Emmen-Coevorden
Plan van Aanpak Doorstart Dryport Emmen-Coevorden
En nu van wal Aanzet tot een projectplan
Aangeboden door: Auteurs: Datum: Versie:
Werkgroep uit Ondernemersplatform Dryport Emmen-Coevorden Henk de Jong (Emmen) en Henk Oortmann (Coevorden) 7 juli 2012 definitief
Voorwoord Na een periode van veel lobbyen, de nodige studies en zeker na het succesvolle congres van 16 februari j.l. is het voor velen in de regio en in de zeehavens van Rotterdam en Amsterdam wel duidelijk: Emmen en Coevorden willen samen een ‘dryport’ ontwikkelen. Vier jaar geleden zouden weinig ondernemers, bestuurders en ambtenaren in de regio hebben geweten wat ermee wordt bedoeld. Inmiddels is dryport een bekend begrip in de zuidoosthoek en is het duidelijk dat we een logistieke achterlandfunctie voor de zeehavens willen ontwikkelen. In brede kring wordt dit nu als een kansrijk project gezien. Kansrijk in de zin van economische groei en dus ook groei van werkgelegenheid. Een groep van 12 op logistiek georiënteerde bedrijven uit Emmen en Coevorden heeft het concept inmiddels omarmd. Op 17 januari j.l. ondertekenden zij het samenwerkingsconvenant Ondernemersplatform Dryport Emmen-Coevorden, waarin de gezamenlijke intentie werd uitgesproken een dryport in de regio te ontwikkelen. Een maand later volgde het congres Dryport Emmen-Coevorden in hotel Van der Valk Emmen. Ruim 260 mensen van betekenis in de wereld van transport en logistiek waren te gast. Hoogtepunt van het congres was de ondertekening van het zogenaamde GOLD-convenant. Hierin hebben vijf grensregio’s die een dryport c.q. blueport willen ontwikkelen – te weten Venlo–Venray , Arnhem-Nijmegen, Mijnstreek, Twente, Emmen-Coevorden en Zwolle-Kampen-Meppel - afgesproken gezamenlijk op te trekken in het overleg met de minister en de zeehavens. Een van de afspraken is dat Venlo de vijf vertegenwoordigt in het landelijke Strategisch Platform Logistiek. Nu we zo ver zijn, is de logische vraag hoe we de theorie nu gaan omzetten in praktijk. We kunnen nu spijkers met koppen slaan. Of, om in dryporttermen te spreken, we moeten nu van wal steken, vanuit de gedachte dat gemeenten, provincie en bedrijfsleven dit gezamenlijk gaan doen. Tot nog toe liep de overheid in het project voorop, nu is het zaak dat het bedrijfsleven de lead neemt. In deze notitie wordt een plan van aanpak voor deze publiek-private samenwerking beschreven. Het is een voorstel voor alle partijen die het samenwerkingsconvenant van 17 januari j.l. hebben ondertekend. Dat willen zeggen: de beide gemeenten en de 12 bedrijven. Met het voorliggende plan van aanpak willen we de basis leggen voor een succesvolle samenwerking.
B. Arends, wethouder EZ gemeente Emnmen G. Roeles, wethouder EZ gemeente Coevorden
2
1. Inleiding “Dryport Emmen-Coevorden” is eind 2008 van start gegaan als een economisch samenwerkingsproject van de gemeente Emmen en Coevorden en de provincie Drenthe. Het doel was zicht te krijgen op de haalbaarheid en mogelijkheden van een logistieke achterlandfunctie in de regio voor de zeehavens van Amsterdam en Rotterdam. Het project werd financieel gesteund door het Interreg Ivbprogramma van de EU. De tegenprestatie hiervoor was de opgedane kennis uit te wisselen met andere dryportprojecten in Europark, waaronder Götenburg, Bremen, Zeebrugge en Baberg District (bij Ipswich, Engeland), uit te wisselen. Nu, drieënhalf jaar later en vele gesprekken, studies en rapporten verder, kan worden geconstateerd dat er belangrijke stappen zijn gezet en dat er een goede kans kans van slagen voor een dryport in de regio is. Nu is het zaak tot uitvoer te komen. Hiervoor is een plan nodig, met een visie, concrete projectdoelen, een organisatieopzet en een financiële onderbouwing. Dit document geeft hiertoe een voorzet. Het is een actieplan hoe overheid en bedrijfsleven tesamen een dryport in de regio Emmen-Coevorden kunnen ontwikkelen. Feitelijk is het een logische voortzetting van reeds gemaakte afspraken, voortgekomen uit onder andere gesprekken met havenpartijen, ministeries en railautoriteiten, de ondersteunende verklaring van de regionale ondernemers en het GOLD-convenant.
