review Effectiviteit van voedingsinterventies bij hypercholesterolemie bij patiënten met hart- en vaatziekten en hoog risicopersonen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting
september 2008
Inleiding
voor middelbare als oudere leeftijd. Bovendien is
Een verhoogd serum-cholesterolgehalte, in het
er geen verschil in effect tussen primaire en secun-
bijzonder een hoog LDL-cholesterol gehalte, is één
daire preventie.
van de belangrijkste risicofactoren voor
Het aanpassen van de leefstijl blijft echter de
hart- en vaatziekten. Dit verband geldt voor zowel
basis voor de preventie van hart- en vaatziekten.
jongeren als ouderen en voor mannen en vrou-
Voor serum-cholesterol is in het bijzonder de
1-3
wen.
7-12
samenstelling van de voeding van belang. Hierna
Ook een verhoogd triglyceridengehalte
wordt in verband gebracht met een verhoogd ri4, 5
passeren een aantal voedingscomponenten de
sico op het optreden van coronaire hartziekten.
revue die genoemd zijn als cholesterolverhogende
Van het HDL-cholesterol is bekend dat het juist
of -verlagende factor. In de resultaten wordt de
een beschermende factor is voor het optreden van
bewijslast besproken. Hierbij wordt zoveel mo-
hart- en vaatziekten, m.a.w. een hoog HDL-choles-
gelijk onderscheid gemaakt tussen effecten bij
terolgehalte vermindert de kans op het optreden
patiëntengroepen, bij personen met een verhoogd
6
van hart- en vaatziekten (HVZ).
risico op hart- en vaatziekten (o.a. personen met
Een hoog cholesterol kan verlaagd worden door
hypercholesterolemie, diabetes-patiënten) en bij
leefstijlinterventies en medicijnen. Voor de medi-
personen zonder verhoogd risico.
camenteuze behandeling van een te hoog cholesterol worden heden ten dage in Nederland vrijwel
Achtergrond
uitsluitend statines voorgeschreven. In de afgelo-
Bijlage 1 geeft 40 studies dan wel meta-analyses
pen decennia zijn diverse grote gerandomiseerde
of reviews weer, die effecten op het optreden van
trials uitgevoerd naar het effect van statines.
hart- en vaatziekten en sterfte, en/of effecten op
Statines zorgen voor een aanzienlijke choleste-
serum-lipiden beschrijven van diverse voedings-
roldaling van ca. 20-25% voor totaal cholesterol en
componenten. Het gaat om consumptie van onver-
25-35% voor LDL-cholesterol. Recent zijn boven-
zadigde vetten, n-3-vetzuren uit vis, alfa-linoleen-
dien nieuwe statines op de markt gekomen die tot
zuur, plantensterolen en -stanolen, soja en vezels.
een nog sterkere cholesteroldaling kunnen leiden. Tevens is aangetoond dat statines een reductie op-
Vetzuren
leveren in het optreden van hart- en vaatziekten en
Uit een groot aantal studies blijkt dat er een dui-
sterfte. De genoemde effecten hebben betrekking
delijke relatie bestaat tussen de consumptie van
op zowel mannen als vrouwen en gelden zowel
vetten en de hoogte van het serum-cholesterol.
Al in de jaren vijftig van de vorige eeuw toonden
producten. Sterolen en stanolen zijn stoffen die
studies aan dat consumptie van verzadigde vetten
qua structuur lijken op cholesterol en van nature
leidt tot een stijging van het cholesterolgehalte
o.a. voorkomen in plantaardige olie, noten, maïs
terwijl meervoudig onverzadigde vetten het cho-
en bonen. Al rond 1950 werd ontdekt dat plan-
13, 14
lesterolgehalte verlagen.
Daarnaast zijn er nog
tensterolen, ook wel fytosterolen genoemd, de
enkelvoudig onverzadigde vetten. Deze hebben
eigenschap hebben dat zij het cholesterol kunnen
hetzelfde effect als de meervoudig onverzadigde
verlagen.
15
23
Plantensterolen en -stanolen ver-
vetzuren maar dan in geringere mate.
minderen de absorptie van cholesterol uit de
Meervoudig onverzadigde vetten kunnen worden
darm.
onderscheiden in n-6-vetzuren en n-3-vetzuren.
rijkte margarines bedraagt deze vermindering in
Het belangrijkste n-6-vetzuur is linolzuur; de
absorptie ca. 50%.
24, 25
Voor de met sterolen of stanolen ver26
belangrijkste n-3-vetzuren (ook wel omega-3vetzuren genoemd) zijn alfa-linoleenzuur,
Soja-eiwit
eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur
Uit ecologische studies is naar voren gekomen dat
(DHA). De twee laatstgenoemde vetzuren komen
de incidentie van cardiovasculaire aandoeningen
in hoge concentraties voor in vis, alfa-linoleenzuur
in Aziatische landen aanzienlijk lager ligt dan in
wordt vooral gevonden in walnoten, lijnzaad-,
Westerse landen.
raapzaad- en sojaolie. Voor een mogelijk bescher-
verklaring voor dit verschil gevonden kan worden
mend effect van n-3-vetzuren op het ontstaan van
in het voedingspatroon. In Aziatische landen is
coronaire hartziekten zijn diverse mechanismen
soja een belangrijke voedingsbron.
genoemd, waaronder een afname in thrombocy-
relatie tussen hoge consumptie van soja en een
tenaggregatie, een verbetering van de endotheel-
lagere incidentie van hart- en vaatziekten zijn
functie en bloeddruk, een verlaging van de serum-
in de literatuur diverse mogelijke mechanismen
triglyceridenconcentratie, een vermindering van
genoemd, waaronder effecten van soja op vasodila-
ontstekingsreacties en een mogelijk gunstig effect
tatie, arteriële flexibiliteit en serum-cholesterol.
27
Verondersteld wordt dat een
28, 29
Voor een
op het optreden van hartritmestoornissen na een 16, 17
Vezels
hartinfarct.
Binnen de klasse van de meervoudig onverza-
Er zijn twee soorten voedingsvezels, te weten de
digde vetzuren is er één ongunstige uitzondering,
in water oplosbare en de niet-oplosbare vezels.
namelijk de trans onverzadigde vetzuren. Trans
Oplosbare vezels, die vooral in groente, fruit,
onverzadigde vetzuren ontstaan ondermeer bij het
peulvruchten en granen voorkomen, verlagen het
harden van vetten. Uit de voedselconsumptie-
totaal cholesterol en het LDL-cholesterol. Dit is
peiling 2003 blijkt dat belangrijke bronnen van
met name aangetoond voor de oplosbare vezels uit
transvetzuren zoutjes, zuivelproducten (vooral
haver en psylliumschil.
kaas), koek en gebak en vlees zijn.
18
Van transvet-
Het mechanisme hiervoor is nog niet bekend.
zuren is aangetoond dat ze het HDL-cholesterol
Als mogelijke mechanismen zijn verondersteld:
verlagen en het LDL-cholesterol en triglyceriden-
binding van cholesterol of galzuren door vezels,
19
gehalte verhogen.
Een hoge consumptie van
transvetzuren wordt geassocieerd met een verhoogd risico op coronaire hartziekten.
remming van vetzuursynthese en indirect door versterking van het verzadigingsgevoel.
30, 31
20-22
Methoden Sterolen/stanolen
2
Om een selectie te kunnen maken van relevante
In de jaren tachtig werd begonnen met het
wetenschappelijke artikelen waarin de effectiviteit
toevoegen van plantensterolen en -stanolen aan
van niet-medicamenteuze interventies op serum-
voedingsmiddelen, vooral margarine en zuivel-
lipiden wordt beschreven werd een search gedaan
Nederlandse Hartstichting
in Pubmed. Er werd gezocht met combinaties
Uitkomsten
van de volgende termen: cholesterol (reduction/
Vetzuren
lowering), serum lipids, cardiovascular (disease),
Vervanging van verzadigde vetzuren door onver-
coronary artery disease, stroke, diabetes, lifestyle
zadigde vetzuren
(interventions), diet, saturated fat, trans fatty acids, n-3 fatty acids, plant sterol, soy protein, fiber,
Effect op lipiden
review, meta-analysis, clinical trial, cohort study.
Een dieet met een beperking van de totale vet-
In eerste instantie werden meta-analyses en
consumptie heeft als gunstig effect een verlaging
reviews geselecteerd. Indien die niet beschikbaar
van het LDL-cholesterol. Het heeft echter ook
waren werden trials opgenomen. Indien er ook
ongewenste effecten, te weten een verlaging in
geen geschikte trials werden gevonden werd
HDL-cholesterol en een verhoging van de triglyce-
gebruik gemaakt van gegevens uit cohortstudies.
riden.
Als eerste werd gekeken naar studies met
door onverzadigde vetzuren leidt eveneens tot een
“harde” eindpunten te weten optreden van hart-
verlaging in LDL-cholesterol, maar de verlaging in
en vaatziekten en sterfte. Deze waren echter maar
HDL-cholesterol is slechts gering en er is geen stij-
voor een beperkt aantal voedingsfactoren
ging van de triglyceriden.
beschikbaar. Daarom werd ook gezocht naar
worden 5 trials besproken, waarin effecten van
studies die effecten op intermediaire eindpunten,
vervanging van verzadigde vetzuren door onverza-
zoals lipiden beschrijven. Er werd onderscheid
digde vetzuren zijn onderzocht. Het betrof trials
gemaakt tussen studies bij patiëntengroepen (per-
bij personen met en personen zonder coronaire
sonen met reeds doorgemaakte hart- en vaat-
hartziekten (CHZ). In deze trials werden choleste-
ziekten), studies bij groepen met een verhoogd
roldalingen gevonden van 13-15%.
risico op hart- en vaatziekten o.a. op basis van
In een meta-analyse van studies bij diabetes-
hypercholesterolemie, hypertensie, diabetes of
patiënten werd het effect van een dieet rijk aan
familiaire belasting, en studies bij personen
enkelvoudig onverzadigde vetzuren vergeleken
zonder verhoogd risico.
met een dieet rijk aan koolhydraten. Hieruit kwam
Er werd gezocht naar publicaties van na 1990.
naar voren dat enkelvoudig onverzadigde vetzu-
Klinische trials met minder dan 50 proefpersonen
ren een gunstig effect hebben op het triglyceriden-
werden uitgesloten, evenals trials zonder duide-
gehalte en, in mindere mate, op cholesterol en
lijke controlegroep. Studies met zeer specifieke
HDL-cholesterol.
32
Het vervangen van verzadigde vetzuren
32
In een review uit 2002
33-39
40
eindpunten, zoals o.a. endotheelfunctie, werden eveneens niet opgenomen.
