Eigen schuld, dikke bult... alhoewel! Momenteel is er een discussie gaande over het feit dat mensen die willens en wetens ongezond leven meer zouden moeten betalen voor hun gezondheidszorg indien ze in de lappenmand belanden. Wij denken hier in eerste instantie aan kettingrokers, coma zuipers, dagelijkse frietvreters met een pollepel mayo erbij, gefrituurde curryworsten en gehaktballen, chips en snoep verzwelgers enz.. Het hele gedoe heeft uiteraard een achterliggende bedoeling om de sociale zekerheid en dan vooral de tak gezondheidszorg te verlichten, want zoals geweten swingen deze de pan uit. Het is m.i. een gevoelig onderwerp waar de pro’s en de contra’s nu reeds met getrokken messen tegen over mekaar staan, zeker als men de reacties van de lezers overloopt in de diverse kranten. Voor de ene is het normaal dat zelfs de meest ongezond levend inwoner recht heeft op verzorging, voor de andere moet hij meer betalen. Bij dit alles vergeet men echter een grote oorzaak van de huidige tekorten in de sociale zekerheid in het algemeen en de gezondheidszorg in het bijzonder. Is het niet zo dat de honderdduizenden tafelschuimers die in dit onland al gepasseerd zijn en danig geprofiteerd hebben van GRATIS medische verzorging, gaande van een gewone bronchitis voor meneer en een kraambed voor madam tot een peperdure hartoperatie of een kostelijk kunstbeen of iets dergelijks, mede aan de basis liggen van de huidige zoektocht van de struikrovers in de wetsraat naar meer geld? Is het niet zo dat die honderdduizenden binnensluipers in het verleden en nu nog in het heden geen halve eurocent hebben afgedragen aan de sociale zekerheid maar er wel lekker van
genoten hebben…omdat hier in dit onland IEDEREEN recht heeft op medische bijstand, ongeacht zijn afkomst of status. Is het niet zo dat er in het verleden (nu heeft men het gesnopen!) een ware invasie is geweest van vreemdelingen die met haken en ogen aan mekaar hingen en zich hier op de kosten van de belastingbetaler kwamen laten oplappen? Een briefke van een welwillende linkse kwakzalver was al voldoende om zich een kunstpoot te laten aanmeten nadat men ergens in Libanon op een Hezbollah mijn was gelopen. Zou men dan kunnen eisen dat een ongezond levende inboorling die wel werkt èn de helft van zijn pree naar de staat ziet gaan, meer zou moeten betalen wanneer hij rot gerookt is en de longkanker hem te pakken heeft? Wedden dat de linkse loeders in deze toch de kaart van de binnenwaaiende parasieten trekt! Wees er maar zeker van dat het kostenplaatje van de medische verzorging van deze ballast ons al miljarden euri’s hebben gekost en nog zullen kosten..en dan spreken we nog niet over de andere gratis voordelen die via de sociale zekerheid wegvloeien naar die massa vreemde veelvraten. Besparen?..het kan,maar het poco wereldje vertikt het om eens de grove bostel te gebruiken. Men zal liever de nog resterende werkende bevolking verder uitmelken
Habemus Papam! Hoera, we hebben een tjeef als paus. ’n échte Jezuïet! Houzee!
Jorge Mario Bergoglio,
Hoezo?
Laat ons hopen dat dit geen camorra-maffia-figuur is, die als GIgLiO zoete broodjes bakt met de islamofiele wereldraad der kerken. Want dat komt nooit goed met de grootmoefti uit Jeruzalem, gegarandeerd! Francoos en Franciscus schelen overigens slechts een paar lettergrepen. Hopelijk wordt hij niet voortijdig vermoord zoals zij voorganger Jan XXIII ! De nieuwbakken koningin der Noordelijke Nederlanden zal nu ongetwijfeld op dit moment een ongeveinsd intellectueel
orgasme beleven. In haar plaats zou ik echter waarachtig in de grond zakken van plaatsvervangende schaamte. Wedden dat dit niet gebeurt? Zelfs den Tjenne (Vermeersch) krijgt op dit eigenste ogenblik er ferm van langs, van een liegebeest van moslima nota bene, die zich (plaatsvervangend) voor haar islamo-nazistische heer en meester wil doen gelden! Dat zijn allemaal tekenen aan de wand. We zullen doorgaan, omdat het moet!
De belgische etter spat alle kanten uit.
Als we als natie niet samen naar het offerblok van de ondergang gevoerd worden door de huidige machtshebbers, zijn voor diezelfde machtswellustelingen de lieden van de zilverfondsgeneratie wel zij die als eerste monddood
zullen/moeten gemaakt worden. Daar dacht ik aan toen senior zich excuseerde voor een herhaling van wat ik eerder plaatste op nageltjes. Uw excuus senior was niet gegrond, had niet gemoeten, het is niet de seniliteit veroorzaakt door de ouderdom die maakt dat we op hetzelfde moment dezelfde link en hetzelfde verband leggen, het is juist onze ervaring door onze leeftijd die automatisch oorzaak en gevolg aan elkaar koppelt. Als nu dagelijks een puist openbarst van het belgische kankergezwel, legt onze geest automatisch verbanden met jaren geleden genomen beslissingen, waarvan de weldenkenden onder ons toen al riepen dat dit democratisch niet kon. Vandaar dat we op het zelfde moment dezelfde verbanden zien, en dat is niet met de kreet eureka, maar vloekend, wetende dat het hier niet stopt, wetende dat als het hele kankergezwel niet verwijderd wordt, onze eens zo bloeiende natie mee ten onder gaat. En dat weten de machthebbers ook, in de media verklaren ze openlijk de liefde voor elkaar, blauw en rood kruipen zowaar in bed met de CD$V wetende dat als die openbaringen niet stoppen en de christelijke zuil valt, zij aan de beurt zijn. Lees ook pieter coutereel http://nageltjes.be/wp/?p=2110 Ze gaan over naar de orde van de dag, want iedere volksvertegenwoordiger heeft de contracten tussen ACW en de overheidsbank kunnen inkijken en er zijn geen onwettelijkheden gevonden. Maar dat is het hem juist, zo werken alle zuilen en hun drukkingsgroepen in deze belgische beerput, zij stellen de voorwaarden op hoe belastinggeld hun richting uit komt na beslist te hebben wie minister wordt of een andere belangrijke rijkelijk betaalde job krijgt, waardoor ze zeker zullen zijn dat die contracten door de hun geplaatste marionet zal ondertekend worden. Velen van de oppositie hebben een grondige dossierkennis maar hun boodschap gaat verloren voor hen die cijfermatig niet onderlegd zijn, de boodschappen zouden in parodieën moeten
