bernard lievegoed school
Eindrapportage Visietraject Bonnefanten College, locatie Bernard Lievegoed School januari – mei 2012
Pieter Mostert & Jeanneke Brosky In samenwerking met de werkgroep visietraject
visiedocument, 22 mei ‘12
Inhoudsopgave
1. Visietekst 2. Bijlagen: 1 toelichting en verantwoording 2 adviezen aan de opdrachtgever 3 karakteristiek van het proces 4 samenstelling van de werkgroep 5 verslagen van de bijeenkomsten van de werkgroep
visiedocument, 22 mei ‘12
bernard lievegoed school
Ontdek wie je bent, wat je kunt en wat je wilt Bernard Lievegoed School: visie 2012 – 2016
bernard lievegoed school
“Ik geloof dat het voor onze ontwikkelingsweg van belang is dat je vragen durft te stellen en dat je die vragen durft vol te houden, durft vast te houden. Want vragen is het enige dat je verder brengt.” Bernard Lievegoed Om bij stil te staan
Een visie behoort duidelijk zijn; anders gaat er geen leiding en inspiratie van uit. Maar als duidelijkheid versmalt tot rechtlijnigheid, dan raakt de visie al gauw ‘uit het lood’. Wie al zijn pijlen richt op zelfontplooiing loopt het gevaar voorbij te gaan aan het belang van betrokkenheid bij de wereld, of aan het belang van kennisverwerving. Maar een visie die alles insluit en niets uitsluit heeft geen uitstraling, zet niets in beweging. Een visie is een poging om de dynamiek van het mens zijn uit te drukken – de mens als individu en als sociaal wezen. De titel van deze visie verwijst allereerst naar de individuele leerling en docent, maar slaat ook op de school als geheel: een visie is een verslag van een ontdekkingstocht, naar wat we als school zijn, kunnen en willen. Een titel dus die de dynamiek van het mens zijn uitdrukt. Waar wij voor staan Waar we als school voor staan durven we kort en bondig zó te zeggen: We zijn een school waar ieder zijn eigen talenten mag ontwikkelen. Aan dat doel werken we samen door een school te zijn waar we elkaar in openheid ontmoeten en inspireren. Dan is leren: leren voor het leven! Onze ambities Deze visie vertalen we in heel gerichte ambities voor de komende jaren. We willen een school zijn: 1. die voorop loopt in het bieden van ruimte en ondersteuning voor elke leerling, zodat deze zichzelf kan leren kennen en ontwikkelen 2. waar leerlingen optimaal worden uitgedaagd om met verantwoordelijkheid eigen beslissingen te nemen 3. waar leerlingen gepassioneerd en gedifferentieerd onderwijs krijgen 4. die het evenwicht bewaart tussen de staande onderwijspraktijk en de noodzaak tot vernieuwing 5. waar leerlingen een actieve bijdrage leveren aan de wereld om hen heen 6. waar je met plezier naartoe gaat en die vertrouwd voelt. Deze ambities werken we uit in drie speerpunten: vrijheid en ruimte, talentontwikkeling en een inspirerende leeromgeving. De samenhang daartussen zien we als volgt: talentontwikkeling is
visiedocument, 22 mei ‘12
waar het om draait. Daarvoor heb je allereerst ruimte nodig en het vertrouwen om je in die ruimte te ontwikkelen. Maar ruimte alleen is niet genoeg. Een school dient een inspirerende leeromgeving te zijn. Vrijheid en ruimte
bernard lievegoed school
Wij geven jou de ruimte om jezelf te ontdekken, te groeien en je voor te bereiden op de toekomst. Met elkaar vormen we een open omgeving waarin iedereen zich veilig en geborgen kan voelen. Er is ruimte en tijd voor persoonlijk contact tussen alle betrokkenen bij de school, zodat je elkaar werkelijk kunt leren kennen. We verwachten dat iedereen open staat voor de ander. De basis van de ontmoeting is gelijkwaardigheid. Dat vraagt van iedereen een inspanning om, ook wanneer het contact door een meningsverschil of een conflict even niet vanzelfsprekend is, het gesprek met elkaar aan te gaan. Dit alles versterkt het vertrouwen in elkaar en zorgt voor een veilige basis om vanuit te vertrekken. Door het vertrouwen is het mogelijk om in vrijheid te kunnen leren, jezelf te zijn en je eigen keuzes te maken. Als leerling, maar ook als docent of als school in groter geheel. Vrij zijn betekent je eigen toekomst vormgeven en de vrijheid nemen om onderweg van richting te veranderen. Vrijheid houdt niet in dat je kunt doen en laten wat je zelf wilt. In ons onderwijsprogramma nemen we de vrijheid om – binnen de grenzen die de exameneisen stellen – een zo divers mogelijk aanbod aan vakken te bieden. In het samenleven op school dragen we zorg voor een respectvolle omgang met elkaar. Vrijheid vraagt om verantwoordelijkheid en lef. Je hebt beide elementen nodig om je eigen koers te gaan. Als school en als individu. Ontplooi je toekomst samen. Ontwikkel je talent Voor ons is talent een kwaliteit waar je jezelf in herkent. Het brede aanbod van vakken, breder dan de examenvakken, biedt leerlingen de ruimte en de inspiratie om hun talenten te ontwikkelen. Dat kunnen ook onvermoede talenten zijn, die ontdekt worden tijdens de eigen persoonlijke groei. De leerling wordt uitgedaagd op zijn niveau en aangesproken op zijn eigenheid. Talentontwikkeling geldt niet alleen voor leerlingen, maar ook voor docenten, schoolleiding en ouders, en daarmee de school als geheel. Verantwoordelijkheden zijn zo belegd, dat ieder er met zijn eigen talenten gestalte aan kan geven. Aldus gaan verantwoordelijkheid en zelfstandigheid hand in hand. We erkennen dat een talent ook een last kan zijn, een last die op je schouders drukt. Het wel of niet hebben van een bepaald talent wordt al te gauw als stempel gebruikt [“jij bent goed in muziek” of “vreemde talen is echt iets voor jou”]. Zo’n bestempeling kan averechts werken. Talentontwikkeling versmalt dan tot het voldoen aan de verwachtingen van je omgeving. Wij zetten ons ervoor in om ieders talenten als een dynamisch en inspirerend geheel te zien, en niet als een alles bepalende factor. We denken dat niemand dezelfde set talenten heeft. In die zin zijn we allemaal verschillend, zijn we allemaal ‘individu’. We zien een individu als een geheel van oneindig veel mogelijkheden. Daaruit een vrije en verantwoorde keuze te maken maakt ieder van ons tot mens.
visiedocument, 22 mei ‘12
Ontdek wie je bent, wat je kunt en wat je wilt. Een inspirerende leeromgeving We willen een school zijn waar je graag naartoe gaat en die vertrouwd voelt, waar je jezelf kunt zijn en waar je gestimuleerd wordt om je eigen talenten te ontdekken en te ontwikkelen.