Effect op cardiovasculaire eindpunten
De gevonden studies zijn opgenomen in bijlage
Voor de vervanging van verzadigde vetzuren door
1. In de tekst wordt op enkele plaatsen verwezen
onverzadigde vetzuren zijn ook vele trials gedaan
naar kwalitatieve reviews. Deze zijn niet opgeno-
naar effecten op cardiovasculaire eindpunten. In 4
men in de bijlage. In tabel 1 op pagina 9 treft u een
van de eerdergenoemde 5 studies die zijn opge-
samenvatting van de effecten van voedingsinter-
nomen in de review uit 2002 trad van 12% tot 44%
venties bij hypercholesterolemie bij patiënten met
minder coronaire ziekte/sterfte op in de inter-
hart- en vaatziekten en hoog-risicogroepen.
ventiegroep t.o.v. de controlegroep. In de studie die geen verschil vond tussen interventiegroep en controlegroep was de interventieduur slechts een jaar. Dit is mogelijk een verklaring voor de discrepantie met de andere studies. De 5 studies maakten ook onderdeel uit van een meta-analyse uit 1994, waarin totaal 14 trials (6 primaire pre-
3
Effectiviteit van voedingsinterventies bij hypercholesterolemie bij patiënten met hart- en vaatziekten en hoog risicopersonen
ventie en 8 secundaire preventie) werden opge-
dering van het optreden van cardiovasculaire
nomen. In deze meta-analyse werd het effect van
aandoeningen gezien.
beperking van de hoeveelheid verzadigd vet en vervanging door onverzadigd vet op coronaire en 41
totale sterfte geschat.
In de 8 secundaire preven-
n-3-vetzuren uit vis Effect op lipiden
tie trials bij patiënten met CHZ werd een daling in
Uit diverse studies blijkt dat de n-3-vetzuren uit
het opnieuw optreden van en sterfte aan CHZ van
vis een gunstig effect hebben op met name trigly-
12% en een daling van totale sterfte van 13% waar-
ceriden en weinig of geen effect op cholesterol.
genomen. In de zes primaire preventie trials (bij
Deze bevindingen komen zowel naar voren uit
personen met hypercholesterolemie) waren deze
studies bij patiëntengroepen als uit studies bij
percentages respectievelijk 14% en 4%. Er werden
personen met een verhoogd risico op het ontwik-
ook 4 angiografische trials bij personen met sta-
kelen van hart- en vaatziekten.
biele angina pectoris opgenomen. Uit deze 4 trials
In een review van 36 cross-over trials wordt een
bleek dat in de interventiegroepen de vernauwing
triglyceridendaling van 25% gevonden bij perso-
van de kransslagaderen duidelijk minder toenam
nen met een normaal risico en van 34% bij per-
(of zelfs licht verminderde) in vergelijking tot de
sonen met hypertriglyceridemie bij inname van
controlegroep.
gemiddeld 4 gram n-3-vetzuren per dag in de vorm
Uit een meer recente meta-analyse bij personen
van een supplement.
43
met reeds bekende hart- en vaatziekten (7 studies), bij personen met een matig verhoogd risico op ba-
Effecten op cardiovasculaire eindpunten
sis van hypercholesterolemie, familiaire belasting,
Uit een meta-analyse naar het effect van n-3-vet-
diabetes of hypertensie (6 studies) en bij perso-
zuren bij patiënten met CHZ komt naar voren dat
nen met een normaal risico (14 studies)
4
42
kwam
het consumeren van n-3-vetzuren in de vorm van
eveneens naar voren dat vermindering of aanpas-
vis of visolie-supplementen tot een 30% reductie in
sing van de vetconsumptie tot een 16% daling in
sterfte aan myocard infarct en plotse dood leidt en
optreden van cardiovasculaire aandoeningen of
tot een 20% reductie in totale sterfte.
cardiovasculaire sterfte kan leiden. Er werd geen
Een recent uitgevoerde review met 48 gerandomi-
verschil gevonden in de mate van risicoreductie
seerde placebo-gecontroleerde trials en 41 cohort-
tussen hoog- en laagrisico groepen.
studies liet echter geen significante effecten zien
Samenvattend (zie ook tabel 1): het vervangen van
op totale sterfte of (sterfte aan) hart- en vaatziek-
verzadigde door onverzadigde vetten heeft een
ten.
gunstig effect op het serum-cholesterol. Boven-
review, betroffen zowel studies bij CHZ patiënten
dien zijn er uit trials sterke en consistente bewij-
als studies bij personen met een matig verhoogd
zen voor gunstige effecten op cardiovasculaire
risico, waaronder personen met hypercholes-
eindpunten beschikbaar bij zowel patiënten met
terolemie en hypertensie, als studies bij personen
coronaire hartziekten als personen met een ver-
met een laag risico op het ontwikkelen van hart- en
hoogd risico op hart- en vaatziekten, o.a. op basis
vaatziekten. Echter, ook wanneer analyses werden
van een verhoogd cholesterolgehalte. Studies bij
gedaan uitsluitend in de subgroep met patiënten
patiënten met angina pectoris laten daarnaast een
werden geen effecten van betekenis gevonden. Er
positief effect op de progressie van de vernauwing
zijn wel enkele kanttekeningen te plaatsen bij de
van de kransslagaderen zien. Studies bij patiën-
laatstgenoemde review. Studies naar n-3-vetzuren
ten met beroerte of andere vormen van hart- en
uit vis en n-3-vetzuren van plantaardige oorsprong
vaatziekten ontbreken. Ook bij personen zonder
werden samengevoegd, terwijl nog niet bekend is
verhoogd risico op HVZ wordt bij vervanging van
of deze vergelijkbaar zijn. Bovendien werd er geen
verzadigd vet door onverzadigd vet een vermin-
onderscheid gemaakt tussen fatale en niet-fatale
Nederlandse Hartstichting
44
45
De studies, die opgenomen waren in deze
hart- en vaatziekten, terwijl er aanwijzingen zijn
Welk mechanisme hierbij een rol speelt is nog
dat visvetzuren vooral een gunstig effect hebben
niet duidelijk. Het triglyceridenverlagende effect
op het optreden van plotse dood door het vermin-
van vis(olie) wordt vooral gevonden bij grotere
deren van de kans op ritmestoornissen.
hoeveelheden n-3-vetzuren dan waarvan in de
In de bijlage zijn 4 trials opgenomen waarin bij
cohortstudies sprake is. Een ander verondersteld
patiënten na een myocardinfarct wordt gekeken
mechanisme is een effect op hartritmestoornissen.
naar effecten van n-3-vetzuren uit vis (2 via sup-
In de eerdergenoemde review worden drie trials
plementen, 2 via dieetadvies) op het optreden van
bij patiënten met een implanteerbare defibrillator
hart- en vaatziekten en sterfte. In 2 trials wordt
(ICD) besproken. In deze trials werd geen effect
een duidelijk effect gevonden op cardiovasculaire
van visolie op sterfte en inconsistente anti-
46-48
sterfte en totale sterfte,
maar niet op niet-
aritmische effecten gevonden.
54, 60, 61
fatale cardiovasculaire aandoeningen.
Concluderend (zie ook tabel 1): er worden gunstige
In 4 studies, die genoemd worden in de bijlage,
effecten van vis en visolie op vooral de triglyceri-
wordt gekeken naar het opnieuw optreden van
den gevonden bij hoge doses. Resultaten uit trials
stenosen bij patiënten die een ingreep hebben on-
wijzen op gunstige effecten op sterfte aan coronai-
dergaan in verband met vernauwing van de krans-
re hartziekten, vooral bij personen met reeds door-
slagaderen. In één studie wordt een gunstig effect
gemaakte coronaire hartziekten. De resultaten uit
van visolie-capsules op het opnieuw optreden van
trials zijn echter nog niet geheel eenduidig.
stenosen gevonden;
49
echter de andere 3 studies 50-52
Daarnaast zijn er in prospectieve cohortstudies
laten geen effect zien.
duidelijke associaties gevonden voor een gunstig
Een meta-analyse van cohortstudies naar effecten
effect van het eten van vis op sterfte aan coronaire
van visconsumptie op beroerte toont een relatief
hartziekten. Er zijn geen overtuigende aanwij-
risico (RR) van 0,87 voor personen die één keer per
zingen dat vis(olie) bij personen, die een ingreep
week vis eten t.o.v. personen die minder dan één
hebben ondergaan in verband met vernauwing
keer per maand vis eten. Voor personen die mini-
van de coronaire vaten, het opnieuw ontstaan van
maal 5 keer per week vis eten is het RR 0,69. In een review uit 2006
54
53
worden de diverse studies
naar effecten van n-3-vetzuren op een rijtje gezet.
vernauwingen kan tegengaan. Er zijn, zover bekend, geen studies uitgevoerd bij patiënten met een beroerte of hartfalen.
Men concludeert dat resultaten van onderzoek tot nu toe suggereren dat een toegenomen consump-
Alfa-linoleenzuur
tie van n-3-vetzuren uit vis een vermindering geeft
In de Lyon Diet Heart Trial,
van overall sterfte, cardiale sterfte en plotse dood.
hartinfarctpatiënten, kreeg de interventiegroep
De aanwijzingen zouden sterker zijn voor secun-
dagelijks 1,1 gram alfa-linoleenzuur meer dan de
daire dan voor primaire preventie, omdat er voor
controlegroep. In de interventiegroep traden
laatstgenoemde uitsluitend resultaten beschik-
ca. 65% minder fatale hartziekten op (6 personen in
baar zijn uit cohortstudies.
de interventiegroep t.o.v. 19 in de controlegroep).
In trials naar effecten op lipiden wordt vaak een
Opgemerkt dient te worden dat de interventie
hoge dosis n-3-vetzuren in capsulevorm gebruikt.
in deze studie niet uitsluitend alfa-linoleenzuur
In de grote GISSI-trial, een trial naar effecten op
omvatte.
cardiovasculaire eindpunten, lag de inname in de
Uit een recente meta-analyse
orde van grootte van 850-900 mg per dag. Pros-
van 5 cohort studies bij personen zonder cardiovas-
pectieve cohortstudies laten zien dat ook bij 1 tot
culaire ziekte werden samengevoegd, bleek dat bij
2 maal per week vis eten (ca. 200 mg per dag) de
een hoge consumptie van alfa-linoleenzuur (gem. 2
sterfte aan coronaire hartziekten al lager is, vooral
gram/dag) 21% minder fatale hartziekten optraden
in populaties met een hoog absoluut risico.
5
55-59
62
63
een trial bij 411
waarin de gegevens
t.o.v. een lage consumptie (gem. 0,8 gram/dag).
Effectiviteit van voedingsinterventies bij hypercholesterolemie bij patiënten met hart- en vaatziekten en hoog risicopersonen
66
In 2 reviews worden de onderzoeken naar ef-
leeftijd.
fecten van alfa-linoleenzuurconsumptie op een
gingen samengevat van een groep van 32 experts
rijtje gezet. De conclusies van de reviews zijn niet
op het terrein van voeding en lipiden. Eén van de
eenduidig. De conclusie in de review uit 2006
54
In de review uit 2003 worden de overwe-
conclusies van deze groep was dat het toevoegen
luidt dat er geen aanwijzingen zijn dat consump-
van sterolen of stanolen aan de voeding bij perso-
tie van alfa-linoleenzuur tot een reductie in sterfte
nen die statines gebruiken meer effect zou hebben
(overall en cardiale sterfte en plotse dood) leidt. In
dan het verdubbelen van de dosis statines.
de review uit 2005
64
wordt geconcludeerd dat het
huidige bewijs suggereert dat alfa-linoleenzuur-
66
Voor sterolen en stanolen zijn er nog geen studies gedaan naar effecten op hart- en vaatziekten.
consumptie het risico op coronaire hartziekten vermindert. Het verschil tussen beide reviews is
Soja
dat in de laatstgenoemde review niet alleen naar
In 1999 werd door de US Food and Drug
sterfte maar ook naar incidentie van coronaire
Administration (FDA) een claim goedgekeurd die
hartziekten werd gekeken.
het mogelijk maakt op voedingsmiddelen die soja-
Samenvattend kan gesteld worden dat er aanwij-
eiwit bevatten te vermelden dat deze beschermen
zingen zijn dat consumptie van alfa-linoleenzuur
tegen het ontstaan van coronaire hartziekten. Deze
een gunstig effect zou kunnen hebben op het
beslissing was gebaseerd op diverse studies waarin
risico op coronaire hartziekten, maar het bewijs
werd gevonden dat minimaal 25 gram soja-eiwit
hiervoor is nog niet heel sterk omdat er tot nu toe
per dag het totaal en LDL-cholesterol verlaagt.
weinig gerandomiseerde trials zijn uitgevoerd.
