Effectonderzoek optimalisatie zorgpad chronisch hartfalen met telemonitoring
Kiwa Carity November 2014
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Verspreiding en reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
Voorwoord Utrecht, november 2014
Op verzoek van de projectgroep Effective Cardio hebben wij de effecten van de inzet van telemonitoring in een geoptimaliseerd zorgpad chronisch hartfalen zoals toegepast in zes deelnemende ziekenhuizen in kaart gebracht. Dit rapport is een bijlage bij het totaal rapport. Dit rapport bevat de effecten van de zes deelnemende ziekenhuizen in totaliteit. Het rapport geeft inzicht in het effect op het primaire werkproces, de werklast en op financiële verschuivingen. De rapportage sluiten we af met een conclusie en een aantal overwegingen bij de interpretatie van de resultaten. Voor meer informatie kunt u terecht bij Irma Baars. Met vriendelijke groet, Irma Baars (
[email protected] / 0644374704), Daniël Pieter, Alfred Beldman Geert de Kousemaeker
Kiwa Carity
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
2
Inhoudsopgave
Uitgangspunten en beperkingen Achtergrond en doelstelling Vraagstelling effectonderzoek Proces en Methode Resultaten Primair werkproces Werklast Financieel resultaat Conclusies Slotoverwegingen
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Verspreiding en reproductie van (delende van) dit rapport buiten mag de Kiwa organisatiemet magschriftelijke uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten Kiwa organisatie uitsluitend toestemming van Kiwa Carity
3
Uitgangspunten en beperkingen van de rapportage Uitgangspunten Deze rapportage is gemaakt ten behoeve van de projectgroep Effective Cardio en betreft de resultaten van procesoptimalisatie van de behandeling van patiënten met chronisch hartfalen (CHF), met behulp van telemonitoring in de periode januari 2011- juni 2014 binnen zes deelnemende ziekenhuizen. Het onderzoek geeft inzicht in resultaten van de patiëntenpopulatie, vóór (pre-populatie) en na (postpopulatie) procesoptimalisatie van het zorgpad chronisch hartfalen met inzet van telemonitoring (Motiva). Dit onderzoek is gebaseerd op DIS-data van de ziekenhuizen zoals deze door de ziekenhuizen zijn aangeleverd, deels gefactureerd, deels openstaand. Kiwa Carity heeft geen inhoudelijke toets uitgevoerd op de betrouwbaarheid en kwaliteit van de data zoals aangeleverd door de ziekenhuizen en daarmee geen zelfstandig oordeel gevormd over de kwaliteit van de data.
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
4
Achtergrond, doelstelling en vraagstelling Achtergrond Binnen de zes deelnemende ziekenhuizen is het zorgpad chronisch hartfalen geoptimaliseerd. Als onderdeel van deze procesoptimalisatie wordt bij patiënten op basis van duidelijke inclusiecriteria telemonitoring ingezet. Om het effect van deze optimalisatie te meten is door Kiwa Carity een effectonderzoek uitgevoerd. Hieruit zal blijken of de beoogde doelstellingen van een geoptimaliseerd zorgpad chronisch hartfalen met de inzet van telemonitoring (e-health) behaald zijn.
Doelstelling De doelstelling van het programma optimalisatie zorgpad chronisch hartfalen met telemonitoring is: Het optimaliseren van het zorgpad chronisch hartfalen met inzet van telemonitoring en evalueren of hiermee duurzame zorg gerealiseerd wordt bij een hogere patiënt- en zorgverlenerstevredenheid.
Vraagstelling De vraagstelling van het effectonderzoek is: Inzicht verkrijgen in de effecten van de optimalisatie van het zorgpad chronisch hartfalen met de inzet van telemonitoring op de doeltreffendheid en patiënt- en zorgverlenerstevredenheid. (Tevredenheid is geen onderdeel van dit rapport maar wordt door de projectgroep in de eindrapportage Effective Cardio opgenomen)
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
5
Vraagstelling
Om te onderzoeken of het beoogde effect ook behaald wordt, is voor deze fase de volgende vraagstelling voor het effectonderzoek geformuleerd: Wat is het effect van ‘Effective Cardio’ op het primaire proces, de werklast en het financieel resultaat?
