EM nr. 04 14 ’
Ergotherapie Magazine - jaargang 42 - juni 2014
Ergotherapeuten Maxime Delhez en Elise Draijer: “Niet lullen maar poetsen” Even voorstellen: De leden van de raad van toezicht Arthur Warmer van de FBZ: “Laat horen wat jullie nodig hebben”
Overweegt u zich zelfstandig te vestigen?
Kom naar de Startersdag voor ergotherapeuten! Met diverse interessante workshops
Evidence Based Practice MSc/Drs START 13E ACADEMISCH JAAR SEPTEMBER 2014
Wanneer:
21 juni van 10:00 tot 17:00
Locatie:
Gebouw ‘t Hart, Ortheliuslaan 750 Utrecht
Tweejarige universitaire deeltijd masteropleiding tot klinisch epidemioloog (medisch wetenschappelijk onderzoeker) voor medici, paramedici, verpleegkundigen en verloskundigen
Kosten:
Bridging healthcare and science
Aanmelden: www.ergotherapie.nl*
■
■
■ ■
een eersteklas carrièrestap als startpunt naar een hoog wetenschappelijk niveau modern en actueel onderwijs met een multidisciplinaire benadering (inter)nationaal gerespecteerd en NVAO-geaccrediteerd locatie Faculteit der Geneeskunde - AMC
Voor contact, voorlichtingsdata, informatie en aanmelding:
www.amc.nl/masterebp
Leden
€25,-
Niet-leden: €50,-
*Vergeet niet uw voorkeur voor de workshops in het middagprogramma aan te geven.
Voorwoord
Druk, druk, druk Wat een drukte bij Ergotherapie Nederland! De regiobijeenkomsten en de ALV zijn geweest, de nieuwe website is in de lucht, de Support beurs achter de rug, de Startersdag is gepland en ook de voorbereidingen voor het Ergotherapie Jaarcongres zijn alweer in volle gang. Ook gaan we weer deelnemen aan een aantal liever thuis! beurzen en de Domotica beurs van Smart Homes in Eindhoven. Binnen het kantoor wordt de ene na de andere vergadering van commissies en werkgroepen gehouden en de REN-commissies gaan ook van start. Er komen nog meer mooie dingen aan, zoals de uitgave van de twee nieuwe profielen Hand-ergotherapie en Kinderergotherapie. Daarnaast is een publiekscampagne in voorbereiding. Inmiddels is dit alweer Ergotherapie Magazine nummer 4 van dit jaar. We zijn op de helft. In deze editie weer mooie artikelen, zoals deel 3 van de serie over zelfmanagement (deel 4 komt na de zomer) en ook een interview met Arthur Warmer van de FBZ. Veel ergotherapeuten die in de tweede lijn werkzaam zijn weten niet dat Ergotherapie Nederland voor hen ook als vakbond werkt en mede verantwoordelijk is voor nieuwe cao’s. Ergotherapie Nederland doet de onderhandelingen over die cao’s niet zelf. Dat doet de FBZ, de Federatie van Beroepsorganisaties in de Zorg waar 20 verenigingen als Ergotherapie Nederland bij zijn aangesloten en waar bestuurder Theo van der Bom plaats heeft in het dagelijks bestuur. Arthur is namens FBZ onderhandelaar voor goede cao’s. Een gedreven man die zich keihard inzet voor óók alle ergotherapeuten. In het komende nummer zullen we alvast aandacht besteden aan het Jaarcongres, want binnenkort opent de voorinschrijving al. Ergotherapie Magazine nummer 6 wordt het congresnummer. In dat nummer zal heel veel aandacht zijn voor het programma. Ik kan alvast verklappen dat Tweede Kamerlid Otwin van Dijk, we interviewden hem voor Magazine nummer 3, één van de keynote sprekers zal zijn. Kortom, genoeg te doen. En dat doen we graag! Wat erg stimuleert is de mooie respons en de groei van het ledenaantal. Tijdens de Support beurs mochten we weer 17 nieuwe leden noteren! Arne van Os van den Abeelen, hoofdredacteur Reageren? Mail naar:
[email protected] Ook te vinden op Twitter en LinkedIn
-3-
COLOFON Ergotherapie Magazine is het officiële orgaan van Ergotherapie Nederland. Het magazine verschijnt 8 keer per jaar. 42e jaargang, nummer 4, juni 2014 Uitgever, hoofdredacteur en coördinatie Arne van Os van den Abeelen, Ergotherapie Nederland Eindredactie en vormgeving
Inzending Artikelen
De Vormstrateeg, ’s-Hertogenbosch www.vormstrateeg.nl Redactie Maxime Delhez, Allard Gerretsen, Ellen Domhof Redactiesecretariaat Jeanette Roon
De redactie van Ergotherapie Magazine nodigt u graag uit om artikelen in te zenden. Vakinhoudelijke, wetenschappe-
Redactieadres
lijke, interessante en relevante artikelen plaatsen we graag.
Redactie Ergotherapie Magazine
Plaatsing is echter niet gegarandeerd en verloopt volgens
Orteliuslaan 750, 3528 BB Utrecht
een vaste procedure. Voorstellen voor artikelen worden vrij-
T 030 262 83 56
wel altijd beantwoord met het verzoek het artikel te schrij-
E
[email protected]
ven en in te dienen. Na inzending wordt door de redactie bepaald of het artikel over voldoende kwaliteit voor plaat-
Drukker
sing beschikt.
Drukkerij Ten Brink Postbus 41, 7940 AA Meppel
Op www.ergotherapie.nl vindt u de richtlijnen voor het
www.tenbrink-meppel.nl
schrijven van een artikel. Deze richtlijnen gelden ook voor de vaste rubrieken. Artikelen kunnen worden gestuurd naar
Advertentieverkoop
[email protected].
Recent
Contactpersoon: Joop Slor
Door ergotherapeuten geschreven en door de redactie posi-
Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam
tief beoordeelde artikelen worden geaccrediteerd met 15
www.recent.nl
punten.
T 020 330 89 98
E
[email protected]
Inzenden: Vermeld bij een artikel uw naam, beroep, functie en waar
Abonnementen
deze functie wordt uitgeoefend. Daarnaast verzoeken wij ook
Voor leden maakt een abonnement op Ergotherapie Maga-
van minstens één auteur het mailadres en telefoonnummer
zine deel uit van het lidmaatschap. De abonnementsprijs
te noteren, zodat wij altijd iemand kunnen bereiken.
voor niet-leden bedraagt € 82,50 per jaar. Abonnees in het buitenland betalen € 97,50 per jaar. Abonnementen worden aangegaan voor een periode van een jaar en automatisch verlengd. Opzegging dient te gebeuren voor 1 november van het volgende kalender jaar. Conform recent gewijzigde wetgeving zijn abonnementen na de automatische verlenging per maand opzegbaar. Auteursrecht Artikelen mogen alleen worden overgenomen en/of vermenigvuldigd, op welke wijze dan ook, na schriftelijke toestemming van de uitgever en met bronvermelding.
Inhoud 03 Voorwoord | hoofdredacteur Arne van Os van den Abeelen 06 Kort nieuws 08 Portret | Maxime Delhez en Elise Draijer: “Niet lullen maar poetsen” 13 Column | Theo van der Bom 14 Zelfmanagement | Wisselwerking tussen de cliënt en de zorgverlener 22 Kinderergotherapie | Nieuwe opdrachtgevers voor de kinderergotherapeut 26
Werkconferentie | “Samen naar een glansrijke toekomst”
28 Beleid | Even voorstellen: de leden van de raad van toezicht 32 Vakbond | Arthur Warmer: “Laat horen wat jullie nodig hebben”
08
22
32
Niet lullen maar poetsen. Die Rotterdamse
Diverse maatschappelijke ontwikkelingen
De Federatie van Beroepsorganisaties in de
mentaliteit delen Maxime Delhez en Elise
zorgen dat de opdrachtgevers door de tijd
Zorg voert al jaren de cao-onderhandelin-
Draijer, ergotherapeuten van afdeling 2
veranderen. Voor kinderergotherapeuten
gen met werkgevers voor zorgprofessionals.
van revalidatiecentrum Rijndam in Rotter-
betekent dit dat er nieuwe opdrachtgevers
Daarnaast zet ze zich actief in voor bemid-
dam, een klinische afdeling met veertig bed-
ontstaan. In dit artikel worden de twee
deling van werk naar werk, na ontslag of
den en zes ergotherapeuten. “We zijn heel
maatschappelijke ontwikkelingen Passend
reorganisatie. Arthur Warmer, cao-onder-
direct, we zeggen wat we denken.”
Onderwijs en Transitie Jeugdzorg toegelicht
handelaar, over een vakbond die in de luwte
en worden handvatten gegeven wat kinder
opereert.
ergotherapeuten nú kunnen ondernemen.
-5-
kort nieuws
Onderzoek naar kosteneffectiviteit ergotherapie Ergotherapie Nederland en SEO Economisch Onderzoek nodigen ergotherapeuten uit om deel te nemen aan een discussiegroep waarin de onderzoekers van SEO vragen zullen stellen over de behandeling door de ergotherapeut. Bijvoorbeeld over hoe de behandeling precies verloopt, welke behandeldoelen worden gesteld en worden deze ook behaald? De antwoorden dienen als input voor een onderzoek naar de kosteneffectiviteit van ergotherapie dat SEO Economisch Onderzoek uitvoert in opdracht van Ergotherapie Nederland. Het doel van het onderzoek is om de meerwaarde van ergotherapie in Nederland in kaart te brengen voor een aantal nader te bepalen behandelingen. Op basis van wetenschappelijke literatuur worden effecten van ergotherapie (hogere kwaliteit van leven, hogere zelfredzaamheid etc.) vertaald in financiële baten. Tot deze baten behoren niet alleen gezondheidswinst, maar bijvoorbeeld ook verlaging van overige zorgkosten en een verhoging van het aantal gewerkte uren. Het resultaat van het onderzoek is een uitspraak over het rendement van behandeling door de ergotherapeut: voor elke euro die wordt gespendeerd aan ergotherapie krijgt de maatschappij een x aantal euro terug. Leden van Ergotherapie Nederland kunnen zich aanmelden voor de discussiegroep door een mail te sturen naar
[email protected] met vermelding ‘discussiegroep SEO’. Deelnemers zullen vervolgens zo snel mogelijk op de hoogte worden gesteld waar en wanneer de bijeenkomst plaats zal vinden. Details van het programma en een vragenlijst van de onderzoekers van SEO Economisch Onderzoek worden toegestuurd in de week voor de bijeenkomst. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Robert Scholte en Marloes Lammers van SEO Economisch Onderzoek.
Vier miljoen voor innovatietraject mantelzorg Vilans en Movisie gaan zorgaanbieders begeleiden in de samenwerking met en ondersteuning van mantelzorgers. Onder de noemer ‘In voor Mantelzorg’ willen de twee kenniscentra in totaal tachtig organisaties bereiken. Het ministerie van VWS trekt vier miljoen euro uit voor het programma. ‘In voor Mantelzorg’ richt zich op zorgaanbieders in de ouderen- en gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, ziekenhuizen en revalidatiecentra, thuiszorg en eerstelijnszorg. Deelnemers aan het programma kunnen een innovatietraject volgen, waarin ze concrete maatwerkadviezen krijgen over hoe zij mantelzorgers beter kunnen ondersteunen en hoe ze de samenwerking tussen beroepskrachten en mantelzorgers kunnen verbeteren. Webinars De kennis die in deze trajecten wordt opgedaan, verspreidt ‘In voor Mantelzorg’ via onder andere webinars, zodat de gehele zorgsector van de ervaringen kan profiteren. Ook komt er een campagne om zorgmedewerkers op te leiden tot ambassadeurs die op inspirerende wijze met mantelzorgers in hun organisatie aan de slag gaan. Motie Met de vier miljoen euro die het ministerie van VWS voor het programma uittrekt, voert het kabinet de motie uit die SGPTweede Kamerlid Van der Staaij in oktober vorig jaar indiende. Hierin pleitte hij voor extra ondersteuning van mantelzorgers en ondersteuning van gemeenten en werkgevers. Gemeenten krijgen eveneens een financiële impuls waarmee ze met hun maatschappelijke organisaties en zorgaanbieders gebruik kunnen maken van het programma. Innovatie ‘In voor Mantelzorg’ volgt de werkwijze van het programma ‘In voor zorg!’ van Vilans en VWS, waarin zorgaanbieders de mogelijkheid krijgen om innovatieve trajecten te implementeren voor het maken van een professionaliseringsslag.
-6-
Ergotherapie Magazine 4 • 2014
kort nieuws
Startersdag voor ergotherapeuten Op zaterdag 21 juni organiseert Ergotherapie Nederland in samenwerking met de VvAA een Startersdag voor ergotherapeuten die overwegen om zich zelfstandig te vestigen. Het ochtendprogramma is plenair, tijdens de lunch is er een informatiemarkt en in de middag kan gekozen worden uit een aanbod van diverse interessante workshops. Programma 10.00-10.30: Ontvangst met koffie en thee 10.30-10.40: Opening door Arne van Os van den Abeelen (Ergotherapie Nederland) 10.40-12.00: Plenair programma: Wat komt er kijken bij het starten van een eigen praktijk? Yvonne Lacroix en Peter Rakké, bedrijfskundig adviseurs bij VvAA 12.00-13.00: Lunch en informatiemarkt 13.15-14.50: Keuzeprogramma workshops (zie www.ergotherapie.nl) De workshops duren 50 minuten en tussendoor is 10 minuten pauze 14.50-15.00: Afsluiting door Monique Theunissen (VvAA) 15.00-15.30: Afsluitende borrel Cursusdata en locatie De Startersdag vindt plaats op zaterdag 21 juni van 10.00 tot 17.00 uur. De locatie is gebouw ’t Hart (de gezamenlijke huisvesting van Ergotherapie Nederland en VvAA), Orteliuslaan 750 te Utrecht. Accreditatie: Is aangevraagd. Kosten: Leden: €25,- Niet-leden: €50,- Lunch en naslagwerk zijn inbegrepen. Bewijs van deelname: Deelnemers ontvangen na afloop een bewijs van deelname. Aanmelden: U kunt via www.ergotherapie.nl inschrijven voor de Startersdag voor ergotherapeuten. Vergeet niet uw voorkeur voor de workshops in het middagprogramma aan te geven. Meer info over de invulling van het middagprogramma vindt u ook op de website.
Omgaan met onbegrepen gedrag bij dementie Ergotherapeuten die werkzaam zijn binnen de verstandelijk gehandicaptenzorg en meer met hun vak willen doen, kunnen zich nu aansluiten bij het landelijk netwerk Ergotherapie VG. Dit is een overkoepelend netwerk voor ergotherapeuten die in deze sector werkzaam zijn. Het netwerk is onderdeel van Ergotherapie Nederland en beoogt een verdere professionalisering van ergotherapie binnen de verstandelijk gehandicaptenzorg om hiermee de kwaliteit van de dienstverlening in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking te blijven verbeteren. Het landelijk netwerk vergadert drie avonden per jaar bij Ergotherapie Nederland in Utrecht. Voorwaarde voor deelname is het lidmaatschap van Ergotherapie Nederland. Voor meer informatie en aanmelden:
[email protected].
Stageplaatsen gezocht Door alle veranderingen binnen de gezondheidszorg nemen stageplaatsen voor ergotherapie eerder af dan toe. Dat is vervelend, voor zowel de studenten, de opleidingen, als ook de beroepsvereniging. Sommige studenten hebben het effect daarvan gemerkt doordat zij hun opleidingstraject hebben moeten aanpassen. Zowel de opleidingen als Ergotherapie Nederland maken zich ernstig zorgen over het ontoereikende aanbod aan stageplaatsen. Heeft u een stageplaats beschikbaar of ziet u kans een stageplaats te creëren, dan kunt u deze melden bij de stagecoördinatoren van de vier hogescholen: Zuyd Hogeschool, HAN, HRO en HVA. Voor de adressen zie: www.ergotherapie.nl.
