Visie Wijkpolitie
Rotterdam-Rijnmond
Informatiefolder over de vernieuwde visie van de wijkpolitie
Waakzaam en dienstbaar
Beste collega, Zowel binnen onze organisatie als daarbuiten volgen de ontwikkelingen elkaar in hoog tempo op. Veiligheidsvraagstukken worden steeds complexer en kunnen niet alleen door de politie behandeld worden. Om deze ontwikkelingen bij te houden, is het nodig dat we kritisch blijven kijken naar onze vooruitgang en te controleren of we nog in de pas lopen met onze omgeving. Voor de Wijkpolitie, bleek een doorontwikkeling van onze werkwijze nodig. Het werken volgens de Gebiedsgebonden Politiezorg (GGP) blijft de basis. Dat wil zeggen dat we samen met in- en externe partners en per wijk werken aan leefbaarheid en veiligheid. In die samenwerking hebben we voor ons proces een bijzondere en belangrijke rol voor ogen. Wat die rol precies inhoudt, lees je in deze folder. Samen met een aantal collega’s uit het proces neem ik je stap voor stap mee door onze vernieuwde visie. Je leidinggevende bespreekt met jou wat de nieuwe visie voor jou als individu betekent. Deze folder dient ter als ondersteuning bij die uitleg. Bij hem/haar kun je ook terecht als je nog vragen hebt. Ik wens je heel veel leesplezier! Met vriendelijke groet, Jan Hoogstraten Proceseigenaar Wijkpolitie
Gebiedsgebonden en gezamenlijke zorg voor veiligheid Gebiedsgebonden politiezorg is een concept dat beschrijft hoe wij als politie werken. Samen met partners leveren we, op basis van systematisch vergaarde informatie, herkenbaar maatwerk voor de problemen in een specifiek gebied. Ieder in zijn eigen specialisme. Daarbij zijn onze kerntaken: opsporen, handhaven, noodhulp verlenen, signaleren en adviseren. De buurtagent speelt hierbij een speciale rol. Hij/zij is degene die dit in de dagelijkse praktijk, samen met de wijkteamchef en het team, moet (laten) uitvoeren. Een goede informatiepositie van de buurtagent is daarbij van doorslaggevend belang. Kennis van de wijk en wat er in die wijk gebeurt, bepaalt de effectiviteit en efficiëntie van ons optreden. De buurtagent weet precies wat er leeft in de wijk. Wij spreken de taal, ademen de cultuur en voelen de gevoelens van de wijk. Zoals gezegd leveren wij als politie samen met onze partners een bijdrage aan de gezamenlijke, gemeenschappelijke veiligheidsaanpak. Dit houdt dus in dat iedereen, burgers, bedrijven, maatschappelijke instellingen en de (lagere) overheden, óók een bijdrage moeten leveren. Wij als proces Wijkpolitie (en de als politie in het algemeen), doen dat dus niet alleen. Wij richten ons op die activiteiten die binnen onze bevoegdheid en kerntaken vallen en waar we goed in zijn.
Een bijzondere rol voor de Wijkpolitie De veiligheidsaanpak is dus iets van de partners samen en niet iets van de buurtagent alleen. Iedere partij in de keten is verantwoordelijk voor zijn eigen deel. De buurtagent – en de politie als geheel – beperkt zich dan ook tot zijn eigen bevoegdheden en bekwaamheden. Onze unieke rol in de wijk zorgt er echter wel voor dat we binnen het totaal van samenwerkende partners precies aan kunnen geven op welke manier een partij op zijn eigen terrein een bijdrage kan leveren. Waar nodig schakelen we dan ook een deskundige partner in.