2. Stand van zaken Waar staat Dryport Emmen-Coecvorden nu? Wat is tot nog toe bereikt? Een korte terugblik op de afgelopen drieënhalf jaar. Bij de start van het project stond het probleem van Rotterdam (en vele andere zeehavens in Europa) voor ogen: de haven verwacht de komende jaren een forse groei van de maritieme containerstromen maar kampt met ruimtegebrek en congestieproblemen op de weg. Om z’n leidende positie te behouden zoekt Rotterdam – Amsterdam en Antwerpen ook - de oplossing in een snelle afvoer van de containers over spoor en vaarwegen naar logistieke regio’s in het achterland, zoals Venlo, waar de verdere be- en verwerking en distributie kan worden gedaan. Zo’n logistieke regio fungeert dan als het ware als een verlengstuk van de zeehaven. Een droge haven. De regio Emmen-Coevorden zou hiervoor bijzonder geschikt zijn vanwege z’n ligging, z’n goede verbindingen over spoor en weg en z’n ruimte. In 2009 en 2011 is dit door de onderzoeksbureau’s Ecorys en NEA bevestigd. Zij hebben in opdracht van de drie projectpartners de haalbaarheid en mogelijkheden voor zo’n dryport in Emmen-Coevorden nader onderzocht. De conclusies waren veelbelovend. Naast versterking van de transportfuncties brengt dit supply-chain-activiteiten en dus ook werkgelegenheid naar de regio. Ook Hogeschool Stenden heeft de case bestudeerd. Het onderzoeksbureau van de hogeschool, ISM Stenden, heeft bedrijven in de gemeente Emmen bevraagd op hun behoefte aan een dergelijke faciliteit in Emmen. En studenten hebben in het kader van hun hbo-minors de locatievoorwaarden verkend en de mogelijkheden in beeld gebracht In 2009 hebben de projectpartners samen met Stenden een intranationale verkenning met de Interregpartners gedaan naar de logistieke aandachtsvelden security, customs en track&trace. Ook hebben ze in Falköping (Zweden) de uitvoeringsvoorwaarden van een inland Dryport onderzocht. Verder zijn er verkennende gesprekken gevoerd met de havendirecties van Amsterdam en Rotterdam over samenwerking. P.r en lobby Medio 2010 is het project voortgezet met het verbreden van het netwerk, p.r.- en lobbyactivitieten en acquisitie. Hiervoor is een externe kwartiermaker, Rob Spierings, in de arm genomen. Dank zij zijn netwerk in de wereld van de zeehavens, transport en logistiek is ‘dryport Emmen-Coevorden’ in de relevante gremia zeer goed onder de aandacht gebracht. Op 16 februari 2012 is deze fase afgesloten met een geslaagde conferentie in hotel Emmen Van der Valk. Bij deze gelegenheid hebben de gemeenten Emmen en Coevorden zich ten overstaan van 270
3
topmensen uit de wereld van transport en logistiek – beleidsmakers en ondernemers - gepresenteerd als Dryportregio. Gold Tijdens het congres hebben de zes Oost-Nederlandse regio’s die een achterlandfunctie voor Rotterdamn en Amsterdam (willen gaan) vervullen het zogenaamde GOLD-convenant gesloten. Het gaat om de regio’s Twente, Kampen-Zwolle-Meppel, Venlo-Venray, Arnhem-Nijmegen, de Mijnstreek en Emmen-Coevorden. De intentie van het convenant is een gezamenlijke lobby op het Rijk te voeren om erkenning en steun te verkrijgen voor de realisering van een kernnet voor internationaal transport. Dit is een voorwaarde om ons te kunnen ontwikkelen tot een logistieke hotspot van formaat. (GOLD staat voor de vier provincies waarin deze dryports gelegen zijn: Gelderland, Overijssel, Limburg en Drenthe.) Voorafgaand aan het GOLD-verdrag ondertekenden de gemeenten Emmen en Coevorden samen met 12 grote verladers en vervoerders in de regio de samenwerkingsverklaring “Ondernemersplatform Dryport Emmen-Coevorden”. Green Corridor Eind juni 2012 liep de deelname in het Interregproject Dryport en daarmee de financiële ondersteuning uit Europese middelen (Interreg IV-B) af. Het voor deze regio beschikbare budget is op dit moment al nagenoeg uitgeput. Om te kunnen voorzien in middelen voor een mogelijk vervolg van onze Dryportactiviteiten hebben we ons in 2011 aangemeld voor deelname aan het Interregproject Green