Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV Hoe verleid je OV-reizigers?
2008/2009
Inhoudsopgave
Executive Summary
4
1. Inleiding
6
2. Waarom de spits niet mijden? Een gedragsanalyse
8
1.1 1.2 1.3 1.4
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Rapportages Spitsmijden 2 Samenwerkingsverband Spitsmijden 2 Rapport ‘Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV’ Leeswijzer
Theoretische achtergrond: de kosten van te vroeg of te laat komen Opzet en analyse van het onderzoek Spitsmijden in het OV Resultaten Gevolgen voor reisgedrag Conclusie
7 7 7 7
8 9 16 18 19
3. Praktijkproef: Spitsmijden in het OV
20
4. Conclusie en aanbevelingen
32
5. Referenties
33
35
3.1 Spitsmijden tussen Utrecht CS en Den Haag CS: de proef 3.2 Resultaten 3.3 Deelnemers en niet-deelnemers aan Spitsmijden in het OV 3.4 Conclusie
Bijlagen
Bijlage A: Stated preference enquête Bijlage B: Introductie enquête Bijlage C: Eindenquête Bijlage D: Logboek Bijlage E: Non respons enquête
20 22 25 30
36 43 51 56 57
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
3
Executive Summary Spitsmijden in het openbaar vervoer (verder ‘Spitsmijden in het OV) is opgezet om te onderzoeken of treinreizigers bereid zijn hun reistijdstip aan te passen als zij daar een positieve prijsprikkel voor ontvangen. De vraag welke factoren het reistijdstip van reizigers bepalen en of zij bereid zijn het reistijdstip naar hun werk aan te passen, staat centraal. Een belangrijk uitgangspunt in het onderzoek is dat de schaduwkosten van te vroeg (schedule delay early) en te laat (schedule delay late) aankomen op het werk, medebepalend zijn voor het tijdstip waarop treinreizigers naar het werk reizen. Een enquêteonderzoek is gehouden onder treinreizigers die minimaal 3 keer per week in de ochtendspits met de trein naar het werk reizen. Deze treinreizigers is gevraagd hoe interessant het voor hen is hun huidige abonnement in te ruilen voor een (alleen voor het onderzoek geïntroduceerd) goedkoper Dalurentrajectabonnement. Het Dalurentrajectabonnement levert dus een korting op ten opzichte van het huidige abonnement. Het Dalurentrajectabonnement is niet geldig tijdens de ochtendspits, tenzij reizigers een speciaal dagkaartje, een spitssupplement, hebben aangeschaft. Uit het onderzoek blijkt dat, als we respondenten laten kiezen tussen een Dalurentrajectabonnement en hun huidige Jaar- of Maandtrajectabonnement, 80% van de keuzes het huidige abonnement is. Voor de respondenten, die deze keuze maken, is het, bij de geboden prijs van een Dalurentrajectabonnement en de prijs van een spitssupplement, niet aantrekkelijk het reistijdstip te verplaatsen naar vóór of na de ochtendspits. Voor 20% van keuzes is het Dalurentrajectabonnement wel een aantrekkelijk aanbod. In het gedragsmodel vinden we als gemiddelde schatting voor de benodigde compensatie voor het aanpassen van het reistijdstip met 1 uur bedragen tussen de € 2,30 en € 4,05, afhankelijk van hoe de reiziger het geld ontvangt (namelijk het aanpassen van de prijs van het spitssupplement versus de korting op de abonnementsprijs). Bij doorvertaling van de gevonden resultaten naar veranderingen in reisgedrag blijkt dat, op een traject van 30 - 40 kilometer, het voor de NS mogelijk is met een positieve prijsprikkel 5,8% van de reizen tijdens de ochtendspits te verschuiven naar buiten de ochtendspits.
4
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
Dit kost de NS € 1,90 per gemeden spitsrit, of € 0,05 per zitplaats per kilometer. Een positieve prijsprikkel lijkt hiermee voldoende potentieel te bieden om inzet van dit prijsmechanisme in overweging te nemen. Een groep van 124 treinreizigers, die voor het werk op het traject Utrecht CS - Den Haag CS reist, heeft tussen februari en juni 2009 daadwerkelijk het huidige abonnement omgeruild voor een Dalurentrajectabonnement. Het Dalurentrajectabonnement, dat deze reizigers hebben ontvangen, is ongeveer 20% goedkoper dan het huidige abonnement dat zij hebben. Het Dalurentrajectabonnement is zonder spitssupplement niet geldig tussen 07.30 - 09.00 uur. Het meest in het oog springende resultaat van deze praktijkproef Spitsmijden in het OV is dat vrijwel alle deelnemers tijdens de proef niet meer in de ochtendspits hebben gereisd. Dit is deels te verklaren door het feit dat ongeveer eenderde van de deelnemers heeft aangegeven doorgaans nooit tijdens de spits te reizen. Zij hebben hun reisgedrag dus niet hoeven aanpassen. De deelnemers, die doorgaans wel tijdens de ochtendspits reizen, hebben hun reistijdstip voornamelijk verplaatst naar vóór de ochtendspits. Dit hangt samen met het feit dat zij voorafgaande aan de proef, vooral op de rand van de spitsperiode (rond 07.30 uur, maar net in de spits, of rond 09.00 uur maar net in de spits) reisden waardoor het relatief makkelijk is het gedrag aan te passen en de spits te mijden. Dit geeft aan dat er een groep reizigers bestaat waarvoor een product zoals het Dalurentrajectabonnement aantrekkelijk kan zijn. Zoals in eerdere onderzoeken van Spitsmijden ook gevonden is, blijken socio-economische en socio–demografische kenmerken niet veel te verschillen tussen de deelnemers en niet-deelnemers aan de praktijkproef. Om reisgedrag te veranderen kunnen we daarom, naast het invoeren van prijsprikkels, ook kijken naar de mogelijkheid van de invoering van flexibele werktijden en thuiswerken.
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
5
1. Inleiding Het Nederlandse wegennet, en zeker ook de snelwegen, en de treinen worden steeds drukker met alle gevolgen vandien. Een aantal bedrijven, universiteiten en overheidsinstellingen heeft eind 2006, in het project Spitsmijden, het initiatief genomen gezamenlijk een korte termijnoplossing te onderzoeken met als algemene doelstelling: het uitbreiden van het repertoire van sturingsinstrumenten ten aanzien van weggebruik tijdens de spits. Soortgelijke instrumenten kunnen naar verwachting ook bijdragen aan het realiseren van een transitie naar duurzame mobiliteit in Nederland: die is schoner, veiliger en leefbaarder en versterkt de economie. Eerste proef De eerste wetenschappelijke proef Spitsmijden is in 2007, als onderdeel van onderzoek naar demand management-concepten binnen het nationale kennisontwikkelingsprogramma Transumo1, afgerond. De proef op de A12 bewees dat financiële prikkels werken: de 340 deelnemers halveerden hun ritten in de ochtendspits. Ook werd bevestigd dat flexibiliteit, thuis en op het werk - bijvoorbeeld door de betrokkenheid van werkgevers - van groot belang zijn. Vervolgproef Spitsmijden blijkt een vernieuwend en kansrijk concept, dat de moeite van verdere ontwikkeling waard is. Internationaal bestaan er nog weinig vergelijkbare wetenschappelijke experimenten en ervaringen. In november 2007 besloot de minister van Verkeer en Waterstaat dan ook in verschillende regio’s meer proeven conform het spitsmijden concept te stimuleren in het kader van Anders Betalen voor Mobiliteit. Het is van belang de kennis en ervaring - die voorhanden is bij wetenschappers, ondernemers en beleidsmakers - zo breed en zorgvuldig mogelijk te delen om feiten en ficties van elkaar te onderscheiden. Met dat in gedachten is de tweede proef Spitsmijden ontwikkeld, met de volgende centrale vragen: • • •
tijdsbestendigheid: werkt belonen ook over een langere periode? andere modaliteiten: hoe belangrijk zijn alternatieve modaliteiten voor de gedragsverandering? volumereductie: leiden de spitsmijdingen van de deelnemers daadwerkelijk tot merkbaar minder spitsverkeer op de A12 of wordt de ruimte opgevuld door de ‘latente vraag’?
Voor deze vervolgproef Spitsmijden zijn 2 nieuwe projecten gestart: a) Spitsmijden voor automobilisten op de A12 op het traject van Gouda naar Den Haag; b) Spitsmijden in het openbaar vervoer op het treinreistraject van Utrecht naar Den Haag. Transitieonderzoek Binnen het kader van de proef Spitsmijden vindt, naast gedragsonderzoek, ook transitieonderzoek plaats, dat zich specifiek richt op het verwerven van zodanig inzicht en kennis, en de verspreiding daarvan, dat een bijdrage kan worden geleverd aan een transitie naar duurzame mobiliteit (www.transumo.nl). Een transitie is een structurele maatschappelijke verandering, ook wel omschreven als een fundamentele verandering van structuur, cultuur en werkwijzen op systeemniveau. Voor het bewerkstelligen van transities zijn daarom per definitie tal van samenhangende ‘systeeminnovaties’ op verschillende terreinen nodig. Van het transitieonderzoek in Spitsmijden zijn nog geen kwantitatieve onderzoeksresultaten beschikbaar. Wel hebben onze ervaringen geleid tot een basisstructuur en een aantal bouwstenen voor nieuwe toepassingen van het concept Spitsmijden. De intentie was er toe bij te dragen dat in de toekomst steeds goede afwegingen worden gemaakt voor de beste kans op resultaat en dat via een permanent leerproces het concept tijdsbestendig kan blijven door, indien opportuun, bijstelling op basis van voortschrijdend inzicht.
1 Transumo is een Nederlands platform van bedrijven, overheden en kennisinstellingen die gezamenlijk kennis ontwikkelen op het gebied van duurzame mobiliteit (www.transumo.nl).
6
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
1.1 Rapportages Spitsmijden 2 De resultaten van deze proeven zijn vastgelegd in verschillende rapportages: • Effecten van belonen in Spitsmijden 2; hoe verleid je automobilisten? • Effecten van belonen in Spitsmijden 2; samenvatting • Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV; hoe verleid je OV-reizigers? • Deelname aan Spitsmijden; welke factoren spelen een rol? • Bouwstenen voor scenario’s Spitsmijden; wat is het, hoe werkt het en wat zijn de effecten? • EVI-proef in Spitsmijden 2; chiptechnologie voor elektronische voertuigherkenning • Leerervaringen uit Spitsmijden 2 Daarnaast hebben we een film geproduceerd over deze vervolgproef met een verkenning naar mogelijke toekomstige ontwikkeling van het concept Spitsmijden. De rapportages en de film zijn te downloaden van www.spitsmijden.nl Rapportages andere proeven Naast de wetenschappelijke vervolgproef Spitsmijden is sprake van vele regionale projecten en enkele specifieke projecten, gericht op volumereductie tijdens wegwerkzaamheden, zoals het project Spitsmijden A12 Gouda – Zoetermeer en diverse FileMijden projecten. Resultaten van deze projecten zijn, of komen beschikbaar, in afzonderlijke rapportages van andere samenwerkingsverbanden. In de rapportage ‘Bouwstenen voor scenario’s Spitsmijden’ worden er ervaringen in een tiental Spitsmijden en daaraan verwante projecten naast elkaar gezet binnen een raamwerk, dat als basis kan dienen voor nieuwe projecten en de verdere kennisontwikkeling over dit concept.
1.2 Samenwerkingsverband Spitsmijden 2 Het samenwerkingsverband Spitsmijden 2 bestaat uit: Bereik!, ARS T&TT, Rabobank, Vrije Universiteit Amsterdam, TU Delft, Universiteit Utrecht, Nederlandse Spoorwegen, OC Mobility Coaching, RDW en Transumo2.
1.3 Rapport ‘Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV’ Voor u ligt het rapport ‘Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV’, een uitgave van het samenwerkingsverband Spitsmijden. De doelstelling van Spitsmijden in het OV is het verkrijgen van inzicht in het verplaatsingsgedrag van forensen wanneer we positieve financiële prikkels geven om de spits in het OV te mijden. Allereerst hebben we een gedragsmodel ontwikkeld, waarna we in de praktijk ervaring hebben opgedaan. In dit rapport zijn de opzet, uitvoering en resultaten van Spitsmijden in de trein beschreven. Naast dit rapport zijn er nog 3 andere rapportages: de financiële prikkels en zelfsturing in het OV, leerervaringen en transitieonderzoek (dat onder andere ingaat op uitbreiding van Spitsmijden in de trein naar belonen in het totale OV-systeem). Deze rapportages kunt u vanaf 1 november 2009 downloaden van www.spitsmijden.nl
1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 beantwoorden we de belangrijkste vraag van het onderzoek naar het gedragsmodel: wat bepaalt of en, zo ja, hoe vaak OV-reizigers het reistijdstip naar hun werk willen aanpassen? In hoofdstuk 3 beschrijven we de praktijkproef die als testcase diende voor het gedragsmodel. Hierin kijken we naar de verandering in het reisgedrag van de deelnemers, hun ervaringen en socio-economische en -demografische kenmerken. In het laatste hoofdstuk geven we conclusies en aanbevelingen voor onder andere vervolgonderzoek.
2 Spitsmijden wordt mede mogelijk gemaakt door Transumo.
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
7
2. Waarom de spits niet mijden? Een gedragsanalyse
auto. Als treinreizigers bijvoorbeeld na de ochtendspits willen reizen, kunnen zij de eerste volgende trein na 09.00 uur nemen en niet altijd precies na de ochtendspits vertrekken.
