Enquête wijkpolitie
ENQUETE BETREFFENDE DE FUNCTIE VAN WIJKPOLITIE 1. INLEIDING De vakbonden stelden als zesde punt aan de overheid de volgende eis: “In naleving van de door de wet opgelegde functionaliteiten eisen wij een herwaardering van de situatie van het personeel dat in de wijken werkt.” In haar vergadering van 7 mei 2008 reageerde de Adviesraad van Burgemeesters op deze eis als volgt: “Dit betreft zeker een belangrijke functie binnen de geïntegreerde politie. De wijkinspecteurs vormen in het concept van de politiehervorming de hoeksteen van de politiewerking. Deze politiemensen verdienen de nodige waardering. Laat de basis bij de wijkpolitie ten minste hetzelfde verdienen als iemand die in een interventiedienst werkzaam is. Er blijken wel verschillen te bestaan tussen de verschillende politiezones. In de meer landelijke gemeenten heeft men vaak een overschot aan kandidaten voor de functie van wijkpolitie, wat dan weer niet het geval is in een meer stedelijke omgeving. De toekenning van financiële incentives blijkt voor een aantal politiezones toch noodzakelijk te zijn om hun beste mensen op deze functies te kunnen plaatsen. Belangrijk is wel dat de herwaardering niet alleen in de financiële beloning wordt terug gevonden maar ook wordt bevestigd in de taakomschrijving van die functie. Dit zijn wel punten waarvoor de federale overheid een bijzondere aandacht moet hebben. De voorzitter zegt dat de herwaardering voor de wijkinspecteurs er zeker moet komen. Hierover zijn we het allemaal eens. Vroeger, wanneer de mensen bijna op pensioen gingen, kozen ze als uitbolfunctie de wijkpolitie. Nu vragen wij vooral kwaliteit en / of ervaring en willen de beste mensen in de wijkfunctie. Zij doen er nuttig werk en moeten zoveel mogelijk preventief werken zodat de werkdruk voor de interventie kan verminderen. De federale overheid moet een aantal maatregelen, die de motivering om toe te stappen tot de wijkpolitie, statutair mogelijk maken. Kan er een bevraging bij de lokale korpsen gebeuren met de vraag om welke reden politieinspecteurs niet kiezen voor de wijkwerking? De voorzitter vraagt dat het secretariaat deze bevraging zou willen uitvoeren.”” 2. ENQUETE Op vraag van de Adviesraad van Burgemeesters werd gestart met de uitvoering van de enquête. Ten einde de korpschefs niet te overbelasten met een overbodige administratie werd gekozen voor het opstellen van een invulformulier met een aantal gesloten vragen en enkele niet determinerende richtinggevende antwoordmogelijkheden. Er werd gekozen om terzelfder tijd ook een vraag te stellen naar de openstaande vacatures voor deze functie maar ook naar de mogelijkheid om in het eigen korps voldoende kandidaten voor deze functie te vinden. De kernvragen om te kunnen voldoen aan de vraag van de burgemeesters waren dan ook: De vraag naar de mogelijke reden voor desinteresse voor de functie van wijkagent? Wat zij het belangrijkste vinden om de herwaardering van die wijkfunctie te kunnen realiseren? Voor alle duidelijkheid: dit is geen wetenschappelijke studie over deze problematiek en het ligt ook niet in de bedoeling van de verslaggever om enige stelling hierover in te nemen. Het onderzoek wordt beperkt tot de objectieve verwerking en samenvattende weergave van de door de verschillende korpsen toegezonden gegevens. ( De vragenlijst voegen wij als bijlage.) De interpretatie van de verzamelde gegevens laten wij over aan de lezer(s) van dit verslag. 3. CIJFERGEGEVENS 1
Verslag– 25.06.2008 : François Buelens
Enquête wijkpolitie
3.1 Reactie
Brussels-Hoofdstedelijk gewest Vlaams gewest Waals gewest België / Totaal
Aantal zones 6 118 72 196
Aantal antwoorden 6 92 51 149
Aantal zones 6 92 51 149
Aantal vacatures 53 73 197 (*) 323
Percentage 100 % 78 % 71 % 76 %
3.2. Openstaande vacatures
Brussels-Hoofdstedelijk gewest Vlaams gewest Waals gewest België / Totaal