bernard lievegoed school
Jezelf en de wereld ontdekken gaan samen. Door betrokkenheid bij de wereld te ontwikkelen leer je ook over jezelf. Wat zijn jouw mogelijkheden in deze wereld, wat vind jij van ontwikkelingen in de maatschappij, welke bijdragen wil jij leveren? De school stimuleert een evenwichtige ontwikkeling van denken, voelen, en willen. Deze ontwikkeling houdt niet op bij diplomering, maar gaat door tot in elke volgende fase van ieders leven. De docenten werken vanuit hun verbinding met de leerstof en het persoonlijke contact met leerlingen en collega’s. Net als de leerling aan wie ze les geven, leren zij nog elke dag bij en blijven ze nieuwsgierig. Hun enthousiasme werkt stimulerend en daagt de leerlingen uit. Lesgeven is een kunstzinnige proces: het vereist een onderzoekende houding in hoofd, hart en handen , waarbij ze de vrijheid nemen andere wegen te kiezen dan de bekende gebaande paden. Deze (onder)zoekende houding vraagt om creativiteit in het denken, maar ook in het voelen (hart) en willen (handen). Wie leert verandert. Wie leerlingen daarbij ondersteunt, kan zich niet beperken tot didactiek, de kunst van de (kennis)overdracht, maar is ook volop bezig met pedagogiek, letterlijk de kunst van het leiden van de jongere (naar volwassenheid). Leren en opvoeden gaan hand in hand. De inspirerende leeromgeving gaat verder dan de ruimte binnen de schoolmuren. De school zet zich in om leerlingen ook buiten de school te laten leren en die leerervaringen te benutten bij het leren op school. En vice versa: door de maatschappij in de school en de klas te brengen. Samen leren en samen leven. Zoek je talenten, vind de vrijheid en ontwikkel jezelf voor het leven.
visiedocument, 22 mei ‘12
Bijlage 1: toelichting en verantwoording Aan de werkgroep is gevraagd om voor de Sector Bernard Lievegoed een visie bernard te schrijven. Vol enthousiasme zijn we daaraan begonnen. We zijn ook meteen begonnen, en hebben ons niet laten afleiden door allerlei omringende vragen. Die waren lievegoed er wel, bijvoorbeeld de vraag ‘is er dan geen visie? Of is hij verouderd? En waar blijkt dat dan uit?’. Er was de vraag of de visie hetzelfde is als de beschrijving van de ‘identiteit’ van de school, school en of in de visie ook belangrijke strategische keuzes thuis horen? Zo ja, wordt het traject dan niet heel ingewikkeld? Zo nee, moeten we die andere teksten dan niet eerst schrijven? Enzovoort. Wij zijn meteen begonnen, en wel met het ‘expliciteren’, letterlijk: het uit de vouwen halen van de dagelijkse praktijk, zoals ieder lid van de werkgroep die in zijn of haar rol ervaart. Ieder heeft meegedacht vanuit zijn eigen betrokkenheid. Het resultaat is een tekst die dicht bij de beleefde en gereflecteerde praktijk staat. Die praktijk heeft ons geholpen om woorden te kiezen die ‘werken’, woorden die in verbinding staan met de praktijk. We hebben bewust gekozen voor gewone woorden, zodat het verschil tussen schrijftaal en spreektaal zo klein mogelijk is. Het zijn onze woorden, de woorden waarin wij over onszelf, elkaar en de school als geheel willen spreken. Over de keuze van die woorden hebben we lang gesproken: het ene woord bezette wel eens een plek die we wilden reserveren voor een ander woord. Dat was een subtiel proces. De juiste woorden vind je immers niet zo maar. De leerlingen in de werkgroep hebben daarbij een grote trefzekerheid getoond. Hun woordkeuze was op diverse momenten van doorslaggevend belang. Hulde! Reflectie is de aangewezen weg om tot een visie te komen. Zonder reflectie verwordt een visie tot een droom, een vrij zwevende gedachte, een reeks van mooie woorden. Dat wilden we niet. Tegelijkertijd moet een visie meer zijn dan een verwoording van de praktijk. Een visie zonder toekomstgerichtheid is geen visie. Een visie gaat over wat je bent, wat je kunt én over wat je wilt zijn. Dat geldt voor individuen, dat geldt ook voor organisaties, zoals een school. Vandaar de titel. Als het leven een boek is, dan is de visie daarin een hoofdstuk, een belangrijk hoofdstuk, maar ook niet meer dan een hoofdstuk. Er is ook nog een hoofdstuk over de herkomst en identiteit, en een over de school als ‘partij’ in wisselwerking met allerlei andere partijen in een veranderende omgeving. Daarom staat het opstellen van de visie staat niet op zich. Het is een onderdeel van het proces om te komen tot een nieuw schoolplan voor de periode 2012 – 2016 te komen; dat dient per 1 oktober 2012 te worden opgeleverd. In de volgende bijlage geven we enkele adviezen aan de schoolleiding, formeel de opdrachtgever van de werkgroep, voor het vervolgtraject.
visiedocument, 22 mei ‘12
Bijlage 2: adviezen aan de opdrachtgever Zie deze visie als het ‘corpus’, de boodschap, die vervolgens meervoudige vormen bernard kan krijgen: een korte tekst voor de open dag, een gedocumenteerde tekst t.b.v. inspectie, een tekst met voetnoten ter verankering in de geschiedenis van de school, een versie met lievegoed poëzie en beelden, een versie met stellingen en vragen t.b.v. een discussie met externen, een versie met verwijzingen naar de andere paragrafen in het nieuwe schoolplan, een 3-D-object school voor in de hal van de school, delen van teksten op de muur van de school schilderen etc. Besteed aandacht aan de vormgeving. Dat kan door enkelen te vragen hiervoor een ontwerp/voorstel te doen. Het kan ook in de vorm van een prijsvraag. Dat is tevens een effectieve manier om velen te verleiden de tekst goed te lezen. Zorg ervoor dat de visie niet alleen een papieren tijger is, maar een levend document. Houd de keuzes die in school gemaakt worden telkens tegen de visie en bespreek ook met elkaar hoe de visie doorwerkt in de keuzes. De ervaringen van alle betrokkenen bij het visietraject zijn zonder meer positief. Zet daarom het gezamenlijke gesprek in de school voort. Schrijf in dezelfde stijl en volgens dezelfde aanpak een aansprekende notitie over de identiteit van de school en zijn inspiratiebronnen. Maak in dezelfde stijl en volgens dezelfde aanpak een nieuwe website, logo, briefpapier etc.
visiedocument, 22 mei ‘12
Bijlage 3: karakteristiek van het proces Na een startbijeenkomst op 11 januari is de werkgroep onder leiding van Pieter Mostert en Jeanneke Brosky 5 middagen bij elkaar gekomen. Na bijeenkomst 4 heeft de werkgroep haar bevindingen tot zover gepresenteerd op een tussenbijeenkomst voor alle belangstellenden.