In de proef Spitsmijden in het OV staat de vraag centraal wat bepaalt of treinreizigers het reistijdstip naar hun werk willen aanpassen en zo ja, hoeveel keer per week. De factoren die hierbij een belangrijke rol spelen, zijn de schaduwkosten van eerder of later aankomen op het werk, de zogenoemde schedule delay early en schedule delay late kosten. Andere factoren zijn bijvoorbeeld reiscomfort en socio-economische kenmerken van treinreizigers. Om te bepalen wat de invloed is van deze factoren op het reisgedrag in de trein, hebben we een onderzoek gedaan bij leden van het NS-reizigerspanel. In dit hoofdstuk beschrijven we dit onderzoek. We beginnen eerst met een korte omschrijving van de invloed die verschillende factoren hebben op reisgedrag. Vervolgens omschrijven we de opzet en de resultaten van het onderzoek.
2.1 Theoretische achtergrond: de kosten van te vroeg of te laat komen In onderzoek naar reisgedrag nemen we vaak een dagelijks patroon van activiteiten, zoals werk en de zorg voor het gezin, als uitgangspunt. Een verplaatsing staat dan ook niet op zichzelf, maar moeten we zien in het licht van de activiteiten die iemand op een dag wil ondernemen en hoe hij deze activiteiten organiseert. Deze manier van kijken naar reisgedrag noemen we de activity-based benadering (zie bijvoorbeeld Hensher en Button, 2008). De verplaatsing, die iemand ’s ochtends naar zijn werk maakt, is dan een voorbeeld van een verplaatsing die we moeten zien als een onderdeel van de activiteiten die iemand over de hele dag onderneemt. Het tijdstip waarop iemand naar zijn werk gaat, bepaalt men dan dus ook door die activiteiten. Aangezien op bepaalde tijdstippen van een dag de congestie op de weg en in de trein piekt, hebben blijkbaar veel mensen hun activiteiten zo georganiseerd dat ze rond hetzelfde tijdstip willen reizen. Dit leidt er toe dat we de wegcapaciteit, of de capaciteit op het spoor, buiten de piek niet optimaal gebruiken. De vraag is dan ook waarom reizigers voor een bepaald reistijdstip kiezen en wat bepaalt of reizigers dit zouden willen veranderen. Als we bij het beantwoorden van deze vraag kijken naar een treinreis naar het werk, dan blijkt dat veel reizigers rond een bepaalde tijd op hun werk willen of moeten zijn. Als ze afwijken van deze geprefereerde aankomsttijd, is dat voor de reiziger suboptimaal. De schaduwkosten die verbonden zijn aan te vroeg of te laat aankomen op het werk noemen we schedule delay kosten3. Het idee achter schedule delay kosten is dat reizigers een geprefereerde aankomsttijd op de plek van bestemming (thuis, op het werk) hebben en dat we een geldwaarde kunnen toekennen aan elke minuut dat zij te vroeg of te laat aankomen op de plek van bestemming. De kosten zijn dus een maat voor het nadeel dat een reiziger ondervindt als hij te vroeg of te laat arriveert. De kosten voor te vroeg komen, noemen we de kosten voor schedule delay early. De kosten voor te laat komen, noemen we de kosten voor schedule delay late. Meestal vinden reizigers het vervelender te laat te komen dan te vroeg. De kosten van een minuut te laat komen zijn dan ook hoger dan de kosten van een minuut te vroeg komen. Modellen die schedule delay kosten verklaren, richten zich traditioneel op reizen met de auto en niet op reizen met de trein. Bij het analyseren van de data uit de enquêtes hebben we rekening gehouden met het feit dat het organiseren van een reis met de trein anders verloopt dan met de
2.2 Opzet en analyse van het onderzoek Spitsmijden in het OV Om een gedragsmodel voor treinreizigers te ontwikkelen, hebben we in mei 2009 een enquête gehouden onder leden van het NS- reizigerspanel. De NS gebruikt het NS-reizigerspanel om klantonderzoek te doen. Het panel bestaat uit ongeveer 110.000 treinreizigers. We hebben panelleden benaderd die volgens de gegevens van de NS een Jaar- of Maandtrajectkaart hebben voor een traject van 30 - 70 tariefkilometer. In totaal hebben 3.852 panelleden een uitnodiging voor een on line enquête gekregen waarvan er 1.421 zijn ingevuld en teruggestuurd (respons van 37%). De enquête staat in bijlage A. 2.2.1 Opzet van de enquête Uit de enquête wilden we weten onder welke voorwaarden treinreizigers de ochtendspits zouden willen mijden. De enquête is opgezet als een conjoint choice experiment. Dit houdt in dat we het gewoonlijke reisgedrag van reizigers meten en vervolgens vragen wat het reisgedrag zou zijn in verschillende hypothetische situaties. Het eerste gedeelte van de enquête stelt een aantal controlevragen om te bepalen of de respondent tot de doelgroep behoort. Een respondent behoort tot de doelgroep als hij: • • •
in het bezit is van een Maand- of Jaartrajectkaart van de NS; minimaal 3 keer per week met de trein naar het werk reist tijdens de ochtendspits (reizigers zitten in de trein tussen 07.00 - 09.00 uur of vertrekken vanaf hun beginstation tussen 07.00 - 09.00 uur en/ of komen aan op hun eindstation tussen 07.00 - 09.00 uur) op een vast traject; in de periode, waarin de enquête we de enquête uitvoeren, met de trein naar het werk heeft gereisd.
Het onderzoek richt zich op reisgedrag in de ochtendspits, omdat deze veel geconcentreerder verloopt dan de avondspits. Iedereen, die niet voldoet aan deze criteria, heeft de vragenlijst niet verder ingevuld. Vervolgens is het gewoonlijke reisgedrag van de respondent in kaart gebracht. We hebben gevraagd of de respondenten voor een recente, representatieve, werkweek konden invullen hoe laat ze hebben gereisd. Ook zijn vragen gesteld over het comfort in de trein en vertraging. In het derde gedeelte van de enquête wilden we weten of de respondent zijn huidige abonnement zou inruilen voor een zogenaamd Dalurentrajectabonnement. Een Dalurentrajectabonnement is geen bestaand abonnement, maar een trajectabonnement dat speciaal is bedacht om het onderzoek te kunnen uitvoeren voor Spitsmijden in het OV.
3 Voor een verdere beschrijving van scheduling kosten verwijzen we naar Small (1982).
8
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
9
Het Dalurentrajectabonnement is niet geldig tijdens de ochtendspits en daardoor goedkoper dan een normaal trajectabonnement. Om reizigers flexibiliteit te geven, is het Dalurentrajectabonnement in combinatie met een speciaal dagkaartje, een spitssupplement, wel geldig tijdens de ochtendspits. Alle respondenten kregen 6 keer een fictieve situatie voorgelegd waarin ze konden kiezen tussen hun huidige trajectabonnement of een Dalurentrajectabonnement. De 6 situaties verschilden volgens een orthogonaal, partieel factoreel ontwerp dat de korting van het Dalurentrajectabonnement ten opzichte van het huidige abonnement, de kosten van een spitssupplement en de duur van de ochtendspits combineerde. De duur van de ochtendspits was van 07.00 - 09.00 uur of van 07.30 - 08.30 uur. Voor een eerste klas Dalurentrajectabonnement boden we een korting van € 50 of € 120 ten opzichte van het huidige abonnement en een spitssupplement kostte € 2,50, € 6 of € 9,50. Voor een tweede klas Dalurentrajectabonnement boden we een korting van € 30 of € 70 ten opzichte van het huidige abonnement en een spitssupplement kostte € 1,50, € 3,50 of € 5,50. Niet alle respondenten betalen de reiskosten voor woon-werkverkeer zelf. We hebben aangegeven dat respondenten er bij hun afweging van moesten uitgaan, dat zij de korting zelf zouden ontvangen. De aankoop van spitssupplementen geschiedt dan ook voor eigen rekening. Als respondenten aangaven een Dalurentrajectabonnement te willen kopen, moesten ze vervolgens voor een werkweek aangeven hoe ze zouden reizen: vóór de ochtendspits, tijdens de ochtendspits met een spitssupplement of na de ochtendspits. In het vierde gedeelte van de enquête vroegen we tot slot naar socio-economische en -demografische kenmerken van de respondent. 2.2.2 Data verzamelen en verrijken We hebben een aantal vertaalslagen gemaakt voordat we de dataset konden analyseren. Een eerste vertaalslag is het verwijderen van respondenten die de enquête niet volledig hebben ingevuld. Ook hebben we gekeken naar de afstand die respondenten reizen. In de dataset zit een aantal respondenten die over een traject reizen dat niet tussen de 30 - 70 tariefkilometer ligt. Uit analyses blijkt echter dat deze observaties weinig invloed hebben op de resultaten en zijn daarom niet verwijderd. Een volgende, belangrijke, stap is dat we de gerapporteerde vertrek- en aankomsttijden in de enquête hebben vergeleken met de dienstregeling van de Nederlandse Spoorwegen zoals deze is opgenomen in de reisplanner van de Duitse Spoorwegen. Op deze manier konden we voor de in de enquête gerapporteerde vertrek- en aankomsttijden de treinreis volgens de reisplanner achterhalen. De reizen, waarvoor we geen goede overeenkomst tussen de reistijden uit de reisplanner en de gerapporteerde reistijden in de enquête konden vinden, zijn uit de dataset verwijderd. Om de schedule delay kosten te kunnen berekenen, hebben we ook voor alle respondenten gekeken wat, volgens de dienstregeling, de eerste 2 mogelijke reizen vóór en na de ochtendspits zijn. Deze data hadden we nodig zodat we konden berekenen hoeveel tijd het mensen kost een reis te verschuiven naar vóór (sde) of na (sdl) de ochtendspits. Na deze bewerking hielden we 733 respondenten over voor de analyse van de data. Door de bewerking, die we op de dataset hebben toegepast, hebben we niet voor alle respondenten 6 keuzesets overgehouden. In totaal hebben we 4.278 keuzes geanalyseerd. 2.2.3 De respondenten De respondenten zijn op een aantal socio-economische en socio-demografische kenmerken bekeken. Aan de enquête hebben meer mannen dan vrouwen meegedaan. De grootse groep respondenten is tussen de leeftijd van 31 en 60 jaar. Aangezien we ons hebben gericht op reizigers, die voor hun werk met een trajectabonnement reizen, ligt dit in de lijn der verwachting. De verhouding tussen man - vrouw en de leeftijd komt goed overeen met de verhouding die we in het NS-reizigerspanel terugvinden als we naar de subgroep van Jaartrajectkaarthouders kijken. Als we naar het totale NS-reizigerspanel kijken, zien we dat daar juist meer vrouwen in zijn vertegenwoordigd en dat de verdeling over de verschillende leeftijdsgroepen meer evenredig is.
10
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
tabel 2.1 geslacht respondenten Aantal
Percentage
man
466
64%
vrouw
267
36%
Totaal
733
100%
Aantal
Percentage
tabel 2.2 leeftijd respondenten
tot 30 Jaar
62
8%
31 - 40 jaar
223
30%
41 - 60 jaar
425
58%
60+ jaar Totaal
23
3%
733
100%
Bijna 80% van de respondenten woont samen, al dan niet met kinderen. De zorg voor kinderen kan invloed hebben op de flexibiliteit die reizigers hebben om eerder te beginnen of later thuis te komen. Uit de analyses blijkt vooralsnog niet dat het verschil tussen de schedule delay kosten van mensen met kinderen erg veel afwijkt van de mensen die geen kinderen hebben. De meeste respondenten werken in een ondersteunende, adviserende of uitvoerende functie. Opvallend is dat 26% van de respondenten werkzaam is in de financiële of zakelijke dienstverlening. 17% van de respondenten is werkzaam bij de rijksoverheid. tabel 2.3 samenstelling huishouden Aantal
Percentage
alleenstaand
132
18%
getrouwd/ samenwonend met kinderen
306
42%
getrouwd/ samenwonend zonder kinderen
263
36%
alleenstaande ouder woongroep/ studentenhuis
17
2%
3
0%
anders
12
2%
Totaal
733
100%
tabel 2.4 beroepsgroep Aantal
Percentage
eigenaar van een bedrijf/winkel
2
0%
vrij beroep (arts, advocaat, kunstenaar)
5
1%
98
13%
werkzaam in beleid/ staf/ advies/ onderzoek/ consultancy in een bedrijf, organisatie, instelling of overheid
292
40%
uitvoerend/ ondersteunende functie in een bedrijf, organisatie, instelling of overheid
305
42%
1
0%
manager/ leidinggevende in een bedrijf, organisatie, instelling of overheid
student/ zonder beroep anders
30
4%
Totaal
733
100%
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
11
tabel 2.5 sector waartoe de werkgever behoort
rijksoverheid
Aantal
Percentage
127
17%
provinciale overheid
10
1%
gemeente
39
5%
onderwijs
61
8%
0
0%
54
7%
landbouw, tuinbouw, visserij industrie, openbare nutsbedrijven bouw groothandel, detailhandel horeca transport, communicatie financiële of zakelijke dienstverlening gezondheidszorg of welzijnszorg
5
1%
22
3%
3
0%
40
5%
190
26%
66
9%
anders
116
16%
Totaal
733
100%
Thuiswerken is voor veel respondenten een minder voor de hand liggende mogelijkheid de ochtendspits te mijden. Rond 70% van de respondenten geeft aan over het algemeen niet de mogelijkheid te hebben (een deel van de dag) thuis te werken. Maar 3% van de respondenten zegt 3 of meer dagen in de week de mogelijkheid te hebben thuis te kunnen werken. tabel 2.8 aantal dagen per week dat doorgaans de mogelijkheid is (een deel van de dag) thuis te werken Aantal
Percentage
0 dagen
528
72%
1 dag
157
21%
2 dagen
24
3%
3 dagen
7
1%
4 dagen
9
1%
5 dagen Totaal
Van de respondenten blijkt iets meer dan de helft doorgaans 5 dagen per week tijdens de ochtendspits met de trein naar het werk te reizen. Dit betekent dat zij in de trein zitten tussen 07.00 en 09.00 uur of tussen 07.00 en 09.00 uur vertrekken en/ of aankomen. In totaal reist iets meer dan 90% van de respondenten doorgaans 4 of 5 keer per week tijdens de ochtendspits met de trein naar het werk. Dit mag geen verrassing zijn aangezien we de respondenten hebben geselecteerd op 3 of meer dagen in de week met de trein reizen. Het feit dat we ons hebben gericht op Maand- en Jaartrajectkaarthouders speelt hier mee; deze abonnementen zijn niet lonend als men er weinig mee reist.