(*) Drie politiezones gaven een minimum en een maximum aantal in te vullen vacatures op. In deze tabel werd het maximum gevraagd aantal ingevuld. Het verschil tussen de minimum- en maximumopgave bedraagt slechts 9. De 6 reagerende politiezones van categorie 5 (Effectief boven de 600 personeelsleden) nemen binnen de 323 vacatures een aandeel van 171 of 53 % van de openstaande plaatsen voor hun rekening. Na de korpsen van categorie 5 blijken vooral korpsen van de categorie 2 (Effectief tussen de 75 en 150 personeelsleden), te kampen met de invulling van hun vacatures. In dit laatste geval handelt het, gezien in verhouding met het totale effectief, meestal om relatief kleine aantallen per zone. 3.3. Voldoende kandidaten in het eigen korps of niet
Brussels-Hoofdstedelijk gewest Vlaams gewest Waals gewest België / Totaal
Aantal zones 6 92 51 149
Voldoende kandidaten 2 43 13 58
Onvoldoende kandidaten 4 45 36 85
Noot: Niet alle politiezones hebben deze vraag beantwoord. Eén van die zones gaf de bemerking dat aangezien alle plaatsen volzet waren, ze deze vraag nooit hebben gesteld. Aanvullende bemerking betreffende de motivatie van de interne kandidaten voor de functie van wijkpolitie. Geïnteresseerde kandidaten voor de functie van wijkpolitie zijn personeelsleden die: - na enkele jaren een rustigere job wensen; - meer regelmaat in de diensturen wensen; - om familiale redenen de voorkeur geven aan een job met gewone kantooruren; - geboeid zijn voor de intermenselijke contacten en dienstverlenende taken. Noot: De volgorde van de onderstaande antwoorden is louter toevallig. 3.4. Reden van de desinteresse voor de functie van wijkpolitie 3.4.1. Respons op de richtinggevende antwoordmogelijkheden Gewest Antwoord Imagoprobleem Moeilijkheidsgraad werk Generale taakstelling Financieel aspect Andere redenen
Brussels-Hoofdstedelijk
Vlaams
Waals
Totaal
2 0 3 3 2
28 5 12 45 10
18 4 11 30 24
48 9 36 78 36
3.4.2. Weergave andere redenen 2
Verslag– 25.06.2008 : François Buelens
Enquête wijkpolitie
• • • • • • • • • • • • • • • •
Is voor sommigen een specifiek probleem voor de politiezones van een grootstad. Het personeel wil deze functie enkel in de eigen gemeente opnemen. De foutieve manier van rekrutering - Het profiel voor de selectie van aspirant-inspecteurs is niet in overeenstemming met de eisen voor deze functie. De reële inhoud van de taak van de wijkpolitie is te weinig gekend. Te weinig promotie en slechts bij mondjesmaat enige positieve voorstelling van deze functie in de aanwerving- en voorlichtingsbrochures. Men heeft hierover een perceptie van “saaie job met weinig afwisseling” en beperkt tot taken van nabijheidpolitie en administratief werk. De negatieve en denigrerende bemerkingen over de wijkpolitie die sommige opleiders tijdens de opleiding van de aspiranten verspreiden. Docenten die in de politiescholen de rekruten aansporen om in dienst te treden bij de interventiedienst van een grote politiezone. Bij een te jonge personeelsbezetting van het kader wordt vooral gekozen voor actie, sensatie en polyvalentie. Intern blijkt het aanzien van de politiefunctionaris nog te vaak gestoeld op het stoere machobeeld. Interventiediensten hebben daardoor een hoger aanzien en imago. De wijkpolitie wordt vaak gezien als een “uitbolfunctie” op het einde van de loopbaan. Etikettering als “burning out”, “de geriatrie” of “de geprepensioneerden” is daar niet vreemd aan. De systematische kritiek van de burgers en ook van de collega’s, op een beperkt aantal te weinig gemotiveerde wijkinspecteurs, wordt te vaak veralgemeend en overdreven uitvergroot. Te frustrerende functie omdat de wijkinspecteur constant geconfronteerd wordt met dezelfde personen en de steeds weerkerende zelfde problemen van die habitués. De angst van een aantal politiefunctionarissen voor een functie met eigen verantwoordelijkheden omdat ze hun opdrachten vaak op eigen initiatief en autonoom moeten invullen en uitvoeren, maar ook het niet graag alleen patrouilleren. Aspecten van de uurregeling – Minder vrije tijd dan in een ploegendienst - Te weinig flexibiliteit binnen de dienstregeling. Vorming en opleiding: (Hierover bestaan zeer duidelijke tegenstellingen) o Tekort aan specifieke vorming en mentorschap voor dergelijke functie of zelfs geen aangepaste vorming voor de functie van wijkpolitie. o Te lange vorming voor politiemensen die al een behoorlijke ervaring hebben opgedaan. o Te lange basispolitieopleiding voor deze functie – te hoge kostprijs aan vorming.