bernard lievegoed school
Van elke bijeenkomst van de werkgroep is een verslag gemaakt; zie bijlage 5. Elke bijeenkomst had zijn eigen doelstelling. Kort samengevat ziet die er zo uit: Startbijeenkomst: het gesprek laten ‘vloeien’, door concreet te spreken over ervaringen. Werkgroep 1: beeld vormen van het eindproduct in de vorm van een compacte visie; wennen aan het vrijmoedig spreken met elkaar. Werkgroep 2: verdiepen, verrijken, uitvouwen; aan de hand van keuze van 4 werkwoorden en 3 zelfstandige naamwoorden uit bijeenkomst 1. Werkgroep 3: brede blik; wat dreigt buiten beeld te blijven? Wat is ook waar en moeten wij dus bij de visie betrekken? Werkgroep 4: synthese in concept – enkele hoofdlijnen waarna Pieter Mostert en Jeanneke Brosky een concepttekst schrijven. Tussenbijeenkomst: brede dialoog over dit concept; wat staat stevig, wat staat wankel, wat ontbreekt? Werkgroep 5: doordenken van de hoofdpunten uit de bespreking van het concept; afspraken over de eindredactie en het vervolg van het traject. De betrokkenheid van allen is gerealiseerd door intensieve bijeenkomsten met het karakter van een ‘gezamenlijk zelfonderzoek’, aan de hand van drie vragen: Wat doen we (al)? Wie zijn we? Waar draait ’t om? Elke bijeenkomst begon met het voorlezen van een of twee gedichten / teksten, ter inspiratie bij het vinden van de juiste woorden. Ze zijn ontleend aan: Pim te Bokkel: De dingen de dingen de dans en de dingen, 2010 Mark Boog: De encyclopedie van de grote woorden, 2005 Les Murray: De slabonenpreek, 1998 Gerrit Komrij: Luchtspiegelingen, 2001 Gerrit Komrij: De 21ste eeuw in 185 gedichten, 2010 Bernard Lievegoed: Ontwikkelingsfasen van het kind, 2008. Alle werkgroepleden hebben zich bijzonder ingezet om dit visiedocument tot stand te brengen. Er is vrijmoedig gesproken, aandachtig geluisterd, confrontaties werden niet uit de weg gegaan. Het zoeken naar de juiste woorden maakte dat we elkaar het hemd van het lijf moesten vragen. Bijzondere lof voor de drie leerlingen die aan de werkgroep deelnamen. Isabel, Joost en Carol zorgden ervoor dat de werkgroep met beide benen op de grond stond en dat het gesprek concreet bleef. Als ervaringsdeskundigen namen zij in de werkgroep een stevige plek in. Aan de hand van de opbrengsten uit de verschillende bijeenkomsten hebben Jeanneke Brosky en Pieter Mostert twee concept-versies geschreven. De eerste is uitgebreid besproken in de tussenbijeenkomst de laatste bijeenkomst van de werkgroep. Op de bijna-definitieve versie hebben de werkgroepleden schriftelijk commentaar kunnen geven.
visiedocument, 22 mei ‘12
Bijlage 4: samenstelling van de werkgroep Isabel Senden (leerling klas 10a) Joost Verheggen (leerling klas 10a) Carol Rutten (leerling klas 11) Marijke Boontje (ouder) Jan Miltenburg (ouder en bestuur VVL) Huub Mudde (ouder en bestuur VVL) Leni Haenen (docent) Barbara Janssen (docent en decaan) Gerlach van Wersch (docent) Huub Mertens
(docent) Patricia Hanssen (teamleider middenbouw) Monique Smeets (teamleider bovenbouw) Janny de Vries (directeur)
visiedocument, 22 mei ‘12
bernard lievegoed school
Bijlage 5: verslagen van de bijeenkomsten van de werkgroep Verslag startbijeenkomst visietraject Op woensdagavond 11 januari is het visietraject onder leiding van Pieter Mostert en Jeanneke Brosky van start gegaan. Hieronder leest u hun verslag van deze avond.
bernard lievegoed school
Na een kennismakingsronde en een uitleg over het visietraject hebben we de volgende situatie besproken: De visie van de school moet je kunnen zien en voelen. Een bezoeker komt voor de eerste keer op school, voor een gesprek met de schoolleiding. Bij de wederzijdse kennismaking zegt hij “Toen ik de school binnen kwam zag ik aan niets dat dit een Vrije School is. Dat viel me meteen op. Ik had geen concreet beeld van wat ik verwachtte, maar ik verwachtte wel iets van een aanknopingspunt te zien. Je visie draag je toch uit, nietwaar?” Eerst hebben we een aantal associaties geïnventariseerd: herken je wat deze bezoeker opmerkt? Welke ervaring heb je zelf: wat zijn voor jou of jouw kind belangrijke herkenningspunten? Een van de ouders vertelde, dat haar kind bij het bezoek aan de open dag meteen het gevoel had: ‘dit is de school waar ik wil zijn’. Andere voorbeelden volgden, met aanvullingen, eigen gedachtes en gevoelens en uitgedrukt in eigen woorden. We vroegen ons vervolgens af wat de kernwoorden in de verschillende bijdragen zijn en kwamen tot de volgende: - het gevoel ‘hier wil ik zijn’; - benaderbaar; - herkennen en erkennen; - periodeschriften maken; - participatie van leerlingen en hun open houding. De kernwoorden hebben we uitgebreid tot zinnen: - jezelf zijn en je daarin gewaardeerd en erkend voelen; - samen jezelf zijn; - als individu gezien worden en mogelijkheden tot groei krijgen; - met een open houding de wereld tegemoet willen treden; - worden wie je bent; - leerlingen op een gelijkwaardige manier tegemoet treden; - “De vraag is niet, wat de mens moet kunnen en weten teneinde zich in de bestaande sociale orde te kunnen voegen; maar wel, wat er in aanleg in de mens aanwezig is en in hem ontwikkeld kan worden. Pas dan kan de opgroeiende generatie, de maatschappij steeds opnieuw met nieuwe krachten verrijken” (citaat van Rudolf Steiner). Volgens deze stappen hebben we in drie verschillende groepen de andere cases uit de uitnodiging besproken. Hieronder leest u de opbrengsten.
Alle leerlingen kunnen op de Bernard Lievegoed School terecht In februari bezoekt een ouderpaar met hun dochter uit groep 8 de open dag van de Bernard Lievegoed School. Dochter en ouders zijn enthousiast over de school en er volgt een aanmelding. Op de open dag hebben ze te horen gekregen dat er maar een beperkt aantal plaatsen beschikbaar is en dat alle kinderen en ouders uitgenodigd worden voor een aannamegesprek. Er is een aantal criteria waar aan voldaan moet worden. Is de Bernard Lievegoed School wel een school voor alle kinderen?