gebracht worden, bv. verbanden leggen met maffia of godsdienstige organisaties. Stel dat je in de contracten leest dat zolang het contract loopt ieder jaar 10 jonge kinderen moeten geofferd worden, ha, heb ik jullie aandacht, dacht het wel. Moreel kan dit niet, maar contractueel wel want die maffiose organisaties hebben kinderoffers in een wettekst laten zetten als toegelaten clausule in een overeenkomst. Wettelijk is alles in orde, na het jaarlijkse ritueel van kinderoffers kunnen de heren aan de begroting beginnen. Wel, is het zo duidelijker, zo walgelijk zijn de contracten cijfermatig tussen alle belangengroepen in dit onland. Toen ik in de jaren tachtig in Zwitserland met een zakenpartner dineerde in een prachtig kasteel, kwamen tot mijn opperste verbazing de vakbondsbazen Houthuys en de Debunne aangelopen gevolgd door de halve regering richting privé zaaltje. Toen al Senior, legde ik verbanden en kon ik perfect voorspellen wat nu de zoveelste crisis genoemd wordt. Maar ieder met een beetje gezond verstand wist dat de verstrengeling van regering met haar respectievelijke zuilen democratisch een ramp was. Toen de regering de economische werking van het land in handen gaf van de “sociale partners” wist iedereen dat zij ook mee de wetteksten moesten maken. De toen nog onafhankelijke rechters van de arbeidsrechtbanken hebben meermaals de werkgevers er op attent gemaakt voor de gevolgen op lange termijn voor de sociale cohesie en de onbetaalbaarheid van de toegevingen aan de vakbonden. Voor de werkgevers was alles goed want de aandeelhouders moesten ook hun deel van de koek hebben, stakingen konden ze missen. Van toen af hebben de zuilenrechters, geplaatst door de vakbonden, net zoals de zuilenministers, het ene arbeidsreglement na de andere “sociale overeenkomsten” blindelings getekend. Door de onbetaalbaarheid voor de kleine ondernemers regende het faillissementen met massaontslagen als gevolg. Niet erg, al de leden van de zuilen werden ambtenaren, de postjes werden toen gecreëerd zoals nu geld gecreëerd wordt, het ambtenarenkorps verdubbelde. Nu krijgen die ook
pensioen waar ze nooit voor afgedragen hebben. En die kleine ondernemingen, daar hadden de vakbonden toch geen vat op, konden ze ook niet mee uitpakken met stakingen zoals bij de fabrieken die konden plat gelegd worden. In iedere stad en dorp staat wel een ACV, ABVV of LCB kantoor, zo niet staat wel een postbus aan de respectievelijke ziekenkassen om de “klanten” de beste dienstverlening te geven. Nergens ter wereld kunnen vakbonden met enkel geld van hun leden luxe services leveren. Onproductiviteit is big business voor de zuilen. De hardnekkigheid waarmee de belgische vakbondsbonzen en politiekers de huidige organisatie van de sociale zekerheid bewaken, is dan ook verdacht. Het doet zeer sterk vermoeden dat de vakbond – en dan wordt daarvan de top bedoeld – er belang bij heeft dat er aan de organisatie van het belgische sociale verzekeringssysteem niet geraakt wordt. Men kan zich bijvoorbeeld afvragen of een splitsing van de sociale zekerheid, die vanzelfsprekend met zich zou brengen dat de boeken moeten worden opengedaan, misschien de buitenlandse investeringen van de vakbonden boven water zou halen. Ze gebruiken boekhoudkundige constructies die bedoeld zijn voor bedrijven maar hebben geen statuut, wettelijk bestaan vakbonden niet. Ze hebben miljarden inkomsten maar hebben geen economische activiteit. Ze bezitten fortuinen aan onroerend goed maar betalen daarop geen belastingen. Als je niet weet waarover het hier gaat denk je toch direct aan de maffia, toch? http://www.nieuwsblad.be/article/1,1 miljard euro dat het ACW bij Belfius moest parkeren/ Als de huidige politiekers, de fils et filles à papa van de generatie mei ‘68 zeggen dat er dringender zaken op het spel staan, zijn ze medeschuldig aan die constructie die ze niet wensen op te lossen omdat ze in het systeem passen dat hierboven beschreven staat. Hun aanstelling als minister is het levend bewijs van de corruptie waarvoor senior, Ray, ik en velen andere voor verwittigd hebben.
“De prijs die goede mensen betalen voor onverschilligheid over algemene zaken, is dat ze geregeerd worden door slechte mensen.” – Plato
Antisocialistisch manifest Pamela Hemelrijk
Telkens als ik en plein publique verklaar dat ik het socialisme beschouw als een perverse ideologie; dus niet als een op zichzelf loffelijk en nastrevenswaardig ideaal dat helaas in de praktijk faalt door tegenwerking van gewetenloze egoïsten, maar als een intrinsiek onrechtvaardig en immoreel, om niet te zeggen crimineel systeem, dat onvermijdelijk gedoemd is om uit te draaien op totale zelfdestructie of totale dictatuur (ja hoor eens, zo denk ik er nu eenmaal naar eer en geweten over, en dan kun je daar ook maar beter rond voor uitkomen, zeg ik altijd maar) dan valt dat in het algemeen nogal slecht. Gek genoeg worden dan niet alleen de socialisten kwaad; zelfs de VVDers en de christendemocraten in het gezelschap tonen zich gechoqueerd. Zo diep zit het er bij iedereen in dat socialisme gelijk staat aan rechtvaardigheid, barmhartigheid,
menslievendheid en voorspoed. Zo diep is het in ons onderbewuste gehamerd dat je een zelfzuchtig monster bent als je bezwaar maakt tegen gedwongen solidariteit en gedwongen egalitarisme, eenzijdig opgelegd door een leger zelfbenoemde filantropen die niet met de collectebus rondgaan maar met een dwangbevel, en zich in ruil daarvoor ook nog eigenmachtig een vet jaarsalaris toe-eigenen uit de opbrengst. En altijd word je dan blindelings ingedeeld in het kamp van de conservatieven, de kapitalistische uitbuiters, de verheerlijkers van het verleden, de voorstanders van het kolonialisme, kortom van de mensen die terugverlangen naar het feodalisme van voor de Russische revolutie, als het ware. Men vindt dat kennelijk een vanzelfsprekendheid: als je de ene vorm van terreur afwijst, dan pleit je dús voor een andere vorm van terreur, in hun ogen. Kennelijk beschouwen ze zichzelf als onmondige kinderen, die de staat als kleuterleidster nodig hebben om te overleven. Een wereld zonder terreur en dwang, daar kunnen ze zich geen voorstelling van maken, en daar verlangen ze ook niet naar. Dat noemen ze een utopie, en daarmee is voor hen de kous af. Ze missen hun vrijheid niet eens. Ze zijn geheel gehospitaliseerd. Het grappige is: ik verfoei het socialisme juist om precies dezelfde reden waarom ik het feodalisme verfoei. En wel hierom: beide systemen legaliseren dat de ene bevolkingsgroep wordt leeg gemolken uit naam van de andere. Het zijn loten van dezelfde stam, met dien verstande dat ze elkaars spiegelbeeld zijn: bij het feodalisme parasiteerde een klein groepje nietsnuttende rijken op een kolossaal leger productieve armen; bij het socialisme parasiteert een kolossaal leger nietsnuttende armen op een klein groepje productieve rijken. Maar die dwang, die hebben beide systemen gemeen, en ze zijn dan ook beide onherroepelijk gedoemd om te falen. Vrijheid en handel in de 17e eeuw Want met dwang en terreur is nog nooit een levensstandaard verhoogd. Nooit is de welvaart zo explosief gegroeid als juist
in die zeldzame gevallen waar de individuele vrijheid het grootst was, en de dwang van bovenaf het kleinst. Je kunt het in ieder geschiedenisboek lezen: de legendarische bloei van steden als Florence, Brugge en Gent in de zeventiende eeuw was te danken aan de opkomst van een onafhankelijke koopliedenstand, die zich had ontworsteld aan het feodale systeem dat het vrije verkeer van goederen en diensten tussen vrije burgers belemmerde. (In dit stadium werpt er altijd wel een sociaaldemocraat triomfantelijk tegen dat de ondernemingsvrijheid in die branche helemaal zo groot niet was, omdat gilden toen de vrije toegang tot allerlei ambachten blokkeerden. “Daar heb je helemaal gelijk in”, zeg ik dan. “Zelfs in de Hanzesteden werd het vrije verkeer van goederen en diensten nog steeds belemmerd door gilden, zij het dan niet half zo rigide als onder het feodale systeem. De duimschroeven waren niet eens verdwenen; ze waren alleen maar ietsje losser aangedraaid. En bingo! Dat alleen al had een ongekende voorspoed tot gevolg. Kan je nagaan hoe spectaculair die welvaart zou zijn gegroeid zónder gilden! Of wou je soms beweren dat de economische bloei juist aan de bevoogding van de gilden te dánken was?) Helaas zijn deze wereldgeschiedenis
