JAARVERSLAG 2005
M I L I E U F E D E R AT I E D R E N T H E Voor u ligt het jaarverslag van de Milieufederatie Drenthe. Het verslag schetst onze activiteiten in 2005. Op diverse werkvelden hebben we initiatieven ontwikkeld en projecten uitgevoerd, die zijn voortgekomen uit onze beleidsvisie en de daarin gekozen speerpunten. Een aantal aansprekende voorbeelden lichten we in dit verslag toe. Het complete overzicht van onze werkzaamheden kunt u lezen in onze productrekening 2005. Hierin is ook de uitgebreide financiële verantwoording opgenomen.
Wilt u meer informatie, kijk dan eens op onze website of neem contact met ons op. Achter in dit jaarverslag vindt u onze adresgegevens.
Wij streven een duurzame samenleving na en richten ons hierbij specifiek op de natuur en het milieu in Drenthe. Wij behartigen de belangen van natuur en milieu en ondersteunen mensen en organisaties die zich daarvoor inzetten. Wij bevorderen het milieubewustzijn van mensen en stimuleren milieuvriendelijk gedrag. Ten slotte willen wij koploper zijn in ons streven naar een duurzame Drentse samenleving: wij nemen het initiatief, geven richting en inspireren.
INHOUDSOPGAVE
Voorwoord
3
Wie zijn we en waar we ons voor in zetten
4
Groene ruimte Ontwikkelingsplanologie
6
Duurzame recreatie
8
Ruimtelijk beleid en duurzame landbouw
9
Water
10
Laat het donker donker
12
Stilte moet je horen
14
Kwaliteiten van het Drentse landschap
15
Duurzame ontwikkeling Energie
16
Duurzaam bouwen
18
Duurzame ontwikkeling en mobiliteit
19
Algemene taken en organisatie Natuur- en milieucommunicate
20
Organisatie
21
Bijlagen
24
VOORWOORD
Mooi en Lelijk…. Niemand behoeft te schrikken van deze aanhef! Dat Drenthe één van de mooiste provincies van Nederland is staat buiten kijf. En dat dit zo moet blijven wordt breed onderschreven. Ook de Milieufederatie Drenthe heeft daar het afgelopen jaar een flinke steen aan bijgedragen. In dit jaarverslag leggen wij daarover verantwoording af en kunt u lezen op welke terreinen wij ons in 2005 hebben ingezet. De zorg voor het landschap stond veelal centraal. Daarbij werken we vaak samen met andere milieufederaties. Zo zijn we samen met de Milieufederatie Groningen betrokken geweest bij de opstelling van de regiovisie Groningen-Assen. Het voorkomen van aantasting van natuur en landschap stond daarbij voorop. Ook in het grensgebied met Overijssel zoeken we, samen met anderen, naar kansen om binnen de kaders van zuinig ruimtegebruik toch nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken. Het stemt tot tevredenheid dat de provincie de mede door ons ontwikkelde visie Ruimte voor Ruimte op Drentse maat in concrete plannen wil omzetten. Toch realiseerden we ons het afgelopen jaar dat op plaatsen in Drenthe het cultuurhistorisch landschap is aangetast. Eind 2005 zijn we daarom gestart met de campagne Kiek op Drenthe. We hebben daarbij de inwoners gevraagd hun visie te geven op wat mooi en wat lelijk is (geworden) in hun omgeving. Het is een groot succes geworden. Zonder te overdrijven kun je zeggen dat de zorg voor behoud van het ‘oude’ landschap lééft! Met de Statenverkiezingen in zicht moet dit een stimulans zijn voor politieke partijen om deze zorg om te zetten in daden. Onze provincie is een toeristische trekpleister van formaat. De nota Ontwikkelingsperspectief Natuurlijke Recreatie laat zien dat er voor de recreatiesector ontwikkelingsmogelijkheden zijn zonder ernstig in natuurwaarden in te grijpen. De recreatiesector en de politiek reageerden positief. De milieufederatie zal plannen voor duurzame recreatie van harte ondersteunen. Hoe zit het dan met dat ‘lelijk’ uit de aanhef? Kijkt u maar eens naar de omslag van dit jaarverslag. De illustratie heeft betrekking op het vele overleg dat we voor natuur- en milieubescherming tegenwoordig moeten plegen; het registreren en het meten en het steeds maar weer beantwoorden van nieuwe vragen. Kortom op de bureaucratie die kennelijk nodig is om dit werk te kunnen realiseren. Wij vinden dit jammer, wij steken liever alle energie in de uitvoering van concrete activiteiten. De betrokkenheid van onze inwoners is groot; dat is voor de milieufederatie een bron van inspiratie. Het is onze wens om die betrokkenheid vast te houden en uit te bouwen maar dat lukt nog beter als die bureaucratie aanzienlijk wordt verminderd.
Marijke Augusteijn-Esser Voorzitter
Groene ruimte 1
ONTWIKKELINGSPLANOLOGIE
Via onze activiteiten op het gebied van ontwikkelingsplanologie hebben we mede invulling gegeven aan een meer integrale en duurzame omgevingsplanning. Zo hebben we actief geparticipeerd in de planvorming rond de regiovisie Groningen-Assen. De samenwerking met de Regio Groningen-Assen, het netwerk van de provincies Groningen en Drenthe en de betrokken gemeenten, loopt op zich goed. Wel is het nog steeds de vraag of daar ook goede plannen uit voortkomen. Dit hangt vooral samen met de (te) hoge bouwambities voor dit gebied die in onze visie niet passen in het waardevolle landschap. Voor Meppel en het grensgebied met Overijssel hebben we op een rij gezet welke gevolgen allerlei overheidsplannen hebben voor natuur en landschap. Van een integrale aanpak blijkt nauwelijks sprake te zijn, terwijl de overheden dit wel willen bereiken. We hebben voor dit gebied onze visie vastgelegd in het rapport Over de grens en zijn hierover gesprekken aangegaan met de verschillende betrokken organisaties.
Hoe groen blijft de regio Groningen-Assen? De rijksoverheid en de Regio Groningen-Assen voorzien omvangrijke ruimtelijke ontwikkelingen voor het gebied van de regiovisie GroningenAssen. Wij zien kansen voor én de noodzaak van een meer integrale ontwikkeling. Het gebied kent immers belangrijke natuur- en landschapswaarden die in het gedrang kunnen komen. Op een aantal plaatsen hebben we een bijdrage geleverd aan de uitvoering van de geactualiseerde regiovisie Groningen-Assen. Zo hebben wij deelgenomen aan de begeleidingscommissie, die onder meer betrokken was bij het opstellen van het uitvoeringsprogramma voor het project Regiopark. Dit programma is in december door de stuurgroep van de Regio Groningen-Assen vastgesteld en wordt in 2006 in werking gezet. De gemeenten Noordenveld en Leek zijn dit jaar aan de slag gegaan met de uitwerking van hun ontwerpopgave voor woningbouw en bedrijventerreinen. Naar aanleiding van de ‘groene mal’,
Met de landelijke Nota Ruimte kiest de rijksoverheid nadrukkelijk voor ontwikkelingsplanologie. Daarmee heeft een verschuiving plaatsgevonden van het ‘stellen van beperkingen’ naar ‘het stimuleren van ontwikkelingen’. Ontwikkelingsplanologie kan in Drenthe een rol spelen bij de omvorming van het landelijk gebied en bij stedelijke vernieuwing. Daarvoor is een actieve opstelling van overheid en maatschappelijke organisaties gewenst. Samen moeten zij komen tot gebiedsgerichte en breed gedragen visies en uitvoering van beleid. In stedelijke gebieden kan via ontwikkelingsplanologie het principe rood voor groen worden toegepast. Bovendien zijn er kansen voor zuinig ruimtegebruik door nieuwe woningen en bedrijven te realiseren binnen de bestaande dorpen, steden en bedrijventerreinen.
6
die wij samen met lokale groepen voor Roden-Leek hebben gemaakt, hebben beide gemeenten ons uitgenodigd om deel te nemen in het planproces. Samen met de Milieufederatie Groningen hebben wij een bijdrage geleverd aan de ontwerpateliers. Met een goede aanpak kan een deel van de woningen zijn plek vinden in dit gebied zonder aantasting van natuur en landschap. Bij de voorgenomen hoeveelheid woningen blijven wij echter grote vraagtekens plaatsen. In 2006 zal dit proces voortgezet worden. Verder hebben wij gereageerd op het voorontwerp Structuurplan Tynaarlo. Wij vinden dat het ambitieuze woningbouwprogramma niet strookt met de hoge natuur- en landschapskwaliteiten van de gemeente Tynaarlo. Wat ons betreft moet de gemeente daadwerkelijk kiezen voor behoud en verdere versterking van haar functie als groene long tussen Groningen en Assen. Voor de nieuwe locaties voor woningbouw en bedrijventerreinen in de westelijke stadsrandzone van Assen moet een Milieueffectrapportage (m.e.r.) gemaakt worden. Milieueffectrapportages zijn bedoeld om aan het licht te brengen welke natuuren milieueffecten dergelijke plannen hebben. Wij nemen deel aan de klankbordgroep die adviseert over deze m.e.r. We zien het als onze taak om er voor te zorgen dat de meest milieuvriendelijke varianten in beeld komen en blijven. De eerste resultaten van de m.e.r. worden begin 2006 besproken.
tijd zichtbaar zijn, bijvoorbeeld in de sloop van grote verouderde veestallen. Milieuknelpunten die voortkomen uit de ammoniakwetgeving en de Ecologische Hoofdstructuur kunnen met deze regeling nu ook worden opgelost. Wij ondersteunen deze regeling actief, mede om ervoor te zorgen dat de gebouwen die in ruil voor deze sloop geplaatst mogen worden, leiden tot versterking van het landschap.
Wie kijkt er over de grens?