Een goede informatiepositie: ‘Ik ben de ogen en oren in de wijk’ Steef van der Ham, buurtagent van het Binnenwegplein en omgeving in Rotterdam, weet als geen ander hoe belangrijk een goed netwerk is om resultaat te kunnen boeken: ‘Iedereen in de wijk heeft een verhaal. Ik luister naar dat verhaal. Door in deze mensen te investeren en mijn best voor ze te doen, creëer ik een gevoel van vertrouwen en veiligheid. De mensen weten dat ze op me kunnen rekenen. En vroeg of laat betaalt zich dat uit.’ ‘Toen ik hier net buurtagent was, heb ik een ondernemer geholpen. De man werd keer op keer bedreigd omdat iemand geld van hem wilde hebben. Eigenlijk durfde de man geen aangifte te doen. Ik heb gezegd dat ik het niet accepteerde dat iemand in mijn wijk wordt afgeperst. Door de man te helpen, bouwde ik een band met hem op. Sindsdien voorziet hij me regelmatig van informatie en nuttige tips. Op basis van zijn tips heb ik onder andere een hennepkwekerij op kunnen rollen. Zo ben ik de ogen en oren in de wijk.’
Richtinggevend: ‘Ik zorg ervoor dat anderen doen wat ze moeten doen’ Steef vervolgt: ‘Ik zorg er bij de uitvoering van mijn werk wel voor dat ik die dingen doe, waar ik ook echt verantwoordelijk voor ben. Het is niet de bedoeling dat ik in de gaten spring die ontstaan als anderen hun werk niet doen. Een bloemist vertelde me laatst dat automobilisten de plek waar zijn stalletje overdag staat ’s avonds na sluitingstijd gebruikten als sluiproute. Ze reden over de stoep om zo een stuk af te snijden. Daarop ben ik naar de gemeente gestapt. Een week later stonden er paaltjes en kreeg de bloemist een sleutel. Ik had ook een paar weken bekeuringen kunnen schrijven, maar deze oplossing was veel efficiënter.’
Hoewel we een partner inschakelen als dat nodig is, willen we nadrukkelijk géén leidinggevende positie opeisen. Wel willen we richtinggevend zijn. Door de handen uit de mouwen te steken, geven we het goede voorbeeld. We vervullen een aanjagende en inspirerende rol en geven anderen energie om die dingen te doen die nodig zijn om het gewenste eindresultaat te bereiken.
Wij werken aan de beeldvorming
Werken aan de beeldvorming: ‘Soms voeren we een actie uit om te laten zien dat de burgers het mis hebben.’
Veiligheid is een subjectief begrip. Hoewel cijfers een beeld geven van de criminaliteit in een bepaalde periode in een bepaald gebied, hoeft de beleving van de veiligheid niet overeen te komen met deze cijfers. Wij laten ons niet louter leiden door cijfers, maar durven verder te kijken. We richten ons op de maatschappelijke veiligheid en acteren óók op basis van het gevoel dat er in een wijk leeft.
Wout Boer is wijkteamchef van Prins Alexanderpolder Noord. Op de vraag wat hij doet om de beeldvorming in de buurt te beïnvloeden, antwoordt hij: ‘We investeren al in ons imago in de buurt. Om de burgers en ondernemers een veilig gevoel te geven, proberen we verbinding te maken. De informatie die we van hen krijgen, gebruiken we om maatwerk te kunnen leveren. We proberen zoveel mogelijk acties in te plannen waar de burger iets aan heeft.’
Als het gevoel in een wijk niet klopt met de werkelijkheid, dan proberen we om dit beeld te veranderen. Bijvoorbeeld door acties uit te voeren of door de media op de juiste manier te ondersteunen of te beïnvloeden. Maar ook door een persoonlijke benadering en burgers te betrekken bij de laatste ontwikkelingen in de wijk. Ook hier schakelen we dan de juiste (interne) partners in.
‘Soms voeren we ook wel eens acties uit waarmee we alleen maar aantonen dat het gevoel van de burgers niet klopt.’ Zo vervolgt Wout. ‘Zo hebben we kort geleden een snelheidscontrole gehouden. Burgers klaagden steen en been over vrachtwagens die consequent te hard zouden rijden. Tijdens de actie hebben we 500 auto’s gecontroleerd. Slechts één ervan reed te hard.