Om deze vraag te beantwoorden zijn onderstaande subvragen gesteld: Primair proces: Wat is het effect op het aantal ziekenhuisopnames bij CHF patiënten bij gebruik van ‘Effective Cardio’? Wat is het effect op het aantal ligdagen per opname bij CHF patiënten bij gebruik van ‘Effective Cardio’? Wat is het effect is op het aantal polikliniekbezoeken bij CHF patiënten bij gebruik van ‘Effective Cardio’? Werklast: Wat is het effect op het aantal exacerbaties bij CHF patiënten bij gebruik van ‘Effective Cardio’? Wat is het effect op het aantal cardiologisch gerelateerde fysieke herhaalconsulten bij gebruik van ‘Effective Cardio’? Wat is het effect op het aantal telefonisch consulten bij CHF patiënten bij gebruik van ‘Effective Cardio’? Financieel resultaat Wat is het effect op het financiële resultaat bij gebruik van ‘Effective Cardio’? Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
6
Methode
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
Methode Onderzoeksdesign Onderzoeksdesign Het onderzoek betreft een effectmeting van het geoptimaliseerde zorgpad gebruikmakend van telemonitoring op het ziekteverloop van chronisch hartfalen patiënten. Het design dat hiervoor toegepast is een pré-post analyse op basis van historische data. Voor dit design is gekozen omdat een analyse met een experimentele groep en een controle groep op dit moment ongewenst was. Dit omdat de controlegroep dan wordt uitgesloten van het gebruik van telemonitoring. Het pre-post design is als volgt toegepast: de analyse behelst alleen die patiënten die zorg hebben gehad minimaal 6 maanden voordat ze met telemonitoring begonnen minimaal 6 maanden na de start met telemonitoring plaatsvond (gedefinieerd als de eerste verrichtingsdatum en laatste verrichtingsdatum in deze tijdsperiode) Zo ontstaat een eerlijke vergelijking, waarmee inzicht verkregen is in het effect van telemonitoring in het geoptimaliseerde zorgpad chronisch hartfalen op het primaire proces, werklast en financieel resultaat. Voorbeeld: een patiënt geïncludeerd op Motiva in maart 2011. Deze patiënt kan met de DIS data minimaal 6 maanden achteruit en vooruit worden gevolgd.
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
8
Methode Dataverzameling
De gehanteerde data betreft DBC & DOT data van de deelnemende ziekenhuizen over de periode januari 2010 tot en met juni 2014. De data is uitgevraagd volgens een door Kiwa Carity gehanteerd format dat herkenbaar is voor de ziekenhuizen. De projectgroep heeft de ziekenhuizen benaderd om de data aanlevering te verduidelijken en te begeleiden. De projectgroep heeft de ziekenhuizen tevens voorzien van een Philips Motiva bestand waarin aangegeven is welke patiënten gebruik hebben gemaakt van Motiva. Op deze wijze konden de ziekenhuizen aangeven in de DBC/DOT data welke patiënten gebruik hebben gemaakt van telemonitoring in een geoptimaliseerd zorgpad. Na de eerste aanlevering door de ziekenhuizen aan Kiwa Carity, is deze data door Kiwa Carity op kwaliteit en volledigheid gecontroleerd. Vervolgens zijn aan alle deelnemende ziekenhuizen aanvullende vragen gesteld en/of data gevraagd om de data kwaliteit en volledigheid te verhogen, dan wel bruikbaar te maken voor het onderzoek. De data is door de ziekenhuizen aangeleverd en Kiwa Carity is uitgegaan van de betrouwbaarheid van deze data. Bij alle ziekenhuizen heeft Kiwa Carity op basis van het Philips Motiva bestand de patiënten en/of de startdatum van Motiva moeten koppelen aan de DBC/DOT bestanden zoals aangeleverd door de ziekenhuizen. Dit is gebeurd op basis van de patiëntnummer. Dit heeft geen effect op het onderzoek. Niet alle ziekenhuizen hebben de financiële gegevens aan kunnen leveren. Dit betekent dat niet voor elk individueel ziekenhuis het financiële resultaat berekend is.
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
9
Methode Onderzoekspopulatie De inclusie criteria voor de onderzoekspopulatie zijn: De patiënten die gefinancierde tweedelijnszorg ontvangen binnen het specialisme cardiologie van een van de deelnemende ziekenhuizen én die gebruik maken van telemonitoring, in de periode januari 2011 – juni 2014 én Die zorg hebben ontvangen minimaal 6 maanden voor én 6 maanden na de start van telemonitoring.