8
1%
733
100%
In de enquête hebben we respondenten ook gevraagd of zij vóór of na de spits zouden reizen als zij, om welke reden dan ook, niet tijdens de ochtendspits kunnen reizen. In Figuur 2.1 staat de afweging van respondenten die 5 keer per week met de trein tijdens de ochtendspits reizen als de ochtendspits respectievelijk 1 of 2 uur zou duren. Dit geeft ons een indruk van de voorkeuren die reizigers hebben om eerder of later op het werk aan te komen.
In de enquête hebben we ook gevraagd of respondenten, als zij de spits zouden mijden, de eindtijd van hun werk kunnen aanpassen als zij eerder of later op het werk aankomen. Rond de 45% van de respondenten kan op enige manier de werktijden aanpassen. Ongeveer 40% geeft ‘anders’ aan. Dit kan duiden op de mogelijkheid onder bepaalde voorwaarden de werktijden te kunnen aanpassen. Het hebben van afspraken met collega’s of klanten is een reden niet altijd de werktijden te kunnen aanpassen. Al met al lijkt de groep respondenten enige flexibiliteit te hebben werktijden aan te passen. Dit is een gunstige voorwaarde de spits te kunnen mijden. Bij een korte ochtendspits, 07.30 - 08.30 uur, kiest bijna 70% van de respondenten, die 5 keer in de week tijdens de ochtendspits reist, er voor alle reizen vóór de ochtendspits te maken. Als de ochtendspits langer wordt, wordt dit iets minder, maar veruit de meesten willen vóór de ochtendspits reizen. Uit Figuur 2.1 komt ook naar voren dat reizigers de voorkeur hebben alle reizen dezelfde richting op te veranderen in tegenstelling tot een paar keer per week vóór en een paar keer per week na de ochtendspits te reizen.
tabel 2.6 aantal dagen per week dat men doorgaans tijdens de ochtendspits naar het werk reist Aantal
Percentage
3 dagen
39
5%
4 dagen
275
38%
5 dagen
398
54%
wisselend, gemiddeld meer dan 3 dagen Totaal
21
3%
733
100%
figuur 2.1 respondenten die 5 keer per week in de ochtendspits reizen: verplaatsen naar vóór of na de spits (n = 398) 100%
tabel 2.7 mogelijkheid om werktijd aan te passen aan aankomsttijd op het werk
90%
Percentage
91
12%
117
16%
60%
62
8%
50%
120
16%
40%
32
4%
anders
311
42%
30%
Totaal
733
100%
eerder beginnen, eerder stoppen later beginnen, later stoppen eerder beginnen, eerder stoppen en later beginnen, later stoppen volledig vrij bepalen
70%
20% 10% 0 0%
12
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
07.00 - 09.00 uur
80%
Aantal eindtijd van mijn werk ligt vast
07.30 - 08.30 uur
5 4 3 2 1 0 vóórvóór00 --nana 5vóórvóór11 - -nana 4vóórvóór22 - -nana 3vóórvóór33 --nana 2vóórvóór44 --nana 1vóórvóór55 --nana 0
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
13
U nietspitsmijden = Dummy_geen dalurentrajectabonnement U = Dummy_geen dalurentrajectabonnement " korting * korting + " supplement * supplement + " sde * sde(i U spitsmijden,i =nietspitsmijden U nietspitsmijden = Dummy_geen dalurentrajectabonnement i = 0,.....,5 i = 0,.....,5 U nietspitsmijden = Dummy_geen dalurentrajectabonnement i = 0,.....,5 i = 0,.....,5 !
!before before sde sde(i) = sde * ( r " i) * (i) = sde * (r " i) * before before + after before + after sde(i) = sde * ( r " i) * before before + after ! sde(i) = sde * ( r " i) * after after " korting * korting " supplement * sde +sdl " sdl(i)*=sdl (i) Dalurentraject(i)*before sdl *aan *+ " sdevoor sdl sdl (i) *=supplement (r "dei)keuze (r " i) *+ after De functie U spitsmijden,i =staat voor het nut +dat we ontlenen een after before + after before + after = sdl * r " i * sdl i ) voor( het) aantal abonnement waarbij de=(i Dummy_geen staat keer per week dat men nog in de spits reist5. Dit after U nietspitsmijden dalurentrajectabonnement before + after = sdl * r " i * sdl i ) ( De )korting is betekent dus dat i staat voor het aantal spitssupplementen dat een reiziger( aankoopt. before + after i = 0,.....,5 !
figuur 2.2 aanpassing reisgedrag om de spits te mijden (n = 4.278)
de geboden korting per week op het huidige abonnement. In de enquête was dit voor een tweede sde € = 7,50 maxofpat " arrival sde = max pat " arrivalbefore ,0 ! ! klas abonnement € 30 of € 70 per maand (ofwel € 17,50 per week). before ,0 De supplementkosten ,0 sde = max pat " arrival ! = " * korting + " * supplement U before zijn de kosten die een reiziger per week kwijt is aan het kopen van een supplement. Voor een tweede+ " sde * sde(i) + " sdl * sdl(i) spitsmijden,i korting supplement sde = max pat " arrivalbefore ,0 ! ! before klas abonnement kostte een supplement € 1,50; € 5,50after per"dag. pat,0 maxof sdl = max arrival Usdl €= 3,50 =arrival Dummy_geen dalurentrajectabonnement after " pat,0
Aantal spitssupplementen per week
(
1
3%
Behoud huidige abonnement 80%
2
3%
3
Dalurentrajectabonnement 20%
2%
0
9%
4
5
2%
1%
!
Als we vervolgens kijken naar de keuzes, die respondenten hebben gemaakt als zij konden kiezen tussen hun huidige abonnement of een Dalurentrajectabonnement, blijkt dat 80% van de keuzes voor het behouden van het huidige abonnement is. De respondenten zouden 9% van de reizen maken met een Dalurentrajectabonnement waarbij zij dan alle dagen van de week de spits mijden. Uit de antwoorden in de enquête blijkt dat, hoe korter de spits en hoe hoger de korting, hoe meer reizigers bereid zijn een Dalurentrajectabonnement te kopen. Hoe hoger de prijs van een supplement, hoe minder reizigers bereid zijn een Dalurentrajectabonnement te kopen. In de volgende paragraaf gaan we verder met de rekenkundige analyse van de data en betekenis van de resultaten voor de schedule kosten en de abonnementskeuzes. 2.2.4 De analyse We analyseren de antwoorden uit de enquête door gebruik te maken van discrete keuzemodellen4. Discrete keuzemodellen zijn rekenkundige gedragsmodellen waarin we de kans berekenen dat personen een bepaalde keuze maken. Aangezien de keuze, die personen krijgen voorgelegd, discreet moet zijn, moeten de geboden alternatieven elkaar uitsluiten, uitputtend en eindig zijn. Discrete keuzemodellen gaan er van uit dat consumenten gedrag vertonen dat hun nut optimaliseert. De nutsfunctie, die we in een discrete keuzemodel gebruiken, bestaat uit een waarneembaar gedeelte en een gedeelte dat niet waarneembaar is. Het grote voordeel van discrete keuzemodellen is dat de onderzoeker de verdeling van de niet waarneembare term zelf kan bepalen. Bij het simuleren van de discrete keuzemodellen kijken we dan ook naar de kans dat we de niet waarneembare component van de nutsfunctie observeren. Uit de simulatie krijgen we de geschatte coëfficiënten van de nutsfuncties. De nutsfuncties die we schatten zijn:
U spitsmijden,i = " korting * korting + " supplement * supplement + " sde * sde(i) + " sdl * sdl(i) U nietspitsmijden = Dummy_geen dalurentrajectabonnement i = 0,.....,5
!
! !
! !
! ! !
! !
4 Voor een uitgebreide omschrijving van discrete keuzemodellen verwijzen we naar Train, K. E. (2003).
! 14
(
(
)
)
aannames, aan een multinominal logit model, los te laten. Een mixed ,0) sde =die maxten " arrivalbeforeliggen ( patgrondslag ,0de sde =kunnen max( pat " arrivalbefore ) keuzes die reizigers maken logit hebben ! model staat toe dat de factoren, !die invloed sdl = max (arrivalop after " pat,0) " pat,0 sdl = max arrival maar die niet in(het model staan, kunnen zijn over tijd. Dit betekent dat, als reizigers ) gecorreleerd after ! sdl = max( arrivalafter " pat,0) ! herhaalde keuzes maken, we kunnen aannemen dat sde(i) er achtergrondkenmerken zijn die telkens een ! sde(i) ! rol spelen in de keuze die een reiziger maakt.!We kunnen sde(i) sdl(i) de data die we hebben dus zien als een ! sdl(i) Ook kunnen we bij een mixed logit model rekening houden met verschillen in voorpaneldataset. ! ! sdl(i) U niet spitsmijden keuren van reizigers. Verschil in voorkeur kunnen we verklaren door factoren die niet in het model ! U niet spitsmijden ! !U niet spitsmijden2 " staan of die gewoon random variëren. !
!
"2
!
!" 2
U spitsmijden,i
!
!U spitsmijden,i
!
!
!
before before + after after sdl(i) = sdl * ( r " i) * before + after sde(i) = sde * ( r " i) *
)
) ( ) nietspitsmijden ( sde(i) = sde * ( r " i) * " pat,0 = max before after ("arrival ) " korting *+korting + after "+ * supplement + " * sde i + " * sdl i U spitsmijden,i = " korting = * sdl korting *supplement supplement + " * sde i + " * sdl i U spitsmijden,i ( ) ( ) ( ) ( ) sde sdl supplement sde sdl i = 0,.....,5 ! !sdl = max arrival " pat,0 De uren, die het de reizigers per weekafter kost de sde(i) reistijd aan te passen om voor de spits ( te reizen, after is de ) sde(i) U! = Dummy_geen dalurentrajectabonnement U nietspitsmijden = Dummy_geen dalurentrajectabonnement nietspitsmijden * (r " i) *de uren die het de reiziger per week kost de reistijd aan te passen om sdl(early, i) = sdl , en schedule delay sde(i) before + after ! i =te0,.....,5 i =de 0,.....,5 na spits reizen, is de schedule ! delay late, sdl(i). De berekening van!sde(i) en sdl(i) is als volgt: ! sdl(i) ! * sde(i) + " sdl * sdl(i) U spitsmijden,i = " korting * korting + " supplement * supplement + " sdebefore = sde * ( r ! " i) * sde (i)spitsmijden ! !sdl(i) U niet U niet spitsmijden before + after U = Dummy_geen dalurentrajectabonnement !sde nietspitsmijden U( niet ,0 = max pat " arrival spitsmijden ! ) before ! before before after ! ! ! U niet spitsmijden i= i) ** ( r " i) * sde(i) = sde sdl (*i)0,.....,5 (r="sde " 2(i) = sdl * ( r " i) * "2 ! 2 before + after before + after before + after " sdl = max( arrivalafter " pat,0) ! ! !" 2 after after U spitsmijden,i U spitsmijden,i = sdl * r " i * sdl i sdl i = sdl * r " i * ( ) ( ) ( ) ( ) ! ! Ubefore +before after + after spitsmijden,i ! sde(i) before ! !U spitsmijden,i sde i = sde * ( r " i) * !! ,0) sde = max( pat " arrivalbefore ! () before + after ! i=4 i=4 sdl(i) ! ! after ! i=4 = sdl * r " i * sdl i ,0 sde = max pat " arrival ,0 sde = max pat " arrival ( ) ( ) " pat,0 sdl = max arrival . De prefered arrival !Waarbij, ( ) before +) en ( !( after ! i=5 i =)4 afteri = 5 U niet spitsmijden before before time, pat, is berekend gemiddelde te nemen van de aankomsttijden (volgens ! i door = 5 het rekenkundige ! de respondenten week hebben ingevuld. De before en arrival ! over eensde(i) !i =arrival ! sdl =2 maxdie " pat,0 sdldienstregeling) = max 5 (arrival ("arrival after)" pat,0) after after is de ! aankomsttijd die een respondent zou hebben als hij respectievelijk de trein zou nemen, !die !! van ! ! sdl(i) sdeaankomt = max( pat " arrival het laatste vóór het begin ! before ,0) de spits, en de trein zou nemen, die het vroegst mogelijk sde(i) sde(i) !U spitsmijden,i aankomt, als hij na de spits zou reizen. ! ! U niet spitsmijden ! sdl(i) sdl(i) ! sdl = max( arrivalafter " pat,0) Before en after verwijst naar de verdeling tussen reizen vóór en na de spits, die respondenten ! i=4 ! !zouden " 2 zouden kunnen reizen6. Tot slot staat r voor het U niet U kiezen als zij niet tijdens de ochtendspits spitsmijden !niet spitsmijden sde(i) referentiegedrag, dat een respondent gewoonlijk tijdens de ochtendspits met de i = 5 het aantal keer ! ! !2 2 U spitsmijden,i " naar"het trein werk reist. sdl(i) ! U spitsmijden,i = " korting * korting + " supplement * supplement + " sde * sde(i) + " sdl * sdl(i) ! !! = " korting * korting + " supplement * supplement + " sdeU* sde(i) + "=sdlDummy_geen * sdl(i) UU spitsmijden,i U dalurentrajectabonnement U niet spitsmijden staat voor het nut dat U respondenten de keuze voor het Despitsmijden,i functie spitsmijden,i =nietspitsmijden " korting *ontlenen korting + "aan supplement * supplement + " sde * sde(i) + " sdl * sdl(i) U nietspitsmijden = Dummy_geen dalurentrajectabonnement ! i = spitsmijden,i 4 i = 0,.....,5 huidige abonnement. Deze nutsfunctie bestaat uit de alternatief specifieke constante, de U = Dummy_geen dalurentrajectabonnement ! nietspitsmijden !! i = 0,.....,5 " 2 Dalurentrajectabonnement, voor dummy_geen het gebruik van het huidige abonnement. i =i =50,.....,5 4 i = dummy 4 i =interpreteren De we als het relatieve!nut van het gebruik van het huidige abonnement before !! U van r " i)nu * niet in het model verklaren. sde(i) = sde ! spitsmijden,i ten opzichte de andere alternatieven voor alle factoren die* (we ! before + after i =(i)5= sde * (r " i) * before i = 5 sde ! before before + after sde(i) = sde * ( r " i) * after ! r " i) *+ after sdl(i) = sdl * (before ! after beforesimpel + after discreet keuzewe een multinominal logit model. Dit is een !In eerstesdlinstantie " i) * (i) = sdl * (rschatten after before + after i = 4 = sdl * r " i * sdl i ( ) ( ) model dat erg handig is voor het schatten van de eerste resultaten een dataset. Vervolgens before +uit after ! !schatten we een mixed logit model. Dit is een discreet keuzemodel met de mogelijkheid de strikte sde = max( pat " arrivalbefore ,0) i=5 !