visiedocument, 22 mei ‘12
Het gesprek leidde tot de volgende oogst: - we zijn een school voor iedereen, op basis van wie we zelf zijn, de visie van de school en de mogelijkheden die de school biedt; bernard - bij het niet kunnen plaatsen van een leerling is er verdriet en pijn bij alle partijen (het kind, de ouder en de school); lievegoed - voor kinderen is een aannamegesprek heftig; school - welke criteria zijn er? Waarom zijn er criteria? - het hanteren van criteria drukt een machtsverhouding uit, tussen beoordelaar en beoordeelde; - er is een ander woord voor ‘criteria’ nodig. De woorden criteria en aanname komen uit een denkwereld die niet de onze is; - als we eigen woorden gebruiken die bij ons passen, moeten we erop letten dat we wel voor anderen goed te begrijpen zijn. Dat is een echte vrijeschooldocent In een mentoruur komt de klas met de mentor in gesprek over een docent bij wie de lessen niet goed verlopen. De klas geeft aan dat zijzelf hier ook wel een aandeel in heeft; de leerlingen zouden meer hun huiswerk moeten doen en minder rumoerig moeten zijn. Daartegenover staat volgens hen dat de docent in kwestie niet goed lesgeeft en ook geen echte vrijeschooldocent is. Wat is dan een vrijeschooldocent? Het kernwoord is hier: verbinding. Daarbij gaat het om: - verbinding met de lesstof: de docent vertelt een verhaal, dit verhaal is verdiepend en roept bij de leerling vragen op; - verbinding tussen docent en leerling, in alle openheid. Leerlingen worden als open ervaren; docenten geven zó les, dat leerlingen zo opgroeien; - verbinding met jezelf, als docent: door zelfreflectie en het vertellen van een eigen verhaal. Zo gaan wij hier met elkaar om In de docentenkamer komt een docent in de pauze witheet binnen. Hij stapt op de mentor af van de klas waar hij net les aan heeft gegeven en vertelt hem dat hij een leerling eruit heeft gestuurd. Deze leerling bleef weigeren om aan het werk te gaan. De maat was nu vol en de docent wil deze leerling niet meer in de les hebben. Hij zegt de mentor maar eens ernstig met deze leerling te gaan spreken, want dit kan zoecht niet langer. Een andere collega overhoort het gesprek en spreekt de boze docent aan: dit is niet de manier waarop wij met elkaar en met leerlingen omgaan. Uit het gesprek kwamen de volgende kernbegrippen naar voren: - veiligheid en respect; - omgaan met grenzen stellen; - gedeelde verantwoordelijkheid; - openheid over verwachtingen; - expliciet maken van ongeschreven regels; - menselijkheid voorop; - openheid en aanspreekbaarheid; - persoonlijke groei; - sociaal klimaat; - wezenlijke ontmoeting; - je mag je emotie uiten, maar hoe ga je vervolgens in gesprek om de verbinding met de ander (collega en leerling) te behouden? Al deze opbrengsten vormen samen een aanzet voor de thema’s die in de visie van belang zijn. De werkgroep die op woensdag 1 februari start zal met deze aanzetten verder aan het werk gaan en deze verder uitdiepen.
visiedocument, 22 mei ‘12
De werkgroep De werkgroep is inmiddels compleet en bestaat uit de volgende personen: Isabel Senden (leerling klas 10a) Joost Verheggen (leerling klas 10a) Carol Rutten (leerling klas 11) Marijke Boontje (ouder) Jan Miltenburg (ouder en bestuur VVL) Huub Mudde (ouder en bestuur VVL) Leni Haenen (docent) Barbara Janssen (docent en decaan) Gerlach van Wersch (docent) Huub Mertens (docent) Patricia Hanssen (teamleider middenbouw) Monique Smeets (teamleider bovenbouw) Janny de Vries (directeur).
bernard lievegoed school
Van elke bijeenkomst volgt een verslag in het 2kbericht, opdat iedereen het traject kan volgen. Heeft u behoefte om meer incidenteel met een aantal mensen in gesprek te zijn over een (nieuwe) casus, dan zijn Pieter en Jeanneke altijd bereid om zo’n gesprek te leiden. Stuur dan een mail naar:
[email protected] De uitkomsten van deze gesprekken worden meegenomen naar de werkgroep.
visiedocument, 22 mei ‘12
Verslag werkgroep visietraject bijeenkomst 1 1 februari 2012 Na ter kennismaking van elkaar gehoord te hebben wie we graag zouden interviewen en wat we deze persoon dan zouden vragen, zijn we van start gegaan met het schrijven van onze visie in maximaal 35 woorden.
bernard lievegoed school
De opdracht was om drie zinnen te formuleren waarin achtereenvolgend de zaak of het ideaal werd beschreven, hoe dat ideaal bereikt werd en tot slot een laatste zin om mensen te verleiden om zich in te zetten voor dit ideaal. Gedurende de middag kwamen daar nog de volgende handreikingen bij: - zin 1 bevat zelfstandige naamwoorden: de zaak (hoofd & hart) - zin 2 bevat werkwoorden: het handelen (handen) - zin 3 is op te vatten als een slogan en geeft een antwoord op de vraag “what’s in it for me?” (buik). Ronde 1 In de eerste ronde hebben tweetallen hun 35 woorden vergeleken, aangevuld of samen een nieuwe visie geschreven. Het verslag van de startbijeenkomst bood hiervoor aanknopingspunten. Hieronder de resultaten: Duo 1 1. De school is voor cognitieve en persoonlijke ontwikkeling van geest en lichaam. 2. Dit gaat door kennisoverdracht en iedereen te stimuleren zich vanuit zijn eigen waarde en kracht te ontwikkelen. 3. Bij juiste toepassing is er winst voor iedereen. Duo 2 1. Leerlingen motiveren hun talenten te ontdekken en zich te ontplooien tot zelfstandigheid. 2. Door interesse te wekken, uit te dagen, te enthousiasmeren en te inspireren, en door zelfvertrouwen op te bouwen. 3. In het samenspel met elkaar ontdek je jezelf en groei je. Duo 3 1. De school is ervoor om zoveel mogelijk kansen tot ontwikkeling te bieden aan jongeren. 2. Dit doen we door het waarachtige contact centraal te stellen. 3. Waardoor we allen deelgenoot zijn van een inspirerende gemeenschap. Duo 4 1. Wij geven jou de ruimte om je te ontwikkelen en te vormen, en je voor te bereiden op de maatschappij. 2. We verwachten van je dat je open staat voor iedereen en contact legt. 3. Samen voelen we de vrijheid om te vernieuwen. Duo 5 1. Een plek voor ontwikkeling van leerlingen en docenten (aan de hand van de vraag) “Wat weten we nog niet?”. 2. Door geborgenheid en aandacht voor elkaar, waarbij ook andere prestaties dan intellectuele belangrijk zijn. 3. Leer om je ook in de toekomst te blijven ontwikkelen.
visiedocument, 22 mei ‘12
Duo 6 1. School wil kinderen opvoeden tot zelfstandige individuen. 2. De leraar werkt vanuit zijn verbinding met de stof en streeft naar betrokkenheid van leerlingen. 3. Een school waar je gestimuleerd wordt om je eigen vermogens te ontwikkelen.