3.5 Wat is het belangrijkst voor de herwaardering de functie van wijkpolitie 3.5.1. Respons op de richtinggevende antwoordmogelijkheden Gewest Aanpassing Profiel Takenpakket Opdracht Financieel herwaardering Andere redenen
Brussels-Hoofdstedelijk
Vlaams
Waals
Totaal
1 5 2 2 1
25 39 25 44 4
16 15 10 27 4
41 58 37 72 8
3.5.2. Weergave andere redenen • • • • • • •
Rond deze functie een positiever beeld creëren. Financiële herwaardering met een specifieke premie voor deze functie of verhoging van hun barema. Belangrijk is de keuze voor de juiste combinatie van het takenpakket en de eraan gekoppelde financiële herwaardering. Het verminderen van de administratieve taken. Vermindering van de opdracht van uitvoerder van gerechtelijke apostilles. Een meer aangepaste rol met omschrijving van de gewenste kernopdrachten voor de wijkpolitie. Basisopleiding onvoldoende afgestemd op de sleutelrol van deze functie binnen de politiehervorming.
3
Verslag– 25.06.2008 : François Buelens
Enquête wijkpolitie
4. ANDERE VOORSTELLEN VOOR HERWAARDERING Over de voorstellen van herwaardering verzamelden wij 23 bladzijden ingezonden tekst. De voorstellen werden vooral in kernachtige korte zinnen uitgedrukt, die af en toe met enige inlichtingen of lokale ervaringen werden verduidelijkt. Een paar korpsen zonden ons enkele bladzijden informatie over de manier van hun specifieke lokale invulling. Het is ook logisch dat er heel wat dezelfde voorstellen of opmerkingen werden geformuleerd. Wanneer bij gelijksoortige opmerkingen enige aanvullende toelichting wordt gegeven, blijkt dat tussen de gegeven opmerkingen toch zeer subtiele verschillen kunnen bestaan. Het eenvoudig optellen van soortgelijke antwoorden voor het vastleggen van een bepaalde volgorde zou dan ook een inbreuk betekenen op de objectiviteit die de verslaggever vooropstelde. Wegens die kleine subtiele verschillen werd ten stelligste vermeden, om op basis van de frequentie van het antwoord, een bepaalde hiërarchische volgorde op te stellen. Het is louter om meer duidelijkheid in de antwoorden dat werd gekozen voor de opdeling in een aantal rubrieken waarin, zonder enig waardeoordeel te vellen, een samenvattend overzicht van de verschillende opvattingen in kernzinnen werd samengebracht. Algemeen • Het is niet mogelijk om uniforme oplossingen na te streven omdat iedere zone haar eigen specifiteiten heeft. Wijkwerk is maatwerk. • Het personeel dat enige affiniteit heeft voor de inhoudelijke invulling van de functie van wijkpolitie blijft hoofdzakelijk beperkt tot personen die het directe contact met de bevolking en de dienstverlening voor de bevolking prefereren. • Het statuut (arbeidstijdregeling, vergoedingen, premies, beperking van opdrachten, beperking van organisatorische vrijheid van de korpschef, e.d.) werkt voor de wijkpolitie zeer verstikkend. Imago-opbouw • Meer aandacht voor een actieve presentatie van het gewenste of het te verwachten beeld voor de functie van wijkpolitie is niet alleen voor de bevolking, maar ook voor alle andere leden binnen het korps van uiterst groot belang. • Met het oppoetsen van het imago van de wijkpolitie moet worden gestart in de verschillende fases van de loopbaan van een politiefunctionaris: bij de rekrutering, tijdens de basisopleiding en binnen de interne organisatie. • De presentatie van de job van wijkinspecteur dient gepast te worden voorgesteld op een niveau dat in overeenstemming is met dat wat de wijkpolitie binnen onze samenleving werkelijk verdient en moet uitstralen. • Hij moet, gelet op het gewenste kunnen en zijn opgedane ervaring, in feite als de “superflik” gepresenteerd worden. Dit moet wel gebeuren zonder enig overdrijven; er mogen bij het publiek zeker geen valse verwachtingen worden gecreëerd. Rekrutering • Betere rekruteringscampagne met bijzondere aandacht voor de job van wijkpolitie. • Meer rekruteren naar het profiel van wijkagent / maatschappelijk werker. • De directe rekrutering vanuit de eigen bevolking wordt als wenselijk voorgesteld omdat wordt geoordeeld dat de kans hoger ligt dat de kandidaat een hechte band heeft met de gemeente of de zone. • Maturiteit, beroepsernst en probleemoplossende ingesteldheid zijn essentiële competenties. Flexibele inzet is een must. Hierop dient de wijkinspecteur te worden getest. Opleiding / vorming • Tijdens de selectie of basisopleiding zouden, op basis van de vastgestelde individuele kwaliteiten van de kandidaten, een aantal kandidaten in de richting van wijkpolitie kunnen gestuurd en opgeleid worden. • Een betere en aangepaste functionele opleiding voor de taak van wijkpolitie met accenten op communicatie, burenbemiddeling, slachtofferbejegening, preventie, verkeer enz…. Organisatorische voorstellen • De korpschef moet de wijkfunctie verheffen tot zijn allerhoogste zorg omdat zij moet fungeren als sturende motor voor al de te ondernemen acties binnen de zone. • De politieleiding dient de wijkinspecteur een delegatie- en beslissingbevoegdheid met bijpassende verantwoordelijkheid en autonomie te geven. Dus ook meer beslissingbevoegdheid in contact met de andere interne politiediensten.