-7-
Portret
Ergotherapeuten Maxime Delhez en Elise Draijer weten van aanpakken
Niet lullen maar poetsen Tekst: Michel van Dijk Fotografie: Frank Groeliken
Een hechte band opbouwen met de cliënten, zien hoe snel ze vooruit kunnen gaan, hun zelfwaardering zien groeien, het zijn slechts enkele redenen waarom Maxime Delhez en Elise Draijer, ergo-
de douche kan, of zijn bood-
therapeuten van de afdeling Neurorevalidatie van Rijndam Revalidatiecentrum in Rotterdam, zo
schappen weer kan doen.” Elise
van hun werk houden. Een portret van de ergotherapie op een afdeling neurorevalidatie.
vult aan: “Onze doelen zijn breed. Ze worden bepaald door
Niet lullen maar poetsen. Die Rotterdamse mentaliteit delen
wat de cliënt nodig heeft. Ons
Maxime Delhez en Elise Draijer, ergotherapeuten van afde-
eerste doel is echter om te onderzoeken of hij naar huis kan,
ling 2 van revalidatiecentrum Rijndam in Rotterdam, een
en veilig en zelfstandig thuis kan functioneren. Genezen is
klinische afdeling met veertig bedden en zes ergotherapeu-
niet ons doel, dat hebben we niet in de hand.”
“Ik geniet ervan dat je cliënten zo snel vooruit ziet gaan in de klinische setting. Je ziet daardoor ook hun zelfwaardering toenemen.”
-8-
ten. “We zijn heel direct, we zeggen wat we denken,” lacht
Behoefte van de cliënt
Maxime. “Dat moet ook wel, want zo zijn de cliënten hier
Er zijn namelijk twee soorten herstel in de neurorevalidatie,
ook. Het zijn echte Rotterdammers, die zeggen meteen
legt Maxime uit. “Een deel van het herstel is het gevolg van
waar het op staat. Als je daar niet tegen kunt, heb je een
de intensieve revalidatie. Cliënten zijn klinisch opgenomen
probleem.” Niet lullen, maar poetsen, het past bij de aan-
en krijgen vijf dagen per week therapie, waarvan zo’n drie
pakmentaliteit van het werken op een klinische revalidatie-
uur ergotherapie. De inhoud van de therapie hangt af van de
afdeling. Elise: “We werken op de afdeling Neurorevalidatie,
behoefte van de cliënt. Dat is leidend.” Elise geeft een voor-
waar we cliënten met niet-aangeboren hersenletsel (NAH)
beeld: “Ik had pas geleden een man in behandeling met ern-
zien. Dat zijn cliënten met hersenbloedingen, hersentumo-
stige cognitieve problemen. Hij vond het niet nodig om weer
ren, maar ook cliënten met ernstig trauma na een ongeval.”
te leren douchen, daar regelde hij wel thuiszorg voor. Hij wilde
Maxime: “Onze voornaamste taak is dan om ervoor te zor-
vooral kunnen lopen. We zijn de training om zelfstandig te
gen dat iemand de basisvaardigheden weer onder de knie
kunnen douchen dus gestopt en hebben de focus verlegd naar
krijgt. Bijvoorbeeld dat een cliënt veilig en zelfstandig onder
het lopen. We willen zoveel mogelijk cliëntgericht werken.”
Ergotherapie Magazine 4 • 2014
-9-
Naast herstel door de training is er ook spontaan herstel.
“Bovendien kun je op de afdeling altijd een therapeut aan-
Maxime: “Dat kunnen we niet beïnvloeden, en de mate van
schieten,” vult Maxime aan. “Het bijzondere van Rijndam
dat herstel verschilt per cliënt.” Elise: “Ik behandel een cli-
is namelijk dat verblijf en behandeling op dezelfde afdeling
ënt bij wie dat spontane herstel zo snel verloopt, dat we dat
plaatsvinden. Op dezelfde plek waar cliënten koffie drinken,
nauwelijks kunnen bijhouden. Toen hij binnenkwam, wist hij
de krant lezen, bezoek ontvangen, vindt ook de therapie
niet hoe hij zijn T-shirt moest aan- of uittrekken. Nu ben ik
plaats.” Elise: “De lijnen zijn daardoor kort. We zien de cli-
met hem aan het koken en doet hij overal aan mee. Zo’n
ënten de hele dag, en kunnen hun vooruitgang goed volgen.
progressie kun je van tevoren niet voorspellen.”
Daarnaast zien we de interventies van de andere therapeuten, doordat we vaak met meerdere therapeuten in dezelfde
Cruciale maanden voor herstel
oefenzaal aan het werk zijn. Ik zie dan wat de fysiotherapeut
De meeste cliënten komen vanuit het ziekenhuis naar Rijn-
doet met cliënten die ik in behandeling heb. Daardoor weet
dam, als tussenstation op weg naar huis. Maxime: “Ze ver-
ik niet alleen hoe ze bij mij functioneren, maar ook hoe ze
blijven hier twee tot drie maanden. Dat is een belangrijke
het bij andere therapeuten doen.”
periode, want het meeste herstel treedt op in de eerste drie maanden na het begin van ziekte of trauma. Dat weten we
“Ik maak regelmatig gebruik van de interventies van andere
uit de literatuur. Dat zijn dus cruciale maanden voor de kan-
therapeuten,” reageert Maxime. “Pas geleden vroeg ik de
sen op herstel van de cliënt. Daarna gaan ze naar huis, maar
fysiotherapeut of ik de loopoefeningen die hij gaf aan een
kan het herstel zich nog wel verder doorzetten. De meeste
cliënt, kon toepassen in mijn kooktraining met diezelfde cliënt. Zo versterken we elkaars
“Je hebt in de neurorevalidatie veel
behandelingen. Voor de cliënten is dat winst.” Elise: “We hebben daardoor veel overleg
tijd nodig om cliënten te trainen
in de wandelgangen. Dat kan omdat we allemaal op dezelfde afdeling werken: de logopedist,
in meer zelfredzaamheid. Met tien
de neuropsycholoog, de arts, de verpleegkundige, de ergotherapeut enz. We hoeven niet naar
uur eerstelijnsergotherapie per jaar
een ander deel van het gebouw voor afstemming met andere disciplines, maar kunnen elkaar
lukt dat niet.”
snel vinden. We zijn daardoor geen eilandjes, maar werken als één team rondom de cliënt.”
cliënten bereiken het plafond van hun mogelijkheden pas na
Gebrek aan ziekte-inzicht
één à anderhalf jaar.”
Naast het behandelen van fysieke problemen, richt een groot deel van de neurorevalidatie zich op de aanpak van de cogni-
Dat betekent dat er na de klinische opname nog een intensief
tieve stoornissen. Elise: “Onze cliënten worstelen met cog-
nazorgtraject nodig is vanuit polikliniek of eerstelijnszorg.
nitieve problemen. Neem een cliënt met een neglect voor
Elise: “Aan het eind van de klinische revalidatie zeg ik daarom
links. Die eet alleen de groenten en aardappels die rechts
altijd tegen cliënten: “Nu gaat het pas beginnen.” Op de afde-
op zijn bord liggen, maar hij ziet niet het vlees dat links op
ling heb je een vaste structuur, dingen zijn voor je geregeld,
zijn bord ligt.” Maxime: “Dat is een aandachtsprobleem, net
het ontbijt staat klaar, er is een dagprogramma. Thuis is dat
zoals we cliënten hebben die hun aandacht niet over meer-
allemaal anders. Dan moet je zelf je weg vinden.”
dere dingen tegelijk kunnen verdelen. Dat is problematisch als iemand naar huis gaat. Stel dat hij thuis aan het koken
- 10 -
Ergotherapie Magazine 4 • 2014
is en de bel gaat. Dan moet hij kunnen bedenken: “Als ik nu
nen, vooruitdenken, organiseren, dat zijn complexe vaardig-
wegloop om de deur open te doen, staan er drie pannen op
heden die je nodig hebt om zelfstandig te kunnen wonen.
het vuur. Laat ik die even uitzetten.” Cliënten kunnen dat niet
Dan wordt het er niet makkelijker op als een cliënt zegt:
vanzelf bedenken, we trainen ze daarin op de afdeling.”
‘Met mij is niets aan de hand, ik kan gewoon naar huis.’” In het ergste geval kan dat ertoe leiden dat een cliënt tegen
De diagnostische fase vormt voor Elise en Maxime het start-
advies van het behandelteam in besluit om naar huis te
punt om te weten waarin ze hun cliënten moeten trainen.
gaan. Elise: “Soms gebeurt dat, want cliënten zijn vrijwil-
Maxime: “De eerste twee weken van de opname observeren
lig opgenomen. Gelukkig komt het weinig voor. Als het ons
we continu hoe iemand functioneert. Hoe verloopt het was-
niet lukt om een cliënt ervan te overtuigen dat hij revalidatie
sen en aankleden, hoe voert iemand een opdracht achter de
nodig heeft, is er meestal nog de familie die dat wel kan. Dat
computer uit?” Elise beaamt: “We brengen in kaart wat er
helpt meestal wel.”
aan de hand is met de cliënt. Wat gaat er mis, maar ook: wat gaat er goed? Wat kan hij nog leren, hoe snel leert hij? Pakt hij
Meeloopdagen
slechts één van mijn instructies op of onthoudt hij er meer?
Vandaar dat het revalidatieteam de familie van de cliënt vanaf
Dat is belangrijke informatie voor onze verdere interventies.”
het begin betrekt bij het behandeltraject. Maxime: “De partner of kinderen zijn bij de eerste kennismaking aanwezig, en
Wat daarbij lastig is, is dat cliënten nogal eens moeite heb-
we nodigen ze ook uit voor onze meeloopdagen. Ze krijgen
ben om goed in te schatten wat ze wel en niet kunnen.
daardoor een goede indruk van het behandelprogramma van
Maxime: “Ze overschatten zichzelf vaak. Ze vinden dan bij-
de cliënt. Daarnaast geven we uitleg en trainen we hen om
voorbeeld dat ze prima kunnen koken of kunnen deelnemen
ondersteunende taken op zich te nemen, op het moment dat
aan het verkeer, terwijl hun omgeving weet dat dat niet zo
de cliënt weer naar huis gaat. Denk aan de transfer van de
is.” Elise: “Dat gebrek aan ziekte-inzicht komt voort uit het
auto naar de voordeur, of van de stoel naar het toilet. Het is
niet-aangeboren hersenletsel. Persoonlijk vind ik dat het
prettig als de partner, de kinderen, maar ook de buurvrouw,
moeilijkste onderdeel van de neurorevalidatie. Je wilt men-
de cliënt daarbij kunnen helpen.” “Het contact met familie of
sen verder helpen, maar ze zien zelf niet wat er mis is. Dat
vrienden geeft ons ook veel informatie over de thuissituatie
moeten wij hen duidelijk maken. Want ze moeten wel straks
van de cliënt,” zegt Elise. “Cliënten kunnen dat zelf soms
veilig naar huis kunnen. En thuis wordt er meer van hun
niet goed meer vertellen, denk aan cliënten met afasie, of ze
cognitieve vermogens gevraagd dan op de afdeling. Plan-
schetsen een mooier beeld van wat ze nog allemaal kunnen,
- 11 -
dan in werkelijkheid het geval is. De informatie van de omge-
Meer uren eerstelijnsergotherapie
ving helpt ons dan om een betere indruk te krijgen van wat
Hoe zien ze de toekomst van de ergotherapeuten en de reva-
de cliënt nog wel en niet kan.”
lidatie? Elise: “Voor de kliniek verwacht ik weinig veranderingen. Men wil de opnameduur verder verkorten, maar korter
Maxime: “We maken in onze training op de afdeling ook
dan twee, drie maanden is eigenlijk niet mogelijk. Dat gaat
gebruik van die informatie. We sluiten bijvoorbeeld aan bij
ten koste van de kwaliteit van zorg. En de opnameduur bij
wat een cliënt thuis gewend is. Als iemand gewend is zich
ons is al korter dan bij de meeste andere revalidatiecentra.”
eerst te scheren en dan pas te douchen, dan doen we dat op de afdeling ook zo. We volgen zoveel mogelijk de gewoontes
“Ik verwacht dat er meer zorg gaat naar de eerstelijn,” rea-
van de cliënt.”
geert Maxime. “Ik vind dat positief, omdat je cliënten dan meer in hun thuissituatie kunt observeren. Maar ik ben tege-
Zelfwaardering
lijkertijd huiverig voor het verlies aan expertise over neuro-
Om een betere indruk te krijgen van die gewoontes, maar
revalidatie. Elise heeft bijvoorbeeld de opleiding cognitieve
ook om te zien hoe iemand thuis functioneert, organiseren
revalidatietherapeut (CP-CRT-ergotherapeut) gedaan, ik ga
de ergotherapeuten ook huisbezoeken. Maxime: “We doen
die binnenkort ook volgen, maar er zijn nog niet veel eerste-
dat niet bij iedere cliënt, maar soms kan het nuttig zijn. Bij-
lijnsergotherapeuten met die competentie. Daar is scholing
voorbeeld als de training op de afdeling niet veel meer ople-
voor nodig, én meer cliënten in de eerstelijn, om de geleerde
vert, of als we er niet goed achterkomen wat iemand nu wel
kennis te kunnen toepassen. En ik ben bang dat de lijnen
of niet kan. Dan blijkt bijvoorbeeld dat iemand thuis nog
langer zullen worden. Je werkt als eerstelijnsergotherapeut
prima kan koken, terwijl dat in een andere, ‘nieuwe’ keuken
niet in één behandelteam rond de cliënt. De kracht van onze
niet wil lukken.”
afdeling is het teamwork. Het wordt een uitdaging om dat in de eerstelijn goed te organiseren.”
Ook om te inventariseren welke aanpassingen er nodig zijn, kan een huisbezoek nuttig zijn. Elise: “We gaan dan met de
Elise is eveneens positief over de verschuiving van zorg naar
cliënt samen naar zijn woning. We kijken dan of er een dou-
de eerstelijn, maar op voorwaarde dat er meer uren voor de
chezitje nodig is, of dat we drempels moeten verwijderen
eerstelijnsergotherapeuten komen van de zorgverzekeraars.
waar hij met zijn rolstoel niet overheen zou komen. Het is
“Je hebt in de neurorevalidatie veel tijd nodig om cliënten te
belangrijk dat we dat goed regelen, anders kan de cliënt niet
trainen in meer zelfredzaamheid. Met tien uur eerstelijnser-
zelfstandig thuis wonen.”
gotherapie per jaar lukt dat niet. Er moeten dus uren bijkomen. Pas dan kan neurorevalidatie in de eerstelijn succesvol
Ja ze houden van hun werk. Maxime: “Ik vind het fantastisch dat je zo’n hechte band opbouwt met cliënten. Ik beschouw dat als een blijk van waardering. Het betekent dat cliënten me vertrouwen, en dat ik mijn werk goed doe. En ik geniet ervan dat je cliënten zo snel vooruit ziet gaan in de klinische setting. Je ziet daardoor ook hun zelfwaardering toenemen.” Elise knikt: “Sommige cliënten voelen zich doodongelukkig dat ze niet meer zelfstandig naar het toilet kunnen. Het is dan fijn als je ervoor kunt zorgen dat ze dat weer wel kunnen. Zelf geniet ik ervan om succesjes te behalen waar je een lange adem voor nodig hebt. Soms ben ik drie maanden bezig voordat iemand zijn T-shirt weer kan aantrekken. Dat is iets kleins, maar de cliënt is er blij om. Daar doe ik het voor.”