Dit blijkt ook uit een meta-analyse uit 1995 waarin
69
trials zijn opgenomen bij personen met verhoogde 70
Sterolen en stanolen
De meta-analy-
Trials naar effecten van plantensterolen of
se toont aan dat vervanging van dierlijke eiwitten
-stanolen zijn vaak klein en van korte duur. In de
door soja-eiwit tot een significante daling in totaal
trials bij hoogrisico groepen, d.w.z. bij personen
cholesterol, LDL-cholesterol en triglyceriden
met een verhoogd cholesterol, die genoemd zijn
leidt. Bij een consumptie van gemiddeld 47 gram
in de bijlage wordt een aanzienlijke daling in cho-
soja-eiwit per dag daalt het totaal cholesterol 0,6
lesterol en LDL-cholesterol gevonden. Alleen in de
mmol/l (9,3%), LDL-cholesterol 0,56 mmol/l (12,9%)
studie bij mensen met type 2 diabetes is het effect
en triglyceriden 0,15 mmol/l (10,5%).
65
klein.
6
en normale cholesterolwaarden.
66-68
Uit twee meta-analyses,
waarvan 1
Dit effect is afhankelijk van de uitgangswaarden
specifiek gericht op personen met hypercholeste-
van de genoemde lipiden: hoe hoger de uitgangs-
rolemie, blijkt dat plantensterolen of -stanolen
waarde des te sterker het effect. Bij personen met
in een dosering van tenminste 2 gram per dag het
een cholesterolwaarde van 5,2-6,6 mmol/l werd
LDL-cholesterol met ca. 10% verlagen en het serum
slechts een kleine daling van 4,4% gevonden.
totaal cholesterol met ca. 7,5%.
Echter bij personen met ernstige hypercholeste-
Er blijkt een dosis-respons relatie te bestaan voor
rolemie (> 8,7 mmol/l) werd een daling van 19,6%
het effect van sterolen en stanolen, waarbij het
gevonden. Hetzelfde patroon werd gezien voor
maximale effect wordt bereikt bij een consumptie
LDL-cholesterol.
van 2 gram sterolen of stanolen per dag. Bij deze
Twee recente meta-analyses bevestigen de eerder-
dosis wordt een absolute daling in LDL-cholesterol
genoemde bevindingen.
gevonden die stijgt met de leeftijd: 0,2 mmol/l op
in de meta-analyse uit 1995, zowel studies bij per-
de leeftijd van 4-6 jaar, 0,3 mmol/l voor personen
sonen met een hoog als met een normaal choleste-
in de leeftijd van 20-29 jaar en 0,4 mmol/l (9%)
rol opgenomen.
voor personen van 50-60 jaar. De relatieve daling
De resultaten van de in de bijlage genoemde trials,
in LDL-cholesterol varieert niet opvallend met de
allen bij groepen met een verhoogd risico op hart-
Nederlandse Hartstichting
71, 72
In beide zijn, evenals
en vaatziekten (met name personen met hypercho-
laat zien dat voor elke 10 gram per dag toename
lesterolemie), zijn wisselend. Hierbij dient echter
in consumptie van vezels een 27% lager risico op
opgemerkt te worden dat het aantal personen in
sterfte aan coronaire hartziekten wordt gevon-
de interventiegroepen in het algemeen klein is en
den.
dat het type interventie sterk verschilt.
baar en onoplosbaar) uit groente, fruit en granen.
Samenvattend: uit de meta-analyses komt een ef-
Voor de combinatie van fatale en niet-fatale coro-
fect van soja op lipiden naar voren, dat met name
naire hartziekten werd een risicoverlaging van 14%
duidelijk is bij personen met hypercholesterole-
gevonden.
mie. Er zijn voor soja nog geen studies bij patiën-
Slechts een klein deel van de associatie tussen
ten met hart- en vaatziekten. Bovendien zijn er
vezelconsumptie en een verlaagd risico op coro-
geen studies naar effecten van soja op cardiovascu-
naire hartziekten zou verklaard worden door een
laire eindpunten.
cholesterolverlagend effect van vezels.
74
Het betrof in deze publicatie vezels (oplos-
75-76
Andere
mogelijke verklarende factoren zijn o.a. de verVoedingsvezels
sterking van het verzadigingsgevoel en effecten op 75
Een trial uit 2002 bij 68 mannen en vrouwen met
glucose/insuline respons.
hyperlipidemie (allen serum-LDL-cholesterol
In de richtlijn voor de vezelconsumptie van de
> 4,1 mmol/l) laat een significante daling van het
Gezondheidsraad, die in maart 2006 is verschenen
totaal cholesterol zien in de behandelperiode in
wordt, in navolging van de Amerikaanse richtlijn,
vergelijking tot de controleperiode. Het interven-
14 gram voedingsvezel per 1000 kcal oftewel 30-40
tie-dieet bevatte 8 gram oplosbare vezels per dag
gram per dag geadviseerd. De waarde van de richt-
meer dan het controledieet.
lijn is gebaseerd op de belangrijkste studies naar
In 1999 werd reeds een meta-analyse uitgevoerd,
effecten op coronaire hartziekten.
77
waarin 67 studies naar oplosbare vezels werden 73
opgenomen.
7
In een dosering van 2 tot 10 gram
Portfolio van voedingsmaatregelen
per dag werd een kleine daling in cholesterol ge-
Enkele studies hebben onderzoek gedaan naar het
vonden. Deze bedroeg per 10 gram vezel
effect van het toepassen van een aantal voedings-
0,45 mmol/l. Voor LDL-cholesterol bedroeg de
interventies tegelijkertijd.
daling 0,57 mmol/l per 10 gram vezel.
zoeken blijkt een combinatie van voedingsinter-
Er werd geen verband gevonden tussen de waarde
venties, mits strikt gevolgd, het LDL-cholesterol
van het totaal cholesterol aan het begin van de
ongeveer in dezelfde mate te kunnen verlagen als
studie en de respons op consumptie van vezels. Dit
het gebruik van statines.
verband is er wel voor LDL-cholesterol. Personen
Een dieet rijk aan plantensterolen, soja-eiwit,
met een uitgangs-LDL-cholesterol > 4,3 mmol/l
vezels en amandelen gegeven aan gezonde volwas-
vertonen een grotere daling in LDL-cholesterol
senen met hyperlipidemie leidde na 1 maand tot
t.o.v. personen met een LDL-cholesterol
een 28,6% daling in LDL-cholesterol t.o.v. 30,9%
< 4,3 mmol/l.
in de groep die 20 mg lovastatine per dag kreeg.
Er zijn geen studies bekend naar effecten van
Hetzelfde dieet toegepast gedurende een jaar
vezelgebruik op cholesterol bij patiënten met hart-
leverde een LDL-cholesterol verlaging van 13% op
en vaatziekten. Bovendien zijn er voor vezelcon-
en bij een derde van de totaal 66 proefpersonen
sumptie nog geen trials uitgevoerd naar effecten
werden verlagingen van meer dan 20% bereikt.
op cardiovasculaire eindpunten.
De grotere reducties in LDL-cholesterol werden
Bewijs voor een effect van vezelconsumptie op
vooral gevonden bij mensen die voorafgaand aan
cardiovasculaire eindpunten komt uitsluitend uit
de studie een voedingspatroon hadden dat repre-
cohortstudies. Een publicatie waarin de resultaten
sentatief is voor de algemene bevolking in termen
van diverse cohortstudies worden samengevoegd
van verzadigd vet en cholesterol.
78, 79
Uit deze onder-
78
79
Effectiviteit van voedingsinterventies bij hypercholesterolemie bij patiënten met hart- en vaatziekten en hoog risicopersonen
De STARS studie
80
is een trial bij 90 mannen met
overtuigend bewijs beschikbaar is betreffende een
angina pectoris of myocard infarct in de voorge-
gunstig effect op het optreden van en de sterfte
schiedenis waarin werd nagegaan wat het effect is
aan hart- en vaatziekten. Dit geldt zowel voor
van een lipidenverlagend dieet op coronaire
patiënten en personen met een verhoogd risico op
atherosclerose. Het dieet bestond uit een beper-
hart- en vaatziekten, als voor personen met een
king van de totale vetconsumptie, een toename
normaal risico. Afname van het optreden van en
van n-6 en n-3 vetzuren en een toename van vezels.
sterfte aan coronaire aandoeningen van 12% tot
De controlegroep kreeg reguliere zorg zonder
wel 44% wordt gemeld in trials, waarin het effect
dieetvoorschriften. Gedurende de interventie-
van vervanging van verzadigde door onverzadigde
periode bleven de waarden van de plasma-lipiden
vetzuren wordt onderzocht.
stabiel in de controlegroep. In de dieetgroep
Ook de aanbeveling om 1 à 2 keer per week (vette)
daalde het cholesterol met 14% (1 mmol/l), het LDL-
vis te eten, zoals reeds opgenomen in de richtlijn
cholesterol met 16,2% (0,8 mmol/l) en de triglyceri-
goede voeding, is, zeker voor hartpatiënten en
den met 20% (0,4 mmol/l). Progressie van vernau-
personen met een verhoogd risico op hart- en
wing van de coronaire vaten trad op bij 4 patiënten
vaatziekten, een goed advies. Voor de consumptie
(15%) in de dieetgroep t.o.v. 11 patiënten (46%) in de
van n-3-vetzuren uit vis komen uit diverse studies,
controlegroep.
die met name zijn uitgevoerd bij hartpatiënten, duidelijke aanwijzingen voor een gunstig effect
Beschouwing
8
op vooral sterfte aan coronaire hartziekten, maar
Alle in de huidige review besproken voedingsin-
het bewijs is nog niet geheel eenduidig. Voor alfa-
terventies hebben in meer of mindere mate een
linoleenzuur zijn tot nu toe effecten uit één trial
positief effect op één of meer lipiden. Voor de ver-
bekend, maar in deze trial bestond de interventie
vanging van verzadigd vet door onverzadigd vet
niet uitsluitend uit alfa-linoleenzuur. Hierdoor
wordt een 13-15% daling in cholesterol gevonden.
is het moeilijk vast te stellen wat het aandeel van
Voor sterolen en stanolen worden dalingen van
alfa-linoleenzuur in het gevonden effect was. Voor
7,5% in totaal cholesterol en 10% in LDL-cholesterol
alfa-linoleenzuur zijn daarom meer klinische
genoemd en voor soja bedragen deze dalingen
trials gericht op cardiovasculaire eindpunten
resp. 9,3% en 13%. Voor de n-3-vetzuren uit vis
noodzakelijk. Voor de consumptie van vezels zijn
worden met name effecten op de triglyceriden ge-
in cohortstudies associaties gevonden met een ver-
vonden, variërend van een 25% daling bij personen
laagde sterfte aan myocardinfarct. Deze bevindin-
met een normaal triglyceridengehalte tot 34%
gen zouden bij voorkeur bevestigd moeten worden
daling bij personen met hypertriglyceridemie.
in klinische trials.
