Energiesprong Woningbouw Montferland Subsidieaanvraag ‘Trajectaanpak Energiesprong Woningbouw – realisatie vervangende nieuwbouw’
Montferland, 20 oktober 2011
Energiesprong Woningbouw Montferland Subsidieaanvraag ‘Trajectaanpak Energiesprong Woningbouw – vervangende nieuwbouw’
Gegevens contactpersonen namens consortium:
Proces: Marcel van Bodegraven / 06-53 36 87 87 /
[email protected] Energie: Janny Stevens / 06-2239 7388 /
[email protected]
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
Inhoudsopgave
1
Managementsamenvatting
1
2
Deelnemers en derden
2
2.1 2.2 2.3 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.5.4 2.5.5 2.5.6 2.5.7 2.6 2.6.1 2.6.2 2.7
Algemeen Consortium partners Particuliere gebouweigenaren Consortiumpartners vraagzijde Woningstichting Bergh Gemeente Montferland Aardvast W/E adviseurs Consortiumpartners aanbiedende zijde Goldewijk Architect Arx Green m2 HVTC Dusseldorp Infra, Sloop en Milieutechniek Staring advies Daas Consortiumpartners kennisdeling Stadsregio Arnhem Nijmegen Hogeschool Arnhem Nijmegen Deelnemende eigenaar/bewoners
2 2 2 3 3 4 5 6 7 7 8 9 10 11 12 13 14 14 15 16
3
Achtergrond
17
4
Selectie gebouwen
19
5
Technische onderbouwing & Doelstelling reductie primair energiegebruik
21
5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.2 5.3
Technisch inhoudelijke aanpak en samenvatting Gebouwgebonden energiegebruik Gebouwafhankelijk energiegebruik (GAGE) Gebruikersapparatuur (GA) Totale energiegebruik Maatregelenpakket woningen Hoogte subsidiebedrag
21 22 23 24 26 27 28
6.
Selectiecriteria
29
6.1 6.2 6.3
Aantal particuliere gebouweigenaren Potentiële impact bij opschaling Economische haalbaarheid
29 29 29
7.
Realisatie en fasering
33
7.1 7.2 7.3
Onderlinge relatie tussen partijen Verantwoordelijkheden en besluitvormingsprocessen Proces en kwaliteitsbewaking en kwaliteitsborging
34 34 34
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
7.4 7.5 7.5.1
Monitoring van de resultaten Kennis en leerplan Doelstelling
34 35 36
8.
Ondertekening
39
Bijlage 1 impressies deellocaties
40
Bijlage 2 consortiumverklaring
41
Bijlage 3.1 kennis en leerplan
43
Bijlage 3.2 verkennende studie
48
Bijlage 4 niet van toepassing
50
Bijlage 5.1 impacttool
51
Bijlage 5.2 EPC rapport Earth
52
Bijlage 5.3 EPC berekeningen referentiewoningen
53
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
1
Managementsamenvatting Doelstelling en achtergrond
Energiesprong Montferland omvat 63 grondgebonden woningen. Het gaat om vervangende nieuwbouw verdeelt over vier deellocaties. De nieuwe woningen zullen de wijken een kwaliteitsimpuls geven. Het traject van drie locaties bevindt zich in fase ‘einde voorlopig ontwerp e begin definitief ontwerp’. Het traject van de 4 locatie bevindt zich in fase ‘schetsontwerp’. Door de verschillende vragende partijen, wordt vanaf initiatieffase hard gewerkt aan het verduurzamen van deze woningen. Ook op bestuurlijk niveau wordt bijgedragen aan het traject. De focus bij de nieuwbouw ligt op energie, wooncomfort, duurzaamheid en architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit. Zie bijlage 1 voor de impressies van de vier deellocaties. Projectbeschrijving
Energieneutraliteit is vanaf initiatieffase een ambitie geweest van Woningstichting Bergh en gemeente Montferland. Samen met Aardvast en WE adviseurs is de haalbaarheid aangetoond en het nieuwe proces van samenwerken met marktpartijen uitgezet. Om energieneutraliteit te bereiken voor een aantal woningen (EPC 0,0) en vergaand energiezuinig bouwen (EPC 0,4) voor de overige woningen, zijn een aantal acties uitgevoerd: -
Een verkennende (financiële) haalbaarheidsstudie is uitgevoerd, inclusief workshops voor de vragende partijen (gemeente en Woningstichting Bergh); Een financiële bijdrage is verstrekt door gemeente, provincie en Woningstichting Bergh; Een andere procesaanpak, zoals een andere benadering van vastgoedinvestering versus – waarde en een Design & Construct aanbesteding gericht op de gewenste ambities.
Met de subsidie ‘trajectaanpak Energiesprong Woningbouw’ zal het project een extra impuls krijgen, waardoor in het plan meer woningen energieneutraal opgeleverd kunnen worden. Voor de overige woningen zal de EPC dalen van 0,4 naar 0,24. Door de subsidie wordt ook het huishoudelijk energiegebruik flink gereduceerd en gecompenseerd. Bewoners (eigenaren en huurders) worden actief betrokken bij het traject. Dit met als doel eigen positieve invloed op de daling van het huishoudelijk energiegebruik te bereiken en draagvlak te creëren. Het resterende huishoudelijk gebruik wordt grotendeels gecompenseerd met duurzame energie. Projectpartners, organisatie en bijdrage aan doelstellingen
Een consortium met projectpartners is gevormd met als doel vorm te geven aan de doelstellingen van het project: het realiseren van een energiesprong! Het project wordt gedragen en uitgevoerd door de projectpartners. Alle projectpartners participeren in een leerplan met als doel het bereiken van interne (binnen eigen organisatie) en externe leereffecten. Het leerplan is in deze subsidieaanvraag vormgegeven. Het consortium is omvangrijk. In het consortium zijn vertegenwoordigd; vragende partijen, aanbieden partijen, partijen op bestuurlijk niveau en ook het hoger onderwijs. Dit vraagt om een vernieuwende manier van samenwerken. Opschalingseffect en economische haalbaarheid
Het opschalingsperspectief van Energiespong Montferland is groot, niet in de laatste plaats door de gemeende betrokkenheid en inzet van de partijen, reeds vanaf initiatieffase. Daarbij spelen er op nationaal niveau vele gelijksoortige fysieke, sociale en economische, herstructureringsopgaven waarvoor Energiesprong Montferland een voorbeeldfunctie heeft. Deze voorbeeldfunctie wordt middels toekenning van deze subsidie groter. Het leertraject resulteert in een praktisch leidraad en plan van aanpak voor deze gelijksoortige projecten – van initiatieffase tot en met gebruiksfase.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
1
2
Deelnemers en derden
2.1
Algemeen Het consortium is gebaseerd op de ‘Samenwerkingsovereenkomst consortium ‘Energiesprong woningbouw Montferland’ met subtitel ‘Subsidieaanvraag ‘Trajectaanpak Energiesprong Woningbouw – vervangende nieuwbouw’, die door de projectpartners is ondertekend. De overeenkomst geeft helder de doelen aan van partners. In bijlage 2.1 is de ondertekende consortiumverklaring van de partners met uitreksels van de Kamer van Koophandel opgenomen. Belangrijkste doelen hierbij zijn als volgt geformuleerd: -
-
2.2
Het realiseren van project Montferland met een eerste stap van minimaal 30 woningen op minimaal 60% energiereductie en een tweede stap van minimaal 30 woningen op minimaal 80% energiereductie binnen 3 jaar. De energieprestatie betreft het totaal energiegebruik voor gebouwgebonden en huishoudelijk energiegebruik. Het breder toepasbaar maken van opgedane kennis en ervaring m.b.t. gehanteerde technieken en procesvernieuwing. Het actief betrekken van de toekomstige woningeigenaren. Naast deze woningeigenaren worden ook de huurders actief betrokken bij het project. Deelnameverklaringen zijn opgenomen in bijlage 2.2. Paragraaf 2.3 bevat de namen van de betrokken eigenarenbewoners.
Consortium partners Op de volgende bladzijden volgt een beschrijving van elk van de consortiumpartners, inclusief de motivatie aan dit project deel te nemen, concrete bijdrage aan het project e.d. De volgende indeling is hierbij gemaakt: -
Consortiumpartners vraagzijde: Woningstichting Bergh, gemeente Montferland, Aardvast en W/E adviseurs Consortiumpartners aanbodzijde: Goldewijk met ARX, HVTC, Dusseldorp, Green M2, Staringadvies en Daas Consortiumpartners kennisdeling: Stadsregio Arnhem Nijmegen en Hoge school Arnhem Nijmegen (HAN)
Naast de consortiumpartners is ook Provincie Gelderland betrokken bij het project in het kader van provinciaal project ‘Woonparken Gelderland’.
2.3
Particuliere gebouweigenaren Deelnameverklaringen van (toekomstige) particuliere gebouweigenaars zijn opgenomen in bijlage 2.2. e De namen behorende bij de 1 tranche: - mevr. C. Jansen - verklaring komt 1 dag na het drukwerk van dit projectplan beschikbaar e De namen behorende bij de 2 tranche: - verklaring komt 1 dag na het drukwerk van dit projectplan beschikbaar - verklaring komt 1 dag na het drukwerk van dit projectplan beschikbaar - verklaring komt 1 dag na het drukwerk van dit projectplan beschikbaar
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
2
2.4
Consortiumpartners vraagzijde
2.4.1
Woningstichting Bergh
Contactgegevens
NAW Woningstichting Bergh, De Bongerd 20, 7040 AD ’s-Heerenberg, www.wsbergh.nl Contactpersoon A. ter Bogt,
[email protected] Land v. vestiging Nederland Kernactiviteiten
Het bieden van huisvesting voor iedereen die niet in eigen huisvesting kan voorzien in de gemeente Montferland. Motivatie deelname project
Als initiator het duurzaam vernieuwen van de portefeuille. Woningstichting Bergh gelooft in: -
de trekkersrol van opdrachtgever;
-
het positieve effect op de woonlasten en een gezonde vastgoedportefeuille in een potentieel krimpgebied;
-
ketensamenwerking levert een positieve bijdrage op voor alle betrokken partijen.
Motivatie aan energie transitie -
Het verlagen van de energielasten voor de bewoner en bewoners stimuleren; Het terugdringen van het energiegebruik en CO2 en stimuleren gebruik schone energie; Voorbeeldfunctie met energiezuinige pilotprojecten en leren voor vervolgprojecten.
Beschikbare kennis, expertise en ervaring -
Deels kennis/expertise ingekocht: adviseurs proces/energetisch en marktpartijen; Ervaring: projecten Lengelseweg (EPC 0,4) en Steegseweg (Passiefwoningen)
Concrete bijdrage aan project
Initiator, investeerder en aanbesteding in design en construct, regie project en afnemer van de huurwoningen. De resultaten van het project worden gebruikt voor -
Het aanbieden van zeer energiezuinige woningen; Leren voor vervolgprojecten en voor beleid.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
3
2.4.2
Gemeente Montferland
Contactgegevens
NAW Gemeente Montferland, Postbus 47, 6940 AD, Didam, www.montferland.info, Contactpersoon M.C. Schulten,
[email protected], 0316-291 615 Land v. vestiging Nederland Kernactiviteiten
Duurzame leefomgeving creëren voor burgers en bedrijven in de gemeente voor nu en in de toekomst. Motivatie deelname project
Bijdrage aan het bewegen van de bouwwereld in duurzame richting. Motivatie aan energie transitie
Uiteindelijk moeten nieuwbouw woningen geen bijdrage of een zeer beperkt bijdrage leveren aan de CO2 uitstoot. Door dit project hopen we de bouwkolom meer te bewegen in deze duurzame richting. Gemeente daagt bouwers nu uit en ondersteunt partijen. Uiteindelijk zal de markt dit moeten overnemen. Beschikbare kennis, expertise en ervaring
Gemeente heeft op zich weinig kennis in huis over energieneutraal bouwen, maar heeft hiervoor een adviseur aangetrokken. Wel wordt kennis die in de regio is en wordt opgedaan met energieneutraal bouwen gedeeld. (energienulwoning Groenlo, Biezeneakker Ulft). Concrete bijdrage aan project -
Traject ondersteuning voor de bouw en vooronderzoek en advies; Scheppen van ruimtelijke randvoorwaarden; Contacten leggen bij provincie Gelderland en Stadsregio Arnhem-Nijmegen voor bijdrage aan het traject.