Ruimte voor ruimte op Drentse maat Samen met LTO-Noord hebben wij in 2004 de brochure Ruimte voor Ruimte op Drentse maat gepresenteerd. De provincie heeft daarop de mogelijkheid van ‘ruimte voor ruimte’ opgenomen in het POP II. Dit jaar heeft de provincie de voorbeeldregeling Ruimte voor Ruimte verder uitgewerkt. Hierop hebben wij zowel mondeling als schriftelijk gereageerd. Wij gaan ervan uit dat de eerste concrete resultaten binnen afzienbare
Eind 2004 hebben wij Buro Bakker ingeschakeld voor onderzoek naar de ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied tussen de Wieden-Weerribben en het Drents Plateau. Aanleiding daarvoor was dat er in het gebied allerlei wensen bestaan die zowel kansen als bedreigingen vormen voor het behoud en de ontwikkeling van natuurgebieden en ecologische verbindingszones. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat in dit grensgebied verschillende overheden en andere partijen allerlei deelactiviteiten ondernemen, maar dat van een integrale gebiedsaanpak geen sprake is. Voor de natuur en het landschap is dat geen goede zaak. We hebben dit jaar samen met Natuurmonumenten en Natuur en Milieu Overijssel de betrokken overheden op het spoor gezet van een meer samenhangend ruimtelijk beleid. Een beleid waarbij provincie- en gemeentegrenzen in feite geen rol mogen spelen. De analyse uit het rapport Over de grens hebben we vertaald in de gelijknamige brochure, waarin de ruimteijke knelpunten in het gebied zijn weergegeven. De brochure bevat de kansen voor een evenwichtige
ruimtelijke ontwikkeling en benoemt daarnaast punten die directe actie vragen: de stedelijke ontwikkelingen bij Meppel en Steenwijk en de ontwikkeling van de recreatie in het hele gebied. We hebben de brochure aan alle betrokken gemeenten en de twee provincies aangeboden. In Overijssel hebben wij onze visie onder meer naar voren gebracht tijdens de uitreiking van het Wetlanddiploma voor De Wieden en bij een veldbezoek in het ‘Over de grens’-gebied. De provincie Overijssel heeft daarop het initiatief genomen voor overleg dat in 2006 zal plaatsvinden. In het Drentse deel van het gebied hebben we ons ingezet voor de directe omgeving van Meppel. Ten noorden van de stad staat één van de grootste woningbouwopgaven in Drenthe op stapel. In de nog te realiseren wijk Nieuwveense Landen zijn 5000 woningen gepland. Onze inzet is erop gericht het natuurgebied De Wieden te behoeden voor overlast. Dat kan in het westen van het plangebied met een goede buffer, waarin bijvoorbeeld een deel van de recreatiedruk wordt opgevangen. En aan de noordkant met een verbindingszone die uit de woningbouw gefinancierd wordt. In deze zone kunnen de natuurwaarden die verdwijnen met de aanleg van de wijk, voldoende gecompenseerd worden. Om dit te realiseren hebben we actief deelgenomen aan een ‘ontwerpfestival’ van de gemeente Meppel, waar toekomstige bewoners en andere betrokkenen hun ideeën over de nieuwe wijk konden presenteren. Dat heeft inmiddels geleid tot een verbetering van de plannen. Zo is er een noordelijke verbindingszone voor de natuur in opgenomen.
7
2
DUURZAME RECREATIE
Recreatie vormt een belangrijke economische activiteit in Drenthe en is sterk afhankelijk van natuur en landschap in Drenthe. Maar recreatie zorgt ook voor druk op de groene ruimte. Op sommige plaatsen is duidelijk sprake van knelpunten en strijdigheid van belangen. Aan de andere kant liggen er veel gezamenlijke kansen.
Ontwikkeling van recreatie met winst voor de natuur In 2003 hebben wij samen met de recreatiesector de kansen voor duurzame recreatie verkend, onder meer tijdens het symposium Natuurlijke groei van toerisme. Als vervolg op dit initiatief
8
hebben we dit jaar samen met vertegenwoordigers uit de natuur-, landschap- en de recreatiesector de mogelijkheden onderzocht voor een integraal ontwikkelingsperspectief in het studiegebied Drents-Friese Wold. Ook de RECRON en het Recreatieschap Drenthe hebben hieraan hun medewerking verleend. Het onderzoek heeft geleid tot de nota Ontwikkelingsperspectief Natuurlijke Recreatie. Deze beschrijft het ontwikkelingsperspectief aan de hand van zes kansen voor een natuurlijke recreatie in het gebied. Begin september hebben wij de resultaten van het onderzoek gepresenteerd aan bestuurders en ambtenaren van de provincie en de Drentse gemeenten. Bovendien hebben wij het rapport naar de recreatiesector en terreinbeherende organisaties gestuurd. Provinciale Staten van
Drenthe noemden de resultaten van het onderzoek een goed voorbeeld van een gebiedsgerichte aanpak, waarbij gezamenlijk oplossingen worden gezocht voor knelpunten voor recreatie en natuur. De recreatiesector reageerde positief. Toeristisch Recreatief Drenthe (TRD) nomineerde ons voor de ‘Kei van Drenthe’. Deze prijs is in het leven geroepen om de waardering van de sector te tonen voor organisaties die zich inzetten voor toerisme en recreatie in Drenthe. Een mooie opsteker! De uitkomsten van het onderzoek geven dus aan dat de samenwerking vruchtbaar is. Het gaat ons er vooral om dat het niet bij beleid blijft, maar dat er concrete projecten en praktijkoplossingen gerealiseerd worden. Samen met de RECRON gaan we deze uitdaging aan, met ondersteuning van de provincie Drenthe en de gemeenten.
3
RUIMTELIJK BELEID EN DUURZAME LANDBOUW
Een belangrijk onderdeel van ons werk is het adviseren over en het reageren op ruimtelijke plannen. Wij nemen bijvoorbeeld deel aan de Provinciale Commissie Omgevingsbeleid en de Commissie Landelijk Gebied. Daarnaast dragen wij bij aan de beleidsvorming en -uitvoering met betrekking tot duurzame landbouw.
Ammoniakproblemen zijn oplosbaar Op het gebied van de duurzame landbouw is zowel provinciaal als landelijk het ammoniakbeleid uitgebreid aan de orde geweest. Dit beleid is gericht op de bescherming van kwetsbare natuur tegen ammoniakdepositie. Wij zijn vooral bij de provinciale discussie betrokken. De landbouw heeft zich verzet tegen het ammoniakbeleid. Om die reden hebben Provinciale Staten in januari 2005 besloten de klankbordgroep Wet ammoniak en veehouderij (Wav) in het leven te roepen. Wij zijn gevraagd hierin de natuur- en milieu-inbreng te verzorgen. De klankbordgroep heeft als doelstelling een advies uit te brengen aan Provinciale Staten via een toekomstscenario voor de Wav-problematiek in Drenthe. Samen met LTO-Noord hebben wij het initiatief genomen voor een samenwerkingsproject. Hiermee willen we de ontwikkeling van bedrijven combineren met het terugbrengen van de ammoniakbelasting. Daarmee is het ammoniakbeleid in onze provincie weer in een beter spoor beland.
Stappen in de bollenteelt De huidige bollenteelt in Drenthe heeft negatieve effecten op milieu, natuur en landschap. Deze problemen hebben we in 2003 aangekaart en vervolgens zijn we met de overheden en bollensector in overleg gegaan om te komen tot een duidelijke aanpak. Dit jaar hebben wij met de provincie, het waterschap Reest en Wieden, KAVB, Vitens en WMD overleg gevoerd over de uitwerking en uitvoering van een plan van aanpak. In het plan is onder andere een stimuleringsproject voor Drentse bollentelers opgenomen. Doel hiervan is de milieubelasting door het gebruik van bestrijdingsmiddelen in drie jaar met minimaal 75 procent te verminderen. De eerste resultaten van de gesprekken zijn in juni gepresenteerd op een provinciale conferentie. De uitvoering van het plan wordt begeleid door het platform Duurzame bollenteelt waaraan wij ook deelnemen.
van het landelijk gebied natuur- en landschapswaarden aanzienlijk kunnen toenemen en de milieukwaliteit kan verbeteren. Binnen de landinrichting en het gebiedsgericht beleid zijn de gevolgen van het kabinetsbeleid in negatieve zin duidelijk merkbaar. Het natuurbeleid staat onder druk en veel projecten komen stil te liggen, omdat het Rijk ervoor gekozen heeft hiervoor minder geld beschikbaar te stellen. We zullen samen met onze vertegenwoordigers in de diverse commissies nagaan hoe we hier de komende jaren op moeten reageren. Want, stilstand betekent ook hier al snel achteruitgang.
Landinrichting onder druk Via de ondersteuning van natuurbeschermingsvertegenwoordigers in commissies leveren wij bijdragen aan de totstandkoming van landinrichtingsplannen. Dit werk is voor de buitenwereld niet het meest zichtbaar. Toch is het belangrijk, omdat door een goede herinrichting
9
Economie van het platteland onder de loep De brede zorg over de landinrichtingsbezuinigingen is ook voelbaar in de Groene Coalitie, het samenwerkingsverband van plattelandsorganisaties in Noord-Nederland. Samen met de Groene Coalitie en de Rijksuniversiteit Groningen hebben we een congres georganiseerd over de economie van het platteland. Het congres trok tweehonderd deelnemers en bracht de economische betekenis van de groene ruimte volop voor het voetlicht. Ook de Groene Coalitie is echter niet in staat gebleken de negatieve landelijke tendensen in dit opzicht te keren.
Provinciaal beleid In de Provinciale Commissie Omgevingsbeleid hebben we onder andere advies uitgebracht over de provinciale voorbeeldregeling Ruimte voor Ruimte, het voorontwerp Structuurplan van de gemeente Tynaarlo, de wijziging van de Provinciale Omgevingsverordening en de startnotitie voor het provinciaal energiebeleid. In de Commissie Landelijk Gebied hebben we Gedeputeerde Staten geadviseerd over het opstellen van het Meerjarenprogramma voor het landelijk gebied. De provinciale inzet en ambities voor natuur en landschap zijn mede dankzij deze inbreng opgeschroefd.