Zowel bij vervanging van verzadigd vet door
Voor de plantensterolen en soja zijn er weliswaar
onverzadigd vet als bij een verhoogde inname van
trials met gunstige effecten op intermediaire
vis(olie) zijn gunstige effecten op harde cardio-
punten, klinische trials met harde eindpunten zijn
vasculaire eindpunten waargenomen. Het ligt in
niet uitgevoerd. Bovendien zijn er voor de laatstge-
de lijn der verwachting dat dit ook voor de andere
noemde drie voedingscomponenten geen studies
voedingsstoffen met cholesterolverlagende eigen-
gedaan bij patiëntengroepen.
schappen geldt, maar deze gegevens ontbreken tot
Het veranderen van voedingspatronen is geen een-
op heden.
voudige taak. Het bereiken van een consumptie-
Het geven van goede voorlichting over gezonde
niveau van tenminste 25 gram soja per dag, zoals
voeding is, zoals uit de review blijkt, dan ook
geadviseerd door de FDA op basis van resultaten
uitermate belangrijk. Dit geldt zeker voor het
uit diverse studies naar effecten van soja-eiwit,
vervangen van verzadigde vetten en transvetten
lijkt in Nederland voorlopig niet realistisch. Voor
door onverzadigde vetten, omdat hiervoor sterk en
de Voedsel-consumptiepeiling 2003 werd namelijk
Nederlandse Hartstichting
in een groep van 750 mannen en vrouwen van 19-30
In tabel 1 zijn de effecten van voedingsinterventies
jaar de consumptie van groepen voedingsmidde-
samengevat.
len nagegaan. De consumptie van sojaproducten werd slechts door 7% van de personen gerapporteerd en in deze groep lag de sojaconsumptie op 18
gemiddeld 3 gram per dag.
Concluderend: vooral voor de vervanging van verzadigde door onverzadigde vetten zijn er overtuigende bewijzen voor een gunstig effect op het optreden van en de sterfte aan hart- en vaatziekten bij patiënten, personen met een verhoogd risico en personen met een normaal risico. Ook voor visvetzuren zijn er aanwijzingen voor een gunstig effect op met name sterfte aan coronaire hartziekten vooral bij patiënten (en personen met een verhoogd risico). Voor de andere voedingsfactoren zijn er gunstige effecten gevonden op intermediaire eindpunten, zoals lipiden. Effecten op cardiovasculaire eindpunten zijn voor deze factoren echter nog onvoldoende onderzocht of deze ontbreken volledig.
Tabel 1 Effect van voedingsinterventies op (sterfte aan) hart- en vaatziekten en bloedlipiden Toename van de inname van:
Effect op lipiden
Effect op hart-en vaatziekten en sterfte
Onverzadigde vetten
Bij patiënten: 10 - 20% totaal cholesterol
Bij patiënten: 12% coronaire events 13% totale sterfte
Bij hoog-risico groepen: 11% totaal cholesterol
Bij hoog-risico groepen: 14% coronaire events 4% totale sterfte
N-3-vetzuren uit vis
Bij personen met hypertriglyceridemie: 34% triglyceriden Bij personen zonder hypertriglyceridemie: 25% triglyceriden
Bij patiënten met CHZ: 20% totale sterfte en niet-fataal myocardinfarct 30% fataal myocardinfarct
Alfa-linoleenzuur
geen studies gevonden
in onvoldoende studies gemeten
Plantensterolen/ -stanolen
Bij personen met hoog of normaal cholesterol: 7,5% totaal cholesterol 10% LDL-cholesterol
geen studies gevonden
Soja
Bij personen met hoog of normaal cholesterol: 4-9% totaal cholesterol 4-13% LDL-cholesterol 7-11% triglyceriden
geen studies gevonden
Vezels
Algemene bevolking: chol. 0,045 mmol/l per gram vezel LDL-chol 0,057 mmol/l per gram vezel
geen studies gevonden
9
Effectiviteit van voedingsinterventies bij hypercholesterolemie bij patiënten met hart- en vaatziekten en hoog risicopersonen
Referenties 1. Stamler J, Wentworth D, Neaton JD. Is relationship between serum cholesterol and risk of premature death from coronary heart disease continuous and graded? Findings in 356,222
tegen fatale coronaire hartziekten. ned Tijdschr Geneeskd 146(47), 2229-2233. 2002. 18. Hulshof, K. F. A. M., Ocke, M. C., van Rossum, C. T. M.,
primary screenees of the Multiple Risk Factor Intervention Trial
Buurma-Rethans, E. J. M., Brants, H. A. M., Drijvers,
(MRFIT). JAMA 1986;256(20):2823-8.
J. J. M. M., and ter Doest, D. Resultaten van de
2. Neaton JD, Blackburn H, Jacobs D, Kuller L, Lee DJ, Sherwin R et al. Serum cholesterol level and mortality findings for men screened in the Multiple Risk Factor Intervention Trial. Multiple Risk Factor Intervention Trial Research Group. Arch Intern Med 1992;152(7):1490-500. 3. Verschuren, WMM and Kromhout, D. Total cholesterol concentration and mortality at a relatively young age: Do men and women differ? BMJ 1995;311, 779-83. 4. Castelli WP, Garrison RJ, Wilson PW, Abbott RD, Kalousdian S, Kannel WB. Incidence of coronary heart disease and lipoprotein cholesterol levels. The Framingham Study. JAMA 1986;256(20):2835-8. 5. Reardon MF, Nestel PJ, Craig IH, Harper RW. Lipoprotein predictors of the severity of coronary artery disease in men and women. Circulation 1985;71(5):881-8. 6. Miller NE, Thelle DS, Forde OH, Mjos OD. The Tromso heart-study. High-density lipoprotein and coronary heart-disease: a prospective case-control study. Lancet 1977;1(8019):965-8. 7. Downs JR, Clearfield M, Weis S, Whitney E, Shapiro DR, Beere PA et al. Primary prevention of acute coronary events with lovastatin in men and women with average cholesterol levels: results of AFCAPS/TexCAPS. Air Force/Texas Coronary Atherosclerosis Prevention Study. JAMA 1998;279(20):1615-22. 8. Sacks FM, Pfeffer MA, Moye LA, Rouleau JL, Rutherford JD, Cole TG et al. The effect of pravastatin on coronary events after myocardial infarction in patients with average cholesterol levels. Cholesterol and Recurrent Events Trial investigators. N Engl J Med 1996;335(14):1001-9. 9. Shepherd J, Cobbe SM, Ford I, Isles CG, Lorimer AR, MacFarlane PW et al. Prevention of coronary heart disease with pravastatin in men with hypercholesterolemia. West of Scotland Coronary Prevention Study Group. N Engl J Med 1995;333(20):1301-7. 10. Prevention of cardiovascular events and death with pravastatin in patients with coronary heart disease and a broad range of initial
Voedselconsumptiepeiling 2003. RIVM rapport 350030002/2004. 19. Mensink RP, Katan MB. Effect of dietary trans fatty acids on high-density and low-density lipoprotein cholesterol levels in healthy subjects. N Engl J Med 1990;323(7):439-45. 20. Ascherio A, Katan MB, Zock PL, Stampfer MJ, Willett WC. Trans fatty acids and coronary heart disease. N Engl J Med 1999;340(25):1994-8. 21. Hu FB, Manson JE, Willett WC. Types of dietary fat and risk of coronary heart disease: a critical review. J Am Coll Nutr 2001;20(1):5-19. 22. Mozaffarian D, Katan MB, Ascherio A, Stampfer MJ, Willett WC. Trans fatty acids and cardiovascular disease. N Engl J Med 2006;354(15):1601-13. 23. Best MM, Duncan CH, Van Loon EJ, Wathen JD. Lowering of serum cholesterol by the administration of a plant sterol. Circulation 1954;10(2):201-6. 24. Gylling H, Radhakrishnan R, Miettinen TA. Reduction of serum cholesterol in postmenopausal women with previous myocardial infarction and cholesterol malabsorption induced by dietary sitostanol ester margarine: women and dietary sitostanol. Circulation 1997;96(12):4226-31. 25. Ling WH, Jones PJ. Dietary phytosterols: a review of metabolism, benefits and side effects. Life Sci 1995;57(3):195-206. 26. Law M. Plant sterol and stanol margarines and health. BMJ 2000;320(7238):861-4. 27. Beaglehole R. International trends in coronary heart disease mortality, morbidity, and risk factors. Epidemiol Rev 1990;12:1-15. 28. Takata Y, Maskarinec G, Franke A, Nagata C, Shimizu H. A comparison of dietary habits among women in Japan and Hawaii. Public Health Nutr 2004;7(2):319-26. 29. Nagata C. Ecological study of the association between soy product intake and mortality from cancer and heart disease in Japan. Int J Epidemiol 2000;29(5):832-6. 30. Vahouny GV, Tombes R, Cassidy MM, Kritchevsky D, Gallo LL.
cholesterol levels. The Long-Term Intervention with
Dietary fibers: V. Binding of bile salts, phospholipids and
Pravastatin in Ischaemic Disease (LIPID) Study Group.
cholesterol from mixed micelles by bile acid sequestrants and
N Engl J Med 1998;339(19):1349-57. 11. MRC/BHF Heart Protection Study of cholesterol lowering with
dietary fibers. Lipids 1980;15(12):1012-8. 31. Jenkins DJ, Wolever TM, Rao AV, Hegele RA, Mitchell SJ,
simvastatin in 20,536 high-risk individuals: a randomised
Ransom TP et al. Effect on blood lipids of very high intakes of
placebo-controlled trial. Lancet 2002;360(9326):7-22.
fiber in diets low in saturated fat and cholesterol.
12. Randomised trial of cholesterol lowering in 4444 patients with coronary heart disease: the Scandinavian Simvastatin Survival Study (4S). Lancet 1994;344(8934):1383-9. 13. Keys, A., Anderson, J. T., and Grande, F. Serum cholesterol response to changes in the diet. IV. Particular saturated fatty acids in the diet. Metabolism (1965) 14(7), 776-787. 14. Hegsted DM, McGandy RB, Myers ML, Stare FJ. Quantitative
N Engl J Med 1993;329(1):21-6. 32. Sacks FM, Katan M. Randomized clinical trials on the effects of dietary fat and carbohydrate on plasma lipoproteins and cardiovascular disease. Am J Med 2002;113 Suppl 9B:13S-24S. 33. Hu FB, Willett WC. Optimal diets for prevention of coronary heart disease. JAMA 2002;288(20):2569-78. 34. Dayton S, Pearce ML, Goldman H, Harnish A, Plotkin D,
effects of dietary fat on serum cholesterol in man.
