en voor mij heel anders dan normaal. Open-minded zijn qua oplossingen, je gedachten open stellen, iets maken wat anderen nog niet hebben gemaakt. Ik heb daar ontdekt dat ik dat echt het allerleukst vind.”
Dat HBO diploma gaat hij dus halen, weet Vincent. En daarna wil graag naar het buitenland. “Op wereldschaal is er meer dan genoeg werk voor Nederlanders. Wij zijn van oudsher goed in waterbouw.”
Timing Inmiddels is er een tweede bedrijfsproject gedaan bij Tauw. Ook dat ging naar tevredenheid. De timing is heel belangrijk voor het aangaan van bedrijfsprojecten. Als bedrijf zitten we namelijk altijd met planningen. Er is daarom niet alleen een match nodig tussen studenten en opdrachten. Het is verstandig voor opleidingen om een tijd van tevoren in de gaten te houden dat er projecten nodig zijn en bijtijds contact opnemen met een bedrijf. Bij Tauw zullen dergelijke projecten vaker uitgevoerd gaan worden. Want het is niet alleen goed voor studenten, als bedrijf hebben we er ook veel aan.”
3
Erg gemotiveerd Drie jaar geleden ging het ontwikkelteam doorlopende leerlijn MplusH ICT van start. In een samenwerking tussen ROC Nijmegen en de HAN wilde men ervoor zorgen dat meer MBOstudenten zouden doorstromen naar de HAN. “En dat is gelukt”, zo vertellen Jorg Janssen en Joris Bovy, trekkers van het ontwikkelteam vanuit respectievelijk de HAN en ROC Nijmegen. Jorg Janssen: “Bij de doorlopende leerlijn zitten vierdejaars van het MBO en eerstejaars van het HBO bij elkaar in een klas. Dat jaar doen ze gezamenlijk. De MBO leerlingen werken zowel toe naar het behalen van hun MBO-diploma als hun propedeuse. Dit studiejaar zijn er vijftig studenten begonnen met de MplusH ICT-opleiding, van wie er veertig uit een reguliere instroom komen - havo of MBO-4 diploma - en tien vierdejaars MBO. Ze doen het erg goed, gemiddeld genomen beter dan de eerstejaars die van de havo komen. De MBO’ers hebben een flinke voorkennis en zijn erg gemotiveerd. Onder de uitvallers zit dan ook geen enkele MBO’er. Er is wel wat verschil tussen MBO’ers en havisten. MBO’ers hebben wat meer structuur nodig en iets concretere opdrachten.“
Flinke klus Jorg Janssen legt uit hoe het MplusH programma ICT is ontwikkeld. “We hebben eraan gewerkt in een team van vijf à zes mensen uit MBO en HBO, die veel zicht hebben op de te behalen niveaus voor studenten. Zij zijn op inhoudelijk niveau met de kwalificatiedossiers aan de slag zijn gegaan. Het was een flinke klus. Allereerst hebben we de eindtermen van de MBO-opleiding en de doelen van het propedeusejaar naast elkaar gelegd. We zochten naar de overlap. Die bleek niet zo groot: de ICT-opleidingen niveau 4 van het ROC hebben betrekking op ICT-beheer - zaken als infrastructuur en netwerkbeheer -, terwijl de HAN ICT-opleidingen Informatica en Technische informatica meer gericht zijn op het maken van software, niet zozeer het beheer van hardware. Voor zover er overlap was, kregen de MBO-leerlingen vrijstelling. Zo werd er ruimte gecreëerd om ze dingen te laten doen die nodig zijn voor het behalen van het MBO diploma. Want dat moet absoluut! Het kan niet zo zijn dat een leerling wel studiepunten haalt voor zijn propedeuse, maar niet zijn MBO haalt.” Joris Bovy vult aan: “Naast het mengen van het vierde jaar van het MBO met het eerste jaar van de HAN hebben we volgordes in de programma’s aangepast. Een aantal programmaonderdelen dat niet te combineren was, is geplaatst in het derde jaar MBO. Je ontkomt er niet aan wat flexibeler
4
om te gaan met de inhoud van de opleiding om deze doorgaande leerlijn te realiseren. Dat is niet erg, het belangrijkste is dat je leerlingen die meer willen en kunnen de kans geeft om zich te profileren. Ook vanuit het arbeidsmarktperspectief is er een logische reden om de doorstroom te stimuleren: er is meer werkgelegenheid in de ICT met een goede HBO-opleiding.”
