Entrepreneurship en Innovatie in FNWI onderwijs Eindversie (2015 10 30)
Dit document geeft een korte samenvatting van de issues die zijn besproken tijdens de bijeenkomst ‘Entrepreneurship en Innovatie in Amsterdams Bèta onderwijs’. De vergadering werd bijgewoond door ruim 30 personen verdeeld over 5 groepen, bestaande uit opleidings-‐ en onderzoeksdirecteuren, facultaire management, docenten, onderzoekers, en studenten. De vergadering werd gehouden op 31 maart 2015 van 15.00-‐17.00 uur, in het Science Park bij ACE Venture lab.
1. Context en vraagstelling
Er is veel gaande op het gebied van ondernemerschap en innovatie in het universitaire onderwijs, met name nu sinds enige tijd valorisatie als derde pijler naast onderwijs en onderzoek is neergezet1. Wat verstaan we eigenlijk onder ondernemerschap en innovatie? Wat beogen we te bereiken met valorisatie? Wat betekent dit voor het onderwijs binnen de Amsterdamse exacte wetenschappen opleidingen? Natuurlijk zijn er al diverse modules en bijvakken en zelfs minoren te volgen op het gebied van ondernemerschap en verwante onderwerpen. Is dat aanbod voldoende, en geschikt voor onze doelgroep? Wat zijn eigenlijk de doelgroepen? Wat hebben ze nodig? Niet alleen zijn er diverse niveaus (Bachelor, Master en Promovendi), er zijn ook zeer verschillende domeinen. Hoe betrekken we het bedrijfsleven bij het (vorm-‐)geven van dit onderwijs? Op 31 maart 2015 heeft, op verzoek van College of Science (CoS), een brede en enthousiaste groep van ruim 30 ervaringsdeskundigen en belanghebbenden (zie bijlage: Deelnemerslijst) van gedachten gewisseld over deze vragen, met de bedoeling tot een aanzet te komen voor het versterken van dit type onderwijs bij de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI) van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Het voorliggende document geeft een samenvatting van deze bijeenkomst.
2. Opzet bijeenkomst Na een kort algemeen welkom, gaven vijf ervaringsdeskundigen hun visie op Entrepreneurship en Innovatie binnen de context van wetenschappelijk onderwijs: Dap Hartmann (TUD), Enno Masurel (ACE, VU), Martin Haring (HvA), Peter van Hoorn (VU) en Erik Boer (ACE, UvA). Daarna werd in vijf groepen gewerkt aan de volgende vragen: •
•
Focus vraag 1: Leerdoelen o Wat verstaan we onder Entrepreneurship en Innovatie? o Wat verwachten we dat studenten zouden moeten weten en kunnen? Focus vraag 2: Vorm en Uitvoering o Op welke manier kunnen we de wensen uit de eerste ronde realiseren in het onderwijs?
1 Bijvoorbeeld: Instellingsplan 2011-‐2014, Universiteit van Amsterdam.
1
§ §
Waar in programma? Welke vorm?
Vervolgens gaf elke groep een korte presentatie aan de hand van de door hen bijeengebrachte ideeën (zie bijlagen: ‘Post-‐it’ vellen), telkens gevolgd door een plenaire discussie. Uiteindelijk heeft elke groepsleider die inzichten kort samengevat en per e-‐mail opgestuurd. Hieronder volgt een samenvatting van de naar voren gebrachte overwegingen en suggesties.