Shickman M et al. Controlled trial of a diet high in
Am J Clin Nutr 1965;17(5):281-95.
unsaturated fat for prevention of atherosclerotic complications.
15. Mensink RP, Zock PL, Kester AD, Katan MB. Effects of dietary fatty acids and carbohydrates on the ratio of serum total to HDL cholesterol and on serum lipids and apolipoproteins: a meta-analysis of 60 controlled trials. Am J Clin Nutr 2003;77(5):1146-55. 16. Stone NJ. Fish consumption, fish oil, lipids, and coronary heart disease. Am J Clin Nutr 1997;65(4):1083-6.
10
17. Zock, P. L. and Kromhout, D. Voeding en gezondheid-visvetzuren
Nederlandse Hartstichting
Lancet 1968;2(7577):1060-2. 35. Turpeinen O, Karvonen MJ, Pekkarinen M, Miettinen M, Elosuo R, Paavilainen E. Dietary prevention of coronary heart disease: the Finnish Mental Hospital Study. Int J Epidemiol 1979;8(2):99-118. 36. Leren P. The effect of plasma cholesterol lowering diet in male survivors of myocardial infarction. A controlled clinical trial. Acta Med Scand Suppl 1966;466:1-92.
37. Leren P. The Oslo diet-heart study. Eleven-year report. Circulation 1970;42(5):935-42. 38. Controlled trial of soya-bean oil in myocardial infarction. Lancet 1968;2(7570):693-9. 39. Frantz ID Jr, Dawson EA, Ashman PL, Gatewood LC, Bartsch GE, Kuba K et al. Test of effect of lipid lowering by diet on
a systematic review. Am J Clin Nutr 2006;84(1):5-17. 55. Kromhout D, Bosschieter EB, de Lezenne Coulander C. The inverse relation between fish consumption and 20-year mortality from coronary heart disease. N Engl J Med 1985;312(19):1205-9. 56. Ascherio A, Rimm EB, Stampfer MJ, Giovannucci EL,
cardiovascular risk. The Minnesota Coronary Survey.
Willett WC. Dietary intake of marine n-3 fatty acids, fish intake,
Arteriosclerosis 1989;9(1):129-35.
and the risk of coronary disease among men.
40. Garg A. High-monounsaturated-fat diets for patients with diabetes mellitus: a meta-analysis. Am J Clin Nutr 1998;67(3 Suppl):577S-82S. 41. Truswell AS. Review of dietary intervention studies: effect on coronary events and on total mortality. Aust N Z J Med 1994;24(1):98-106. 42. Hooper L, Summerbell CD, Higgins JP, Thompson RL, Capps NE, Smith GD et al. Dietary fat intake and prevention of cardiovascular disease: systematic review. BMJ 2001;322(7289):757-63. 43. Harris WS. n-3 fatty acids and serum lipoproteins: human studies. Am J Clin Nutr 1997;65(5 Suppl):1645S-54S. 44. Bucher HC, Hengstler P, Schindler C, Meier G. N-3 polyunsaturated fatty acids in coronary heart disease: a meta-analysis of randomized controlled trials. Am J Med 2002;112(4):298-304. 45. Hooper L, Thompson RL, Harrison RA, Summerbell CD, Ness AR,
N Engl J Med 1995;332(15):977-82. 57. Burchfiel CM, Reed DM, Strong JP, Sharp DS, Chyou PH, Rodriguez BL. Predictors of myocardial lesions in men with minimal coronary atherosclerosis at autopsy. The Honolulu heart program. Ann Epidemiol 1996;6(2):137-46. 58. Albert CM, Hennekens CH, O’Donnell CJ, Ajani UA, Carey VJ, Willett WC et al. Fish consumption and risk of sudden cardiac death. JAMA 1998;279(1):23-8. 59. Oomen CM, Feskens EJ, Rasanen L, Fidanza F, Nissinen AM, Menotti A et al. Fish consumption and coronary heart disease mortality in Finland, Italy, and The Netherlands. Am J Epidemiol 2000;151(10):999-1006. 60. Leaf A, Albert CM, Josephson M, Steinhaus D, Kluger J, Kang JX et al. Prevention of fatal arrhythmias in high-risk subjects by fish oil n-3 fatty acid intake. Circulation 2005;112(18):2762-8. 61. Raitt MH, Connor WE, Morris C, Kron J, Halperin B, Chugh SS et al. Fish oil supplementation and risk of ventricular
Moore HJ et al. Risks and benefits of omega 3 fats for
tachycardia and ventricular fibrillation in patients with
mortality, cardiovascular disease, and cancer: systematic review.
implantable defibrillators: a randomized controlled trial.
BMJ 2006;332(7544):752-60. 46. Burr ML, Fehily AM, Gilbert JF, Rogers S, Holliday RM, Sweetnam
JAMA 2005;293(23):2884-91. 62. de Lorgeril M, Salen P, Martin JL, Monjaud I, Delaye J, Mamelle N.
PM et al. Effects of changes in fat, fish, and fibre intakes on
Mediterranean diet, traditional risk factors, and the rate of
death and myocardial reinfarction: diet and reinfarction trial
cardiovascular complications after myocardial infarction: final
(DART). Lancet 1989;2(8666):757-61.
report of the Lyon Diet Heart Study.
47. Marchioli R, Barzi F, Bomba E, Chieffo C, Di Gregorio D, Di Mascio R et al. Early protection against sudden death by n-3
Circulation 1999;99(6):779-85. 63. Brouwer IA, Katan MB, Zock PL. Dietary alpha-linolenic acid is
polyunsaturated fatty acids after myocardial infarction:
associated with reduced risk of fatal coronary heart disease, but
time-course analysis of the results of the Gruppo Italiano per lo
increased prostate cancer risk: a meta-analysis.
Studio della Sopravvivenza nell’Infarto Miocardico (GISSI)-Prevenzione. Circulation 2002;105(16):1897-903. 48. Marchioli R, Schweiger C, Tavazzi L, Valagussa F. Efficacy of n-3 polyunsaturated fatty acids after myocardial infarction: results of GISSI-Prevenzione trial. Gruppo Italiano per lo Studio della
J Nutr 2004;134(4):919-22. 64. Mozaffarian D. Does alpha-linolenic acid intake reduce the risk of coronary heart disease? A review of the evidence. Altern Ther Health Med 2005;11(3):24-30; quiz 31, 79. 65. Lee YM, Haastert B, Scherbaum W, Hauner H.
Sopravvivenza nell’Infarto Miocardico.
A phytosterol-enriched spread improves the lipid profile of
Lipids 2001;36 Suppl:S119-26.
subjects with type 2 diabetes mellitus--a randomized controlled
49. Eritsland J, Arnesen H, Seljeflot I, Hostmark AT. Long-term metabolic effects of n-3 polyunsaturated fatty acids in patients with coronary artery disease. Am J Clin Nutr 1995;61(4):831-6. 50. Johansen O, Brekke M, Seljeflot I, Abdelnoor M, Arnesen H. N-3 fatty acids do not prevent restenosis after coronary angioplasty: results from the CART study. Coronary Angioplasty Restenosis Trial. J Am Coll Cardiol 1999;33(6):1619-26. 51. Leaf A, Jorgensen MB, Jacobs AK, Cote G, Schoenfeld DA,
trial under free-living conditions. Eur J Nutr 2003;42(2):111-7. 66. Katan MB, Grundy SM, Jones P, Law M, Miettinen T, Paoletti R. Efficacy and safety of plant stanols and sterols in the management of blood cholesterol levels. Mayo Clin Proc 2003;78(8):965-78. 67. Law MR. Plant sterol and stanol margarines and health. West J Med 2000;173(1):43-7. 68. Chen JT, Wesley R, Shamburek RD, Pucino F, Csako G.
Scheer J et al. Do fish oils prevent restenosis after coronary
Meta-analysis of natural therapies for hyperlipidemia: plant
angioplasty? Circulation 1994;90(5):2248-57.
sterols and stanols versus policosanol. Pharmacotherapy
52. Kaul U, Sanghvi S, Bahl VK, Dev V, Wasir HS. Fish oil supplements for prevention of restenosis after coronary angioplasty. Int J Cardiol 1992;35(1):87-93. 53. He K, Song Y, Daviglus ML, Liu K, Van Horn L, Dyer AR et al. Fish consumption and incidence of stroke: a meta-analysis of cohort studies. Stroke 2004;35(7):1538-42. 54. Wang C, Harris WS, Chung M, Lichtenstein AH, Balk EM,
11
disease outcomes in primary- and secondary-prevention studies:
2005;25(2):171-83. 69. Food and Drug Administration. Food labeling, health claims, soy protein, and coronary heart disease. Fed Reg 57, 699-733. 99. 70. Anderson JW, Johnstone BM, Cook-Newell ME. Meta-analysis of the effects of soy protein intake on serum lipids. N Engl J Med 1995;333(5):276-82. 71. Zhan S, Ho SC. Meta-analysis of the effects of soy protein contai-
Kupelnick B et al. n-3 Fatty acids from fish or fish-oil
ning isoflavones on the lipid profile.
supplements, but not alpha-linolenic acid, benefit cardiovascular
Am J Clin Nutr 2005;81(2):397-408.
Effectiviteit van voedingsinterventies bij hypercholesterolemie bij patiënten met hart- en vaatziekten en hoog risicopersonen
72. Zhuo XG, Melby MK, Watanabe S. Soy isoflavone intake lowers serum LDL cholesterol: a meta-analysis of 8 randomized controlled trials in humans. J Nutr 2004;134(9):2395-400. 73. Brown L, Rosner B, Willett WW, Sacks FM. Cholesterol-lowering effects of dietary fiber: a meta-analysis. Am J Clin Nutr 1999;69(1):30-42. 74. Pereira MA, O’Reilly E, Augustsson K, Fraser GE, Goldbourt U, Heitmann BL et al. Dietary fiber and risk of coronary heart disease: a pooled analysis of cohort studies. Arch Intern Med 2004;164(4):370-6. 75. Truswell AS. Cereal grains and coronary heart disease. Eur J Clin Nutr 2002;56(1):1-14. 76. Ripsin CM, Keenan JM, Jacobs DR Jr, Elmer PJ, Welch RR, Van Horn L et al. Oat products and lipid lowering. A meta-analysis. JAMA 1992;267(24):3317-25. 77. Gezondheidsraad. Richtlijn voor de vezelconsumptie. Den Haag: Gezondheidsraad, 2006. publicatie nr 2006/03. 78. Jenkins DJ, Kendall CW, Marchie A, Faulkner DA, Wong JM, de Souza R et al. Effects of a dietary portfolio of
patiëntenorganisaties Stichting Hoofd, Hart & Vaten
C-reactive protein. JAMA 2003;290(4):502-10.
(namens de 7 aangesloten patiëntenverenigingen),
Marchie A et al. Assessment of the longer-term effects of a
Stichting Bloedlink en Diabetesvereniging
dietary portfolio of cholesterol-lowering foods in
Nederland.
hypercholesterolemia. Am J Clin Nutr 2006;83(3):582-91.