Corridor. Dit project is eind 2011 gehonoreerd, waardoor voldoende middelen beschikbaar zijn voor voortzetting van onze deelname in de komende drie jaren. Het belangrijkste doel van het Green Corridor-project is te bepalen hoe de transportcorridor OsloGötenborg-Rotterdam (Randstad) groener, efficiënter en veiliger kan worden gemaakt. En wat de kosten en effecten van deze maatregelen zijn. Hierbij zal zoveel mogelijk een link moeten worden gelegd met het nationaal beleid (in NL bijvoorbeeld de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte; SVIR). Binnen deze opgave zal worden gewerkt aan: • het inventariseren van goederenstromen (soort, bestemming en herkomst, transport modus, etc.) op de genoemde corridor; • het in kaart brengen van lopende en geplande projectinitiatieven op de corridor en binnen de catchment area; • analyse van bottlenecks en gaten in de infrastructuur op de corridor en binnen het secundaire netwerk; • ontwikkeling van een methode om milieueffecten van logistieke ontwikkeling op de corridor te meten, inclusief ‘logistieke hubs’. Leadpartner van het Green Corridor project is de Swedish Transport Administration. De deelname van de drie Dryport-partners Emmen, Coevorden en de provincie Drenth, biedt mogelijkheden om in samenwerking het Havenbedrijf van Amsterdam, tevens projectpartner in Green Corridor, de positie van Emmen-Coevorden als logistieke hotspot te promoten en te versterken en zowel weg- als spoorvervoer op de transportcorridor (E233) verder uit te bouwen.
3. Onderzoeksresultaten Door Ecorys en NEA zijn in 2009 en 2010 goederenstromen van, naar en via de regio geanalyseerd. De captive goederenstroom, bestemd voor of komende vanuit de regio Emmen-Coevorden is omvangrijk: ruim 14 miljoen ton. Hiervan gaat echter maar 1 mln. ton van en naar de Nederlandse havens en slechts 350.000 ton (2,5%) gaat over spoor. De belangrijkste reden is de grote diversiteit van de bestemmingen, waardoor bundeling in een trein niet mogelijk is .
4
De non-captive goederenstroom, die vanaf de havens vice versa de grens overgaat via noord en oost Nederland, is ruim 27 miljoen ton. Let wel, het betreft hier alleen goederen van en naar de havens. Het onderzoek geeft geen inzicht welk deel hiervan langs de regio Emmen-Coevorden wordt vervoerd. Er wordt in de analyses gerekend met een jaarlijkse volumegroei van 3%. De captive goederenstromen in 2020 zijn geraamd op 16,7 mln. ton over de weg en afgerond 0,5 mln. ton over het spoor. De binnenvaart is in onze regio nog maar nauwelijks van betekenis. Vervoer over het spoor kan in omvang toenemen, indien aan Nederlandse en Duitse zijde de nodige aanpassingen aan de railverbindingen plaatsvinden. Naast connectiviteit zijn ook volumes en frequentie essentiële voorwaarden. Verder is het gewenst dat de mainports en de rijksoverheid de transportlogistieke regio Emmen-Coevorden erkennen en aanwijzen als achterlandverbinding in het beoogde kernnet. Rekening houdende met een modal shift potentie conform rijksbeleid zou het vervoer over spoor een veel groter aandeel moeten krijgen, namelijk 20%, wat neerkomt op 6 mln. ton. Voor het internationaal vervoer van en naar onze regio moet rekening worden gehouden met de aannames die LNC Niedersachsen hiervoor hanteert. LNC verwacht dat deze goederenstroom zal toenemen van 2,74 mln. ton in 2008 tot 5,47 mln. in 2015. De belangrijkste bestemmingen in Duitsland zijn Rhein/Ruhr, gevolgd door Bremen en Hamburg. Verder moet in acht worden genomen dat ruim 1 mln. ton goederen die door de Bentheimer Eisenbahn tussen Coevorden en Duitsland wordt vervoerd als “Duitse vracht, de customs al gepasseerd” wordt aangemerkt. Deze is dus per truck via Coevorden geëxporteerd ! (Uit recente tellingen is gebleken dat dagelijks circa 4.500 truckladingen de grens bij Klazienaveen passeren. Bij een gemiddelde belading van 15 ton gaat er dan dus jaarlijks ruim 20 mln. ton goederen bij Emmen de grens over. Dit betreft captive en non-captive stromen).