De resultaten van het project worden gebruikt voor -
Toepassing en gebruik van de projectresultaten: project breed onder bouwende partijen, corporaties, overheden in en buiten de regio onder de aandacht brengen; Het intern beleid spiegelen.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
4
2.4.3
Aardvast
Contactgegevens
NAW
Aardvast b.v., Meander 251, 6825 MC Arnhem, www.aardvast.nl
Contactpersoon M. van Bodegraven,
[email protected] 026-3764590 Land v. vestiging NL Kernactiviteiten
Advies en procesmanagement bij duurzame gebieds- en vastgoedontwikkeling, herstructurering en woningverbetering. Motivatie deelname aan het project
Het kunnen inbrengen van kennis van innovatieve vastgoedprocessen en prestatieprogramma’s voor prettig, duurzaam en betaalbaar wonen en het opdoen van nieuwe kennis. Motivatie bijdrage aan energietransitie
De overtuiging van de noodzaak van energiezuinige woningen en het aantonen dat energiezuinig wonen betaalbaar kan zijn door vernieuwende procesaanpak. De belangrijkste focuspunten bij deze vernieuwende (21 eeuws) procesaanpak zijn, door slimmer: -
-
Samenwerken van vraag en aanbodzijde: - Vanaf initiatief alle partijen er bij betrekken - Prestatie gerichte uitvraag: beperkte kostprijs voor hogere exploitatie baten en ruimte voor innovaties - Ketensamenwerking door aanbodzijde met integrale oplossingen - Betere verdeling van risico’s en optimale focus en processnelheid Inzetten van reductie exploitatiekosten (energie, onderhoud en aanpassingen) in vastgoedwaarde en financiering Betrekken van bewoners in de ontwikkeling van woningen en in woongedrag versus energiebespraring
Beschikbare kennis, expertise, ervaring
Kennis en ervaring met innovatieve vastgoedprocessen en prestatie programma’s met projecten zoals de herstructurering 74 woningen de Broekkant in design & construct met een EPC van 0,4 (in 2009) en 21 woningen Steegse weg in design & construct met een Passiefhuiscertificaat. Concrete bijdrage aan het project
Ontwikkelmanagement, prestatieprogramma en procesbegeleiding in opdracht van Woningstichting Bergh, inbreng kennis en ervaring, inbreng webtool voor delen kennis Toepassing en gebruik van de projectresultaten
Leren uit de resultaten en samenwerking en inzetten in nieuwe projecten en programma’s in en buiten de regio.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
5
2.4.4
W/E adviseurs
NAW
W/E adviseurs, Postbus 226, 3500 AE Utrecht, www.w-e.nl
Contactpersoon De heer G.J. Donze,
[email protected], telefoonnummer: 030 - 677 8777 Land v. vestiging NL Kernactiviteiten
Stichting W/E werkt sinds 1979 als adviesbureau in de frontlinie aan projecten op het gebied van energie, bouwfysica en milieukwaliteit. W/E profileert zich op projectadvies, instrumentontwikkeling en beleidsontwikkeling / implementatie. W/E adviseurs zet zich in voor opdrachtgevers die streven naar een duurzame ontwikkeling van de gebouwde omgeving. We onderhouden duurzame relaties met overheden, vastgoedbeheerders, ontwikkelaars, corporaties, architecten en kennisinstituten. W/E is voor hen een meedenkende en kritische partner. Motivatie deelname aan het project
W/E is betrokken bij het traject vanaf initiatieffase met als doel het verhogen van de plankwaliteit bij een zo laag mogelijke milieubelasting op gebied van duurzaamheidsthema’s energie en gezondheid. Motivatie bijdrage aan energietransitie
Energietransitie behoort tot de kernactiviteiten van W/E adviseurs. Beschikbare kennis, expertise, ervaring
Ons werkterrein is breed en strekt zich uit van planadvies, onderzoek en instrumentontwikkeling tot beleid en implementatie. Plannen maken, kennis inbrengen, onderzoek doen, instrumenten ontwikkelen, beleid vormgeven en mensen motiveren. Onze inhoudelijke expertise stemmen we voortdurend af op de behoeften en ontwikkelingen in de markt. De huidige speerpunten zijn de energietransitie, prestatiegericht werken aan duurzaamheid, beleidsontwikkeling bij corporaties (energie en duurzaamheid) en, als vanouds, energieprojecten in al haar hoedanigheden. W/E brengt inhoudelijke kennis naar projecten. Concrete bijdrage aan het project
W/E is betrokken bij het traject vanaf initiatieffase. Als start is een verkenning naar energieneutraliteit verzorgd. Naast energie speelt ook duurzaamheidsthema ‘gezondheid/wooncomfort’ hierbij een rol. Kosten baten afwegingen zijn gemaakt. W/E verzorgt de borging van de afgesproken energetische prestaties. Dit tot en met oplevering van de woningen. Daarna volgt betrokkenheid bij het driejarig monitoringtraject. Toepassing en gebruik van de projectresultaten
De resultaten van het project worden gebruikt in onze (a) dienstverlening, (b) ontwikkeling van ondersteunend afwegingsinstrumentarium en (c) actieve kennisdeling op lokale, en (inter)nationale schaal. Het kunnen inbrengen van kennis van innovatieve vastgoedprocessen en prestatieprogramma’s voor prettig, duurzaam en betaalbaar wonen en het opdoen van nieuwe kennis.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
6
2.5
2.5.1
Consortiumpartners aanbiedende zijde
Goldewijk
Contactgegevens
NAW
Goldewijk Doetinchem B.V., Nijverheidsweg 12, 7005BJ Doetinchem, www.goldewijk.nl Contactpersoon M. Klaus: 0314-751111,
[email protected] Land v. vestiging Nederland
Kernactiviteiten
Het Desing-Build-Finance-Mantain-Operate (DBFMO) van toekomstbestendige huisvesting op basis van vernieuwende partnerships, waarbij klantwaarde de centrale drijfveer is. Motivatie deelname
Project past in doelstelling van aanpak DBFMO. Motivatie bijdrage aan energietransitie
Voor Goldewijk staat toekomstbestendigheid voorop: voor de aarde, het bedrijf, de mensen en de producten die wij aanbieden. Daarbij werken wij vanuit de termen leefbaarheid (people en planet), levensvatbaarheid (people en profit), en gemotiveerdheid (planet en profit). Vanuit deze visie heeft Goldewijk speciale aandacht voor ontwikkelingen rondom energie. Beschikbare Kennis, expertise en ervaring
Goldewijk heeft samen met haar ketenpartners kennis en expertise ingebracht mbt tot klant, markt, ontwerp, architectuur, inrichting openbaar gebied, installatieconcepten, energie, Breeam, flora en fauna, sloop en infra, toepassing duurzame materialen, onderhoud, bouwkosten, exploitatie, en financiering. Evaringen zijn door de diverse partijen binnen het concortium opgedaan binnen vele projecten. Bij dit project zijn alle ervaringen uit deze projecten ingebracht. Goldewijk heeft eerder deelgenomen aan vergelijkbare trajecten; woningen Beinum West Doesburg iov Woonservice IJsselland, woningen Broekkant Malden iov Oosterpoort en woningen Steegseweg Beek iov Woningstichting Bergh. Daarnaast wordt binnen onze eigen ontwikkelingen ingezet op deze ontwikkelingen. Concrete bijdrage aan het project
Opdrachtnemer, ontwerpverantwoordelijke en verantwoordelijk voor de uitvoering. Tevens verantwoordelijk voor de verkoop van de koopwoningen. Toepassing en gebruik projectresultaten
Het projectresultaat beantwoord aan onze bedrijfsdoelstellingen en brengt ons daarmee verder in ons beleid, ook in de communicatie naar de markt. De opgedane kennis binnen het consortium wordt ingezet in vervolgprojecten en gedeeld binnen organisaties en in de regio.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
7
2.5.2
Architect Arx
Contactgegevens
NAW ARX Architecten B.V. Rozenstraat 16, 7255 XT Hengelo Gld, www.arxonline.nlContactpersoon A. Wolbert: 0575-462600,
[email protected] Land v. vestiging Nederland
Kernactiviteiten Architectenbureau gericht op innovaties en duurzaamheid. Motivatie deelname project Project past in doelstelling van participatie in projecten gericht op duurzaamheid en ketenintegratie. Motivatie energietransitie ARX ziet in het kader van MVO het als haar taak actief na te denken en deel te nemen aan projecten en vraagstukken rondom duurzaamheid. We zoeken dan naar het totale concept, dus niet alleen gericht op installaties en beperken van het energieverbruik maar ook naar duurzame architectuur, duurzame materialen, aanpasbaarheid van gebouwen, levensloopbestendige gebouwen, Beschikbare kennis, expertise en ervaring ARX heeft in het consortium haar kennis en visie ingebracht over o.a. architectuur, toepassing duurzame materialen, levensloopbestendige woningen, sociale samenhang, herstructurering.Ervaring; we hebben als bureau al met diverse consortia deelgenomen aan vergelijkbare projecten. We zijn o.a. de architect van het eerste grootschalige energie-neutrale woningproject voor sociale huur; in Ulft worden momenteel 61 energie-neutrale woningen gebouwd voor woningbouwvereniging Wonion. Bij dit project zijn alle ervaringen uit deze projecten ingebracht. Vergelijkbare trajecten waar we ook aan hebben deelgenomen zijn; woningen Broekkant Malden iov Oosterpoort, woningen Steegseweg Beek iov Woningstichting Bergh, woningen De Berg in Neede iov Woningbouwvereniging ProWonen, woningen Frankenhuis in Zwolle iov Woningstichting Openbaar Belang, 26 appartementen Holthuis in Twello iov Woningbouwvereniging Goed Wonen. Concrete bijdrage aan het project Ontwerpen van de woningen, integreren van de adviezen van de constructeur, installatieadviseur en bouwfysicus in het ontwerp, bijdrage aan het gezamenlijke proces met de keten-partners. De resultaten van het project worden gebruikt voor Project wat combinatie vormt van een duurzaam, energiezuinig woningbouwproject en een herstructureringsopgave. Dit vormt een toevoeging van beschikbare kennis binnen ons bureau welke we weer kunnen inzetten in toekomstige projecten.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
8
2.5.3
Green m2
Contactgegevens: NAW GreenM2 Ontwerp B.V., Turfweg 4, 7004 HP Doetinchem, tel; 088-1001800, www.greenm2.nl ,
[email protected] Contactpersoon: Nico Wissing, tel; 088-1001800,
[email protected] Land v. vestiging Nederland Kernactiviteiten: Het adviseren bij en ontwerpen van groenconcepten voor de buitenruimte. Van tuin tot landschap. Vernieuwende, duurzame ontwerpen met een eigentijdse uitstraling. Motivatie deelname: Het project past perfect binnen onze visie op het duurzaam inrichten van de buitenruimte. De buitenruimte op een duurzame wijze vormgeven en materialiseren. Motivatie bijdrage aan energietransitie: De buitenruimte maakt ook deel uit van het geheel en hier kan middels een zorgvuldige keuze in de materialisatie, op het gebied van energiebezuiniging een enorme slag geslagen worden. Binnen dit project wordt die kans geboden en zal het een voorbeeldproject worden dat aantoont dat een vernieuwende en duurzame inrichting van de buitenruimte een grote bijdrage kan leveren aan het terugdringen van het energiegebruik. Beschikbare kennis: Kennis en ervaring met het op een innovatieve en duurzame wijze vormgeven en materialiseren van buitenruimten. Deze kennis en ervaringen zijn opgedaan bij diverse projecten. Concrete bijdrage aan het project: Advies en ontwerp ten aanzien van de buitenruimte bij de verschillende deelgebieden binnen het project. Toepassing en gebruik projectresultaten: Leren uit de projectresultaten en de samenwerking. Deze ervaringen en inzichten zullen in volgende projecten meegenomen en verwerkt worden.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
9
2.5.4
HVTC
Contactgegevens
HV Technical Consultancy BV, Jac. Van Gaesbeeklaan 23, Postbus 229, 3970AE Driebergen-Rijsenburg Telefoon: 030-6865010, fax: 030-6865011, internet:www.hv-tc.nl Land v. vestiging Nederland Kernactiviteiten HVTC is een onafhankelijk adviesbureau dat werkzaam is op het gebied van technische installaties in de woningbouw, retail-, utiliteitsbouw en de renovatiesector. Wij zijn werkzaam voor overheid, beleggers, ontwikkelaars, (ontwikkelende) aannemers en architecten. De twee pijlers waarop HVTC steunt zijn kennis en betrokkenheid. Motivatie deelname project HVTC is als installatieadviseur ingeschakeld gedurende het ingediende plan Goldewijk met als doel binnen een haalbaar budget een deugdelijke installatie voor te stellen en uit te werken tot aanbesteding, Motivatie energietransitie Energietransitie danwel het gebruik van fossiele brandstoffen en/of CO2 reductie toepassen op installatieonderdelen behoort tot de basisopdracht van HVTC op ieder werk en is derhalve een kernactiviteit van de onderneming. Beschikbare kennis, expertise en ervaring HV Technical Consultancy BV is in 2002 opgericht. HVTC biedt een compleet en professioneel dienstenpakket aan. Ook voor het vervaardigen van installatieontwerpen, het opstellen van kostenen exploitatiebegrotingen, het aanvragen van subsidies of het verrichten van inspecties bent u bij HVTC aan het juiste adres. Een extern bureau dient zichtbaar te zijn in elke fase van het bouwproces. Als de rode draad; van concept tot en met oplevering van het gebouw. Daarom heeft HVTC zich gespecialiseerd in alle benodigde disciplines voor een efficiënt bouwproces of dit kennis is binnen het eigen bedrijf of met haar ketenpartners. Concrete bijdrage aan het project
Het verzorgen van de berekeningen (energieprestatie) en adviseren over toepassingen voor de energiewoningen waarbij niet alleen wordt gekeken naar de techniek, maar de kwaliteit van wonen bovenaan staat. De resultaten van het project worden gebruikt voor
Toekomstige HVTC projecten waarbij de resultaten worden meegenomen richting nieuwe projecten. Innoverend en adviserend zoals de rol van een adviseur betaamt.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
10
2.5.5
Dusseldorp Infra, Sloop en Milieutechniek
Contactgegevens
NAW
Dusseldorp Infra, Sloop en Milieutechniek BV, Postbus 31 7130 AA Lichtenvoorde
Contactpersoon E.H. Lensink, directeur Land v. vestiging Nederland Kernactiviteiten
Het realiseren van werken op gebied van infra, sloop, milieutechniek in de breedste zins des woords, zowel op traditionele contractbasis als Design, Construct en Maintenance. Motivatie deelname project Project past in het programma Duurzaam Dusseldorp. Motivatie energietransitie Middels ons programma Duurzaam Dusseldorp wordt gewerkt aan diverse initiatieven voor duurzaam ondernemen. Eén daarvan is energie- en emissiereductie, dit sluit hier dus goed bij aan. Beschikbare kennis, expertise en ervaring Dusseldorp beschikt over de nodige kennis en ervaring m.b.t. energievraagstukken binnen de infra, sloop en milieutechniek. De sloop van universiteit Utrecht door Dusseldorp is een recent voorbeeld van Duurzaam Slopen. Concrete bijdrage aan het project
Sloop van de bestaande woningen en het ontwerp en de realisatie van de infrastucturele onderdelen. De resultaten van het project worden gebruikt voor
Toepassing en gebruik projectresultaten: Behaalde resultaten en ervaring in dit project worden meegenomen naar volgende projecten. Op deze wijze zal het expertiseniveau van het bedrijf blijven groeien.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
11
2.5.6
Staring advies
Contactgegevens
NAW Dr. Grashuisstraat 8, 7021 CL in Zelhem, 0314-641910, www.staringadvies.nl Contactpersoon: Directeur André Kaminski,
[email protected] Land v. vestiging Nederland Kernactiviteiten
Regionaal, non-profit kenniscentrum voor natuur en landschap in de Achterhoek en Liemers, ecologisch onderzoek ten behoeve van natuurwetgeving, monitoring, inrichting- en beheeradvies, natuurwetgeving- en effectstudies. Motivatie deelname project
Project past binnen de ideële doelstellingen van Stichting Staring Advies, in de vorm van duurzame inrichting en beheer van de leefomgeving.. Motivatie energietransitie
Een mooie leefomgeving voor mens, plant en dier, daar zetten het bestuur en de medewerkers van Stichting Staring Advies zich voor in. Wij zijn een stichting die streeft naar duurzame kwaliteitsverhoging van natuur en landschap in de Achterhoek en Liemers. Huidige ontwikkelingen op gebied van duurzaamheid houden we dan ook nauwlettend in de gaten en daar waar mogelijk betrekken we het bij ons vakgebied. Beschikbare kennis, expertise en ervaring
Stichting Staring Advies heeft momenteel nog weinig ervaring met energieneutraal bouwen. Concrete bijdrage aan het project
Opstellen van een flora- en fauna-advies, om het project ecologisch een toegevoegde natuur- en landschapswaarde (alsmede belevingswaarde) mee te geven. Dit draagt bij aan een duurzamere leefomgeving voor de mens, maar ook voor een kwaliteitsverbetering voor flora en fauna. De resultaten van het project worden gebruikt voor
De opgedane kennis en ervaring wordt gedeeld met geïnteresseerden binnen de regio Achterhoek en Liemers.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
12
2.5.7
Daas
Contactgegevens
NAW Daas Baksteen bv Zeddam www.daasbaksteen.nl Contactpersoon: A. van Zadelhoff 0314 651644
[email protected] Land v. vestiging Nederland Kernactiviteiten
Produceren van onderscheidende bakstenen en gevelsystemen. Daasbaksteen Walls of Fame geeft aan dat het eindresultaat boven het product gaat. Componenten van de juiste bakstenen, de juiste mortel, de juiste verwerking samen met de juiste arbeidsomstandigheden zorgen voor een fraai, onderhoudsvrij en duurzaam project. Motivatie deelname project
Past geweldig in onze duurzame doelstelling en C2C certificering. Motivatie energietransitie
Achter onze fabriek in Azewijn bevindt zich met 8 ha. en 38.000 collectoren het grootste Solarpark van Nederland. Eén van de tastbare projecten waarmee onze organisatie een kanteling heeft ingezet naar een nieuwe wereld van produceren: ‘Dit doen wij al jaren zo” heeft plaats gemaakt voor “dit doen wij nog jaren zo’! Beschikbare kennis, expertise en ervaring
Ketenintegratie, Co makership zijn voor ons reeds bekende begrippen. Daas baksteen werkt in meerdere conglomeraties in de bouwketen samen met partners om met de bundeling van de gezamenlijke kennis en ervaring het maximale resultaat op het gebied van efficiëntie, kwaliteit en duurzaamheid te bereiken. Voorbeelden hiervan zijn o.a. het VBI concept integraalbouwen, de Natuhome concept en Skincrete een partnerverbond voor de huid van een project in diverse materialen uit te voeren in prefab. Door een open gesprekstructuur en kwetsbare opstelling van de partners wordt het maximale rendement behaald. Een extra stimulans aangemoedigd door de samenwerking met de regionale innovatieve partners. De resultaten van het project worden gebruikt voor
De opgedane kennis binnen het consortium wordt ingezet in vervolgprojecten en gedeeld binnen organisaties. De kroon op het werk is een nieuw product wat voldoet aan alle ideële doelstellingen met een hoge kwaliteitseis met een hoge waardering van eigenaar en gebruikers van het project.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
13
2.6
Consortiumpartners kennisdeling
2.6.1
Stadsregio Arnhem Nijmegen
Contactgegevens
NAW
Stadsregio Arnhem Nijmegen, Stationsplein 26, 6512 AB, Nijmegen, www.destadsregio.nl.