oases in de dun gezaaid;
woestijn het gros
van van
de de
wereldbevolking heeft nooit zo’n periode gekend. In verreweg de meeste gevallen werd het stuiptrekkende feodalisme, nog vóór het helemaal aan zijn eigen uitzuigersmoraal te gronde was gegaan, in één klap vervangen door een nieuw terreursysteem, namelijk het Marxisme. En dus begon het systematisch plunderen van de productieven opnieuw, ditmaal weliswaar uit naam van de onderklasse in plaats van de bovenlaag, maar met even desastreuze gevolgen. Want elke samenleving waar meneer A in zijn onderhoud voorziet door op de zak van meneer B te teren is gedoemd om te verpauperen. Je zit dan immers met een groep die niets bijdraagt aan de productie van goederen en diensten, en alleen maar consumeert. Dit, kan ik u met de hand op het hart verzekeren, is niet
bevorderlijk voor het bruto nationaal product. Socialisme (of het zich nou communisme noemt, of zich verschuilt achter de bedrieglijke term sociaaldemocratie; het komt allemaal op hetzelfde neer, laten we wel wezen) is niets anders dan feodalisme, maar dan op zijn kop gezet. Beide bedienen ze zich dan ook van dezelfde technieken om hun terreur te rechtvaardigen: onder het feodalisme waren het de priesters die het volk inpeperden dat de vorst namens god onderdrukte en uitzoog (en die in ruil daarvoor een flink aandeel van de buit kregen toegeschoven); onder de soci’s zijn het de academici (de hoogleraren Grootstedelijke Vraagstukken zal ik maar zeggen) die hetzelfde doen met hun ondoorgrondelijk academische abracadarba, alleen ditmaal niet uit naam van God maar van de Zwakkeren In De Samenleving. Maar of het nou de minderheid is die de meerderheid plundert, of andersom, voor het Bruto Nationaal Product maakt dat niks uit. Je hoeft waarachtig geen wiskundige te zijn om dat in te zien. Die feodalen hebben het volgens mij zo lang kunnen uithouden omdat de onderklasse die zij exploiteerden wel genoodzaakt was zich in het zweet te blijven werken, om zelf niet van honger om te komen. Zolang die onderklasse nog adem had en kinderen kreeg, zo lang waren de aristocraten verzekerd van een onuitputtelijke bron van inkomsten uit andermans arbeid. Dat wil zeggen: tot ze met hun kop onder de guillotine werden gelegd natuurlijk. Het socialisme daarentegen beschikt niet over zo’n onuitputtelijke bron; daar exploiteert een groeiend leger “zwakkeren” een zienderogen slinkend contingent “sterkeren”. Dat systeem heeft geen guillotine nodig om in elkaar te storten; het gaat namelijk te werk als een virus dat zijn eigen gastheer uitroeit. Naarmate de “zwakkeren”, daarin gesteund door de politieke machthebbers, hun eisen steeds verder opschroeven blijven er steeds minder “sterkeren” over om te plunderen. Elke sterkere die onder die last bezwijkt voegt zich immers bij het groeiende leger zwakkeren, en slaat
eveneens aan het plunderen. Bovendien: in een samenleving waar je de vruchten van je eigen arbeid niet zelf mag houden – of althans maar zeer minimaal – daalt per definitie de animo om te werken. De animo daarentegen om aan het loket een aalmoes te gaan halen neemt stormachtig toe, vooral als je daarvan, zoals bij ons, op dezelfde voet kunt leven als je buurman met z’n 40-urige werkweek. Sociaal democraten? Zo’n spiraal van geïnstitutionaliseerd kannibalisme kan alleen maar eindigen in een zwart gat, waarin de kannibalen, bij gebrek aan voldoende weldoorvoede missionarissen, tenslotte elkaar beginnen te verslinden. Daar zijn we in dit land al heel dicht bij; zelfs Jan Modaal met z’n 40-urige werkweek betaalt zich thans scheel om zijn lijntrekkende buurman een modaal inkomen te bezorgen. Daarnaast moet hij zich ook nog scheel betalen aan de operakaartjes van de upper ten. Ondanks al het socialistische gewauwel over “een rechtvaardiger inkomensverdeling” subsidiëren de armen nog steeds de rijken, net als onder het feodalisme. Alleen hebben ze nu twee molenstenen om hun nek, want ze moeten niet alleen de hobby’s van de rijken bekostigen, maar ook nog het levensonderhoud van al hun “uitkeringsgerechtigde” mede-armen. De “tweedeling tussen arm en rijk”, waar de socialisten het zo te kwaad mee hadden, is vervangen door een nieuwe, die nog veel destructiever is: de tweedeling tussen zwoegers en lijntrekkers, tussen belastingbetalers en belastingconsumenten. De groep belastingconsumenten wordt uiteraard steeds groter, omdat behalve de steuntrekkers ook die honderdduizenden improductieve ambtenaren daartoe behoren. En niet alleen vermenigvuldigen die ambtenaren zich als konijnen; ze spannen zich ook tot het uiterste in om die groep steuntrekkers steeds groter te maken. Want aan die steuntrekkers ontlenen zij immers hun bestaansrecht. Een kind kan begrijpen dat dat op een catastrofe uit moet lopen; nu al is in Nederland de helft van de beroepsbevolking voor zijn
inkomen afhankelijk van de staat, en dat gaat alleen nog maar erger worden. En toch blijft iedereen tegen beter weten in veinzen dat dit menseneterssysteem op termijn zal leiden tot voorspoed en geluk voor ons allemaal. Zelfs VVD-ers en CDA-ers schermen voortdurend met de term “solidariteit”. Die is heilig, en er mag niet aan worden getornd. Terwijl het gewoon een eufemisme is voor afpersing, laten we wel wezen. “Oh well”, hoorde ik laatst Lady Southwold in de tv-serie Upstairs Downstairs berustend zeggen, “after all we‘re all socialists now, aren’t we?” Zo is het maar net, Lady Southwold. We’re all socialists, of we willen of niet. Net als in Cuba. Hoe hebben die Marxistische mafkezen het toch voor elkaar gekregen dat niemand met ze van mening durft te verschillen? Nou, door iedereen die met ze van mening verschilt uit te maken voor een zelfzuchtig monster, een fascist, een extreemrechts gevaar voor de samenleving, een vergasser van joden, en een tegenstander van rechtvaardigheid, barmhartigheid, menslievendheid en voorspoed. Deze morele chantage werkt als een trein; niemand durft meer een mond open te doen. Laat ik het dan maar eens doen (iemand moet het toch doen, om met de VARA te spreken): het socialisme is een perverse ideologie omdat zij gebaseerd is op de zelfopoffering van het individu. De sterkeren hebben de morele plicht de zwakkeren te onderhouden, daar komt het op neer. Zij moeten offers brengen voor hun medemens en hun leven in dienst stellen van hun medemens. Dit kan uiteraard niet worden verwezenlijkt zonder dwang, want de vrijwilligers staan dan niet in de rij. Er zijn bitter weinig mensen die uit zichzelf zeggen: ”Weet je wat, ik heb het zó goed, ik geef die arme buurman van me een nieuwe fiat cadeau. Ik kan het best missen, en hij heeft het zo bitter nodig”. Dat soort mensen is dun gezaaid, laten we eerlijk zijn. Ouders voelen zich niet eens geroepen om hun eigen kinderen te onderhouden als die eenmaal volwassen zijn, en dat
wordt ook door krijgen dat ze onderhouden die Ik neem aan dat
niemand van ze verwacht. Dus om ze zover te levenslang een stuk of drie volwassenen gaan ze niet eens kénnen, zul je ze moeten dwingen. we het daarover eens kunnen zijn.