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
10
Methode Data-analyse Data-analyse De gekoppelde data bestanden van de deelnemende ziekenhuizen zijn geanalyseerd volgens de volgende stappen:
In de databestanden is aangegeven wat de start datum is waarop de patiënten op telemonitoring zijn aangesloten. De bestanden van de zes deelnemende ziekenhuizen zijn samengevoegd in een statistisch analyse tool. Vanaf de startdatum van telemonitoring is per patiënt de data van 6 maanden vóór de start in het geoptimaliseerde zorgpad en 6 maanden daarna geselecteerd. Dit is gebeurd op basis van de verrichtingen (zorgactiviteiten) in de subtrajecten van de DBC/DOT. De gegevens op de indicatoren ‘primair proces’, ‘werklast’ en ‘financieel resultaat’ zijn gemeten en voor de 6 maanden berekend. Van de opbrengsten ziekenhuis en honorarium gegevens is het gemiddelde bedrag per zorgproduct o.b.v. declaratiecode berekend. Het gemiddelde is vervolgens gekoppeld aan de individuele ziekenhuizen. Hiervoor is gekozen omdat niet bij alle ziekenhuizen de financiële data compleet was De score op deze indicatoren in de pre- en de post periode zijn vergeleken met elkaar waarop het effect is gebaseerd.
Alle cardiologische DIS data
Selectie Motiva patiënten Selectie pre- en post Motiva Analyse indicatoren Pre en Post Effect rapportage
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
11
Methode Meetwaarden data-analyse In de data-analyse zijn de waarden op de volgende indicatoren bepaald: Primair proces Het aantal cardiologisch gerelateerde ziekenhuisopnames per patiënt (zorgactiviteitscode 190021) Het aantal cardiologisch gerelateerde verpleegdagen per patiënt (zorgactiviteitscode 190204, 190218) Het aantal cardiologisch gerelateerde polikliniekbezoeken (eerste en herhaalbezoeken) per patiënt (zorgactiviteitscode 190011, 190012, 190013, 190060) Werklast Het aantal exacerbaties per patiënt (acuut hartfalen, diagnosecode 301) Aantal cardiologisch gerelateerde fysieke herhaalconsulten per patiënt (190013) Het aantal telefonisch consulten bij CHF patiënten bij gebruik van ‘Effective Cardio’ (zorgactiviteitscode 190014) Financieel resultaat Effecten op schadelast van de zorgverzekeraar Deze zijn gebaseerd op de gemiddelde ziekenhuiskosten en honoraria van de specialist per declaratiecode van de DBC/DOT. Het effect is berekend aan de hand van het gemiddelde van de aangeleverde ziekenhuiskosten en honoraria van vijf ziekenhuizen. Daarbij is rekening gehouden met de kosten van het telemonitoring device. Effect op de kosten en opbrengsten voor het ziekenhuis Het effect op de kosten en opbrengsten is berekend voor de individuele ziekenhuizen die de kostprijzen hebben aangeleverd. Deze resultaten worden niet in het voor u liggende eindrapport beschreven. Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
12
Methode Meetwaarden data-analyse Berekeningen
De gemiddelden per patiënt zijn berekend over het aantal patiënten dat ook daadwerkelijk die zorg ontvangen heeft. Een illustratie:
In totaal zijn bestaat de onderzoekspopulatie uit 175 patiënten
Van deze 175 patiënten hebben 62 patiënten een telefonisch consult gehad en in
totaal zijn er 152 telefonische consulten geweest. Dan is het gemiddelde telefonische consult berekend over die patiënten die er ook daadwerkelijk een telefonische consult hebben gehad. Dus 152/62.
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
13
Resultaten
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
Resultaten Onderzoekspopulatie Geïncludeerde patiënten Het aantal patiënten dat gebruik heeft gemaakt van telemonitoring in het geoptimaliseerde zorgpad chronisch hartfalen in de periode 2011- juni 2014 is, volgens de registratie van het gebruik van het device, 414 patiënten. Deze patiënten zijn gekoppeld aan de door de ziekenhuis aangeleverde DBC/DOT data. Een aantal patiënten waren niet te koppelen aan deze data. Daarmee blijven 389 patiënten over. Vervolgens is de inclusiecriteria toegepast dat een patiënt voor én na de startdatum van de telemonitoring in het geoptimaliseerde zorgpad chronisch hartfalen minimaal 6 maanden zorg moet ontvangen.