2
3. Uitkomsten 3.1 Overwegingen Wat is Entrepreneurship en Innovatie? Wees zorgvuldig met de definitie en omschrijving van onderwerpen zoals Entrepreneurship en Innovatie. Er bestaat het gevaar dat men verwacht dat het vooral of alleen gaat over het ‘starten van een eigen bedrijf’ of het ‘naar de markt brengen van een idee en/of product’, terwijl feitelijk de zaak veel breder is. Denk bijvoorbeeld aan de verzameling vaardigheden die onder deze noemer vallen en die zeer nuttig, zo niet essentieel, zijn voor een succesvolle academische carrière. Derhalve, nadrukkelijk werken vanuit leerdoelen (op BSc, MSc en PhD niveau) en arbeidsmarkt. Studenten moeten ondernemende vaardigheden ontwikkelen en het onderwijs heeft daarin een belangrijke opdracht. Beargumenteer belang. Waarom is Entrepreneurship en Innovatie van belang? Naast aandacht voor inhoud moet ook het belang voor studenten onderbouwd en inzichtelijk worden. Wat is het belang van Entrepreneurship en Innovatie voor studenten die een wetenschappelijke carrière nastreven? Wat is het belang voor studenten die andere carrière paden vervolgen (al dan niet bedoeld)? Daarnaast gaan steeds minder studenten de rest van hun leven bij één en dezelfde grote organisatie werken. Ook groeit het aantal zzp-‐ers. Wat is het belang van Entrepreneurship en Innovatie in de context van die cultuuromslag? De volgende belangen werden genoemd: • • •
•
Het betreft vaardigheden essentieel voor de moderne wetenschapper. De maatschappij vindt valorisatie/innovatie een rol van wetenschap, en is daarmee als onderwerp onvermijdelijk. Een categorie studenten (en medewerkers) halen primair hun motivatie uit activiteiten rond Entrepreneurship en Innovatie, en worden op dit moment niet goed bediend (focus is nu vooral wetenschap). Steeds meer studenten ambiëren (of verkrijgen) geen carrière in de wetenschap. Ook blijven ze niet de rest van hun leven bij één en dezelfde organisatie werken. Hier is sprake van een andere levenshouding en vaardigheden, alsmede veranderingen in het voorbereidende onderwijs.
3
Bestaande middelen. Binnen de UvA en VU is reeds veel gaande over het onderwerp en het huidige aanbod onderwijs-‐ en trainingsmogelijkheden lijkt eigenlijk al best groot en gevarieerd (denk aan: minor-‐aanbod, ACE venturelabs programma, diverse aanbod vanuit IXA). Een ieder vindt het verstandig om hiervan zoveel mogelijk gebruik te maken, en indien mogelijk aan te sluiten. Daar tegenover wordt ook nadrukkelijk het belang van differentiatie en aansluiting bij de doelgroep naar voren gebracht (zie differentiatie). Herkenbaarheid en structurering van ecosysteem voor valorisatie. De vele reeds bestaande activiteiten rond Entrepreneurship en Innovatie dragen het risico van versnippering. Zowel wat betreft uitvoerende organisaties als onderwijs aanbod (zowel binnen als buiten opleidingen om). Studenten en medewerkers weten vaak niet waar ze terecht kunnen. Er is daarom behoefte aan meer duidelijkheid, en ook vooral herkenbaarheid. Genoemd worden een web-‐portal, en/of een loket of een andere fysieke locatie. Het onderling afstemmen van organisaties en activiteiten is hierbij ook van belang. Honours en excellentie. Kan Entrepreneurship en Innovatie (deels) gekoppeld kan worden aan excellentie? Goede studenten zouden bijvoorbeeld beurzen kunnen verdienen, gesponsord door waardevol geachte externe partijen. Differentiatie en doelgroepen. Disciplines zijn verschillend en er is behoefte aan variatie in onderwijs die dit erkend en verdisconteerd. Zo komt veel van het bestaande aanbod (zie bestaande middelen) voort uit groepen rond of binnen Economie faculteiten. Dit materiaal wordt door studenten in bèta contexten soms als ‘te weinig technisch’ ervaren. Maar ook binnen faculteiten zijn er verschillen. Dodig-‐Crnkovic (2003) benadrukt bijvoorbeeld het verschil in onderzoeksobject tussen natuur-‐ en levenswetenschappen enerzijds en informatiewetenschappen anderzijds. Bij de laatste gaat het al bij aanvang om een door mensen gemaakt object en is het menselijke aspect dus mogelijk gemakkelijker te integreren. Bij natuur-‐ en levenswetenschappen moet die brug vaak nog worden gemaakt. Echter, moet ook weer niet vergeten worden dat succesvolle innovatie juist het resultaat kan zijn van interdisciplinaire samenwerking. Maatschappelijke inbedding. Onderwijs rond Entrepreneurship en Innovatie zou zich deels kunnen richten op maatschappelijk relevante thema’s om doelgroepen beter aan te spreken. Denk bijvoorbeeld aan duurzaamheid, gezondheid, energie, mobiliteit, veiligheid, zaken rond de VN ‘Millennium Development Goals’2, de stad Amsterdam, etc. Leren ondernemen of leren over ondernemen. Er bestaat verschil van inzicht over theoretisch en praktische aspecten. Extreme standpunten benaderen enerzijds juist het belang van theorie en onderzoek over het onderwerp en anderzijds het belang van bruikbare vaardigheden en zelf-‐doen. 2 Millennium Development Goals (MDGs–http://www.unmillenniumproject.org/goals/)
are the world's time-‐bound and quantified targets for addressing extreme poverty in its many dimensions-‐income poverty, hunger, disease, lack of adequate shelter, and exclusion-‐while promoting gender equality, education, and environmental sustainability.