10
4
WATER
Schoon water is voor mens en natuur van levensbelang. Helaas is de waterkwaliteit lang niet overal voldoende. Duurzaam waterbeheer en de uitwerking van de Europese Kaderrichtlijn Water bieden kansen om de waterkwaliteit te verbeteren en de verdroging van natuurgebieden terug te dringen. Ook in 2005 hebben wij ons hiervoor ingezet via deelname aan provinciale overleggroepen en adviezen, publicaties en een aantal themabijeenkomsten. Om te voorkomen dat de Kaderrichtlijn een te ambtelijk verhaal wordt, zijn we daarnaast gestart met de voorbereiding van een aantal publieksactiviteiten die in 2006 zullen plaatsvinden.
Schoon water in zicht Door de aanpak van de meest zichtbare knelpunten, zoals puntbronnen, is de algemene waterkwaliteit de afgelopen jaren verbeterd. Toch moet er nog veel gebeuren om een goede ecologische waterkwaliteit te bereiken. De invoering van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is daarbij van grote betekenis. Voor ons is de KRW daarom een speerpunt in ons werk. Via deelname aan workshops en bijeenkomsten van de Klankbordgroepen Water 2000+ en RijnOost hebben wij advies gegeven over het plan van aanpak KRW en het eindconcept van het Regionaal Bestuursakkoord Water. Ook hebben wij ons gericht op een aantal voorbeeldgebieden, waarmee wij de natuur- en milieubelangen in het
KRW-proces willen inbrengen. Samen met doelgroepen hebben wij gewerkt aan het thema Schone beken. Wij vinden het belangrijk dat de weerstand die de KRW oproept bij onder andere het bedrijfsleven, doorbroken wordt. We willen daarom met waterschappen en doelgroepen werken aan gezamenlijk gedragen maatregelen en oplossingen om de Drentse beken in 2015 schoon te krijgen. De samenwerking met het waterschap Hunze en Aa’s heeft ertoe geleid dat het waterschap ons betrekt bij het opstellen van maatregelenprogramma’s voor de watersystemen binnen het gebied van het waterschap. In april hebben wij samen met de Milieufederatie Groningen en het waterschap Hunze en Aa’s de themabijeenkomst De Kaderrichtlijn in de praktijk georganiseerd. De bijeenkomst was gericht op bestuurders die beslissingen moeten nemen over de maatregelenprogramma’s van de KRW. Als voorbeeldgebied diende het watersysteem Hunze. Hier zijn hoge natuurwaarden aanwezig en wordt al gewerkt aan verbetering van de waterkwaliteit. De belangstelling van Drentse en Groningse beleidsmakers voor de themabijeenkomst was met ruim zestig deelnemers groot. Bestuurders kunnen ook gebruikmaken van de landelijke brochure Stilstand is achteruitgang die wij samen met Stichting Natuur en Milieu en de andere milieufederaties hebben uitgegeven. Wij hebben de brochure verspreid onder de Drentse gemeenten, het bestuur van het waterschap Hunze en Aa’s en Provinciale Staten. Gebleken is dat de KRW de nodige tegenstand oproept bij de doelgroepen waarop eventuele
Via het veldsymposium kwam de Van veen tot Zee-visie en de samenwerking verder tot leven bij de deelnemers. Voor de ruim 60 bestuurders en beleidsmakers uit de provincies Groningen en Drenthe spraken de concrete v oorbeelden uit de praktijk zeker tot de verbeelding.
maatregelen gericht zijn. Bovendien heeft de uitwerking van de Kaderrichtlijn een sterk ambtelijk karakter. Het publiek is mede daardoor nauwelijks betrokken bij het thema Schoon water. Onder het motto Schoon water zijn we daarom gestart met het voorbereiden van activiteiten die inwoners nadrukkelijk bij het onderwerp betrekken. Daarmee willen we bereiken dat schoon water in 2006 meer gaat leven in Drenthe.
Van Veen tot Zee gaat leven Sinds eind 2002 bestaat het samenwerkingsverband Van Veen tot Zee waaraan de milieufederaties van Groningen en Drenthe, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Het Drentse Landschap en de ANWB deelnemen. Via de brochure Een weidse groene rivier en het congres Noord Nederland Natuurlijk hebben wij samen met terreinbeherende organisaties het concept Van Veen tot Zee breed onder de aandacht gebracht. Dit concept houdt in dat er voor het stroomgebied tussen Fochteloërveen en Lauwersmeer meer natuurlijke waterverbindingen tot stand worden gebracht, waarmee ook de landschappelijke en recreatieve ontwikkeling kan worden versterkt.
Samen met de Milieufederatie Groningen hebben wij Het waterstreefbeeld van Veen tot Zee uitgegeven. Dit rapport bevat een globale visie op de ontwikkeling van het stroomgebied en voorstellen voor een gedetailleerdere uitwerking van een aantal deelgebieden. Met de visie kunnen de terreinbeheerders en overheden hun deelplannen in het stroomgebied richten op dit grotere verband. De watervisie is aangeboden aan de provincie, het waterschap en gemeenten in het stroomgebied. De gemeente Noordenveld reageerde per brief positief op ons rapport. Zij vindt dat het rapport goed kan worden gebruikt als leidraad bij afzonderlijke projecten om het stroomgebied in de gemeente te herstellen. Gekoppeld aan de presentatie van Het waterstreefbeeld organiseerden wij in samenwerking met de Dienst Landelijk Gebied (DLG) een veldsymposium met excursie voor waterschaps-, gemeentelijke en provinciale bestuurders. Tijdens de excursie naar de middenloop van het Peizerdiep bij Lieveren toonde de DLG aan de deelnemers welke kansen er zijn om het beekdal in landinrichtingsverband te herstellen. Met de milieufederaties van Friesland en Groningen, de Waddenvereniging en vier terreinbeheerders brachten wij in april Stroomlijnen uit. De brochure, die werd gepresenteerd tijdens een minisymposium in Drachten, beschrijft een toekomstvisie van het waterbeheer in het Lauwersmeer en de daarop afwaterende stroomgebieden. Belangrijke voorstellen in de visie zijn nieuwe afvoerroutes van rivierwater naar zee en een gedempt getij in het Lauwersmeergebied. Het rapport heeft veel discussie losgemaakt
over het toekomstige waterbeheer in het Lauwersmeer. Mede naar aanleiding daarvan heeft het Bestuurlijk Overleg Watervisie Lauwersmeer besloten een gedempt tij variant mee te nemen in het onderzoek naar het waterbeheer van het Lauwersmeer. De natuurorganisaties hebben hun ideeën hiervoor alvast verder uitgewerkt in het rapport Uitwerking van de visie Stroomlijnen, Gedempt tij in het Lauwersmeer, nieuwe afvoerroutes naar de kust (‘Stroomlijnen 2’) dat in november is gepresenteerd.
GEMAAL SLUIS HERMEANDERING NIEUWE VERBINDING VOOR NATUUR EN WATER NIEUWE VERBINDING WATER IN NATUURLIJKE LAAGTES
11
5
LAAT HET DONKER DONKER
De donkere nacht vormt één van de oerkwaliteiten van Drenthe. In grote delen van de provincie is het ’s nachts nog echt donker. Toch blijft het zaak alert te blijven. Door de voortdurende toename van de hoeveelheid licht is het tijdens de nachtelijke uren steeds minder donker. Reden genoeg voor ons om de in 2004 gestarte activiteiten op dit gebied voort te zetten. Deze zijn dit jaar in samenwerking met onze collega-organisaties uitgebreid naar de landelijke campagne Laat het donker donker. Dat het onderwerp leeft bij het publiek blijkt wel uit de grote belangstelling voor de georganiseerde activiteiten.
12
Publiekscampagne
✭
De publiekscampagne Laat het donker donker ging in Drenthe van start in de nacht van 21 op 22 juni. Tijdens deze kortste nacht van het jaar liepen ongeveer vijftig enthousiaste belangstellenden mee met een sfeerbelevingstocht over het Balloërveld. Samen met de milieufederaties van Groningen en Friesland hebben wij vervolgens in de noordelijke provincies twintig publieksactiviteiten georganiseerd onder de titel In het
donker zie je meer. Zo werden sterrenkijknachten georganiseerd met medewerking van de Vereniging voor Amateursterrenkunde Zuid-Drenthe en vonden nachtelijke excursies plaats in samenwerking met Staatsbosbeheer, Het Drentse Landschap, Natuurmonumenten, de Vleermuiswerkgroep Drenthe en IVN-afdelingen in Drenthe. Hoogtepunt van de activiteiten vormde de Noordelijke Nacht van de Nacht op 29 oktober in het doolhofpark Dúndelle in Bakkeveen.
De ruim 250 deelnemers konden kijken naar een speciale uitvoering van de ‘Fabeltjeskrant’ in het openluchttheater, de nachtelijke informatiemarkt bezoeken en meedoen met de diverse nachtexcursies. In totaal namen meer dan vijfhonderd mensen deel aan de Drentse publieksactiviteiten. Niet alleen de publieke belangstelling voor de Nacht van Nacht en andere activiteiten was groot, ook de pers schonk met sfeerreportages op radio en tv en artikelen in kranten ruim aandacht aan verschillende activiteiten. Een mooi slotakkoord van de campagne in Drenthe vormt de lichtbronnenkaart van Drenthe.
Lichtbronnenkaart Drenthe Op 21 december, in de langste nacht, hebben wij de lichtbronnenkaart van Drenthe gepresenteerd. Gedeputeerde van milieu Tanja Klip-Martin onthulde deze kaart op een speciale bijeenkomst in Meppel. De kaart, die wij dankzij de inzet van vele vrijwilligers en met steun van de provincie konden maken, bestaat uit twee kaarten: de lichtkaart en de belevingskaart. Beide zijn met drie detailkaarten opgenomen in de brochure Lichtbronnenkaart Drenthe. De kaart geeft een duidelijk beeld van de lichtvervuiling anno 2005 in Drenthe. Overheden kunnen op basis van de lichtbronnenkaart werken aan een verantwoord verlichtingsbeleid. Omdat ook de afzonderlijke lichtbronnen zijn aangegeven, biedt de kaart goede aanknopingspunten om de verlichting terug te brengen. De lichtbronnenkaart van Drenthe maakt duidelijk dat de provincie nog redelijk donker is, maar dat de
hoeveelheid licht niet verder moet groeien als we deze donkere gebieden willen behouden.