De Wijkpolitie als vooruitgeschoven post Wij zijn de ogen en oren in de wijk, een ‘vooruitgeschoven post’. Soms zelfs letterlijk, door de bureaus die zich in de wijk en dicht bij de burger bevinden. Zo vervullen we een zogenaamde ‘radarfunctie’. Wij signaleren en zorgen ervoor dat onze collega’s en externe partners hun verantwoordelijkheden oppakken. Naar de burgers toe vervullen we ons werk duidelijk, consistent en met gezag. In ons werk kijken we verder dan een incident alleen. We proberen een incident zoveel mogelijk in een context te plaatsen. Waar mogelijk en nodig richten we ons ook op zaken als adres, buurt, groep en individu. Zo proberen we de oorzaak van het probleem aan te pakken.
Natuurlijk is het vervolgens wel zaak om die cijfers dan ook terug te koppelen. Die terugkoppeling is van levensbelang. Dat doen we tijdens bewonersbijeenkomsten, maar ook door middel van persberichten. Soms is het goed om de burgers zelf een conclusie te laten trekken, zonder dat wij die voorkauwen. Dan blijft het ook beter hangen en dat is wat je uiteindelijk wil bereiken.’
Gerichte naamsbekendheid Jaarlijks meet Rotterdam of de veiligheidsaanpak werkt. Dat gebeurt met behulp van de zogenaamde veiligheidsindex. Deze index is een instrument waarin vanuit diverse gegevensbronnen, onder andere meningen van bewoners en feitelijke gegevens, tot één veiligheidsindexcijfer gekomen wordt voor heel Rotterdam en voor de afzonderlijke wijken. Uit de veiligheidsindex van 2008 is gebleken dat de buurtagent (te) laag scoort als het gaat om zijn bijdrage aan de veiligheid (gemiddeld ongeveer een 5 op een schaal van 1 tot 10). Kortom: bij alle energie die we de afgelopen jaren hebben gestoken in de promotie van de buurtagent hebben we onvoldoende aandacht gehad voor het feit dat de buurtagent ondersteuning krijgt van een wijkteam. Het kan dus voorkomen dat de burger iemand anders van de politie als aanspreekpunt heeft. Hierdoor heeft de burger in sommige gevallen verkeerde verwachtingen gekregen en is hij misschien zelfs wel teleurgesteld in het resultaat. Daarom hebben we binnen de Wijkpolitie een (kleine) koerswijziging in de communicatie afgesproken. We investeren vooral in naamsbekendheid van de buurtagent bij sleutelfiguren in de wijk. Dit zijn de zogenaamde cruciale contacten, de belangrijke contacten en de relevante contacten. Denk daarbij aan jeugdinstanties, deelraadsvoorzitters, partners en informanten. Maar ook aan overlastgevers en criminelen. Kortom: we zorgen ervoor dat de buurtagent bekend is bij de mensen die hem/haar écht moeten kennen en andersom. Naar de andere burgers communiceren we het wijkteam als geheel. We communiceren nog wel wie de buurtagent is in een bepaald gebied (dus met naam), maar we vermelden daarbij meteen dat hij ondersteund wordt door een wijkteam. Daarnaast communiceren we niet langer het persoonlijke telefoonnummer, maar altijd het algemene nummer 0900-8844. Een politie e-mailadres communiceren we nog wel als dat nodig is.
Samengevat De Wijkpolitie: • • • • • •
Werkt vanuit het concept Gebiedsgebonden politiezorg; Werkt informatiegestuurd; Neemt intern de regie op zich en is extern richtinggevend; Adviseert en signaleert extern; Werkt aan het veiligheidsgevoel en de beeldvorming van burgers. Is gericht bekend bij burgers en partners.