4
Organisatie en onderwijs. Maak een onderscheid tussen een ondernemende faculteit (zoals de FNWI) en de ondernemerschapsvaardigheden voor studenten. Het eerste gaat over brede valorisatiestrategie en facilitering binnen een organisatie, terwijl het tweede gaat over onderwijs. Beide moeten geadresseerd worden om succesvol te zijn. Externe partijen betrekken bij onderwijs. Vele overwegingen liggen hieraan ten grondslag. Dergelijke partijen zouden bijvoorbeeld fellowships en beurzen i.h.a. beschikbaar kunnen stellen (zie Honours en excellentie). Zij zouden stageplaatsen kunnen faciliteren, rolmodellen etaleren, mentoren beschikbaar stellen, en wellicht participeren in het onderwijs, met name betreffende het aanleveren van casussen en andere praktijk-‐relevante kwesties. Innovatie – Het verschil tussen een nieuw idee en entrepreneurship. Het belang van de gebruiker kan niet onderschat worden, en bepaald wat innovatie meer is dan alleen de combinatie van technologie en business (Figuur 1).
Change'by'Design'van'Brown'(2009)'
VIABILITY (BUSINESS)
DESIRABILITY (HUMAN)
INNOVATION FEASIBILITY (TECHNICAL)
Figuur 1. Change by Design door T. Brown (2009) Kennis en Vaardigheden. Diverse aspecten worden relevant geacht, zoals3: • • • • • • • • • • • • • •
Actieradius vergrotend denken en werken Businessplannen kennen en kunnen maken Commerciële vaardigheden Energie en uithoudingsvermogen Haalbaarheidsplannen kennen en kunnen maken Handelingsgericht zijn, handelen vanuit de markt (in breder zin) Houding van een ondernemende persoon, ondernemende vaardigheden ontwikkelen Kansen zien en benutten Kennis hebben van (de werking van) investeerders, patenten, e.d. Kennen van de innovatieketen Kennis van bedrijfsmatige processen Omgaan met onzekerheden, risico durven nemen Onderscheid tussen typen bedrijven kennen Ontplooien van eigen initiatief, instaat zijn tot (zelf)reflectie