In Platform Vitale Vaten bundelen patiënten en tal
80. Watts GF, Lewis B, Brunt JN, Lewis ES, Coltart DJ, Smith LD et al. Effects on coronary artery disease of lipid-lowering diet, or diet
van zorgaanbieders (medisch specialisten, huisartsen,
plus cholestyramine, in the St Thomas’ Atherosclerosis Regression
verpleegkundigen, diëtisten etc.) hun krachten, met
Study (STARS). Lancet 1992;339(8793):563-9.
als doel dat de aanpak van risicofactoren voor harten vaatziekten (vasculair risicomanagement) een
Auteurs review: 1
2
1
Dr. L. Kok , ir. S.J. van Dis , dr. ir. W.M.M. Verschuren
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Centrum voor Preventie en Zorgonderzoek, Bilthoven
2
Het Platform Vitale Vaten is een initiatief van de
cholesterol-lowering foods vs lovastatin on serum lipids and 79. Jenkins DJ, Kendall CW, Faulkner DA, Nguyen T, Kemp T,
1
Platform Vitale Vaten
Nederlandse Hartstichting, Den Haag
Met dank aan de referenten dr. P.L. Zock (UR, Vlaardingen),
vanzelfsprekend onderdeel wordt van de behandeling van hart-, vaat- en beroertepatiënten en mensen met een verhoogd risico op deze ziekten. Een goede aanpak van risicofactoren leidt tot minder sterfte,
dr. W.J.M. Scholte op Reimer (Erasmus MC, Rotterdam),
minder ziekte en betere kwaliteit van leven.
dr. J. Iestra (UMC, Utrecht)
Het Platform wil haar doel bereiken do0r het ontwikkelen en implementeren van zorgstandaard vasculair risicomanagement. Ook aanpalende organisaties zoals Zorgverzekeraars Nederland, ZonMw, het CBO, de NDF en het Ministerie van VWS brengen hun deskundigheid in. In totaal zijn 28 organisaties betrokken bij het platform. De Nederlandse Hartstichting ondersteunt het Platform Vitale Vaten organisatorisch en financieel. Meer informatie op www.vitalevaten.nl
12
Nederlandse Hartstichting
13
Effectiviteit van voedingsinterventies bij hypercholesterolemie bij patiënten met hart- en vaatziekten en hoog risicopersonen
Jaar
Land
1998
Garg (meta-analyse)
-
-
-
-
effect op lipiden
Meta-analyse van trials bij patiënten na MI of personen met een angiografisch vastgestelde coronaire hartziekte
Meta-analyse bij diabeten: 9 studies (voor LDL-cholesterol 6 studies)
Meta-analyse 27 trials: 7 bij personen met reeds bekende harten vaatziekten, 6 bij personen met een matig verhoogd risico o.b.v. hypercholesterolemie, familiaire belasting, diabetes of hypertensie en 14 bij personen met een normaal risico
Meta-analyse 14 trials: 6 primaire preventie-trials bij personen met hypercholesterolemie en 8 secundaire preventie-trials bij personen met coronaire hartziekten
Soort studie en populatie
effect op ziekte/sterfte aan hart- en vaatziekten
Bucher (meta-analyse)
2002
2001
Hooper (Cochrane)
Vis (olie)
1994
Truswell (meta-analyse)
Verzadigde/onverzadigde vetzuren
Eerste auteur
Bijlage 1
15806
133 (105 voor LDL)
18196
92623
N
2 dieetinterventie studies en 9 studies met n-3 vetzuur supplementen (EPA 0,3-6,0 g en DHA 0,6-3,7 g)
Dieet rijk aan enkelvoudig onverzadigde vetzuren
Varierend van dieetverstrekking tot dieetadvies
Dieet of multifactorieel
Interventie
-
-
-
-
Overige kenmerken/opmerkingen
Follow-up: 6-46 maanden (gem. 20)
Follow-up: 2-6 weken
-
Follow-up: 1-12 jaar
Contact-duur, freq, periode
-
Dieet rijk aan koolhydraten
-
-
Behandeling co-groep
Niet-fataal AMI: RR 0,8 AMI sterfte: RR 0,7 Sudden death: RR 0,7 Totale sterfte: RR 0,8
TC: -3,0% a* LDL: 0% a HDL: +4,0% a* TG: -19% a* VLDL: - 22,5%* (n=68; 4 studies)
TC: gem. -11% CV totaal: RR 0,84* CV sterfte: RR 0,91 Totale sterfte: RR 0,98 Exclusie van Oslo Dietary Heart Study (visolie suppl.) vermindert het effect (RR voor gecombineerde events niet langer sign.). Geen verschil in effect tussen hoog en laagrisicogroepen.
TC: (in 4 sec. preventietrials) -10 tot -20% CHZ (fataal en niet-fataal): RR 0,86* (prim. prev.) + RR 0,88 (sec. prev.) Totale sterfte: RR 0,96* (prim. prev.) + RR 0,87 (sec. prev.)
Uitkomst
14
Nederlandse Hartstichting
2004
1989
2001
He
Burr (DART 1)
Nilsen DWT
NO
UK
-
-
Land
effect op lipiden
RCT bij 238 mannen, 62 vrouwen, leeftijd 28-87 recent A.M.I. (4-8 dagen)
RCT bij mannen na AMI leeftijd < 70 jaar
Meta-analyse van 8 cohort studies (totaal 9 cohorten) met mannen en vrouwen van 34-103 jaar
Meta-analyse 48 RCT’s (21 bij personen met een bestaande vasculaire aandoening, waaronder AMI, beroerte en hartfalen; 10 bij personen met een verhoogd risico o.b.v. familiaire belasting, dyslipidemie, diabetes, hypertensie of chronisch nierfalen en 17 studies bij personen zonder verhoogd risico) en 41 cohortstudies
Soort studie en populatie
effect op ziekte/sterfte aan hart- en vaatziekten
2006
Jaar
Hooper
Eerste auteur
300
2033
200575
36913
N
Dagelijks 4 g geconcentreerde vetzuren (850-882 mg eicosapentaeen zuur (EPA) en docosahexaeen zuur (DHA)) en vitamine E 4 mg
Combinatie van dieetadviezen: 1) vermindering vetconsumptie en meer meerv. onverz. vetten ipv. verz. vet 2) toename consumptie vette vis (indien onmogelijk 3 capsules MaxEPA = 0,5 g EPA/ dag) 3) toename consumptie vezels
Consumptie van vis. Informatie verkregen via interviews of voedselfrequentie vragenlijsten
Supplement, olie , margarine of dieetadvies. M.n. visvetzuren (0,4-7 g/dag), 5 studies met plantaardige n-3 vetzuren
Interventie
Poliklinisch, individueel
Huisbezoek door arts en dietiste. Later ook telefonisch contact door dietiste. Interventie individueel in thuissituatie
-
-
Overige kenmerken/opmerkingen
Controlebezoek na 6 weken, daarna elk half jaar. Follow-up: 12-24 maanden (gem. 1,5 jaar)
Na 6 mnd en 2 jaar bloed-afname, gewicht, voedingsvragenlijst
Follow-up duur gem. 12,8 jaar (4-30 jaar)
Follow-up: 6-48 maanden
Contact-duur, freq, periode
Capsules met maisolie (dezelfde hoeveelheid) en vitamine E 4 mg
Geen dieetadvies
-
Plantaardige olie, andere typen vet afwijkend dieetadvies of geen interventie
Behandeling co-groep
TC: -11% vs -6%* HDL: +19% vs +7%* TG: -19% vs + 19%* CV totaal: HR 1,19 (0,76-1,86) CV sterfte: HR 1,02 (0,38-2,71) Totale sterfte:HR 1,02 (0,44-2,36)
TC: na 6 mnd. + 2,1% a*. Na 2 jaar geen significant verschil. Niet-fataal AMI: 49 vs 33 CV totaal: 127 vs 149 CV sterfte: 78 vs 116* Totale sterfte: 94 vs 130*
Beroerte: RR 0,87* (consumptie 1x/wk) en RR 0,69* (consumptie ≥ 5x/wk) Opm.: referentiegroep eet minder dan 1x per maand vis
Geen significant effect op CV totaal en op totale sterfte. Subgroep-analyse naar baseline risico: geen effect
Uitkomst
15
Effectiviteit van voedingsinterventies bij hypercholesterolemie bij patiënten met hart- en vaatziekten en hoog risicopersonen
2002 2001 1999
Marchioli (GISSI)
IT
UK
Land
effect op lipiden
RCT bij mannen en vrouwen, gem. 59 jaar met recent A.M.I. (≤3 maanden)
RCT bij mannen (leeftijd < 70 jaar) behandeld voor AP
Soort studie en populatie
effect op ziekte/sterfte aan hart- en vaatziekten
2003
Jaar
Burr (DART 2)
Eerste auteur
11324
3114
N
N-3 MOV (meervoudige onverzadigde vetzuren) (1 capsule met 850-882 mg eicosapentaeen zuur (EPA) en docosahexaeen zuur (DHA);
1) m in. 2 porties vette vis/wk of 3 g visolie (MaxEPA) 2) f ruit, groenten granen en vezels 3) c ombinatie van beide
Interventie
Resultaten voor interventiegroepen met vitamine E en n-3-MOV en vitamine E niet opgenomen in de tabel
Individuele begeleiding door de onderzoekers, soms door de ziekenhuis apotheker, poliklinisch
Individuele begeleiding door dietiste, poliklinisch
Overige kenmerken/opmerkingen
Controlebezoeken: 6, 12, 18, 30 en 42 maanden. Klinische beoordeling, vragenlijsten en lipiden
Na 6 mnd. controlebezoek aan kliniek. Regelmatig compliance checks dmv. dieetlijsten via de post. Naar aanleiding daarvan z..n. contact met dietist. Na 3 jaar via post vragenlijst over medicatiegebruik. Voor non-responders contact door onderzoekers met h.a. van proefpersoon Follow-up: 6 mnd.; 3-9 jaar voor mortaliteit.
Contact-duur, freq, periode
Geen interventie
Geen specifiek dieetadvies
Behandeling co-groep
Resultaten lipiden na 6 maanden interventie, cardio-vasculaire uitkomsten na 42 maanden
TC: +7,8% vs +7,1% LDL: +9,8% vs +7,1% HDL: +8,8% vs +9,2% TG: -3,4% vs +1,4%* Niet-fataal AMI: 5% vs 5% (RR 0,98) CV sterfte: 5% vs 7% (RR 0.7)* Totale sterfte: 8% vs 11% (RR 0,79)*
CV sterfte: I: 253 vs C: 219* Totale sterfte: I: 283 vs C: 242
Uitkomst
16
Nederlandse Hartstichting
1995
1994
1999
1994
Sacks FM (HARP research group)
Eritsland
Johansen O (CART)
Leaf A
USA
NO
NO
USA
DE
Land
effect op lipiden
RCT bij patiënten voor electieve P.C.I. met laesies in eigen coronairen, ischemische symptomen of ≥50% stenose en geen P.C.I. in voorgeschiedenis mannen en vrouwen > 30 jaar
RCT bij patiënten 2e dag na CABG
RCT bij patiënten 2e dag na CABG
RCT bij patiënten met coronaire hartziekten en normale lipiden, mannen en vrouwen, gem. 62 jaar
RCT bij patiënten met bewezen coronaire hartziekten mannen en vrouwen, 18-75 jaar
Soort studie en populatie
effect op ziekte/sterfte aan hart- en vaatziekten
1999
Jaar
von Schacky C (SCIMO)
Eerste auteur
551
388
610
80
223
N
AHA stap 1 dieet + 10 capsules van 1 g (80.6% ethyl esters of omega-3 vetzuren=4.1 g eicosapentaeen zuur (EPA) en 2.8 g docosahexaeeen zuur (DHA) met 40 mg vitamine E. Gegeven vanaf 12-14 dagen voor pci
Capsules n-3 vetzuren 5.1 g/dg=2x3 capsules (Omacor) (0.45 g eicosapentaeen zuur (EPA) en 0.39 docosahexaeen zuur (DHA) en 4 mg vitamine E)
Ca. 3,4 g EPA/DHA per dag (4 Omacor caps.)