!
!
(
)
i=4
U spitsmijden,i
i=4
! 5 Voor respondenten, die maar 3 keer per week reizen, bestaan i = 4 en i = 5 niet. Voor respondenten die 4 keer per week reizen, ! bestaat i = 5 niet. !i = 5 6 We hebben alle respondenten gevraagd hun scheduling voorkeuren aan te geven in een hypothetische situatie, dus ook als zij nooit ! buiten de spits zouden reizen. Op basis van de antwoorden, die respondenten gaven die wel buiten de spits zouden willen reizen, blijkt ! ! dat dit een goede indicatie is voor de scheduling keuze van respondenten. ! !
sde = max( pat " arrivalbefore ,0)
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
sdl = max( arrivalafter " pat,0)
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
15
U spitsmijden,i = " korting * korting + " supplement * supple
sde = max( pat " arrivalbefore ,0)
!
U nietspitsmijden = Dummy_geen dalurentrajectabon i = 0,.....,5
sdl = max( arrivalafter " pat,0) !
2.3 Resultaten
sde(i)
!
sdl(i)
!
U niet spitsmijden
De geschatte coëfficiënten van het multinominal logit model staan in Tabel 2.9. Dit vrij simpele ! 2 model blijkt in staat een groot gedeelte, een " van 0,615, van het reisgedrag in de trein te verklaren7. Bovendien zijn alle coëfficiënten significant verschillend van 0 bij een betrouwbaarheidsinterval ! U spitsmijden,i van 99%. De overeenkomstige schedule kosten geven we weer in Tabel 2.10.
!
before before + after after sdl(i) = sdl * ( r " i) * before + after
!
sde = max( pat " arrivalbefore ,0)
!
In Tabel 2.10 staan de kosten voor te laat en te vroeg aankomen (value of schedule delay early/late) = 4 en de coëfficiënt van korting (of supplement) te door de ratio’s van de coëfficiënt van sde (ofisdl) ! berekenen. Uit deze ratio’s blijkt dat reizigers bereid zijn een uur eerder dan hun geprefereerde i=5 aankomsttijd aan te komen op hun bestemming als ze daarvoor € 5,03 korting per keer op de abonnementsprijs krijgen. Een uur!later dan geprefereerd aankomen, staat gelijk aan een korting van rond de € 4,10 per keer op de abonnementsprijs. Opvallend in dit model is dat de kosten voor ! te laat komen kleiner zijn dan de kosten voor te vroeg komen. Dit vinden we in studies bij weggebruikers niet, maar is een resultaat dat in toepassingen voor treinverkeer vaker voorkomt. Het feit dat in de opzet van het model de invloed van diegene die niet te laat willen komen (dus aangeven altijd hun reizen te verschuiven naar vóór de spits en dus een hoge waarde voor de schedule delay late kosten hebben) op de waarde van de schedule delay late kosten 0 is, is hiervoor een verklaring. Een andere verklaring kan zijn dat reizigers te laat komen met de trein kunnen afwentelen op het vervoersbedrijf waardoor zij deze kosten minder hoog waarderen. Wat dit betreft levert de schatting van het model met een panelstructuur betere resultaten op. tabel 2.9 geschatte resultaten multinominal logit model Coëfficiënt
Waarde
Standard error8
T-waarde9
β-sde
-0,488
0,0296
-16,45
β-sdl
-0,398
0,0304
-13,07
β-korting
0,0970
0,00662
14,66
β-supplement
-0,236
0,00976
-24,15
2,25
0,118
19,04
dummy_geen Dalurentrajectabonnement
0,615
ρ2
sde(i) = sde * ( r " i) *
sdl = max( arrivalafter " pat,0) ! !
sde(i) sdl(i)
!inzichtelijk U niet spitsmijden De schatting van het model met een panelstructuur levert resultaten op die beter maken wat het reisgedrag in de trein verklaart (zie Tabel 2.11 en 2.12). In het model zijn alle coëfficiënten ! 2 significant verschillend van 0 bij een betrouwbaarheidsinterval van 99% en bovendien is de " hier 0,66. In dit model vinden we dat de schedule delay late coëfficiënt inderdaad groter is dan de ! spitsmijden,i schedule delay early coëfficiënt. Bovendien ligt de puntschatting van de coëfficiënten veelUdichter bij elkaar.
!
i=4 De waarde van de dummy_ geen Dalurentrajectabonnement is 3,60 met een geschatte standaard ! afwijking van 2,5. Dit geeft aan dat de verdeling van waarnemingen van de dummy redelijk gespreid i=5 is, en er dus grote verschillen zitten in het nut dat respondenten aan de verschillende abonnementen toekennen. Er is een groep die het Dalurentrajectabonnement erg aantrekkelijk ! vindt, maar er is ook een groep die dit helemaal niet vindt. !
Reizigers zijn bereid een uur af te wijken van hun geprefereerde aankomsttijd als zij daar een korting van ongeveer € 4,00 op hun abonnement voor krijgen per keer dat ze dit doen. Reizigers zijn bereid om € 2,30 te betalen om de tijdsperiode, waarin het Dalurentrajectabonnement niet geldig is, een uur te verkorten. Ook hier geeft het verschil tussen de schatting van de coëfficiënten voor de korting en het supplement weer dat reizigers de moeite om een supplement te kopen ook beprijzen.
NB: Alle coëfficiënten zijn significant bij een betrouwbaarheidsinterval van 99%.
tabel 2.10 waarden schedule delay kosten
tabel 2.11 geschatte resultaten mixed logit model (panel)
U spitsmijden,i = " korting * korting + " supplement * supplement + " sde * sde(i) + " sdl * sdl(i) VSDE VSDL U spitsmijden,i = " korting * korting + " supplement * supplement + " sde * sde(i) + " sdl * sdl(i) U nietspitsmijden = Dummy_geen dalurentrajectabonnement korting -5,03 € /uur -4,10 € /uur U nietspitsmijden = Dummy_geen dalurentrajectabonnement i = 0,.....,5 supplement 2,07 € /uur 1,69 € /uur i = 0,.....,5
Coëfficiënt
before sde(i) = sde * ( r " i) * ! before before + after sde(i) = sde * ( r " i) * Verder blijkt uit de schedule delay kosten dat reizigers bereid zijn € 2,07+ after te betalen om de periode before after sdl(i) = sdl * ( r " i) * after before + after waarin het Dalurentrajectabonnement niet geldigsdlis(ite sdl * ( r " i) * met een uur, als dit zou betekenen ) = verkorten before om + after dat de spits later zou beginnen. Reizigers zijn bereid € 1,69 te betalen de periode waarin het
β-supplement
!
! !
! !
! ! !
16
Dalurentrajectabonnement niet geldig is met een uur te verkorten, als dit betekent dat de spits ,0) sde = max( pat " arrival eerder zou eindigen. before Hierbij moeten we opmerken de coëfficiënt ,0) het supplement zowel sdedat = max ! ( pat " arrivalbeforevan desdl prijs van het supplement als de moeite om het supplement te kopen, de transactiekosten, = max (arrival after " pat,0) " pat,0 sdl = max( arrivalafter verklaart. Dit is ook te zien in het verschil tussen de coëfficiënt van de korting en de coëfficiënt van ) sde(i) het supplement. Belangrijk is in het achterhoofd te houden dat al deze resultaten van toepassing ! sde(i) zijn op reizigers die frequent tijdens de ochtendspits met de trein naar het werk reizen. sdl(i)
-0,690
0,0420
-16,43
-0,705
0,0462
-15,26
0,174
0,0108
16,04
-0,300
0,0124
-24,27
dummy_geen Dalurentrajectabonnement
3,60
0,228
15,80
dummy_geen Dalurentrajectabonnement (sigma)
2,50
0,143
17,49
VSDE
VSDL
-3,97 € /uur
-4,05 € /uur
2,30 € /uur
2,35 € /uur
ρ2
tabel 2.12 waarden schedule delay kosten
korting
!
U niet spitsmijden
supplement
2
i=4
!
i=5
!
2008 |! 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV ! !
0,658
NB: Alle coëfficiënten zijn significant bij een betrouwbaarheidsinterval van 99%.
sdl(i)
7 " geeft aan in hoeverre de onafhankelijke variabelen in het model de spreiding van de afhankelijke variabele kunnen verklaren. ! 2 Het is dus een maatstaf voor de verklaringskracht van het model. " heeft een waarde tussen 0 en 1. U spitsmijden,i 8 De standard error geeft aan wat de gemiddelde afwijking van het gemiddelde in de steekproef is. ! U spitsmijden,i 9 T-waarde geeft aan of de waarde van de coëfficiënt significant anders is dan 0.
T-waarde
β-sdl
!
U niet spitsmijden
Standard error
β-sde β-korting
!
Waarde
i=4 i=5
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
17
tabel 2.13 aandeel dalurentrajectabonnement Evenredige kortings- en supplementsprijs
Afstand10
30 - 40 km
korting op het abonnement
50 - 60 km
Kortingspercentage lager dan supplementsprijs 30 - 40 km
50 - 60 km
Kortingspercentage hoger dan supplementsprijs 30 - 40 km
50 - 60 km
20%
20%
20%
20%
30%
30%
korting per maand
€ 29,57
€ 43,95
€ 29,57
€ 43,95
€ 44,35
€ 65,93
prijs supplement per dag
€ 1,48
€ 2,20
€ 2,96
€ 4,40
€ 1,48
€ 2,20
aandeel dalurentrajectabonnement
14%
16%
8%
10%
21%
24%
aanpassing van totaal aantal ritten naar daluren
5,8%
8,1%
5,4%
7,9%
8,3%
12,0%
aanpassing totaal aantal ritten van houders dalurentrajectabonnement
40,7%
52,3%
66,3%
82,0%
40,8%
51,3%
kosten NS per gemeden spitsrit
€ 1,90
€ 2,90
€ 1,01
€ 2,22
€ 3,93
€ 5,36
kosten NS per zitplaats per km
€ 0,05
€ 0,05
€ 0,03
€ 0,04
€ 0,11
€ 0,10
NB: Alle schattingen zijn gebaseerd op voorkeuren van reizigers die frequent voor het werk tijdens de ochtendspits reizen.
2.4 Gevolgen voor reisgedrag Nu we deze schattingen hebben, kunnen we bekijken wat dit concreet betekent voor het gedrag van treinreizigers. Hiervoor hebben we uit de groep respondenten diegene genomen die tussen de 30 - 40 tariefkilometer en tussen de 50 - 60 tariefkilometer reizen. De opzet van het model leidt er toe dat de hoogte van de korting de afweging voor het wel of niet kopen van een Dalurentrajectabonnement bepaalt. Terwijl de hoogte van het spitssupplement bepaalt of reizigers dit abonnement zouden willen kopen, maar ook hoeveel dagen zij vervolgens hun reisgedrag aanpassen. In Tabel 2.13 staat voor verschillende kortingspercentages en supplementsprijzen het aandeel van Dalurentrajectabonnementen. Als de korting en de supplementsprijs evenredig zijn aan elkaar (dit betekent dat als je een Dalurentrajectabonnement koopt en 5 dagen in de week een spitssupplement koopt, je per saldo op 0 uitkomt), zal ongeveer 15% van de reizigers een Dalurentrajectabonnement kopen en in totaal zullen 40% tot 50% van de reizen, die deze mensen in totaal maken, buiten de ochtendspits plaatsvinden. Dit zijn voor een afstand van 50 - 60 tariefkilometer in totaal 8,1% van de ritten. Als we kijken naar het verschil tussen de kosten van de korting en de opbrengsten van spitssupplementen, kost het de NS € 2,90 om een plek vrij te maken in de spits op een traject van 50 - 60 kilometer. De kosten per zitplaats per kilometer zijn € 0,05 (€ 1,90/ 35 km). Als het kortingspercentage lager zou liggen dan de prijs van een spitssupplement, kost het reizigers netto meer dan de korting om 5 dagen per week met een spitssupplement te reizen. Het gevolg is dat minder reizigers een Dalurentrajectabonnement zouden kopen dan in de eerste situatie, maar dat de houders van een Dalurentrajectabonnement wel een groot gedeelte van hun ritten buiten de ochtendspits zouden maken. Effectief levert dit bijna dezelfde reductie in spitsreizen op als het eerste alternatief met minder kosten voor de NS om een zitplaats vrij te maken in de ochtendspits. Wanneer het kortingspercentage hoger zou liggen dan de effectieve prijs van een spitssupplement (een treinreiziger houdt geld over van de korting die hij ontvangt als hij 5 dagen in de week met een spitssupplement zou reizen), kopen meer reizigers het Dalurentrajectabonnement dan in de eerste situatie. Het totaal aan reizen dat mensen met een Dalurentrajectabonnement zouden aanpassen,
is ongeveer gelijk aan het eerste alternatief waardoor men in totaal meer reizen zou aanpassen. De reden, dat meer reizigers de kaart zullen aanschaffen, is dat de kosten voor het aanpassen van de reistijd relatief laag zijn. De kosten voor de NS om een zitplaats vrij te maken, zijn daarentegen wel hoger dan in de eerste situatie.