3 Deze lijst is vooralsnog een tamelijk ongepolijste opsomming van genoemde aspecten.
5
• • • • • •
Oriëntatie op markt en buitenwereld, marktanalyses kunnen maken “Out-‐of-‐the-‐box” en creatief denken Realisatiekracht, doorzettingsvermogen, drive en motivatie hebben Realistisch analytisch denken (kan het wel, heeft het perspectief?) Verder gaan dan disciplinaire zaken Verkoopvaardigheden (verkopen), overtuigen en pitchen
3.2 Realisatie suggesties Alle niveaus. Onderwijs kan en moet gerealiseerd worden op alle niveaus, d.w.z. Bachelor (BSc), Master (MSc) en Promotie (PhD). Onderwijs units. Diverse onderwijsunits kunnen worden uitgewerkt, zoals: • • •
• • •
Stage. Ergens tijdens de studie loopt de student stage bij een bedrijf, bijvoorbeeld als invulling van keuzeruimte. Keuze module. Reguliere onderwijsmodule met een omvang van 3 a 6 EC. Minor. Serie van bij elkaar horende modules met een totale omvang van 30 EC (eventueel ook een korte versie van 18 EC), die gezamenlijk een minor Entrepreneurship implementeren. Hiervan zou een stage weer een onderdeel kunnen zijn. Project. Typisch een groepsactiviteit uitgevoerd voor, en eventueel op locatie bij, een bedrijf. Afstuderen (variant 1). Gedurende de studie een start-‐up opzetten en bij succes de mogelijkheid creëren om ‘in het eigen bedrijf’ af te studeren. Afstuderen (variant 2). Keuze module van 6 EC parallel uit te voeren aan het afstudeerproject, met als doel het valorisatie-‐potentieel van het afstudeerproject-‐resultaat te onderzoeken, hetgeen vervolgens zou kunnen resulteren in: start-‐up, patent aanvraag, IP licentie e.d.
Onderwijs per niveau. Per niveau kunnen diverse units worden in gezet, bijvoorbeeld: •
•
•
•
Oriëntatie in eerste jaar. Kennismaking voor alle eerstejaars bachelors. 1 of 2 EC, mogelijk verplicht in het kader van academische vaardigheden. Een dergelijk onderdeel zou dan een sterk oriënterend karakter hebben. Keuze module in Bachelor. Per discipline keuzevakken (misschien trajecten) invullen met onderwijs betreffende Entrepreneurship en Innovatie. Dit zou een breed basisvak kunnen zijn, waarin een variatie aan basiskennis en vaardigheden aan bod komen. “Learning for idea-‐ generation and about entrepreneurship”. Minor op master niveau. Een faculteitsbrede keuzeminor van 30 EC invoeren. Hierin ligt samenwerking met andere partijen voor de hand, zoals IXA/TTO, Business School/ACE en MKB. Het onderwijs zou zich (meer) kunnen richten op het opzetten van start-‐ups, e.d. “Learning for Entrepreneurship”. PhD. Ook voor promovendi specifiek onderwijs aanbieden. Venture Lab programma’s zoals EXPLORE en BOOTCAMP kunnen hierbij als voorbeeld dienen, maar ook meer omvangrijke programma’s zijn denkbaar. Even als bij MSc onderwijs, zou onderwijs op PhD niveau zich (meer) kunnen richten op het opzetten van start-‐ups, IP licenties, patent aanvragen e.d.
6
Diversen • •
•
•
Het is belangrijk aandacht te hebben voor rolmodellen: ondernemers voor de klas, praktijkmensen voor workshops en mentorschap. Creëer ruimte voor extra curriculaire activiteiten (zoals workshops, events, summerschools) mogelijk te laten verzorgen door een op te richten “Science Park Entrepreneurial Students Board”. FNWI moeten werken aan een duidelijk herkenbaar en aansprekende locatie voor Entrepreneurship activiteiten, bij voorkeur centraal op de campus. Het pad/plan om van de huidige situatie bij de FNWI naar een volledig en volwaardig programma te komen, bleef onderbelicht tijdens de bijeenkomst. Echter, de suggestie om eerst een keuzemodule op BSc en/of MSc niveau te ontwikkelen, werd vaak genoemd.
4. Conclusie
Het belang van onderwijs en training op het gebied van ondernemerschap (entrepreneurship) en innovatie wordt breed onderschreven. Naast contextuele factoren die dit meer noodzakelijk maken, wordt ook de intrinsieke meerwaarde benadrukt, “een succesvolle wetenschapper is steeds vaker een innovatie ondernemer”. Onderwijs wordt wenselijk geacht op alle niveaus (BSc, MSc en PhD) en er zijn diverse concrete mogelijkheden deze te realiseren. De meest genoemde aanbevelingen kunnen als volgt worden samengevat: • • • •
Het belang van valorisatie voor studenten en medewerkers moet onderbouwd en inzichtelijk worden gemaakt. Structureer het valorisatie ecosysteem en maak het herkenbaar voor studenten en medewerkers. Zorg voor adequate doelgroep differentiatie alsmede duidelijke en waar nodig onderscheidende leerdoelen voor elk van hen. Hergebruik bestaande middelen waar mogelijk en maak ook gebruik van externe partijen.