Contactpersoon R. Josten, E
[email protected] M 06-13046684, Adviseur duurzaam bouwen Land v. vestiging Nederland Kernactiviteiten
De stadsregio heeft als taak te zorgen dat partijen tot 2020 26.000 woningen realiseren en daarbij wordt duurzame kwaliteit steeds meer centraal gesteld (kader). En lokale partijen willen ook de doelstellingen ten aanzien van CO2 besparing en duurzame energie halen. Tegelijkertijd wil de stadsregio partijen helpen om in projecten de ervaring en kennis omtrent energieneutraal bouwen te vergroten. Het project in Montferland is het eerste in de regio dat mikt op energieneutraal bouwen en is van groot belang als voorbeeld en leerproject voor andere gemeenten, corporaties en ontwikkelaars. Motivatie deelname project / energietransitie
Energietransitie is het vraagstuk van deze tijd. Hoe bereiken we de 20-20 doelstellingen en wat doen we daarna? Zowel voor de burger, de onderneming als de overheid. De stadsregio helpt de regiogemeenten om hun ambities te realiseren en behartigt hun belangen op diverse niveau’s. Samenwerking en leren zijn sleutelwoorden: lokale en regionale partijen slaan de handen ineen, voeren projecten uit en met elkaar leren we daarbij geholpen door een kaderprogramma als Energiesprong. Beschikbare kennis, expertise en ervaring
De werkwijze van de stadsregio is niet projecten zelf uit te voeren, maar partijen te helpen middels het beschikbaar stellen van kennis, expertise en ervaring. Er is ervaring met organiseren en communiceren, kennisdeling en netwerken. Kennis in huis van overheden, regelgeving etc. Concrete bijdrage aan het project
1) bij te dragen aan het monitoren van de prestaties van de woningen (technisch) en het gedrag van de bewoners en 2) kennis hieruit actief te verspreiden onder gemeenten, burgers en corporaties, ontwikkelaars en de bouwkolom. De resultaten van het project worden gebruikt voor
De projectresultaten zullen breed in de regio worden verspreid en zich vertalen in vervolgmaatregelen om partijen en samenwerking (consortiavorming) te stimuleren en ook innovatief te bouwen (innovatieagenda).
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
14
2.6.2
Hogeschool Arnhem Nijmegen
Contactgegevens
NAW
Hogeschool Arnhem Nijmegen, Ruitenberglaan 26, 6826 CC Arnhem, www.han.nl, www.energieneutraalbouwen.nl
Contactpersoon F.G. Schultheiss,
[email protected], 026-3658176 Land v. vestiging Nederland Kernactiviteiten
Onderwijs Motivatie deelname project
Opdoen van nieuwe kennis omtrent zeer duurzaam bouwen Motivatie bijdrage aan energietransitie
Opdoen van nieuwe kennis, verwerken in onderwijs en kennisdeling, nieuwe kennis voor expertisecentrum. Opdoen van nieuwe kennis over optimale samenwerkingsvormen. Beschikbare kennis, expertise, ervaring
HAN Expertisecentrum Energieneutraal Bouwen met kennis over passiefhuisbouw en energieneutrale woningen. Concrete bijdrage aan het project
Inzet studenten met betrekking tot monitoring en ook kennis opdoen en delen m.b.t. nieuwe werkwijze bij bijvoorbeeld aanbiedende partijen. Toepassing en gebruik van de projectresultaten
Leren uit de resultaten en verwerken in onderwijs.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
15
2.7
Deelnemende eigenaar/bewoners
Hierna volgen contactgegevens van de deelnemende eigenaar / bewoners. Deelnameverklaringen zijn opgenomen in Bijlage 2.2. Het doel van de deelname van deze moeilijk bereikbare doelgroep: -
-
Bewoners inzicht te geven op het herontwerp van de woningen in geval van subsidietoekenning. De woningen zullen na herontwerp op energetisch vlak beter presteren. Het wooncomfort blijft tenminste op gelijk hoogwaardig niveau. De bewoner/eigenaar krijgt hiertoe uitleg over de woning. Inspraak van de ondergetekende op het woningonderwerp is welkom/gewenst; Bewoners inzicht te geven op eigen invloed op het huishoudelijk en gebouwgebonden energiegebruik. Een monitoringtraject van 3 jaar met hierbij ondersteuning maakt deel uit van het leerplan (zie H7).
Omdat het project nog niet in de verkoopfase is en ook gezien de huidige woningmarkt, is het aantal potentiële kopers (nog) beperkt. De verwachting is dat in de verkoop fase het aantal kopers zal toenemen waarbij nog voldoende inspraak mogelijk is. Woningstichting Bergh staat borg voor de onverkochte woningen, waardoor de mogelijke onzekerheid van realisatie is weggenomen. Hoewel geen verplicht criterium, worden ook huurders betrokken bij het woonprogramma en monitroringstraject. Dit was ook vóór deze aanvraag één van de doelstellingen van Woningstichting Bergh. Deze betrokkenheid van bewoners moet leiden tot het olievlekprincipe. Ook vanuit deze vragende partij is een flinke impuls gewenst. Wanneer de vraag naar hoge ambitie gebouwconcepten toeneemt, zullen aanbieders hier eerder in mee gaan.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
16
3
Achtergrond Aanleiding en probleemstelling van project
De 44 zogenaamde ‘Oostenrijkse woningen’ gelegen op 3 locaties zijn in 1957 geprefabriceerd in Oostenrijk en per trein getransporteerd. De woningen voldoen niet aan de eisen van deze tijd en aan de toekomstige vraag. Zo zijn de woningen technisch verouderd, hebben een laag energielabel en bevatten relatief veel asbest. Vervangende nieuwbouw – 55 grondgebonden woningen, zowel huur als koop - geeft een nieuwe kwaliteitsimpuls aan de betreffende wijken. e
Op de 4 locatie worden minimaal 8 betaalbare woningen ontwikkeld: 4 huurwoningen en 4 koopwoningen in samenspraak met enkele kopers in een nader te bepalen vorm van collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO). Het doel is duurzaam en betaalbaar met veel inspraak. Doelstelling
Het doel van het project is om door middel van sloop en nieuwbouw, goede betaalbare en duurzame woningen toe te voegen aan de vastgoedportefeuille, in de lijn van het strategisch beleidsplan 20102014 van Woningstichting Bergh. De subdoelen hierbij zijn: • • • • • • • •
Een gedifferentieerd bezit /buurt van eengezinswoningen en levensloopgeschikte woningen; Een goede afzetbaarheid van de woningen: voor meerdere doelgroepen geschikt; Dat bewoners langer zelfstandig kunnen blijven wonen; De woonlasten te beheersen/reduceren door energiezuinig te bouwen; Een voorbeeldfunctie voor duurzaamheid: terugdringen energieverbruik en CO2 uitstoot, stimuleren gebruik schone energie en het gebruik van duurzame producten en materialen; Het reduceren van de exploitatiekosten van de woning: lange levensduur en lage onderhoudskosten; Het stimuleren van de regionale economie en vernieuwingen in de bouwkolom; De woningen binnen de vastgestelde financiële kaders te ontwikkelen en te realiseren.
Aanpak
Optimale samenwerking in de keten blijkt voor het behalen van de doelstellingen een vereiste. Het gehele proces vanaf het initiatief is hierop gericht. Zo is in de definitieffase de samenwerking gezocht tussen de vragende partijen en de bewoners, wat resulteerde in een prestatie gerichte uitvraag aan 3 consortiums uit de markt. Voor deze samenwerking is inmiddels een samenwerkingovereenkomst gesloten. Doormiddel van een design en construct aanbesteding zijn de marktpartijen uitgedaagd om met een vooraf gegeven budget een zo kwalitatief hoogwaardig woningproduct c.q. plan aan te bieden. Waarbij op de kwaliteits criteria: beeld-, woon-, energie, duuzaamheid-, onderhouds en proceskwaliteit op een transparante wijze tot een selectie is gekomen. Ook zijn bewoners over de 3 aanbiedingen geraadpleegd tijdens de selectiefase. Het consortium Goldewijk heeft het hoogste gescoord op de genoemde kwaliteitscriteria. Inmiddels is met Goldewijk een UAV gc basisovereenkomst afgesloten. Het – consortium Goldewijk - verwoord de aanbeding als volgt: Consortium Goldewijk ziet dit project als kans om toekomstbestendige huisvesting voor haar klanten te realiseren. Dit vertaalt zich in levensloopbestendig bouwen. De kernwaarden van de uitwerking van de vier deellocaties, vormen gezamenlijk een familie en versterken elkaar in samenhang.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
17
Consortium Goldewijk levert een prettig gevoel door een gastvrije familievriendelijke architectuur, en combineert dit met een groene omgeving waarin aandacht is voor flora en fauna. Consortium Goldewijk toont zich als maatschappelijk betrokken bouwer en ontwikkelaar actief. Ingezet wordt op eigen verantwoordelijkheid voor duurzame en energieslimme technieken. Ook communicatieve oplossingen, zoals websites en toepassing van een BouwInformatieModel (BIM) zorgen voor een heldere en zichtbare aanpak.
Beschrijving en toelichting beschikbare informatie
De plannen bevinden zich in ‘einde VO – begin DO fase’. De energetische berekeningen (zie Hoofdstuk 5) waarop deze aanvraag is gebaseerd, bezitten status ‘voorlopig’. Uitvoerige documentatie is beschikbaar voor de 4 deellocaties en worden op aanvraag verstrekt. Impressies van alle deellocaties zijn opgenomen in Bijlage 1. Op de digitale omgeving ‘projectplein Aardvast’ zijn alle projecten centraal ontsloten voor de betrokken partijen. Zowel de aanbestedingsdocumenten met de selectiecriteria als de aanbiedingen en selectie zijn digitaal beschikbaar. Resultaten van vooronderzoek
Uit de verkennende studie naar energieneutraliteit blijkt het volgende: Het doorvoeren van een woning met EPC 0,6 naar vergaand energieneutraal (EPC 0,4 en 0,2) en zelfs energieneutraal (EPC 0,0) hoeft niet hoogdravend te zijn. Maatregelen voor het bereiken van energieneutraliteit voor het gebouwgebonden gebruik zijn grofweg onder te verdelen in het verbeteren van de gebouwschil en het toepassen van aanvullende installaties waaronder een zonneboiler en zonnestroom (PV). Uiteraard zijn andere maatregelpakketten mogelijk. De meerinvesteringen voor energieneutraal bouwen bedragen nu ongeveer € 20.000,- tot € 26.000,- (bij traditionele processen). In bijlage 3.1 is deze verkennende studie opgenomen. e
De bouwer mag zelf bepalen op welke wijze voldaan zal worden aan de prestatie-eisen. 1 verkennende studie is ter inspiratie aan de bouwende partijen verstrekt. Ook de rekenwijze is in deze rapportage uiteengezet. Uit de uitgevoerde haalbaarheidsstudie voor deze subsidieaanvraag blijkt dat: Om in aanmerking te komen voor de subsidie dienen voor een aantal woningen maatregelen getroffen te worden om het totale primaire energiegebruik terug te dringen. Een maatregel is het 2 energiegebruik te compenseren met PV-panelen. Indicatief is de hoeveelheid m PV-panelen per woning bepaald, alsmede de investeringskosten hiervan. De benodigde hoeveelheid PV-panelen voor compensatie van het gebouwgebonden energiegebruik is berekend op basis van de EPN-methodiek (NEN 5128). De hoeveelheid PV-panelen voor compensatie van de overige twee onderdelen (GAGE en 2 GA) is bepaald op basis van een forfaitaire energieopbrengst per m PV-paneel. Aanvullende kosten zijn kosten voor het stimuleren van aanschaf van energiezuinige huishoudelijke apparatuur door middel van bijvoorbeeld korting bonnen. Deze rapportage wordt op aanvraag verstrekt.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
18
4
Selectie gebouwen Project ‘Energiesprong Montferland’ omvat vier locaties: -
Delweg te Zeddam;
-
Plantsoensingel Midden/Zuid te ‘s Heerenberg;
-
Plantsoensingel Noord te ’s Heerenberg;
-
Heuvelstraat Stokkum.
Een impressie van deellocatie Plantsoensingel Noord is weergegeven op het voorblad van deze subsidie aanvraag. Dit betreffen de huidige energieneutrale woningen. Overige impressies: zie Bijlage 1. De herstructureringslocaties, zijn weergegeven in onderstaande figuur 3.1 (in rood omcirkeld).