2.5 Conclusie In het onderzoek naar Spitsmijden in het OV hebben we een gedragsmodel ontwikkeld waarin we de aantrekkelijkheid van spitsmijden kunnen meten. Het blijkt dat er een groep reizigers is voor wie het interessant is de spits te mijden als zij daar een positieve prijsprikkel voor ontvangen. Als we kijken naar de keuzes die respondenten hebben gemaakt als zij konden kiezen tussen hun huidige abonnement of een Dalurentrajectabonnement, blijkt dat 20% van de keuzes een Dalurentrajectabonnement zou zijn. Uit het gedragsmodel blijkt dat respondenten bereid zijn een uur eerder of later te reizen als zij ongeveer € 4 korting op hun abonnement ontvangen. Reizigers zijn bereid om € 2,30 te betalen om de tijdsperiode, waarin het Dalurentrajectabonnement niet geldig is, een uur te verkorten. Bij doorverlating van de gevonden resultaten naar veranderingen in reisgedrag blijkt dat het voor de NS potentieel mogelijk zou zijn met een positieve prijsprikkel 5,8% (afhankelijk van de gekozen tariefkilometer en proposities) van de reizen tijdens de ochtendspits te verschuiven naar buiten de ochtendspits. Voor een traject van 30 - 40 tariefkilometers kost dit de NS € 1,90 per gemeden spitsrit, of € 0,05 per zitplaats per kilometer. Of dit een aantrekkelijke businesscase is voor de NS, is ook afhankelijk van de nettokosten die gepaard gaan met invoering van een positieve prijsprikkel en de opbrengsten die de NS genereert door de vrijgekomen zitplaatsen te verkopen. Een positieve prijsprikkel lijkt voldoende potentieel te bieden om inzet van dit prijsmechanisme in overweging te nemen.
10 Het midden van de afstandsklasse bepaalt de kosten van het abonnement. Alle prijzen op basis van een tweede klas abonnement. De duur van de spits is gedefinieerd op 07.00 - 09.00 uur.
18
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
19
3. Praktijkproef: Spitsmijden in het OV In de proef Spitsmijden in het OV hebben we met het aanbieden van een Dalurentrajectabonnement in de praktijk gekeken of treinreizigers de spits willen en kunnen mijden. Hiervoor is een praktijkproef opgezet waarin de NS, tijdelijk, Dalurentrajectabonnementen heeft aangeboden aan treinreizigers op het traject Utrecht CS - Den Haag CS. In dit hoofdstuk beschrijven de opzet van de praktijkproef en geven we de bevindingen weer.
3.1 Spitsmijden tussen Utrecht CS en Den Haag CS: de proef 3.1.1 Selectie van deelnemers In de periode van februari tot en met juni 2009 is een proef gestart voor Spitsmijden in het OV, deels op hetzelfde traject als eerdere proeven voor Spitsmijden: Utrecht - Den Haag. Ook in dit onderzoek hebben we ons gericht op reizigers, die voor het werk met een Jaartrajectabonnement met de trein reizen. Werving via werkgevers Bij de selectie van de doelgroep hebben we rekening gehouden met het feit dat, voor de afweging die reizigers maken, het belangrijk is dat de prijsprikkel ten gunste komt van henzelf. Veel werknemers krijgen echter de reiskosten vergoed door de werkgever. Zij hebben een abonnement via hun werkgever (B2B-klanten voor de NS), waardoor een korting dus ook naar de werkgever zou gaan. Daarom heeft NS een aantal bedrijven in Den Haag benaderd met de vraag of we hun medewerkers, die in het bezit zijn van een Jaartrajectabonnement, konden benaderen mee te doen aan de proef en of we de korting aan de werknemers konden uitbetalen. In totaal hebben 15 werkgevers meegewerkt aan deze praktijkproef. Samen hebben zij rond de 600 werknemers die een Jaartrajectabonnement hebben. Deze 600 reizigers hebben we aangeschreven voor deelname aan de praktijkproef. Hiervan hebben 32 reizigers zich aangemeld voor de proef (respons van 5%). Zij hebben vanaf 21 februari 2009 tot 22 juni 2009 met een Dalurentrajectabonnement gereisd.
Individuele werving Om het aantal deelnemers te verhogen zijn in een tweede wervingsronde nog 1.900 reizigers aangeschreven. Ditmaal waren het zowel B2B-klanten als B2C-klanten (klanten die zelf een abonnement kopen), en zijn de werkgevers niet benaderd voor toestemming om mee te doen. Hieruit hebben 93 reizigers zich aangemeld voor de proef (respons van 5%). Zij hebben vanaf 21 maart 2009 tot 22 juni 2009 met een Dalurentrajectabonnement gereisd. In totaal hebben 125 reizigers zich aangemeld voor de proef waarvan er uiteindelijk 124 hebben deelgenomen. Verschil daadwerkelijk en verwacht aantal deelnemers Het verschil in respons tussen de praktijkproef en de schatting van het aantal reizigers op een traject van 30 - 40 tariefkilometer, dat een Dalurentrajectabonnement interessant zou kunnen vinden (Tabel 2.13), kunnen we verklaren door het feit dat het om 2 verschillende populaties gaat. In de praktijkproef is de selectie van deelnemers gericht op reizigers op het traject Utrecht CS Den Haag CS, terwijl de respondenten uit de panelenquête in principe over alle trajecten door Nederland zijn verdeeld. Ook hebben reizigers zelf gekozen te participeren in de praktijkproef. Daarnaast wijkt de praktische uitvoering van de proef en vooral de aanschaf van spitssupplementen af van de aannames die we in het panelonderzoek hebben gedaan. Daar hebben we namelijk aangenomen dat een spitssupplement overal te koop is en niet alleen via internet. Bovendien hoefden de respondenten in het panelonderzoek niet daadwerkelijk hun abonnement om te ruilen voor een Dalurentrajectabonnement. Ook aannames in de simulatie van de resultaten van het panelonderzoek kunnen leiden tot dit verschil in participatie. 3.1.2 Opzet van de proef Deelnemers hebben hun Jaartrajectabonnement ingeruild voor een Dalurentrajectabonnement. Dit abonnement heeft dezelfde voorwaarden als het abonnement dat deelnemers al hadden, met de uitzondering dat het abonnement niet geldig is in de trein tussen 07.30 - 09.00 uur. Hiervoor hebben zij ongeveer 20% van de prijs van hun abonnement teruggekregen. De kosten van een spitssupplement zijn vastgesteld op 20% van de dagprijs van een Jaartrajectabonnement. Voor de aanschaf van een spitssupplement is een internetapplicatie ontwikkeld waar deelnemers on line een spitssupplement konden kopen en uitprinten. Enquêtes Deelnemers hebben voor de start van de proef een on line deelnemersaccount gekregen waar zij informatie over de proef konden vinden en verschillende keren enquêtes en logboeken hebben ingevuld. Elke deelnemer heeft een begin- en een eindenquête ontvangen, met vragen over persoonlijkheidskenmerken en reisgedrag. Deze enquêtes staan respectievelijk in bijlage B en C. In de beginenquête wilden we weten hoe vaak deelnemers gewoonlijk met de trein naar het werk gaan en hoe vaak ze in de ochtendspits reizen. Daarnaast wilden we weten wat de ervaring van deelnemers is met het reizen in de trein en het reizen tijdens de ochtendspits. In deze enquête hebben we ook naar een aantal socio-economische en –demografische kenmerken van de deelnemers gevraagd. Van de 124 deelnemers hebben 120 de beginenquête ingevuld. De eindenquête is gericht op het meten van de ervaringen die deelnemers hebben met Spitsmijden in het OV. Van de 124 deelnemers hebben 73 deelnemers de eindenquête ingevuld. In de enquête geven deelnemers aan hoe vaak ze gemiddeld hun reisgedrag hebben aangepast, hoe ze dit gedaan hebben en of het mijden van de spits ze is bevallen. Logboeken In het logboek hebben deelnemers voor maximaal 6 werkweken, verspreid over de duur van de proef, aangegeven op welke dagen ze wel of niet hebben gewerkt en waarom en op welk tijdstip ze hebben gereisd. Respondenten hebben een logboek ingevuld voor de week voorafgaande aan de start van de proef. Vervolgens hebben ze gedurende de proef elke maand een logboek ingevuld. Het laatste logboek hebben ze ingevuld over de week na afloop van de proef. Een voorbeeld van een logboek staat in bijlage D.
20
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
21
3.2 Resultaten
deelnemers dat zij ook wel een regulier treinkaartje hebben gekocht in plaats van een spitssupplement om toch tijdens de spits te kunnen reizen. Als we alleen naar het aantal verkochte spitssupplementen kijken, overschatten we dus waarschijnlijk het aantal reizen dat buiten de spits heeft plaatsgevonden.
Om te kijken hoe treinreizigers hun reisgedrag hebben aangepast, hebben we de antwoorden uit de enquêtes en de logboeken bekeken. In de analyse van de enquêtes hebben we alleen de enquêtes gebruikt van de respondenten, die zowel de begin- als de eindenquête hebben ingevuld. In totaal komt dit uit op 73 deelnemers. In de analyse van de logboeken hebben we alleen de gegevens bekeken van deelnemers, die het logboek hebben ingevuld in de week voorafgaande aan de proef en minimaal 1 week gedurende de proef. Daarnaast hebben we de respondenten geselecteerd, die in de week voorafgaande aan de proef minimaal 1 keer met de trein hebben gereisd en voor wie we een goede match konden vinden tussen de gerapporteerde aankomsttijden en de aankomsttijden volgens de reisplanner. In totaal levert dit voor 72 respondenten bruikbare gegevens op.
Hoe hebben deelnemers de spits gemeden Op basis van de gegevens in de logboeken kunnen we kijken op welk tijdstip deelnemers hebben gereisd vóór en tijdens de proef. Hierdoor krijgen we inzicht in de manier waarop deelnemers de spits hebben gemeden. In Figuur 3.1 staat de aankomsttijd van de reizen in de week voorafgaande aan de proef en de aankomsttijd van de reizen gemiddeld over een week tijdens de proef. Alle reizen vanaf 07.30 uur vallen in de spitsperiode. Aangezien er aankomsttijden in de figuur staan, is de eerst mogelijke aankomsttijd na de spits ongeveer 09.20 uur vanaf Gouda naar Den Haag CS en 09.30 uur vanaf Utrecht CS naar Den Haag CS.
Normaal reisgedrag Meer dan 90% van de deelnemers aan de proef gaat gewoonlijk 4 tot 5 dagen per week met de trein naar het werk. Aangezien alle deelnemers een Jaartrajectabonnement hebben, ligt dit voor de hand. In Tabel 2.2 is te zien dat bijna eenderde van de deelnemers gewoonlijk nooit tijdens de ochtendspits reist. Zij arriveren dus vóór 07.30 uur op hun aankomststation of vertrekken pas na 09.00 uur vanaf hun beginstation. Voor deze deelnemers is het dus niet nodig het reisgedrag aan te passen en is een Dalurentrajectabonnement erg aantrekkelijk. 35% van de respondenten reist gewoonlijk 4 of 5 keer per week tijdens de ochtendspits.
In deze figuur kunnen we zien dat 76% van de reizen vóór het begin van de proef al vóór de ochtendspits gebeurde. Een groot gedeelte van de reizen, die voor aanvang van de proef tijdens de spitsperiode vallen, valt tegen de grens van de spitsperiode aan (tussen 07.30 - 08.00 uur). Dit kan duiden op relatief lage kosten voor het verplaatsten van het reistijdstip. Daarom zien we ook dat veel reizen tijdens de proef verplaatst zijn naar vóór de spits.
tabel 3.1 aantal dagen per week dat deelnemers gewoonlijk met de trein naar het werk reizen Aantal
Percentage
minder dan 1 dag
2
3%
1 dag
1
1%
2 dagen
1
1%
3 dagen
1
1%
4 dagen
29
40%
5 dagen
38
53%
Totaal
72
100%
figuur 3.1 aankomsttijd van reizen over een week vóór en tijdens de proef (n = 287)
vóór de proef
35%
tijdens de proef
30% 25% 20% 15%
Nb: 1 respondent heeft de vraag niet ingevuld. 10%
22
31%
minder dan 1 dag
10
14%
1 dag
1
1%
2 dagen
8
11%
3 dagen
5
7%
4 dagen
13
18%
5 dagen
12
17%
Totaal
71
100%
Nb: 2 respondenten hebben deze vraag niet ingevuld.