De onderzoekspopulatie met patiënten die aan alle voorwaarden voldoen, heeft een omvang van 175 patiënten. Hierin zitten vanwege de vergelijkbaarheid van de onderzoekspopulatie niet die patiënten die na het gebruik van Motiva geen zorg hebben ontvangen. We hebben het aantal patiënten dat wel voor het gebruik van telemonitoring 6 maanden zorg hebben ontvangen, maar daarna geen of minder dan 6 maanden zorg in kaart gebracht. Dit betreft: 20 patiënten hebben minder dan 6 maanden zorg ontvangen na de start met telemonitoring in het geoptimaliseerde zorgpad en 43 patiënten die na de start geen zorg meer hebben ontvangen.
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
15
Resultaten Verdeling ziekenhuizen in onderzoekspopulatie
Het verschil tussen de 389 patiënten met telemonitoring en de 175 patiënten die voor én na de startdatum van telemonitoring minimaal 6 maanden zorg hebben komt door: – Een deel van de patiënten heeft minder zorg dan 6 maanden voor en/of na de startdatum van telemonitoring ontvangen (119 patiënten) – Een deel van de patiënten heeft alleen voor of alleen na de startdatum van telemonitoring zorg ontvangen (95 patiënten) – Een deel van de patiënten uit de Philips Motiva bestanden kon niet aan de DBC/DOT registratie gekoppeld worden (10 patiënten)
De verdeling van de deelnemende ziekenhuizen over de onderzoekspopulatie is als volgt: – Ziekenhuis 1: 9% – Ziekenhuis 2: 29 % – Ziekenhuis 3: 1% – Ziekenhuis 4: 53% – Ziekenhuis 5: 1% – Ziekenhuis 6: 7%
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
16
Resultaten Betrouwbaarheid en validiteit
In de onderzoekspopulatie zijn 175 patiënten geïncludeerd. Uitgaande van een populatie van 68.600 patiënten met een chronisch hartfalen DBC (diagnosecode 302) in 2012 op basis van de DIS data (bron: opendisdata.nl. Aantal patiënten 2012 o.b.v. 90% volledigheid data lineair geëxtrapoleerd naar 100% volledigheid), kunnen we uitspraken doen op basis van de onderzoekspopulatie met een 7% foutmarge1 en 95% betrouwbaarheid2. Voor dit praktijkgerichte onderzoek, is een foutmarge van 7% acceptabel om uitspraken te kunnen doen voor de gehele populatie.
Zorgprofiel vergelijking De externe validiteit3 is onderzocht door een vergelijking te maken van het zorgprofiel van een chronisch hartfalen patenten (CHF) tussen het landelijke beeld en het beeld van de 6 ziekenhuizen. Het zorgprofiel is gebaseerd op de DIS data 2011 van de ziekenhuizen. Het gemiddelde per parameter is een gemiddelde van een patiënt die minimaal die verrichting ook gehad heeft. Het profiel van de 6 ziekenhuizen is redelijk vergelijkbaar. Het aantal verpleegdagen ligt gemiddeld iets hoger dan landelijk. 1,2,3: zie bijlage voor definitie foutmarge, betrouwbaarheid en validiteit Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
17
Resultaten Verrichtingen in het primaire proces De resultaten met betrekking tot verrichtingen binnen het primaire proces laten een afname zien op de gemeten indicatoren, na het gebruik van telemonitoring in een geoptimaliseerd zorgpad chronisch hartfalen. Polikliniek: Het totaal aantal polikliniek bezoeken (eerste en herhaalbezoeken) is afgenomen met 17% Het gemiddelde aantal polikliniek bezoeken van patiënten die de polikliniek bezoeken is afgenomen met 12%, van 6,4 naar 5,6 bezoeken. Opnames: Het totaal aantal klinische opnames is afgenomen met 52%. Gemiddeld heeft een patiënt die opgenomen wordt voor het gebruik van telemonitoring 1,5 opnames en daarna 1,1 opnames. Dit is een reductie van 23%. Verpleegdagen: Het totaal aantal verpleegdagen is afgenomen met 57%. Het gemiddelde aantal verpleegdagen per opgenomen patiënt is afgenomen met 31%, van 12,1 naar 8,3 dagen. De gemiddelde verpleegduur per opname is van 8,3 naar 7,4 afgenomen, een afname van 11%
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
18
Resultaten Primair proces - verpleegduur De verpleegduur zoals hier weergegeven is de daadwerkelijke verpleegduur en is niet genivelleerd naar een half jaar voor en na de start met telemonitoring. Het geeft daarmee het voorkomen weer van de werkelijke verpleegduur per opname.
