Elk Talent Telt Samenvatting Beleidsplan 2012 – 2014
Missie OTIB De missie van OTIB is helder en staat al jaren vast: “Bijdragen aan een aantrekkelijke Technische Installatiebranche, met voldoende en goed gekwalificeerde mensen.” Nieuwe ontwikkelingen kunnen wel de context van deze missie vormen. Het beleidsplan Elk talent telt! schetst deze context. In dit beleidsplan wordt aangegeven welke instrumenten OTIB inzet om binnen die context de missie te vervullen. In deze samenvatting vindt u de ontwikkelingen die OTIB de komende periode op zich af ziet komen, de doelstellingen die we hieraan verbinden voor de komende jaren en welke instrumenten worden ingezet. Het beleidsplan vormt de basis voor de verschillende operationele plannen voor de komende jaren.
De ontwikkelingen voor de komende jaren 1. De Economie De economische positie van Nederland is één van de ontwikkelingen waar we niet om heen kunnen. Alhoewel kranten er vol van staan, zijn de gevolgen voor de technische installatiebranche niet eenduidig. Medio 2011 waren de economische perspectieven voor de Technische Installatiebranche niet duidelijk. Bedrijven kunnen nog redelijk voorzien in hun behoefte aan gekwalificeerde medewerkers. Sterker nog: zodra de economie aantrekt en de oudere werknemers met pensioen gaan, zal de vraag naar vakmensen weer stijgen. 2. Ontwikkelingen op de markt In de Technische Installatiebranche vinden volop innovaties plaats. Omdat de branche zelf die innovatiekracht heeft. Maar ook gezien de vragen die er leven op de markt, en de technologische ontwikkelingen. De markt van de Technische Installatiebranche biedt bedrijven kansen om zich te ontwikkelen op de volgende thema's: • Integraal installeren • Intelligente Energievoorziening • Renovatie Evolutie • Comfortabel Leven • Nieuwe business‐modellen • Installeren nieuwe stijl • Sociale Innovatie
De ontwikkelingen voor de komende jaren 3. Intersectorale mobiliteit Het arbeidsmarktonderzoek van OTIB brengt trends in de arbeidsmobiliteit in de branche in kaart. Deze cijfers laten zien dat er al de nodige intersectorale mobiliteit bestaat tussen de technische installatiebranche en andere branches (zowel instroom als uitstroom) én dat het daarbij grotendeels om een beperkt aantal aanverwante sectoren gaat. Intersectorale mobiliteit biedt de branche dus een aantal kansen en bedreigingen. • Personeelsvoorziening: Door onder meer de ontgroening in de sector en de dalende nieuwe instroom van schoolverlaters op de arbeidsmarkt zal meer via zij‐instroom vanuit andere sectoren in de personeelsbehoefte van de technische installatiebranche worden voorzien. Vragen daarbij zijn wel: welke sectoren komen in aanmerking? Is mobiliteit vanuit overschotsectoren ook realiseerbaar? Onder welke voorwaarden? Waar en op grond waarvan moet je grenzen trekken? • Werkzekerheid: Door de flexibilisering kunnen de risico’s op baanverlies toenemen. Die kunnen deels worden ondervangen door versterking van ‘werkzekerheid’ op basis van verbrede inzetbaarheid van werknemers. Intersectorale mobiliteit kan bijdragen aan de ontwikkeling van dergelijke vormen van ‘zekerheid’ door brede inzetbaarheid. • Loopbaan en levensloop: Meer intersectorale mobiliteit kan het aantrekkelijker maken om (tijdelijk) verschillende typen werk/banen te combineren of (tijdelijk) van type werk/baan te wisselen. • Vakmanschap en betrokkenheid: Intersectorale mobiliteit biedt kansen voor een nieuw vakmanschap; meer ‘in de breedte’ dan ‘in de diepte’? • Innovatie: Meer intersectorale mobiliteit kan leiden tot meer impulsen voor vernieuwing in de technische installatiebranche door de uitwisseling van kennis.