Reisgedrag tijdens de proef Tijdens de proef hebben 22 deelnemers (dat is 18% van de deelnemers) 1 of meerdere spitssupplementen gekocht. In totaal zijn er over de periode van de proef 103 spitssupplementen verkocht. Dit betekent dat er tijdens de proef weinig in de spits is gereisd en de meeste deelnemers, die voor de proef wel in de spits reisden, hun reisgedrag hebben aangepast. Wel weten we uit reacties van
22
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
10:00:00
09:40:00
09:30:00
09:20:00
09:10:00
09:00:00
08:40:00
08:10:00
08:00:00
07:50:00
07:40:00
07:30:00
07:20:00
07:10:00
07:00:00
06:50:00
06:40:00
Percentage
nooit
06:30:00
Aantal
0 0%
06:20:00
tabel 3.2 aantal dagen per week dat deelnemers gewoonlijk met de trein tijdens de ochtendspits (07.30 - 09.00 uur) naar het werk reizen
06:00:00
5%
Als we in de logboeken ook kijken naar die deelnemers, die vóór aanvang van de proef wel in de spits reisden, blijkt dat van de 72 deelnemers, 15 deelnemers in de week voorafgaande aan de proef minimaal 1 reis tijdens de ochtendspits (tussen 07.30 - 09.00 uur) hebben gerapporteerd. Als we afgaan op deze ene gerapporteerde week, blijkt dus dat 80% van de respondenten niet tijdens de ochtendspits reisde in de week voorafgaande aan de proef. Dit in tegenstelling tot de 30% die in de beginenquête heeft aangegeven gewoonlijk nooit tijdens de ochtendspits naar het werk te reizen (Tabel 3.2). Ervaring leert dat zelfgerapporteerde, gegeneraliseerde frequenties afwijken van frequenties als we die in de praktijk meten. De reizigers, die minimaal 1 spitsreis hebben gerapporteerd in de week voorafgaande aan de proef, hebben tijdens de proef hun spitsreizen vooral verplaatst naar vóór de spits. Dit komt vooral omdat zij de reizigers zijn die aan het begin van de spitsperiode reizen en daardoor hun reistijdstip makkelijk kunnen aanpassen.
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
23
Deelnemers positief over reizen buiten de spits Over het algemeen is het de deelnemers aan de proef goed bevallen de spits te mijden. Van de 73 deelnemers, die de eindenquête hebben ingevuld, geeft 89% aan reizen buiten de spits prettiger of veel prettiger te vinden dan tijdens de spits. Het aanpassen van het reistijdstip kost 63% van de deelnemers nauwelijks moeite. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de reizigers, die deelnemen aan de praktijkproef, hun reistijdstip redelijk makkelijk kunnen verschuiven. Dit heeft er waarschijnlijk mee te maken dat een groot gedeelte van deze mensen al tijdens het begin of het einde van de piek reisde, waardoor zij bijvoorbeeld maar 15 minuten hoeven af te wijken van het gewoonlijke reistijdstip. 5% geeft aan dat het aanpassen van het reistijdstip redelijk veel moeite heeft gekost.
figuur 3.2 ervaring reizen buiten de spits ten opzichte van reizen tijdens de spits (n=73) minder prettig 0%
Blijvende gedragsaanpassing? Deelnemers hebben ook aangegeven of ze denken dat hun gedragsverandering na de proef zal standhouden. Tabel 3.4 geeft weer hoe de deelnemers hier over denken. 29 deelnemers geven aan dat zij buiten de spits zullen blijven reizen. Sommigen is het reizen buiten de spits zo goed bevallen dat zij het ook aan anderen zullen aanraden. Het is mogelijk dat de sociale wenselijkheid van bepaalde antwoorden een rol heeft gespeeld in de beantwoording van deze vraag. tabel 3.3 redenen om mee te doen aan de proef N = 73
Aantal
Percentage
beloning
42
58%
bijdrage leveren aan kennis over het treingebruik in de spits
13
18%
experimenteren met mogelijkheden om mijn eigen gedrag aan te passen
14
19%
anders
4
5%
Totaal
73
100%
geen verschil 11%
tabel 3.4 wat doen deelnemers na de proef?
veel prettiger 34%
Aantal tijdens de proef heb ik mijn reisgedrag aangepast om de beloning te verdienen, maar na de proef ga ik weer terug naar mijn reisgedrag van voor de proef
prettiger 55%
tijdens de proef heb ik het tijdstip van de treinreis naar mijn werk aangepast. Dit is mij zo goed bevallen dat ik dit na de proef regelmatig blijf doen.
figuur 3.3 hoeveel moeite kostte het u om uw reistijdstip aan te passen? (n=73)
7 29
tijdens de proef heb ik het tijdstip van mijn treinreis naar mijn werk aangepast. Dit is mij zo goed bevallen dat ik het andere mensen ook zal aanbevelen.
6
het is mij niet gelukt mijn reisgedrag tijdens de proef zodanig aan te passen, dat ik de spits structureel heb kunnen mijden. Dat zal ook na de proef zo zijn.
1
het was voor mij niet nodig om mijn reisgedrag aan te passen, aangezien ik al op het gewenste tijdstip reisde voor de proef. Dat zal ook na de proef zo zijn.
36
anders
5
Nb: meerdere antwoorden per respondent mogelijk.
erg veel 0% redelijk veel 5%
redelijk weinig nauwelijks
32%
63%
De beloning als prikkel De beloning is voor iets meer dan de helft van de deelnemers de reden geweest om mee te doen aan de proef. 18% zegt dat het leveren van een bijdrage aan kennis over het treingebruik in de spits de belangrijkste reden is geweest om mee te doen.
24
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
3.3 Deelnemers en niet-deelnemers aan Spitsmijden in het OV In deze paragraaf vergelijken we de kenmerken van deelnemers en niet-deelnemers van de praktijkproef Spitsmijden in het OV met elkaar. Hiertoe zijn de 2.375 personen, die voor de proef waren aangeschreven maar niet hebben deelgenomen, opnieuw benaderd voor de non-respons enquête. In totaal zijn hiervan 731 enquêtes teruggestuurd, waarmee de respons van dit onderzoek op ruim 30% ligt. De non-respons enquête staat in bijlage E. Voor de analyse gebruiken we gegevens uit de introductie- en eindenquête van deelnemers en gegevens uit de non-respons enquête, die is afgenomen onder niet-deelnemers. Daarnaast maken we een vergelijking met de achtergrondkenmerken van bestaande NS-klanten. Hiervoor zijn data gebruikt uit de NS-onderzoeken Klimaat III (reisgedragonderzoek) en achtergrondkenmerken van het NS-reizigerspanel. In de vergelijking is gekeken naar socio-demografische en socio-economische kenmerken. Vervolgens behandelen we enkele specifieke kenmerken van deelnemers en bespreken we de motivaties van niet-deelnemers.
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
25
3.3.1 Socio-demografische kenmerken Deelnemers en niet-deelnemers zijn op socio-demografische en –economische kenmerken vergeleken op geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, inkomenshuishouden en samenstelling van het huishouden.
tabel 3.6 leeftijd Niet-deelnemers
Percentage
tot 30 jaar
72
12%
4
3%
30 - 40 jaar
143
23%
16
13%
40 - 60 jaar
363
60%
93
75%
32
5%
11
9%
610
100%
124
100%
60+ jaar Totaal
Aantal
Deelnemers
Aantal
Percentage
Opleiding De verdeling in het opleidingsniveau van de deelnemers en niet-deelnemers is redelijk vergelijkbaar. Beide groepen zijn hoog opgeleid, maar in de deelnemersgroep zitten relatief meer HBO’ers terwijl er in de niet-deelnemersgroep meer W.O.’ers zitten. Het hoge opleidingsniveau komt overeen met het gemiddelde opleidingsniveau van vaste NS-klanten. Van alle NS-klanten is 64% hoger en universitair opgeleid. Binnen de proef lag dit percentage zelfs nog wat hoger, maar dit is veroorzaakt door het feit dat de groep, die is benaderd, forensen zijn. Bij NS is deze groep ook hoger opgeleid dan de ‘gemiddelde’ reiziger. tabel 3.7 hoogst genoten opleiding Niet-deelnemers
Geslacht Ongeveer driekwart van de deelnemers aan de proef was man en ongeveer een kwart vrouw. Bij de niet-deelnemers ligt de verhouding tussen man en vrouw gelijker, namelijk op 57% ten opzichte van 43%. Met name de verdeling tussen mannen en vrouwen onder de deelnemers komt niet overeen met de verdeling tussen mannen en vrouwen van NS-klanten. NS heeft juist meer vrouwen (54%) als klant dan mannen (46%). De verdeling onder deelnemers zou kunnen wijzen op een klassieke rolverdeling, waarbij de man meer vrijheid in zijn werk heeft en de vrouw meer zorgtaken (met vaste tijden) op zich neemt. tabel 3.5 geslacht Niet-deelnemers
Aantal
Percentage
Aantal
Deelnemers
Percentage
man
353
57%
53
vrouw
270
43%
20
73% 27%
Totaal
623
100%
73
100%
Percentage
lager onderwijs
2
0%
1
1%
LBO/ LTS/ LEAO
7
1%
0
0%
MAVO/ VMBO
41
7%
7
8%
MBO/ MTS/ MEAO
53
9%
11
12%
HAVO/ VWO HBO/ HTS/ HEAO
26
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
Percentage
51
8%
7
8%
149
24%
42
47%
W.O.
317
51%
22
24%
Totaal
620
100%
90
100%
Inkomen Het maandelijks inkomen van het huishouden van de niet-deelnemers en deelnemers is vergelijkbaar. In beide groepen ligt het maandelijks inkomen tussen de € 2.000 en € 5.000 (+/- 50%). Daarbij moeten we opmerken dat meer dan 30% op deze vraag geen antwoord heeft gegeven. NS heeft over het maandelijks inkomen van vaste klanten geen informatie, dus op dit vlak kunnen we (niet-) deelnemers aan de proef niet vergelijken met bestaande klanten van NS. tabel 3.8 maandelijks inkomen Niet-deelnemers
Deelnemers
Aantal
Percentage
Aantal
184
30%
36
48
8%
7
8%
€ 2.000 - € 3.500
154
25%
23
25%
€ 3.500 - € 5.000
164
26%
17
18%
70
11%
9
10%
619
100%
93
100%
geen informatie
Leeftijd Niet-deelnemers en deelnemers verschillen qua leeftijd enigszins. De groep 40 - 60 jaar en de groep 60+ is bij deelnemers (introductie-enquête) wat groter dan bij niet-deelnemers. Hieruit zouden we kunnen concluderen dat het voor oudere werknemers gemakkelijker is de spits te mijden, dan voor jongere werknemers.
Aantal
Deelnemers
Aantal
< € 2.000
> € 5.000 Totaal
Percentage
39%
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
27
tabel 3.11 moeilijk werk kunnen verzetten reden voor niet deelnemen proef Niet-deelnemers
Aantal
Deelnemers
Aantal
Percentage
Percentage
ja
504
80%
ja (redelijk veel - veel)
4
5%
nee
124
20%
nee (redelijk weinig - nauwelijks)
69
95%
Totaal
633
100%
Totaal
73
100%
tabel 3.12 redenen voor moeilijk verzetten werktijden Niet-deelnemers
Aantal
Huishouden De meerderheid van de deelnemers en niet-deelnemers van de proef is getrouwd of samenwonend met kinderen. Ook de groep samenwonend/ getrouwd zonder kinderen is groot, namelijk ongeveer 35% in beide groepen. Als we dit vergelijken met de achtergrondkenmerken van de NS-panelleden, zien we een vergelijkbaar beeld. Voor de proef is het belangrijk te constateren dat het merendeel van de deelnemers een gezin heeft met kinderen. Onder de niet-deelnemers zitten, anders dan verwacht, juist relatief veel alleenstaanden.
Percentage
kinderen (school/ opvang)
72
14%
samen ontbijten/ avondeten
69
13%
partner wegbrengen/ ophalen
3
1%
cultuur werkgever
146
29%
aard werkzaamheden
185
36%
verplichtingen t.o.v. collega’s
187
37%
verplichtingen t.o.v. klanten
83
16%
ik wil mijn werktijden niet aanpassen
164
32%
anders
128
25%
tabel 3.9 samenstelling huishouden van deelnemers en niet-deelnemers Niet-deelnemers
Aantal
alleenstaand
Percentage
Aantal
Deelnemers
Percentage
96
16%
7
8%
getrouwd/ samenwonend zonder kinderen
223
36%
29
31%
getrouwd/ samenwonend met kinderen
264
43%
47
51%
alleenstaand ouder
21
3%
7
8%
anders
15
2%
1
1%
Totaal
619
100%
93
100%
Kortingspercentage Het geboden kortingspercentage van 20% blijkt voor de overgrote meerderheid niet de reden niet aan de proef mee te doen. De conclusie lijkt dus dat het kortingspercentage voldoende hoog was. De respondenten voor wie het kortingspercentage wel een reden was niet deel te nemen, hadden gemiddeld het liefst een kortingspercentage van 40% (minimum: 25%, maximum:100%) gezien. tabel 3.13 kortingspercentage van 20% reden voor niet deelnemen aan proef Niet-deelnemers
3.3.2 Motivaties van niet-deelnemers In de enquête onder niet-deelnemers is een aantal vragen opgenomen over de redenen voor nietdeelname. Werktijden Tabel 3.10 geeft aan dat de meerderheid van de niet-deelnemers niet de mogelijkheid heeft een dag(-deel) thuis te werken. Verder blijkt uit Tabel 3.11 dat het niet kunnen verzetten van werktijden een belangrijke reden (80%) is niet aan de proef deel te nemen. De meest bepalende factoren voor het niet kunnen verzetten van werktijden zijn: cultuur werkgever, aard werkzaamheden, verplichtingen ten opzichte van collega’s en zelf de werktijden niet willen aanpassen.