- 12 -
Ergotherapie Magazine 4 • 2014
zijn.”
Column
De ergotherapeut als hulpmiddelenexpert?! Van 7 tot en met 10 mei vond de
door bijvoorbeeld functieverschuivingen andere zorgverle-
tweejaarlijkse Support beurs weer
ners de taak krijgen hulpmiddelen aan te meten terwijl deze
plaats in de Jaarbeurs in Utrecht.
de noodzakelijke competenties missen (en alsnog de vraag
Deze beurs laat de nieuwste en
bij de ergotherapeut komt!).
meest innovatieve hulp middelen zien die je maar kunt bedenken.
Ik vraag me af hoe het nu zo is gekomen dat deze expertise
Rolstoelen in alle soorten en
schijnbaar wat minder aandacht krijgt. Is er vroeger juist te
maten, diverse varianten bedden, douche- en badmogelijk-
veel accent op deze activiteiten gelegd? Is het als minder-
heden te kust en te keur, veel soorten armondersteunings-
waardig ervaren? Ik ben benieuwd en ik heb me voorgeno-
apparatuur, enzovoorts, enzovoorts. De Support beurs is de
men daar toch eens wat meer onderzoek naar te doen.
grootste in de Benelux. Bezoekers zijn mensen met fysieke beperkingen en zij die gebruikmaken van hulpmiddelen, hun
Wat mij wederom duidelijk is geworden tijdens de Sup-
begeleiders en mantelzorgers, allen van jong tot oud. En
port beurs, is dat een goed hulpmiddel zeer bijdraagt aan
daarnaast komen er natuurlijk veel zorgverleners.
de zelfredzaamheid van de cliënt en dat participatie erdoor wordt gestimuleerd. Het zinvol handelen wordt er vaak door
Ergotherapie Nederland stond er ook weer met een fraaie
(mede) mogelijk gemaakt.
stand en gedurende de vier dagen is er elke dag wel een activiteit door ons georganiseerd. Op deze manier kunnen we ergo-
Het beleid van de overheid (langer zelfstandig thuis wonen,
therapie goed over het voetlicht brengen. Onze stand is heel
taken naar WMO, de nieuwe Jeugdwet, om maar eens wat te
goed bezocht door (al dan niet) cliënten en vele andere geïn-
noemen) zal het beroep op de expertise van de ergotherapeut
teresseerden. En natuurlijk door heel veel ergotherapeuten.
verder doen toenemen; ook op de expertise betreffende de hulpmiddelen. Ik denk dat we trots moeten zijn op het feit dat
En daar gaat het me nu even om. Ergotherapeuten zijn de
de ergotherapie deze bijdrage kan leveren aan het welzijn en
experts in het mogelijk maken van zinvol dagelijks handelen.
participeren van deze groep cliënten. We moeten dat koeste-
Dat doen we met de inzet van vele methoden, en uiteraard
ren en de kennis ervan blijven verdiepen. De combinatie van
altijd vanuit, en samen mét de cliënt. Eén van die methoden,
de competenties van de ergotherapeut maakt zo onze bijzon-
technieken of competenties zou ik hier toch weer eens extra
dere positie duidelijk en waardevol. Wist u dat de grootste
in het zonnetje willen zetten, namelijk de inzet van hulpmid-
groep professionele bezoekers aan de Support beurs de ergo-
delen door de ergotherapeut. Dat lijkt soms een wat onder-
therapeuten waren en dat van alle bezoekers de belangstel-
geschoven gebied te zijn, of te zijn geworden. Dat is mijns
ling voor hulpmiddelen (80%) het grootst was?
inziens onterecht. Op mijn reizen door het land en de bezoeken die ik afleg zie ik dat veel ergotherapeuten zich bezighouden met het aanmeten, inpassen en opmeten van hulp-
Theo van der Bom, Directeur bestuurder
middelen. Ik hoor ook de ergernis bij ergotherapeuten als
Ergotherapie Nederland
- 13 -
Zelfmanagement - deel 3
De geactiveerde cliënt en de pro-actieve zorgverlener
Wisselwerking: cliënt / zorgverlener Tekst: Dr. Edith Cup en Ton Satink MScOT
Dit is de derde bijdrage in de reeks artikelen over zelfmanagement. In deel 1 stonden de definië-
- beslissingsondersteuning
ring en uitgangspunten van zelfmanagement centraal. Deel 2 ging in op het onderdeel van zelf-
(toepassen van evidence-
management wat het meest aansluit bij de ergotherapie, namelijk rolmanagement met aandacht
based zorg);
voor levensverhalen. Deel 3 behandelt de wisselwerking tussen de cliënt en de zorgverlener. Aller-
- klinische informatiesystemen
eerst zal in dit deel kort ingaan worden op het Chronic Care Model, een model waarin zelfmanage-
(ict-oplossingen, e-health).
ment een belangrijke plaats inneemt. Vervolgens zal dieper worden ingegaan op de wisselwerking tussen cliënt en zorgverlener. Hierbij zal vooral aandacht besteed worden aan de geactiveerde
Het doel van het CCM is om zorg
cliënt en de pro-actieve zorgverlener, twee termen uit het Chronic Care Model. De mate waarin
voor chronisch zieken te verbe-
een cliënt geactiveerd is en de mate waarin zorgverleners pro-actief zijn is van invloed op de uit-
teren door goede samenwerking
komsten. Inmiddels zijn meetinstrumenten ontwikkeld die dit meten. Tot slot zullen wij ingaan op
tussen de cliënt en een team van
de unieke bijdrage van ergotherapeuten om cliënten te activeren (en geactiveerd te houden), en te
zorgverleners. Elk element uit
ondersteunen in pARTicipation.
het CCM kan bijdragen aan het verbeteren van deze zorg. Een
Het Chronic Care Model
belangrijk uitgangspunt van het CCM is echter dat de cliënt
Het Chronic Care Model (CCM)1-3 is in de jaren ’90 ontwik-
goed geïnformeerd en ‘geactiveerd’ is waardoor hij actief mee-
keld door de Amerikaan Edward Wagner om te kunnen vol-
werkt aan de behandeling. Het team van zorgverleners dient
doen aan een groeiende zorgvraag voor chronisch zieken
eveneens goed voorbereid en pro-actief te
die bovendien complexer wordt. Het model speelde in op
zijn. Wanneer beiden het geval zijn, dus
de noodzaak om de zorg anders te organiseren, en is nog
wanneer de cliënt geactiveerd is en
steeds actueel en bruikbaar om aspecten van zelfmanage-
het team of de individuele zorgverle-
ment en de wisselwerking tussen cliënt en zorgverlener te
ner voorbereid en proactief is, zal de
bespreken. Centraal staat het contact tussen professional en
zorg voor chronisch zieken verbete-
de cliënt met een of meerdere chronische aandoening(en).2
ren. Het combineren van elementen
Het model pleit voor expliciete aandacht op zes terreinen
vergroot de kans op betere uitkomsten
(zie ook figuur 1):
op patiëntniveau, zoals betere kwaliteit van
- afstemming op de maatschappij (coördineren van moge-
leven en minder complicaties.1-3
lijkheden voor de patiënt buiten de gezondheidszorg); - gezondheidszorgsysteem (continu verbeteren van de chronische zorg aan de hand van bewezen strategieën); - ondersteuning van zelfmanagement (vergroten zelfredzaamheid patiënt); - ontwerp van het zorgproces (organiseren van een efficiënte, gecoördineerde samenwerking);
- 14 -
Ergotherapie Magazine 4 • 2014
Het CCM gaat er vanuit dat gedragsverandering niet lukt zonder dat de cliënt
hierin
een
leidende rol krijgt. Zelfmanagement
wordt gezien als een belangrijke verantwoordelijkheid van de
de eerste lijn. Hierbij wordt o.a. aandacht besteed aan leef-
chronisch zieke. Iedere chronisch zieke cliënt is hoe dan ook
stijl (gezond eten, voldoende bewegen), voorkomen van
bezig met zelfmanagement, ofwel zoals Lorig schrijft: ‘one
sociale isolatie of eenzaamheid en bevorderen van mobili-
cannot not manage’.4 Ook als iemand besluit om niet actief
teit en transport.5 In het expanded CCM zijn ook aspecten
te participeren in een bepaald gezondheidsprogramma, ook
opgenomen zoals ook het ontwikkelen van beleid gericht
dan is er nog sprake van een vorm van zelfmanagement.
op preventie (build healthy public policy), het creëren van
Het is dus vrijwel onmogelijk om niets te doen aan zelfma-
ondersteuning in de omgeving (creating supportive environ-
nagement. Met name bij mensen met een chronische aan-
ments) en het versterken en ondersteunen van een actieve
doening is de vraag hoe iemand zichzelf managet en welke
samenleving (strengthen community action). Dit sluit aan
ondersteuning hierbij nodig is.4
bij de ontwikkelingen in de zorg waarbij beleid lokaal wordt ingevuld door gemeenten en ondersteuning steeds meer door en met de mensen in de eigen omgeving plaatsvindt. Hoewel in het stuk hieronder vooral gesproken wordt over de wisselwerking tussen cliënten en zorgverlener, wordt de cliënt in het uitgebreide/ expanded CCM veel meer gezien als cliënt systeem en de zorgverlener als team wat zich bij voorkeur in de eerste lijn bevindt.
Wisselwerking tussen cliënt en zorgverlener Figuur 1. The Expanded Chronic Care Model: Integrating Popu-
De crux in de zorg voor cliënten met een chronische aan-
lation Health Promotion
doening is de wisselwerking, of beter gezegd partnerschap
5
tussen cliënt(systeem) en zorgverleners gericht op continuInmiddels wordt het CCM wereldwijd als voorbeeldmodel
ïteit en geïntegreerde zorg.6 De cliënten zijn als eerste ver-
gebruikt om de zorg voor chronisch
antwoordelijk voor hun zelfmanagement, maar hebben hier-
zieken te verbeteren. Het leven
bij informatie/kennis, inzicht, vaardigheden en vertrouwen
met een chronische aan-
nodig (zie tabel 1). De voornaamste taak van zorgverleners
doening en participeren
is om de cliënt hierin te begeleiden. De uitdaging is te leren
in rollen en activiteiten
hoe iemand zijn of haar maatschappelijke rollen kan (blij-
in de samenleving (com-
ven) vervullen, en tegelijkertijd goed met de ziekte en beper-
munity) vindt plaats met
kingen om kan (leren) gaan. Daarbij is ondersteuning nodig
ondersteuning van naas-
van zorgprofessionals en mensen uit de directe omgeving.
ten en professionals. Het
Elke zorgverlener speelt een rol in de ondersteuning, geeft
uitgebreide of expanded CCM
informatie, begeleidt en motiveert cliënten en hun mantel-
(figuur 1) legt juist de nadruk op
zorgers bij het stellen van doelen, de keuze voor de behan-
participatie en ondersteuning in en
deling, het nemen van beslissingen en het aanpassen van
door de eigen omgeving (community). Het expanded CCM
de leefstijl.4 Ergotherapeuten gaan hierbij vooral uit van de
combineert gezondheidszorg (health system) met gezond-
betekenisvolle rollen en activiteiten.7,8
heidsbevorderende activiteiten ofwel health promotion in
- 15 -
Wat cliënten nodig hebben voor zelfmanagement:
van therapieontrouw kunnen spreken, namelijk indien hij
- Toegang tot informatie over de diagnose en de gevolgen hiervan
onvoldoende aandacht besteedt aan de beweegredenen van
voor de dagelijkse activiteiten en mogelijke behandelingen en
therapieontrouw bij de patiënt.12
hun consequenties; - Toegang tot continuïteit en coördinatie van gespecialiseerde
Zelfmanagementondersteuning vraagt dus niet alleen bepaalde competenties van cliënten, maar ook van zorgver-
zorg; - Strategieën en vaardigheden voor het omgaan met symptomen zoals pijn, vermoeidheid en andere beperkingen; - Om leren gaan met onzekerheid, angst, stress, depressie, slaapproblemen, eenzaamheid, en andere emotionele gevolgen; - Kunnen interpreteren van gevolgen van de ziekte en behande-
leners. Hierbij gaat het om de interactie tussen de cliënt en de zorgverlener en ook om aandacht voor rol- en emotioneel management naast het behandelen van een ziekte.3 De unieke bijdrage van de ergotherapeut hierbij is:8,9 - Aandacht voor de gevolgen van een aandoening voor de invulling en uitvoering van rollen en dagelijkse activiteiten,
ling; - Kunnen participeren in gezamenlijke besluitvorming over de
evenals de emotionele gevolgen; - Aandacht voor de omgeving: enerzijds de context waarin
behandeling.
gehandeld en anderzijds het cliëntsysteem met aandacht Tabel 1. Wat cliënten nodig hebben om zichzelf te kunnen
voor de naasten van de cliënt; - Aandacht voor de mogelijkheden in de persoon, de uitvoe-
managen
6
ring van taken en rollen en de omgeving. Het is duidelijk dat de zorg voor mensen met een chronische aandoening een wezenlijk andere benadering vraagt
De geactiveerde cliënt
dan de traditionele medische benadering waarbij het geven
De website www.zelfmanagement.com geeft veel achter-
van een recept of advies leidt tot gedragsverandering en
grond informatie over zelfmanagement, en beschrijft het
therapietrouw en verbeterde gezondheidsuitkomsten zoals
volgende over de geactiveerde cliënt: Dankzij zelfmanage-
bij het innemen van medicijnen.9 Zelfmanagement is geen
ment kunnen patiënten hun chronische ziekte beter inpassen
pilletje wat ingenomen kan worden. De zelfmanagementbe-
in hun leven. Het veronderstelt dat ze weten wat hun ziekte
nadering gaat ervan uit dat mensen inzicht hebben in hun
inhoudt, wat de consequenties zijn en waar ze de juiste zorg
situatie en handelen vanuit een interne motivatie en ver-
kunnen ontvangen. Essentieel hierbij is de patiënt de mogelijk-
trouwen in hun mogelijkheden om hun situatie positief te
heid te bieden om de regie te nemen in het eigen zorgproces.
beïnvloeden. Kennis alleen leidt niet tot zelfmanagement;
Daarbij wordt uitgegaan van de kracht van de patiënt: de pati-
kennis, aangevuld met informatie, vertrouwen en onder-
ënt neemt een actieve rol waar hij/zij dat wil én kan!
steuning wel. Deze benadering is gebaseerd op de sociale
Een literatuurreview naar zelfmanagementcompetenties van
cognitieve leertheorie en gedragsverandering van o.a. Ban-
cliënten die leiden tot betere gezondheidsuitkomsten heb-
9
dura
10,11
waarbij gedragsverandering en self-efficacy, het ver-
ben geleid tot de volgende zes domeinen:13
trouwen in eigen competenties, de basis zijn voor interven-
1. Symptomen en problemen zelf kunnen managen;
ties gericht op zelfmanagement.