Locatie Delweg
Locatie Plantsoensingel Zuid/Midden
Locatie Plantsoensingel Noord
Figuur 3.1
Locatie Heuvelstraat
locaties herstructurering
Er wordt een mix van koop- en huurwoningen gerealiseerd. In totaal gaat het om 63 woningen. De woningen zijn zowel levensloopgeschikte huurwoningen van ca. 95 m2 GBO en eengezins huur- en koopwoningen van ca. 108 m2 GBO respectievelijk max. 120 m2 GBO. De huurwoningen zijn betaalbaar (max. 1e aftoppingsgrens en WWS met 70 tot 75% max. redelijk) en voldoen aan woonkeur. De verkoopprijzen zijn afhankelijk van de locatie en koperswensen. Alle woningen zijn in de basis comfortabel, met een lage energie- en onderhoudsvraag en eenvoudig aan te passen. e
e
De locaties zijn als volgt onderverdeeld in een 1 (60% reductie) en 2 tranche (80% reductie):
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
19
e
1 tranche (31 woningen)
Het programma voor Delweg te Zeddam ziet er als volgt uit: vervangen van 10 bestaande woningen voor 11 nieuwe woningen bestaande uit: • 5 eengezins huurwoningen • 3 levensloopgeschikte huurwoningen • 3 eengezins koopwoningen
-
Het programma voor Plantsoensingel Midden/Zuid ziet er als volgt uit: vervangen van 17 bestaande woningen (16 huur en 1 particuliere woning) voor 20 nieuwe woningen bestaande uit: • 11 eengezins huurwoningen • 4 levensloopgeschikte huurwoningen • 5 eengezins koopwoningen
-
e
2 tranche (32 woningen)
Het programma voor Plantsoensingel Noord ziet er als volgt uit: -
vervangen van 19 bestaande woningen (18 huur en 1 particuliere woning) in 24 nieuwe woningen bestaande uit: • 14 eengezins huurwoningen • 4 levensloopgeschikte huurwoningen • 6 eengezins koopwoningen • Tevens wordt de openbare ruimte met park duurzaam en nieuw ingericht
Het programma voor Heuvelstraat ziet er als volgt uit: -
vervangen van bestaande bebouwing en bedrijfs en groenbestemming in nieuwe woningen bestaande uit: • 4 eengezins koopwoningen • 4 levensloopgeschikte huurwoningen • Een nader te bepalen aantal vrijesector koopwoningen
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
20
5
Technische onderbouwing & Doelstelling reductie primair energiegebruik
5.1
Technisch inhoudelijke aanpak en samenvatting De doelstellingen op het gebied van reductie van het primair energiegebruik worden bereikt door het plegen van vervangende nieuwbouw. In de eerste tranche van het realisatietraject worden 31 woningen met een EPC van 0,24 gerealiseerd, in de tweede tranche worden 32 woningen met een EPC van 0 gerealiseerd. De bouwkundige en installatietechnische uitgangspunten behorende bij referentiesituatie EPC 0,6 alsmede projectprestaties EPC 0,24 in de eerste tranche en EPC 0,0 in tweede tranche zijn opgenomen in paragraaf 5.2. Om in aanmerking te komen voor subsidie voor het realisatietraject van de woningen wordt in het document ‘Trajectaanpak Energiesprong Woningbouw’ een aantal voorwaarden gesteld. Een van deze voorwaarden heeft betrekking op het ambitieniveau van de gebouwconcepten: in de eerste tranche van het traject dient het totale primaire energiegebruik 60% lager te liggen dan de referentiewaarde, in de tweede tranche 80%. Om te kunnen toetsen of de plannen voldoen aan de gestelde ambitieniveaus worden de volgende drie eisen gesteld: 1. De maximale energieprestatiecoëfficiënt in tranche 1 bedraagt 0,40, in tranche 2 0,20; 2 2. De ruimtewarmtevraag van de woningen mag niet meer dan 0,14 GJprimair/m gebruiksoppervlak van de woning bedragen; 3. Het totale primaire energiegebruik van de (nieuwbouw)woningen mag in tranche 1 niet 2 meer bedragen dan 0,20 GJprimair/m gebruiksoppervlakte, in tranche 2 niet meer dan 2 0,10 GJprimair/m gebruiksoppervlakte. Met de maatregelpakketten zoals omschreven in paragraaf 5.2 wordt voor alle woningen voldaan aan de drie bovengenoemde eisen. Onderstaande paragrafen gaan specifiek in op de verschillende energiegebruikscategorieën: -
Het gebouwgebonden energiegebruik klimatisering, warm tapwater en bijbehorende hulpenergie; Het gebouwafhankelijke gebruikersenergiegebruik (GAGE) kookvoorzieningen en verlichting; De gebruikersapparatuur (GA) energiegebruik door o.a. witgoed, computers, beeldschermen, audio-visuele apparatuur.
Om het gebouwgebonden energiegebruik van de referentiewoningen te bepalen is gebruik gemaakt van de EPN-methodiek voor woonfuncties en woongebouwen (NEN 5128:2004/A1:2008 en NPR 5129 + A1:2009). Het gebouwgebonden energiegebruik van de te realiseren woningen is bepaald op basis van resultaten van indicatieve EPC-berekeningen welke zijn verricht door de aanbiedende projectpartners (consortium Goldewijk). Bij deze berekeningen is gebruik gemaakt van kwaliteits- en gelijkwaardigheidsverklaringen. De rapportage met betrekking tot de berekeningen en herberekeningen zijn bijgevoegd in bijlage 5.3. Deze berekeningen bezitten de status ‘voorlopig’. Bij toekennen van de subsidie zullen de EPC-berekeningen opnieuw worden uitgevoerd, onder meer omdat Daalderop op korte termijn op de markt komt met een nieuwe versie van de hybride luchtwater warmtepomp. De benodigde voorzieningen van de woningen die volgen uit de aangepaste berekeningen kunnen afwijken van de voorzieningen zoals genoemd in deze aanvraag. De aangepaste berekeningen zullen daarom worden afgestemd met SEV. Voorop staat dat de woningen zullen voldoen aan de hiervoor beschreven criteria van SEV.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
21
Voor bepaling van de hoogte van het subsidieplafond is gebruik gemaakt van de daarvoor beschikbaar gestelde tool. Het resultaat van de berekening is opgenomen in bijlage 5.1. De indicatieve berekening laat zien dat voor de realisatie van het aangepaste ontwerp – indien toekenning door SEV plaatsvindt - een subsidie van € 400.000,- kan worden verstrekt. Bij toekenning van de subsidie zullen de aanbiedende partijen bepalen op welke wijze voldaan zal worden aan de criteria. Voor de onderbouwing wordt hierna uitgegaan van compensatie door PV. De woningen worden uitgevoerd met een passiefhuisconcept met PHPP < 25. Voorkeur vanuit de vraagzijde heeft het voorsorteren op maatregelen als verhoogde luchtdichtheid en vraagreductie op de post ‘energiegebruik ten behoeve van ventilatie’.
5.1.1
Gebouwgebonden energiegebruik De besparing op het gebouwgebonden energiegebruik wordt bepaald door de prestaties van de nieuwbouwwoningen te vergelijken met de prestaties van een referentiewoning met een EPC van 0,6. De EPC-berekeningen van de referentiewoningen (hoek- en tussenwoning) zijn opgenomen in bijlage 5.2. Zoals eerder al is beschreven, worden in de eerste tranche van het realisatietraject 31 woningen met een EPC van 0,24 gerealiseerd, in de tweede tranche worden 32 woningen met een EPC van 0 gerealiseerda. Hiermee wordt voldaan aan de eerste gestelde eis (zie paragraaf 5.1) dat de maximale energieprestatiecoëfficiënt in tranche 1 0,40 bedraagt en in tranche 2 0,20. Uit de resultaten van de energieprestatieberekeningen kan worden afgeleid wat het primaire gebouwgebonden energiegebruik van de woning is. Hierbij is een onderscheid gemaakt in twee typen woningen: een hoekwoning en een tussenwoning. Voor ieder van deze twee typen woningen zijn twee berekeningen verricht: één voor de energieneutrale woningen en één voor de woningen met een resulterende EPC van 0,24. Een gedeelte van het energiegebruik van de woningen wordt gecompenseerd middels PV-panelen. De resultaten van de berekening van het gebouwgebonden energiegebruik zijn weergegeven in tabel 5.1. In deze tabel is ook de primaire ruimtewarmtevraag van de woningen af te lezen, deze 2 blijft voor alle woningen onder de gestelde grenswaarde van 0,14 GJprim / m . Hieruit wordt geconcludeerd dat voor alle woningen wordt voldaan aan de tweede gestelde eis (zie paragraaf 5.1). Tabel 5.1: Gebouwgebonden energiegebruik van de woningen Gebouwgebonden A energiegebruik 2 (GJprim / m ) verwarming C
hulpenergie
tussenwoning
hoekwoning
referentie
EPC = 0,24
EPC = 0,0
referentie
EPC = 0,24
EPC = 0,0
0,096
0,047
0,038
0,136
0,078
0,063
0,004
0
0
0,005
0
0
D
D
warm tapwater
0,102
0,063
0,030
0,105
0,063
0,030
ventilatie
0,005
0,007
0,007
0,005
0,007
0,007
0
0,005
0,011
0
0,017
0,039
0
-0,072
-0,086
0
-0,072
-0,139
0,207
0,049
0
0,251
0,092
0
koeling compensatie PV
B
Totaal A
In het gebouwgebonden energiegebruik is het energiegebruik van de verlichting niet meegenomen.
B
Compensatie vindt plaats middels PV, bepaald op basis van een forfaitaire energieopbrengst per m2 PV-paneel (115 Wp/m2).
a
Opgemerkt wordt dat de EPC van de woningen met EPC 0,24, op de ingediende stukken lager zal liggen. Dit heeft ermee te maken dat de energieproductie van de PV-panelen, wat ook bedoeld is om het gebouwafhankelijke energiegebruik en het energiegebruik van gebruikersapparatuur te compenseren, volledig wordt toegerekend aan het gebouwgebonden deel van het energiegebruik.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
22
C
Na herberekening van de energieprestatie (o.b.v. gelijkwaardigheids- en kwaliteitsverklaringen) volgt een hulpenergiegebruik van 0 GJ ten gevolge van de toepassing van de Daalderop HP Cool Cube. D
Het energiegebruik voor warm tapwater is opgehoogd, omdat de toepassing van een zonneboiler in de herberekeningen (zie bijlage 5.3) leidt tot een onrealistisch hoge reductie van het energiegebruik.
5.1.2
Gebouwafhankelijk energiegebruik (GAGE) Voor de referentieberekening is het energiegebruik voor verlichting aangehouden conform 2 NEN 5128 en bedraagt 15,7 kWh (0,056 GJ) per m gebruiksoppervlak. In figuur 5.1 is het aandeel lamptypen in Nederlandse huishoudens weergegeven. Uit deze figuur blijkt dat bij de huishoudens het aandeel van de onzuinige gloeilampen en halogeenlampen (C- t/m G-labels) nog steeds erg hoog is. De energiezuinige TL- en spaarlampen (A- en B-labels) maakten samen in 2009 minder dan 30% uit. Dat betekent dat er nog veel energie bespaard kan worden door toepassing van energiezuinige lichtbronnen. Wij verwachten een besparing van 50% op het energiegebruik van de verlichting te kunnen realiseren door een combinatie van toepassing van energiezuinige lichtbronnen en aanvullende maatregelen zoals aanwezigheidsdetectie.
Figuur 5.1: Aandeel lamptypen in huishoudens (bron: Energiened.) Voor het energiegebruik voor kookvoorzieningen is bij de referentieberekening conform informatie 3 van Milieucentraal (zowel hoek- als tussenwoning) uitgegaan van een jaarlijks verbruik van 37 m (1,3 GJ) gas. Voor de kookvoorzieningen achten wij een besparing van 10% mogelijk door een goede voorlichting te geven aan de bewoners om ze bewust te maken van hun eigen energieprofiel. Een overzicht van het gebouwafhankelijke deel van het energiegebruik is weergegeven in tabel 5.2. Verlichting wordt voor de energieneutrale variant (EPC 0,0) volledig gecompenseerd middels PV. Dit omdat verlichting in de EPC-methodiek is opgenomen onder gebouwgebonden energie. Tabel 5.2: Gebouwafhankelijk energiegebruik van de woningen Gebouwafhankelijk energiegebruik 2 (GJprim / m )
tussenwoning / hoekwoning referentie
EPC = 0,24
Verlichting
0,056
0,028
0,028
Koken
0,011
0,010
0,010
0
0
-0,028
0,067
0,038
0,010
compensatie PV* Totaal
EPC = 0,0
* compensatie vindt plaats middels PV, bepaald op basis van een forfaitaire energieopbrengst per m2 PV-paneel (115 Wp/m2).
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
23
5.1.3
Gebruikersapparatuur (GA) Voor de referentiesituatie is het energiegebruik voor gebruikersapparatuur bepaald conform de berekeningsmethodiek van de SEV. In deze methodiek wordt een forfaitaire waarde gegeven voor 2 het totale primaire energiegebruik van een nieuwbouwwoning: 0,49 GJprim / m . Door van deze post het berekende gebouwgebonden energiegebruik en het gebouwafhankelijk energiegebruik – zoals hiervoor omschreven - af te trekken, kan het energiegebruik van de gebruikersapparatuur in referentiesituatie worden bepaald. Reductie van het energiegebruik van de gebruikersapparatuur is te realiseren door middel van: -
Uitgifte van kortingsbonnen waarmee bewoners nieuwe, energiezuinige apparatuur (A++ label) kunnen aanschaffen; Gebruik van standby-killers (deze voorkomen het sluipverbruik van apparaten door het toestel helemaal uit te schakelen wanneer het in de stand-by-stand staat); Stimulering van bewoners om het gebruik van de wasdroger te vermijden; Deelname aan het leerplan zoals omschreven in §7.1.
In figuur 5.2 is de verdeling van het elektriciteitsgebruik naar apparaat aangegeven. Het aandeel gebruikersapparatuur wordt in deze figuur gevormd door de posten persoonlijke verzorging, vrije tijd, keukenapparatuur, ICT, audio/video, televisie, vriezer, koelkast, stofzuiger, wasdroger, wasmachine en vaatwasser. In tabel 5.3 is indicatief aangegeven wat het gemiddelde verbruik van het witgoed is en welke reductie daarop mogelijk wordt geacht.
Figuur 5.2: Verdeling elektriciteitsgebruik naar apparaat (bron: Van Holstein en Kemna, 2009)
Tabel 5.3: Mogelijke reductie energiegebruik gebruikersapparatuur (witgoed) huidige
energielabel
reductie
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
indicatief ver-
percentage
totale
24
vaatwasser
verbruik [kWh] / verdeling
huidig
150
B
wasmachine
140
B
wasdroger
230
C
koelkast vriezer
330 130
B B
energieverbruik
bruik nieuwe situatie [kWh]
apparatuur te verbeteren
reductie
++
60%
70
50%
30%
++
35%
90
30%
10,5%
nieuw
A A
A
50%
115
95%
47,5%
++
60%
130
50%
30%
++
60%
55
50%
30%
gemiddeld
31%
A
A
Voor bepaling van de energielabels van de apparatuur in de huidige situatie is gebruik gemaakt van figuur 5.3. In deze figuur 5.3 is voor de jaren 2000 en 2008 in percentages aangegeven in welke energieklassen zich het verkochte witgoed bevindt. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen wasmachines, vaatwasmachines, koel- en vrieskasten en wasdrogers. Uit figuur 5.3 volgt dat het merendeel van de in 2008 verkochte wasmachines, vaatwasmachines en koel- en vrieskasten is voorzien van een energielabel A (klassen A+ en A++ zijn in de figuur in de A-klasse ingedeeld). Veel bewoners zullen echter apparatuur meenemen die eerder is aangeschaft. In 2000 was ca. 30% van de verkochte wasmachines, ca. 50% van de vaatwassers en de koel- en vrieskasten van klasse B of hoger. Van de verkochte wasdrogers is in 2008 ca. 70% voorzien van energielabel C. In 2000 was meer dan 95% van de verkochte wasdrogers van klasse C of hoger. Bij de wasdrogers wordt het A-segment gevormd door de nog relatief dure gasgestookte wasdrogers en warmtepompdrogers. Door uitgifte van kortingsbonnen kunnen bewoners deze energiezuinige wasdrogers aanschaffen.