Leermomenten Joris Bovy: “We hebben eerst een MplusH jaar opgezet met een aangepast HBO-traject voor alle MBO-4 leerlingen, samen met havisten. Na een halfjaar bekeken we welke MBOleerlingen een goede kans maakten om daadwerkelijk de propedeuse te halen en welke MBO-leerlingen zich beter konden richten op het behalen van het MBO-4 diploma. Deze constructie hebben we na een jaar geëvalueerd. We hebben besloten het niet meer zo te doen, met name omdat het eerste halfjaar te zwaar was voor de leerlingen die niet direct zouden kiezen om verder te studeren op de HAN of het niet zouden kunnen. Nu is het zo dat leerlingen in het derde jaar MBO de keuze moeten maken voor het MplusH-traject. En als ROC geven we een duidelijk advies hierover.” Jorg Janssen: “Dat is goed bevallen! De leerlingen van het ROC die het advies hebben gekregen voor MplusH, doen het goed.” Joris Bovy: “Er zijn dus twee groepen in het vierde jaar MBO: een groep van acht die het reguliere programma volgt en een groep van tien die in MplusH zit. Groot verschil tussen de groepen is dat de MplusH’ers het hele jaar school hebben en de reguliere leerlingen een halfjaar school en een halfjaar stage, waarin ze ook hun examinering doen.”
Unaniem tevreden Joris Bovy: “De leerlingen die het positieve advies hebben gekregen en MplusH gedaan hebben, zijn unaniem heel tevreden. Ze hebben ofwel hun propedeuse gehaald of wel voldoende studiepunten om door te gaan naar het tweede jaar van de HAN. Voor degenen die niet voldoende studiepunten zouden halen voor het tweede jaar geldt altijd dat die studiepunten blijven staan, zodat ze later naar het tweede jaar kunnen.” “Of ‘gewoon’ bij ons instromen”, voegt Jorg Janssen eraan toe.“
Ontdekkingstocht Eric Holtman, directeur van de Informatica Communicatie Academie (ICA) van de HAN, raakte twee jaar geleden betrokken bij MplusH. “Het mooie is dat zowel de leerling als de HAN er bij wint. De leerling wint een heel studiejaar door het vierde jaar MBO en het propedeusejaar HBO in één jaar te doen, de HAN heeft zo een ‘gegarandeerde’ instroom.” Eric Holtman had bij MplusH te maken met allerlei aspecten. “Ik stuurde het ontwikkelteam ‘doorgaande leerlijn ICT’ aan, moest partijen om de tafel krijgen om de examenregeling en wettelijke kaders goed geregeld te krijgen en was bezig met het opzetten van deze opleiding in Nijmegen, naast de bestaande ICA-opleiding in Arnhem. Ik wilde er vooral enthousiasme in leggen, want het is zo belangrijk voor ICA. Het betreft onze toekomstige leerlingen en er ligt een kans om nieuw onderwijs te maken! Het is een spannend proces geweest. Vooraf hadden we allemaal vragen. Je hebt in MBO en HBO te maken met twee verschillende curricula en twee totaal verschillende onderwijsmodellen. De eindkwalificaties voor het MBO waren veel meer op kennis gericht, terwijl de HAN werkte volgens competentiegericht leren. Het opzetten van de doorlopende leerlijn ICT was een ontdekkingstocht voor iedereen.”
Complimenten Docenten van het ROC en de HAN hebben gezamenlijk ontwikkeld, lesgegeven en beoordeeld. Door MplusH werd duidelijk dat er “echt een cultuurverschil is tussen doceren op een ROC of een HBO”, aldus de instituutsdirecteur van ICA. “Dat zit ‘m niet zozeer in de mensen zelf of hun kennis en capaciteiten, maar in de wijze waarop je leerlingen aanstuurt en begeleidt. Op het ROC gebeurt dat met meer regie. Leerlingen krijgen een strak rooster en een strakke planning. Ze worden helemaal gegidst. Dat is bij HBO-studenten niet zo nodig. Een HBO is veel vrijer van opzet. Het ontwikkelde curriculum heeft erg goed uitgepakt, het staat als een huis. We kunnen alle typen leerlingen bedienen in één klas en toch voldoen aan de criteria die we in het HBO moeten hanteren én die een ROC moet hanteren. Alle complimenten voor de docenten die daaraan gewerkt hebben!”