Workshop Openbare verlichting We willen de verlichtingsproblematiek niet alleen in beeld brengen, maar er ook iets aan doen. Daarom hebben wij op 3 oktober samen met de provincie de workshop Openbare verlichting georganiseerd. Doel van de workshop was bestuurders en beleidsuitvoerders handvatten te bieden voor een verantwoord verlichtingsbeleid. Met zeventig ambtenaren, bestuurders en andere belangstellenden waren bijna alle Drentse gemeenten vertegenwoordigd. Tijdens de bijeenkomst hebben wij gepleit voor het toepassen van het ‘stand still’ principe, wat betekent dat er geen verdere groei van de hoeveelheid verlichting plaatsvindt. Gedeputeerde Klip gaf aan dat de provincie zeer kritisch kijkt naar uitbreiding van openbare verlichting en naar alternatieven. De aanwezigen ontvingen de brochure Verlichting met beleid, aanbevelingen voor overheden om efficiënt te verlichten in het Noorden. Deze brochure is een product van de drie noordelijke milieufederaties. Om de daad bij het woord te voegen, hebben we enkele praktijkgevallen opgepakt. Zo hebben wij bij de gemeente Assen de effecten van verlichte bouwwerken (politietoren en reclamemast) op het behoud van de donkere nacht aangekaart. Ook hebben we gesproken met een bouwbedrijf over het gebruik van felle reclameverlichting. Het bedrijf heeft toegezegd de verlichting na 23.00 uur te doven.
13
6
STILTE MOET JE HOREN
Oerwaarden, zoals duisternis en stilte, worden steeds zeldzamer in ons land. In de provincie Drenthe zijn kansen aanwezig deze waarden te behouden. Drenthe kan bovendien, door aandacht voor het behoud van deze waarden, haar aantrekkelijkheid als recreatieve provincie versterken. Naast de kwaliteiten van duisternis hebben we dit jaar stilte als thema opgepakt.
Hoe stil is het Dwingelderveld? Binnen het thema Stilte hebben wij samengewerkt met andere milieufederaties en Stichting Natuur en Milieu. Een enquête uit 2003 onder bewoners en recreanten van een viertal natuurgebieden in Nederland, heeft aangetoond dat mensen die in het landelijke gebied recreëren, stilte heel belangrijk vinden. Deze bevindingen zijn gebruikt voor het vervolgtraject in andere provincies, waaronder Drenthe.
14
De Natuurkundewinkel van de Rijksuniversiteit Groningen heeft op ons verzoek geluidsmetingen gedaan in het Dwingelderveld. Hieruit is gebleken dat het gemiddelde geluidsniveau in dit stiltegebied hoger is dan de richtwaarde van de provincie voor stiltegebieden (35 dB(A)). In meer dan de helft van de meetpunten is het gemiddelde geluidsniveau zelfs hoger dan de provinciale richtwaarde voor het maximale geluidsniveau (40 dB(A)). De doelstellingen voor dit stiltegebied worden dus bij lange na niet gehaald. Wij hebben vervolgens met de provincie het stiltebeleid in Drenthe en de resultaten van dit onderzoek besproken. Zij erkende dat er sprake is van hogere geluidsniveaus dan wenselijk is voor dit stiltegebied. De provincie voerde tot dusver geen geluidsmetingen uit in het Dwingelderveld of andere stiltegebieden om te kunnen nagaan of de beleidsdoelstellingen worden gehaald. Een situatie die om een duidelijke aanpak vraagt. In 2006 zullen we dit thema een vervolg geven. Hierbij
zullen we samen met diverse betrokkenen nagaan welke acties mogelijk en nodig zijn om ervoor te zorgen dat stiltegebieden ook echt stil zijn. In augustus en september hebben wij ook een enquête gehouden onder 148 bezoekers van het Dwingelderveld. Uit de voorlopige resultaten kunnen we de conclusie trekken dat bezoekers van het natuurgebied stilte en het behoud ervan uiterst belangrijk vinden. Een meerderheid van de mensen vindt het in het gebied over het algemeen stil, maar tegelijk vindt de helft van de mensen sommige geluiden storend. Vooral wegverkeer en vliegverkeer ervaart men als hinderlijk. De meeste mensen vinden het belangrijk dat geluidsoverlast in het Dwingelderveld wordt tegengegaan.
7
KWALITEITEN VAN HET DRENTSE LANDSCHAP
De rust, ruimte, oude cultuurlandschappen, natuurgebieden en een onaangetaste horizon maken het aantrekkelijk om in Drenthe te wonen, werken en recreëren. Het Drentse landschap verandert voortdurend. Er komen gebouwen bij en soms verdwijnen waardevolle elementen, zoals houtwallen en karakteristieke boerderijen. Veranderingen horen bij het landschap. Maar de aard en het tempo van de huidige ontwikkelingen geven reden tot zorg. De identiteit van het Drentse landschap staat onder druk. En daarmee de kwaliteit van onze leefomgeving.
Kiek op Drenthe
Met de campagne willen we het publiek meer betrekken bij het Drentse landschap. Daarvoor hebben we een landschapsprijsvraag ontwikkeld die in heel Drenthe paginagroot in de huisaan-huisbladen heeft gestaan en die met een speciale website www.kiekopdrenthe.nl is ondersteund. Deelnemers konden in woord en/of beeld aangeven wat zij mooi en lelijk vinden in het Drentse landschap. De prijsvraag leverde negentig inzendingen op. Hieruit heeft een deskundigenjury tien mooie en tien lelijke plekken geselecteerd die een bijdrage kunnen leveren aan de discussie over wat wel en niet in het Drentse landschap past. De selectie wordt in januari 2006 op de website geplaatst, waarna het publiek de mogelijkheid heeft hierop zijn stem uit te brengen. In maart 2006 presenteren wij de resultaten van
de prijsvraag op het Drentse kwaliteitsdebat. In de Jongeren Informatie Krant (verspreid op scholen) hebben wij een advertentie geplaatst, waarin wij jongeren gevraagd hebben een foto of filmpje te maken van hun mooiste of lelijkste plekje in Drenthe. Helaas leverde dit geen inzendingen op. Tot slot hebben wij een enquête gehouden over de kwaliteiten van het Drentse landschap onder lezers van het Dagblad van het Noorden. Daarnaast heeft een onderzoeksbureau de enquête afgenomen onder een representatief panel. Ongeveer duizend mensen hebben deelgenomen aan de enquête, waarvan de resultaten in 2006 bekendgemaakt worden. In 2006 krijgt het programma Kwaliteiten van het Drentse landschap een vervolg.
Samen met Het Drentse Landschap, Drents Plateau, Landschapsbeheer Drenthe, Bond Heemschut, KNHM en BNA zijn we dit jaar gestart met het programma Kwaliteiten van het Drentse landschap. Kern van het programma is dat we een beroep doen op bestuurders, ambtenaren en ontwerpers om landschappelijke kwaliteit een grotere rol te laten spelen in de plan- en besluitvorming. We willen een discussie op gang brengen over ruimtelijke kwaliteit, met als doel versterking van het Drentse landschap. Wij hebben de voorbereiding van het programma verzorgd, voeren de programmaleiding en zijn trekker van de campagne Kiek op Drenthe. Deze campagne is in oktober van start gegaan en loopt door in 2006.
15
Duurzame ontwikkeling 8
ENERGIE
Energiebesparing is verreweg de belangrijkste factor in het bereiken van een duurzame energievoorziening. Een vermindering van de energievraag met meer dan zeventig procent bij zowel huishoudens als bedrijven en overheden is op enig moment nodig om dit te bereiken. Dat klinkt als toekomstmuziek, maar grote besparingen zijn op korte termijn al haalbaar. Wij zetten ons daarom in voor het aanjagen van energiebesparingsactiviteiten bij zowel inwoners, bedrijven als overheden.
16
Energiebesparing dicht bij huis Voor de inwoners van Drenthe zijn wij begin dit jaar gestart met de energiebesparingscampagne Energie besparen doe ik zo! Via onder andere paginagrote advertenties in huis-aan-huisbladen zijn in heel Drenthe energiebesparingstips verspreid en kon iedereen meedoen aan een meterstandenactie. Op de speciaal voor de campagne ontwikkelde website hebben wij de inwoners ruimte gegeven eigen tips aan een breed publiek kenbaar te maken. Voor de meterstandenactie, die ook in 2006 doorgaat, hebben zich ruim 250 huishoudens aangemeld. Via de website kunnen zij zelf de meterstanden bijhouden en aflezen hoeveel zij gebruiken (ten opzichte van Nederlandse gemiddelden). Een groot aantal deelnemers constateert vanaf het begin van de actie een dalend energieverbruik, omdat ze door het bijhouden van de gegevens bewuster op hun energiegebruik letten. Wij hebben tijdens de campagne samengewerkt met diverse partners. Milieu Centraal gaf advies over de website en verzorgde een deel van de inhoud van de site, @home van Essent
sponsorde het energieadvies bij de FC Groningen keeper Bas Roorda en Invent uit Beilen voerde de energieadviezen uit bij deelnemers aan de campagne. De Postcodeloterij stelde gratis loten beschikbaar voor de meterstandenactie. Uit de energiebesparingscampagne zijn verschillende lokale initiatieven voortgekomen. Zo is er een Ecoteam opgericht in Emmen. Wij hebben ervoor gezorgd dat de gemeente Emmen dit team ondersteuning biedt. Ook steunen wij het initiatief van een bewonersorganisatie van een verzorgingshuis in Zuidwolde. In oktober heeft de energiebesparingscampagne een noordelijk vervolg gekregen. De noordelijke milieufederaties hebben de Drentse website www.energiebesparendoeikzo.nl daarvoor omgezet in een gezamenlijke site. Bovendien hebben we samen een pagina met najaarstips gepubliceerd in huis-aan-huisbladen in de drie noordelijke provincies. De website heeft een continue stroom bezoekers getrokken. Op de gezamenlijke site is een publieksenquête opgenomen die door bijna achthonderd mensen is ingevuld. Veel mensen namen de moeite om er ideeën bij te schrijven over energiebesparing en vertelden ons waarom het soms niet lukt om energie te besparen. Wij kunnen deze gegevens gebruiken voor onze werkprogramma’s van 2006.