Ga je die dwang uitoefenen, dan zijn de gevolgen met wiskundige precisie te voorspellen: dan moet je namelijk steeds grotere offers vragen. Het begint met het in beslag nemen van geld, en de verdeling daarvan onder de armen. Dit vergt een enorme bureaucratie, die handen vol geld kost en volslagen improductief is. In plaats van een bijdrage te leveren aan de economie, door handel te drijven of goederen en diensten te produceren, verdienen honderdduizenden bureaucraten de kost met het in beslag nemen van geld bij mensen die het bezitten en het distribueren daarvan onder mensen die geacht worden het nodig te hebben. Zij ontlenen hun bestaansrecht aan het feit dat zij anderen dwingen om filantropie te bedrijven. Dit leidt onvermijdelijk tot verslechtering van de economie. Je kunt niet zomaar honderdduizenden mensen aan het productieproces onttrekken en ze daarvoor ook nog vet betalen. Dat merk je aan je Bruto Nationaal Product. Dus keldert de economie, daar helpt geen moedertjelief aan. Die
verslechtering
wordt
vervolgens
als
rechtvaardiging
gebruikt om nóg meer volmachten op te eisen en nog meer offers te vragen: “We dachten dat we hier genoeg aan hadden om de nooddruft in dit land op te lossen”, leggen die bureaucraten dan uit, “maar dat blijkt niet zo te zijn. Onderwijs, openbaar vervoer, gezondheidszorg, politie, ze kampen allemaal met tekorten en de bijstandstrekkers leven nog steeds op de armoedegrens. Om niet te spreken van de honderdduizenden armen die we recentelijk uit het buitenland hebben geïmporteerd! Kijk toch eens hoe slecht die eraan toe zijn! Die zestig procent van uw inkomen die wij u jaarlijks afpersen is niet toereikend! U moet nog meer offers brengen! O, bent u daar niet toe bereid? Dan bent u een gewetenloze egoïst. Een
minderwaardig mens. Schaam u! Deze morele chantage is de grote kracht van het socialisme. Bijna niemand durft op te staan, en tegen Wouter Bos of Jan Marijnissen te zeggen: waar haalt u eigenlijk het recht vandaan om mij dwingend voor te schrijven hoe ver mijn zelfopoffering moet gaan? En daar ook nog een honorarium voor op te eisen? Wie heeft u dat recht gegeven? Bent u God of zo? Die hele zwakzinnige leer is in strijd met een fundamentele natuurwet, namelijk het overlevingsinstinct van de mens. Het socialisme heeft geen mensen, maar lemmingen nodig om haar doelstellingen te verwezenlijken. Het is een zelfmoordideologie. Je hoeft het niet eens in de praktijk te zien mislukken om zeker te weten dat het met totale zelfvernietiging zal eindigen. Of met totale dictatuur. Of beide. Dat is dan ook in alle landen waar het reëel bestaand socialisme het voor het zeggen had gebeurd. De enige drie die zich nog hebben weten te handhaven zijn China, Cuba en NoordKorea, en daar heerst dan ook een absolute dictatuur, die het feodalisme in wreedheid overtreft. Sociaaldemocratie is een contradictio in terminis: want socialisme en democratie zijn volstrekt onverenigbare grootheden. Als we nog een greintje gezond verstand in ons kop hebben, dan stappen we van die totalitaire waanideeën af zolang het nog kan. Straks is het misschien te laat. Pamela Hemelrijk
Al de rook om hun hoofd is verdwenen Sinds de wetenschap antwoorden vond op vragen waarmee men de gewone mensen tweeduizend jaar geleden angstig kon maken en in hocus pocus kon doen geloven, lijkt de kerk nu met haar rituelen helemaal op een sekte. Er hangt geen mystieke rook meer rond hun hoofd, en het laatste beetje respect hebben ze door de pedofielieschandalen verspeeld. Een aureool kunnen ze als leugenaars en bedriegers wel vergeten De rook uit de schouw is geen heilige geest. Voor wie zich zou afvragen hoe die
dan
wordt
geproduceerd:
hieronder
het
antwoord.
Waarom zoveel positief EUSSR nieuws in de media? Geplukt van de website van de Nederlandse PVV , en niet in onze kranten te lezen of op TV gemeld. De hoernalisten gaan zichzelf toch niet verdacht maken zeker. En dan zouden wij niet EU-kritisch mogen zijn bij zoveel Sovjet- en DDRpraktijken? (http://www.pvv-europa.nl/index.php/component/content/article/ 42-lucas-hartong/3021-pvv-legt-zware-sponsoring-journalistendoor-eu-bloot.html ) De Nederlandse PVV Europarlementariër Lucas Hartong heeft antwoord gekregen op zijn vragen aan EP voorzitter Schulz over het aantal journalisten dat het Europees Parlement in 2011 op uitnodiging en geheel betaald bezocht. Het zijn er 866 en de journalisten krijgen maximaal 2 dagen vergoed inclusief alle reiskosten (vliegticket, 1e klas treinticket of actuele autokilometers), kosten voor hotel (180 euro per nacht), lokaal vervoer en alle andere kosten. De journalisten kunnen
uitsluitend
voorlichtingsbureaus
worden van
het
uitgenodigd EP
of
het
door
de
zogenaamde
directoraat-generaal
Communicatie.
Hartong: “Schulz gaf in zijn beantwoording aan dat een journalist gemiddeld 838 euro voor zijn bezoek ontvangt. Dan hebben we het in 2011 over minimaal 726.000 euro en dat is geen klein wisselgeld. Media behoren volstrekt onafhankelijk te opereren zonder ‘sponsoring’. Nu worden journalisten bij de voordeur door Brussel geselecteerd en ik durf hardop te betwijfelen of dat hun journalistieke onafhankelijkheid ten goede komt. De uitgenodigde journalist wordt betaald door de EU en zoals een rechtgeaard Nederlander weet: ‘Wiens brood men eet, diens woord men spreekt’. Dat verklaart ongetwijfeld dat we zo worden gebombardeerd met pro-EU verhalen in de media.”