Figuur 5.3: Energieklassen verkoop witgoed (bron: GfK Marketing Services B.V.) Uit tabel 5.3 volgt dat door uitgifte van kortingsbonnen gemiddeld ca. 31 % is te besparen op het energiegebruik door witgoed. Voor de woningen is ervan uitgegaan dat 80% van de bewoners gebruik maakt van deze bonnen. Dat komt overeen met een gemiddelde besparing van 25%. Door een goede voorlichting te geven aan bewoners kan op het overige energiegebruik door apparatuur ca. 35% bespaard worden. Omdat het totale verbruik van beide posten (witgoed en overige apparatuur) ongeveer overeenkomt, is bij de berekeningen uitgegaan van een gemiddelde besparing van 30% (zie tabel 5.4). De nadere invulling van het plan voor reductie van het energiegebruik voor gebruikersapparatuur zal worden afgestemd met SEV.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
25
Tabel 5.4: Mogelijke reductie energiegebruik gebruikersapparatuur (totaal) reductie realiseren door
huidige verbruik [kWh] / verdeling
reductie
kortingsbonnen voorlichting bewoners
totaal witgoed overig
totale reductie
energieverbruik
hoeveel bewoners maken er gebruik van
980
31%
80%
25%
1.070
35%*
100%
35%
gemiddeld
30%
*verwachte reductie van het energiegebruik t.g.v. voorlichting bewoners
De berekende waarden voor het energiegebruik van gebruikersapparatuur en het gedeelte daarvan dat gecompenseerd wordt middels PV-panelen zijn weergegeven in tabel 5.5. Tabel 5.5: Energiegebruik van gebruikersapparatuur van de woningen Energiegebruik gebruikersapparatuur 2 (GJprim / m )
tussenwoning / hoekwoning referentie
EPC = 0,24
Gebruikersapparatuur
0,171
0,120
0,120
0
-0,051
-0,028
0,171
0,069
0,092
compensatie PV* Totaal
EPC = 0,0
* compensatie vindt plaats middels PV, bepaald op basis van een forfaitaire energieopbrengst per m2 PV-paneel (115 Wp/m2).
5.1.4
Totale energiegebruik In tabel 5.6 is een overzicht gegeven van het totale primaire energiegebruik per woning. Uit deze tabel volgt dat de woningen in de eerste tranche (EPC = 0,24) onder de gestelde plafondwaarde voor 2 nieuwbouwwoningen van 0,20 GJprim / m blijven. De woningen in de tweede tranche (EPC = 0,0) 2 blijven onder de gestelde plafondwaarde voor nieuwbouwwoningen van 0,10 GJprim / m . Hieruit wordt geconcludeerd dat voor alle woningen wordt voldaan aan de derde gestelde eis (zie paragraaf 5.1). Tabel 5.6: Energiegebruik van de woningen Totale energiegebruik 2 (GJprim / m )
tussenwoning
hoekwoning
referentie
EPC = 0,24
EPC = 0,0
Gebouwgebonden
0,207
0,049
0
GAGE
0,067
0,038
GA
0,171 0,45
totaal
referentie
EPC = 0,24
EPC = 0,0
0,251
0,092
0
0,010
0,067
0,038
0,010
0,069
0,092
0,171
0,069
0,092
0,16
0,10
0,49
0,20
0,10
Uit tabel 5.6 volgt dat voor de energieneutrale woningen het gebouwgebonden energiegebruik en het gebouwafhankelijk energiegebruik nagenoeg volledig worden gecompenseerd middels PV-panelen. Daardoor mag het energiegebruik door gebruikersapparatuur minder gecompenseerd worden om tot een gemiddelde reductie van 80% te komen voor de drie energieposten. Dit verklaart waarom in tabel 5.8 voor deze woningen voor compensatie van het gebouwafhankelijk energiegebruik en energiegebruik door gebruikersapparatuur een gelijke hoeveelheid PV-panelen is opgenomen.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
26
5.2
Maatregelenpakket woningen De bouwkundige en installatietechnische uitgangspunten behorende bij referentiesituatie EPC 0,6, e e alsmede projectprestaties EPC 0,24 in de 1 tranche en EPC 0,0b in de 2 tranche, zijn uiteengezet in onderstaande tabellen 5.7 en 5.8. ). Het maatregelenpakketten van de te realiseren woningen zijn bepaald op basis van de indicatieve EPC-berekeningen (zie bijlage 5.3). Tabel 5.7; Bouwkundige specificaties ref. EPC 0,6, ontwerp EPC 0,24 en 0,0 (PHPP < 25) Referentie EPC = 0,6
EPC = 0,24
2
EPC = 0,0
2
Dichte gevel
Rc = 3,5 m K/W
Raam
Uglas+kozijn = 1,64 W/m K
Begane grond vloer
Rc = 3,0 m K/W
Dak
2
Rc = 6,0 m K/W 2
Rc = 6 m K/W 2
Uglas+kozijn = 0,87 W/m K
2
Rc = 6,0 m K/W
Rc = 4,0 m K/W
2
Thermische koude bruggen
2
Uglas+kozijn = 0,87 W/m K
2
Rc = 6,0 m K/W
Rc = 6,0 m K/W
2
Rc = 6,0 m K/W
Invoer lineaire koudebruggen volgens SBR referentiedetails
Invoer volgens passief huis details
Invoer volgens passief huis details
Buitenzonwering op zonbelaste gevels
Ja
Ja
n.t.b.
Infiltratie
Qv10;kar/m2 0,65 m /s·m
Thermische capaciteit
Traditioneel; gemengd zwaar
3
2
3
< 0,4 m /s·m
2
Traditioneel; gemengd zwaar
2 2
3
< 0,4 m /s·m
2
Traditioneel; gemengd zwaar
Tabel 5.8: Installatietechnische spec. ref. EPC 0,6 en huidig ontwerp EPC 0,24 en 0,0 (PHPP < 25) Referentie EPC = 0,6
EPC = 0,24
EPC = 0,0
Verwarming
HR 107
Daalderop HP Cool Cube
Daalderop HP Cool Cube
Afgiftesysteem verwarming
LT Vloerverwarming
Begane grond: LT Vloerverwarming. Verdiepingen: Jaga mini convectoren
Begane grond: LT Vloerverwarming. Verdiepingen: Jaga mini convectoren
Koeling
-
Mogelijkheid tot koelen
Mogelijkheid tot koelen
Afgiftesysteem Koeling
-
Begane grond: LT Vloerverwarming. Verdiepingen: Jaga mini convectoren
Begane grond: LT Vloerverwarming. Verdiepingen: Jaga mini convectoren
Ventilatie
Natuurlijk toe, mechanisch af. Buva VAS II of gelijkwaardig
Natuurlijk toe, mechanisch af. Buva VAS II of gelijkwaardig, klokgestuurd
Natuurlijk toe, mechanisch af. Buva VAS II of gelijkwaardig, klokgestuurd
Tapwater
HR 107 met verklaring hulpenergieverbruik en warm tapwater
HR 107 met verklaring hulpenergieverbruik en warm tapwater
HR 107 met verklaring hulpenergieverbruik en warm tapwater
Douche-wtw
Ja
Ja
Ja
Zonneboiler
Nee
Nee
Solar II,; 2,3m2
b
Opgemerkt wordt dat de EPC van de woningen op de ingediende stukken lager zal liggen. Dit heeft ermee te maken dat de energieproductie van de PV-panelen, wat ook bedoeld is om het gebouwafhankelijke energiegebruik en het energiegebruik van gebruikersapparatuur te compenseren, volledig wordt toegerekend aan het gebouwgebonden deel van het energiegebruik.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
27
2
2
Zon-PV compensatie gebouwgebonden gebruik
Nee
ca. 9 m PV; afhankelijk van woningtype
ca. 16 - 23 m ; afhankelijk van woningtype
Zon-PV compensatie gebouwafhankelijk energiegebruik (GAGE)
Nee
Nee
ca. 4 m *
Zon -PV compensatie gebruikersapparatuur (GA)**
Nee
ca. 7 m
2
2
ca. 4 m
2
* Zie ook de toelichting onder tabel 5.6.
** Uitgaande van een rendement van 1.000 MJ / m2.
5.3 Hoogte subsidiebedrag Voor bepaling van de hoogte van het subsidieplafond is gebruik gemaakt van de daarvoor beschikbaar gestelde tool. Bij de berekeningen is ervan uitgegaan dat er ten minste twee eigenaarbewoners in de eerste tranche en drie eigenaar-bewoners in de tweede tranche zullen worden betrokken in het realisatietraject. Voor de totale projectkosten is een indicatieve waarde van € 110.000,- per woning aangehouden betreffende € 110.000,- bouwkosten. Omdat met dit bedrag het maximale subsidiebedrag wordt behaald, wordt ca. € 10.000,- per woning aan projectkosten (advies en proces), buiten beschouwing gelaten in de impacttool van SEV. De berekening van de jaarenergiekosten van de referentiewoningen is weergegeven in tabel 5.9. Voor de prijs van aardgas is conform de berekeningsmethodiek van de SEV uitgegaan van 3 € 0,6562 / m (incl. BTW), voor de prijs van elektriciteit is uitgegaan van een prijs van € 0,1798 / kWh (incl. BTW). Uit de tabel volgt dat de totale jaarenergiekosten van de referentie tussenwoning ca. € 920,- bedragen, de jaarenergiekosten van de referentie hoekwoning liggen iets hoger en bedragen ca. € 1.010,-. Tabel 5.8: Berekening totale jaarenergiekosten van de referentiewoningen tussenwoning verbruik
hoekwoning kosten [€]
3
gebouwgebonden
GAGE + GA
verbruik
kosten [€]
3
[m ] / [kWh]
[m ] / [kWh]
gas
611
400
745
490
elektriciteit
105
19
110
20
elektriciteit
2795
500
2795
500
-
920
-
1.010
totaal
Het resultaat van de berekening met de impacttool is opgenomen in bijlage 5.1. De indicatieve berekening laat zien dat voor de realisatie van het aangepaste ontwerp – indien toekenning door SEV plaatsvindt - een subsidie van € 400.000,- kan worden verstrekt.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
28
6. Selectiecriteria 6.1 Aantal particuliere gebouweigenaren Er zijn 5 betrokken particuliere gebouweigenaren, welke zijn opgenomen in Hoofdstuk 2 en bijlage. Een aantal particuliere bewoners zijn al enige tijd betrokken bij het project en een aantal hebben inmiddels hun interesse uitgesproken voor een koopwoning. De overige kopers zullen worden geworven zodra de (voor)verkoop start. De kopers krijgen inspraak in het ontwerp en de kwaliteit en prijs van de woning. Omdat er in deze fase van het proces nog geen koopcontract getekend kan worden, hebben de kopers een intentieovereenkomst voor samenwerking ondertekend. De huurders hebben inspraak gekregen in het programma en ontwerp van de woningen. De huurders welke straks terugkeren, krijgen invloed in het afwerkingsniveau. Daarnaast worden zowel de kopers als de huurders betrokken bij het opzetten en uitrollen van het monitoringstraject.
6.2 Potentiële impact bij opschaling De mogelijkheden voor opschaling van de proces-, inhoudelijke en financiële aanpak zijn groot. De energetische maatregelen zijn ver(der)gaand, maar financieel haalbaar. Ze waren bovendien in de procesgang economisch verantwoord te verankeren. Een energiesprong voor Montferland is reeds een feit. Streven is met deze subsidieverlening, de energiesprong substantieel te vergroten, te monitoren en uit te rollen. Het herhaaleffect levert lagere proces- en ontwikkelkosten voor zowel de vraag als aanbodzijde. Daarnaast tonen de projectresultaten aan dat indien de focus verschuift van initiële investering naar exploitatiekosten/baten er veel winst valt te behalen voor gebouweigenaren. Tevens wordt aangetoond dat de nieuwe manier van werken met gebruikelijke budgetten voor betaalbare woningen veel meer kwaliteit oplevert. De verwachting is dat met dit project een ‘vliegwiel effect’ in de regio ontstaat. De projectresultaten zullen breed in de regio worden verspreid en zich vertalen in vervolgmaatregelen om partijen en samenwerking (consortiavorming) te stimuleren en ook innovatief te bouwen (innovatieagenda). De Stadsregio en de hogeschool kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Aan het einde van 6.3 staan na de projectspecifieke onderbouwing van de economische haalbaarheid, enkele kwantitatieve macro overwegingen bij opschaling. De potentiële impact is ook aangetoond met de impacttool van de Energiesprong. Een ingevulde Impacttool staat in de bijlage 5.1.
6.3 Economische haalbaarheid Zoals in hoofdstuk 3 beschreven, is onderzoek gedaan naar energieneutraal en verdergaand energiezuinig bouwen. Het blijkt financieel haalbare te zijn. Door drie aanbiedende partijen zijn plannen ontwikkeld. Winnende partij is consortium Goldewijk. Het realisatiecontract tussen woningstichting Bergh en Consortium Goldewijk met prestatieafspraken voor o.a. de energetische kwaliteiten van de woning is getekend (woningen met EPC 0,0 en EPC 0,4), hierbij rekening houdend met huishoudelijk gebruik middels monitoringtraject. Een haalbaarheidsonderzoek laat zien dat met de SEV subsidie de vereiste extra energiesprong haalbaar is. In hoofdstuk 5 is de technische onderbouwing van een aangepast ontwerp opgenomen. Wanneer subsidieverlening plaats vindt, wordt door vragende en aanbiedende partij een definitief herontwerp vastgesteld. Een groot budget wordt gereserveerd voor het leertraject: € 60.000,-. Het consortium verdubbelt hiermee het vereist te reserveren bedrag van € 30.000,-. Overig budget € 340.000,- wordt benut voor de benodigde aanpassingen in het ontwerp. De energieneutrale woningen voldoen – voor het e gebouwgebonden gebruik, en deels voor het huishoudelijk gebruik - reeds aan de criteria voor de 2 tranche.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
29
Het overgrote deel zal besteed worden aan: 2
Ca. 16 m PV voor 45 woningen + ca. 6 m2 voor 18 woningen (totaal ca. 830 m2 PV; investeringskosten ca. € 300.000,-); Resterende deel: Bouwkundige en installatietechnische voorzieningen voor de CPO woningen, welke zich in fase schetsontwerp bevinden; Extra proceskosten vanwege het herontwerp en vereiste extra inspanning t.b.v. de borging van het traject. Kosten voor het reduceren van huishoudelijk gebruik met standbykillers en kortingsbonnen voor A++ apparatuur. -
e
Voor de laatste drie punten wordt gesteld dat het meenemen van de CPO woningen in de 2 tranche weinig extra kosten voor bouwkundige voorzieningen en installatietechnische voorzieningen – m.u.v. PV - met zich mee brengt. Het voordeel van herhaling / schaalvoordeel doet zich hier voor met als vuistregel: het bouwen van 2 x zoveel woningen resulteert in een daling van de investering tot e e mogelijk 10%. De woningen in de 1 en 2 tranche verschillen qua energetisch gebouwconcept alleen 2 van elkaar door de hoeveelheid m PV op het dak. Extra kosten voor proces en borging zijn nader te bepalen en worden gedurende het leertraject gerapporteerd. Verwacht wordt dat deze kosten minder dan 20.000 zullen bedragen. Tijd voor procesbegeleiding en borging zijn reeds ingebed in het project. In de onderstaande tabel 6.1 zijn op hoofdlijnen de investeringen in PV incl. proceskosten en opbrengsten uiteengezet voor de aanpassingen voor het in aanmerking komen voor onderhavige subsidieaanvraag. Toekomstperspectief: PV wordt in de toekomst goedkoper. Dit bij stijgende prijzen voor elektriciteit; Kosten voor de hoge ambitie gebouwconcept zullen dalen door aanscherping van de EPC. Dit leidt tot schaalvergroting en productinnovatie, zowel bouwkundig als installatietechnisch. Evaluatie van dit leertraject is serieus en leereffecten worden gepositioneerd. Er wordt naar gehandeld in de toekomst door alle partijen. De evaluatie wordt ook actief uitgedragen buiten het consortium. Tabel 6.1; investeringskosten en opbrengsten in geval van een herhaalproject Hoofdlijnen, 63 woningen Afgerond Extra PV – ca. 830 m2 Proces & borging Kortingsbonnen investeringskosten 280.000 20.000 40.000 [€] Opbrengst over 7 133.000** 13.000 75.000 (uitgaande jaar voor huurders van jaarlijkse / woningeigenaren reductie van 30%* op 2200 kWh) Opbrengst Waardevermeerdering toegevoegde t.o.v. waarde woning referentiewoning**** 63 x 5.000,Positief saldo
Totaal 340.000 225.000
325.000
210.000
* mede resultaat van het minimale monitoringtraject zoals dat reeds is opgezet vóór onderhavige subsidie-aanvraag ** uitgaande van een terugleververgoeding van € 0,25, rekening gehouden met prijsstijging elektriciteit. Dit is aan de hoge kant. Echter zal de prijs voor PV in de tijd afnemen. Dit is in de tabel marginaal verrekend (daling prijs PV 6%). *** Moeilijk te kwantificeren beperking van financiële risico’s / faalkosten en opbrengsten leereffect **** De schatting van de toegevoegde waarde voor de woning wordt betrokken op PV, alsmede de gegarandeerde lagere woonlasten. Daarbij komt dat de woning ook over 7 jaar, qua gebouwprestaties nog zal kunnen concurreren met standaard nieuwbouw van dat moment (en zelfs beter zal presteren op gebied van energie).