Energiebesparing in de ICT-sector De ICT-sector is één van de bedrijfstakken waar het energiegebruik nog steeds toeneemt. Samen met de milieufederaties van Groningen en Friesland hebben wij contact gezocht met deze sector met als doel energiebesparing hier op de agenda te zetten. Het bureau CE heeft namens de drie federaties de mogelijkheden van energiebesparing bij de Noord-Nederlandse ICT-sector in kaart gebracht. Uit het rapport Energiebesparing in de ICT-sector, een verkenning voor Noord-Nederland blijkt dat de sector veel kan doen om energie te besparen. Bijvoorbeeld door het gebruik van energiezuiniger schermen en servers en maatregelen bij de koeling van serverruimten. Eén van de ondernemingen die voorloopt op andere ICT-bedrijven is Vertis in Groningen. Wij hebben in een bijeenkomst met marktpartijen speciaal aandacht geschonken aan de maatregelen van deze grote onderneming. Het rapport heeft duidelijk gemaakt dat binnen de ICT-branche aandacht voor duurzaam ondernemen en
Uitreiking eerste energiebesparingspakket bij de start van de energiebesparingscampagne aan een inwoonster van de gemeente Midden Drenthe
energiebesparing niet vanzelfsprekend is. Uit gesprekken met enkele bedrijven is gebleken dat de kostenbesparing niet interessant genoeg is. Hoewel bij kleine bedrijfjes energiebesparing de energienota met enkele honderden euro’s per jaar kan verlagen, is dit voor veel bedrijven te weinig om zich hiervoor in te spannen.
Energiebesparing in de bestaande woningbouw Woningcorporaties hebben een belangrijke positie als het gaat om energiebesparende maatregelen in bestaande woningen. Daarom hebben we gesprekken gevoerd met sleutelfiguren uit de woningcorporatiesector. Met als doel hen te informeren over energiebesparing en de kwaliteitsverhogende effecten daarvan in de bestaande bouw. Bovendien wilden we komen tot een gezamenlijk activiteiten-
programma voor heel Noord-Nederland. Dat laatste bleek te ambitieus. Wel zagen wij mogelijkheden om aan te haken bij het Convenant van het Noorden. Hierin staan afspraken tussen ongeveer veertig noordelijke woningbouwcorporaties over nieuwbouw en renovatievolume. Wij signaleerden dat in het convenant geen aandacht is besteed aan energiebesparing of vormen van duurzame bouw. Vandaar dat we als noordelijke federaties de mogelijkheden van energiebesparing in een nieuwsbrief onder de aandacht hebben gebracht van de corporaties. Ook hebben we een appèl gericht aan de initiatiefnemers van het convenant om energiebesparing een duidelijke positie te geven. Het appèl is tevens naar de Drentse gemeenten en Provinciale Staten gestuurd. Inmiddels zijn er verschillende initiatieven in de provincie die er op wijzen dat energiebesparing nu weer meer in de belangstelling staat bij de woningbouwcorporaties.
17
9
DUURZAAM BOUWEN
Bij het stimuleren van duurzaam bouwen (dubo) in Drenthe hebben wij de rol van aanjager. De Regionaal Dubo Consulent (RDC), die bij ons is ondergebracht, helpt gemeenten bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleid op het gebied van duurzaam bouwen. Zijn werk is mogelijk dankzij projectbijdragen van het ministerie van VROM, provincie en gemeenten. Verder zijn wij trekker van het Platform Duurzaam Bouwen Drenthe, waarin overheden, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven samenwerken. Dit jaar heeft de RDC samen met gemeenten en marktpartijen het convenant Duurzaam bouwen geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat het convenant een goede stimulans is voor dubo-beleid en voor diverse projecten. Van de beoogde bouwbrede doorwerking is echter geen sprake. Samen met diverse partners hebben we verkend welke nieuwe wegen we kunnen inslaan om deze doelen wel dichterbij te brengen. Op deze manier hopen we in 2006 duurzaam bouwen in Drenthe nieuw elan te kunnen geven. De RDC heeft de gemeenten Emmen en Tynaarlo ondersteund bij de ontwikkeling van hun dubo-beleid. Bij de andere gemeenten richtte zijn inbreng zich vooral op de implementatie van het beleid. In een aantal specifieke gevallen leverde de consulent projectondersteuning. Uitgangspunten zijn daarbij dat dit leerervaringen moet opleveren die elders toepasbaar zijn en dat de partners er daarna zelfstandig mee verder kunnen. Voorbeeld daarvan is de ondersteuning van de RDC bij de ontwikkeling van de wijk Danninge Erve Zuid in de gemeente Meppel. 18
KAN WELSTANDSVRIJ EN DUURZAAM BOUWEN SAMEN OPGAAN? Danninge Erve Zuid, een dorpsuitbreiding van 62 woningen, is het experiment aangegaan om welstandsvrij bouwen in de praktijk te brengen. De wens om hier welstandsvrij te bouwen, komt voort uit het beleid van de gemeente Meppel. Meppel wil meer verantwoordelijkheid bij haar burgers leggen. Daar hoort ook meer vrijheid bij; vrijheid om naar eigen individuele wensen te kunnen bouwen bijvoorbeeld. De gemeente ziet daarbij voor zichzelf vooral een faciliterende rol weggelegd. Daarnaast gaat het om een dorpsuitbreiding. De ontwerpers van het stedenbouwkundig plan vonden welstandsvrij bouwen een uitgelezen mogelijkheid om het plan karakteristiek dorps te maken. De vraag die dan direct naar voren komt is: "Hoe kan dit welstandsvrij bouwen zodanig worden ingebed, dat het een toegevoegde waarde is voor het gehele dorp?". Want, het moet natuurlijk niet de rommelhoek van het dorp worden, die alleen leuk gevonden wordt door de individuele bewoners. Voor Danninge Erve Zuid is een plan ontwikkeld met een sterk ruimtelijk kader en een inhoudelijk begeleidingsproces voor de vrije kavels. De gemeente heeft de planvorming begeleid met een regiegroep. Deze regiegroep ondersteunt en inspireert de bouwers bij alle keuzes die zij kunnen maken en helpt hen de relatie te leggen tussen hun kavel en het groter geheel. Het regieproces is in 2005 afgerond en de bouw van de woningen is inmiddels gestart. De RDC nam deel aan de regiegroep en is nauw betrokken bij het project. De gemeente heeft een lange termijn doelstelling op het gebied van duurzaam bouwen, terwijl bewoners toch vooral op zoek zijn naar comfort en kwaliteit, de kortere termijn doelen. In dit project blijken alle doelen bij elkaar te komen. Bewoners herkennen zich in het idee van duurzaam bouwen. Ze krijgen tips, worden veelvuldig geïnformeerd over de mogelijkheden en zien duurzaam bouwen als voordeel voor zichzelf. RDC Peter Kiers: "We kunnen tevreden terugkijken op dit project. Mensen zijn geïnteresseerd geraakt in duurzaam bouwen. Dat zie je ook terug in de bouwplannen. Een winstpunt voor de gemeente is dat zij de ervaringen kan meenemen in de toekomstige ontwikkeling van Meppel. En daarbij bestaat er nu al een sterke sociale samenhang in de wijk, terwijl er nog gebouwd moet worden. Dat kun je uniek noemen."
10
DUURZAME ONTWIKKELING EN MOBILITEIT
Binnen het algemene milieuwerk trok dit jaar vooral een aantal grotere milieuvergunningen de aandacht. Meest in het oog springend zijn de trajecten rond de afvalverbrandingsinstallatie in het Duitse Emlichheim, de asfaltfabriek in Meppel en de m.e.r. rond het industrieterrein HeegeWest in Coevorden. Opvallend zijn de grote publieke zorg over de milieubelasting van de centrales en het organiserend vermogen van bewonersgroepen. Het milieu blijkt springlevend als het vlakbij komt. Wij hebben samen met de bewoners gereageerd op de vergunningprocedures. Daarbij hebben we ingezet op het uitsluiten van gezondheidsrisico’s en het minimaliseren van de milieubelasting. De overheden hebben de vergunningvoorschriften daarop aangescherpt, maar de meeste bewoners zijn deze bedrijven liever kwijt dan rijk.
Gemeenten laten kiezen voor natuur en milieu In maart 2006 vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Om hierop in te spelen, hebben wij alle natuur- en milieugroepen via de digitale groepennieuwsbrief en verschillende bijeenkomsten om lokale inbreng voor de verkiezingsprogramma’s gevraagd. Ook hebben wij de provinciale terreinbeherende instanties benaderd voor hun gemeentelijke punten. Uit deze gegevens hebben we specifieke lijsten voor alle Drentse gemeenten opgesteld. Daarbij hebben
wij tevens gebruik gemaakt van een landelijke actielijst en punten uit een brief van de landelijke Fietsersbond. De lijsten en een aanbiedingsbrief die door 26 groepen uit tien gemeenten is onderschreven, hebben we vervolgens aan alle vertegenwoordigde politieke partijen van de Drentse gemeenten aangeboden. In de gemeenten Tynaarlo, Assen en Midden-Drenthe hebben lokale groepen ook zelf de politieke partijen benaderd, in afstemming met onze activiteiten. De reacties vanuit de politiek waren positief. Deze activiteiten zullen wij in de aanloop naar de verkiezingen begin 2006 een vervolg geven.