tabel 3.10 mogelijkheid (deel van de dag) thuis te werken Niet-deelnemers
Aantal
28
Aantal
ja
Percentage
54
8%
nee
583
92%
Totaal
637
100%
Spitssupplementen Het feit dat deelnemers tijdens de proef voor het reizen in de spits spitsupplementen via internet moesten aanschaffen, was slechts voor een kleine groep de reden niet aan de proef deel te nemen. In de eindenquête heeft 29% aangegeven dat zij het niet gemakkelijk vonden om spitssupplementen te kopen via internet. tabel 3.14 spitssupplementen via internet kopen reden voor niet deelnemen aan proef
Percentage
Aantal
Deelnemers
Niet-deelnemers
Percentage
Aantal
Percentage
ja
236
37%
36
40%
ja
86
14%
nee
400
63%
54
60%
nee
531
86%
Totaal
636
100%
90
100%
Totaal
617
100%
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
29
Opzet proef Ook de opzet van de proef, waaronder ook de aanschaf van spitssupplementen valt, was voor een relatief kleine groep (16%) de reden niet deel te nemen. Voor wie de opzet van de proef een reden was niet aan de proef deel te nemen, vond 18% de informatievoorziening onduidelijk. 15% geeft aan dat er geen besef van voordeel was. tabel 3.15 opzet van proef reden voor niet deelnemen aan proef Niet-deelnemers
Aantal
ja
Percentage
97
16%
nee
523
84%
Totaal
620
100%
tabel 3.16 factoren van opzet van de proef als reden voor niet deelnemen aan proef Niet-deelnemers
Aantal
Percentage
informatievoorziening over proef
20
18%
periode van proef kwam niet uit
10
9%
niet duidelijk, dat ik nooit duurder uit kon zijn dan met abonnement
17
15%
anders
81
74%
Het feit dat veel reizigers binnen deze groep gewoonlijk tegen het begin of het einde van de spitsperiode reist, is waarschijnlijk een reden waarom zij makkelijk het reistijdstip naar hun werk kunnen veranderen. Hierdoor zouden de kosten voor schedule delay early (schedule delay late) bij deze groep relatief laag kunnen zijn. Dit geeft aan dat er een groep reizigers bestaat waarvoor een product zoals het Dalurentrajectabonnement aantrekkelijk kan zijn. Zoals in eerder onderzoek uit Spitsmijden al naar voren kwam, blijkt ook hier dat er relatief weinig verschil is tussen de sociaal-demografische en -economische kenmerken van de deelnemers aan de proef en de niet-deelnemers. Socio-demografische en -economische kenmerken lijken dus weinig invloed te hebben op het kunnen en willen deelnemen aan de proef. Het moeilijk kunnen veranderen van werktijden is een belangrijke reden niet deel te nemen aan de praktijkproef. De aard van de werkzaamheden, verplichtingen ten opzichte van collega’s, cultuur van werkgever en ook het zelf niet willen veranderen van werktijden geven respondenten als belangrijkste argumenten voor het moeilijk kunnen verzetten van werktijden. Het kortingspercentage van 20%, dat deelnemers krijgen wanneer ze de spits mijden, is voor nietdeelnemers geen reden geweest niet aan de proef mee te doen. Het feit dat deelnemers tijdens de proef spitssupplementen moesten aanschaffen wanneer men in de spits wilde reizen, is voor een beperkte groep wel reden geweest niet deel te nemen aan de proef. Ook de opzet van de proef was voor een deel een reden niet deel te nemen. De belangrijkste aspecten van de opzet van de proef, die respondenten als negatief zagen, waren: omslachtig/ veel werk, voordeel van korting naar werkgever en niet meer flexibel kunnen reizen.
Van de respondenten die een andere reden hebben opgegeven (74%), zijn de antwoorden kwalitatief geanalyseerd. De meest voorkomende antwoorden waren: tabel 3.17 andere minpunten van opzet proef Niet-deelnemers
Aantal
onhandig/ omslachtig/ veel werk en gedoe
Percentage
18
22%
voordeel gaat naar mijn werkgever
8
10%
niet meer flexibel kunnen reizen
8
10%
tijdstippen komen niet uit
5
6%
werkgever wilde niet meewerken
4
5%
uitnodiging te laat ontvangen
3
4%
ik ervaar zelf geen nadeel van de spits
2
3%
NB: In totaal hebben 80 respondenten antwoord gegeven op deze vraag. In de tabel staan alleen de antwoorden verwerkt die door meer respondenten zijn gegeven (in totaal 48). De percentages zijn gebaseerd op 80 respondenten.
3.4 Conclusie Het meest in het oog springende resultaat van de praktijkproef Spitsmijden in het OV is dat vrijwel alle deelnemers tijdens de proef niet in de ochtendspits hebben gereisd. Dit is deels te verklaren door het feit dat een gedeelte van de deelnemers vóór de proef ook al buiten de ochtendspits naar het werk reisde. Bij deze groep is dus geen gedragsverandering opgetreden. De deelnemers, die van tevoren wel tijdens de ochtendspits reisden, hebben hun reisgedrag bijna volledig aangepast, voornamelijk door vóór de ochtendspits te reizen.
30
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
31
4. Conclusie en aanbevelingen
5. Referenties
Het onderzoek naar Spitsmijden in het OV heeft vanuit maatschappelijk en wetenschappelijk oogpunt interessante resultaten opgeleverd. Hierdoor kunnen we het project als een succes beschouwen en kunnen we dergelijk onderzoek in de toekomst verder uitbreiden.
Hensher, D.A. en K.J. Button (eds.) (2008). Handbook of Transport Modelling. Elsevier, Amsterdam.
Verschuiving reistijdstip Het ontwikkelen van een gedragsmodel voor treinreizigers heeft geresulteerd in het inzicht dat het voor een groep treinreizigers, die frequent in de ochtendspits met de trein naar het werk reist, interessant is het reistijdstip aan te passen bij een positieve prijsprikkel. Bij doorverlating van de gevonden resultaten naar veranderingen in reisgedrag blijkt dat het voor de NS potentieel mogelijk zou zijn met een positieve prijsprikkel 5,8% van de reizen op een traject van 30 - 40 tariefkilometer tijdens de ochtendspits te verschuiven naar buiten de ochtendspits. Dit geldt voor een korting van 20% op het huidige abonnement en een evenredige prijs voor het spitssupplement. Een positieve prijsprikkel lijkt hiermee voldoende potentieel te bieden om inzet van dit prijsmechanisme in overweging te nemen.
Small, K.A. (1982). The Scheduling of Consumer Activities:Work Trips. The American Economic Review, vol.72, no.3, pp.467-479. Train, K. E. (2003). Discrete choice models with simulation. Cambridge, Cambridge University Press.
Betere benutting capaciteit Daarnaast zou een positieve prijsprikkel een efficiënte oplossing kunnen zijn voor de NS om ruimte vrij te maken in de spits voor andere reizigers en capaciteit te benutten buiten de spits. Of dit daadwerkelijk een aantrekkelijke businesscase is voor de NS, is ook afhankelijk van de nettokosten, die gepaard gaan met invoering van een positieve prijsprikkel en de opbrengsten, die de NS genereert door de vrijgekomen zitplaatsen te verkopen. Kosten-baten Uit het model komt naar voren dat de effectiviteit van Spitsmijden een afweging is tussen enerzijds de netto-opbrengsten voor de NS van een Dalurentrajectabonnement en anderzijds de maatschappelijke vraag of een kleine groep reizigers het gedrag drastisch moet aanpassen of een grote groep reizigers het gedrag minimaal moet aanpassen. Cultuuromslag werkgevers Socio-demografische kenmerken lijken weinig effect te hebben op het kunnen en willen deelnemen aan een praktijkproef om de spits te mijden. In eerder onderzoek van Spitsmijden komt dit ook naar voren. In de toekomst zal de focus van beleid, gericht op mobiliteit, dus ook moeten liggen op werk(gever) gerelateerde kenmerken, omdat deze invloed hebben op het reisgedrag. Om Spitsmijden in het OV te stimuleren moeten er maatregelen worden genomen om, waar mogelijk, flexibele werktijden in te voeren waardoor werknemers hun werktijden gemakkelijker kunnen aanpassen. Hiervoor is een cultuuromslag bij werkgevers en collega’s onderling nodig. Praktische uitvoering Wat de praktische uitvoering van het project Spitsmijden in het OV betreft, is gebleken, dat het aanschaffen van spitssupplementen net zo makkelijk moet zijn als de aanschaf van elk ander treinkaartje. Hierdoor is het minder omslachtig en kost het minder extra inspanning om met een Dalurentrajectabonnement in de spits te reizen. Hierdoor kan een Dalurentrajectabonnement voor meer reizigers een interessante optie zijn. Uitbreiding onderzoek Een uitbreiding van onderzoek naar andere vormen van OV kan een zeer interessante bijdrage leveren aan het vergroten van de kennis over reisgedrag in het OV. Bij vervolgonderzoek naar Spitsmijden in het OV moeten we rekening houden met de diversiteit van de reizigers die participeren in het onderzoek.
32
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
33
Bijlagen
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
35
Bijlage A: Stated preference enquête Geachte heer/mevrouw, NS werkt, met een aantal andere partners waaronder de Vrije Universiteit Amsterdam, samen in het wetenschappelijke project ‘Spitsmijden in het Openbaar Vervoer’. Met dit project onderzoeken we in hoeverre treinreizigers de ochtendspits in de trein kunnen en willen mijden. Het eerste gedeelte van het project bestond uit een proef waarbij een geselecteerde groep treinreizigers hun Jaartrajectabonnement konden inruilen tegen een goedkoper Dalurentrajectabonnement. Dit abonnement was niet geldig tijdens de ochtendspits. Voor reizen die toch in de ochtendspits werden gemaakt konden aparte spitssupplementen worden aangeschaft. In het tweede deel van het project onderzoeken we onder een bredere groep treinreizigers of zij de ochtendspits kunnen en willen mijden en welke factoren hierbij een rol spelen. Hiervoor vragen wij u als NS panellid een vragenlijst in te vullen. In de vragenlijst leggen we u zes situaties voor waarin u kunt aangeven of u uw huidige abonnement zou omruilen voor een Dalurentrajectabonnement. Het gaat hierbij niet om een werkelijke omruil, maar om uw inschatting van wat u zou doen als dit Dalurentrajectabonnement werkelijk zou bestaan. Daarnaast vragen we u naar uw reisgedrag voor woon-werkverkeer. Onder de panelleden die de vragenlijst volledig invullen worden 20 boekenbonnen van € 20,- verloot. Door op onderstaande link te klikken komt u in de vragenlijst. Invullen kost circa 10 minuten. http ………………………………… Bij voorbaat hartelijk dank voor uw tijd en moeite! Met vriendelijke groet, Kim Hauwert, NS Marktonderzoek & Advies Jasper Knockaert, Vrije Universiteit
A. Uw reisgedrag: woon-werkverkeer Dit gedeelte van de enquête gaat over uw reisgedrag voor woon-werkverkeer (maandag t/m vrijdag) A1. Volgens onze gegevens heeft u op dit moment een Jaartrajectabonnement of een Maandtrajectabonnement bij de NS. Klopt dit? o Ja, ik heb een Maandtrajectabonnement o Ja, ik heb een Jaartrajectabonnement o Nee > als nee, dan einde A2. Gebruikt u dit treinabonnement (ook) om naar uw werk te reizen? o Ja o Nee > als nee, dan einde A3. Wie betaalt de kosten van uw treinabonnement? o Mijn werkgever o Ikzelf o Mijn werkgever betaalt een deel en ik betaal een deel , namelijk > Als mijn werkgever, dan einde
%.
A4. Voor welke klas is uw abonnement? o 1ste klas o 2de klas A5. Wat is de kostprijs van uw treinabonnement? (Geef hier de prijs van uw Maandtrajectabonnement of uw Jaartrajectabonnement op) o o Weet niet A6. Reist u doorgaans tussen hetzelfde vertrek- en aankomststation om naar uw werk te gaan? o Ja o Nee > als nee, dan einde A7. Wat is doorgaans uw vertrekstation als u met de trein naar uw werk reist? (Drop-downmenu) A8. Wat is doorgaans uw aankomststation als u met de trein naar uw werk reist? (Drop-downmenu) A9. Hoeveel dagen per week werkt u (maandag t/m vrijdag) (zowel op uw werkplek als bijvoorbeeld thuis)? o 1 dag o 2 dagen o 3 dagen o 4 dagen o 5 dagen o Wisselend, maar gemiddeld minder dan 3 dagen o Wisselend, maar gemiddeld minimaal 3 dagen > als 1 dag, 2 dagen, of wisselend gemiddeld minder dan 3 dagen per week ,dan einde
36
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
37
A10. Hoeveel dagen per week (maandag t/m vrijdag) reist u doorgaans met de trein naar uw werk? o 1 dag o 2 dagen o 3 dagen o 4 dagen o 5 dagen o Wisselend, maar gemiddeld minder dan 3 dagen o Wisselend, maar gemiddeld minimaal 3 dagen > als 1 dag, 2 dagen, of wisselend gemiddeld minder dan 3 dagen per week ,dan einde
U heeft aangegeven dat u doorgaans
per week (maandag t/m vrijdag) tussen 7:00 en 9:00 uur met de trein naar uw werk reist. De volgende twee vragen gaan over deze treinreizen.