Visolie capsules (6 g. n-3 vetzuren)
Capsules visolie van 1 gram met mix van vetzuren (55%eicosapentaeen en docosahexaeen zuren) 6 g/dg gedurende 3 maanden, verder 3 g/dg
Interventie
Capsules verstrekt door onderzoeksapotheker; poliklinisch
Individuele poliklinische begeleiding
Individuele begeleiding in de kliniek
Individuele begeleiding door een researchverpleegkundige en arts, poliklinisch
Individuele begeleiding door een arts, poliklinisch
Overige kenmerken/opmerkingen
Maandelijks per telefoon Follow-up: 6 maanden
Controlebezoeken: 3 en 6 maanden
Controlebezoeken: elke 3 mnd Follow-up: 9 maanden
Controlebezoeken: iedere 12 weken researchverpleegkundige, iedere 24 weken arts Follow-up: gem. 28 maanden
Controlebezoeken: 1, 6, 12, 18 en 24 maanden
Contact-duur, freq, periode
AHA stap 1 dieet + maisolie capsules met een klein beetje visolie (2 en 1.2 mg/ dg van EPA en DHA)
Placebo (maisolie)
Geen suppl.
Olijfolie capsules
Placebo (mix van vetzuren)
Behandeling co-groep
Geen “intention to treat” Significantie niet bekend Restenose: 52% vs 46%
TC: -0,48 vs -0,28 LDL: -0,09 vs -0,18 HDL: -0,04 vs +0,02 TG: -0,97 vs -0,31
Doden geëxcludeerd Restenose: 40,6% vs 35,4%
TC: -0,1 vs -0,1 HDL: +0,1 vs +0,2 TG: -0,6 vs -0,1*
Na 1 jaar angiografisch bepaling restenose graad: 27% vs 33%*
TC: +0,44 vs +0,49 LDL: +0,52 vs +0,42 HDL: +0,1 vs +0,08 TG: -0,37 vs -0,01*
Analyse n= 59. I: 31 C: 28. (alleen pat met FU CAG)
TC: +0,13 vs +0,23 LDL: +0,26 vs 0,16 HDL: +0,03 vs +0,08 TG: -0,32 vs +0,07*
analyse lipiden voor n=89 (I) en n=86 (C)
TC: 6,2 vs 6,1 LDL: 3,5 vs 3,9* HDL: 1,3 vs 1,4 TG: 2,12 vs 2,26 CV totaal: 2 vs 7
Uitkomst
17
Effectiviteit van voedingsinterventies bij hypercholesterolemie bij patiënten met hart- en vaatziekten en hoog risicopersonen
1992
1998
1998
2000
Kaul U
Leng GC
Sirtori
Montori
-
IT
UK
IN
CA
Land
effect op lipiden
Meta-analyse bij diabetes type 2: 18 trials
RCT bij mannen (45-75 jr), vrouwen (55-80 jr) met hyperlipoproteinemie en min. 1 andere omschreven risicofactor
RCT bij patiënten met stabiele claudicatio intermittens, mannen en vrouwen, gem 65 jaar
RCT bij patiënten na P.C.I.
RCT bij patiënten na eerste P.C.I.; mannen en vrouwen, gem leeftijd 54 jaar
Soort studie en populatie
effect op ziekte/sterfte aan hart- en vaatziekten
1992
Jaar
Bairati, I
Eerste auteur
823
935
120
107
205
N
Visolie 3-18 g/dag
2 mnd 1530 mg EPA + 1050 mg DHA, vervolgens 4 mnd 1020 mg EPA + 700 mg DHA (ESAPENT capsules). Laatste 6 mnd openlabel periode waarin alle pp ESAPENT.
Capsules met 280 mg gamma-linoleen zuur en 45 mg eicosapentaeen zuur. Eerste 2 weken 2x2, daarna 2x3 capsules.
Aspirine en calciumblockers + 10 capsules visolie (Maxepa) =1.8 g eicosapentaeen zuur en 1.2 g docosahexaeen zuur. Gegeven 4.3 (SD 2.9) dagen voor pci
MaxEPA (2.7 g eicosapentaeen en 1.8 g docasahexaeen zuren en vit E 1 IU/g)) 15 g/dg (3x5 capsules)
Interventie
-
Individuele poliklinische begeleiding
Informatie schriftelijk en mondeling. Individuele, poliklinische begeleiding
Individuele poliklinische begeleiding
Individuele begeleiding door behandelend arts en studie verpleegkundige, poliklinisch
Overige kenmerken/opmerkingen
Follow-up: 2-24 weken
Controlebezoeken: maand 2, 4, 6, 9, 12.
Controlebezoeken: 1, 3, 6, 9, 12, 18 en 24 maanden
Controlebezoeken: 2 weken, 6 weken, 3 maanden en 6 maanden
Controlebezoeken: baseline, 1, 3 en 6 maanden
Contact-duur, freq, periode
Plantaardige olie (in 1 studie zoutoplossing)
Placebo (olijfolie). Na 6 mnd ook ESAPENT
Placebo capsules met zonnebloemolie
Alleen aspirine en calciumblockers
Olijfolie capsules (3x5 capsules van 15 gr)
Behandeling co-groep
TC: gewogen gem. verschil voor visolie tov. placebo +0,01 LDL: gewogen gem. verschil voor visolie tov. placebo +0,21* TG: gewogen gem. verschil voor visolie tov. placebo -0,56*
open label resp. n=442 en n= 426
TC: geen effect. Tijdens open-label -3% voor totale groep LDL: +0,2 mmol tov placebo* HDL: na 12 mnd in beide groepen +12,4% TG: na 6 mnd -21,5% tov placebo*
Analyse lipiden voor n=37 (I) en n=36 (C)
TC: +0,01 vs +0,06 LDL: +0,33 vs +0,32 HDL: +0,23 vs +0,21 Niet-fataal AMI: 6% vs 9% CV sterfte: 2% vs 2% Totale sterfte: 3% vs 3%
Restenose: I: 32% vs C: 27%
TC: +0,15 vs -0,16 LDL: +0,18 vs +0,08 HDL: +0,03 vs -0,02 TG: -0,56 vs +0,09*
Geen intention to treat Analyse n=125. I: 66, C: 59
TC: -0.09 vs -0.07 LDL: +0.16 vs -0.17* HDL: +0.09 vs -0.01* TG: -0.69 vs +0.21*
Uitkomst
18
Nederlandse Hartstichting
1999 1996 1994
de Lorgeril (Lyon diet heart study)
2005
Chen (meta-analyse)
-
-
FR
-
Land
effect op lipiden
Meta-analyse (23 studies) personen met hypercholesterolemie
Meta-analyse (41 trials) bij personen met normaal of verhoogd cholesterol, 1 studie bij diabeten, 1 studie bij postmenopauzale vrouwen met een AMI en 2 studies bij kinderen
RCT bij patiënten na eerste A.M.I., mannen en vrouwen, < 70 jaar
Meta-analyse van 5 cohortstudies (4 bij mannen en 1 bij vrouwen, allen zonder cardiovasculaire ziekte) en 3 trials bij personen met coronaire hartziekten
Soort studie en populatie
effect op ziekte/sterfte aan hart- en vaatziekten
2003
Katan (meta-analyse)
Sterolen/stanolen
2004
Jaar
Brouwer
Alfa-linoleenzuur
Eerste auteur
1662
605 (584)
155503
N
Sterol- en stanolesters gemiddeld 3,4 g/dag
Inname van sterolen/ stanolen variërend van 0,8 tot 4,2 gram per dag. Toegevoegd aan margarine, mayonnaise of olijfolie
Cretan Mediteraan dieet (hoog gehalte aan alpha-linoleen zuur) meer brood, groente, fruit, vis en minder vlees en boter en room vervangen door gratis verstrekte margarine (met koolzaadolie) 1. <35% van energie als vet; 2. <10% van de energie als verzadigd vet; 3. <4% van energie als linolzuur [18:3 (n-3)]
Alfa-linoleenzuur intake
Interventie
-
-
Individuele begeleiding Bij begin studie zeer gedetailleerde dieet instructies afgestemd op patient in 1 uur durende sessie door cardioloog en dietist, daarna iedere visit counseling van dietist. Poliklinisch
-
Overige kenmerken/opmerkingen
Follow-up: gem. 8,6 weken
Follow-up: 1,4 tot 52 weken
Controlebezoeken: 8 weken na randomisatie en ieder jaar Follow-up: metingen na gemiddeld 27 en 46 maanden (4 jaar)
-
Contact-duur, freq, periode
-
Placeboproduct
Alleen “gewoon” advies van dietist en arts in zkh. (stap 1 van dieet American Heart Associaton)
-
Behandeling co-groep
TC: -7,7% vs -0,2%* LDL: -11 vs -2,3* HDL: <-0,1% vs -0,5% TG: +3,8% vs -0,8%
LDL: - 10% bij intake van 2 gram/dag
“Analyse vlgs intention to treat” maar analyses zonder 21 follow-up weigeraars (n=584, I:289 C:295), behalve voor totale mort. Lipiden 27 mnd: n=171 vs 168
TC: 27 mnd: -0,33 vs -0,31 (sign nb.); waarde na 46 mnd: 6.20 vs 6.18 (sign nb) LDL: 27 mnd: -0,34 vs -0,43 (sign nb.); waarde na 46 mnd: 4.17 vs 4.23 (sign nb) HDL: 27 mnd: +0,12 vs +0,15 (sign nb.) ; waarde na 46 mnd: 1.29 vs 1.28 (sign nb) TG: 27 mnd: -0,3 vs -0,08 (sign nb.); waarde na 46 mnd: 1.94 vs 1.75 (sign nb) Niet-fataal AMI: 27 mnd: 5 vs 17 (sign nb); 46 mnd: 21 vs 71, (sign nb) CV totaal: 27 mnd: 8 vs 33*; 46 mnd: 95 vs 180* CV sterfte: 27 mnd: 3 vs 16*; 46 mnd: 6 vs 19* Totale sterfte: 27 mnd: 8 vs 20*; 46 mnd: 14 vs 24*
CV sterfte: RR voor hoge (gem. 2 g/dag) vs lage intake (0,8 g/dag): 0,79 nb = niet bekend
Uitkomst
19
Effectiviteit van voedingsinterventies bij hypercholesterolemie bij patiënten met hart- en vaatziekten en hoog risicopersonen
2001
2001
Maki
Christiansen
2005
Zhan
-
-
FI
VS
DE
Land
effect op lipiden
Meta-analyse van 23 studies. 9 bij personen met hypercholesterolemie. 11 bij vrouwen, 3 bij mannen, 9 bij mannen en vrouwen
Meta-analyse van 38 trials (4 bij kinderen, 34 bij volwassenen). Personen met hypercholesterolemie en personen met normaal cholesterol
RCT bij mannen en vrouwen (25-64 jaar), chol ≥ 5,8 mmol/l triglyceriden < 3 mmol/l
RCT bij mannen en vrouwen (21-75 jaar); LDL-chol 3,4-5,2 mmol/l en triglyceriden <4,0 mmol/l
RCT bij type 2 diabeten met serum LDL ≥ 3,6 mmol/l, mannen en vrouwen
Soort studie en populatie
effect op ziekte/sterfte aan hart- en vaatziekten
1995
Anderson
Soja-eiwit
2003
Jaar
Lee
Eerste auteur
1381
743
155
224
85
N
Geïsoleerd soja-eiwit met isoflavonen (16 studies), isoflavonentabletten (3), bewerkte sojavoeding. Gem. isoflavonen-concentratie 80 mg/dag.