Van BAC naar BACOB en DEXIA (1) De saga omtrent ACW, DEXIA en andere tribulaties die reeds weken de media, de publieke opinie en de politiek teistert is niet te begrijpen als we vooreerst niet een stapje terug in het verleden zetten om te belichten waar de oorsprong van deze toestand ligt. Beschouwt men in dit kader de sociaal-economische en financiële structuur van België dan is deze hoofdzakelijk te interpreteren in functie van de verzuiling met ieder in hun vakje actieve politieke partijen en de verwante organisaties, met al dan niet geestelijke overkoepeling door de kerk bij de enen en desgevallend meer op de achtergrond de maconnieke loges bij de anderen. In die context moet men rekening houden met het bestaan van zowel een katholieke of christelijke zuil aan de ene kant en een socialistische aan de andere kant. Daarentegen bestond er slechts een embryo van liberale zuil door het individualistische karakter van deze levens- en politieke beschouwing. De katholieke zuil die een amalgaam was van o.m. syndicaten,mutualiteiten en allerhande bewegingen was de belangrijkste. Op zijn beurt werd deze zuil doorkruist door specifieke organisaties van werkgevers en werknemers. Daarnaast hadden de landbouwers op basis van hun beroepsactiviteit een eigen machtsorganisatie uitgebouwd. De
juridische vorm waaronder deze zuilenstructuur zowel bij werknemers als boeren in zijn diverse geledingen functioneerde was meestal de coöperatie. De financiële coöperaties die hiervan deel uitmaakten berustten voor hun dagelijkse werking vooral op plaatselijke kassiers die de meeste financiële verrichtingen voor hun rekening namen en de tegoeden overdroegen aan meer centrale organisaties. In het kader van onderhavig artikel en van de actualiteit zullen we ons evenwel beperken tot de studie van de financiële poot van de christelijke arbeidersorganisatie en van het machtsspel dat aan haar werking te gronde ligt. Hieruit zal duidelijk blijken dat een zorgvuldig uitgekiende strategie van politiek-financieel affairisme gekoppeld aan een niets ontziende persoonlijke ambitie niet alleen de spaarbank BAC, vervolgens BACOB, maar later hierdoor eveneens door de tribulaties van DEXIA het ganse ACW de das omdeed. Te noteren valt dat in dit bestek een compleet overzicht van de ganse BAC -en later BACOB-politiek sinds de beginjaren veel te omvangrijk voor ons opzet is. We zullen ons bijgevolg beperken tot het niet zo bekende voorspel door de meest significante evoluties in kaart te brengen die tot het DEXIAdebacle leidden. Fundamenteel was de eerste doelstelling van de BAC of Belgische Arbeiderscoöperatie als lid van het LVCC (Landelijk Verbond van Christelijke Cooperaties) door samenwerking met de andere geledingen van de christelijke arbeidersbeweging een tegengewicht te vormen voor het oprukkende socialisme. De basis hiervoor was de encycliek Rerum Novarum van Paus Leo XIII die eveneens een vorm van solidarisme predikte. De christelijke vakbond ging zich zelfs antisocialistisch noemen. Om echter het objectief van een sterke christelijke beweging te realiseren deed men tevens een beroep op de spaarinspanning van de aangesloten arbeiders. Hierbij kwam men op het terrein van de door de liberale staatsman Frère Orban opgerichte ASLK
die evenwel een sterk apolitiek karakter in het vaandel droeg. Karakteristiek is hierbij de houding van de christelijke arbeidersbeweging t.o.v. de staat wat zich later meermaals ging herhalen, dwz. telkens als de gevestigde machten in het nauw gedreven werden door de sociaal-economische en financiële ontwikkelingen. Dan riepen ze de overheid voor eventueel revolutionaire bedreigingen ter hulp, maar poogden nadien telkens deze hulpverlening ten eigen bate om te buigen. In sommige gevallen zoals de schoolstrijd kozen ze zelf voor een semi-revolutionaire aanpak door hun pijlen te richten op het anders zo door hun geroemde en heilig verklaarde”krediet van de staat”. De belichamer van deze strijd was Theo Lefèvre, notoir Gents franskiljon sterk aan het ACW gebonden en later eerste-minister van een CVP-socialistische regering gedurende de jaren 1954-1958. Tijdens een grote schoolstrijdbetoging te Brussel in 1955 deed hij een oproep op de trappen van het Brussels Beursgebouw om alle tegoeden bij de ASLK en de Postcheque terug te trekken. De daarachter schuilende strategie was niet alleen politiek, maar bovendien financieel. De verdoken en ultieme bedoeling was het cliëntenbestand van de BAC te verhogen, de marktpenetratie uit te bouwen en een aanval uit te voeren op de positie van de ASLK vooral in het vlak van het schoolsparen. Deze politiek werd in de jaren 40, 50 en 60 systematisch voortgezet met de medewerking van de Landsbond der Christelijke Mutualiteiten via het succesrijke voorhuwelijkssparen dat door de regering in 1947 aan de ziekenfondsen werd toevertrouwd. De Landsbond organiseerde deze actie in samenwerking met de BAC en kanaliseerde de potentiële spaarders via andere bijkomende spaarvormen naar deze spaarkas en versterkte op die manier het financieel vermogen van de ACW-groep . Een belangrijke spilfiguur in deze periode was Louis Van Helshoecht, eerst secretaris en later voorzitter van de
christelijke mutualiteiten, die er met CVP-steun in slaagde zich eerst als lid, later als voorzitter in de beheersorganen van de ASLK, te laten benoemen. Het toppunt van cynisme in gans deze ontwikkeling was dat hij inzicht kreeg in de commerciële plannen en strategie van de ASLK, terwijl hij in de eerste plaats de belangen van de BAC en het ACW genegen was om op die manier de belangen van de concurrentie in de beheersorganen van de ASLK te verdedigen en de plannen van deze laatste dwarsboomde. Trouwens een nooit geziene situatie van belangenvermenging. In hogergenoemde periode versterkte men bovendien de band tussen de BAC en de personeelsleden van de andere ACWorganisaties door het verhogen van de propagandavergoedingen en het toekennen van voordelige leenvoorwaarden en werd de BAC hoe langer, hoe meer de financiële basis voor het ACW. De uitbouw van de BAC als een soort van politiek-financieel imperium vereiste bijgevolg een grote stabiliteit en eensgezindheid in zake samenstelling van de raad van bestuur en het te voeren beleid. Dit ging in die zin blijken bij de analyse van de namen van de beheerders. Tussen 1950 en 1967 waren de leden : August Cool (ACV), Jef Eerdekens ( coöperatieven), Edmond Konings, Raf Hulpiau(ACW), Louis Van Helshoecht (mutualiteit) en als voorzitter P.W. Segers. De dagelijkse leiding bleef 25 jaar lang tot 1960 in handen van Edmond Konings. Hoeft in dit opzicht het belang onderstreept van P.W.Segers die als belangrijk minister meermaals als éminence grise voor het ACW in het algemeen en voor de BAC in het bijzonder functioneerde en de belgische politiek gedurende vele jaren als belangrijke speler domineerde. Vanaf 1962 werd H. Detremmerie directeur belast met een grote verantwoordelijkheid m.b.t. het dagelijks management, maar eveneens voor het formuleren van voorstellen die door de bestuursorganen moesten bekrachtigd worden. Hij ging in die zin gedurende de daarop volgende periode de bouwstenen leggen van een fulgurante groei die door zijn opvolgers gebruikt ging
worden in de gekende ontwikkelingen met catastrofale gevolgen zowel voor DEXIA als het ACW. Ook op politiek gebied ging hij samen met enkele geestesgenoten achter de schermen een stempel drukken op een aantal sociaal-economische en financiële maatregelen die vooral de periode 1980-2000 zouden karakteriseren. Hij werd dan ook in 1971 na het vertrek van P.W.Segers de nieuwe voorzitter van de raad van beheer en van de bestuurraad. P.W. Segers bleef nog tot 1982 wekelijks aanwezig om de instelling met raad en daad bij te staan. Door de diversificatie van de financiële diensten en de wens van de overheid om op termijn alle statuten van de financiële instellingen te harmoniseren werd in 1994 de BAC van een spaarbank een commerciële bank die de naam BACOB -samenvoeging van BAC en COB (Cooperative Ouvrière Belge)- aannam. In dat kader wijzigde haar interne organisatiestructuur en ging zich volop naar de markt van de ondernemingen wenden. In de beleggingspolitiek werd bovendien grote aandacht geschonken aan het thans beruchte hypotheekkredieten.