De ontwikkelingen voor de komende jaren 4. Ontwikkelingen in het onderwijs Er zijn verschillende ontwikkelingen in het onderwijs te typeren: • Binnen het VMBO: – Vereenvoudiging en actualisatie van de beroepsgerichte programmastructuur in het VMBO, betere aansluiting op het vervolgonderwijs, het cyclisch vernieuwen van vak‐inhoud en examinering, en onderzoeken en ontwikkelen van doorstroomprogramma's. • Binnen het MBO: – Het Competentiegericht onderwijs (de implementatie zal in 2012 ‐ 2014 worden voltooid). – Het Actieplan MBO 'Focus op Vakmanschap 2011‐2015 wordt geïmplementeerd. – De ontwikkeling van het sectoraal examenprofiel voor alle opleidingen die relevant zijn voor de Technische Installatiebranche. – Voor onze branche hebben UNETO‐VNI en OTIB samen met de groot‐ en kleinmetaal, de MBO‐raad en de ROC's gewerkt aan de doorontwikkeling van het BPV‐protocol en de ontwikkeling van het Sectoraal Examenprofiel. Het BPV‐protocol is een overzicht van de taken van leerbedrijf, leerling en school gedurende de beroepspraktijkvorming. Het Sectoraal Examenprofiel geeft een overzicht van landelijke en sectorale afspraken over de eisen waaraan de examinering in het MBO dient te voldoen. – De Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven wordt opgericht om afspraken te kunnen maken over bovensectorale aspecten van kwalificering, examinering en beroepspraktijkvorming. • Binnen het HBO: – Het kabinet heeft een aantal nieuwe maatregelen aangekondigd voor het HBO, onder andere gericht op toetsing van kernvakken, criteria voor docentkwalificaties, systematische controle op kwaliteit(szorg), accreditatie eindniveau en wijze van examinering.
De ontwikkelingen voor de komende jaren 5. Ontwikkelingen rond kennis in de TI‐branche Kennisontwikkeling en kennisoverdracht worden steeds belangrijker voor de inzetbaarheid en de arbeidsmarktpositie van de individuele werknemer. Zonder kennisontwikkeling, ‐management en ‐ deling binnen het bedrijf zijn er geen kansen op de markt. Bedrijven moeten daarom leren de talenten van hun medewerkers te benutten en systematisch te werken aan vernieuwing. Ook door sociale innovatie. 6. Ontwikkeling van werknemers Nu zekerheden als baanzekerheid en inkomenszekerheid afnemen moeten werknemers worden versterkt in hun positie op de arbeidsmarkt. Meer employability van werknemers dus; niet alleen door functiegerichte en branche specifieke scholing, maar ook door het inzicht in en betrokkenheid bij de eigen loopbaan te vergroten. 7. Ontwikkeling van de arbeidsrelatie Onlangs stelde de SER dat het voor werkenden gemakkelijker moet worden om vrijwillig van baan of sector te veranderen. Dit biedt voordelen voor werknemers en werkgevers, zoals de bevordering van kennis en ontwikkeling van werknemers. Zo kunnen ook (dreigende) arbeidsmarktknelpunten worden voorkomen. Dit vraagt dan wel om een investering in scholing en inzetbaarheid van werknemers. De nieuwe generatie medewerkers heeft meer behoefte aan lifetime learning dan aan een lifetime job.
Ambities OTIB Voor de komende beleidsperiode realiseert OTIB haar beleid met bewezen succesvolle instrumenten en projecten, die zijn afgestemd op de behoeften van onze doelgroepen. Schuivende accenten zijn: • De maatwerkondersteuning wordt verder uitgebreid. • Meer deelname door bedrijven en werknemers aan projecten, instrumenten en activiteiten van OTIB. • Ontwikkeling van nieuwe instrumenten/projecten, indien mogelijk met andere fondsen. Maar we gaan verder…. • OTIB ontwikkelt zich tot een kenniscentrum: – Proactieve ontsluiting en borging van relevante kennis voor de TI‐branche. – Ervaringen van OTIB in het ontwerpen en uitvoeren van projecten/activiteiten/instrumenten op het gebied van onderwijs, opleiding en loopbaanontwikkeling in de Technische Installatiebranche worden breed gedeeld. – Continu onderzoek naar bewegingen in de arbeidsmarkt en het onderwijs, en fungeert daardoor als vraagbaak op dit gebied. • Doorlopend bevorderen van vakmanschap in de meest brede zin blijft een hoofddoelstelling. • Intensievere ondersteuning van de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. • Bij de uitvoering van het beleid in de regio blijft het mogelijk om specifieke inzichten en ideeën van werknemers‐ en werkgeversvertegenwoordigers door te voeren in de opzet en uitvoering van projecten. • OTIB wil de eigen verantwoordelijkheid van bedrijven en werknemers op individueel niveau actief ondersteunen en stimuleren. • Innovatieve en ondernemende steun bij instroom‐, doorstroom‐ en uitstroomvraagstukken. OTIB schuwt het experiment niet en bereikt daarmee goede resultaten. Er komen bovendien maar weinig mislukkingen voor. Hiermee vervult OTIB een innoverende rol, ook voor andere technische branches. • Ons onderzoek biedt een gedegen fundering voor de behandeling van beleids‐/uitvoeringsvraagstukken. Het onderzoeken van de ontwikkelingen in de branche, het monitoren van de resultaten van projecten en het evalueren van onze activiteiten.