Koop meer duurzaamheid Via een landelijke verklaring heeft het Ministerie van VROM alle overheden opgeroepen duurzaamheid ook in het inkoopbeleid een grotere rol te laten spelen. Wij zijn dit jaar gestart met het stimuleren van de Drentse gemeenten om op dit gebied actief te worden. Samen met de provincie hebben wij het initiatief genomen voor een voorlichtingsbijeenkomst voor de gemeenten over duurzame inkoop. Daarnaast hebben wij contact gezocht met koploper gemeente Tynaarlo die als eerste gemeente heeft gekozen voor duurzame inkoop. Wij streven ernaar dat uiteindelijk alle Drentse gemeenten overgaan op duurzame inkoop. Want, een grotere vraag maakt ook de duurzame producten op termijn goedkoper.
Duurzame mobiliteit Samen met de Fietsersbond en de Milieufederatie Groningen hebben we ons de afgelopen jaren ingezet voor het stimuleren van fietsverkeer. Vorig jaar hebben we onder andere met diverse partijen bijeenkomsten georganiseerd, met de Fietserbond samengewerkt en het rapport Rapper op de Trapper uitgebracht. Mede hierdoor is er meer aandacht gekomen voor het fietsbeleid. De fiets staat bovendien weer prominent op de agenda van de Regio GroningenAssen. Dit jaar zijn we op de ingeslagen weg verder gegaan. Overheden weten ons nu ook te vinden als het om duurzame mobiliteit gaat. Zo zijn we gevraagd om inbreng te leveren voor onder meer de gemeentelijke fietsnota’s van Tynaarlo en Assen, het Fietsplan van de provincie Drenthe en het Meerjareninvesteringsprogramma Fietsvoorzieningen van de Regio Groningen-Assen. Inmiddels zijn daarvan de eerste concrete projecten al gerealiseerd. In het dossier over de Zuiderzeelijn is dit jaar landelijk de aandacht verlegd naar de door ons al lang bepleite nut- en noodzaakaspecten. Naast de bekende Zuiderzee-varianten wordt nu ook meer gekeken naar de opties die aansluiten bij de Hanzelijn en verbrede investeringsstrategie. We hebben hier samen met collega-organisaties, net als voorgaande jaren, zowel landelijke als regionale inbreng geleverd. Ook de komende tijd blijven we ons voor de meer milieuvriendelijke varianten en mogelijkheden inzetten. Dit houdt onder meer in: aandacht vragen voor investeringen in het regionaal openbaar vervoer en
19
Algemene taken en organisatie NATUUR- EN MILIEUCOMMUNICATIE
Website trekt veel publiek Onze website vormt een belangrijk communicatiemiddel. De site bevat nieuws, persberichten, documenten, brieven, beleidsnotities, standpunten en projectinformatie. Om bepaalde doelgroepen van gerichte informatie te voorzien, maken we gebruik van digitale nieuwsbrieven en themagerichte deelwebsites. De site vervult een duidelijke functie. Dat blijkt ook uit de bezoekersaantallen. Vanaf de introductie van de website tot nu is er een duidelijke stijging van het gemiddelde aantal bezoekers per maand. Waren er in 2003 gemiddeld 659 bezoekers per maand, in 2005 zijn dat er 5.542 per maand. Ook voor campagnes heeft de
20
D E C E M B E R
Nieuwsbrief
2 0 0 4
site een belangrijke taak. Zo was er op de dag na het uitbrengen van het persbericht over de start van onze campagne Kiek op Drenthe een piek te zien in het bezoekersaantal.
D E
N I E U W E
De nieuwsbrief De Nieuwe Klabats is dit jaar vier maal verschenen. Via een schriftelijke enquête hebben wij een onderzoek gehouden onder de lezers om inzicht te krijgen in de interesses van onze lezers en de waardering voor de nieuwsbrief. Uit het ewuster dan Drenten milieub erlanders Ned de gemiddelde onderzoek, waaraan ongeveer tien procent van de lezers meedeed, is gebleken dat De Nieuwe Klabats in een behoefte voorziet. De meeste geënquêteerden lezen het blad om op de hoogte te blijven van onze visie en activiteiten en vanuit een algemene interesse in natuur, milieu en landschap. Een aantal lezers vindt de teksten niet zo prikkelend, niet vernieuwend en slechts beperkt opiniërend. Op grond van de resultaten nemen wij in 2006 de inhoud en vorm van De Nieuwe Klabats onder de loep om de nieuwsbrief beter te laten aansluiten bij onze doelen en de wensen van de lezers. 4
Bij het informeren van onze achterban en doelgroepen hebben onze website, de nieuwsbrief De Nieuwe Klabats en de digitale nieuwsbrieven een centrale positie. Naast het informeren van anderen betekent communicatie op de hoogte zijn van wat er leeft in de Drentse samenleving en weten hoe Drenten denken over de thema’s waarmee wij ons bezighouden. Daarom houden we regelmatig natuur- en milieupeilingen onder de inwoners van Drenthe. We hebben dit jaar gekozen voor landschap als thema vanwege de actualiteit en omdat we graag wilden weten hoe de inwoners van Drenthe de huidige veranderingen zelf ervaren.
N U M M E R
11
Natuur- en milieupeilingen voeden ons werk Door de natuur- en milieupeiling van 2004 hebben wij zicht gekregen op de belangrijkste trends in de maatschappelijke opinie met betrekking tot natuur en milieu in Drenthe. Dit jaar hebben wij als vervolg op deze peiling in samenwerking met het Dagblad van het Noorden een landschapsenquête ontwikkeld. Voor een representatief beeld hebben we de vragenlijst ook via het onderzoeksbureau PanelWizard uitgezet onder een digitaal panel, aangevuld met telefonisch onderzoek. Het thema van de natuur- en milieupeiling II, ‘Kwaliteiten van het Drentse landschap’, is onder andere voortgekomen uit de campagne Kiek op Drenthe.
Samenwerken aan een natuur- en milieuportaal Drenthe Op verschillende plaatsen op het internet wordt informatie aangeboden over natuur en milieu. Deze informatie is gefragmenteerd en niet goed ontsloten; zeker niet wanneer iemand wil weten hoe het in zijn eigen provincie zit. Een totaaloverzicht en een plek waarop links en doorverwijzingen staan, ontbreken. Daarom hebben wij dit jaar het initiatief genomen voor de ontwikkeling van een natuur- en milieuportaal voor Drenthe. Het portaal kan ook een functie krijgen in het uitwisselen van informatie, ideeën en meningen over natuur en milieu voor zowel professionals als voor
inwoners van Drenthe. Voor ons is het van belang de inwoners goed te bereiken en voor hen bereikbaar te zijn. Ten eerste omdat zij een steeds belangrijker schakel worden om onze doelen te bereiken. Het publiek is immers mondiger en krijgt meer kansen mondig te zijn. Ten tweede, omdat zij zelf steeds meer willen weten over hun leefomgeving, veiligheid en gezondheid. Aan de diverse partijen die een bijdrage aan het portaal kunnen leveren, hebben wij een plan voor het natuur- en milieuportaal voorgelegd. Zij reageerden voornamelijk positief; velen zien het portaal als een verrijking. Wij zoeken nu de benodigde financiering en hopen het portaal in 2006 te kunnen lanceren.
12
ORGANISATIE
De Stichting Milieufederatie Drenthe is in 1971 opgericht als het provinciale samenwerkingsverband van natuur- en milieuorganisaties in Drenthe. In 2005 waren bij ons 41 natuur- en milieuorganisaties aangesloten. Ons beleid is vastgelegd in de beleidsvisie en komt tot uitvoering in de jaarlijkse werkplannen.
Bestuur Ons bestuur is verantwoordelijk voor het beleid van de organisatie. De leden van het bestuur hebben uiteenlopende maatschappelijke achtergronden. We namen dit jaar afscheid van ons bestuurslid Janetta Sikken. Janetta zat sinds 1994 namens de aangesloten organisaties (indertijd als lid van Milieuwerkgroep Beilen) in ons bestuur. Zij zet zich actief in voor de bescherming van natuur en milieu en heeft vooral de ontwikkelingen rond de VAM in Wijster kritisch in de gaten gehouden. Als vertegenwoordigers van de aangesloten organisaties zijn dit jaar Anneke van Rhijn en Hero Moorlag in ons bestuur benoemd. Anneke is actief in POP Groen Tynaarlo en brengt vanuit haar arbeidsverleden een ruime ervaring mee op het gebied van personeelsbeleid. Hero is onder meer als vrijwilliger actief voor IVN Hoogeveen en zet zich in voor natuurprojecten in Slowakije.
Het bestuur van de Milieufederatie Drenthe
Bureau Bij onze organisatie werken zowel beroepskrachten als vrijwilligers. De omvang van de organisatie was in 2005 vrijwel gelijk aan het voorgaande jaar. De totale formatie bedroeg omgerekend naar voltijdbanen 10 fte.
Ondersteuning en samenwerking De actieve betrokkenheid van mensen vormt de basis voor ons werk. Wij investeren hierin door lokale natuur- en milieugroepen en inwoners structuur en ondersteuning te bieden. Binnen de provincie werken we nauw samen met Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Het Drentse Landschap, Landschapsbeheer Drenthe en het IVN. Op deze manier worden de taken goed verdeeld en voorkomen we dubbel werk. Ook de landelijke en noordelijke samenwerking met onze collega milieufederaties en Stichting Natuur en Milieu is dit jaar voortgezet. De landelijke samenwerking is dit jaar geëvalueerd
21
werkings-verband van de twaalf provinciale milieufederaties voeren het keurmerk. Het verkrijgen van het CBF-keurmerk is geen formaliteit. Het CBF heeft strenge richtlijnen waaraan een fondsenwervende instantie moet voldoen. Dit geldt voor de jaarrekening en begroting van de stichting, maar bijvoorbeeld ook voor de statuten, procedures, het jaarwerkplan en het meerjarenbeleidsplan. Het CBF toetst jaarlijks of we nog steeds aan de regels voldoen.