5
Innovatiearrangement MplusH is méér dan een verkorte doorlopende leerlijn van MBO naar HBO. Er zit een onderwijsconcept achter, gebaseerd op contextrijk, competentiegericht leren, waar mogelijk in authentieke bedrijfsprojecten en praktijknabije leersituaties. Daarbij wordt aangesloten op verschillen tussen studenten, zoals startpositie, ambities, leerstijlen, profileringswensen en differentiatie in de uitstroom. Deze bijzondere vertrekpunten hebben geleid tot de toekenning van een subsidie van het ministerie van OCW in het kader van een innovatiearrangement: “… een regionaal of sectoraal project waarmee het innovatief vermogen van het beroepsonderwijs wordt verbeterd, binnen de context van versterking van de relatie tussen onderwijs en bedrijfsleven, ten behoeve van het verbeteren van de loopbaan van de leerling of deelnemer in het hele beroepsonderwijs”.
De betrokken partners kregen daarmee de ruimte om lerenderwijs een zo goed mogelijke invulling te geven aan de randvoorwaarden en om te gaan met de consequenties. Te denken valt aan het omgaan met andere docentrollen en een intensieve bewaking en begeleiding van de student. We blikken terug op enkele conceptuele vertrekpunten en kijken naar hoe het in de praktijk heeft uitgepakt.
Tom van Dalen Civiele Techniek via MplusH (sector Bouwinfra):
“Je bent gewoon beter opgeleid” Tom van Dalen, derdejaars student HBO CT, kwam van ROC Nijmegen, waar hij MBO Infratechniek deed. In eerste instantie was hij van plan om direct te gaan werken na het MBO. “Toen ik nog op het MBO zat, ging ik solliciteren. Uiteindelijk ging het tussen mij en een HBO’er. Het bedrijf koos voor de HBO’er, omdat hij hoger opgeleid was. Deze ervaring bepaalde mede mijn keuze voor MplusH. Je bent gewoon beter opgeleid.” Aan de hogere mate van zelfstandigheid en het abstractere niveau op het HBO heeft hij dat eerste jaar wel moeten wennen. “Als ik over een weg spreek, dan denk ik meteen aan welk asfalt ik moet leggen en de leerlingen van de havo dachten meer aan het ontwerp. Ik ben meer een doener dan de havisten, maar ik heb veel van hun manier van denken geleerd.” Tom heeft het mengjaar als een zeer waardevolle toevoeging ervaren. Dat hij het eerste jaar nog in zijn eigen, vertrouwde ROC-omgeving les kreeg, van bekende docenten, vond hij ideaal. Als je individueel doorstroomt, sta je er toch een beetje alleen voor. Nu had hij volop steun van medeleerlingen en de sterke begeleiders van het ROC Nijmegen. “Alle docenten, maar vooral meneer Huizer, hebben me flink een hart onder de riem gestoken. De docenten motiveerden me en gaven me echt het gevoel dat ik het wel zou halen.”
6
Aansluiten op verschillen tussen studenten (o.a. startpositie, ambities, leerstijlen) MplusH is zeker aanpoten, volgens Tom, maar hij kijkt tevreden terug. Al een halfjaar na zijn MBO-diploma had hij zijn propedeuse HBO. Zijn bedrijfsproject bij de gemeente Nijmegen, kwaliteitsbeoordeling van elementenverharding, mocht hij presenteren aan de directeur van een grote aannemer. “Met ons project hebben we echt bijgedragen aan belangrijke vragen van de gemeente. Over vijf jaar heb ik mijn HBO diploma in mijn achterzak en heb ik een baan waarin ik nog verder kan groeien. Ook dat is weer een voordeel van het HBO, bij het MBO zit je sneller aan je top. Maar ik heb dan wel beide diploma’s en als grondwerker zelf aan buizen lopen trekken.” Praktisch én theoretisch, dus, dankzij MplusH.
Dit vergt een intensieve bewaking en loopbaanbegeleiding van de student, ook om een optimaal rendement te realiseren, studievertraging tegen te gaan en de in- door- en uitstroom te verbeteren. Vandaar dat er uitgangspunten voor loopbaanbegeleiding zijn geformuleerd: 1. Iedere student heeft een loopbaanbegeleider die de student gedurende de gehele studie (MBO en HBO of voor studenten uit het VO alleen HBO) begeleidt. 2. Begeleiding wordt gegeven door inhoudsdeskundigen (bedrijf, MBO, HBO) in het kader van tempo, maatwerk, differentiaties, uitstroomniveaus, inhoudelijke keuzes binnen het onderwijs en binnen de projecten. 3. De docent is de regisseur tussen de vraag van de student en het aanbod van de opleiding. Hij oefent de rol van loopbaanbegeleider bij voorkeur uit in combinatie met andere docentrollen. 4. De studieloopbaanbegeleiding is gericht op de afbouw van minder zelfstandigheid naar meer zelfstandigheid
Authentieke bedrijfsprojecten en praktijknabije leersituaties Een bedrijfsproject is een project waarvoor een bedrijf de opdracht formuleert vanuit specifieke, door de school gegeven, kerntaken. MplusH kent bedrijfsprojecten die in de praktijk plaatsvinden als onderdeel van de doorlopende leerlijn, bedrijfsprojecten die de stage vervangen en bedrijfsprojecten die op school worden uitgevoerd. De studenten schrijven op de bedrijfsprojecten in, op basis van het vooraf door hen opgestelde POP.