Doelen • OTIB heeft op vijf deelterreinen doelen ontwikkeld en de contouren van inzet geformuleerd: 1. 2. 3. 4.
Instroom bevorderen De kwaliteit van regulier onderwijs bevorderen De vakkennis van werknemers bevorderen De werknemers ondersteunen in hun loopbaan en binden aan de branche 5. Expertise leveren: projecten/activiteiten en onderzoek
Instroom bevorderen Twee vormen van instroom – Via het regulier onderwijs – Via zij‐instroom Inzet bij reguliere instroom – Inzet BPV‐regeling – Inzet maatregel Borging – Kinderen in het basisonderwijs en de VMBO‐onderbouw interesseren in techniek en hen helpen hun technisch talent te ontdekken door middel van ontdek‐, uitvind‐ en ontwerpactiviteiten. Dit gebeurt in samenwerking met de andere technische branches en de partners in Techniek Talent. – In het beroepsgerichte VMBO en de vakcolleges maken leerlingen kennis met technische competenties uit de beroepspraktijk. De TI‐branche moet hier helder en aantrekkelijk in beeld komen door techniek steeds te verbinden met creativiteit, commercie en met rolmodellen. – Rolmodellen worden ook ingezet voor de VMBO‐theoretische leerweg, HAVO en VWO. – In MBO, HBO en WO moeten leerlingen en studenten als startende technici en nieuwe ingewijden in de techniek in de TI‐branche worden verwelkomd. De activiteiten in MBO en HBO zijn tevens gericht op het verbeteren en aantrekkelijker maken van opleidingen.
Instroom bevorderen Inzet bij zij‐instroom • De belangrijkste voorwaarde voor zij‐instroom is een goed personeelsklimaat in de bedrijven. OTIB biedt een uitgebreide verzameling instrumenten, tegemoetkomingen en diensten, die zij‐instromers en bedrijven stimuleren tot begeleiding en loopbaanontwikkeling en het realiseren van een goed personeelsklimaat. Voorbeelden zijn de beroepenvoorlichting, de OSR, loopbaanworkshops voor werknemers en werkgevers, enz. • De komende beleidsperiode wordt extra aandacht besteed aan individuele en groepsgewijze coaching voor bedrijven en werknemers. • Werving binnen alternatieve groepen, zoals vrouwen, arbeidsgehandicapten, voortijdig schoolverlaters en (met name) allochtonen, kan zinvol zijn. OTIB zal de komende beleidsperiode inzetten op de werving en begeleiding het werven binnen en begeleiden van deze alternatieve doelgroepen. • Innovatie en duurzaamheid zijn aantrekkelijke aspecten van de branche. OTIB communiceert deze aspecten zo breed mogelijk naar buiten. • De samenwerking met de Servicepunten Techniek en UWV Werkbedrijf wordt voortgezet en waar mogelijk verbeterd, zodat werkzoekenden effectief naar onze branche worden begeleid. • OTIB zet actief instrumenten en onderzoek in om de bewegingen op de arbeidsmarkt in beeld te brengen en betrokkenen te ondersteunen met analyses.
Bevorderen kwaliteit van regulier onderwijs Doelen: – Optimalisering van de branchedoelstellingen door borging en uitbreiding van de samenwerking tussen onderwijs en bedrijven. – Betere doorstroom van leerlingen en omscholing van werknemers door betere aansluiting VMBO, MBO, HBO. – Beter gekwalificeerde leerlingen en werknemers door beter inhoudelijk onderwijs. – Beter gekwalificeerde en gemotiveerde leerlingen door afstemming van het onderwijs op de wensen en mogelijkheden van leerling en bedrijf. – Meer praktijkgetrouwe opleidingen door betere faciliteiten in het onderwijs. – Betere scholing van leerlingen in bedrijven door betere beroepspraktijkvorming. – Meer kwaliteit, betrouwbaarheid en herkenbaarheid van vakdiploma’s door implementatie van het sectoraal examenprofiel.