Dit jaar hebben we zelf ook energiebesparende maatregelen genomen. Zo hebben we zonnepanelen en solartubes laten plaatsen op het dak. Bovendien hebben we de kruipruimte geïsoleerd met schelpen
CBF
Wij kijken terug op een productief jaar, dat ook financieel goed is afgesloten. De dertig activiteiten en projecten die wij in ons werkplan 2005 hadden begroot zijn grotendeels volgens de begroting uitgevoerd. Ze dragen bij aan onze hoofddoelstellingen: de bescherming van natuur en landschap en de verbetering van de milieukwaliteit in de provincie Drenthe. Het inhoudelijke verslag van deze activiteiten treft u aan in onze productrekening 2005, die op basis van de subsidie-eisen van de provincie Drenthe is opgesteld. Hierin hebben wij voor alle activiteiten en projecten verantwoord wat begroot en gerealiseerd is en welke prestaties en effecten daarmee gemoeid zijn.
Sinds 2004 mogen we het CBF-keurmerk voeren. Dit keurmerk wordt door het CBF toegekend aan fondsenwervende instellingen die zijn getoetst op betrouwbaarheid, transparantie en het verantwoord omgaan met binnenkomende gelden. Ook de elf andere milieufederaties en het samen-
Het jaar 2005 is financieel afgesloten met een positief resultaat van € 24.548,--. Dit positieve resultaat komt overeen met de financiële doelstelling. De totale omzet is ongeveer vijf procent hoger dan begroot, wat vooral samenhangt met een iets grotere omvang van het totaal aan
en zal in een nieuwe vorm worden gegoten. De samenwerking tussen de twaalf milieufederaties zal, gezien het toenemende belang van de regio, worden geïntensiveerd, maar ook de alliantie met de landelijke Stichting Natuur en Milieu wordt verstevigd.
22
Financiën
activiteiten. Het resultaat is toegevoegd aan de algemene reserve, die ons als organisatie in staat moet stellen ook in de toekomst enige risico’s op te vangen. Deze risico's hebben vooral betrekking op het voeren van een goed algemeen personeelsbeleid in samenhang met projectfinanciering. Het resultaat van projecten eindigt licht negatief. Hierin bevinden zich geen grote uitschieters. Ook bij de afzonderlijke projecten blijven kosten en baten goed in evenwicht. De jaarrekening 2005 is opgesteld op basis van CBF-richtlijnen voor jaarverslaggeving.
23
Bijlagen
ORGANISATIE
AANGESLOTEN ORGANISATIES
BESTUUR M.J. Augusteijn-Esser, voorzitter T. Beuling F.G. Blanckenborg J.J. Harmsma, secretaris J.A. Los, penningmeester H.A. Moorlag, vanaf 21 april 2005 B. Reitzema, vice-voorzitter A. van Rhijn-Van der Veer, vanaf 21 april 2005 J.A. Sikken, tot 9 juni 2005 J. de Vries
Atoom Alarmgroep Gieten Fietsersbond Assen Fietsersbond Hoogeveen Fietsersbond Meppel Fietsersbond Zuidoost Drenthe Fietsersbond Drenthe Het Stroomdal; Natuur- en Milieuver. ZO-Drenthe IVN Aa en Hunze IVN Assen IVN district Drenthe IVN Eelde/Paterswolde IVN Emmen IVN Hoogeveen IVN Midden Drenthe IVN Norg IVN Peize IVN Roden IVN Vries IVN Werkgroep Milieu Roden IVN Zuidlaren Kerspel Norg KNNV Assen KNNV Zuidoost Drenthe Milieudefensiegroep Havelte Milieugroep Aa en Hunze Milieu Rondomme Zuidoost Drenthe Milieuwerkgroep Gasselte Milieuwerkgroep Oosterhesselen/Coevorden Natuurbelang De Onlanden van Leekstermeer, Peizerdiep en Eelderdiep Natuur- en Milieugroep Midden Drenthe Natuurwerkgroep Diever e.o. NIVON Emmen NIVON Meppel NIVON Peize/Roden/Leek Platform Duurzaam Tynaarlo Stichting Geluidhinder Baggelhuizen Stichting POP Groen Tynaarlo Stichting Vrijwillig Bosbeheer Landgoed Benkoelen SVEN (Stichting Veenkolonie en Natuur) Wereld Natuurfonds Assen e.o. Werkgroep Avifauna Drenthe
PERSONEEL Directie R.H. Hoekstra Inhoudelijk medewerkers J. van den Berg, beleidsmedewerker groene ruimte en duurzame landbouw R.W. Brocades Zaalberg, beleidsmedewerker water, landinrichting C.A. Janssen-Geers, stafmedewerker communicatie M.J. Kiel, communicatie P. Kiers, Regionaal Dubo Consulent C.N. de Knegt, beleidsmedewerker lokale netwerken en gemeentelijk milieubeleid A. Praktiek, secretaris Groene Coalitie R. Scheringa, ombudsmedewerker planologie, natuur en milieu C.J. Teule, beleidsmedewerker duurzame ontwikkeling en energie Facilitair kantoor M. de Boer, secretariaat M. Cramer, schoonmaakster G.C. Horlings, hoofd kantoorzaken H.M.A. Janssen, secretariaat Vrijwilligers K. Olthof-Waninge P. Wemelsfelder
Druk bezochte relatiedag
24
VERTEGENWOORDIGING IN WERKGROEPEN EN COMMISSIES
INLEIDINGEN 8 februari 14 juni 3 oktober 5 oktober 21 december 21 december
Presentatie Klimaat en Beleid, Noordelijke Hogeschool: C.J. Teule; Regiovisie Groningen-Assen tijdens discussieavond PvdA Leek: J. van den Berg; Lezing Belang van de duisternis in Drenthe: C.N. de Knegt; Lezing Laat het donker donker in Emmen: C.N. de Knegt; Presentatie Campagne 2005 Laat het donker donker in Meppel: C.N. de Knegt; Toelichting op de Lichtbronnenkaarten i.s.m. provincie Drenthe in Meppel: C.N. de Knegt en P. Wemelsfelder.
BIJEENKOMSTEN EN ACTIVITEITEN 23 februari 3 maart 29 maart 15 april 21 12 19 11
april mei mei juni
21/22 juni 11 augustus en 3 september 26 augustus 6 september 16 september 3 oktober 5 oktober 21 oktober 29 oktober 21 december
Gemeentelijk Klankbordgroep Bestemmingsplan buitengebied Assen: R. Scheringa; Klankbordgroep EVZ Midden-Drenthe: J. van den Berg (agendalid); Klankbordgroep Fietsbeleidsplan Tynaarlo: C.N. de Knegt; Klankbordgroep Ontwerpopgave Roden-Leek: J. van den Berg; Klankbordgroep westelijke stadsrandzone Assen: J. van den Berg; Overleggroep Landbouw Midden-Drenthe: J. van den Berg; Projectgroep EVZ Zeijen-Zeegse-Eelde: R. Scheringa (agendalid); Ontwerpfestival Nieuwveense landen Meppel: R. Scheringa.
Informatieavond rond Prokonfabriek, Emlichheim – Schoonebeek, i.s.m. Milieu Rondomme; Algemene Ledenvergadering voor aangesloten groepen; Slotbijeenkomst Om de tafel met de Raad voor raadsleden van de gemeenten Midden-Drenthe, Coevorden, Borger-Odoorn en Emmen; Bijeenkomst De Kaderrichtlijn Water in de Praktijk, voorbeeldgebied Hunze-Zuidlaardermeer; Bijeenkomst in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen voor lokale groepen; Excursie voor Statenleden over thema Integrale gebiedsontwikkeling; Energiebesparing in de ICT-sector; Ledenvergadering / vrijwilligersbijeenkomst en excursie Nationaal Park Drents-FrieseWold; Nachtbelevingswandeling Balloërveld; Sterrenkijkavonden Balingerzand i.s.m. Vereniging voor Amateursterrenkunde Zuid-Drenthe; Nachtfietstochten en nachtexcursie Elp i.s.m. Staatsbosbeheer; Bijeenkomst over project Ontwikkelingsperspectief Natuurlijke Recreatie; Vleermuisexcursie Asserbos i.s.m. Vleermuiswerkgroep Drenthe; Workshop Openbare Verlichting, i.s.m. provincie Drenthe op het provinciehuis; Startbijeenkomst / activiteit campagne Kiek op Drenthe; Veldsymposium van Veen tot Zee: waterbeheer, waterberging en robuuste natuur tussen Fochteloërveen en Waddenzee; Nacht van de nacht manifestatie in Bakkeveen en nachtexcursies op vier andere plaatsen in Drenthe i.s.m. diverse organisaties; Presentatie Lichtbronnenkaart i.s.m. provincie Drenthe en gemeente Meppel.
25
Provinciaal Klankbordgroep advisering Regiovisie Groningen- Assen: J. van den Berg; NH3-Platform Drenthe: J. van den Berg; Platform Duurzaam Bouwen Drenthe: R.H. Hoekstra en P. Kiers; Platform diffuse bronnen: R.W. Brocades Zaalberg (agendalid); Provinciale Commissie Omgevingsbeleid: R.H. Hoekstra; Programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling: C.N. de Knegt; Projectgroep verdrogingsonderzoek stroomdal Drentse Aa: R.W. Brocades Zaalberg; Klankbordgroep waterbeheersplan Reest en Wieden: R.W. Brocades Zaalberg; Externe klankbordgroep waterbeheersplan Velt en Vecht: R.W. Brocades Zaalberg; Commissie Landelijk Gebied: J. van den Berg; Energiekompas Noord Nederland: C.J. Teule; Projectgroep WZI-Noord: C.J. Teule; Stuurgroep Leader/Kompas Zuidwest Drenthe: R.H. Hoekstra; Noordelijke Rondetafel bijeenkomsten van organisaties landelijk gebied: R.H. Hoekstra en A. Praktiek; Waterschap Reest en Wieden, werkgroep EVZ Nieuwlande: R. Scheringa; Projectgroep verdrogingsonderzoek Gasselte: mede namens de milieufederatie, H. Heinemeijer; Platform Duurzaam Bouwen Drenthe; R.H. Hoekstra en P. Kiers; Platform Duurzame Bollenteelt Drenthe: J. van den Berg; Energie Overleg Drenthe: P. Kiers; Zoutkoepeloverleg: C.J. Teule; Duurzaamheid binnen ISV (DISV): P. Kiers; Werkgroep Fietsbeleidsplan Drenthe: C.N. de Knegt; Klankbordgroep Wet ammoniak en veehouderij: J. van den Berg en R.H. Hoekstra; Begeleidingscommissie Regioproject Regiopark van Regio Groningen-Assen: J. van den Berg; Commissie Milieuhygiëne Luchthaven Eelde: C.J. Teule. Landinrichting / gebiedsgericht beleid Landinrichtingscommissie Odoorn: M. Buruma; Landinrichtingscommissie Laaghalen: G. de Jong; Landinrichtingscommissie Roden-Norg: J.G. Bosch en B. Helming; Landinrichtingscommissie Schoonebeek: L.J. Bos en W. Markenstein; Landinrichtingscommissie Mars- en Westerstroom: S. Geertsma en R. de Leeuw; Landinrichtingscommissie Zuidwolde-Zuid: H. Heinemeijer, J.N. van Laar en G.J.F. Warmink; Landinrichtingscommissie Zuidwolde-Noord/Beneden Egge: H. Heinemeijer en J.N. van Laar; Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en Gronings-Drentse Veenkoloniën: J. van der Deen; Deelgebiedscommissie Emmen: J. Romeijn-Griffioen; Gebiedscommissie Vledder- en Wapserveense Aa: S. Geertsma, R. de Leeuw en H. Post; Gebiedscommissies Aa en Hunze: X. Bakxs, Y. van Kerkdijk, J. Kuiper, G. Pasman, J.S. Rus en B. Versluijs; Drentsche Aa: B. Witvoet; Stuifzand: E. van der Bilt.