2. Actief betrokken zijn in activiteiten die de gezondheid bevorderen of achteruitgang tegengaan;
Colland beschrijft twee belangrijke determinanten voor het
3. Actief betrokken zijn (of worden) bij keuzes tijdens de
omgaan met een chronische aandoening, waarbij er een
behandeling of diagnostiek, ofwel gezamenlijke besluit-
actieve rol en wisselwerking is tussen cliënt en behandelaar:
4. Samenwerking met zorgverleners;
programma heeft tot doel om cliënten op zodanige wijze te
5. Keuze van zorgverleners of zorgorganisaties op basis van
activeren dat hij of zij zelf optimaal in de behandeling participeert. De mate van therapietrouw is eveneens bepalend voor het onder controle houden van een chronische aandoe-
- 16 -
vorming;
zelfmanagement en therapietrouw. Een zelfmanagement-
expertise; 6. De weg weten in de zorg, ofwel het gezondheidszorg systeem.
ning. Bij therapieontrouw kunnen zowel cliënt als behande-
Deze zes domeinen werden voorgelegd aan een expertpanel
laar ontmoedigd raken. Ook bij de behandelaar zou men
en focusgroepen met cliënten en leidden tot een concep
Ergotherapie Magazine 4 • 2014
2.
Een actieve rol op me nemen in de zorg voor mijn gezond- Helemaal
Niet mee
heid, heeft de meeste invloed op mijn gezondheid.
eens
niet mee
Mee eens
Helemaal
n.v.t.
mee eens
eens 5.
Ik heb er vertrouwen in dat ik kan beoordelen of ik naar de Helemaal
Niet mee
dokter moet gaan of dat ik een gezondheidsprobleem zelf niet mee
eens
kan aanpakken. 8.
Mee eens
Helemaal
n.v.t.
mee eens
eens
Ik begrijp mijn gezondheidsproblemen en wat de oorza- Helemaal
Niet mee
ken ervan zijn.
eens
niet mee
Mee eens
Helemaal
n.v.t.
mee eens
eens 9.
Ik weet welke behandelingen er zijn voor mijn gezond- Helemaal
Niet mee
heidsproblemen.
eens
niet mee
Mee eens
Helemaal
n.v.t.
mee eens
eens Tabel 2. Enkele voorbeeldvragen uit de PAM13-15 tuele definitie van geactiveerde cliënten:
kennis en inzicht over de aandoening en de behandelmoge-
- Cliënten hebben de overtuiging dat zij een belangrijke rol
lijkheden. Cliënten in een hoger niveau van activatie kunnen
hebben bij zelfmanagement, samenwerking met zorgverle-
meer profijt hebben van interventies gericht op het vergro-
ners en behoud van gezondheid;
ten van de vaardigheden en het vertrouwen in zelfmanage-
- Cliënten hebben kennis en inzicht hoe ze hun conditie kunnen
mentstrategieën. Omdat de interventies kunnen worden
managen en behouden en achteruitgang kunnen voorkomen;
aangepast aan het niveau van activatie en kunnen worden
- Cliënten hebben de vaardigheden en strategieën om hun
bijgesteld als de activatie toeneemt, leidt dit tot efficiënt en
conditie te managen, werken samen met zorgverleners om
cliëntgericht zorgaanbod en gebruik.
de gezondheid te behouden en toegang te hebben tot hoog
De Nederlandse versie van de PAM, het Patiënt Activatie
kwalitatieve zorg en expertise.
Meetinstrument (PAM-13 NL) bestaat uit 13 uitspraken over
13
Inzicht in iemands mate van activatie is relevant aangezien
gezondheid. Om de PAM -13 NL te gebruiken kan contact
zorgverleners de zelfmanagementondersteuning en educa-
worden opgenomen met de auteur van de Nederlandse ver-
tie hierop kunnen aanpassen. Bovendien kan de mate van
taling van de PAM.15
activatie veranderen en er wordt verondersteld dat kwalitatief goede zorg kan leiden tot meer geactiveerde cliënten. De PAM is niet de enige lijst die aspecten van zelfmanage-
Het meten van de geactiveerde cliënt: de PAM
ment (zoals kennis, vaardigheden en vertrouwen) meet.
Om de mate van activitatie van de cliënt te meten is de Patient
Andere lijsten zijn:
Activation Measure (PAM) ontwikkeld. De oorspronkelijke
- De Effective Consumer Scale, de EC-17 bestaat uit 17 items
PAM is een 22 item vragenlijst die kennis, vaardigheden en
en meet gedrag en vaardigheden voor het effectief omgaan
vertrouwen ten aanzien van zelfmanagement van iemands
met een chronisch aandoening en benodigde zorg.16
gezondheid of chronisch aandoening meet.13 In 2005 werd een
- De Self-Management Ability Scale-30, de SMAS-30 bevat
verkorte 13 item PAM ontwikkeld,14 die eveneens betrouwbaar
30 items, waarbinnen zes subschalen met zelfmanage-
en valide bleek om de mate van activatie van een individu te
mentvaardigheden gerelateerd aan dimensies van welbe-
meten. De PAM maakt onderscheid tussen vier niveau´s van
vinden (Initiatief nemen, Self-efficacy, Investeren, Perspec-
toenemende activatie. Wetenschappelijk onderzoek heeft aan-
tief, Multifunctionaliteit en Variëteit)17.
getoond dat een hogere score op de PAM een positieve relatie
- De 5-item Perceived Efficacy in Patient-Physician Interac-
heeft met gezondheidsgerelateerd gedrag en zelfmanagement
tions scale (PEPPI-5) is een kort instrument om de self-
waaronder preventieve maatregelen, zoeken naar informatie,
efficacy (vertrouwen) te meten bij mensen met een chroni-
gebruik van zorg en therapietrouw. Bij een lage activatie kan
sche aandoening om te overleggen met hun arts.18
de interventie meer gericht zijn op het geven van informatie,
- 17 -
De pro-actieve zorgverlener Naast de geactiveerde cliënt, is een pro-actieve zorgverlener ook van belang voor een optimale wisselwerking tussen cliënt en zorgverlener. In het CCM wordt dit beschreven ‘productive interactions between informed and activated patients and prepared and proactive practice teams’. Bij deze ‘productive interactions’ werken cliënten en zorgverleners als gelijkwaardige partners en brengen beiden hun expertise in in de
samenwerking. De rol van de zorgverlener is inzicht in en begrip hebben voor de uitdagingen voor de cliënten met chronische aandoeningen en het verlenen van de juiste ondersteuning. Steeds meer zorgverleners brengen de zelfmanagementondersteuning
in
de
praktijk, enerzijds omdat de veranderingen in de zorg dit van professionals vragen en anderzijds omdat mensen met een chronische aandoening actief betrokken willen zijn bij de zorg voor hun gezondheid en hierbij gesteund willen worden door professionals. Desondanks geeft nog minder dan de helft van de mensen met een chronisch aandoening aan dat ze betrokken worden in de besluitvorming en behandelplan.19
- 18 -
Ergotherapie Magazine 4 • 2014
Het meten van de pro-actieve zorgverlener: de CS-PAM Om de attitude en overtuigingen van zorgprofessionals te meten en inzicht te krijgen in de pro-activiteit van zorgverleners, hebben de ontwikkelaars van de
- Inzicht krijgen over de mate waarin zorgverleners zelfmanagement bij hun patiënten kunnen en willen ondersteunen; - De psychometrische eigenschappen van de vertaalde versie van de CS-PAM vaststellen;
PAM de vragenlijst aangepast tot een cli-
- Inzicht krijgen in welke elementen van zelfmanagement
nician supported PAM (CS-PAM).19
het meest en het minst worden ondersteund door eerste-
In de CS-PAM wordt aan zorgver-
lijns zorgverleners.
leners gevraagd hoe belangrijk zij de zelfmanagement-
Naast het meten van de mate waarin individuele zorgver-
competenties en gedrag
leners de zelfmanagement van hun cliënten ondersteunen,
van cliënten vinden. In
zijn er ook steeds meer instrumenten waarmee kwaliteit van
de CS-PAM worden de
zelfmanagementinterventies kunnen worden geëvalueerd
items als volgt gesteld:
zoals de Health Education Impact Questionnaire (heiQ),20 de
Als zorgprofessional, hoe
Quality Self-management Assessment Framework (Q-SAF)21,
belangrijk vindt u het dat
de Assessment of chronic illness care (ACIC)22 en de Patient
uw patiënten (cliënten)
Assessment of Chronic Illness Care (PACIC).23 De heiQ is
met een chronische aan-
een meetinstrument voor de evaluatie van educatie en zelf-
doening in staat zijn om....
managementprogramma’s voor mensen met een chronische
bijvoorbeeld te weten welke
aandoening.20 De Q-SAF biedt een raamwerk voor de evalu-
behandelingen er zijn voor hun
atie van de kwaliteit van zelfmanagementprogramma’s en
gezondheidsproblemen (zie tabel 1
helpt om de sterke en zwakke aspecten te identificeren.21 De
voor voorbeeldvragen uit de PAM).
ACIC is gebaseerd op zes gebieden voor verandering in de zorg uit het chronic care model en is ontwikkeld om te eva-
Onderzoek naar de overtuigingen van negentig
lueren waar de zorg verbeterd kan worden en om verbeterin-
artsen op het gebied van zelfmanagement gemeten met de
gen in de zorg te evalueren.22 De ACIC bestaat uit 34 items
CS-PAM resulteerde in vier domeinen die achtereenvolgens
uit de zes gebieden: gezondheidszorgsysteem; afstemming
als belangrijk werden gevonden. Als eerste vonden de art-
op de maatschappij; zelfmanagementondersteuning; ont-
sen het opvolgen van medisch advies het meest belangrijk.
werp van het zorgproces; beslissingsondersteuning; en klini-
Als tweede belangrijke domein was het belang dat patiënten
sche informatiesystemen. De ACIC evalueert ook de integra-
onafhankelijk een inschatting maken en actie ondernemen.
tie van de gebieden.22 De PACIC bestaat uit 20 items en meet
Daarna kwam het belang van een patiënt om te functione-
de subschalen patiënt activatie; ontwerp van het zorgproces;
ren als lid van het multidisciplinaire team en als laatste werd
doelbepaling; probleemoplossing in de context en follow up/
het domein bekrachtigd waarin patiënten worden gezien als
coordinatie van zorg.23
onafhankelijke informatiezoekers. Naast diverse instrumenten die de mate van activatie van Kortom, het gedrag waarbij medisch advies werd opgevolgd
cliënten of de ondersteuning door de zorgprofessional,
werd nog redelijk traditioneel als meest belangrijk beoor-
interventieprogramma’s of de zorgorganisatie meten, is er
deeld. Echter, dit is allesbehalve zelfmanagement. Naast het
ook een instrument wat specifiek gericht is op het meten
hebben van kennis en vaardigheden om adviezen op te vol-
van de wisselwerking ofwel partnerschap: de Partnership
gen is er vertrouwen nodig om ook nieuwe situaties te kun-
Self-Assessment Tool (PSAT)24 De PSAT meet partnerschap
nen managen. Dit vereist dat mensen zelfstandig inschattin-
synergie en andere gerelateerde dimensies van het partner-
gen kunnen maken en actie ondernemen zoals vaststellen
schapproces.24
of er medische hulp of zorg nodig is of dat ze het probleem zelf op kunnen lossen. Het NIVEL is bezig om naast de PAM ook de CS-PAM te vertalen met als doelen:
- 19 -
Het unieke van ergotherapeuten in de wisselwerking: ‘The ART of pARTicipation’
Tot slot
In de vorige paragraven is ingegaan op een aantal algemene
drukte het belang van een wisselwerking tussen een geac-
aspecten van de wisselwerking tussen cliënten en zorgver-
tiveerde cliënt en proactieve zorgverlener of team van
leners. Cliënten dienen geactiveerd te zijn en zorgverleners
zorgverleners voor effectieve zorg en positieve gezond-
kunnen hierin een belangrijke bijdrage leveren wanneer zij
heidsuitkomsten. Dit zijn termen uit het chronic care model
pro-actief zijn. De vraag is nu hoe pro-actief zijn ergothe-
(CCM). In het uitgebreide of expanded CCM betreft dit ook
rapeuten op het gebied van zelfmanagement? Hoe active-
de actieve betrokkenheid van naasten en professionals in de
ren zij hun cliënten en wat is de unieke meerwaarde van de
eerste lijn (eigen omgeving). Zeker als het gaat om het leven
ergotherapeut in het activeren van cliënten.
met een chronische aandoening en kunnen uitvoeren van
Dit derde artikel in de serie over zelfmanagement bena-
dagelijkse activiteiten en rollen in de eigen omgeving ligt Het antwoord hierop is voor een groot deel al beschreven in het
hier een belangrijke rol voor de ergotherapeut.
vorige artikel over het begeleiden van rolmanagement waarbij 8
aandacht voor rollen en betekenisvolle activiteiten in het levens-
Bij zelfmanagementcompetenties van cliënten en ergothera-
verhaal (verleden, heden en toekomst) centraal staan.
peuten gaat het om verwerven en aanreiken van kennis en inzicht, aanleren van vaardigheden en strategieën en krijgen
Ergotherapeuten besteden bij uitstek aandacht aan het geza-
en geven van vertrouwen om de vaardigheden en strate-
menlijk formuleren van doelen gericht op het weer (of blijven)
gieën in praktijk te brengen.
uitvoeren of betrokken zijn bij betekenisvolle activiteiten en rollen. Tanya Packer beschrijft de unieke bijdrage van ergothe-
De wisselwerking tussen cliënten en zorgverleners speelt
rapeuten als de ART of pARTicipation . Deze ART is
ook een belangrijke rol bij motivatie en therapietrouw. De
een acronym voor zelfmanagement in Activi-
vraag is hoe we als ergotherapeuten onze competenties
teiten, Relaties en Therapie. Packer et al.
optimaal kunnen inzetten bij de activatie van cliënten. Com-
(2010) hebben aangetoond dat zelf-
petenties als motivational interviewing, expertise opbouwen,
management interventies gericht
coachen en het begeleiden van groepen cliënten komen
op Activiteiten en Relaties (rol-
hierbij aan de orde. In een volgend artikel zal worden inge-
management) leiden tot ver-
gaan op de specifieke competenties van ergotherapeuten
beterde participatie, kwaliteit
om hun cliënten te ondersteunen bij het zelf opstellen van
van leven en zelfs afname
doelen, actieplannen en coping plannen en bij de uitvoering
In
hiervan aan de hand van voorbeelden uit ergotherapie inter-
9
van
symptomen.9
Nederland zijn ook voor-
venties gericht op rolmanagement.
beelden van succesvolle ergotherapie interventies
Over de auteurs:
gericht op rolmanage-
- Ton Satink, MScOT, is hoofddocent ergotherapie bij de
ment ofwel activiteiten
opleiding ergotherapie van de Hogeschool van Arnhem en
en relaties zoals: het
Nijmegen, en voert een promotieonderzoek uit over Zelfma-
EDOMAH
programma
nagement in de CVA revalidatie. Daarnaast is hij staflid van
voor dementerende oude-
de European Masters of Science in Occupational Therapy.
ren en hun mantelzorgers
- Dr. Edith Cup is hoofd en senior onderzoeker van de sectie
aan huis (edomah)25; het zelf-
ergotherapie, afdeling revalidatie, van het Radboudumc in
management groepsprogramma
Nijmegen.
Energiek voor mensen met een chronisch neurologische aandoening
1. Wagner EH, Austin BT, Davis C, Hindmarsh M, Schaefer J, Bonomi A. Impro-
kinson; en ergotherapie gericht op behoud
ving Chronic Illness Care: translating evidence into action. Health Affairs.
27
en terugkeer naar werk bij depressie.28
- 20 -
Referenties
en vermoeidheid;26 Ergotherapie bij Par-
Ergotherapie Magazine 4 • 2014
20(6) 64-78. Nov-Dec 2001.