bernard lievegoed school
Ronde 2 Vervolgens zijn de duo’s verdeeld over twee groepen en hebben we per groep gekeken wat overeenkomsten, verschillen of discussiepunten waren per zin en of alles in de juiste zin stond. Staat er bijvoorbeeld in zin 1 niet teveel hoe je iets doet? Groep 1 kwam tot de volgende missie: 1. Talenten ontwikkelen vanuit eigen waarde en kracht. 2. Door interesse te wekken, te stimuleren en inspireren. 3. [nog geen keuze kunnen maken]. In groep 2 werd een aantal kernwoorden onderstreept: 1. school; opvoeden; individuen; ontwikkeling (ontwikkelen); wij; vormen 2. betrokkenheid; stimuleren; open staan; contact leggen; 3. eigen vermogens; (blijven) ontwikkelen; vrijheid, vernieuwen De discussiepunten waren: - Spreek je over school of wij? - Wat is het verschil tussen opvoeden en vormen? Ronde 3 Tot slot zijn er nieuwe kleine groepen gevormd die met het materiaal dat inmiddels was verzameld de visie voor de school formuleerden. Dat leidde tot: Groep 1 1. Eigen talenten ontwikkelen. 2. Samen in openheid inspireren en stimuleren. 3. Elkaar ontmoeten en de toekomst tegemoet gaan. Groep 2 1. Wij bieden een brede ontwikkeling voor iedereen. 2. Door verbinding en aandacht, stimuleren en inspireren. 3. Leren is leren voor het leven! Groep 3 1. School is voor cognitieve en persoonlijke ontwikkeling van geest en lichaam. 2. Dit doen we door persoonlijke interactie centraal te stellen en hierdoor kan de eigen waarde en kracht [van elk individu] zich ontplooien. 3. Ontplooi je toekomst samen! Groep 4 1. Ontwikkeling van de kracht van elk individu. 2. Stimuleren/ inspireren en open staan / betrokkenheid vormen. 3. In het samenspel voel je de ruimte om jezelf te ontdekken en te groeien.
Groep 5 1. De school is ervoor om leerlingen hun talenten te laten ontdekken en ontwikkelen vanuit eigen waarde en kracht. 2. Dat doen wij door in de open ontmoeting interesse te wekken en betrokkenheid te stimuleren. 3. Ons motto is: we hebben er plezier in. Zin in leren!
visiedocument, 22 mei ‘12
Als afronding hebben we gekeken wat we over vandaag in ons interview zouden willen meenemen en de volgende vragen worden binnenkort aan onderstaande personen voorgelegd:
bernard lievegoed school
Aan Beatrix: Waar heb je in je leven het meeste van geleerd? Aan Voltaire: Wat is vernieuwing? Aan Marlene Dietrich: Wat was een geluksmoment voor jou? Aan Angela Merkel: Wat heeft je in je kracht gezet? Aan José Mourinho: Wat is je drijfveer? Aan Jos Bierman: In hoeverre krijgen wij de kans voor individuele ontwikkeling? Aan jongeren in een subcultuur: Word je bestempeld (door hoe je je presenteert)? Aan Shakespeare: Wat wil je bereikt hebben? Aan Joseph Beuys: Hoe stimuleer je rebels gedrag en gedrag in de gemeenschap zo, dat er balans blijft? Aan Arnon Grunberg: Wat is een individu? Aan Frank Kalshoven: Wat heeft je geholpen je oorspronkelijkheid te bewaren? Aan de mentor: Hoe inspireer je? Aan Nelson Mandela: Wat gunt u uw kinderen en kleinkinderen? Aan Hannibal: Waarom begin je aan een mission impossible? We wachten hun antwoorden met spanning af en zien elkaar weer op woensdag 29 februari. Zelfde tijd, zelfde plaats. We zullen dan een aantal van de kernwoorden (een stuk of vijf) nader onderzoeken; dat kan een begrip zijn (als ‘ontwikkeling’) of een werkwoord (als ‘stimuleren’). We zullen ze als een venster beschouwen, het raam open zetten en elkaar vertellen wat we dan zien. Aldus ontstaat er verdieping en verrijking.
visiedocument, 22 mei ‘12
Verslag werkgroep visietraject bijeenkomst 2 29 februari 2012 Aanwezig: Leni, Patricia, Gerlach, Janny, Monique, Barbara, Isabel, Carol, Huub Mudde, Jan, Pieter, Jeanneke. Afgemeld: Joost, Marijke, Huub Mertens.
bernard lievegoed school
Deze bijeenkomst staat in het teken van het nader verkennen van een aantal woorden. Door een aantal oefeningen gaan we de woorden verder onderzoeken en omschrijven. De volgende drieslag kan ons daar mogelijk bij helpen. explicatio [uitvouwen] propositio [stellen] captatio [vangen, namelijk van de welwillendheid van de lezer] Ronde 1 We onderzoeken samen het woord betrokkenheid. Dit doen we door: 1. een zin te formuleren met dit woord 2. een concreet voorbeeld te bedenken van waar je betrokkenheid tegenkomt 3. een beeld van het woord te geven door een elfje te maken aan de hand van de volgende vragen: regel 1: betrokkenheid regel 2: 2 woorden regel 3: 3 woorden regel 4: 4 woorden regel 5: 1 woord om het af te maken Een paar voorbeelden uit deze ronde: Stap 1 Ik vind het belangrijk dat er op deze school ruimte is voor betrokkenheid van ouders bij het onderwijs van hun kind. Investeren in personen of doelen, er energie in steken. Deel uitmaken van een groep. de leraar opent voor de leerling de wereld vanuit zijn betrokkenheid met de wereld. Stap 2 Bijvoorbeeld de tafeltjesavonden waar je als ouder het met de leerkracht echt over je kind en het onderwijs kan hebben, dus meer dan een ‘platte’ analyse van cijfers. Bijvoorbeeld op kamp. Hier zet je je in voor je groep. Je kookt samen, je werkt samen tijdens opdrachten, je maakt afspraken en je krijgt er ook iets voor terug, namelijk een hechte groep en betere vriendschappen. vb: gesprek over bekend raken van DNA profielen (goedkoop en snel) Stap 3 betrokkenheid in mij verbindend emotioneel menselijk koud afstandelijk rationeel vierkant grillig
betrokkenheid de samenleving behulpzaam, open, zorgzaam gesloten, egoïstisch, koppig, alleen samen
visiedocument, 22 mei ‘12
betrokkenheid tussen mensen verbinding, actieve houding, verdieping eenzaamheid, verstoting, doel heiligt middelen, uitsluiting heelheid Ronde 2 Op tafel liggen de volgende woorden: werkwoorden: zelfstandige naamwoorden:
bernard lievegoed school
ontwikkelen, verbinden, inspireren, ontmoeten individu, talenten, zelfstandigheid, openheid
De groep wordt verdeeld in drieën en elke groep onderzoekt 1 zelfstandig naamwoord en 1 werkwoord. Dat gaat volgens de drie stappen uit ronde 1. Voor de 3e stap is het ook mogelijk om - een beeld te geven (een vergelijking of een metafoor) schrijf het beeld op en kijk of er 1 kernachtige zin van gemaakt kan worden - een elfje te maken, kijk of je vervolgens het elfje kan omvormen tot 1 zin - een mindmap rondom het woord, kijk of je met de gevonden woorden kan komen tot 1 zin - door te vragen: vijf keer ‘wat is’ vragen (onderzoek of in het antwoord op de laatste vraag staat wat de ondervraagde over het woord denkt) Doel is, om bij deze stap op een andere manier nog eens naar het woord te kijken. Deze ronde leverde het volgende op: Individu Het is een groot woord. Waar treffen we het aan: overal; in mij; in organisaties; in één persoon. De laatste woorden van de elfjes waren: vrij – mens –oneindig. Geen individu = geen kern Talenten Talent ontdek je tijdens het ontplooien van jezelf. Iets waar je je ziel in herkent. Het breed aanbod/de brede oriëntatie van vakken zorgt ervoor dat je je talent kunt ontdekken. Openheid Openheid is in vrijheid je kwetsbaar durven op te stellen op basis van gelijkwaardigheid. Inspireren Inspiratie is de drijfveer tot beweging. Samen zoeken; emoties toelaten. Verbinden Verbinden is het zoeken naar contact om te begrijpen, te leren en draagvlak te verkrijgen als voorwaarden voor optimale groei. Verbinden Ontdekken verwarmen Zoeken naar contact Niet negeren, niet afwijzen Zien In het nagesprek over deze verkenning, bleek dat een woord als talent ook een verlammende uitwerking kon hebben. Wat als je geen talent hebt of denkt te hebben? Daarbij voelt het als een bestempeling. Individu leverde ook problemen op, omdat dit woord te allesomvattend was.