Bevorderen kwaliteit van regulier onderwijs Inzet • De gerealiseerde overleg‐ en uitvoeringsstructuren in de regio moeten een duurzaam karakter krijgen en het kader worden voor toekomstige samenwerking tussen scholen en regionale bedrijven, ook in andere regio’s. • OTIB helpt de aansluiting tussen VMBO, MBO en HBO verbeteren, zowel inhoudelijk als met betrekking tot de implementatie. Inhoudelijk zijn de inspanningen vooral gericht op het voorkomen van uitval en wisselingen tussen opleidingen. • Meer samenwerking met het onderwijs leidt tot invloed op de ontwikkeling van curricula, leerinhouden en nieuwe didaktiek. OTIB zet in op aantrekkelijker didaktiek, meer praktijkgetrouw onderwijs en behandeling van nieuwe technologieën in de curricula. OTIB staat positief tegenover de ontwikkeling richting een brede HBO‐bacheloropleiding Engineering, naast een heldere profilering van de installatietechnische opleidingen. • Het Betamentality‐model biedt aanknopingspunten om opleidingen aantrekkelijk te maken voor nieuwe generaties leerlingen. • OTIB blijft de kwaliteit van faciliteiten van het onderwijs in de regio ondersteunen, bijvoorbeeld door duurzaam gebruik van bordesopstellingen en virtuele praktijkomgevingen. OTIB ondersteunt de praktijkopleidingscentra daarom bij het op peil houden van hun kwaliteit. • Bij de implementatie van het BPV‐protocol zal OTIB namens de branche de leerbedrijven en de ROC´s informeren, voorlichten en bruikbare instrumenten aanreiken. • In de TI‐branche werken de werkgeversorganisaties, OTIB en andere organisaties aan betere beroepspraktijkvorming, onder meer met behulp van Coach Online, bijscholing van praktijkopleiders en individuele ondersteuning van initiatieven van leerbedrijven. Waar nodig worden nieuwe instrumenten of activiteiten ontwikkeld, veelal in samenwerking met de andere sectoren.
Bevorderen kwaliteit van regulier onderwijs Inzet • OTIB heeft een cruciale rol in de implementatie van het sectoraal examenprofiel. • Om de ROC’s en bedrijven in de sectoren metaal, elektrotechniek en installatietechniek te ondersteunen bij het implementeren van het examenprofiel, wordt een examenservice MEI opgericht die producten en diensten levert voor beoordelen en examineren. Doelen van de examenservice zijn dat onderwijs en bedrijven samen zullen werken aan: – – – –
Versterken van de waarde van diploma’s. Gegarandeerde kwaliteit van kwalificerend beoordelen. Juiste afstemming tussen onderwijsinhoud en arbeidsmarkt. Minder kosten voor onderwijsinstellingen en bedrijven.
Aanpak • Het RBPI besluit in elke regio over de werkwijze en te betrekken partijen. Uitgangspunt hierbij zijn de door OTIB landelijk bepaalde speerpunten, waarbij OTIB de RBPI’s ondersteunt bij het opzetten en uitvoeren van de implementatie, in de vorm van instrumenten, projectondersteuning, faciliteiten en inhoudelijke begeleiding. Essentieel is: –
•
Onderwijs en bedrijfsleven maken in elke regio afspraken over: • Inhoud van opleidingen (vraagsturing) en gezamenlijke acties voor kwaliteitsverbetering van het onderwijs (CGO‐projecten). • Kwaliteitsverbetering van de beroepspraktijkvorming, o.a. via BPV‐protocol. • Implementatie van afspraken over examinering.
Een deel van de activiteiten zal geheel of volledig door regionale actoren worden uitgevoerd.
Vakkennis van werknemers bevorderen Doelen – Ontwikkelen van eind‐ en toetstermen en lesmateriaal en monitoren van eind‐ en toetstermen. – Lesmateriaal aanbieden aan de markt. – Verdere ontwikkeling van het Platform Duurzame Technologie. – Ontwikkelen van alternatieve methoden voor kennisoverdracht. – Doorontwikkeling van instrumenten zoals OTIB‐ skillsmanager en Kennishuis. – Werken aan visie en acties inzake sociale innovatie. – Verkennen van nut en noodzaak van branche‐erkenningen in alle segmenten van de branche.