4.
Visie
Door de strategische grensligging tussen de grote centra Randstad en Hamburg-Bremen, de congestievrije bereikbaarheid, de aanwezigheid van een omvangrijke maakindustrie met bijbehorende goederenstromen, de ruimtelijke mogelijkheden en de aanwezigheid van grensoverschrijdende spooren snelwegverbindingen kan de regio Emmen-Coevorden zich ontwikkelen tot een logistieke hotspot van formaat. De aanwezigheid van een havenfaciliteit biedt ook kansen voor de ontwikkeling van binnenvaart. De tot vierspoors autobahn uit te breiden E233 is nu al een belangrijke internationale route voor het vrachtverkeer (4500 truck-passages per dag) en de verbinding van Duits- en Nederlands spoor met een grensterminal (GVZ-status) bij Coevorden is uniek voor Nederland. Dryport Emmen-Coevorden kan in samenwerking met de zeehavens een belangrijke rol gaan vervullen in het internationaal transport. De Dryport neemt dan bepaalde functies van de zeehavens over om deze te ontlasten, onder meer opslag, overslag en distributie. Omdat de Rotterdamse haven de komende decennia meer afvoercapaciteit nodig heeft om de naar verwachting sterk groeiende containerstromen efficiënt te kunnen verwerken liggen hier kansen voor onze regio. Betuwelijn en z’n noordtak De haven van Rotterdam is met het Rijk overeengekomen dat in de komende 15 á 20 jaar vier keer de huidige hoeveelheid over het spoor vervoerd zal gaan worden. De Betuwelijn is ontwikkeld om daarin te voorzien, maar om diverse redenen kunnen de hoge verwachtingen van deze spoorverbinding met het Rhurgebied nu nog niet worden waargemaakt. De voortzetting van de Betuwelijn op Duits grondgebied is problematisch en mogelijk blijft het dat ook, gezien het belang van Duitsland om z’n eigen havens te beschermen. Een noordtak van de Betuwelijn is noodzakelijk als aanvullende, alternatieve verbinding om de toenemende stromen over het spoor op te kunnen vangen. Tot nog toe was deze als onderdeel van een oost-west-corridor door de regioTwente geprojecteerd, maar dit stuit op veel bezwaren binnen de provincie Overijssel, zowel van de regionale en lokale overheden als van burgergroeperingen.
5
Wegtransport In het wegtransport worden de komende jaren grote veranderingen voorzien. Transport en Logistiek Nederland verwacht dat het al bestaande tekort aan beroepschauffeurs op de arbeidsmarkt de komende jaren fors zal toenemen, volgens onderzoek wellicht tot 58.000 chauffeurs in 2015. Dit wordt veroorzaakt door een nog toenemende vervoerbehoefte over de weg en een afnemende instroom vanuit het onderwijs (nu al merkbaar), onder gelijktijdige ontgroening en vergrijzing van deze beroepsbevolking. De veranderende arbeidsmarkt heeft gevolgen voor de wijze waarop het wegtransport in de komende decennia zal worden georganiseerd. De verwachting is dat de transportsector in toenemende mate hierop zal inspelen door gebruik te maken van zogenaamde LZV’s en door een grotere integratie met andere transportsystemen. Voor het wegvervoer liggen er nieuwe mogelijkheden in het voor- en natransport en in het gebruik van LZV’s op gebundelde corridors. Een voorwaarde is dat deze corridors in Europees verband daarvoor worden opengesteld. Voorwaarden Een efficiënt georganiseerde sector transport en logistiek in de regio Emmen-Coevorden kan hierop inspelen. Door samen met Twente een multimodaal aanbod aan de zeehavens en aan het Rijk te doen kan de regio Emmen-Coevorden een deel van de noordtak-voorziening op zich nemen. Aanwezige internationale weg- en spoorverbindingen kunnen daarvoor met relatief geringe investeringen optimaal worden benut. Hiervoor moet worden voldaan aan een aantal voorwaarden: a. Goederen kunnen tegen concurrerende prijzen via de regionale terminals worden overgeslagen. Volumes en frequentie zijn belangrijke voorwaarden voor het spoorvervoer. Met verladers en vervoerders in het wegtransport efficiënte worden circlelines opgezet en wordt chainsupply gerealiseerd in de vorm van warehousing, verpakken en ompakken, customs etc. Het Ondernemersplatform wordt uitgedaagd daar invulling aan te geven. b. De spoorinfrastructuur wordt aangepast, zodat er meer transportcapaciteit naar en van de regio ontstaat. De aanname is dat op basis van modal shift circa 10 goederentreinen dagelijks heen en terug op het baanvak richting Zwolle en 20 treinen heen en terug op het baanvak richting Duitsland moeten kunnen rijden. c. De rijksoverheid en de mainports nemen de regio Emmen-Coevorden met weg- en spoorachterlandverbindingen op in het kernnet.