visiedocument, 22 mei ‘12
Ronde 3 Er werden drie nieuwe groepen geformeerd en elke groep koos twee woorden uit. Bij elk woord werd geprobeerd om: 1. de situatie van de school nu te schetsen 2. de situatie zoals die in de toekomst wenselijk is. Deze ronde bleek lastig te zijn. Met name het stuk voor de toekomst. De neiging bestaat om hier een stappenplan te gaan omschrijven. Voorlopig kwamen we tot de volgende woorden:
bernard lievegoed school
Ontwikkelen en zelfstandigheid Samen zoeken naar wegen waarlangs we tot een evenwichtiger ontwikkeling van hoofd, hart en handen kunnen komen om het eigen oordeelsvermogen te versterken. Openheid NU Openheid is geen vanzelfsprekendheid, je kunt hierin groeien. In gesprek blijven; spiegelen. TOEKOMST Openheid monitoren, elkaar werkelijk leren kennen. Ontmoeten NU We staan nu open voor/er is ruimte en mogelijk voor de ontmoeting. De ontmoeting is voor een langere tijd. TOEKOMST Bewaken dat het zo blijft – vanwege de groei – en dat we de ontmoeting weer oppakken als we weer op één locatie zitten. Inspireren Op school halen we de inspiratie uit het persoonlijk contact, maar dat staat onder druk. Talenten Persoonlijke feedback is belangrijk. Is er voldoende ruimte voor talentontwikkeling bij de docenten, de schoolleiding en de leerlingen? Als afronding stuurt iedereen een sms aan Jeanneke met daarin wat hij/zij het belangrijkste vindt ten aanzien van de visie van de school. Monique: De visie moet bij me passen, wij moeten hem kunnen leven! Leni: De kwaliteit van de gemeenschap (al is dat ook een woord met een positieve prikkel voor een joyish dirty mind) denk ik dat in een wellicht andere formulering essentieel is/zal zijn. Gerlach: Een evenwichtige ontwikkeling in denken, voelen en willen geeft steun aan zelfstandige oordeelsvorming. Huub: Betrokkenheid, inspiratie en persoonlijk contact ook in een grote school voorleven, uitdragen, borgen. Geen individu! Janny: Samen op zoek naar eigen drijfveren en van daaruit in beweging komen. Jan: In de visie dient sowieso het onderscheidend karakter van het onderwijs, usp, te staan en hoe dit met beleid effectiever, doeltreffend bereikt kan worden. Barbara/Carol: Degene die inspireert heeft gevonden. Degene die wordt geïnspireerd gaat op zoektocht en moet het nog vinden. Samen of alleen. Isabel: Belangrijk aan de visie vind ik dat goed contact tussen de leraar en leerling op de eerste plaats staat. Want hieruit ontstaat inspiratie, motivatie en verbondenheid. Patricia: Openheid is geen vanzelfsprekendheid
visiedocument, 22 mei ‘12
De volgende keer willen we bekijken wat we nu nog missen. Waar hebben we het niet over gehad en zouden we het wel moeten hebben? De vraag is om hier de komende 2 weken over na te denken, gesprek met collega’s, ouders, leerlingen te hebben, de schoolgids nog eens na te lezen, de geschiedenis van de school in te duiken en te kijken of je daar nog cruciale zaken tegenkomt die we over het hoofd hebben gezien.
visiedocument, 22 mei ‘12
bernard lievegoed school
Verslag werkgroep visietraject bijeenkomst 3 12 maart 2012 Aanwezig: Patricia, Gerlach, Monique, Barbara, Isabel, Marijke, Pieter, Jeanneke. Afgemeld: Leni, Janny, Huub Mudde, Carol, Jan. In deze bijeenkomst maken we enerzijds een stap naar onze toekomstplannen; anderzijds kijken we of er nog zaken ter aanvulling zijn voor onze visie.
bernard lievegoed school
Ronde 1 We formuleren allemaal een antwoord op de vraag: Waar zijn we als school voor? Wat is de toekomstdroom voor onze school? We kwamen tot de volgende antwoorden: - Jezelf ontdekken en betrokkenheid bij de wereld ontwikkelen. - Ontdek wie je bent, wat je kunt en wat je wilt. - Vergroot met je eigen talent en creativiteit je eigen wereldbeeld. - Een veilige basis om vanuit te vertrekken. - Om je te laten groeien (op je eigen manier). - Leerlingen door hoofd, hart en handen te leren over de wereld en zichzelf. Hierna ontstond een gesprek over wat nu eigen is aan deze school. Een aantal van bovenstaande zinnen zou mogelijk ook op een andere school van toepassing kunnen zijn. In visieteksten kom je vaak, ten aanzien van de schrijfwijze, een van de volgende drie opties tegen: 1. Een combinatie van specifiek taalgebruik (eigen jargon) en gewone woorden. Het eigen jargon moet er niet teveel in zitten, de gewone woorden maken het moeilijker jezelf te onderscheiden. 2. Laten zien dat je ergens de beste in bent. Bijvoorbeeld het concertgebouw: de beste muziek, de beste zaal en het grootste publiek. 3. Een tegenspraak die opgelost wordt. Bijvoorbeeld: Groot geworden door klein te blijven. Ronde 2 We kiezen ervoor om allemaal een tegenspraak te formuleren naar aanleiding van het begrip vrijheid. In de praktijk blijkt dit vaak een woord te zijn dat uitleg behoeft naar de buitenwereld: Is er bij jullie dan geen respect? Kun je daar doen wat je zelf wil? Deze ronde levert de volgende zinnen op: - leren in vrijheid/vrij om te leren - vrijheid is grenzen herkennen/erkennen - het woord vrijeschool geeft vrijheid en gebondenheid al aan - het behouden van (sociale) vrijheid en voldoen aan rechten en plichten tav (school)prestaties - door vertrouwen (tussen leraar – leerling – ouders) ontstaat vrijheid - vrijheid in verantwoordelijkheid/verantwoordelijkheid in vrijheid. Ronde 3 Ieder schrijft op 1. wat vrijheid bewerkstelligt en 2. wat wij doen met de vrijheid. We komen tot het volgende: vrijheid creëren geven nemen bewaren ontwikkelen bewaken
visiedocument, 22 mei ‘12
vrijheid zorgt voor/biedt/geeft
-
talentontwikkeling groei/ontwikkeling jezelf durven zijn vertrouwen eigenheid originaliteit kracht/lef
bernard lievegoed school
Vrijheid is en keuze. Door vrijheid ontwikkel je vertrouwen, verantwoordelijkheid en je eigen persoon. Vrijheid creëren door verbondenheid, vertrouwen en verantwoordelijkheid. Ontdekken dat de mens een vrij wezen is/kan zijn. Vrijheid/de vrije mens verbindt tussen ideaal en werkelijkheid. Vrijheid is een open houding, beweegt je en inspireert je.