Vakkennis van werknemers bevorderen Inzet • Via de Ontwikkelingsstimuleringsregeling (OSR) stimuleert OTIB het volgen van opleidingen door werknemers en het maken van een bedrijfsopleidingsplan. • Ontwikkelen cursusinhoud en andere instructiemethoden: waar nog geen innovatieve scholing aanwezig is, ontwikkelt OTIB de benodigde kennisinhouden in overleg met de branche. • OTIB stimuleert de vrije markt van aanbieders van opleidingen die deelnemers opleiden en toetsen volgens de ontwikkelde eind‐ en toetstermen. • Verdere ontwikkeling van het Platform Duurzame Technologieën. De missie van het Platform Duurzame Technologieën is: “Het bevorderen van de toepassing van duurzame energietechnologieën door hoogwaardige kennisoverdracht en opleiding binnen de energie‐ en installatiesector.” • Ontwikkelen van alternatieve methoden van kennisoverdracht die beter aansluiten bij de organisatieprocessen in de branche. • Inzet op sociale innovatie. Sociale innovatie gaat om het gemeenschappelijke belang van werkgever en werknemer.
Werknemers ondersteunen in hun loopbaan Doelen – Stimuleren van een goed personeelsklimaat in de bedrijven. – Stimuleren van bewustwording en activiteit van werknemers als het gaat om hun loopbaan. – Nieuwe werknemers verwelkomen in de branche en informeren over de beroepsmogelijkheden Inzet – Om deze doelstellingen te bereiken heeft OTIB een uitgebreid instrumentarium ontwikkeld van projecten, activiteiten en instrumenten, gericht op werkgevers, P&O‐medewerkers en werknemers. Denk aan de Monteursbijeenkomsten, TopStarters, de 50+‐workshops, de workshop Spelen met talenten, Slimmer Werken en de Ontbijtsessies. Werkwijze De aanpak van de loopbaanprojecten door OTIB in 2012 ‐ 2014 verandert: ‐ Projecten worden aangepast naar aanleiding van effectmetingen. ‐ Intensievere ondersteuning van werkgevers bij loopbaanbeleid. ‐ Liever minder met meer kwaliteit. Bij het opzetten van nieuwe projecten wordt kritisch gekeken naar de manier waarop een optimaal en kwalitatief hoogwaardig resultaat kan worden bereikt. ‐ Activiteiten experimenteel opzetten binnen één regio, dan verbeteren en uitrollen in meer regio's.
Expertise leveren Doelen • Fungeren als ontwerper en uitvoerder van projecten op het gebied van instroom, onderwijs, opleidingen en loopbaanontwikkeling. • Fungeren als kennis‐ en onderzoeksinstelling met betrekking tot arbeid en opleidingen in de Technische Installatiebranche. Inzet • Breed onderzoek naar trends en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, waaronder prognoses voor de personeelsbehoefte, inzicht in herkomst en bestemming van personeel, stromen in het onderwijs in samenhang met de instroom op de arbeidsmarkt, enz. • Deelonderzoeken naar ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, met name naar de positie van specifieke doelgroepen binnen en buiten de branche, zoals ZZP’ers, vrouwen in technische functies, Wajongers en allochtone ondernemers, met als doel dergelijke groepen voor de techniek te behouden en de instroom in de techniek te vergroten. • Op het niveau van werknemers wordt gestart met onderzoek naar loopbanen. • Onderzoek naar innovatieve, technologische trends en ontwikkelingen in de branche, met name gericht op het identificeren van de ontwikkelingen in de branche en wat deze betekenen voor de ontwikkelingsbehoeften van werknemers en werkgevers. • Jaarlijkse basisdocumentatie met gegevens over de branche, de trends en algemene ontwikkelingen in de branche, de arbeidsmarkt, het regulier onderwijs, de scholing van werkenden en de inzet van specifieke instroomprojecten. • Specifieke aandacht zal verder uitgaan naar het opzetten van onderzoeken in een techniek brede context.