26
PUBLICATIES Jaarverslag 2004; Nieuwsbrief De Nieuwe Klabats (4x); Pagina Kiek op Drenthe met landschapsprijsvraag in huis-aan-huis bladen; Pagina met landschapsenquête in Dagblad van het Noorden; Pagina Energiebesparing Drenthe (2x); Pagina Energiebesparing doe ik zo, met enquête; Nota ontwikkelingsperspectief Natuurlijke Recreatie, Case study Drents-Friese Wold; Gemeentespecifieke suggesties voor de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 (publicatie op website); Brochure Verlichting met beleid, aanbevelingen voor overheden om efficiënt te verlichten in het Noorden: i.s.m. Milieufederatie Groningen en Friese Milieu Federatie; Brochure Lichtbronnenkaart Drenthe; Lichtbronnenkaart Drenthe (digitaal gegevensbestand); Methodisch verslag van de gegevensverwerking voor de lichtbronnenkaart; Drentse nieuwsbrieven Laat het donker donker (4x); Groepennieuwsbrieven (e-mail nieuwsbrief) (5x); Waterstreefbeeld van Veen tot Zee, een werkdocument voor samenwerkingsprojecten op het raakvlak van water en natuur: i.s.m. Milieufederatie Groningen, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Het Groninger Landschap en ANWB; Water en Land Nieuwsbrief: 12 provinciale milieufederaties en SNM; Energiebesparingsnieuwsbrief; Nieuwsbrief Energiekompas; Energiebesparing in de ICT in Noord-Nederland: CE Consult i.o.v. de 3 noordelijke milieufederaties; Stilstand is achteruitgang, kansen benutten van de Europese Kaderrichtlijn Water: 12 provinciale milieufederaties en SNM; Kernenergie? niet doen: SNM, Greenpeace Nederland, Vereniging Milieudefensie, de 12 provinciale milieufederaties en WISE; Folder Over de Grens, samenhang in ruimtelijke ontwikkelingen van plateau tot moeras (Drents Plateau, Wieden/Weerribben): i.s.m. Natuur en Milieu Overijssel, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten; De tien voor lucht, top tien voor maatregelen voor gezondere lucht: 12 provinciale milieufederatie en SNM; Ruimtelijke ontwikkelingen in een grensoverschrijdende regio: Buro Bakker, i.o.v. Milieufederatie Drenthe; Visie Stroomlijnen, een handreiking voor het waterbeheer in Fryslân, West-Groningen, NoordDrenthe en de Waddenzee: i.s.m. Milieufederatie Groningen, Friese Milieu Federatie, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, It Fryske Gea, Het Groninger Landschap en de Waddenzee.
REACTIES, ADVIEZEN, ZIENSWIJZEN, BEDENKINGEN, BEZWAAR- EN BEROEPSSCHRIFTEN 2005
gericht aan GS Drenthe Gemeenteraad van Coevorden Staatliches Gewerbeaufsichtsamt Oldenburg Duitsland College B&W Hoogeveen College B&W Tynaarlo Provincie Drenthe, proj.groep GGOR Noord Nederland College B&W De Wolden College B&W Assen College B&W Assen College B&W Tynaarlo Bestuur Interprovinciaal Overleg College B&W Assen College B&W De Wolden
betreft Reactie op startnotitie MER Landinrichting Peize Reactie startnotitie m.e.r. Heege west 2 en 3 Bezwaarschrift tegen de aanvraag van Fa. BBE Bewehrungs- und betoncenter Europark GmbH, Laar voor het bouwen en bedrijven van een thermische afvalbehandel ingsinstallatie in 49824 Laar, gemeente Laar Reactie op ontwerp Waterplan Hoogeveen Bedenkingen verlening oprichtingsvergunning trainings- en africhtingsstal voor paarden te Taarlo Reactie conceptnotitie Kader voor het GGOR, naar een veerkrachtig watersysteem Bedenkingen tegen voornemen een revisievergunning te verlenen ten behoeve van een varkens- en mestkalverenhouderij op het perceel Bazuinerweg 4 in Zuidwolde Bedenkingen tegen het ontwerpbesluit inzake de voorgenomen verlening van de milieuvergunning voor het oprichten en in werking hebben van een regio- en districtsbureau voor politie te Assen Zienswijze op antenne-/reclamemast De Haar- hoek Rijksweg A28 te Assen Zienswijze m.b.t. aanvragen bouwvergunning, vrijstelling, aanlegvergunning en kapvergunning t.b.v. de bouw van 77 recreatiewoningen aan de Schelfhorst te Paterswolde Advies over wetsvoorstel regionale en kleine luchtvaart (RKL) Reactie op nota Op en Top Assen, visie Hogere Bouw Bedenkingen tegen de ontwerp-beschikking Wet Milieubeheer voor het oprichten en in werking hebben van een bloembollenverwerkingsbedrijf en jongvee opfokbedrijf op het perceel Wold Aa-weg 1 te Ruinerwold Zienswijze ontwerpbesluiten Asfaltcentrale Meppel
College van GS Staatssecretaris Verkeer en Waterstaat, hoofddirectie Juridische Zaken/sector Luchtvaart Gemeenteraad Tynaarlo College B&W Tynaarlo College van GS College B&W De Wolden College van GS College van GS
Reactie op de aanvullende informatie aanwijzing luchtvaartterrein Eelde Zienswijze woonplan Tynaarlo Zienswijze voorontwerp Structuurplan Tynaarlo Zienswijze ontwerp voorbeeldregeling Ruimte voor Ruimte Reactie evaluatie notitie Blijvend bos Reactie ten aanzien van het voorlopige concept van het Provinciaal meerjarenprogramma voor het landelijk gebied 2007-2013 (pMJP). Inspraakreactie ontwerp Raamplan HBD Zuidwolde-Zuid
met betrekking tot bestemmingsplannen, gericht aan College B&W Assen College B&W Noordenveld College B&W Aa en Hunze Gemeenteraad Midden Drenthe College B&W De Wolden Gemeenteraad van Hoogeveen College B&W Noordenveld College B&W Emmen College B&W Borger-Odoorn College van GS College van GS College van GS Gemeenteraad Westerveld Gemeenteraad Aa en Hunze Gemeenteraad De Wolden Gemeenteraad Hoogeveen Raad van State Gemeenteraad Midden Drenthe
betreft Zienswijze Bestemmingsplan Buitengebied Assen Reactie op voorontwerp Bestemmingsplan Oosterveld-Norg Reactie voorontwerp Bestemmingsplan Gasselte Landschapscamping Sparrenhof Zienswijze Bestemmingsplan Orvelte Reactie op voorontwerp Bestemmingsplan zandwinning Traandijk Echten Zienswijze op het Bestemmingsplan Buitengebied Zuid gemeente Hoogeveen Zienswijze op ontwerp van het Bestemmingsplan Oosterveld-Norg Reactie in het kader van het vooroverleg art. 10 BRO m.b.t. Bestemmingsplan Schoonebeek Part. Herz. De Vierslagen Reactie in het kader van het vooroverleg art. 10 BRO op het Bestemmingsplan Landgoed Eesterheide Bedenkingen tegen het Bestemmingsplan Buitengebied Zuid gemeente Hoogeveen Bedenkingen tegen het Bp De Haar- West en MER De Haar-West / TT-circuit Assen Bedenkingen bij het Bestemmingsplan Oosterveld-Norg gemeente Noordenveld Reactie op de Kadernota Buitengebied Westerveld Zienswijze op het Ontwerp Bestemmingsplan zandwinning Gasselterveld Zienswijze op het Ontwerp Bestemmingsplan zandwinning Traandijk Echten Zienswijze Buitenvaart II Pleitnota als opgeroepen partij bij bezwaar LTO m.b.t. Bestemmingsplan Buitengebied De Wolden Reactie kadernota Midden-Drenthe
27
Milieufederatie Drenthe Hertenkamp 6 9401 HL ASSEN telefoon: 0592-311150 fax: 0592-330201 e-mail:
[email protected] www.mfdrenthe.nl
Met dank aan:
Colofon:
Ons werk is mede mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van de provincie Drenthe, de Nationale Postcode Loterij en projectbijdragen van diverse partners en fondsen.
Redactie: Marja Kiel Vormgeving: Jeannette Ensing Foto’s: Saskia op het Veld (pag. 24), Bouke Janssen (pag. 4), Pim Brocades Zaalberg (pag. 12), Overige: Corryna Janssen-Geers, Milieufederatie Drenthe Drukwerk: PlantijnCasparie
Milieufederatie Drenthe, mei 2006