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
30
Winstmarge aannemer marktconform + vloeiend optimaal proces door Design & C aan aanbiedende- en vragende zijde. Hetzelfde geldt voor de ontwikkelaar (Woningstichting Bergh). De meerinvesteringen vallen na 7 jaar ruim weg tegen de opbrengsten. Positief saldo voor dit project met 63 woningen bedraagt ca. 200.000. Onderzocht wordt of de investeringen in PV deels ten goede kunnen komen aan de woningstichting. Er mag verwacht worden dat regelgeving hierop in de toekomst wordt aangepast. Het wordt daarmee aantrekkelijker te investeren in PV.
De prestatiegerichte samenwerking in de keten heeft geleid tot optimalisatie, een integraal ontwerp met inachtneming van de aansluitende exploitatie en een betere balans. Hierdoor ontstaat een rendabel project met unieke prestaties, onder andere op het gebied van energie en milieu, maar ook op het gebied van onderhoud, veiligheid, gezondheid, wooncomfort, leefbaarheid en toekomstwaarde. Het woningconcept wordt verder uitontwikkeld en vormt de basis voor andere hoge ambitie woningconcepten. Economische haalbaarheid wordt vergroot door de zogenaamde ‘grote vissen’ in nieuwe technieken voor de uitvoering uit te dragen. De opgedane kennis binnen het consortium Goldewijk wordt ingezet in vervolgprojecten en gedeeld binnen organisaties en in de regio. Installatietechnieken zoals PV panelen zullen worden doorontwikkeld waardoor de terugverdientijd wordt verkort. Bij stijgende energieprijzen en doorontwikkelende installatietechnieken worden energieneutrale woningen in de toekomst steeds meer haalbaar. De nieuwe manier van werken biedt ruimte voor ketenintegratie, reductie faalkosten en innovaties. Waarbij het rendement voor een gezonde bedrijfsvoering geborgd is. Door herhaling van de nieuwe manier van werken kunnen er efficiënter en effectiever woningen worden ontwikkeld en gerealiseerd. Hierdoor wordt naar verwachting de economische haalbaarheid van energieneutrale woningen de komende jaren vergroot. Door het hoge energielabel en lage onderhoudskosten neemt de huur- en bedrijfswaarde van de woning toe. Dit resulteert in een lagere onrendabele top (<30% van de investering) voor huurwoningen en een hogere verkoopwaarde van woningen. Tevens wordt onderzocht of een deel van de besparing van energiekosten op een eenvoudige wijze kan worden doorbelast aan de huurder. Hierdoor ontstaat meer investeringsruimte voor in dit geval de woningstichting. Verderop in deze paragraaf wordt dit geïllustreerd aan de hand van een voorbeeld. Een duurzamere woning vergroot, zoals nu al het geval bij commercieel vastgoed, in de toekomst de economische vastgoedwaarde. De duurzaamheid van de woning is voor dit project vertaald in Breeam-NL klasse Very Good en Excellent voor Plantsoensingel Noord. Geïntegreerde contractvorm Een geïntegreerd contract voor een project is een contract waarbij verschillende fasen van een project in combinatie worden uitbesteed aan één private partij. De meest volledige vorm van geïntegreerde contracten is de DBFMO-overeenkomst. De letters DBFMO staan hierbij voor Design, Build, Finance, Maintain & Operate. Kort samengevat is het doel van een DBFMO-overeenkomst: het laten leveren van gebouwen en diensten tegen een prestatiegerelateerde beloning door een private partij aan de opdrachtgever. De woningstichting heeft voor dit specifieke project niet voor het meest uitgebreide geïntegreerde contract gekozen. Dit project beperkt zich tot Design, Build en Maintain. Ontwerp, bouw en het onderhoud zijn als één project in de markt gezet. Goldewijk heeft het project gegund gekregen.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
31
Deze wijze van aanbesteden levert een direct voordeel op ten opzichte van traditioneel aanbesteden van circa 5% van de investering (€ 180.000 versus € 171.000). De extra kosten voor een EPC van 0 zijn op dit moment circa € 20.000. De investering voor een EPC=0 woning bedraagt derhalve € 191.000 ten opzichte van een Bouwbesluitwoning van € 180.000 vrij-op-naam. Wordt de indexering, het leereffect van design & construct-methode en de reducering van kosten voor duurzame technieken (als gevolg van technische vooruitgang) in de tijd meegerekend, dan zien we dat over ca. 5 jaar de kosten voor een woning die traditioneel is ontwikkeld en aanbesteed duurder is dan een EPC=0 woning volgens de design & construct methode.
De uitgangspunten die we hierbij hanteren zijn de volgende:
-
Indexering van bouwkosten: 2% per jaar Kostenbesparing bij design & construct: 1% per jaar over een periode van 5 jaar. Na 5 jaar schatten we het leereffect van de methode voorzichtigheidshalve op 0% in. Kostenreductie als gevolg van technische vooruitgang duurzame producten: 5% per jaar, naar schatting voor bijvoorbeeld PV panelen.
Vastgoedwaarde op basis van woonlastenbenadering De vastgoedwaarde van een EPC=0 woning is hoger dan van een Bouwbesluit-woning op het moment dat voor de woonlastenbenadering wordt gekozen. Bij de woonlastenbenadering worden de huurprijs en de energielasten bij elkaar genomen. Het volgende voorbeeld illustreert deze stelling. De energielasten van een Bouwbesluit tussenwoning zijn € 930 per jaar terwijl de energielasten van een EPC=0 woning, welke met design, construct and maintain tot stand is gekomen, slechts € 280 bedragen. Bij gelijkblijvende woonlasten betekent het dat de huurprijs van de woning om hoog kan (huursubsidiegrens buiten beschouwing gelaten) met € 58 ((€ 930 - € 280)/12) per maand. De netto huurinkomsten nemen hierdoor toe en de onderhoudslasten nemen af met design, construct and maintain. Het resultaat is dat voor een Bouwbesluitwoning de IRR=4,5% terwijl voor de EPC=0 woning (met design, construct and maintain) de IRR=5% is. Uitroleffect Door de nieuwe manier van werken en toegepaste technieken in het voorliggende project is de verwachting van de consortiumpartners dat deze pilot kan worden doorgezet in nieuwe opgaven. Waarbij het break-even-point voor energieneutrale woningen binnen ‘handbereik’ ligt, zonder subsidies en met behoud van een ‘gezond’ rendement. Vervolgprojecten zijn te verwachten, zoals: sportveld Kilder, Boxtel en Silvolde concreet en diverse projecten in de regio waar met name woningcorporaties voornemens zijn projecten -met de nieuwe manier van werken- in de markt te zetten.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
32
7.
Realisatie en fasering Taakverdeling over de fasen na een periode 2010 – begin 2011 van onderzoek en planontwikkeling met als resultaat een haalbaar ingeschat hoge ambitie woningconcept, is in maart 2011 de aanbesteding in de markt gezet. Hieraan is voorafgegaan een intensieve samenwerking tussen de projectpartners van de vraagzijde (zie H2 voor de projectpartners). De woningen worden gerealiseerd middels Design & Construct. Dit door ‘consortium Goldewijk’ (eerder gevormd consortium van aanbieders). Binnen het consortium is een duidelijke taakomschrijving te onderscheiden. Woningstichting Bergh heeft vooral een strategische en sturende rol. Zij is verantwoordelijk voor het vaststellen van doelen en uitgangspunten, alsmede het gewenste kwaliteitsniveau voor de te realiseren woningen. Uiteindelijk neemt Woningstichting Bergh als investeerder de definitieve keuze daar waar het bijvoorbeeld gaat om het herontwerp van de woningen in geval van subsidietoekenning. Woningstichting Bergh brengt eigen expertise in. Daarbij schakelt Woningstichting Bergh ook externe expertise bij: Aardvast voor de overall programma- en procesmanagement en W/E adviseurs voor de energetische trajectbegeleiding van energieneutraal en vergaand energiezuinig bouwen. Gemeente Montferland, alsmede de Provincie Gelderland (geen consortiumpartner; wel een belangrijke partij met pro-actieve rol in energietransitie). leveren vanuit eigen energiebeleid financiële bijdrage en een ondersteuning van de procesbegeleiding op vlak van energie. Gemeente heeft daarnaast ook een pro-actieve rol, met name in initiatieffase van het project. Gemeente is als eigenaar verantwoordelijk voor realisatie van het openbaar gebied met een park binnen het project. Ook heeft gemeente een rol in handhaving en toetsing aan wettelijke eisen in het kader van de Woningwet en wetruimtelijke ordening. Het aanbiedende consortium Goldewijk ontwikkelt en realiseert de woningen. Dit consortium Goldewijk bestaat uit diverse partijen: installatie-adviseur, bouwfysisch adviseur, constructeur, architect, bouwer etc. Het aanbiedende consortium is product verantwoordelijk. Kennisdeling vindt plaats met Stadsregio en Hoge school. Stadsregio levert daarbij mogelijk een financiële bijdrage aan het monitoring traject. De realisatie van de eerste tranche start in 2012 en de e 2 tranche in 2013. De projectrealisatie kan naar verwachting in 2014 worden afgerond en het monitoringstraject start aansluitend voor de duur van 3 jaar. De globale planning per locatie in hieronder weergegeven. Planning en fasering
2011
2012
2013
2014 2015 2016
1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e
1e tranche Delweg Plantsoensingel Midden/Zuid 2e tranche Plantsoensingel Noord Heuvelstraat besluitvorming programma
realisatie
aanbesteding D&C
monitoring
ontwerp en vergunning
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
33
7.1 Onderlinge relatie tussen partijen De onderlinge relatie tussen partijen is ook verwoord in het leerplan: § 7.6.
7.2 Verantwoordelijkheden en besluitvormingsprocessen Vóór de indieningsfase van onderhavige subsidie, heeft Woningstichting Bergh een financieel haalbaarheidonderzoek laten uitvoeren. Op grond van dit onderzoek heeft Woningstichting Berg besloten tot indiening ‘Energiesprong Montferland’ over te gaan. Zowel gemeente, woningstichting als Goldewijk hebben bestuurlijk besloten het project te realiseren en bekrachtigd met overeenkomsten. Besluiten voor afwijkingen of (energetische) kwaliteits verbeteringen worden door de woningstichting genomen. Goldewijk is verantwoordelijk voor het woningproduct, de woningstichting voor de uitvraag/vraagspecificatie en de gemeente is publiekrechtelijk verantwoordelijk.
7.3 Proces en kwaliteitsbewaking en kwaliteitsborging Een basis UAV gc overeenkomst is afgesloten met de aanbiedende partij voor de ontwikkeling en realisatie van het project. De bouwkundige en installatietechnische voorzieningen liggen hierin vast. Hiermee ook de kwaliteit die de aanbiedende partij gaat leveren. Proces en kwaliteitsbewaking vinden gedurende het gehele traject plaats vanuit vraagzijde en aanbodzijde. Met de subsidietoekenning wordt het ontwerp van de woningen gewijzigd. Voor de wijzigingen wordt aan de aanbiedende partij een aanvullend ontwerp en prijs opgevraagd. Deze wijzigingen worden vastgelegd als prestatie afspraak in een aanvullende overeenkomst op basis van UAV gc. Waar en wanneer nodig, worden correctieve maatregelen getroffen om het afgesproken niveau van de prestatie-eisen te waarborgen. Met deze prestatiegerichte methodiek en het bijhorende monitoren wordt de exploitatie/verkoop geoptimaliseerd en toekomstbestendig. Vanzelfsprekend is tijdens de realisatie van het project een keuringsplan van kracht, en worden bij oplevering de energetische prestaties in de praktijk nagerekend en worden de energielabels berekend en opgevraagd. Voor de ontwerp- en realisatiefase is een project kwaliteits plan (PKP) opgesteld met een toetsing en acceptatieplan. Een kwaliteitsteam bestaande uit diverse partijen bewaakt de kwaliteit en komt waarnodig met voorstellen. In het kernteam worden vervolgens besluiten genomen om wijzigingen door te voeren.
7.4 Monitoring van de resultaten Vanzelfsprekend verleent het consortium medewerking aan de SEV m.b.t. de monitoring van de projectresultaten. Gedurende het gehele proces wordt verslaglegging gedaan in het kader van de kwaliteitsborging. W/E adviseurs is gecontracteerd voor de energetische kwaliteitsborging t/m oplevering van de woningen. Daar waar het gaat om de reductie van het huishoudelijk gebruik, wordt verslaglegging gedaan in het kader van het monitoringprogramma tot 3 jaar na oplevering van de woningen. De verslaglegging maakt deel uit van het leerplan.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
34
7.5 Kennis en leerplan Het kennis- en leertraject van het consortium wordt vormgegeven middels het hierna beschreven leerplan. Het leerplan maakt inzichtelijk hoe de opgedane kennis en ervaring met de gehanteerde technieken en procesvernieuwing bij de realisatie van het traject breder kan worden toegepast. Het gaat hierbij om het externe en interne leereffect voor alle consortiumpartijen. Alle kennis die ontwikkeld wordt binnen het experiment wordt openbaar gemaakt (voor zover niet aantoonbaar bedrijfsgevoelig). Laatstgenoemde houdt in het doorwerken van het leereffect binnen de organisaties van betrokken partijen. De consortiumpartijen – hierna te noemen projectpartners dragen actief bij aan het kennis- en leertraject. De projectpartners werken actief mee aan het monitoren van de energiegerelateerde aspecten en comfort (CO2, temperatuur) aspecten van het project en het delen van de kennis ontwikkelt binnen het experiment, zowel tijdens tot 3 jaar na oplevering van het project. Van het totale subsidiebedrag wordt € 60.000,- ingezet voor het kennis- en leertraject van het consortium. Het consortium besteedt aandacht aan de kennisoverdracht over de woning naar de (toekomstige) bewoners. De bewoners worden betrokken bij het herontwerp van de woningen. Daarnaast wordt bij de kennisoverdracht naar de bewoners aandacht besteedt aan de invloed van bewonersgedrag op het energiegebruik. Het gaat hierbij vooral om inzichtelijk maken op welke wijze bewonersgedrag van invloed zal zijn op het uiteindelijke energiegebruik op de meter(s) en hoe deze dusdanig te beïnvloeden. De toekomstige huurders en woningeigenaren nemen een bijzondere plaats binnen het leerplan in. Het consortium draagt zorg voor kennisoverdracht naar de toekomstige bewoners daar waar het gaat om: -
-
het (her)ontwerp van de woningen. Voor de technische vertaling en communicatie naar de bewoners wordt gebruik gemaakt van een PC tool. Met deze tool wordt door bewoner en ontwikkelaar gezamenlijk vorm gegeven aan de duurzaamheidaspecten energie en wooncomfort; de invloed van bewonersgedrag. Inzichtelijk wordt gemaakt op welke wijze bewonersgedrag van invloed is op het uiteindelijke energiegebruik op de meter(s) en op welke wijze het energiegebruik te beïnvloeden is. Tevens wordt het wooncomfort daarin betrokken.