2. Bodenheimer T, Wagner EH, Grumbach K. Improving Primary Care for Patients with Chronic Illness. JAMA. 288(14)1775-9. 10/9/2002.-- Part Two. JAMA 288(15)1909-14. 10/16/2002. 3. Huijben (2011). Het chronic care model in Nederland; http://www.invoorzorg. nl/ivzweb/Overzichten-In-Voor-Zorg!/map-informatie/De-betekenis-van-hetChronic-Care-Model.html.) gedownload op 04-04-2104. 4. Lorig KR, Holman H.Self-management education: history, definition, outcomes, and mechanisms. Ann Behav Med. 2003 Aug;26(1):1-7. 5. Barr VJ, Robinson S, Marin-Link B, Underhill L, Dotts A, Ravensdale D, Sali-
Validation of an instrument in older persons. Journal of the American Geriatrics Society, Vol 46(7), Jul 1998, 889-894. 19. Hibbard JH, Collins PA, Mahoney E, Baker LH. The development and testing of a measure assessing clinician beliefs about patient self-management. Health Expect. 2010 Mar;13(1):65-72. 20. Osborne RH, Elsworth GR, Whitfield KThe Health Education Impact Questionnaire (heiQ): an outcomes and evaluation measure for patient education and self-management interventions for people with chronic conditions. Patient Educ Couns. 2007 May;66(2):192-201.
varas S (2003). The Expanded Chronic Care Model: An Integration of Con-
21. Packer TL, Roberts L, Ghahari S, Osborne R, Boldy D, Jiwa M. (2009) Quality
cepts and Strategies from Population Health Promotion and the Chronic Care
self-management assessment framework (Q-SAF). Curtin University of Tech-
Model. Healthcare Quarterly, 7(1): 73-82.doi:10.12927/hcq.2003.16763.
nology and Western Australian Department of Health, Perth, Western Aus-
6. Holman H, Lorig K. Patient Self-Management: A Key to Effectiveness and Efficiency in Care of Chronic Disease. Public Health Reports / May–June 2004/ Volume 119 7. Satink T, Cup E (2014). Zelfmanagement deel1: Dé aspecten van zelfmanagement. Ergotherapie Magazine nr 02: 14-18. 8. Satink T, Cup E (2013). Zelfmanagement deel 2: Rolmanagement- de kracht van de ergothrapie. Ergotherapie Magazine nr 03. 9. Packer Tanya. An occupation-focused approach to self-management. Occupational Therapy now Volume 13.5 sept 2011. http://www.caot.ca/otnow/ sept%2011/selfmanagement.pdf . gedownload op 04-04-2104. 10. Bandura A. 1977. Self-efficacy: Toward a unifying theory of behavioral change. Psychology Review 84(2):191-215. 11. Bandura, A. (2001). Social cognitive theory: An agentive perspective. Annual Review of Psychology, 52, 1-26. 12. V. T. Colland. Zelfmanagement en therapietrouw: ménage à deux van dokter en patiënt. 13. Hibbard JH, Stockard J, Mahoney ER, Tusler M. Development of the Patient
tralia. 22. Cramm JM, Strating MM, Tsiachristas A, Nieboer AP (2011) Development and validation of a short version of the Assessment of Chronic Illness Care (ACIC) in Dutch disease management programs. Health Qual Life Outcomes. 2011 Jul 4;9:49. 23. Cramm JM, Nieboer AP (2012). Health Qual Life Outcomes. Factorial validation of the Patient Assessment of Chronic Illness Care (PACIC) and PACIC short version (PACIC-S) among cardiovascular disease patients in the Netherlands. Health Qual Life Outcomes. 2012 Aug 31;10:104. 24. Cramm JM, Strating MM, Nieboer AP.2011Development and validation of a short version of the Partnership Self-Assessment Tool (PSAT) among professionals in Dutch disease-management partnerships. BMC Res Notes. 2011 Jun 30;4:224. 25. Graff MJ, Vernooij-Dassen MJ, Thijssen M, Dekker J, Hoefnagels WH, Rikkert MG Community based occupational therapy for patients with dementia and their care givers: randomised controlled trial. BMJ. 2006 Dec 9;333(7580):1196. Epub 2006 Nov 17.
Activation Measure (PAM): conceptualizing and measuring activation in
26. van Essen I, Gost D, ,Jacobs Y, Leushuis S, Peters M, Nab N Cup E. Erva-
patients and consumers. Health Services Research, 2004; 39 (4 Pt 1): 1005–
ringen van deelnemers aan het zelfmanagement groepsprogramma Energiek;
1026.
Een kwalitatief onderzoek.Wetenschappelijk Tijdschrift voor Ergotherapie, Afle-
14. Hibbard JH, Mahoney ER, Stockard J, Tusler M. Development and testing of a short form of the patient activation measure. Health Services Research, 2005; 40:1918–1930. 15. Rademakers et al, 2012. 16. ten Klooster PM, Taal E, Siemons L, Oostveen JC, Harmsen EJ, Tugwell
vering 02, 2014: 11-21. 27. Sturkenboom IH, Graff MJ, Hendriks JC, Veenhuizen Y, Munneke M, Bloem BR, der Sanden MW; for the OTiP study group. Efficacy of occupational therapy for patients with Parkinson’s disease: a randomised controlled trial. Lancet Neurol. 2014 Apr 8.
PS, Rader T, Lyddiatt A, van de Laar MA. Translation and validation of the
28. Hees HL, de Vries G, Koeter MW, Schene AH. Adjuvant occupational therapy
Dutch version of the Effective Consumer Scale (EC-17). Qual Life Res. 2013
improves long-term depression recovery and return-to-work in good health in
Mar;22(2):423-9.
sick-listed employees with major depression: results of a randomised controlled
17. Cramm JM, Strating MMH, de Vreede PL, Steverink N, Nieboer AP. Vali-
trial. Occup Environ Med. 2013 Apr;70(4):252-60.
dation of the self-management ability scale (SMAS) and development and validation of a shorter scale (SMAS-S) among older patients shortly after hospitalisation. Health Qual Life Outcomes. 2012; 10: 9. 18. Maly, Rose C.; Frank, Janet C.; Marshall, Grant N.; DiMatteo, M. Robin; Reuben, David B Perceived Efficacy in Patient–Physician Interactions (PEPPI):
- 21 -
Kinderergotherapie
Scholen en gemeenten als belangrijke samenwerkingspartner voor kinderergotherapeuten
Nieuwe opdrachtgevers voor kinderergotherapeut
Tekst: Drs. Theone Kampstra-Grippeling en Martine Postma-Stallinga
Het werk van kinderergotherapeuten is net als van alle andere ergotherapeuten veelzijdig. Het
nen deelnemen aan schoolse
werk bestaat niet alleen uit behandeling van het individuele kind, maar ook uit ondersteuning
activiteiten.4
bieden aan de omgeving in de breedste zin van het woord. Kinderergotherapeuten werken met
de kinderergotherapeut voor
individuele kinderen en hun systeem, organisaties met handelingsvragen van kinderen en popu-
groepen kinderen een oplos-
laties waarin kinderen beperkt worden in hun handelingsmogelijkheden.3 Diverse maatschappe-
sing bedenken, bijvoorbeeld de
lijke ontwikkelingen zorgen dat de opdrachtgevers van ergotherapeuten door de tijd veranderen.
inrichting van een schoolplein
Voor kinderergotherapeuten betekent dit dat er nieuwe opdrachtgevers ontstaan: respectievelijk
voor optimaal en veilig spel
samenwerkingsverbanden van scholen en gemeenten. In dit artikel worden de twee maatschappe-
voor alle leerlingen.
Daarnaast
kan
lijke ontwikkelingen Passend Onderwijs en Transitie Jeugdzorg toegelicht en worden handvatten
Ondersteuningsplan
gegeven wat kinderergotherapeuten nu kunnen ondernemen.
De scholen in een regio (reguDe Wet Passend Onderwijs gaat op 1 augustus 2014 van
lier en speciaal onderwijs cluster 3 en 4) gaan met elkaar
kracht. Deze wet moet ervoor zorgen dat alle leerlingen die
samenwerken en vormen samen een samenwerkingsver-
extra ondersteuning nodig hebben een passende plek vin-
band. Binnen samenwerkingsverbanden moeten scholen
den in het onderwijs. De verantwoordelijkheid voor het vin-
afspreken hoe zij voldoen aan hun zorgplicht: hier zou de
den van een goede plek voor een kind komt bij de school te
rol van de kinderergotherapeut een essentiële bijdrage kun-
liggen, de zorgplicht. Hierdoor lopen ouders niet meer het
nen leveren. De afspraken leggen ze uiterlijk 1 mei 2014 vast
risico van school naar school en van het kastje naar de muur
in een ondersteuningsplan. Het is de bedoeling dat de scho-
gestuurd te worden bij het zoeken naar een goede plek voor
len heldere en korte procedures vaststellen, die uitgaan van
hun kind. De zorgplicht van scholen draagt ook bij aan het
wat de leerling wél kan. Dat werkt sneller dan de bestaande
verminderen van het aantal kinderen dat thuis zit omdat er
procedure van de landelijke indicatiestelling die ingewikkeld
geen passende onderwijsplek is. De kinderergotherapeut
kan zijn, lange doorlooptijden kan hebben en uitgaat van
zou in deze ontwikkeling van het Passend Onderwijs een
wat de leerling niet kan.9
onmisbare samenwerkingspartner moeten zijn. De kinderer-
In het ondersteuningsplan staat onder andere:
gotherapeut werkt namelijk bij voorkeur in de eigen omge-
- het niveau van basisondersteuning (ondersteuning die alle
9
ving van het kind en zijn of haar familie (context-based), dus ook in de schoolomgeving.2,1 De kinderergotherapeut kan preventief kinderen helpen, zodat problemen voor de start
- 22 -
scholen moeten bieden); - de criteria en procedure voor verwijzing naar het speciaal onderwijs;
in groep drie kunnen worden voorkomen.3 De kinderergo-
- de verdeling van het budget voor extra ondersteuning;
therapeut kan de leerkracht kennis geven en vanuit co-tea-
- de beoogde kwantitatieve en kwalitatieve resultaten;
ching de leerkracht vaardiger maken om met kinderen met
- de informatieverstrekking aan ouders over de ondersteu-
een beperking te werken. Op deze manier krijgt een hele
ningsvoorzieningen en mogelijkheden voor onafhankelijke
groep kinderen hulp en wordt het mogelijk dat zij beter kun-
ondersteuning.7
Ergotherapie Magazine 4 • 2014
In het schoolondersteuningsprofiel legt het schoolbestuur
Uit de praktijk
vast welke ondersteuning de school kan bieden aan leer-
Ergo Actief heeft contact gelegd met een samenwerkingsverband.
lingen die dat nodig hebben. De school moet minimaal
Hieruit blijkt dat ze op zoek zijn naar professionals, die ze voor
de basisondersteuning die in het samenwerkingsverband
bepaalde expertise in huis kunnen halen. Ergo Actief heeft aan-
is afgesproken realiseren. Daarnaast kan de school extra
gegeven welke producten zij hebben: scholing voor leerkrachten
ondersteuning aanbieden.7 Het samenwerkingsverband legt
en ouders op verschillende terreinen, speciale typelessen, advi-
alle profielen bij elkaar om te beoordelen of het daarmee
sering van schoolmeubilair, afname van schoolAMPS, een
een dekkend aanbod voor de regio kan realiseren. Doel is
schrijftest en een fijne motoriektest. Het samenwerkingsverband
immers dat alle leerlingen een passende plek krijgen. Het
bekijkt samen met Ergo Actief of ze de SchoolAMPS gaan inko-
budget voor de extra ondersteuning van leerlingen gaat naar
pen. Ook wordt bekeken of Ergo Actief cursussen over schrijven
de samenwerkingsverbanden. Hoe het samenwerkingsver-
kan verzorgen aan leerkrachten. Daarnaast is het aanpassen
band dit budget inzet en verdeelt over de schoolbesturen
van de omgeving op school een belangrijke taak die Ergo Actief
staat in het ondersteuningsplan. De samenwerkingsverban-
op zich neemt.
6
den kunnen het budget in het nieuwe stelsel direct besteden aan ondersteuning voor leerlingen en leraren. Daardoor kan
Vraaggerichte jeugdzorg
de leerling in eerste instantie binnen de eigen school en klas
Vanaf 1 januari 2015 gaat de nieuwe Jeugdwet in werking.
worden ondersteund, door leraren die daar de juiste vaar-
Uitgangspunt van de Jeugdwet is de hulpvraag van kinderen,
digheden voor hebben.9
jongeren en hun ouders/opvoeders. Doel van de wet is een
- 23 -
vraaggerichte jeugdzorg.8 Vanuit verschillende domeinen
Omdat het huidige jeugdstelsel verschillende tekortkomin-
gaat de verantwoordelijkheid voor de zorg voor jeugd over
gen laat zien, is een omslag nodig die leidt tot:5
naar de gemeenten. Zowel de huidige provinciale jeugdzorg
- preventie en uitgaan van eigen kracht van jeugdigen,
als de gehandicaptenzorg en de geestelijke gezondheids-
ouders en het sociale netwerk;
zorg (ggz) voor jeugdigen tot 18 jaar vallen straks onder de
- minder snel medicaliseren, meer ontzorgen en normaliseren;
Jeugdwet. Het nieuwe stelsel voor jeugdhulp is erop gericht
- eerder (jeugd)hulp op maat voor kwetsbare kinderen;
dat ieder kind gezond en veilig opgroeit en zo zelfstandig
- integrale hulp met betere samenwerking rond gezinnen
mogelijk kan deelnemen aan het maatschappelijk leven,
met complexe problematiek;
rekening houdend met zijn of haar ontwikkelingsniveau.
- één gezin, één plan, één regisseur;
Ouders zijn hiervoor eerstverantwoordelijk. Als dit niet van-
- meer ruimte voor jeugdprofessionals en vermindering van
zelf gaat, komt de hulpverlening in beeld.