Ronde 4 We hebben een gesprek over de vraag welke aanvullingen nog nodig zijn op de visie. Welke woorden missen we. Er is behoefte om de cases uit de startbijeenkomst nog eens met elkaar te bespreken. In deze cases ging het om dilemma’s die een aantal woorden/begrippen/zinnen aan het licht brachten die voor de visie van de school van belang waren. De dilemma’s zullen door de visie waarschijnlijk niet opgelost worden, daar waren ze ook niet voor bedoeld. Na het visietraject zullen we bekijken waar deze dilemma’s mogelijk nog eens opgepakt kunnen worden. Gerlach snijdt het vraagstuk van de antroposofie aan en komt uiteindelijk tot de vraag: Willen we in de visie wel/niet verwijzen naar de antroposofie als inspiratiebron? Daarnaast zijn er nog een aantal zaken die impliciet wel ergens in de bijeenkomsten naar voren zijn gekomen, maar waarbij we moeten opletten of die niet te impliciet blijven: - niet bang zijn om jezelf te zijn/je wordt hier niet snel beoordeeld/je mag hier jezelf zijn - de omgang met elkaar - het talent/de eigenheid - Wat is de basis van waaruit het kind zich ontwikkelt? Veiligheid? Sfeer? Tot slot constateren we dat een aantal zaken een voortvloeisel is uit de visie of een middel is om de visie te bereiken. Bijvoorbeeld de heterogeniteit. Ronde 5 Als opmaat voor de volgende bijeenkomst, heeft iedereen een of meer ambities voor de school opgeschreven: - De ambitie is: het evenwicht tussen goede oude ideeën en vernieuwing. - De ambitie is anders en toch herkenbaar zijn. - De ambitie is dat leerlingen verantwoordelijk zijn voor eigen beslissingen. - De ambitie is een school te zijn waar je met plezier naartoe gaat en die vertrouwd voelt. - We willen als school voorop lopen in het laten ontwikkelen van de leerling zodat hij zichzelf eert kennen en later iets toe kan voegen aan de maatschappij. - De ambitie een bijdrage te leveren aan samen leven, samen leren. - De ambitie om alles waar we nu voor staan (de eigen identiteit) te behouden en te zorgen dat het behouden blijft. Niet te veel veranderen. - Leerlingen gaan ervoor, worden optimaal uitgedaagd en aangesproken op hun niveau en "eigenheid" - Leerlingen werken met elkaar, kennen elkaar en leren van elkaar.
visiedocument, 22 mei ‘12
- Leerlingen krijgen gepassioneerd en gedifferentieerd, divers/breed les van bekwame en betrokken docenten. Docenten die nieuwsgierig zijn naar het vrijeschoolonderwijs en de ontwikkelingen die zich afspelen binnen het vak en binnen de didactiek. - Leerlingen nemen en kennen hun verantwoordelijkheden.
visiedocument, 22 mei ‘12
bernard lievegoed school
Verslag werkgroep visietraject bijeenkomst 4 4 april 2012 Aanwezig: Patricia, Gerlach, Monique, Barbara, Isabel, Joost, Carol, Leni, Huub, Huub, Marijke, Pieter, Jeanneke. Afgemeld: Janny, en Jan.
bernard lievegoed school
In deze bijeenkomst hebben we uit alle fragmenten van de afgelopen werkgroepen geprobeerd teksten te maken rondom de volgende vier kopjes: 1. Betrokkenheid en verbinden 2. Openheid, vrijheid, ontmoeten en ruimte 3. Inspireren, leren en opvoeden 4. Ontwikkelen, talent, individu en zelfstandigheid In een paar rondes hebben we in groepjes geschreven, geschrapt en herschreven en kwamen we tot het volgende: 1. Betrokkenheid en verbinden De vrije mens verbindt tussen ideaal en werkelijkheid. Vrijheid ontstaat door vertrouwen tussen leraar, leerling en ouders. Door verbondenheid creeren we vrijheid die stimuleert en inspireert, waarbinnen eenieders eigenheid optimaal tot zijn recht kan komen. In samenspel elkaar ontmoeten en de toekomst tegemoet gaan. 2. Openheid, vrijheid, ontmoeten en ruimte De school streeft ernaar dat eenieder ontdekt wie hij/zij is, wat hij/zij kan en wat hij/zij wil. Dat bereiken we door een open omgeving te scheppen waarin ieder zich veilig en geborgen voelt. Ontplooi je toekomst samen. 3. Inspireren, leren en opvoeden We willen een school zijn waar je met plezier naartoe gaat en die vertrouwd voelt, waar je jezelf mag zijn en waar je gestimuleerd wordt om je eigen vermogens te ontwikkelen. De school stimuleert een evenwichtig ontwikkelen in denken, voelen en willen. De leraar werkt vanuit zijn verbinding met de stof en streeft naar betrokkenheid van leerlingen, door interesse te wekken, uit te dagen, te enthousiasmeren en te inspireren en door zelfvertrouwen. Jezelf ontdekken en betrokkenheid bij de wereld ontwikkelen. Vrijheid is een open houding, beweegt je en inspireert je en geeft steun aan zelfstandige oordeelsvorming. Leer om je in de toekomst te blijven ontwikkelen. 4. Ontwikkelen, talent, individu en zelfstandigheid Wij bieden een brede ontwikkeling voor iedereen en geven jou de ruimte om je te ontwikkelen, te vormen en je voor te bereiden op de maatschappij. Je leert om je ook in de toekomst te blijven ontwikkelen. Er is ruimte voor ontwikkeling bij de docenten, de schoolleiding, de ouders en de leerlingen. Zij nemen en kennen hun verantwoordelijkheden. Leerlingen gaan ervoor, worden uitgedaagd en aangesproken op hun niveau en eigenheid. Talenten ontdek je tijdens het ontplooien van jezelf. Iets waar je jezelf in herkent. Het brede aanbod van vakken zorgt ervoor dat je je talenten kunt ontwikkelen. Ontdek wie je bent, wat je kunt en wat je wilt.