systeem
van
herverpakte
Toch was het blijkbaar de impact op de sociaal-economische en financiële politiek die de determinerende factor was bij de band die BAC met de christelijke arbeidersbeweging onderhield. Inderdaad bleken de gekozen macro-economische opties van fundamenteel belang voor de beweging geweest te zijn in de tweede helft van de twintigste en het begin van de eenentwintigste eeuw. Het beleid van de christelijke arbeidersbeweging en de houding ten opzichte van de sociaaleconomische politiek kwam tot stand in permanent overleg tussen de top van het ACW, het ACV, de LCM (mutualiteit) en de BAC. In dit overleg had de leiding van de BAC de belangrijkste impact. Bovendien beschikte de BAC over eigen directe en indirecte kanalen om het beleid te volgen en invloed uit te oefenen. Op initiatief van de ACW-top werd Hubert Detremmerie de motor van een groep economisten van ACW en CVP-strekking die een ommekeer moesten uitdenken voor
het algemeen beleid. In de periode 1982-1988 bleef deze persoonlijke vertrouwensrelatie spelen in geregelde ontmoetingen met premier Wilfried Martens, diens kabinetschef Alfons Verplaetse, later gouverneur van de Nationale Bank en de vakbondsleider Jef Houthuys. Ook Jean-Luc Dehaene stond nauw in contact met deze groep en de door haar ontwikkelde ideeën. Het belangrijkste feit waaraan Detremmerie deelachtig werd was de devaluatie van de Belgische Frank die in 1982 op basis van discrete gesprekken met hogergenoemden in Poupehan, buitenverblijf van Verplaetse, werd doorgevoerd terwijl de gouverneur van de Nationale Bank, Cécil de Strycker voor een voldongen feit werd geplaatst. Deze devaluatie was het sluitstuk van het verarmingsbeleid van de regering Martens die hier de volledige toestemming en steun van vakbondsleider Jef Houthuys verkreeg. Nadien sprak Houthuys zijn waardering over Detremmerie als volgt uit: “BACvoorzitter Hubert Detremmerie speelde met zijn enorme bankiersvergadering een onschatbare rol in het herstel van het land”. Ook in 1988 zou Detremmerie Wilfried Martens mee overhalen om het premierschap te aanvaarden. Deze situatie is kenmerkend voor de belangrijke rol die BAC bij het bepalen van de sociaal-economische en financiële politiek speelde. De vraag kan natuurlijk gesteld worden of de voorkennis van de devaluatie in 1982 door een privébankier correct was, terwijl de gouverneur van de Nationale Bank opzij werd geschoven. Het antwoord van de regering was dat deze voorkennis niet gebruikt was voor financiële verrichtingen ten eigen bate of voor deze van de betrokken financiële instelling. Waarvan akte en waarmee men het bijgevolg moest doen. Naast het politieke vlak spreidde Detremmerie zijn tentakels uit op het financieel terrein en meer bepaald wat de grootste concurrent van de BAC betrof, met name de ASLK. Aan het hoofd van de ASLK -Bank stond als voorzitter Luc Aerts, evenals
Detremmerie van ACW-strekking en bijgevolg een gevaar voor de uitbouw van Detremmerie’s politiek-financiële ambities. Aerts die door persoonlijke omstandigheden eerder een zwak figuur was liet zich op alle terreinen opzij schuiven en zich de leidende rol die hem normaal zou toekomen als hoofd van één van de belangrijkste financiële instellingen van het land ontsnappen. Bovendien had Detremmerie, zoals reeds eerder aangetoond bij van Helshoecht, door zijn lidmaatschap van sommige beleidsorganen van de ASLK kennis van bepaalde commerciële plannen en strategieën die hem voor het uitstippelen van het beleid van de BAC goed van pas kwamen. In concreto ging dit betekenen dat de rol van Aerts bij het hertekenen van het belgisch financieel landschap zo goed als uitgespeeld was en dat Detremmerie de eerste viool ging spelen om de macht en invloed van BAC en ACW verder te consolideren. Wel
werden
in
samenwerking
met
de
ASLK
sommige
beleggingsfondsen en financiële vehikels vooral in het buitenland opgezet door BAC met het oog op risicospreiding, ofwel met het oog op het bereiken van een optimale dimensie.In feite was het lidmaatschap van de BAC van de diverse beroepsverenigingen van spaarkassen en banken doordrongen van dezelfde filosofie, namelijk politieke en financiële invloed ten allen prijze aanwenden voor het bestendigen en uitbreiden ten bate van ACW-en bijgevolg BACOB -belangen. In de late jaren 80 ontstond er als gevolg van grote structuurwijzigingen en diverse hergroeperingen in het internatioinale financiële landschap een grote druk om in België tot ruimere samenwerkingsverbanden en zelfs tot fusies van financiële instellingen over te gaan. De grote architect van dit concept was zonder enige twijfel Fons Verplaetse de toenmalige gouverneur van de Nationale Bank van België (NBB). Zijn idee bestond er in de eerste fase in de OKI (Openbare Kredietinstellingen) rond twee polen te hergroeperen. De ene as van een aantal kleinere OKI’s zou rond de ASLK en de
overblijvende andere worden . Op die manier en efficient te maken Tegelijkertijd voerde private sector bij een
rond het Gemeentekrediet uitgebouwd hoopte Verplaetse de OKI meer weerbaar in een context van schaalvergroting. hij informele gesprekken om ook de fusiebeweging te betrekken.