4
Verslag– 25.06.2008 : François Buelens
Enquête wijkpolitie
• • • • • • •
Men moet de wijkinspecteurs betrekken bij het operationele overleg in het korps. De weekeinddiensten van de wijkinspecteurs niet beperken tot opdrachten binnen de eigen wijk of tot het specifieke wijkwerk. Geef ze ook de mogelijkheid om ervaringen binnen andere diensten of betreffende niet-wijkgebonden opdrachten op te doen. Laat andere politie-inspecteurs voor kennismaking van de wijkfunctie voor een korte periode meewerken om zo de vooroordelen weg te kunnen werken. Aan politie-inspecteurs een aanvullende weekeindprestatie toelaten om mee opdrachten van de wijkpolitie uit te oefenen en zo die taak te leren kennen. De organisatie niet opsplitsen in diensten maar in wijkteams. Voorstel om de wijkfunctie onder te brengen binnen een fietsteam. Dit heeft een jonger imago. Vermijden dat het een uitbolfunctie wordt.
Opdrachten • Zeer belangrijk is de aanpassing van het takenpakket van de wijkpolitie en het geven van meer juridische zekerheid of duidelijkheid over dat takenpakket. • Meer ruimte voor hun intermediërende rol in de wijk en hun signaalfunctie voor de overheid. • Meer betrokkenheid bij de uitwerking van projecten binnen de filosofie van de gemeenschapsgerichte politiezorg. • De wijkinspecteur moet de spilfiguur zijn voor de « excellente politiezorg » en moet de vijf pijlers ervan kennen en beheersen. • Laten deelnemen aan opdrachten van de lokale handhaving van de openbare orde. (Voetbal, manifestaties, calamiteiten, festivals, e.d.). Geen inzet voor hycap. • Een drastische afbouw van de administratieve gerechtelijke opdrachten of het onttrekken van die administratie aan de wijkpolitie kan het imago en de interesse voor de taken alleen maar ten goede komen. Indien behoud van administratieve taken bestaat de noodzaak dit wettelijk te laten toekennen aan de gemeenschapswachten of Kalog-personeel. • Het afbouwen van opdrachten die behoren tot het takenpakket van gerechtsdeurwaarders. • Het afbouwen van uitvoering van gerechtelijke apostilles. Wanneer deze opdracht wordt beschouwd als de enige mogelijkheid tot het stimuleren van de contactname met de burger loopt er wel iets fout met de individuele basiskwaliteit van de wijkinspecteur. Financiën • Meerdere korpschefs pleiten voor het afschaffen van allerlei vergoedingen. Dit zal volgens hen de kloof met de wijkpolitie kleiner maken en de categorisering van personeelsleden vermijden. • Stoppen met nieuwe financiële tegemoetkomingen. Dit wordt in de zone onbetaalbaar en ten slotte geeft het toekennen van meer geld geen enkele borg voor een verhoogde motivatie voor de taakinhoud. • Te veel verschillende toelagen leidt tot interne spanningen. • Een ander groot deel van de korpschefs vragen een financiële herwaardering of een meer specifieke vraag naar de toekenning van een exclusief en hoger barema aan de wijkpolitie. 5. CONCREET ANTWOORD OP DE VRAAG VAN DE ADVIESRAAD VAN BURGEMEESTERS Volgens de gegevens uit de bevraging van de lokale korpsen blijkt de desinteresse voor de functie van wijkinspecteur te bestaan uit verschillende facetten: het nog niet hersteld negatief imago van de wijkinspecteur; het gebrek aan aanzien van deze functie binnen de politieorganisatie; de vaak oninteressante taakinvulling en opdrachten die voor deze functie werden weerhouden door de politieleiding; het verschil in financiering met andere diensten, die gelet op hun reeds verworven imago zeker geen aanmoedigingspremies nodig hadden. 6. CONCLUSIE Dat er verschillende visies aan bod zouden komen, die vooral gestoeld zijn op de lokale invulling van de wijkpolitie, was een te verwachten beeld. De ondertoon van de voorstellen kan worden ingedeeld in drie groepen:
5
Verslag– 25.06.2008 : François Buelens
Enquête wijkpolitie
1.