Vertrekpunten bij de bedrijfsprojecten ‘als onderdeel van de doorlopende leerlijn’ zijn: drie tot vier studenten werken twintig weken lang, gedurende drie dagen per week aan dit project. Een project wordt toegewezen aan studenten op basis van hun POP, waarbij een team wordt samengesteld op basis van niveau, rol- en taakverdeling. De opdracht wordt uitgevoerd bij het bedrijf, de onderwijskundige ondersteuning wordt gegeven op en door de school. Aan bedrijfsprojecten ‘die de stage vervangen’ werken studenten in een groep van drie à vier twintig weken lang, vijf dagen per week. Evenals bij bedrijfsprojecten ‘als onderdeel van de doorlopende leerlijn’ vindt hier toewijzing plaats op basis van een POP en wordt een team gematcht op niveau, rol- en taakverdeling. De bedrijfsprojecten op school zijn projecten die de lesblokken van authentieke opdrachten voorzien en praktijkgericht maken. Kern van dit soort bedrijfsprojecten is de wisselende projectduur, wisselende periodes, wisselende samenstelling van studententeams uit MBO of HBO. Studenten krijgen projecten op basis van hun POP, matching vindt plaats op basis van niveau, rol en taakverdeling. Een project wordt afgerond met een presentatie aan het bedrijf.
De rol van de studieloopbaanbegeleider is door MplusH verder geïntensiveerd. Door de verschillende bedrijfsprojecten ontstond een beter beeld van de mogelijkheden en voorkeuren van de student, waarop kon worden ingespeeld. Het is niet gelukt om het bedrijfsleven intensiever te betrekken bij dit proces en een meer structurele rol te geven bij de loopbaanbegeleiding.
In de praktijk bleek het behoorlijk lastig om geschikte bedrijfssituaties te vinden om dit soort bedrijfsprojecten te realiseren. Het vergt van bedrijven dat ze ruim vooraf kunnen inschatten of er een opdracht/project komt waarvoor ze een groep studenten kunnen gebruiken. In het MKB werkt het veelal niet zo. Bij grotere ondernemingen, zoals RWS (bouw), zijn wel diverse bedrijfsprojecten gedaan. Ook de economische crises maakte het niet eenvoudig om projecten van bedrijven te krijgen; hun focus was anders.
Dit soort bedrijfsprojecten is veel uitgevoerd: alle bedrijfsprojecten van Rijn IJssel vallen hieronder. Voor studenten en bedrijven is het voordeel de doelgerichtheid van deze stage-vervangende opdrachten.
Zowel bij ICA, Bouwinfra als Engineering zijn er mooie voorbeelden van projecten die in het onderwijs zijn uitgevoerd. De ontwikkelteams formuleerden de opdrachten, die gebaseerd waren op vragen van bedrijven uit eerdere projecten. Een groot aantal aspecten en competenties werd in één projectopdracht gebundeld. Verschillende docenten begeleidden deze projecten en er ontstond een groot leereffect. De studenten die de projecten in groepjes uitvoerden, vervulden wisselende rollen. Er zaten studenten in met verschillende achtergronden (met name havo en mbo).