Ondersteuning van de beleidsuitvoering Om doelen te behalen zijn een aantal elementen essentieel: •
Samenwerking
•
De regio
•
Communicatie en informatie
•
Arbocatalogus: veilig en gezond werken
Samenwerken De knelpunten en uitdagingen in onze branche zijn niet uniek. Daarom werkt OTIB binnen TechniekTalent.nu samen met andere technische branches, waaronder de metaalsectoren, de mobiliteitsbranche, de isolatiebranche, de procesindustrie en de betrokken werkgevers‐ en werknemersorganisaties die bij deze branches betrokken zijn. Ten behoeve van het basisonderwijs wordt ook samengewerkt met de bouw. Missie TechniekTalent.nu • De missie van Techniek Talent.nu is: “Meer instroom en behoud van (nieuwe) mensen in de techniek.” In 2014 moet het tekort met 20% zijn teruggebracht. Daarbij richt TT.N zich op de volgende doelgroepen: – Scholen: leerlingen, docenten, schoolbesturen. – Bedrijven: werkgevers, ondernemers, projectleiders en jonge werknemers. – Samenleving: jongeren, herintreders, zij‐instromers en ouders. Werkwijze • De uitvoering van de afspraken binnen TechniekTalent .nu geschiedt twee hoofdlijnen: – De reguliere activiteiten van OTIB worden afgestemd met die van de andere deelnemende fondsen. – Samenwerking in het kader van Techniek Talent.nu vindt met name plaats door de regiostructuur en de regiomedewerkers van OTIB actief in te zetten. • De inhoudelijke afstemming en samenwerking in de uitvoering is zichtbaar in: – Deelname van OTIB‐beleidsmedewerkers/‐portefeuillehouders aan landelijke werkgroepen Deelname aan het Directeurenplatform. – Actieve afstemming op landelijk niveau binnen het Hoofdenoverleg. – Regionale afstemming en samenwerking binnen het Technische Opleidings‐ Fondsenoverleg (TOF). N.B. Ook buiten Techniek Talent.nu werkt OTIB op landelijk en regionaal niveau samen met strategische partners op de arbeidsmarkt en in het onderwijs.
Regio De uitvoering van het OTIB‐beleid op de gebieden instroombevordering, onderwijs, loopbaanontwikkeling en samenwerking vindt hoofdzakelijk op regionaal niveau plaats. De veranderingen in de regionale bestuursstructuur worden in 2012 afgerond. Hierdoor zal het RBPI beter in staat zijn de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven in de regio vorm te geven en wordt de regiostructuur voor de branche een krachtiger instrument. Vanaf 2012 wil OTIB de regionale platforms en OTIB‐medewerkers inzetten voor: – Regionale uitvoering van de landelijke beleidsspeerpunten. – Optimale grip op de regionale arbeidsmarkt. – Verlenen van individuele tweedelijnsdiensten aan bedrijven.
Communicatie •
Bij communicatie wordt ingezet op – Informeren • Het bevorderen van de bekendheid en het draagvlak onder individuele werkgevers en werknemers. • Duidelijk maken dat de activiteiten van OTIB deel uitmaken van de collectieve belangenbehartiging van de werkgeversorganisaties en de vakbonden. • Bekendheid geven aan de resultaten van OTIB, zowel landelijk als regionaal. • Afstemming tussen inhoudelijke opdrachtgevers (werkgevers en werknemers) en de uitvoering binnen OTIB. • Kosteneffectief werken en duidelijke profilering van de toegevoegde waarde van OTIB. • Implementatie van regelingen en instrumenten van OTIB onder werkgevers en werknemers. • De bereikbaarheid van OTIB voor werknemers en werkgevers vergroten. – Voorlichting en promotie • Mogelijke alliantievorming met andere partijen in het werkveld van OTIB. • Duidelijk maken dat OTIB‐diensten deel uitmaken van collectieve belangenbehartiging van de werkgeversorganisaties en bonden. • Promotie van het vakmanschap binnen en buiten de branche. • Imagobevordering ondersteunen – Vakmanschap, beroepstrots en imago en mediaproducties • Promoten van vakmanschap in de branche en uitdragen daarvan naar buiten. • Verbetering van het imago van de branche.
Arbocatalogus Stand van zaken • De sociale partners in de installatie‐ en isolatiebranches werken sinds 2008 samen aan een ARBO‐ catalogus om bedrijven te ondersteunen bij het voorkomen van en omgaan met de bestaande risico’s in de sectoren. • De ARBO‐activiteiten zijn dermate belangrijk voor de sector dat het bestuur de know‐how wil onderbrengen in het fonds. • Het fonds gaat dit nader uitwerken en borgen in de komende periode.
Meer informatie Wilt u meer informatie over: • Het beleidsplan • De doelen • De instrumenten die OTIB inzet • Andere zaken Neem dan contact op met de servicedesk: T 0800 ‐ 885 58 85 (kosteloos)