5. Missie Dryport Emmen-Coevorden wil een bijdrage leveren aan a. het versterken van Nederlands leidende posititie als distributieland voor geheel Europa, b. het (inter)nationaal overheidsbeleid door meer over spoor en water te vervoeren, c. het verstevigen van de vestigingscondities voor bedrijven in de regio, d. het geven van een stimulans aan de regionale economie en werkgelegenheid. Dryport Emmen - Coevorden verwacht zo kansen te kunnen benutten die voortkomen uit de forse groei van de maritieme goederenstromen. Ook wordt daarbij ingespeeld op de door het Rijk en de mainports beoogde modal shift. Het uiteindelijke streven is meer banen en meer conjuncturele stabiliteit in de regio te creëren. Hiertoe werkt Dryport Emmen-Coevorden nauw samen met de zeehavens, verladers en vervoerders, het regionale bedrijfsleven en -overheden en neemt het deel aan Internationale samenwerkingsprojecten zoals Green Corridor, Marco Polo e.d.. Dryport Emmen-Coevorden richt zich nadrukkelijk op spoor- én wegvervoer. De aanwezigheid van een goed functionerend multimodaal vervoersysteem in de regio is een essentiële vestigingsfactor voor het bedrijfsleven.
6
In het bijzonder moet rekening worden gehouden met een toenemende behoefte van bedrijven zelf om uit een oogpunt van CO2- en kostenreductie meer over het spoor te vervoeren. Dit krijgt in de nabije toekomst een extra impuls door (stimulerings-)maatregelen van rijks- en europese overheden. Om in het groeiende spoorvervoer te kunnen voorzien zijn aanpassingen en verbeteringen in de infrastructuur noodzakelijk. Dryport Emmen-Coevorden heeft de afgelopen tijd vooral gelobbied om aandacht en medewerking te verkrijgen van spoorautoriteiten (Rijk, Prorail, provincie, SNN etc.) voor deze aanpassingen. Ook is gebruik gemaakt van netwerken om verladers te interesseren voor vervoer via de ETC-terminal. Dit heeft geresulteerd in een aanzienlijke toename van overslag, een belangrijk motief voor beslissers. Ondanks het modal shift beleid zal ook het wegvervoer nog toenemen als gevolg van de verwachte groei van goederenstromen. De capaciteit van de autoweg A37 en straks de in voorbereiding zijnde Autobahn tussen A31 en Cloppenburg (onderdeel van de E233) is ruim voldoende om de beoogde toename van het intenationale vrachtverkeer over de weg op te vangen. De toepassing van LZV’s (ofwel Ecocombi’s) biedt vervoerders mogelijkheden om met minder personeel (2:3) te kunnen voorzien in de vervoersbehoefte. De verwachting is dat het bedrijfsleven in toenemende mate gebruik zal gaan maken van dergelijke vervoermiddelen. Waarschijnlijk in eerste instantie schoorvoetend, omdat het extra investeringen vergt, extra eisen stelt aan de chauffeurs, ze nog maar beperkt ingezet kunnen worden in Nederland, nog niet internationaal ingezet kunnen worden en imagotechnisch nog slecht scoren bij het grote publiek. Deels zal een aantal vervoerders toch op korte termijn overstappen omdat zij door verladers behalve op kosten- ook op duurzaamheidsaspecten worden beoordeeld. Naar verwachting zullen echter niet de kosten- en de duurzaamheidsaspecten, maar de arbeidsmarkt op termijn een boost geven aan de inzet van LZV's.