Zowel in de pre- als in de postpopulatie komt 1-2 verpleegdagen het meest voor. De verhouding tussen de categorieën verpleegduur verschuift naar een langere ligduur in de postpopulatie.
1: het gemiddelde van de verpleegduur van totaal cardiologie is berekend over 5 deelnemende ziekenhuizen Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
19
Resultaten Werklast De effecten van telemonitoring in een geoptimaliseerd zorgpad chronisch hartfalen voor de werklast zijn als volgt: Excacerbaties: Het totaal aantal exacerbaties (gedefinieerd als acuut hartfalen, diagnosecode 301) is gedaald met 43%. Het gemiddeld aantal exacerbaties per patiënt over de gehele onderzoekspopulatie daalt van 0,3 naar 0,1 met 49%. Fysieke herhaalcontacten: Het totaal aantal herhaalcontacten bij een cardioloog is gedaald met 11%. Gemiddeld daalt het aantal contacten van 4,7 naar 4,2 contacten per patiënt. Telefonische consulten: Het totaal aantal geregistreerde telefonische contacten neemt af met 37%1 Gemiddeld heeft een patiënt voor telemonitoring 2,2 telefonische contacten en in het traject met telemonitoring 1,5 telefonische contacten.
1: het beleid m.b.t. telefonische consulten kan verschillen per ziekenhuis. Bovendien wordt deze verrichting niet altijd goed geregistreerd. Ook dit verschilt per ziekenhuis Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
20
Resultaten Financieel effect
Het effect van de optimalisatie zorgpad CHF met telemonitoring voor de schadelast van de verzekeraars, is gebaseerd op de gemiddelde ziekenhuiskosten en honoraria van de specialist per declaratiecode van de DBC/DOT zoals aangeleverd door vijf deelnemende ziekenhuizen. Rekening houdend met de kosten van het device. Over de gemeten pre- en postperiode van 6 maanden1, blijkt dat de schadelast van de verzekeraars afneemt met €213.316 (26%). Deze bedragen zijn bij benadering het effect op de opbrengsten over zes maanden zorg, voor de zes deelnemende ziekenhuizen over 175 patiënten in de onderzoekspopulatie. Hierbij rekening houdend met de kosten van het device. De opbrengsten voor het ziekenhuis en honorarium nemen af door een verminderde zorgconsumptie De opbrengsten ziekenhuis nemen af met 39 % (€291.058 ) over de gemeten periode van zes maanden en bij de zes ziekenhuizen in totaal. De opbrengsten honorarium nemen af met 41 % (€27.258) over de gemeten periode van zes maanden en bij de zes ziekenhuizen in totaal. Deze bedragen zijn bij benadering het effect op de opbrengsten over zes maanden1 zorg, voor de deelnemende ziekenhuizen over 175 patiënten in de onderzoekspopulatie.
1: voor het effect over 1 jaar kan de aanname worden gedaan dat het effect gelijk is bij een gelijkblijvende verminderde zorgconsumptie in het tweede deel van het jaar. Deze aanname is getoetst met gespecialiseerd verpleegkundige in het primaire proces.
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
21
Conclusies
Conclusie
Kliniek.
Het onderzoek toont dat de invoering van een geoptimaliseerd zorgpad in combinatie met de inzet van telemonitoring bij chronisch hartfalen patiënten effect heeft op verrichtingen in het primaire proces van de patiënten en op de werklast van cardiologen en gespecialiseerd verpleegkundigen. De conclusies betreffen een tijdsperiode van 6 maanden in de pre- en 6 maanden in de post periode over een onderzoekspopulatie van 175 patiënten. We zien een transitie van klinische behandelsetting in de pre-groep naar een meer poliklinische behandelsetting in de post-groep. Totaal
Gemiddeld per patiënt
• • •
• •
Afname opnames met 52 % Afname verpleegdagen met 57 % Afname exacerbatie met 43%
•
Polikliniek
Financieel
• • •
Afname polikliniek bezoeken met 17% Afname herhaalbezoeken met 11% Afname van geregistreerde telefonische consulten met 37%
•
• •
Afname schadelast met 26% (€213.316) Afname opbrengsten ziekenhuis met 39% (€291.058) Afname honorarium 41% (€27.258)
• •
•
• •
•
Afname opnames met 23%, van 1,5 naar 1,1 Afname verpleegduur per patiënt met 31%, van 12,1 naar 8,3 Afname van exacerbaties per patiënt met 43%, van 0,3 naar 0,1 Afname polikliniekbezoeken met 12%, van 6,4 naar 5,6 bezoeken Afname herhaalbezoeken met 11%, van 4,7 naar 4,2 Afname van geregistreerde telefonische consulten met 33%, van 2,2 naar 1,5 Afname schadelast met €1.219 per patiënt Afname opbrengst ziekenhuis met €1.663 per patiënt Afname opbrengst honorarium met €156 per patiënt
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
23
Slotoverwegingen Ondanks dat het onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd, zijn er een aantal aandachtspunten die in acht moeten worden genomen bij de interpretatie van de resultaten.