5
regeldruk. Per 1 januari 2015 zijn gemeenten op grond van de Wmo
Onmisbare samenwerkingspartner
2015 verplicht om cliëntondersteuning als kosteloze alge-
De kinderergotherapeut zou in deze ontwikkeling van Tran-
mene voorziening te organiseren voor alle (groepen) bur-
sitie Jeugdzorg een onmisbare samenwerkingspartner moe-
gers. Hun rol is het geven van informatie, advies en alge-
ten zijn. De kinderergotherapeut pleit voor een inclusieve
mene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van
gemeenschap, waarin alle kinderen kunnen meedoen. De
zelfredzaamheid en participatie. Cliëntondersteuners kun-
kinderergotherapeut werkt in de gemeenschap (community)
nen worden ingezet bij het uitvoeren van een onderzoek
met kinderen vanuit het sociaal perspectief. In dit perspec-
zoals een maatwerkvoorziening, als spreekuurhouder, of het
tief worden gezondheid en welzijn en de mogelijkheden om
zogenaamde ‘keukentafelgesprek’, ze werken in het belang
mee te kunnen doen, bezien vanuit het beginsel van sociale
van de burger en zijn onafhankelijk.10
gelijkheid en gelijke kansen voor alle kinderen. Zo kan de kinderergotherapeut pleiten voor toegankelijke speeltuinen.3
Uit de praktijk
Daarnaast kan de kinderergotherapeut voorlichting geven
Centrum voor Kindertherapie heeft een aantal gesprekken
aan ouders en scholing geven aan pedagogische mede-
gevoerd met een gemeente, onder andere met de wethouder ver-
werkers over zelfredzaamheid, spel en tiltechnieken. Voor
antwoordelijk voor Kind en Jeugd. In deze gesprekken kwam
gemeenten is het daarnaast van belang dat de gedragspro-
aan bod hoe de zorg voor kinderen meer vanuit de eerste lijn kan
blemen van kinderen niet verergeren of dat deze zelfs wor-
worden vormgegeven. Besloten is om een bijeenkomst te organise-
den voorkomen. De kinderergotherapeut werkt met het kind
ren met professionals die werkzaam zijn in de eerste lijn. Tijdens
op een zodanige wijze dat het kind ontdekt dat het activitei-
deze bijeenkomst wordt inzichtelijk hoe de verschillende profes-
ten wel naar tevredenheid kan uitvoeren. Het kind doet posi-
sionals momenteel samen werken en wie doet wat. Tijdens deze
tieve ervaringen op, waardoor gedragsproblemen vermin-
bijeenkomst kan de kinderergotherapeut aangeven hoe zij of hij
deren. Een andere kans is de rol van cliëntondersteuning,
werkt aan de participatie van kinderen in de maatschappij. Cen-
die bij uitstek kan worden ingevuld door de kinderergothe-
trum voor Kindertherapie is gevestigd in regio West-Friesland. In
rapeut. Een cliëntondersteuner kan bijvoorbeeld een gezin
deze regio is in het regionaal transitie arrangement voorgesteld
met een kind met een beperking ondersteunen als het gaat
om het gebiedsgericht werken gestalte te geven door het vormen
om zelfredzaamheid, spel, of verkeersveiligheid. Daarnaast
van wijk- of gebiedsteams. Hiermee wordt voortgebouwd op de
kan gedacht worden aan de begeleiding van het Wmo-tra-
ervaringen van de CJG-ontwikkeling. De gebiedsteams vormen
ject, het voeren van een keukentafel gesprek over de nodige
naast het digitale loket de basisinfrastructuur van de jeugdzorg
voorzieningen of bijvoorbeeld een second opinion bij een
in de regio. De teams zijn georganiseerd langs de natuurlijke
Wmo-traject.
leefroutes van de inwoners. Dit betekent dat ze aansluiten bij de natuurlijke vindplaatsen zoals scholen, gezondheidscentra en
- 24 -
Sleutelrol
CJG’s10. Om deze reden heeft Centrum voor Kindertherapie con-
De uitdaging is dat het nieuwe jeugdstelsel snel, goed en
tact gezocht met de gebiedsteams. De gebiedsteams signaleren en
op maat functioneert. Gemeenten krijgen hiermee een sleu-
door bij hen op de kaart te staan, kunnen zij in gezinnen ergo-
telrol in de hulp en zorg voor jeugdigen en hun ouders.5
therapie inschakelen als dit nodig is.
Ergotherapie Magazine 4 • 2014
Praktische aanbevelingen
Over de auteurs
Het klinkt zo mooi, nieuwe opdrachtgevers, maar hoe krijgt
Theone Kampstra-Grippeling is ergotherapeut bij Centrum
de kinderergotherapeut voet aan de grond. Wat heeft de kin-
voor Kindertherapie, medeoprichter en bestuurder van Ken-
derergotherapeut te bieden en hoe wordt gerealiseerd dat
niscentrum SIEM en lid Adviesgroep Kind & Jeugd.
ze met de kinderergotherapeut in zee willen. Ergotherapie
Martine Postma-Stallinga is ergotherapeut bij Ergo Actief en
Nederland heeft ten aanzien van Wet Passend Onderwijs en
bestuurslid van Ketp Nederland. Dit artikel is geschreven op
Wet Jeugdzorg actie op beleidsniveau ondernomen en blijft
initiatief van Adviesgoep Kind en Jeugd.
dit doen. Onlangs heeft Theo van der Bom een gesprek met Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en wordt in Den Haag het gesprek ook aangegaan met het Ministerie
Referenties
van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW) en het minis-
1. Darrah, J, Law, MC, Pollock, N, Wilson, B, Russell, DJ, Walter, SD, et al.
terie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Context therapy: a new intervention approach for children with cerebral palsy. Dev Med Child Neurol. 2011;53(7):615‐20. Epub 2011/05/17.
Hieronder staan aanbevelingen die de kinderergotherapeut houvast geven om zelf actie te ondernemen: - Bel het samenwerkingsverband en vraag wie verantwoor-
2. van Hartingsveldt MJ, Logister-Proost I, Kinébanian A. Beroepsprofiel Ergotherapeut. Utrecht: Ergotherapie Nederland; 2010. 3. van Hartingsveldt, MJ, van den Houten, J, van der Leij-Hemmen, I & ten
delijk is voor het vormgeven van het ondersteuningsplan
Velden, M. Profiel specialisatie kinderergotherapeut. 3e concept in opdracht
vanuit Passend Onderwijs;
van Ergotherapie Nederland. 2014/03/18.
- Bel een schoolbestuur en vraag hoe zij de basisondersteu-
4. Missiuna, C. A., Pollock, N. A., Levac, D. E., Campbell, W. N., Whalen, S. D.,
ning en de extra ondersteuning gaan inrichten en welke
Bennett, S. M., . . . Russell, D. J. (2012). Partnering for change: an innovative
ondersteuningsvragen ze daarbij hebben;
school-based occupational therapy service delivery model for children with deve-
- Bel de gemeente en vraag wie verantwoordelijk is voor de transitie jeugdzorg naar de gemeente vanuit de nieuwe Jeugdwet; - Maak een afspraak met deze persoon, omdat u van gedachten wilt wisselen en mee wilt denken. Uw werkwijze als kinderergotherapeut sluit enorm aan bij deze ontwikkeling. Dit wilt u toelichten in een gesprek. - Bereid u goed voor, wees duidelijk en concreet wat u als
lopmental coordination disorder. Canadian Journal of Occupational Therapy, 79(1), 41-50. doi: 10.2182/cjot.2012.79.1.6. 5. http://www.ggznederland.nl/uploads/assets/Plan%20BGZJ%20 ’Continu%C3%AFteit%20van%20zorg%20voor%20jeugd%202015-2017’.pdf 6. http://www.passendonderwijs.nl/hoe-werkt-passend-onderwijs/verantwoordelijkheid-van-scholen/schoolondersteuningsprofiel/ 7. http://www.passendonderwijs.nl/wp-content/uploads/2012/11/Handreikingschoolondersteuningsprofiel.pdf
kinderergotherapeut te bieden heeft. Bespreek de produc-
8. http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/jeugdzorg/jeugdzorg-in-de-wet
ten die u kunt bieden;
9. http://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/dossiers/passend_onderwijs.jsp
- Vertel kort en bondig enkele resultaten, die juist interessant voor hen zijn; - Zorg ervoor dat u niet alleen uw verhaal vertelt, maar stel open vragen in hoe ze deze ontwikkeling verder gaan
10. http://www.vng.nl/files/vng/publicaties/2014/201402-informatiekaartclientondersteuning.pdf 11. http://www.vng.nl/files/vng/201310_transitiearrangement_alkmaar_westfriesland.pdf
vormgeven; - Wees geïnteresseerd en denk mee, zodat een constructief gesprek ontstaat. Laat zien dat u als kinderergotherapeut samenwerkt met andere professionals en over de schutting kan kijken; - Ga in op wat zij zoeken en vertel wat voor meerwaarde hierbij juist de kinderergotherapeut heeft.
- 25 -
Werkconferentie
Kinderergotherapeuten in de vrijgevestigde praktijk: samenwerken en elkaar versterken
“Samen naar een kansrijke toekomst!” Tekst en fotografie: Mariëtte van der Wel, i.s.m. bestuur Ketp
De zorgkosten in Nederland zijn te hoog. In de zorg worden steeds hogere eisen gesteld aan kwali-
Theo van der Bom (Directeur
teit van zorg door diverse regels en afspraken die invloed hebben op de werkzaamheden in de zorg.
bestuurder van Ergotherapie
De kinderergotherapeut gaat graag mee in deze ontwikkelingen, maar in de huidige markt is het
Nederland), Edwin Martherus
als (kinder)ergotherapeut in de vrijgevestigde praktijk moeilijk om alle ontwikkelingen bij te benen.
(Directeur
AdviseurMakelaar
BV) en de uitgenodigde spreKetp Nederland vormt een paraplu, zowel op organisato-
kers. Steven geeft een korte toelichting op de Ketp pijlers
risch gebied als op inhoud, waardoor de individuele kinde-
voor de komende vier jaar: het borgen en bevorderen van
rergotherapeut in staat is zich aan te passen aan alle ontwik-
kwaliteit, het communiceren van beroepsinhoudelijke ont-
“Wees de Tom Poes en niet de Olivier Bommel, want wie niet sterk is moet slim zijn.” kelingen, te participeren in het reduceren van de zorgkosten,
wikkelingen, het waarborgen van de integriteit, het waarbor-
kwaliteit weet te behouden en financieel gezond te blijven.
gen van de vertegenwoordiging van de kinderergotherapie
Hierdoor weet de individuele kinderergotherapeut zich in
en het stimuleren van actieve deelnemers. Ketp trapt de
haar kracht te onderscheiden van andere disciplines.
werkconferentie af met een belangrijke stap: de implementatie van productgroepen. Deelnemers schrijven zich hierop
Ketp Nederland verbindt kinderergotherapeuten in de vrij-
in zodat producten samen ontwikkeld en gedeeld kunnen
gevestigde praktijken, waardoor zij samen sterker staan. In
worden.
dit kader vindt jaarlijks een Ketp werkconferentie plaats. Een mooie plek om te netwerken, kennis te delen, te inspireren
Samenwerken
en de laatste stand van zaken met elkaar te delen. Dit jaar
Guus Schrijvers, hoogleraar en gezondheidseconoom, is één
vond de Ketp werkconferentie plaats op 27 maart 2014 te
van de sprekers. Hij geeft een inspirerende lezing waarin de
Maarsbergen.
kinderergotherapeuten op het hart wordt gedrukt op zoek te gaan naar mogelijkheden binnen alle verschuivingen die de
- 26 -
Ketp bestaat sinds 2009 en staat nu aan het begin van haar
zorgwereld op dit moment kent. Wie aanwezig was bij het
tweede vierjarenplan. Ketp voorzitter Steven Baldee opent
jaarcongres van Ergotherapie Nederland in november 2013
de werkconferentie in het bijzijn van de Ketp deelnemers,
kent de stijl van Guus! Gezondheidsbevordering moet gele-
Ergotherapie Magazine 4 • 2014
verd worden met meer kwaliteit en met oog voor de kosten.
Na deze kleinschalige gespreksron-
Dat zijn enkele uitdagingen voor het werkveld. Schrijvers
des, waarin actief is gebrainstormd
raadt de kinderergotherapeuten aan om naast succesver-
door de deelnemers, eindigde de
halen ook vooral economische redenen aan te voeren in de
middag met een presentatie vanuit
onderhandelingen met grote partijen zoals zorgverzekeraars.
het bestuur. Hierin werd terugge-
Waarom is kinderergotherapie kostenbesparend? Meer doen
keken op, en daarmee een blijk van
voor evenveel of minder geld, dat zal één van de motto’s
waardering gegeven aan, het werk
worden voor de komende jaren. Om dat te kunnen, moet
van de werkgroepen. Zo heeft de
je slim zijn. Mogelijkheden die worden genoemd zijn: ga
werkgroep communicatie in 2013
op zoek naar ICT-mogelijkheden, massa-maatwerk, of zoek
onder andere een artikel geschre-
andere mogelijkheden en maak slimme oplossingen. Schrij-
ven
vers benadrukt samen met Theo van der Bom het belang van
Down&Up, er is een social media
wetenschappelijk onderzoek. De deelnemers worden in groe-
beleid gemaakt en uitgevoerd en er
pen gedeeld om onderling te brainstormen over samenwer-
zijn standaardteksten ter profilering
ken binnen de eerste lijn, binnen de beroepsgroep en met de
van Ketp Nederland geschreven.
zorgverzekeraar. Samen worden mooie nieuwe ideeën gefor-
Een aantal deelnemers hebben zich
muleerd, waarbij al direct gestart wordt met een aantal uit-
ingezet om het Ketp format metho-
voeringsstappen. Een laatste wijze les van Guus Schrijvers:
disch handelen in de softwarepro-
“Wees de Tom Poes en niet de Olivier Bommel, want wie niet
gramma’s Winmens, Fysiomanager,
sterk is moet slim zijn.”
Incura en Intramed te implemente-
over
kinderergotherapie
in
ren. Tevens is er een werkgroep bezig met het ontwikkelen
Passend Onderwijs
van een macro voor onderzoeks- en eindverslagen.
Marieke Boon van het Steunpunt Medezeggenschap Passend Onderwijs licht de nieuwe wet toe en beantwoordt alle
Kortom, er wordt teruggekeken op een geslaagde werkcon-
vragen over het Passend Onderwijs. Op 1 augustus 2014
ferentie en Ketp Nederland is blij te zien dat er weer veel
moeten alle leerlingen een passend onderwijsprogramma
deelnemers zijn die zich ook dit jaar in verschillende pro-
krijgen. Dat is de zorgplicht van de samenwerkingsverban-
ductgroepen zullen inzetten om kinderergotherapie in de
den. In Nederland bestaan 76 samenwerkingsverbanden
vrijgevestigde praktijk verder te ontwikkelen en verstevigen.
van het primair onderwijs en 74 in het voortgezet onderwijs. Ieder samenwerkingsverband hanteert haar eigen onder-
Ketp Nederland is hét kwaliteitsnetwerk voor en door vrijgeves-
steuningsplan. In het artikel op bladzijde 22 van deze Ergo-
tigde kinderergotherapeuten bestaande uit meer dan 100 kin-
therapie Magazine is te lezen hoe het passend onderwijs
derergotherapeuten verspreid over heel Nederland. Ketp Neder-
inhoudelijk vorm krijgt. Op de website www.passendonder-
land biedt de kinderergotherapeut producten, kennis, onderlinge
wijs.nl zijn de kengetallen per samenwerkingsverband en
mogelijkheden tot informatie-uitwisseling en samenwerking.
aantallen kinderen per school te lezen. Gezien de verschillen
Op deze manier wordt een eenduidig en hoog kwaliteitsniveau
in de ondersteuningsplannen is het goed om te weten wat
op het gebied van behandeling en product(ontwikkeling) door
er per regio speelt.
een deelnemende kinderergotherapeut geboden. Bij 60% van de kinderergotherapiepraktijken in Nederland werken kinderergo-
Netwerken en afsluiting
therapeuten die zijn aangesloten bij Ketp Nederland. Alle deel-
In het middagprogramma werd tijd en ruimte gereserveerd
nemers zijn lid van Ergotherapie Nederland.
om met elkaar in gesprek te gaan over thema’s zoals passend onderwijs, transitie jeugdzorg, social media, de audit, producten en scholing. Wat kan je doen en wie heeft er al
Wilt u meer informatie over Ketp Nederland, het meerjaren-
succesverhalen? Deze brainstormsessies hebben geresul-
plan en/of de werkconferentie?
teerd in leuke, nieuwe initiatieven die opgepakt gaan worden.
www.ketp.nl •
[email protected] • @ketpNederland
- 27 -
Beleid
Even voorstellen:
Deraad ledenvan van de toezicht Tekst: Michel van Dijk Fotografie: Nelleke Colet
De afgelopen maanden zijn Anna Koel, Joan Verhoef en Marije Feeburg toegetreden tot de raad
als ergotherapeut opviel, was
van toezicht van Ergotherapie Nederland. Samen met ‘oudgedienden’ voorzitter Stefan van den
dat je als ergotherapeut vooral
Oever en Roeline Hubertse vormt de raad van toezicht daarmee een hecht en sterk team.