6. Wijze van uitvoering Het Ondernemersplatform Dryport Emmen-Coevorden - zie ook het voorwoord - adviseert om uit te gaan van synchromodaliteit en • ketens in beeld te brengen, de plussen te bepalen en (ontbrekende) functies toe te voegen. • verbinding te zoeken met de Topsectoren;. • het logistieke DNA (agro en chemie) te bepalen, keuzes te maken en daarop de promotie en acquisitie te richten; • neer te zetten dat Dryport Emmen-Coevorden uniek is voor stakeholders en achterland; • werkenden in de regio mogelijkheden te bieden voor een hbo-kwalificatie vanuit mbo logistiek; • voor te sorteren op de EU-richtlijnen voor duurzame groei, ‘Grünes Wachstum’ . (Vanaf 2015 zijn footprint –rapportages verplicht en vanaf 2019 -certificering.) Om het wegtransport de mogelijkheid te bieden om mee te ontwikkelen binnen het Dryport-concept liggen de volgende opgaven voor: - ontwikkeling van circlelines voor- en natransport waardoor de regionale vervoersector over spoor en weg meer in elkaars verlengde kan functioneren - beïnvloeding nationale - en europese autoriteiten zodat LZV’s / Ecocombis kunnen worden toegelaten op de doorgaande corridor Randstad – Scandinavië via de regio Emmen-Coevorden (E233) - benutting van onze strategische ligging voor waardetoevoeging door overslag, opslag en omslag ten behoeve van het internationaal wegtransport binnen synchromodale vervoersoplossingen; in samenwerking met de havens van Amsterdam en Rotterdam nagaan op welke wijze daar invulling aan kan worden gegeven - onderzoek doen naar de mogelijkheden om RoRo-faciliteiten te ontwikkelen en aan te bieden
7
Op het spoorvak Zwolle-Coevorden-Emmen rijden dagelijks maximaal zes goederentreinen, waarvan 4 buiten spitsuren. Om toename naar minimaal tien treinen te faciliteren en aldus als Dryport binnen het internationaal transport te kunnen functioneren, zijn aanpassingen van het spoor nodig: - de passage bij Herfte moet worden aangepast - de spoorweg moet over de volle lengte worden verdubbeld. - op enkele locaties langs de lijn (aanvullende) geluidwerende voorzieningen Het spoor tussen Coevorden en Nordhorn is enkelbaans, bevat veel (onbeveiligde) overwegen en is niet geëlektrificeerd. Op dit moment rijden er 2 tot 6 goederentreinen per dag op deze route. De maximale snelheid is er 60 km/uur. Beperkte aanpassingen op het Duitse spoor zijn nodig om met gebruikmaking van aanwezige passeersporen ten hoogste 20 treinen dagelijks te laten passeren. Om als onderdeel van een transeuropees netwerk te kunnen functioneren moet deze lijn - worden aangepast voor e-locs en dus geëlectrificeerd, - deels worden verdubbeld, - en zullen de overgangen beveiligd moeten worden. Onderzoek is noodzakelijk om te bepalen of dit met het oog op kosten en knelpunten in woongebieden een gewenste optie is. Ook dient daarbij te worden nagegaan hoe een betere schakeling kan worden bereikt tussen het transport over de bestaande autoweg en het spoortransport
Indien het spoor naar Emmen-Coevorden als onderdeel van de beoogde oost-west corridor Randstad–Berlijn-Warschau en naar Scandinavië wordt ontwikkeld, moet gerekend worden op ten minste 40 en mogelijk zelfs 80 treinen per richting dagelijks, merendeels doorgaand. Dit kan niet zonder aanpassing of aanleg van nieuwe infrastructuur gerealiseerd worden, niet alleen om de gewenste capaciteit te verkrijgen, maar ook om de overlast voor de woonomgeving aanvaardbaar te houden. Hiervoor is steun van zowel de Nederlandse als de Duitse overheid nodig.
7. Projectdoelen Voor de voortgang van het Dryport-project worden de volgende doelen voorgesteld: gezamenlijke promotie, lobby en acquisitie, gericht op het aantrekken van maritieme, continentale en short-sea goederenstromen, met als oogmerk om in de periode tot 2015 een volumetoename van minimaal 6% te realiseren, het bevorderen van de modal shift: 20% spoor, <80% weg en 1 á 2 % binnenvaart, het acquireren van bedrijven passend bij het bedrijvenpotentiëel van de regio, het optimaliseren van de logistieke (harde en zachte) infrastructuur, het ontwikkelen van diensten op het gebied van logistiek, distributie, warehousing etc voor het (internationaal) goederentransport over weg, spoor en binnenwater.