7
Verantwoording en Dankwoord
De bijeenkomst werd voorbereid door (alfabetische volgorde): • • • • •
Erik Boer – ACE, UvA Jan de Boer – dir. Graduate School of Science Bert Bredeweg – Valorisatie t.b.v. IvI UvA, tevens voorzitter en moderator tijdens de bijeenkomst, en verslaglegging achteraf. Jeroen Goedkoop – College of Science Mirjam Leloux – IXA
De bijeenkomst werd mede mogelijk gemaakt door • • •
Natasa Brouwer-‐Zupancic (Onderwijsinnovatie) (administratieve details) Center for Entrepreneurship (ACE UvA) en Jeroen van Duffelen (locatie gastheer) IXA cq. Technology Transfer Office (UvA)
De organisatoren willen een ieder nadrukkelijk bedanken voor hun bijdrage!
Bijlagen • •
Deelnemerslijst ‘Post-‐it’ vellen, gemaakt door de deelnemende groepen
8
Deelnemerslijst met groepsindeling Voornaam Tijmen Rob G. Hans Willem Th. Michel A. Mirjam S. Jeroen B. Dap Corneel Enno Marcel Ingrid Erik Martin
Naam Bakker Belleman Dekkers Fokkema Haring Leloux Goedkoop Hartmann Hartogh den Masurel Vreeswijk Wakkee Boer Haring
Peter
Hoorn van
Joost N.H. Milo Max Wietze Jan Martin Max André C. Carolien Natasa Joris J.W. Joep Peter H. Bertus Pernette J. Rogier
Reek Stroink Welling Aa van der Boer de Boerema Briel Nusselder Zijderveld Brouwer Buis Maas Tienderen van Tulleners Verschure Vlijm
e-‐mail adres
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Instituut UvA-‐FNWI UvA-‐FNWI UvA-‐FNWI IXA (UvA) UvA-‐FNWI IXA (UvA) UvA-‐FNWI TU Delft UvA-‐FNWI ACE -‐ VU UvA-‐FNWI VU UvA, FEB HvA
Rol student FNWI management, opleidingsdirecteur FNWI staff Business Developer (Chemie, Life Sciences) FNWI management, directeur onderwijs Directeur IXA FNWI management, directeur CoS Innovatiemanagement en Ondernemerschap Student, Information studies ACE @ VU FNWI management, opleidingsdirecteur Coördinator Minor Ondernemerschap ACE venture lab Coördinator Minor Ondernemerschap HvA
Groep Groep 1 Groep 1 Groep 1 Groep 1 Groep 1 Groep 1 Groep 2 Groep 2 Groep 2 Groep 2 Groep 2 Groep 2 Groep 3 Groep 3
[email protected]
VU-‐SBI
VU management, opleidingsdirecteur SBI
Groep 3
[email protected]
UvA-‐FNWI UvA-‐FNWI UvA-‐FNWI ACE -‐UvA UvA-‐FNWI Startup Tech Centre, HvA ACE Venture Lab UvA-‐FNWI UvA centraal (IXA UvA-‐HvA) UvA-‐FNWI UvA-‐FNWI VU -‐ SBI UvA-‐FNWI UvA-‐FNWI UvA-‐FNWI UvA -‐ FNWI
FNWI management, onderzoeksdirecteur Student, NSA studievereniging FNWI management, opleidingsdirecteur FEB management, director AMSI FNWI management, directeur GS Coördinator Startup your Business in Technology Student, bachelor AUC FNWI staff Subsidieadviseur Medewerke FNWI Coördinator Tesla minor Science-‐Business Expert FNWI management vice-‐decaan FNWI Medewerker FNWI FNWI staff Voorzitter PhD council
Groep 3 Groep 3 Groep 3 Groep 4 Groep 4 Groep 4 Groep 4 Groep 4 Groep 4 Groep 5 Groep 5 Groep 5 Groep 5 Groep 5 Groep 5 Groep 5
[email protected]
[email protected]
[email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected]
[email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]