De basis van dit onderzoek is de data zoals deze door de ziekenhuizen is aangeleverd aan Kiwa Carity. Kiwa Carity heeft geen inhoudelijk onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de data zoals aangeleverd door de ziekenhuizen en daarmee geen zelfstandig oordeel gevormd over de kwaliteit van de data.
Uitgaande van de onderzoekspopulatie met 175 patiënten kunnen we uitspraken doen met een 7% foutmarge en 95% betrouwbaarheid over de onderzoeksperiode van 6 maanden. Dit betekent dat er een foutmarge van 7% in de steekproef zit als deze (qua grootte, maar bij andere respondenten in de populatie) herhaald zou worden.
Buiten de scope van dit onderzoek valt een vergelijking van het ziekteverloop van patiënten die binnen de onderzoekspopulatie vallen met een vergelijkbare populatie die geen zorgpad chronisch hartfalen met inzet van telemonitoring ontvangen. Hierdoor is het niet mogelijk om de resultaten 1 op 1 toe te schrijven aan alleen het zorgpad CHF met inzet van telemonitoring. Ook andere factoren kunnen een rol spelen die in dit onderzoek niet meegenomen zijn.
De zes deelnemende ziekenhuizen verschillen in de mate waarin telemonitoring in het geoptimaliseerde zorgpad chronisch hartfalen is toegepast. De mate van toepassing van het geoptimaliseerde proces is niet gemeten, maar is bekend bij de projectgroep en kan eventueel worden gebruikt bij verklaring van resultaten.
De beginsituatie van de deelnemende ziekenhuizen kan verschillen per ziekenhuis. Hiervoor is niet gecorrigeerd in dit onderzoek.
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
24
Bijlage 1: Betrouwbaarheid, foutmarge en validiteit
1: Betrouwbaarheid is een maat voor de kans dat een gemeten waarde representatief is voor de werkelijke waarde. Het betrouwbaarheidsniveau vertelt u hoe zeker u kan zijn van de foutenmarge. Het wordt uitgedrukt in percent en geeft weer hoe vaak het werkelijke percentage van de populatie dat een antwoord zou kiezen, binnen die foutenmarge ligt, m.a.w. in welke mate vertrouwt u erop dat de antwoorden die de respondenten hebben ingegeven, correct zijn (een hoger betrouwbaarheidsniveau vereist een grotere steekproef). De belangrijkste toetssteen voor nauwkeurigheid is dat bij hermeting (ongeveer) hetzelfde resultaat wordt opgetekend (precisie), en dat deze overeenkomt met de bekende waarde (betrouwbaarheid) .
2: De validiteit of geldigheid van een test is de mate waarin de test meet wat hij zou moeten meten. Externe validiteit is in hoeverre de resultaten van een bepaald onderzoek of een test te generaliseren zijn.
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
25
Bijlage 1: Betrouwbaarheid, foutmarge en validiteit
3: de foutmarge zegt iets over de nauwkeurigheid. Dit betekent dat er een foutmarge van7% in de steekproef zit als deze (qua grootte, maar bij andere respondenten in de populatie) herhaald zou worden. Bijvoorbeeld, als u een foutenmarge van 7% gebruikt en 47% van uw steekproef een bepaald antwoord geeft, dan kan u er “zeker” van zijn dat als u diezelfde vraag aan de volledige populatie had gesteld, tussen 40% (47-7) en 54% (47+7) datzelfde antwoord zouden gekozen hebben (een lagere foutenmarge vereist een grotere steekproef).
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
26
Kiwa Carity Irma Baars (
[email protected]) Utrecht
November 2014
Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Reproductie van (delen van) dit rapport buiten de Kiwa organisatie mag uitsluitend met schriftelijke toestemming van Kiwa Carity
27