8. Activiteiten De activiteiten die bij de voortgang van Dryport Emmen-Coevorden voor ogen staan, zullen onder meer gericht zijn op … lobby voeren om als Dryport Emmen Coevorden opgenomen te worden in het door de Topsector Logistiek beoogde logistieke kernnetwerk van mainports en achterlandregio’s; capaciteitsvergroting van de spoorverbindingen met Zwolle en met Rheine, zodat op de korte termijn ten minste 10 goederentreinen dagelijks van deze baanvakken gebruik kunnen maken; aanwijzing van spoor- en wegverbindingen door de regio Emmen-Coevorden als onderdeel van het Transeuropese netwerk;
8
-
op het toestaan van Langere en Zwaardere Vrachtautocombinatie (LZV), ook wel Ecocombies, Gigatrailers of Lang Lkw’s genoemd op de E233; opstelling MIRT-bidbook; uitbreiding en versterken van netwerken; door deelname aan relevantebeurzen, seminars e.d.; p.r. en promotie middels website, nieuwsbrieven, vaktijdschriften, social media e.d.; acquisitie op maritieme, short-sea en continentale goederenstromen; het binnenhalen van nieuwe bedrijven, met bijzondere aandacht voor chemie/kunststoffen en agro/food&feed; dienstverlenende bedrijvigheid; scholing en opleiding; samenwerking en -afspraken met mainports Rotterdam, Amsterdam, Bremen/Bremerhaven; samenwerking met Kreis Bentheim, Kreis Emsland en Kreis Cloppenburg betreffende de ontwikkeling van de infrastructuur; samenwerking met de Duitse GVZ-organisaties (GüterVerkehrZentren); samenwerking met de provincie Drenthe, de gemeenten Hoogeveen en Hardenberg en de Samtgemeinde Emlichheim; samenwerking met de Green Corridor-partners en de Stedenkring Zwolle-Emsland; realisering van een Dryport als hulpstructuur van de mainports; budgetverwerving voor activiteiten en eventuele investeringen; het realiseren van zogenaamde inland circle-lines ten behoeve van de vervoersregio EmmenCoevorden; optimalisering van de transportinfrastructuur (weg, spoor en water).
**) Acquisitie wordt gedaan door de beide gemeenten Emmen en Coevorden. Leads kunnen worden ingebracht door de kwartiermaker.
9. Organisatiemodel Publiek-private projectorganisatie Het voornemen om een dryport in de regio Emmen-Coevorden te ontwikkelen wordt gedragen door beide gemeenten en een groep van 12 logistiek georiënteerde bedrijven. Op 17 februari 2012 hebben ze deze ambitie in een gezamenlijke intentieverklaring vastgelegd. Dit houdt onder meer in: gezamenlijke promotie, lobby en acquisitie, gericht op het aantrekken van maritieme goederenstromen, het bevorderen van de modal shift, het acquireren van bedrijven en het optimaliseren van de logistieke (harde en zachte) infrastructuur. Om dit tot uitvoer te brengen is een georganiseerde samenwerking nodig, een publiek-private constructie, met als uitgangspunt dat de gemeenten enerzijds en de bedrijven anderzijds hierin ieder een eigen belang, rol en verantwoordelijkheid hebben. Daarom zijn afstemmingsgremia wenselijk, zowel op bestuurlijk als op strategisch adviserend niveau; met andere woorden een stuurgroep en een projectteam. De uitvoering van de gezamenlijke besluiten kan, gecoördineerd door het projectteam, bij verschillende partijen komen te liggen. De wijze van belangenbundeling van de bedrijven is uiteraard aan de bedrijven zelf, maar kan wellicht het beste worden georganiseerd in een coöperatieve vereniging. Deze rechtsvorm heeft als voordeel dat bedrijven zich gemakkelijk als lid van de vereniging kunnen aansluiten, de vereniging kunnen steunen d.m.v. een contributie en van de verenigingsdiensten gebruik kunnen maken door aan gezamenlijke activiteiten (studies, presentaties, voorzieningen, personele pools, opleidingen, certificeringen e.d.) deel te nemen. De belangrijke functionaris van kwartiermaker, die de contacten met de partijen in de zeehavens en de ministeries onderhoudt, is wellicht het beste in deze coöperatieve vereniging onder te brengen, omdat zijn diensten het meest in het verlengde van de bedrijfsbelangen liggen.