wordt opgeleid als behandelaar, en veel minder als adviseur. Die
Stefan van den Oever “De ergotherapeut is de zelfstandigheidsexpert”
adviserende rol krijgt zowel in de opleiding als in het werk-
“Ik heb het nog eens nagezocht. 15 juni 2011 ben ik
ervan overtuigd ben dat juist daar kansen liggen voor de
benoemd tot voorzitter van de raad van toezicht. Dat is
ergotherapie. Wij hebben het juiste profiel om mensen te
alweer drie jaar geleden. Roe-
laten participeren en langer zelfstandig te laten wonen, en
line Hubertse en ik zijn daar-
hen daarbij te ondersteunen. De ergotherapeut is de zelf-
mee de oudgedienden binnen
standigheidsexpert, dat zit ingebakken in ons beroepspro-
de raad van toezicht, wij zijn
fiel. Mede om deze adviserende taak beter onder de aan-
beiden lid sinds 2011. Joan
dacht te brengen, heb ik me drie jaar geleden kandidaat
Verhoef, Anna Koel en Marije
gesteld als voorzitter van de raad van toezicht. En ik vind het
Feeburg zijn eind vorig jaar en
nog steeds een belangrijk agendapunt.”
veld nog steeds weinig aandacht. Dat is jammer, omdat ik
begin dit jaar gekozen. Samen
Stefan van den Oever
- 28 -
vormen we een hecht en sterk
SEO onderzoek
team. Ik ben opgeleid tot ergo-
“De afgelopen drie jaren is er veel veranderd binnen Ergo-
therapeut,
medeoprichter
therapie Nederland. Het was duidelijk dat we onze beroeps-
en partner van SCIO Consult.
vereniging nieuw leven moesten inblazen. De vereniging
Dat is een landelijk opererend
functioneerde niet goed, leden liepen weg, en de meer-
advies-
en
opleidingsbureau,
waarde van Ergotherapie Nederland was voor veel ergo-
met tachtig adviseurs in vaste
therapeuten niet duidelijk. Een van onze eerste acties was
dienst, dat gemeenten adviseert
daarom een directeur te vinden die in staat is te verbinden.
en ondersteunt bij de uitvoe-
Theo van der Bom bleek die daadkrachtige verbinder te zijn.
ring van de Wet Maatschappe-
We zijn erin geslaagd onze beroepsorganisatie opnieuw
lijke
(WMO).
op te bouwen. We hebben nu een bloeiende en financieel
De gemeenten hebben de taak
gezonde vereniging. Veel ergotherapeuten weten de weg
om deze wet uit te voeren. Ze
naar ons terug te vinden, waar ze eerder waren afgehaakt.
en
Ondersteuning
hebben behoefte aan onze ken-
Het ledental van Ergotherapie Nederland stijgt. Leden her-
nis en advisering, zeker nu ze door de decentralisatie van
kennen zich in hun vereniging, en zijn bereid zich ervoor in
zorg steeds meer taken en verantwoordelijkheden krijgen
te zetten. Dat is een prachtige prestatie, maar het betekent
toegeschoven. Wat me zowel tijdens als na mijn opleiding
wel dat we een intern gerichte organisatie waren. Nu is het
Ergotherapie Magazine 4 • 2014
tijd om de blik naar buiten te richten. We moeten de bui-
onder ergotherapeuten. Daarnaast heb ik me beziggehou-
tenwereld laten zien wie we zijn, wat we kunnen en waar we
den met onderzoek en onderwijs. Momenteel werk ik bij
voor staan. Ik ben daarom blij dat SEO Economisch Onder-
Caransscoop, een zorgorganisatie in Gelderland die samen-
zoek, een onafhankelijk onderzoeksbureau, onderzoek
werkingsvormen in de eerstelijnszorg stimuleert en onder-
doet naar de toegevoegde waarde van ergotherapie. Dat is
steunt. Mijn kracht zit ‘m ook in het kunnen verbinden van
belangrijk, want overheid en zorgverzekeraars willen onze
mensen en organisaties. Verbinden betekent: één plus één
meerwaarde onderbouwd zien. Het is beter als een gede-
is drie. Dat past in mijn visie op zorg. Ik geloof niet in één
gen onderzoeksbureau dat kan aantonen, dan dat je dat zelf
oplossing. Als we patiënten willen helpen, moeten we dat
zegt. Dit najaar verwachten we de uitkomsten van dat onder-
samen doen met andere partijen, zoals huisartsen, fysio-
zoek. We hopen uiteraard dat daar uitkomt wat we denken.
therapeuten, maar ook de sociale omgeving van de patiënt,
Dit onderzoeksrapport is een van de manieren om ons beter
zoals familie, vrienden en buren. Sinds 2011 zit ik in de raad
te profileren naar de buitenwereld. Die profilering is nodig.
van toezicht. Het is fijn dat we sinds dit jaar weer voltallig
Ik weet dat ergotherapeuten bescheiden professionals zijn,
zijn, met vijf leden. We vormen een sterk team, met ieder
en dat ze niet altijd graag op de voorgrond staan, maar we
zijn eigen inbreng en competentie. We controleren en hou-
zullen onszelf moeten verkopen. Anders zien gemeenten en
den toezicht, dat is een belangrijke taak, maar de leden moe-
zorgverzekeraars ons niet staan. Ik heb er het volste vertrou-
ten het doen. Dat is de basisvoorwaarde voor de kwaliteit en
wen in dat ons dat gaat lukken. Met de inzet van alle leden,
levensvatbaarheid van ons werk. Ik wil de ergotherapeuten
een daadkrachtig bestuur en een raad van toezicht die dat
daarom graag een pluim geven. Ik zie steeds meer dyna-
proces van harte ondersteunt, kan dat niet mislukken.”
miek en samenwerking in onze vereniging, bijvoorbeeld in de vele werkgroepen. We zijn er de afgelopen jaren daardoor
Roeline Hubertse “Verbinden betekent: één plus één is drie”
in geslaagd de organisatie intern te laten bloeien. Dat is een
“Ik ben opgegroeid in de Betuwe en na een opleiding Ergo-
dat het nu tijd is om naar buiten te treden en de samenwer-
therapie aan de Hogeschool in Heerlen ben ik Twente
king te zoeken met anderen. Ik ben daarom blij dat Ergothe-
terechtgekomen. Ik ben gestart als uitvoerend ergothera-
rapie Nederland deelneemt aan het Paramedisch Platform
peut, heb in de loop van de tijd enkele afdelingen ergothe-
Nederland (PPN). De kracht van ergotherapeuten is dat we
rapie in ziekenhuizen in de regio opgezet en ben na een
breed zijn opgeleid en van alles iets afweten. Dat is mooi,
driejarige leergang Bedrijfskunde leidinggevende geworden
maar we kunnen het niet alleen. Alleen door met anderen
van een uiteenlopend spectrum zorgprofessionals, waar-
samen op te trekken, kunnen we een sterke beroepsgroep
mooie prestatie. Ik ben het met Stefan van den Oever eens
zijn.”
Anna Koel “Het is belangrijk welke keuzes we met ons geld maken” “Ik ben leidinggevende van een team extramuraal werkende ergotherapeuten bij Evean, een grote zorginstelling in Noord-Holland. Er wordt ergotherapie geboden in de thuissituatie en vanuit verschillende praktijklocaties. Er is veel behoefte aan ergotherapeutische ondersteuning in de eerstelijn. De afgelopen jaren zijn we als team sterk gegroeid en stijgt de omzet elk jaar weer. In 2012 met veertig procent, en in 2013 zelfs met vijftig procent. Daarnaast ben ik oprichter van Ergobaan.nl. Dat is een vacaturesite voor ergotherapeuten die is gebaseerd op zoekprofielen. Werkgevers kunnen er hun vacatures plaatsen, en ergotherapeuten kunnen er hun CV’s op achterlaten. Juist door die op maat gesneden zoekRoeline Hubertse
- 29 -
profielen
werkgevers
fysiotherapeuten en ziekenhuizen over gezondheidsrechte-
en ergotherapeuten tot goede
kunnen
lijke vraagstukken. Daarnaast geef ik consult over hoe om te
matches komen. Als leiding-
gaan met privacy bij gegevensuitwisseling. Ook ben ik door
gevende weet ik hoe belangrijk
een aantal gemeenten ingeschakeld om te adviseren over
het is dat je kijkt naar de team-
samenwerking door zorgverleners in het kader van de WMO
samenstelling en de vraag in
en de Wet op de Jeugdzorg. Daarnaast ben ik parttime werk-
de markt naar specialisaties of
zaam als stafadviseur van de Raad van Bestuur van Mean-
kennis over doelgroepen. Welke
der Medisch Centrum in Amersfoort. In april 2014 ben ik tij-
competenties zijn daarbij het
dens de algemene ledenvergadering benoemd als lid van de
best passend? Door te werken
raad van toezicht van Ergotherapie Nederland. Het lijkt mij
met zoekprofielen vind je sneller
erg leuk om alle opgedane kennis en ervaring aan te wenden
een geschikte kandidaat. Sinds
voor de beroepsorganisatie van ergotherapeuten. Ik hoop
november 2013 ben ik lid van de
een positieve bijdrage te kunnen leveren aan de diverse ont-
raad van toezicht van Ergothe-
wikkelingen.”
rapie Nederland. Ik heb financiën in mijn portefeuille. Het is goed om toezicht te houden op de geldstroom en de keuzes die hierin gemaakt worden. We zijn Anna Koel
weer een financieel gezonde vereniging geworden. Belangrijk is
dan om te kijken welke keuzes we nu met het geld kunnen maken. Passen de uitgaven bij het meerjarenbeleidsplan? Moeten er tussentijds andere keuzes gemaakt worden voor bijvoorbeeld een betere profilering? En zijn de kosten hiervoor te verantwoorden naar de leden? Als leidinggevende van een extramuraal werkend team, heb ik goed overzicht over wat de vraag is vanuit de samenleving. En hoe we daar als beroepsvereniging het beste op kunnen inspelen. Ik hoop dat ik vanuit mijn positie zowel het bestuur als de beroepsvereniging kan adviseren bij de keuzes die ze daarbij maken. Zo hoop ik bij te dragen aan een verdere profilering
Marije Feeburg
van ons prachtige vak.”
Marije Feeburg “Ik zet mijn kennis graag in voor de beroepsorganisatie”
- 30 -
Joan Verhoef “We moeten de effectiviteit van onze interventies wetenschappelijk onderbouwen” “In 1984 ben ik afgestudeerd als ergotherapeut, ik zit dus
“Aanvankelijk wilde ik geneeskunde of tandheelkunde stu-
al dertig jaar in het vak. Ik heb als ergotherapeut in twee
deren. Het werd rechten in Utrecht, maar de zorg bleef mij
verpleeghuizen gewerkt, en daarna negen jaar in het Leids
trekken. Als jurist heb ik gewerkt voor de VVAA, het Konink-
Universitair Medisch Centrum (LUMC). Sinds 1995 ben
lijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF)
ik verbonden aan de opleiding Ergotherapie van de Hoge-
en de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tand-
school Rotterdam. Omdat ik dat uiteindelijk niet kon com-
heelkunde (NMT). Sinds 2010 heb ik een adviespraktijk, MF
bineren met een studie bewegingswetenschappen en de
& Company, van waaruit ik zorgverleners in de eerste en
klinische praktijk, ben ik vervolgens gestopt met mijn werk
tweede lijn adviseer over juridische aspecten van samen-
als ergotherapeut. Sinds september 2012 ben ik hoofddo-
werking in de zorg. Zo adviseer ik apothekers, huisartsen,
cent Evidence Based Care aan de Hogeschool Rotterdam.
Ergotherapie Magazine 4 • 2014
P
R
A
K
T
I
J
K
B
E
R
I
C
H
T
Dat betekent dat ik zowel bij onderzoek, onderwijs als beroepspraktijk betrokken ben, en dat spreekt me aan. Dit jaar hoop ik mijn promotieonderzoek naar arbeidsintegratie van jongeren met chronische aandoeningen en lichamelijke beperkingen af te ronden. De
Bedankt Intramed!
interventie die we voor hen hebben ontwikkeld lijkt succesvol. Veel van de jongeren die aan de training hebben deelgenomen, zijn inmiddels aan het werk. Dat is een prachtig resultaat. Sinds november 2013 ben ik lid van de raad van toezicht van Ergotherapie Nederland. In deze rol vertegenwoordig ik het onderzoek en onderwijs in de ergotherapie, en dat vind ik belangrijk. In een tijd dat overheid en zorgverzekeraars scherper kijken naar de kwaliteit en meerwaarde van zorgprofessionals,
wordt
het
steeds belangrijker dat we de Joan Verhoef
kwaliteit van de ergotherapie goed onderzoeken. Dat lukt het
beste door de effectiviteit van onze interventies wetenschappelijk te onderbouwen. Zeker voor een kleine beroepsvereniging als Ergotherapie Nederland is dat essentieel. Naast
“We hebben nooit geweten dat Intramed zo compleet is”. Vanaf het moment dat we met jullie praktijksoftware aan de slag gingen, loopt onze bedrijfsvoering op rolletjes. Plannen, registreren, declareren, behandeldossiers aanleggen en bijhouden gaan zo efficiënt dat we echt blij zijn dat we voor Intramed hebben gekozen. Trouwens, de medewerkers van de helpdesk zijn werkelijk fantastisch! Via de website van Intramed hebben we gebruik kunnen maken van een gratis proefperiode van 3 maanden. Hierdoor zijn we aan de slag gegaan zonder kosten of verplichtingen. Al snel bleek dat dit pakket prima aansloot bij onze wensen en zijn we na 3 maanden overgegaan tot een contract.
Intramed praktijksoftware, compleet gebruiksgemak voor de ergotherapeut = Patiëntendossier volgens richtlijnen Ergotherapie Nederland of uw eigen richtlijnen = Aparte richtlijn kinderergotherapie (ontwikkeld i.s.m. de Ketp Nederland) = Module ‘Verkopen’ voor het eenvoudig registreren en factureren van artikelen = Mogelijkheid om indirect-cliëntgebonden tijd te registreren en een overzicht te genereren
deze aandachtspunten, vind ik het natuurlijk interessant om
= Registreren van niet-cliëntgebonden werkzaamheden
op deze manier met mijn vak bezig te zijn, en daarvan ook
= Briefontwerpen op basis van de NHG-richtlijn (Nederlands Huisartsen Genootschap). Gestructureerde informatie-uitwisseling tussen huisarts en ergotherapeut
de organisatorische en bestuurlijke kant beter te leren kennen. Ik lever daar graag een bijdrage aan. Daarnaast bestaat de raad van toezicht uit een leuke groep mensen. Het is prettig om met hen te mogen samenwerken.”
= Geschikt voor Directe Toegankelijkheid Ergotherapie (DTE) = Een Service Centrum waar u deskundig en vriendelijk geholpen wordt, ook ‘s avonds!
Noordkade 94 - 2741 GA Waddinxveen T 0182 62 11 07 F 0182 62 11 99
[email protected]
Al meer dan 19.000 gebruikers werken dagelijks met de Intramed software
Op de website treft u tevens uitgebreide productinformatie voor uw praktijk: w w w. i n t ra m e d . n l
Vakbond
Arthur Warmer, cao-onderhandelaar van de Federatie van Beroepsorganisaties in de Zorg
“Laat horen wat jullie nodig hebben” Tekst: Michel van Dijk Fotografie: Nelleke Colet
Vermoedelijk zijn maar weinig ergotherapeuten op de hoogte van het werk van de Federatie van
mijn rol bij de FBZ wil ik graag
Beroepsorganisaties in de Zorg (FBZ). Toch voert deze werknemersorganisatie voor zorgprofes-
iets terug doen en de leden van
sionals al jaren de cao-onderhandelingen met werkgevers. Daarnaast zet ze zich actief in voor
Ergotherapie Nederland laten
bemiddeling van werk naar werk, na ontslag of reorganisatie. Arthur Warmer, cao-onderhandelaar,
profiteren van de kennis en
over een vakbond die in de luwte opereert.
ervaring die ik in mijn werk heb opgedaan.”