visiedocument, 22 mei ‘12
Welke volgorde? We hebben verschillende volgordes van de 4 kopjes besproken: 2–1–3–4 2–3–1–4 2–4–3–1 2–4–1–3 4–2–1–3
bernard lievegoed school
Argumenten die onder andere naar voren kwamen: - 2 en 4 zijn het sterkst en het meest eigen - zorg voor een goede start en een warme afsluiting - 3 en 1 lijken in volgorde inwisselbaar. Vormgeving Het PR-traject rondom logo en vormgeving is vorig jaar tijdelijk gestaakt, om na het visietraject weer opgepakt te worden. De opbrengsten van het visietraject zouden dan richtinggevend moeten zijn. De werkgroep geeft een aantal aanbevelingen ten aanzien van de vormgeving van het visiedocument: - laat de gelaagdheid in het ontwerp terugkomen - kwalitatief hoogstaand materiaal - creatief en kunstzinnig - geen lappen tekst - een A5 of een vierkant - naast een papieren versie ook een 3D-kunstwerk voor in de hal, een foldertje, iets voor op de site etc. - een combinatie van traditie en vernieuwing - lettertype (evt dat voor dyslectici) - wedstrijd onder leerlingen (en ouders?) uitschrijven om het document vorm te geven - de kleuren roze en groen die nu gevoerd worden, zijn niet mooi: de kleurstelling moet warmer. De titel Tot slot bedachten we allemaal een mogelijke titel voor het visiedocument. Dat leverde het volgende op: - Ontdek wie je bent, wat je kunt en wat je wilt. - Een school die verbindt, waar je elkaar ontmoet in de groei van eenieder. - Waar staan we voor en hoe voeren we dit uit? Waar willen we als school heen? - Aandacht, zorg en groei voor eenieder. - Vrij zijn betekent je eigen keuzes maken, je eigen toekomst vormgeven en de vrijheid onderweg van richting te veranderen. - In vrijheid leven, in vrijheid geven, naar vrijheid streven. - Leven en leren, hier, nu en in de toekomst. - Zoek je talenten, vindt de vrijheid en ontwikkel jezelf voor het leven. - Een open leerschool waar je elkaar inspireert tot eigen doelen. - Je hebt de ruimte te verbinden, te inspireren en te ontwikkelen. - Inspirerend onderwijs: in vrijheid samen leren. - Jezelf maken is een talent, ontmoeten in vrijheid is verbinding.
visiedocument, 22 mei ‘12
Verslag werkgroep visietraject bijeenkomst 5 25 april 2012
bernard lievegoed school In deze laatste bijeenkomst hebben we samen gekeken over welke kwesties we nog gesprek Aanwezig: Gerlach, Barbara, Jan, Janny, Isabel, Joost, Carol, Leni, Marijke, Pieter, Jeanneke. Afgemeld: Patricia, Monique, Huub Mudde, Huub Mertens. met elkaar moesten voeren. Hieronder een korte weergave van dat gesprek. 1. Vrij om te leren Deze kop roept allerlei op, zo bleek ook bij de tussenbijeenkomst. Met name de vrijblijvendheid die eraan kleeft, is onwenselijk. Er worden verschillende suggesties gedaan: - voorkeur voor ‘ruimte om te leren’ - vrij in het leren - vrij tot leren - ruimte tot leren - waarom vrij? - vrij - leren in vrijheid (= al bestaande spreuk) - in vrijheid opvoeden (idem). Belangrijk is dat de vrijheid van het brede curriculum naar voren komt. Dat is breder dan de exameneisen. Het is stoer dat we de vrijheid nemen om meer aan te bieden dan dat. 2. De antroposofie We bespreken of het belangrijk is om de inspiratiebron, de antroposofie en/of de vrijeschool pedagogiek te noemen. - Nee, want het is niet belangrijk voor de lezer; het is meer een soort achtergrondinfo. - Nee, want het gaat niet over waar wij onze visie vandaan hebben, maar wat onze visie is. Dit is meer dan het overnemen van de antroposofie: het is uit ons eigen denken ontsproten. - Nee, want het stuk is krachtig genoeg voor bekenden met het vrijeschoolonderwijs. Voor anderen is er verschillende achtergrondinfo te vinden of te maken met algemene uitgangspunten van de vrijeschool. - Ja, want het is nodig om ons vanuit onze pedagogiek en mensbeeld te blijven onderscheiden in het Maastrichtse. In deze bijeenkomsten is niet gesproken over de antroposofie of de vrijeschool pedagogiek. Deze visie is gebaseerd op onze school en onze school is weer geworteld in een vrijeschooltraditie. Dat hoeft niet dominant in he stuk te staan. Voorstellen: - Neem een citaat op dat als trigger kan werken om verder te lezen en dat duidelijk verwijst naar de inspiratiebronnen van de school. - Voeg bij de ambities iets toe over het bewaken van de eigen identiteit. 3. De kunstzinnige kleuring Vrijeschoolonderwijs wil kunstzinnig onderwijs zijn. Nu zijn er heel veel scholen die kunstonderwijs geven. Dat is niet wat bedoeld wordt met kunstzinnig onderwijs. De term kunstzinnig onderwijs roept echter evenveel verwarring op als vrij of vrijheid. We praten over alternatieve bewoordingen en komen uiteindelijk tot het begrip zoeken. De docent zoekt naar nieuwe wegen om een individuele leerling verder te helpen en wil in zijn lesgeven niet voortdurend de gebaande wegen kiezen. Daarvoor is creatief denken of kunstzinnigheid nodig. Creativiteit is mogelijk ook een vervangende term, maar het gaat hier niet om plakwerkjes maken.
visiedocument, 22 mei ‘12
In de visietekst blijken meerdere plekken mogelijk om iets over kunstzinnig onderwijs toe te voegen: - vrij om te leren, alinea 3 (Bijvoorbeeld: je wordt uitgedaagd... en zoektocht of: leren is een zoektocht waarbij je wordt uitgedaagd je eigen creativiteit/talent enz) - inspirerende leeromgeving.
bernard lievegoed school
Herschrijfsuggestie voor ambitie 4: ... uitgedaagd te zoeken naar verbinding met de wereld en daarmee... 4. Aanbevelingen Tot slot doen we nog een rondje met aanbevelingen voor de schoolleiding ten aanzien van de verspreiding en de uiterlijke vorm van het visiestuk: - een korte slogan/pay off uit de tekst lichten - alert zijn op situaties in het onderwijs waarin je iets over de visie kunt zeggen. Bijvoorbeeld nav de ochtendspreuk - kernwoorden uit het stuk op de muren schrijven in school - in een projectweek leerlingen achtergronden van antroposofie leren - alle docenten iets laten opschrijven wat de spreuk voor hen betekent, daar een document van maken. Hoe nu verder Pieter en Jeanneke gaan met alle info uit de tussenbijeenkomst en deze laatste bijeenkomst het stuk herschrijven. Dat wordt begin mei gemaild aan alle werkgroepleden met het verzoek om het te lezen en vragen, verbeteringen, opmerkingen te geven. Op woensdag 16 mei zullen Pieter en Jeanneke de eindrapportage aan Janny, als opdrachtgever, presenteren. Daarmee is dit traject afgesloten.
visiedocument, 22 mei ‘12