De groep met voorstellen om een uit het verleden scheefgegroeide situatie bij te sturen. ( In deze groep gaat de aandacht vooral uit naar een financiële herwaardering om personeel voor die functie te kunnen aantrekken.)
2.
Zij die kennis geven van hun persoonlijke visie over de wenselijke invulling van de wijkfunctie. ( In deze groep gaat de aandacht naar de interne organisatie, de inhoud van de opdrachten en ook in mindere mate enige aandacht voor het financiële aspect.)
3.
Zij die de eigen lokale positieve werking en ervaringen met de wijkfunctie als voorbeeld stellen. ( Deze groep ligt niet direct wakker over het financieel aspect maar wel over sommige statutaire beperkingen.)
Gemeenschappelijk standpunt van de drie groepen zijn: • Een bijzondere aandacht voor het imago van de wijkinspecteur; • Stimuleren van de promotie van de functie van de wijkpolitie; • De verdere afbouw van de administratieve taken, inzonderheid de administratief gerechtelijke taken. Verrassend is wel dat wanneer men roept om meer kwaliteit er op het vlak van de opleiding en vorming van de kandidaat er zulke uiteenlopende oordelen binnen die groepen bestaan. Opmerkelijk zijn ook de tegenstellingen tussen de groep die als motivator voor de herwaardering van de functie van de wijkagent vooral de nadruk leggen op het financiële aspect en de groep die de interne organisatie en de plaats van de functie van de wijkpolitie binnen het korps als de grootste stimulator voor de interesse van die functie vindt. De ingezonden gegevens, komende vanuit de aandachtsfeer van het werkterrein, lijken zeer waardevol voor enige reflectie over de wijkfunctie. Enerzijds bevatten ze een overzicht van de behoeften en de eraan gekoppelde verwachtingen aan ondersteuning vanuit het federale niveau (1 ) en anderzijds bevatten ze een aantal pragmatische maar ook praktische voorstellen voor de interne organisatie. De verantwoordelijken voor de realisatie van de herwaardering van de wijkpolitie kunnen op basis van deze voorstellen als volgt worden opgesplitst: 1.
Van de federale en lokale overheden wordt verwacht dat ze de nodige ondersteuning geven voor de herwaardering van de functie en het oppoetsen van het imago van de wijkpolitie.
2.
Van de ondersteunende diensten van de federale politie wordt verwacht dat ze op een kwaliteitsvolle wijze de selectie, de basisopleiding en vormingsprogramma’s afstemmen op een lokale politiewerking met generale taakstelling. Dat de PR-dienst van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, een verhoogde aandacht zou geven aan de wijkpolitie en andere politiediensten met een generale taakstelling.
3.
De lokale politieleiding voldoende aandacht zou hebben voor een kwalitatieve personeelsen taakinvulling van de wijkpolitie, zodat ze als volwaardig lid kunnen functioneren als spilfiguur binnen de totale lokale politiewerking.
Voor verslag: De secretaris van de Adviesraad van Burgemeesters François Buelens Hoofdcommissaris van politie
1
) Bijvoorbeeld: Het bepalen van een aantal kernopdrachten, verminderen administratieve taken, rekruteringseisen en vorming, statutaire aanpassingen met als doel de kwaliteitsverbetering van de dienstverlening.
6
Verslag– 25.06.2008 : François Buelens