Zijn plan was te komen tot een GBB (Grote Belgische Bank) die voor een hechte Belgische verankering kon zorgen. In dit opzicht voerde hij gesprekken met de Bank Brussel Lambert en de Generale Bank die wel op een sisser uitliepen vermits de eerste bank deel ging uitmaken van ING (Internationale Nederlanden Groep) en de tweede een stand alone verkoos. Ook zijn plannen voor een herstructurering van de OKI waren weinig succesvol vermits de voorzitter van het Gemeentekrediet en een aantal kleinere OKI’s er niets voor voelden hun zelfstandigheid op te geven. Als gevolg hiervan was de weg vrij voor de privatisering van de ASLK en de overname door Fortis, wat de grote doelstelling van Lippens was. Uiteindelijk werd met de steun van het Belgische establishment ook de Generale Bank overgenomen. Dat hierdoor werkelijk een systeemrisico in banksector geschapen werd was toen het minste van de zorgen, wat in 2008 tot scha en schande voor de spaaren kredietsector ging blijken. Geconfronteerd met deze gang van zaken begon BACOB in alle stilte een eigen strategie als antwoord hierop te ontwikkelen. Een probleem dat zich hierbij stelde was de op rust stelling van Detremmerie in 1995 en de keuze van een opvolger. Door het netwerk van Detremmerie kwam hij in contact met Dirk Bruneel, een hoger ASLK-kaderlid met grote management bevoegdheid en dito ambitie. Bovendien waren ze beiden inwoners van Dilbeek die in de plaatselijke CVP-afdeling een grote rol speelden. Bruneel die echter niet over de politieke connecties en capaciteiten dienaangaande van Detremmerie beschikte moest bijgevolg op politiek gebied in alle stilte voor zijn taak voorbereid worden. Dit gebeurde in het kader van de zogenaamde “bende van
Dilbeek”, een verzameling van politieke en andere getrouwen, waar hij op een informele manier klaargestoomd werd. In tussentijd bleef hij nochtans zonder veel ruchtbaarheid zijn taak bij de ASLK vervullen wat toch een aantal vragen opriep. Wanneer uiteindelijk in 1993 Fortis in de ASLK een significante participatie nam en een nieuw directiecomité werd samengesteld koos Bruneel met het oog op de opvolging als hoofd van BACOB voor de directiefunctie in staf bij Detremmerie. In 1995 werd Bruneel officieel belast met de leiding van het directiecomité. Als antwoord op de talloze verschuivingen in de financiële sector trachtte Bruneel op basis van BACOB een eigen financieel imperium te vestigen zoals Detremmerie dat in een vorige periode reeds gerealiseerd had. Toch waren de omstandigheden fundamenteel veranderd: de schaal van BACOB was relatief klein gebleven in vergelijking met de grote andere spelers en politiek was de christen-democratie niet meer zo machtig als vroeger. Om hieraan te verhelpen moest hij in de eerste plaats zijn slagkracht door overname van andere financiële instellingen verhogen. Dit gebeurde in 1995 toen een bittere strijd zich ontwikkelde met de ASLK en bijgevolg Fortis voor de overname van de NMKN (Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid) voorheen een OKI. Hier mikte Bruneel te hoog in de strijd met Herman Verwilst, voorzitter van de ASLK, en het belgisch establishment. In een tweede poging keek hij uit naar de Bank van Parijs en de Nederlanden België die werd omgevormd tot Artesia bank en met wie hij samen in 2001 met DVV -verzekeringen in Dexia Bank stapte. Dexia was op haar beurt een fusie tussen het Gemeentekrediet van België en Crédit Local de France. De rest van het verhaal is normaal wel gekend omdat Dexia in de realiteit zich ging omvormen en zelfs gedragen als een hedge fund, d.w.z. een soort beleggingsfonds dat veel meer risico’s nam dan normaal met logische gevolgen vandien. Bruneel zelf verdween uit de actualiteit en werd door Dexia
naar Nederland gestuurd om een aantal financiële operaties te klaren, wat in een zekere zin een afgang in vergelijking met zijn vorige functies betekende. Hopelijk heeft deze economisch-historische uiteenzetting een beter beeld kunnen geven hoe men tot een financiële ramp zoals bij Dexia is kunnen komen. Alle problemen waarmee het ACW thans af te rekenen heeft spruiten voort uit een tomeloze politieke en financiële ambitie zoals dat meermaals het geval is op het menselijke schouwtoneel. In een volgende aflevering hoop ik meer in te gaan op het aandeelhouderschap bij BACOB en het ACW alsook de ideologische fundering er van.
Georganiseerde armoede is het grote gevaar !! Georganiseerde armoede is het grote gevaar voor de toekomst van vele landen !! Feitelijk komt het er steeds op neer dat het de beroepspolitiekers zijn die alles kapot maken. Als men even nadenkt is het niet moeilijk om te begrijpen waarom de geschiedenis zich steeds herhaalt. Beroepspolitiekers willen hun macht nooit meer afgeven nadat ze hebben geproefd van de talrijke voordelen van het beroep van politieker. In geen enkel ander beroep kan men zo veel verdienen door alleen maar steeds te babbelen en te beloven. Het probleem zit hem in dit laatste namelijk: het beloven ! De kiezers horen liever goed nieuws dan slecht nieuws.
Nadenken doen ze meestal niet en bijgevolg willen ze steeds maar opnieuw de zinloze beloften van de beroepspolitiekers blijven geloven. Om de kiezers in hun macht te krijgen wil men hen maar steeds duidelijk maken dat de overheid steeds meer taken op zich moet nemen omdat de kiezers het zogezegd zelf allemaal niet meer kunnen bolwerken. De best renderende investering blijkt nu te zijn om te trachten arm te worden. Eens dat men zogezegd arm geworden is hoeft U niet meer bij te dragen tot de gemeenschapskosten en betaalt de overheid alles voor U. Zonder één frank of Euro te investeren krijgt U van alles toegeschoven. Het is deze evolutie die onze westerse landen snel aan het kapotmaken is. Het beste voorbeeld is de sterke achteruitgang van de USA gedurende de laatste jaren. De barometer is het aantal “armen”. Onder president Reagan betaalden 19% van de Amerikanen geen cent aan de federale overheid. Inmiddels zorgden duizenden beroepspolitiekers in de USA ervoor dat allerlei initiatieven werden genomen om de bevolking duidelijk te maken dat ze dankzij de overheid van alles konden “krijgen” zoals het populaire food stamp programma. Het volstond te verklaren dat men niet méér verdiende dan een bepaald maximum. Onder president Clinton steeg het aantal zogenaamde “armen” tot 25%. Onder het beleid van zijn opvolger Bush zwol dit aantal aan tot 30%. Maar de absolute koning van de beloften is namelijk president OBAMA. De mond van die man is getraind om allerlei beloften te maken. Sinds jaren beloofde hij méér food stamps; meer gratis ziekteverzorging; méér uitkeringen voor Jan en klein Pietje. Resultaat: VANDAAG betaalt er in de USA 47% van de amerikaantjes geen cent federale belastingen meer !! De tekorten op de staatsbudgetten worden ondraaglijk. Men is dus in een situatie gekomen dat men ofwel een ander laat werken voor U ofwel dat men zelf moet gaan werken om een andere amerikaan te laten profiteren van uw arbeid. Iedereen weet nu dat die trein nog moeilijk kan gestopt worden en men over afzienbare tijd méér dan 50% van de bevolking gaat
hebben die NIET meer deelnemen aan de algemene gemeenschappelijke uitgaven. Wij zijn geen specialist in de materie maar het blijkt dat onder president OBAMA zoveel idiote beslissingen werden genomen dat de USA in de zeer nabije toekomst haar titel van sterkste wereldland zal moeten inleveren en dat men daar als gevolg van het permanent gepamper door de beroepspolitiekers nog véél zwarte sneeuw zal gaan zien. Men zegge het voort,