Door een motorongeluk heeft hij na talloze operaties een wat hij noemt ‘stijve poot’ overgehouden, waar hij bij het
Niets dan lof voor de ergotherapeuten, wat Warmer betreft.
lopen en zitten achter zijn bureau nog steeds rekening
Maar hij plaatst er wel meteen een kanttekening bij. Want de
mee moet houden. In de periode van zijn revalidatie na de
betrokkenheid die zij voor hun cliënten hebben, zouden ze
operaties heeft Arthur Warmer, cao-onderhandelaar van
ook meer mogen inzetten voor hun eigen positie als zorg-
de Federatie van Beroepsorganisaties in de Zorg (FBZ), de
professional. Overal waar Warmer als vakbondsbestuurder
“Wij willen dat professionals employabel zijn, dat ze inzetbaar zijn voor ander werk, mochten ze hun huidige functie verliezen.”
- 32 -
ergotherapeuten ook persoonlijk leren kennen. “Ik vond
langskomt, ziekenhuizen, verpleeghuizen, revalidatiecentra,
hun toegevoegde waarde fantastisch. Hoe ze je begeleiden,
valt hem namelijk hetzelfde patroon op. Veel zorgverleners,
je soms letterlijk laten voelen waar de overbelasting zit en
en ergotherapeuten zijn daarop geen uitzondering, zijn niet
hoe je die kunt voorkomen. Ik vond dat bijzonder om mee
proactief genoeg. Ze wachten veelal totdat in de bestuurska-
te maken. Ik heb zelf kunnen ervaren dat ergotherapeuten,
mers van de raden van bestuur de beslissingen over minder
datzelfde geldt overigens voor de andere paramedische dis-
formatie of ontslag al zijn genomen, alvorens ze daartegen
ciplines, zeer toegewijde mensen zijn die je op een prettige
in verweer komen. “Maar zo werkt het niet in BV Nederland.
manier door een moeilijke tijd heen kunnen helpen. Het
Dan ben je te laat.” De FBZ komt niet dagelijks in alle instel-
heeft me het vertrouwen in mijn lichaam teruggegeven, en
lingen in Nederland. Warmer benadrukt daarom dat hij als
me het gevoel gegeven dat ik er weer tegenaan kon. Vanuit
vakbondsbestuurder veelal pas in beeld komt, als het in een
Ergotherapie Magazine 4 • 2014
Arthur Warmer zorginstelling fout dreigt te gaan of reeds fout is gegaan.
werk in stilte blijven doen.
“Het kan dus best zijn dat de ergotherapeuten in de 40 à
Maar nu er een andere wind
50 ziekenhuizen waar de FBZ recentelijk niet op bezoek is
waait, wordt het wel belang-
geweest, het uitstekend hebben geregeld. Maar op basis van
rijk dat de leden van de bij
mijn ervaringen vraag ik me dat af. Als ik ergotherapeuten
ons
vraag wat ze de afgelopen jaren hebben gedaan om te anti-
verenigingen ons leren ken-
ciperen op de dreiging van bezuinigingen en ontslag, krijg ik
nen. Al was het maar omdat
meestal het antwoord: niets.”
wij de expertise hebben over
aangesloten
beroeps-
cao’s en arbeidsmarktvraag-
Luxe positie
stukken. Als ergotherapeuten
Dat is vragen om moeilijkheden, is de waarschuwings-
daar meer over willen weten,
boodschap van Warmer, die als cao-onderhandelaar in
komen ze via Ergotherapie
de ziekenhuizen ook de onderhandelingen voert namens
Nederland vanzelf bij ons
Ergotherapie Nederland, een van de twintig medische en
terecht.”
paramedische beroepsverenigingen die bij de FBZ zijn aangesloten. “De wereld van de zorg is dramatisch aan het ver-
Dat gebeurt nog niet zo vaak,
anderen. Er wordt bezuinigd op het zorgbudget, taken gaan
valt Warmer op. “We krijgen wel meer vragen van ergothe-
over naar de gemeenten, ziekenhuizen hebben te maken
rapeuten dan voorheen, bijvoorbeeld over hoe ze zich beter
met vraaguitval. Dat zijn ontwikkelingen waar zorgprofessi-
kunnen profileren of weerbaarder kunnen worden tegen
onals opeens mee te maken krijgen. Dat is voor velen een
management of raad van bestuur, maar ik vermoed dat er
nieuwe ervaring. De afgelopen twintig jaar heerste er rust
nog veel meer vragen onder hen leven die nog niet bij ons
aan het front. Onze achterban, van arts tot ergotherapeut,
terecht komen. Als ze deze vragen niet aan Ergotherapie
verkeerde in de luxe positie dat zij werden ontzien bij reor-
Nederland stellen, kunnen we onze meerwaarde niet bie-
ganisatierondes. De markt was gunstig, met jaar op jaar
den. Ergotherapeuten zouden nog meer van onze expertise
een loonstijging. Als er bezuinigd moest worden, gebeurde
kunnen profiteren.”
dat bij de ondersteunende diensten, daar vielen de klappen. Daar valt nu echter niets meer te halen. Dus als zor-
Niet afwachten
ginstellingen moeten bezuinigen, is nu ook onze achterban
Om haar achterban beter op de hoogte te brengen van wat
aan de beurt. Voor veel ergotherapeuten is dat vermoedelijk
de FBZ is en, belangrijker nog, wat zij voor haar leden kan
de eerste keer dat ze dat meemaken. Plotseling worden zij
doen, organiseert de werknemersorganisatie regelmatig
geraakt. Dat roept bij hen de vraag op hoe ze zich hiertegen
workshops voor de beroepsverenigingen. “Zo hadden we
het beste kunnen wapenen.”
laatst bij Ergotherapie Nederland een workshop voor ergotherapeuten die werken bij een instelling die een loopje nam
Die gunstige jaren maakten het ook mogelijk dat het onder-
met gemaakte cao-afspraken. De zaal zat vol met zo’n vijftig
handelingswerk van de FBZ, bijvoorbeeld in de cao-onder-
ergotherapeuten. Ik kon hen vertellen wat hun rechten zijn,
handelingen met ziekenhuiswerkgevers of bij het schrijven
hoe zij bezwaar konden maken tegen de werkwijze van hun
van een sociaal plan voor ontslagen werknemers, groten-
werkgever en hoe Ergotherapie Nederland en FBZ hen daar-
deels buiten zicht bleef van de leden. “Ik denk dat de meeste
bij zouden kunnen helpen.”
ergotherapeuten de FBZ niet kennen. Als je de leden van Ergotherapie Nederland zou vragen: “Ken je Arthur Warmer
Maar dat niet alleen, want Warmer gebruikt zulke work-
en weet je wat hij doet bij de FBZ”, dan weten ze vermoede-
shops ook om de zorgprofessionals te laten uitwisselen wat
lijk niet waar je het over hebt. Dat begrijp ik wel. Je bent lid
de meerwaarde is van hun vak, en ze op het hart te drukken
van Ergotherapie Nederland omdat je een mooi vak hebt dat
hoe belangrijk een proactieve houding is. “Ik benoem dan
je wilt uitoefenen, en dan blijkt plots dat je het lidmaatschap
dat de wereld om hen heen aan het veranderen is, dat zor-
van een vakbond, want dat zijn wij, er gratis bij hebt gekre-
ginstellingen onder druk van de zorgverzekeraars niet meer
gen. Zolang er geen problemen waren, kon de FBZ haar
alles doen, maar dat ze zich scherper profileren, andere keu-
- 33 -
zes maken, waardoor er functies en taken worden afgesto-
rechtsgeldig besluit. Wij kunnen niet met de vuist op tafel
ten. Dat betekent dat de instelling plotseling personeel te
slaan en zeggen: “Er gaan geen honderd man uit”, want
veel heeft, of dat medewerkers andere dingen moeten gaan
daar gaan we niet over. Ik weet dat veel mensen dat denken,
doen. Mijn vraag is dan: wil je als professional bij die keu-
maar zo is het niet. Als raad van bestuur en ondernemings-
zes en afwegingen van jouw instelling betrokken zijn? Wil je
raad zo’n besluit nemen, moeten wij dat accepteren.”
aan het roer zitten en meepraten? Of wacht je af totdat de besluiten genomen zijn? Mijn boodschap is: wacht niet af,
Wat de FBZ wel kan doen, en daar maakt ze zich dan ook
maar praat mee, vanaf het eerste begin.”
hard voor, is om samen met werkgevers zorgprofessionals
“Het is onverstandig dat je je voor meer dan 100 procent inzet voor je patiënten, en dat je jezelf vergeet. Je loopt dan het risico dat het misgaat.” van werk naar werk te bemiddelen, door mee te werken aan Warmer heeft nóg een boodschap voor de ergotherapeuten:
sociale plannen en Sectorplannen voor de Zorg [zie kader].
alleen goede zorg leveren is niet langer genoeg. “Als ik pro-
Dat is een belangrijk agendapunt voor de FBZ, benadrukt
fessionals spreek, dan zeggen ze dat ze voor hun vak heb-
Warmer. “We zetten ons ervoor in om de sociale gevolgen
ben gekozen omdat ze zoveel satisfactie halen uit het hel-
van ontslagen te ondervangen. Wij willen dat professio-
pen van patiënten. Dat is prachtig, en dat moet ook datgene
nals employabel zijn, dat ze inzetbaar zijn voor ander werk,
zijn waar je de meeste tijd in stopt, want daar krijg je energie
mochten ze hun huidige functie verliezen. Daarom is onze
van. Maar toch is het onverstandig dat je je voor meer dan
boodschap aan werkgevers: investeer in jullie mensen, zorg
100 procent inzet voor je patiënten, en dat je jezelf vergeet.
ervoor dat zij na ontslag of reorganisatie kans maken om
Je loopt dan het risico dat het misgaat.”
een nieuwe baan te vinden, dat ze fit zijn for the job. Bijvoorbeeld door hen passende bij- en nascholing te bieden,
Ergotherapeuten moeten zichzelf dus een podium gunnen,
zodat ze andere doelgroepen kunnen bedienen. Voor veel
stelt Warmer. “Ze moeten laten zien wat ze kunnen. Bijvoor-
medewerkers die nu nog op de loonlijst staan, geldt dat dit
beeld door de kracht van hun werk onder de aandacht te
geen zekerheid is voor de toekomst. Misschien sta je dat
brengen van het management van de zorginstelling, door in
straks niet meer. Dan moet je hebben nagedacht over wat je
jaarplannen te omschrijven wat hun doelstellingen zijn en
kansen zijn en wat je wilt. We moeten voorkomen dat ergo-
hoe ze deze willen uitvoeren, en door te laten zien dat de
therapeuten over twee, drie jaar aan de kant zitten, en niet
meerwaarde van hun vak ook voor zorgverzekeraars zó aan-
meer aan het werk komen.”
trekkelijk is dat ze die willen inkopen.” Warmer constateert dat werkgevers hier nog weinig
- 34 -
Inzetbaar voor ander werk
werk van maken. “Het valt ons op dat zij
Eén hardnekkig misverstand wil Warmer graag uit de weg
hierin niet het initiatief nemen.
ruimen: een vakbond kan niet alles. “Het is voor ons als
Terwijl ook zij de veran-
FBZ een bittere pil dat wij niets kunnen doen als raad van
deringen op de arbeids-
bestuur en ondernemingsraad van een zorginstelling het
markt
erover eens zijn om, zeg, twintig verpleegkundigen te ont-
weten wat er op
slaan. Dat kunnen wij niet tegenhouden, want dat is een
hen af komt. In
Ergotherapie Magazine 4 • 2014
zien,
en
veel zorgorganisaties wordt bij- en nascholing bijvoorbeeld
website, maar als dat niet aansluit bereiken we niets. Ik
opgevat als verantwoordelijkheid van de werknemer. Dat is
roep ergotherapeuten daarom op om meer van zich te laten
niet terecht, wij zien het als gedeelde verantwoordelijkheid
horen. Hoe meer vragen we via Ergotherapie Nederland van
van werkgever en werknemer. Een van de doelen van de FBZ
jullie krijgen, hoe beter de FBZ haar dienstverlening daarop
is dat mensen perspectief behouden op een werkzaam leven
kan aanpassen. En hoe beter Ergotherapie Nederland en
en een reëel inkomen. Werkgevers moeten met hun mede-
FBZ jullie kunnen helpen.”
werkers in gesprek om dat mogelijk te maken. Ze mogen hen niet over de schutting gooien omdat er geen werk meer voor ze is.” Sectorplan voor de Zorg
Ivoren toren
Op 22 april 2014 heeft de FBZ, samen met CNV Publieke
Warmer doet liever geen uitspraak over waar volgens hem
Zaak en N’91 en de brancheorganisaties in de zorg, het Sector-
de komende jaren kansen liggen voor ergotherapeuten. “De
plan voor de Zorg ondertekend. Dit gebeurde tijdens een bijeen-
beroepsvereniging moet die analyse zelf maken, dat is haar
komst met minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegen-
competentie. Maar anderzijds is het ook niet zo verrassend
heid (SZW) en staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid,
om te bedenken waar de meeste groeikansen liggen. De
Welzijn en Sport (VWS). Met het sectorplan gaan werknemers
ligduur in ziekenhuizen neemt af, er is beddenreductie en
en werkgevers samen aan de slag om de problemen aan te pak-
steeds meer zorg aan huis. En let wel, een ergotherapeut is
ken die door bezuinigingen en hervormingen ontstaan op de
geen verpleegkundige. Die kan altijd nog leidinggevende of
arbeidsmarkt in de zorg. Begeleiding van werk naar werk en de
staffunctionaris worden, maar zoveel smaken heeft de ergo-
instroom van jongeren staat daarbij centraal.
therapeut niet. Haar kansen liggen vermoedelijk niet zozeer in andere functies, als wel in de verschuiving van zorg
Het Sectorplan voor de Zorg gaat uit van cofinanciering door
van tweede naar eerste lijn. Het lijkt me verstandig als de
SZW en de werkgevers in de zorgsectoren Verpleging, Verzor-
beroepsvereniging daar haar vizier op richt.”
ging en Thuiszorg (VVT), Gehandicaptenzorg (GHZ) en Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). Zo stelt SZW 100 mil-
Ja, Warmer zet zich met plezier in voor betere arbeidsvoor-
joen beschikbaar naast de 100 miljoen uit de drie zorgsectoren.
waarden van ergotherapeuten. Tegelijkertijd zou hij beter
Dit vangt een deel op van de negatieve effecten voor de arbeids-
willen weten waar zij behoefte aan hebben. “Dat weten
markt door de bezuinigingen in de zorg. www.fbz.nu
we niet precies, omdat we weinig van jullie horen. We kunnen echter pas echt voor jullie aan het werk als we weten wat jullie nodig hebben. We kunnen vanuit onze ivoren toren wel allerlei leuke dingen bedenken, zoals folders, workshops, informatie op onze
- 35 -
De stoel voor alle leef tijden
30 jaar productontw ikkeling Het origineel in aangepast zitmeubilair.
ong eeven aarde zitkwaliteit
De tafel voor eindeloos w erkplezier
Traploos instelbaa r
Maximale on derrijdbaarheid
Altus, de optimale schooltafel.
026 35 12 247 • www.kindermeubilair.nl