Een idee is de bewoners voor te stellen aan hun energiecoach. Gedurende een periode van drie jaar vanaf oplevering, worden de woningen gemonitoord. Hierin wordt onderscheid gemaakt in de verschillende energieposten, bewonerservaringen en wooncomfort. Voor het gebouwgebonden energiegebruik wordt onderscheid gemaakt in energiegebruik voor: ruimteverwarming, warmtapwater, opbrengst door photovoltaïsche cellen en overige posten zoals hulpenergie; huishoudelijk gebruik. Op dit moment wordt gewerkt aan een bemeteringsplan voor de woningen. -
Voor het leerplan wordt een bedrag gereserveerd van tenminste € 60.000,-. Dit bedrag wordt als volgt gebudgetteerd: -
Budget kennis en leertraject € 30.000 ,SEV verplichting; budget stimulering bewoners: € 30.000 ,SEV stimulering gebruik; een nader te bepalen financiële bijdrage door overige consortiumpartners.
Bij subsidietoekenning wordt deze budgettering, verdeling en coördinatie nader uitgewerkt.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
35
Een inventarisatie wordt gemaakt van de energetische aspecten door alle partijen. De gewenste te behalen resultaten worden in elke fase van het project uitgewerkt. Een plan van aanpak wordt opgesteld hoe deze resultaten te behalen zijn. Een deel van het budget wordt gereserveerd voor het stroomlijnen en bundelen van kennis van de diverse partijen tot tussenrapportages en een eindrapportage. Deze rapportages bevatten een inventarisatie van leerpunten in de verschillende fases van het project. Tevens bevatten deze rapportages een plan van aanpak voor toekomstige projecten met hoge ambities op gebied van energiebesparing. Gepland is kennis en rapportages beschikbaar te stellen op een aparte website.
7.5.1 Doelstelling Doelstelling van het leertraject is de opgedane kennis en ervaring m.b.t. gehanteerde technieken en procesvernieuwing bij realisatie van het traject breder toepasbaar te maken. Er wordt vorm gegeven aan zowel het intern als het externe leertraject. Een mogelijkheid voor het interne leereffect is in samenspraak met de SEV een masterclass te organiseren voor bijvoorbeeld woningcorporaties. Voor de verschillende consortiumdeelnemers zijn leereffecten of doelstellingen geformuleerd die betrekking hebben op de eigen organisatie. Deze interne leereffecten kunnen zijn: -
Maximaliseren draagvlakvorming voor hoge-ambitie gebouwconcepten; Verbeteren van duurzaam imago organisatie; Het genereren van effectieve publiciteit; Het op doen van nieuwe ideeën en inzichten; Kennisopbouw en stimuleren van vaardigheden; Het opstellen/bijsturen van visies/beleid.
Met Trajectaanpak Energiesprong Woningbouw worden door SEV randvoorwaarden gesteld aan deelnemende consortia om de hierna opgesomde effecten te realiseren. Deze leereffecten zijn hierna in blauw weergegeven. Voor dit specifieke project wordt na elke randvoorwaarde een beknopte toelichting gegeven. De leereffecten staan centraal in alle fases van het leerplan. -
-
-
-
Stimuleren van gebouweigenaren om hoge-ambitie gebouwconcepten (nieuw en bestaand) te laten uitvoeren. Zie de uitleg onder leerplan. Reduceren van energievraag en inzet voor duurzame energie voor zowel het gebouwgebonden als huishoudelijk energiegebruik. Zie de uitleg onder § H5 en leerplan. Totstandkoming en sturing op functionele prestaties bij opdrachtgeverschap door woningcorporaties en/of eigenaar-bewoners. Een prestatievraag is uitgezet in de markt. Middels een design & construct prijsvraag is een bouwende en ontwikkelende partij gekozen. Om de aanbiedende partij ruimte te geven voor vernieuwing, is deze prestatievraag onder andere vorm gegeven middels een vraagspecificatie met bijbehorende randvoorwaarden. Verleiden van aanbodzijde om opschaalbare hoge ambitie gebouwconcepten te realiseren en vermarkten. Hieraan is vormgegeven middels bovenstaande punt. Ter inspiratie van partijen is een kosten – baten analyse voor verdergaand energiezuinig bouwen en energieneutraal bouwen uitgevoerd. Dit is een onderdeel van de aanbestedingsstukken. Creatie van schaalvoordeel voor partijen in de aanbodketen. Ruim 60 woningen worden gebouwd. Hierbij wordt schaalvoordeel behaald. De aanbiedende partij zal inzicht geven op welke wijze schaalvoordeel wordt geoptimaliseerd. Ketensamenwerking gericht op open innovatie. Bij complexere opgaven is samenwerking in de keten noodzakelijk. Deze vindt al vanaf initiatieffase van het project plaats. Zowel aan vraagzijde (Woningstichting Bergh, Aardvast, W/E adviseurs), als aanbiedende zijde (eerder
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
36
-
-
-
gevormd consortium met o.a. Goldewijk, architect, installateur en anderen). Gemeente Montferland is vanaf initiatieffase nauw betrokken en levert financiële bijdrage het geen tot een verbeterimpuls op energetisch niveau heeft geleid. Stadsregio en Hoge school Arnhem Nijmegen zijn in later stadium aangesloten. Stadsregio is voornemens een financiële bijdrage te leveren aan het monitoringtraject. Kennisontsluiting voor vraag- en aanbodzijde. Aan de kennisontsluiting wordt vormgegeven middels een website. De resultaten van het project worden door de projectpartners gebruikt in de verdere dienstverlening, alsmede bij ontwikkeling van ondersteunend afwegingsinstrumentarium. Aan actieve kennisdeling op lokale, en (inter)nationale schaal wordt vormgegeven. Hoge school Arnhem Nijmegen heeft als doel het opdoen van nieuwe kennis omtrent zeer duurzaam bouwen. Deze kennis wordt verwerkt in het onderwijs. Aansluiting realiseren tussen gemeentelijke ambities enerzijds en de gemeentelijke randvoorwaarden/regelgeving die betrekking hebben op concrete bouwprojecten in lijn met dergelijke ambities anderzijds. Gemeente is vanaf initiatieffase nauw betrokken en levert financiële bijdrage het geen tot een verbeterimpuls op energetisch niveau heeft geleid. Gemeentelijk beleid ligt hieraan ten grondslag. Ook Stadsregio Arnhem Nijmegen is betrokken bij het traject. De Stadsregio heeft als doel tot 2020, 26.000 woningen te realiseren waarbij de duurzame kwaliteit steeds meer centraal wordt gesteld. Meenemen van effect van bewonersgedrag op gebouwprestaties in het ontwerp- en realisatieproces. Bewonersgedrag is essentieel daar waar het gaat om energiebesparing. Dit inzicht leeft steeds meer. Bewoners worden vanaf herontwerp van de woning actief betrokken bij dit traject. Na oplevering van de woningen wordt een monitoringtraject ingezet. Reeds in initiatieffase zijn de zittende bewoners betrokken bij de woningprogrammering middels enquête.
In onze visie bestaat het leerplan voor alle deelnemende partijen uit 3 facetten, zoals schematisch afgebeeld in onderstaande figuur 7.1. Deze drie facetten worden hierna kort toegelicht en in bijlage 3 verder uitgewerkt.
Figuur 7.1
De drie facetten van het kennis en leertraject
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
37
1e facet
Het eerste facet is het ontwikkelen van een visie op hoge ambitie gebouwconcepten met speerpunten energie en wooncomfort. Op moment van schrijven, bevindt het plan zich in fase ‘einde voorlopig ontwerp’. Het realisatiecontract met de bouwende partij is ondertekend. Hieraan is een prijsvraagtraject vooraf gegaan. Het gebouwconcept krijgt bij subsidieverlening een aanzienlijke verbeterimpuls op energetisch vlak. Dit wordt vormgegeven door de projectpartners. De aanbiedende ontwikkelende partij, heeft reeds een consortium gevormd in de prijsvraagfase van het traject. 2e facet
Markt en financiën vormen het tweede facet. De markt wordt gevormd door zowel de huurders als de toekomstige woningeigenaren. In het plan worden 18 koopwoningen gerealiseerd, overige .. woningen betreffen 45 huurwoningen. De woningeigenaren en huurders, worden actief betrokken bij gehele traject. Ook daar waar het gaat om het aanpassen van het huidige gebouwconcept naar een hogere ambitie gebouwconcept. Hiervoor worden enkele bijeenkomsten georganiseerd. Daarnaast worden 1 op 1 gesprekken gevoerd met de verschillende woningeigenaren. Ook wordt gecoacht op energiezuinig bewonersgedrag. Doel is deze bewoners actief te betrekken bij het gehele proces en bewust te maken van het belang van de eigen inbreng. Als communicatiemiddel wordt een duurzaamheidsmodel ingezet met – voor dit project - als belangrijkste thema’s ‘energie en wooncomfort’. Direct energiezuinig gedrag stimuleren gaat te snel. Gedragsverandering bereik je in een paar stappen: 1. opmerken 2. weten 3. willen 4. voorbereiden 5. doen 6. volhouden Dit vergt een zorgvuldig communicatietraject Wij gaan uit van het olievlekprincipe. Mooie voorbeeldprojecten – mede gerealiseerd door inbreng van de toekomstige bewoners - stimuleren ook andere gebouweigenaren om hoge-ambitie gebouwconcepten te laten uitvoeren. Een hoge ambitie gebouwconcept valt of staat met financiële haalbaarheid. Voor deze subsidieaanvraag is een haalbaarheidsstudie uitgevoerd 3e facet
Samenwerking in de keten betreft het derde facet. Communicatie en draagvlak zijn hierin sleutelwoorden. Woningstichting Bergh en Gemeente Montferland hebben zich vanaf initiatieffase van de ontwikkeling van deze vervangende nieuwbouw, ingezet voor vergaand energiezuinig en energieneutraal bouwen. Dit proces is ondersteund door Aardvast en W/E adviseurs.
Recentelijk zijn aangeschoven de volgende projectpartners: Goldewijk als aanbiedende partij met een aanbodconsortium Stadsregio Arnhem Nijmegen, welke mogelijk een bijdrage gaat leveren aan het driejarig monitoringtraject na oplevering van de woningen Hoge school Arnhem, welke de opgedane kennis gaat opnemen in het onderwijs. Studenten zullen bijvoorbeeld actief worden betrokken bij het monitoringproject De ontwikkeling van de drie afzonderlijke facetten, maar vooral ook de wisselwerking tussen de facetten onderling, is een inspirerend leerproces voor alle projectpartners. In bijlage 3 is het leerplan verder vormgegeven. Hierin lichten wij onze visie op de deelaspecten en op het leerproces nader toe.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
38
8.
Ondertekening
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
39
Bijlage 1 impressies deellocaties
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
40
Bijlage 2 consortiumverklaring bijlage 2.1 de ondertekende consortiumverklaring ‘samenwerkingsovereenkomst Energiesprong woningbouw Montferland’ van de partners met uittreksels van de Kamer van Koophandel
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
41
bijlage 2.2. Deelnameverklaringen ‘intentieovereenkomst’ toekomstige eigenaren-bewoners
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
42
Bijlage 3.1 kennis en leerplan Leertraject facet 1; Energie en Wooncomfort
Woningstichting Bergh is opdrachtgever van 59 grondgebonden woningen en Goldewijk (in Stokkum) van 4 grondgebonden woningen. De woningen worden gerealiseerd met een hoge ambitie gebouwconcept. In het huidige plan worden 18 woningen energieneutraal opgeleverd. Hiervoor is in opdracht van Gemeente Montferland en Woningstichting Bergh een verkennend onderzoek uitgevoerd. Overige woningen worden in het huidige ontwerp uitgevoerd met EPC 0,4. Door inzet van subsidiegelden is het mogelijk meerder woningen energieneutraal uit te voeren en de EPC van de woningen met EPC 0,4 verder te verlagen naar EPC 0,24. Wanneer is een woning energieneutraal? Wat is het verschil tussen energieneutraal en duurzaam, en wat is daarvan de meerwaarde? En is het überhaupt mogelijk om in de huidige markt energieneutrale, duurzame koopen huurwoning te realiseren. Het leertraject is reeds in gang gezet bij initiatieffase van dit project. Voor het project is een functioneel prestatie gericht programma, als uitvraag met design en construct in de markt gezet. Er heeft een succesvolle aanbesteding plaatsgevonden met prestatiegerichte gunningscriteria. Het realisatiecontract met de bouwende partij is getekend. Een belangrijke actie is het vastleggen van de leermomenten door de verschillende partijen in deze fase van het project. Energieneutrale woningen
Begrippen als energieneutraal, klimaatneutraal en CO2 neutraal worden door elkaar gebruikt. Het Platform Energietransitie Gebouwde Omgeving (PEGO, SenterNovem, 2008) hanteert als volgende definitie: Een project is energieneutraal als er op jaarbasis geen netto import van fossiele of nucleaire brandstof van buiten de systeemgrens nodig is om het gebouw op te richten, te gebruiken en af te breken. Dit betekent dat het energiegebruik binnen de projectgrens gelijk is aan de hoeveelheid duurzame energie die binnen de projectgrens wordt opgewekt of die op basis van externe maatregelen aan het project mag worden toegerekend. Het energieverbruik dat voortkomt uit de oprichting en sloop van het gebouw zullen naar een jaarlijkse bijdrage worden verrekend op basis van de te verwachten levensduur van het gebouwc. Bovenstaande definitie heeft een praktische vertaalslag nodig. Dit betekent dat voor een groot aantal woningen alleen voor het gebouwgebonden gebruik, energieneutraliteit wordt bereikt. Uitgangspunt hierbij is het zo veel mogelijk reduceren van de vraag door een goede isolatie van de woning. De energiereductie voor het huishoudelijk deel wordt in de volgende paragraaf uiteengezet. De materiaalgebonden CO2 uitstoot, wordt in dit project buiten beschouwing gelaten. Duurzaam bouwen
Duurzaam bouwen gaat een stap verder dan energiezuinig bouwen. Duurzaamheid is voor ons het creëren van een gebouwde omgeving met een zo hoog mogelijke kwaliteit en tegelijk een zo laag mogelijke milieubelasting. Dit is verbeeld in de figuur hiernaast Het maximaliseren van kwaliteit gaat over gezondheid, gebruikswaarde en omgeving, nu en in de toekomst. Daarnaast wordt een bijdrage
Verbeelding ambities
&
Plankwaliteit c
Milieubelasting
Bronvermelding: Stevige Ambities, Klare Taal, 2008; PEGO SenterNovem; auteur: W/E adviseurs.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
43
geleverd aan het minimaliseren van problemen als het broeikaseffect, uitputting van voorraden en verlies aan biodiversiteit. Vanuit deze visie, zijn energieneutrale en vergaand energiezuinige woningen ontwikkeld: een aansprekend concept op maat. Ook de openbare ruimte wordt duurzaam ingericht. Voor de woningen ligt naast energie het accent op betaalbaarheid, een hoge woonkwaliteit en een gezond binnenmilieu. Ook wordt aan het project vormgegeven middels C2C materialen en CO2 reducerende materialen voor het openbaar gebied. Er is ruim aandacht voor flora en fauna. Ook gaat de vraagspecificatie uit van de levensduur van het (flexibele) casco van tenminste 100 jaar. Alle duurzaamheidsthema’s zijn verweven in het plan. Een duurzaam plan komt tot stand door in alle fasen van het bouwproces te sturen op ambities. Ambities voor de te realiseren energieneutrale woningen worden concreet gemaakt worden middels de energieprestatie van gebouwen (EPCd). Voor ambitiestelling duurzaam breed zijn in de afgelopen jaren diverse instrumenten ontwikkeld. Deze instrumenten maken duurzaamheid meetbaar en projecten onderling vergelijkbaar. In dit traject gebruiken wij:
Breeam-nl BREEAM-NL is een beoordelingsmethode om de duurzaamheid van gebouwen te bepalen. BREEAM staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method en werd oorspronkelijk ontwikkeld en geïntroduceerd door het Building Research Establishment (BRE). De toevoeging NL maakt duidelijk dat het hier om de Nederlandse versie gaat. BREEAM meet de duurzaamheid op energie, milieu, transport en management aspecten. BREEAM is gericht op het certificeren van een project.