Waarom ook rechtse regeringen linkse maatregelen nemen PAMELA HEMELRIJK – 01 OKTOBER 2008 Het plaatsen van enkele van haar stukjes de komende dagen is appelleren naar de boodschap die er in vervat zit. De linkse grootheidswaanzin die deze grote dame aan de kaak stelde is niet gestopt, integendeel zelfs, daarom dat niets aan nieuwswaarde ingeboet heeft. Deze herinnerd ons eraan dat enkel en alleen de politiek de oorzaak is van de zogenaamde bankencrisis. De engagementen die de politieke machthebbers bij de banken hebben moeten ondertekenen worden nu gedragen door u en mij. Pamela aan U het woord…
Mijn stelling dat de krediet crisis in de VS een rechtstreeks gevolg is van sociale wetgeving, oftewel teveel overheidsregulering ipv een vermeend gebrek daaraan, wil er bij de meeste lezers met de beste wil van de wereld niet in. Die rechtse kapitalisten van Bush met hun laissez faire beleid hebben het toch zeker voor het zeggen gehad al die jaren? En dan toch de schuld op het socialisme gooien? Ga toch op het dak zitten Hemelrijk, met je paranoïde kruistocht tegen links! Dat is ongeveer de teneur van de reacties. Die
lezers
maken
een
denkfout:
ze
denken
dat
linkse
maatregelen alleen genomen worden door linkse regeringen. Maar dat is niet zo: 30 jaar lang hebben opeenvolgende Amerikaanse regeringen, of ze nou links of rechts waren, hypotheekbanken onder druk gezet om boterzachte leningen te verstrekken aan mensen met lage inkomens. Sommige banken, zoals Freddie Mac en Fannie Mae, werden tot deze suïcidale vorm van filantropie overgehaald met de stroopkwast: zij mochten hun winst zelf houden, en de staat bood aan om voor hun verliezen op te draaien. Op voorwaarde dat Fannie en Freddie ook voor arme mensen de beurs zouden trekken. Op een vrije markt zouden Fannie en Freddy zo’n riante concurrentiepositie nooit hebben kunnen veroveren, maar nu kregen ze hem van de overheid in de schoot geworpen! Ze konden een totaal nieuw marktsegment aanboren, namelijk de gehele
Amerikaanse onderklasse. Op de risico’s hoefden ze geen acht te slaan, want de staat stond immers garant. In no time hadden die twee dan ook 50 procent van de Amerikaanse hypotheekmarkt veroverd. Het valt natuurlijk niet goed te praten dat Fannie en Freddie aan dit heilloze plan hebben meegewerkt, maar wie is de hoofdschuldige als de kat op het spek wordt gebonden? De kat of het baasje? Ik zou u weleens willen zien als u carte blanche kreeg om er in het casino op los te gokken, met de garantie dat al uw verliezen door de overheid worden vergoed. Voor mezelf zou ik in elk geval niet instaan. De rest van het bankwezen werd, zoals u weet, door de overheid gedwongen om “ook kansarmen toegang te verschaffen tot kredietfaciliteiten”. De Community Reinvestment Act uit 1977 verbood hen hypotheken te weigeren aan achterstandsgroepen, op straffe van zware boetes. Het uitsluiten van deze groepen werd door de overheid namelijk als rassendiscriminatie aangemerkt, omdat vooral “afro-Americans, latino’s en Hispanics” in deze categorie vallen. Betaalbare woonruimte voor iedereen moest er komen! De kloof tussen arm en rijk moest gedicht! Iedereen heeft recht op een fatsoenlijk bestaan! Deze boodschap werd er niet alleen ingehamerd door linkse presidenten als Carter en Clinton, maar net zo hard door rechtse kapitalisten als George W. Bush. Hij heeft het in een speech uit 2002 zelfs letterlijk gezegd. (Zie filmpje http://www.youtube.com/watch?v=63odt264pR8&feature=related) Je zou zweren dat je Wouter Bos hoort, als je dat filmpje aanschouwt. Maar het is toch heus de reactionaire rechtse kapitalist Bush die hier aan het woord is. Rara, hoe kan dat? Nou, dat zit zo, volgens mij. Er bestaan geen echte liberale regeringen. Dat lijkt maar zo. Een liberale regering is een contradictio in terminis. De grondslag van het liberalisme is meer vrijheid voor het individu en minder staatsmacht. Een
rechtgeaarde liberale regering zou dus in de eerste plaats zichzelf moeten inkrimpen. En dat doen regeringen nooit. Hoe ze zich ook noemen: socialistisch, sociaaldemocratisch, conservatief, progressief of liberaal, ze willen allemaal hun macht en invloed verder uitbreiden. Ze willen controle over het onderwijs. Ze willen controle over lonen en prijzen. Ze willen controle over de gezondheidszorg. Ze willen controle over de woningbouw. Ze willen allemaal goede sier maken met plannen “om iedereen aan een fatsoenlijk bestaan te helpen”. In dat opzicht lijken ze allemaal als twee druppels water op Wouter Bos. Want hoewel Stalin, Mao, Kim il Sung en Castro inmiddels proefondervindelijk hebben aangetoond dat de misleidende dooddoener “iedereen heeft recht op een fatsoenlijk bestaan” er in de praktijk onvermijdelijk toe leidt dat iedereen aan de bedelstaf raakt, vallen er nog steeds stemmen met deze slogan te winnen. Hoe armer en nooddruftiger het volk, des te ontvankelijker is het voor totalitarisme, en des te harder smeekt het om overheidsingrijpen. Niet alleen linkse politici doen daar hun voordeel mee; rechtse politici ook. Een bevolking die leeft in vrede, vrijheid en voorspoed: dat is niet alleen de nachtmerrie van elke kerk, maar ook van elke regering. Als er geen problemen zijn die dringend om een oplossing vragen zou het volk wel eens op het idee kunnen komen dat het helemaal geen regering nodig heeft! Maar zolang de mensen nog in de rij staan bij de gaarkeukens vestigt het volk zijn hoop op een Hogere Macht. Vroeger was dat God, tegenwoordig is het de overheid die de verlossing moet brengen. Daar speculeren alle regeringen op. Zowel linkse als rechtse. In één ding hebben de socialisten helemaal gelijk: de mens is van nature geneigd zijn eigenbelang na te streven. Dat zult u mij niet horen tegenspreken. Op een vrije markt kan dat echter
geen kwaad; integendeel. De bakker doet zijn uiterste best om brood van hoge kwaliteit te leveren tegen een zo laag mogelijke prijs. Dat doet hij niet omdat hij een filantroop is, maar omdat hij geld wil verdienen. En zijn klanten varen er wel bij. Maar een overheid die zijn eigenbelang nastreeft is natuurlijk een regelrechte ramp. Een overheid die zijn eigenbelang nastreeft, die is net zo gevaarlijk als de maffia. Wat zeg ik? Veel gevaarlijker dan de maffia, want de staat heeft het monopolie op geweld, het recht om belasting te heffen en het recht om dienstplicht in te voeren. Aan een maffia die zijn eigenbelang nastreeft kun je misschien nog ontsnappen, maar tegen een overheid die zijn eigenbelang nastreeft ben je volstrekt machteloos. Gek genoeg wil niemand geloven dat regeringen gedreven worden door eigenbelang. De Mensch, jazeker, die is geneigd tot alle kwaad en wordt gedreven door hebzucht en egoïsme. Dat beaamt iedereen volmondig. Alleen regeringen vormen een uitzondering op die regel, kennelijk: die zijn onbaatzuchtig, en zetten zich met hart en ziel in voor het algemeen belang. Daaraan twijfelt niemand. Alsof regeringen niet net zo goed uit mensen bestaan.
Brief uit Polen. Gepost door Lucky 8 uren en 22 minuten geleden aan De Kloof: Algemeen Geloof je dit? Mijn belasting-teruggave werd geweigerd voor vraag 4
omdat
“Heeft U afhankelijken?” Ik antwoordde: ” Ja, 1.1 miljoen drug gebruikers, 2.1 miljoen illegale immigranten, 4.4 miljoen niet te werk gestelde parasieten, 900 duizend
criminelen in ~85 instellingen/gevangenissen
en 650 idioten in het parlement en in Europese commitees”. Zij schreven dat dit antwoord niet kan aanvaard worden. Derhalve durf ik de vraag stellen, wie vergat ik te vermelden? (Opgepast- dit kan, of kan niet- een mop betreffen). http://www.galtsgulchonline.com/posts/19e4ef/letter-received-f rom-poland