7
Hoe verder? De belangstelling voor de aansluiting tussen mbo en hbo is niet nieuw. Breed wordt erkend dat de vraag naar mensen met een hogere, praktijkgerichte opleiding toeneemt. De optimalisering van de aansluiting tussen de verschillende schooltypes is hiervoor een vereiste. In 2000 hebben vier ROC’s met de HAN een initiatief gestart voor het verkorten van de doorlooptijd van het MBO – HBO traject, het verbeteren van de afstemming in werkvormen en leerstijlen en het terugbrengen van uitval in de propedeuse door studenten beter voor te bereiden op de HBO-studie. Dit initiatief is uitgegroeid tot het samenwerkingsverband RxH, waarin nu vijf ROC’s (Rijn IJssel, ROC Nijmegen, ROC A12, Het Graafschap College en ROC de Leijgraaf) en de HAN werken aan een soepele overgang van het MBO naar de HAN, door het ontwikkelen van doorlopende leerwegen en een goede studieloopbaanbegeleiding. Overeenkomsten
Ontwikkelingsgerichte aanpak
Er zijn veel overeenkomsten tussen MplusH en RxH. Daarom hebben de partijen besloten dat MplusH ingebed gaat worden in RxH. Met name het ontwikkelen van domeinbreed onderwijs binnen clusters is iets om verder uit te bouwen in RXH-verband. Via RXH kan de intensieve samenwerking gecontinueerd worden tussen de partners op zowel bestuurlijk- als onderwijsniveau. De ontwikkeling van doorlopende leerwegen kan via RXH verder gaan tot geïntegreerde leerwegen voor een betere aansluiting, één jaar verkorting van MBO-HBO en terugdringing van de uitval. De samenwerking met het bedrijfsleven kan verder uitgewerkt worden om projecten en stages te koppelen aan POP’s.
Een ‘ontwikkelingsgerichte aanpak’ heeft betrekking op procesen resultaatgerichte sturing op het realiseren van de projectambities. Dit wordt meer ervaren naarmate MplusH langer bestaat. Met name de inbedding van de projectorganisatie in de partnerorganisaties wordt door ambassadeurs, ontwikkelteams en projectgroep/managers positiever beoordeeld. Over de actieve betrokkenheid van degenen die de innovatie in praktijk moeten brengen verschillen de meningen: ontwikkelteam en projectgroep zijn hier positiever over dan de ambassadeurs.
Innovatie als proces De evaluatie van MplusH biedt goede aangrijpingspunten voor de overdracht. Bijzonder is dat ook de innovatie als proces is bekeken, iets waarmee RXH zijn voordeel kan doen. Want welke factoren belemmeren of bevorderden een succesvolle innovatie? Ingezoomd is daarbij op de vijf condities voor succesvol innoveren: gedeeld eigenaarschap, krachtig innovatieconcept, ontwikkelingsgerichte aanpak, transparantie resultaten en expliciet leren. De bedrijfsambassadeurs, ontwikkelteams, projectgroep/ afdelingsmanagers en stuurgroep geven aan dat alle condities (sterk) aanwezig zijn, behalve ‘transparantie resultaten’ (iets minder sterk). Over het geheel genomen zien de ontwikkelteams en projectgroep/managers een duidelijk positieve ontwikkeling in de condities voor succesvol innoveren tussen de start en het eind van het project.
Eigenaarschap en innovatieconcept De partnerorganisaties nemen meer verantwoordelijkheid voor het realiseren van de projectambities dan een jaar geleden. Men ervaart ook meer actieve steun vanuit bestuurders, management en opleiders. Ook ‘krachtig innovatieconcept’, dat uitwerking geeft aan een visie op eigentijdse beroepsvorming, wordt in 2011 meer ervaren dan in 2010. Ontwikkelteam- en projectgroepleden zijn redelijk positief over de aanwezigheid van een kennisbasis waarop wordt voortgebouwd; ambassadeurs en stuurgroep zijn hierover iets minder positief.
Samenstelling en eindredactie Teksten Foto’s Vormgeving Druk
Brechje Hollaardt Brechje Hollaardt en Gitta Snijders Voermans Van Bree Fotografie, Tauw Anneliek Holland Van Eck en Oosterink
Onder verantwoordelijkheid van de projectgroep MplusH Jan Raaijman (ICBA), Kea Bouwman (HAN), Hans van der Vinne (ROC Nijmegen) en Eddy van Laar (Rijn IJssel)
8
Transparantie resultaten en expliciet delen Wordt er bewust tijd en aandacht besteed aan een reflectie op de innovatie-inspanningen en worden kennis en ervaring gedeeld en benut voor bijsturing? Uit de evaluatie blijkt dat vooral de leden van de projectgroep en de ontwikkelteams ervaren dat kennis en ervaringen worden gedeeld, ambassadeurs hebben dit minder. Dit gebeurt meer in 2011 dan in 2010, hetgeen ook geldt voor het benutten van leerervaringen voor bijsturing.
Op de slotconferentie van 10 november wordt het MplusH-stokje overgedragen aan RXH en maken de betrokken partijen afspraken over de inbedding.