Leertraject facet 2: markt en financiën
Het stimuleren van gebouweigenaren om hoge-ambitie gebouwconcepten te laten uitvoeren staat voorop. In overleg met de gemeente en Woningstichting Bergh is besloten voor het huishoudelijk gebruik niet uit te gaan van energieneutraliteit. Wel wordt energiezuinigheid gestimuleerd. Woningstichting Bergh en de gemeente geven invulling aan voorlichting en communicatie bij ingebruikname van de woningen. De bewoners worden geïnformeerd over een energiezuinige levensstijl en het monitoringtraject. Zo wordt aandacht besteedt aan de tweede component: energiegebruik in de gebruiksfase. Ook voor het huishoudelijk gebruik wordt gehanteerd: 60% reductie in de eerste tranche en 80 % reductie in de tweede tranche. Deze compensatie wordt deels gerealiseerd met zonnestroom.
d
Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) geeft de mate van energiezuinigheid van een gebouw. De eisen hieraan zijn vastgelegd in het Bouwbesluit 2003 (uitwerking artikel 2 van de Woningwet).
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
44
Bewoners worden gestimuleerd tot energiezuinig gedrag. Er wordt gedacht aan de inzet van een energiecoach. De woningen worden voorzien van monitoringapparatuur. Daarnaast is het mogelijk de gestelde daling van het huishoudelijk verbruik een positieve impuls te geven middels de subsidie (toepassing zonnestroom). Er worden informatieavonden georganiseerd voor de bewoners. Eén van de doelen is de bewoners bewust een keuze te laten maken voor een hoge ambitie gebouwconcept. Gebiedsontwikkelingsprojecten kennen een lange voorbereidingstijd. Eigenlijk niet zo verwonderlijk gezien de vele onderzoeken, (uiteenlopende) belangen en grote risico's die met projecten gepaard kunnen gaan. Belangen en risico's horen bij elkaar. Het risicoprofiel van een opgave is mede afhankelijk van het krachtenveld van eigenaars, gebruikers, overheden en andere belanghebbenden. De bepalende factoren hierin zijn het grondeigendom, de mate waarin de partijen aan de plannen zijn verbonden en financiële haalbaarheid van een project. Een goede analyse van de markt is daarom een belangrijke stap in de bepaling wanneer een ontwikkeling wordt aanbesteed of een marktpartij wordt geselecteerd. Is het aanbod goed afgestemd op de vraag? Past het aangeboden product bij de wensen van de klant? Maar ook sterk afwijkende situaties zoals de kredietcrisis, waarin marktpartijen moeilijker financiering krijgen vanwege de sterk dalende woningbouwprijzen, hebben invloed op hoe en wanneer een gebiedsontwikkelingsproject op de markt moet worden gezet. ‘Markt’ is hierbij zowel de bewoner (vragende partij) als de bouwende/ontwikkelende partij (aanbiedende partij) een marktconsultatie is houden om de potentiële interesse te peilen en na te gaan onder welke randvoorwaarden een selectie of aanbesteding kans van slagen zou kunnen hebben; Een prestatievraag is uitgezet in de markt. Een vraagspecificatie met hierin opgenomen functionele randvoorwaarden is in de markt gezet. Aan marktpartijen is de mogelijkheid geboden, optimalisatievoorstellen te doen. Op deze wijze is ruimte gegeven aan vernieuwing; Een realisatieovereenkomst tussen Woningstichting Bergh en de bouwende/ontwikkelende partij is getekend. Een analyse van de (lokale) markt en de financiële haalbaarheid is bepalend geweest om een marktpartij 'aan boord te krijgen' die invulling geeft aan de ambities van de woningstichting en de gemeente. Derhalve is de (financiële) haalbaarheid goed getoetst. Leerpunten uit dit inmiddels doorlopen traject worden geïnventariseerd en vastgelegd. -
Leertraject facet 3: Samenwerking in de keten
Een inspirerend leerproces: dat moet het resultaat zijn voor de projectpartners. Communicatie, het creëren van draagvlak en het leerproces zijn nauw met elkaar verweven en zijn een integraal onderdeel van het proces. Samenwerking in de keten is een voorwaarde voor het bereiken van het gewenste resultaat. Dit geldt voor alle projectpartners. Onderwerpen hierbij zijn o.a.: - het sluiten van coalities van vragers: gemeente en woningstichting Bergh. Recentelijk aangeschoven is Stadsregio en Hoge school Arnhem Nijmegen. - sluiten van coalities van aanbieders: het consortium met de bouwende en ontwikkelende partijen - borging energetische aspecten gedurende gehele traject - het sturen op functionele prestaties, het samen delen van expertise vanuit een gedeeld belang op het te bereiken resultaat en het managen van de bijbehorende risico’s.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
45
Per fase wordt het leertraject vormgegeven. Leerdoelen en hoe deze te bereiken zijn, worden bij de start van de fase steeds heroverwogen en nader geformuleerd. Fase 1: wijzigingen op het ontwerp Vroegtijdige bespreking van deze aspecten door alle betrokken disciplines (stedenbouw, architectuur/welstand, milieu, wonen/volkshuisvesting, grondbedrijf) vergroot het draagvlak. (PV op alle woningen) Fase 2: afronding DO workshops, gericht op het bepalen van het ambitieniveau voor energie, duurzaamheid en plankwaliteit. Het belang van een goede procesmatige inbedding van duurzaam bouwen wordt besproken, alsmede hoe de organisatie hier het beste in gefaciliteerd kan worden. Hierbij worden de voor- en nadelen van middelen en instrumenten besproken. Bestuurlijk, politiek en ambtelijk draagvlak zijn van belang voor de gekozen oplossingsrichting. Deze wordt gecreëerd door een open discussie tussen alle betrokken disciplines en partijen. Dit is tevens een goed moment voor externe communicatie over de hoge duurzaamheidambities. De aanvraag van de omgevingsvergunning zal in deze fase ingediend worden. Fase 3: Start bouw Gaandeweg het traject wordt vorm gegeven aan deze fase. Fase 4: oplevering bouw Gaandeweg het traject wordt vorm gegeven aan deze fase. Fase 5: Evaluatie De evaluatie vindt plaats met alle betrokkenen in het proces, bij voorkeur in aanwezigheid van de wethouder om ook het bestuurlijke en politieke draagvlak te bestendigen. Het resultaat wordt ‘gevierd’. Zowel het inhoudelijke resultaat als de kwaliteit van het leerproces worden in een gezamenlijke bijeenkomst geëvalueerd op de aspecten: Draagvlakvorming Verbetering imago organisatie Het genereren van publiciteit Opdoen nieuwe ideeën Kennisopbouw en stimuleren vaardigheden ('Learning on the job') het opstellen en bijsturen van visies en beleid Alle (leer)effecten die middels randvoorwaarden ‘trajectaanpak Energiesprong Woningbouw worden bereik. Zie hiervoor de opsomming onder H7, § doelstelling.
Fase 6: 1 jaar na oplevering Gaandeweg het traject wordt vorm gegeven aan deze fase. Fase 7: 3 jaar na oplevering – afsluitende fase monitoring Gaandeweg het traject wordt vorm gegeven aan deze fase.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
46
Workshop voor uitrol kennis Eén van de doelen is ervoor te zorgen dat ‘Energiesprong Montferland’ een voorbeeldproject wordt, ook voor andere corporaties. Concreet zou dit als volgt vormgegeven kunnen worden: Middels een drietal workshops / masterclasses ‘Verandermanagement & Duurzaamheid’ wordt gezamenlijk met ca. 4 deelnemende corporaties het volgende behandeld: -
-
e
1 workhop: betreft een inventarisatie van eigen behoeften van de deelnemers op gebied van hoge ambitie woningconcepten – zowel proces als inhoud; e
2 workshop: ‘Energiesprong Montferland’ wordt als voorbeeldcase uitgewerkt; e
3 workshop: een eigen casus van één van de 4 corporaties wordt voorbereid en een plan van aanpak wordt hiervoor opgesteld. Aanwezigen per corporatie: Beleidsmedewerker, projectleider en directeur of manager projecten. Aanwezigen vanuit het consortium en SEV zijn (verdeeld over de drie dagdelen) minimaal: programmaregisseur SEV, projectmanager Montferland (Aardvast), trainer verandermanagement (externe), Woningstichting Bergh, trajectbegeleider Energie (W/E adviseurs). Tijdens deze training wordt het leerplan met plan van aanpak voor vervolgprojecten gebruikt.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
47
Bijlage 3.2 verkennende studie Uit de verkennende studie naar energieneutraliteit met titel ‘Energieadvies Oostenrijkse woningen – verkenning energieneutraal bouwen in Montferland’ d.d. 24 februari 2011, blijkt het volgende:
Het doorvoeren van een woning met EPC 0,6 naar vergaand energieneutraal (EPC 0,4 en 0,2) en zelfs energieneutraal (EPC 0,0) hoeft niet hoogdravend te zijn. Maatregelen voor het bereiken van energieneutraliteit voor het gebouwgebonden gebruik zijn grofweg onder te verdelen in het verbeteren van de gebouwschil en het toepassen van aanvullende installaties waaronder een zonneboiler en zonnestroom (PV). Uiteraard zijn andere maatregelpakketten mogelijk. De meerinvesteringen voor energieneutraal bouwen bedragen nu ongeveer € 20.000,- tot € 26.000,-. Toepassing van een warmtepompsysteem is mogelijk, maar zeker niet noodzakelijk. Voor deze studie is uitgegaan van economisch efficiënte varianten. De woningen wijken qua comfort en vormgeving niet af van reguliere woningbouw. Comfort in de vergaand energiezuinige en energieneutrale woningen ligt naar verwachting hoger door toepassen van een verbeterde gebouwschil en lage temperatuurverwarming met zeer lage aanvoertemperatuur. De meerinvesteringen voor energieneutraal bouwen bedragen nu ongeveer € 20.000,- tot € 26.000,afhankelijk van het woningtype (tussen- of hoekwoning). Een deel van de cascomaatregelen (ongeveer € 8400,-) kan ook als waarde-effect worden opgevoerd. koopwoning
De woonlasten zijn opgebouwd uit energie- en onderhoudskosten, alsmede hypotheeklasten ten gevolge van meerinvesteringen. Voor de koopwoningen is in de huidige markt sprake van een lichte stijging van woonlasten in geval van energieneutraal bouwen; € 100,- tot € 200,- /jaar, afhankelijk van het woningtype. Voor de varianten ‘vergaand energieneutraal’ liggen deze bedragen wat hoger; € 170 - € 390. Oorzaak voor het gunstige beeld van de energieneutrale woning is de terugleververgoeding voor PV op het dak. Een prognose over 10 jaar met stijgende energieprijzen laat een positief beeld zien voor de energieneutrale varianten. De woonlasten voor een tussenwoning zijn dan € 130,- lager ten opzichte van de referentiewoning die juist voldoet aan de minimale eisen volgens bouwbesluit. Voor een hoekwoning bedraagt dit € 70,-. huurwoning
Het financiële plaatje voor de huurwoningen is wat complexer en ziet er minder gunstig uit in de huidige markt. Er is geen mogelijkheid tot hypotheekaftrek van de meerinvesteringen. Daarbij is de meerinvestering voor rekening voor Woningstichting Bergh en de bewoner profiteert van een lage energierekening. Woonlastenneutraliteit is op dit moment niet aan de orde voor Woningstichting Bergh. Wel is anticiperend op de toekomst een benadering volgens dit principe uiteengezet. Een beschouwing volgens het principe ‘woonlastenneutraliteit’ waarbij voor een lagere energierekening een evenredig hogere huur wordt gevraagd, laat zien dat de jaarlijkse lasten voor Woningstichting Bergh in geval van energieneutraal jaarlijks € 350 tot € 500 euro bedragen afhankelijk van het woningtype. De jaarlijkse kosten voor ‘vergaand energiezuinig bouwen’ zijn hoger. Een prognose over 10 jaar met stijgende energie- en huurprijzen laat een licht negatief beeld zien voor de energieneutrale variant. De lasten voor Woningstichting Bergh voor een tussenwoning zijn dan ongeveer € 100,- hoger ten opzichte van de referentiewoning die juist voldoet aan de minimale eisen volgens bouwbesluit. Voor een hoekwoning bedraagt dit € 230,-. Opgemerkt moet worden dat dit beeld anders zal zijn wanneer energieprijzen sterker stijgen.
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
48
Zonnestroom
Voor een energieneutraal concept ligt het voor de hand zonnestroom ofwel PV toe te passen. PV bedraagt een aanzienlijk deel van de meerinvesteringen. De pv-markt is erg dynamisch en maakt wereldwijd een snelle ontwikkeling door waarbij prijzen dalen naar 'grid parity', het moment waarop zonnestroom even duur/goedkoop is als stroom uit het net. De Nederlandse markt verandert even snel mee, met daarboven op turbulente wisselingen in de aanbieders en een (ongewis) subsidiebeleid. Binnen enkele maanden kan het beeld daarom heel anders uit zien. De markt actief volgen en kansen grijpen als ze zich aandienen!
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
49
Bijlage 4 niet van toepassing
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
50
Bijlage 5.1 impacttool
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
51
Bijlage 5.2 EPC rapport Earth
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
52
Bijlage 5.3 EPC berekeningen referentiewoningen
Realisatie woningbouwtraject Energiesprong Montferland
53