Geisoleerd soja-eiwit of in producten verwerkt soja eiwit. Intake gem. 47 gram/dag (range: 17 tot 124 g/dag)
6 weken controle margarine. Daarna 25 g margarine met 1,5 g/ dag plantensterolen of 3 g/dag plantensterolen gedurende 6 maanden
4 weken 50% vet spread bij NCEP Step1 dieet. Daarna 14 g spread/dag verrijkt met planten sterol-ester leidend tot intake van 1,1 g/dag (low sterol groep) of 2,2 g/dag (high sterol groep)
Becel pro-active (fytosterol verrijkt)
Interventie
Gem. studieduur 8 weken (range: 3 tot 26 weken)
-
Individuele begeleiding door dietist
Individuele, poliklinische begeleiding door dietist
Individuele, poliklinische begeleiding
Overige kenmerken/opmerkingen
Follow-up: 3 – 26 weken
-
Controlebezoeken: 3 en 6 maanden
Controlebezoeken: tijdens interventieperiode na 2, 3.5 en 5 weken
Controlebezoeken: 4, 8 en 12 weken
Contact-duur, freq, periode
Caseïne , wei-eiwit, vlees of melk
-
Controle margarine
Spread zonder plantensterolen
Becel (low fat)
Behandeling co-groep
Subgroep met baseline chol 6,46-7,68: TC: -0,24 a* LDL: -0,30 a* HDL: +0,07 a* TG: +0,02 a*
TC: -0,22 a (3,8%)* LDL: -0,21 a (5,3%)* HDL: +0,04 a (3,0%)* TG: -0,11 a (7,3%)*
in subgroep-analyse groter effect in kwartielen met hogere baseline waarden
TC: -0,6 a (-9,3%)* LDL: -0,56 a (-12,9%)* HDL: +0,03 a (+2,4%) TG: -0,15 a (-10,5%)*
TC: tov. controlegroep low: -0,62* high: -0,58* LDL: tov. controlegroep low: -0,49* high: -0,46* HDL: geen significant verschil TG: geen significant verschil
TC: verschil met controlegroep: -5,2%* (low) en -6,6%* (high) LDL: verschil met controlegroep: -7,6%* (low) en -8,1%* (high) HDL: verschil met controlegroep: +0,8% (low) en +1,6% (high) TG: verschil met controlegroep: -5,9% (low) en -15,5%* (high)
TC: -0,18 vs -0,06 LDL: -0,2 vs -0,1 HDL: +0,06 vs +0,03 TG: -0,15 vs -0,02
Uitkomst
20
Nederlandse Hartstichting
2003
2005
2003
2005
1998
Weggemans
Hoie
Sagara
Hermansen
Baum
VS
DK
UK
DE
-
-
Land
effect op lipiden
RCT bij postmenopauzale vrouwen met hypercholesterolemie, leeftijd 49-83 jaar
RCT bij mannen en vrouwen (40-80 jaar) met hypercholesterolemie
RCT bij mannen (45-59) met verhoogde bloeddruk en/of verhoogd chol
RCT bij mannen en vrouwen (30-70 jaar) met hypercholesterolemie
Meta-analyse van 10 studies bij gezonde personen (gem. chol. waarde 5,4-6,6 mmol/l)
Meta-analyse van 8 studies: 2 bij personen met een normaal cholesterol, 6 bij personen met hypercholesterolemie
Soort studie en populatie
effect op ziekte/sterfte aan hart- en vaatziekten
2004
Jaar
Zhuo
Eerste auteur
81
100
61
121
959
367
N
Eerst minimaal 14 dagen NCEP Step 1 dieet vervolgens extra 40 g soja-eiwit met 56 mg isoflavonen (ISP56) of soja-eiwit met 90 mg isoflavonen (ISP90)
30 g soja-eiwit (Abalon)
Produkten met sojapoeder (min. 20 g sojaeiwit/80 mg isoflavonen per dag) toegevoegd aan gebruikelijk dieet
Soja-eiwit met vezels (Abacor) en soja-eiwit zonder vezels (Suprosoy)
19-60 gram sojaeiwit (supplement, geisoleerd, bewerkt of tofu) per dag (1-95 mg isoflavonen/dag)
Geisoleerd soja-eiwit (gem 50 g/dag) met hoge isoflavonen-conc. (gem. 96 mg/dag)
Interventie
Individuele poliklinische begeleiding door dietist
Individuele poliklinische begeleiding door dietist
Schriftelijke en mondelinge informatieverstrekking. Individuele poliklinische begeleiding
Individuele poliklinische begeleiding
-
-
Overige kenmerken/opmerkingen
Controlebezoeken: tijdens de eerste 14 dagen 2x en tijdens de trial elke 6 weken Follow-up: 6 maanden
Controlebezoeken: elke 4 weken; bloedafname 12 en 24
5 weken
Controlebezoeken: 4, 6 en 8 weken
Follow-up: 4-24 weken
Follow-up: 9-24 weken
Contact-duur, freq, periode
14 dagen NCEP Step 1 dieet, daarna toevoeging caseine en “nonfat dry milk”
30 g caseine
Dezelfde produkten zonder sojapoeder
Placebo
o.a. melkeiwit
Geïsoleerd soja-eiwit met lage isoflavonenconc. (gem. 6 mg/dag)
Behandeling co-groep
Analyses voor 66 personen
TC: ISP56: -0,39 vs -0,18. ISP90: -0,34 vs -0,18 LDL (Non-HDL chol): ISP56: -0,46 vs -0,10*. ISP90: -0,38 vs -0,10*. HDL: ISP56: +0,08 vs -0,06*. ISP90: +0,04 vs -0,06* TG: ISP56: -0,16 vs +0,01. ISP90: 0,0 vs +0,01
TC: -0,3 vs 0,0 LDL: -0,4 vs -0,2 HDL: +0.1 vs -0,1 TG: -0,3 vs 0,0
analyses voor 50 pers.
TC: -0,4 vs -0,1 HDL: +0,1 vs +0,1
TC: Abacor: -0,56 vs +0,07* Suprosoy: -0,24 vs +0,07 LDL: Abacor: -0,42 vs +0,04* Suprosoy: -0,24 vs +0,04* HDL: Abacor: -0,09 vs -0,03 Suprosoy: -0,02 vs -0,03 TG: Abacor: -0,09 vs +0,09 Suprosoy: -0,01 vs +0,09
LDL: -0,17 mmol/l (4%)* HDL: +0,03 mmol/l (3%)*
LDL: -0,15 a*
Uitkomst
2001
Gardner
2004
2002
Pereira
Jenkins
-
-
-
VS
Land
Follow-up: 10 weken (2 weken wash-out)
2.506.581 persoons-jaren
Follow-up: gem. 49 dagen
Controlebezoeken: 2x tijdens run-in en 9x na randomisatie Follow-up: 16 weken
Contact-duur, freq, periode
PZ120
b
D. M. = Diabetes Mellitus TC = totaal cholesterol LDL = LDL-cholesterol HDL = HDL-cholesterol TG = triglyceriden CV = cardiovasculair
individuele poliklinische begeleiding
Gem. 13 - 29,7 g vezels/dag
Gem. studieduur 49 dagen
Mondelinge informatieverstrekking. Individuele poliklinische begeleiding door dietist
Overige kenmerken/opmerkingen
RCT = randomized controlled trial A.M.I. = Acuut Myocard infarct (I) A.P. = (Instabiele) Angina Pectoris P.C.I. = Percutane Coronaire Interventie C.A.B.G. = Coronary Artery Bypass Graft C.V.A. = Cerebro Vasculair Accident
**
STEPII dieet + 8 g extra vezels per dag
-
Gem. dosering 9,5 g oplosbare vezels
Run in fase (4 weken) melk-eiwit. Daarna 12 weken 42 g soja-eiwit met een spoor isoflavonen (soy-) of met 80 mg isoflavonen (soy+)
Interventie
alle waarden weergegeven in mmol/L nb = niet bekend I = interventiegroep C = controlegroep
68
336244
2990
115
N
netto verschil: verandering tijdens interventie- min die tijdens placebo-periode relatieve risico’s (RR) en hazard ratios (HR): risico voor interventie- tov. controlegroep c resultaat in de interventiegroep versus resultaat in de controlegroep * = significant verschil
a
effect op lipiden
RCT (cross-over) bij mannen en postmenopauzale vrouwen met hyperlipidemie; leeftijd 33-82 jaar
Gepoolde analyse van 11 cohortstudies (totaal 336244 mannen en vrouwen)
Meta-analyse van 67 trials: totaal 2990 personen met gem. leeftijd 50 jaar (geen info over risicoprofiel)
RCT bij postmenopauzale vrouwen (leeftijd < 80 jaar) met hypercholesterolemie
Soort studie en populatie
effect op ziekte/sterfte aan hart- en vaatziekten
1999
Brown
Voedingsvezels
Jaar
Eerste auteur
STEP II dieet zonder extra vezels
-
Geringe hoeveelheid oplosbare vezels (57 studies) of dieet zonder vezel (10 studies)
42 g melkeiwit
Behandeling co-groep
TC: gem. beh.-verschil voor vezelrijk dieet vergeleken met controledieet: -2,1%* LDL: gem. beh.-verschil voor vezelrijk dieet vergeleken met controledieet: -1,7%
CV totaal: - 4% coronaire events per toename van 10 gram vezels per dag CV sterfte: -27% sterfte coronaire hartziekten per toename van 10g vezels p.d.
TC: overall: -0,028 mmol/l per gram vezel* Voor dosis < 10g/dag: -0,045* LDL: overall: -0,029 mmol/l per gram vezel* Voor dosis < 10g/dag: -0,057* HDL: overall: -0,002 mmol/l per gram vezel* TG: overall: +0,001 mmol/l per gram vezel
TC: soy-: 0,0 vs -0,2. soy+: -0,2 vs -0,2. soy- vs soy+:* LDL: soy-: -0,1 vs -0,3. soy+: -0,4 vs -0,3. soy- vs soy+:* HDL: soy-: +0,1 vs 0,0. soy+: +0,1 vs 0,0 TG: soy-: 0,0 vs +0,1. soy+: 0,0 vs +0,1 Analyses voor 94 personen
Uitkomst