9
In het schema is de organisatie van de p.p.p.-samenwerking op het dryport-project weergegeven. Aandacht hierin voor de rol van de provincie Drenthe. Als partner in het dryport-project tot nog toe en als leadpartner van het annexe green-corridor-project, van waaruit een deel van de voortgang van het dryport-project gefinancierd zal worden, is het wenselijk dat de provincie in het Projectteam een adviserende rol krijgt. Grensoverschrijdend Een onderscheidend kenmerk van de Dryport Emmen-Coevorden is de ligging aan, deels zelfs over de grens. Het Europark Coevorden-Emlicheim en de Euroterminal Coevorden zijn immers grensoverschrijdend. Dit wordt nog eens versterkt door de formele Duitse status van GüterVerkehrsZentrum (GVZ) welke de ‘Wirtschaftsminister’ van Nedersaksen in de zomer van 2011 aan het Europark en de Euroterminal heeft verleend. Drie partijen, die als projectpartners betrokken zijn bij het Europark, hebben hierin een belangrijke ondersteunende rol gespeeld: de Samtgemeinde Emlichheim, de Kreis Grafschaft Bentheim en de Bentheimer abgeordente voor het CDU in de Nedersaksische Landestag, de heer Reinhold Hilbers, tevens voorzitter van de Aufsichtsrat (RvC) van de Bentheimer Eisenbahn. In deze grensligging en de nauwe samenwerking met de Duitse partners gaat de extra kracht van het project Dryport Emmen-Coevorden schuil. Niet alleen vanwege de belangrijke doorvoer naar het Duitse achterland, maar ook vanwege de groeiende oost-west-stromen . Deze kracht kan gemobiliseerd worden door de Duitse partners in de organisatieopzet van Dryport Emmen-Coevorden te betrekken.
10
Het voorstel is de heer Hilbers te vragen voor de Stuurgroep en de Samtgemeinde Emlichheim voor het projectteam. Overlegpartners en adviesraad De stuurgroep en het projectteam zullen contacten moeten onderhouden met diverse partijen die invloed hebben op het landsbrede dryport-concept en de hiervoor benodigde infrastructuur. De belangrijkste is het GOLD-verband *) waarin vijf dryport- c.q. blueportorganisaties, waaronder Emmen-Coevorden, samenwerken om hun belangen te bepleiten bij de minister en havenorganisaties. Het overleg binnen GOLD-verband moet nog gestructureerd worden. Ook met het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, waarin de lobby voor de ontwikkeling van de topsectoren in het noorden is gebundeld, zal contact moeten worden onderhouden. Andere belangrijke gesprekspartners zijn kennisinstituten als de Stenden Hogeschool en de Erasmus Universiteit en de belangenorganisaties voor de logistieke branche, zoals EVO, TLN en Schuttevaer. Overwogen wordt een adviesraad met vertegenwoordigers van overlegpartners in te stellen. De stuurgroep beslist over de samenstelling. urgroep
11
10. Exploitatierekening projectorganisatie Dryport Emmen - Coevorden per 1 april 2012
2012
2013
2014
Begroting op jaarbasis : Kwartiermaker (46 weken/jaar)
€
40.000,00
€
110.400,00
€ 110.400,00
Projectmanagement
€
27.000,00
€
73.600,00
€
73.600,00
Secretariële ondersteuning
€
3.000,00
€
8.000,00
€
8.000,00
Communicatiemedewerker
€
2.000,00
€
5.000,00
€
5.000,00
Financiëel medewerker
€
1.000,00
€
2.500,00
€
2.500,00
Huur kantoorruimte
€
2.000,00
€
5.000,00
€
5.000,00
Bureaukosten
€
2.000,00
€
5.000,00
€
5.000,00
Promotie en communicatie:Website, nwsbrief, beursen e.d.
€
10.000,00
€
35.000,00
€
35.000,00
Onderzoek, studies e.d.
€
10.000,00
€
22.000,00
€
22.000,00
€
97.000,00
€
266.500,00
€
40.000,00
€
80.000,00
€
50.000,00
€
50.000,00
€ 266.500,00
Af: subsidies, overschotten en donaties Uit Interregbudget Green Corridor Te verwerven subsidies: Marco Polo e.d.
€
€
20.000,00
€
57.000,00
-
€
156.500,00
Emmen (beleidsadviseur)
€
12.000,00
€
36.800,00
€
36.800,00
Coevorden (beleidsadviseur)
€
12.000,00
€
36.800,00
€
36.800,00
Europark (Coevorden & Emlichheim) secretaresse
€
3.000,00
€
8.000,00
€
8.000,00
Bijdrage ondernemersplatform of coöperatieve vereniging
€
30.000,00 €
75.000,00
€
75.000,00
€
156.600,00
€ 156.500,00
Voorstel kostendekking (in natura en valuta)
Coöperatieve vereniging
€ Totaal opbrengsten
€
57.000,00
€ 156.600,00
13