A11. Hoeveel dagen per week (maandag t/m vrijdag) reist u doorgaans met de trein naar uw werk tijdens de ochtendspits (u reist met de trein gedeeltelijk of helemaal in de periode 7:00- 9:00 uur)? o 1 dag o 2 dagen o 3 dagen o 4 dagen o 5 dagen o Wisselend, maar gemiddeld minder dan 3 dagen o Wisselend, maar gemiddeld minimaal 3 dagen o Nooit > als 1 keer per week, 2 keer per week, wisselend gemiddeld minder dan 3 dagen per week of niet, dan eind
A16.2. Stel u opnieuw voor dat u nog steeds even vaak met de trein naar het werk wil reizen, maar dat het, om welke reden dan ook, voor u niet meer mogelijk is om tussen 7:00 en 9:00 uur te reizen (op maandag t/m vrijdag). Zou u kunnen aangeven wanneer u de treinreizen dan zou maken? o Ik zou dagen per week vóór 7:00 uur naar mijn werk reizen o Ik zou dagen per week na 9:00 uur naar mijn werk reizen
A12. U heeft eerder aangegeven dat u per week met de trein naar uw werk reist. Hoeveel van de per week dat u met de trein naar uw werk reist, heeft u de mogelijkheid om (een deel van de dag) thuis te werken? o Nooit o Ik zou dagen van de die ik per week met de trein naar mijn werk reis, (een deel van de dag) thuis kunnen werken. A13. Als u vroeger dan gebruikelijk op uw werk aankomt, welke situatie is dan het meest op u van toepassing? o Ik kan direct met mijn werk beginnen. o Ik kan nog niet echt beginnen, maar wel alvast voorbereidingen treffen voor mijn werk. o Ik moet echt wachten tot een bepaald tijdstip, voordat ik met mijn werk kan beginnen (bijv. ploegendienst). o Ik moet wachten op collega’s voordat ik met mijn werk kan beginnen. o Ik kan het (kantoor-)gebouw niet in. o Anders. A14. Kunt u doorgaans de eindtijd van uw werk aanpassen als uw aankomsttijd op uw werk verandert? o De eindtijd van mijn werk ligt vast. o Als ik eerder begin met werken, kan ik ook eerder stoppen met werken. o Als ik later begin met werken moet ik ook langer doorwerken. o Ik kan mijn werktijden volledig vrij bepalen. o Anders. A15. Welke van de volgende (gezins- of persoonlijke) omstandigheden zijn van invloed op de keuze van uw werktijden? (meerdere antwoorden mogelijk) o Zorg voor kinderen o Samen ontbijten/dineren o Het brengen/ophalen van kinderen naar en van school/kinderdagverblijf o Het afzetten/ophalen van partner bij/van zijn/haar werk (of elders) o Carpoolafspraken o Uitoefenen van hobby’s o Anders o Geen
38
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
A16.1. Stel u voor dat u nog steeds even vaak met de trein naar het werk wil reizen, maar dat het, om welke reden dan ook, voor u niet meer mogelijk is om tussen 7:30 en 8:30 uur te reizen (op maandag t/m vrijdag). Zou u kunnen aangeven wanneer u de treinreizen dan zou maken? o Ik zou dagen per week vóór 7:30 uur naar mijn werk reizen o Ik zou dagen per week na 8:30 uur naar mijn werk reizen
A17. Heeft u in de week van maandag 11 tot en met vrijdag 15 mei 2009 met de trein naar uw werk gereisd? o Ja o Nee > Als antwoord is ja, door naar deel B. Als antwoord is nee, door naar A18. A18. Wat is de meest recente week waarin u met de trein naar uw werk heeft gereisd (maandag –vrijdag)? o maandag 4 - vrijdag 8 mei 2009 o maandag 27 april - vrijdag 1 mei 2009 o maandag 20 - vrijdag 24 april 2009 o maandag 13 - vrijdag 17 april 2009 o Langer geleden > Als antwoord is langer geleden, dan einde
B. Uw reisgedrag van de afgelopen week: woon-werkverkeer Dit gedeelte van de enquête gaat over uw reisgedrag voor woon-werkverkeer in de week van . Houdt u daarom bij het beantwoorden van de vragen uw reisgedrag van die week in gedachten. B1.
Geeft u hieronder aan op welke dagen u in de week van met de trein naar uw werk bent gegaan en wat (ongeveer) uw voorziene vertrek-en aankomsttijden op uw vertrek en aankomststation volgens de dienstregeling waren. Kunt u ook aangeven hoeveel vertraging u in totaal had bij aankomst op uw aankomststation? Volgens de dienstregeling o Maandag [dd/mm/jj]: vertrek --:-- uur aankomst --:--uur vertraging minuten o Dinsdag [dd/mm/jj]: vertrek --:-- uur aankomst --:--uur vertraging minuten o Woensdag [dd/mm/jj]: vertrek --:-- uur aankomst --:--uur vertraging minuten o Donderdag [dd/mm/jj]: vertrek --:-- uur aankomst --:--uur vertraging minuten o Vrijdag [dd/mm/jj]: vertrek --:-- uur aankomst --:--uur vertraging minuten
B2. Hoe laat begon u (ongeveer) met werken op de dagen dat u in de week van met de trein naar uw werk bent gegaan? o Maandag [dd/mm/jj] __:__ uur o Dinsdag [dd/mm/jj] __:__ uur o Woensdag [dd/mm/jj] __:__ uur o Donderdag [dd/mm/jj] __:__ uur o Vrijdag [dd/mm/jj] __:__ uur
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
39
B3. Kunt u hier aangeven of u een zitplaats had in de trein naar uw werk en hoe vol uw treincoupé was op het meest drukke moment? o Maandag [dd/mm/jj] zitplaats: Drukte: o Dinsdag [dd/mm/jj)] zitplaats: Drukte: o Woensdag [dd/mm/jj] zitplaats: Drukte: o Donderdag [dd/mm/jj] zitplaats: Drukte: o Vrijdag [dd/mm/jj] zitplaats: Drukte: B4. Kunt u aangeven of u een directe treinverbinding had of dat u 1 of meerdere keren moest overstappen tijdens de treinreis naar uw werk? o Maandag [dd/mm/jj] o Dinsdag [dd/mm/jj)] o Woensdag [dd/mm/jj] o Donderdag [dd/mm/jj] o Vrijdag [dd/mm/jj] B5. Kunt u hier aangeven op welke dagen uw privé- en/of werkomstandigheden het in de week van toegelaten zouden hebben om voor of na de ochtendspits naar uw werk te reizen. (U komt aan op uw aankomststation vóór 7:00 uur of vertrekt vanaf uw vertrekstation na 9:00 uur)? o Maandag [dd/mm/jj] o Dinsdag [dd/mm/jj] o Woensdag [dd/mm/jj] o Donderdag [dd/mm/jj] o Vrijdag [dd/mm/jj]
A. voor per maand B. Dalurentrajectabonnement dat [prijs antwoord A – v3] per maand kost, dus [v3] goedkoper is dan het abonnement van antwoordoptie A, maar waarmee u van maandag t/m vrijdag tussen [v2] uur niet met de trein mag reizen. U heeft de mogelijkheid om een spitssupplement te kopen ter waarde van [v4] per dag dat u wel met de trein in de ochtendspits wil reizen. Welke kaartsoort zou u kiezen? o A o B
U heeft gekozen voor een Dalurentrajectabonnement dat niet geldig is in de trein tussen [v2] uur. Kunt u voor een werkweek (maandag t/m vrijdag) aangeven wanneer u, nu u een Dalurentrajectabonnement heeft, met de trein naar uw werk zou reizen? U kunt kiezen uit vóór of na de ochtendspits, of tijdens de ochtendspits met een spitssupplement. o Ik zou keer per week vóór de ochtendspits reizen o Ik zou keer per week na de ochtendspits reizen o Ik zou keer per week tijdens de ochtendspits reizen en een spitssupplement kopen
B6. Had u in de week van de mogelijkheid om de reis naar uw werk op een andere manier, bijvoorbeeld met de auto of fiets, te maken? o Ja, op alle dagen o Alleen op sommige dagen o Nee
D. Persoonlijkheidskenmerken
C. Proposities
D2. Wat is uw geboortejaar?
Stel dat u de mogelijkheid zou hebben om goedkoper naar uw werk te reizen door de ochtendspits in de trein te mijden. Zou u dit dan doen? In dit gedeelte van de enquête schetsen we zes verschillende situaties waarin we u vragen aan te geven of u met uw huidige abonnement of een Dalurentrajectabonnement naar uw werk zou reizen. Een Dalurentrajectabonnement is gelijk aan uw huidige abonnement, maar is niet geldig in de trein tijdens de ochtendspits (maandag t/m vrijdag) en daarom goedkoper. U heeft wel de mogelijkheid om een spitssupplement te kopen waardoor het Dalurentrajectabonnement geldig wordt tijdens de ochtendspits. We vragen u om bij uw keuze rekening te houden met: • Het spitssupplement is een dagkaartje dat u, net zoals alle andere treinkaartjes, kunt kopen via internet, bij de kaartautomaat of aan het loket. U kunt ze ook zonder datum kopen en afstempelen op het station. • Leest u goed wat de prijs van het Dalurentrajectabonnement en het spitssupplement is, en de duur van de spits. Deze kunnen namelijk telkens verschillen. • Gaat u er van uit dat u, net als nu het geval is, zelf __% van de totale kosten van uw abonnement en de spitssupplementen betaalt. • Voor het aantal keren per week (maandag t/m vrijdag) dat u naar uw werk reist, hebben wij het antwoord ingevuld dat u eerder in deze enquête heeft gegeven.
40
Propositie 1: U reist per week met de trein naar uw werk. De NS biedt u de volgende vervoersbewijzen aan voor het traject -:
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
D1. Geslacht o Man o Vrouw
D3. Wat is uw hoogst genoten opleiding? o Lager onderwijs (lagere school, LAVO, VGLO) o Lager beroepsonderwijs (LBO, LTS, ITO, LEAO, huishoudschool, VMBO basis, VMBO kader, etc.) o Middelbaar algemeen onderwijs (MAVO, VMBO gl, VMBO tl, IVO, MULO, ULO, 3 jaar VWO, etc.) o Middelbaar beroepsonderwijs (MBO, MTS, UTS, MEAO, etc.) o Hoger algemeen beroepsonderwijs (HAVO, VWO, Atheneum, Gymnasium, Lyceum, etc.) o Hoger beroepsonderwijs (HBO, HTS, HEAO, etc.) o Wetenschappelijk onderwijs (universiteit, doctoraalopleiding etc.) D4. Tot welke van de onderstaande beroepsgroepen behoort u? o Eigenaar van een bedrijf of winkel o Vrij beroep (arts, advocaat, kunstenaar) o Manager/leidinggevende in een bedrijf, organisatie, instelling of overheid o Werkzaam in beleid/staf/advies/onderzoek/consultancy in een bedrijf, organisatie, instelling of overheid o Uitvoerende/ondersteunende functie in een bedrijf, organisatie, instelling of overheid o Student/ zonder beroep o Anders
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
41
D5. Tot welke sector behoort het bedrijf of de organisatie waar u werkt? o Rijksoverheid o Provinciale overheid o Gemeente o Onderwijs o Landbouw, tuinbouw, visserij o Industrie, openbare nutsbedrijven o Bouw o Groothandel, detailhandel o Horeca o Transport, communicatie o Financiële of zakelijke dienstverlening o Gezondheidszorg of welzijnszorg o Anders D6. Wat is de samenstelling van uw huishouden? o Alleenstaand o Getrouwd/ samenwonend met kinderen o Getrouwd/ samenwonend zonder kinderen o Alleenstaande ouder o Woongroep/ studentenhuis o Anders D7. Bent u in het bezit van een rijbewijs? o Ja o Nee D8. Over hoeveel auto’s beschikt uw huishouden? o Geen o 1 auto/motor o 2 auto(’s)/motor(en) o Meer dan 2 auto’s/motoren D9. Wat is het netto maandelijks inkomen van uw volledige huishouden? o < €2000 o €2000 - €3500 o €3500 - €5000 o > €5000 o Ik wil geen informatie geven over mijn inkomen
42
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
Bijlage B: Introductie enquête De proef Spitsmijden is er op gericht om te kijken of mensen buiten de ochtendspits willen/kunnen reizen. De vragen gaan over de meest voorkomende verplaatsing met de trein naar uw werk waarvoor u uw Jaartrajectabonnement gebruikt (maandag t/m vrijdag) voor het begin van de proef Spitsmijden. Vragen met een sterretje * zijn verplicht in te vullen.
A. Uw Abonnement en reisgedrag.
Deze vragen gaan over uw reisgedrag met de trein waarvoor u uw Jaartrajectabonnement gebruikt (maandag t/m vrijdag).
Pagina 1 *1. A.1. Volgens onze informatie heeft u een Jaartrajectabonnement via uw werkgever en doet u mee met de proef ‘Spitsmijden in het OV’. Klopt dit? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (2) o Ja (2_1) o Nee (2_2) Pagina 2 *2. A.2. Hoe vaak gebruikt u uw Jaartrajectabonnement om met de trein te reizen (maandag t/m vrijdag)? Deze vraag gaat over de periode voor het begin van de proef Spitsmijden. Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (147) o minder dan 1 dag per week (147_1) o 1 dag per week (147_2) o 2 dagen per week (147_3) o 3 dagen per week (147_4) o 4 dagen per week (147_5) o 5 dagen per week (147_6) *3. A.3. Hoe vaak gebruikt u uw Jaartrajectabonnement om met de trein naar het werk te reizen (maandag t/m vrijdag)? Deze vraag gaat over de periode voor het begin van de proef Spitsmijden. Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (148) o minder dan 1 dag per week (148_1) o 1 dag per week (148_2) o 2 dagen per week (148_3) o 3 dagen per week (148_4) o 4 dagen per week (148_5) o 5 dagen per week (148_6) > Als “minder dan 1 dag per week” vertakken naar Pagina 21 Pagina 3 *4. A.4. U heeft aangegeven met de trein naar uw werk te reizen. Over welke andere transportmiddelen beschikt u voor het reizen naar uw werk (maandag t/m vrijdag)? Elke respondent kon MEERDERE antwoorden kiezen. (8) o Ik kan (soms) de auto gebruiken (8_1) o Ik kan (soms) de motor gebruiken (8_2) o Ik kan (soms) met de fiets naar mijn werk (8_3) o Ik heb geen van de hierboven genoemde mogelijkheden (8_4)
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
43
*5. A.5. Heeft u de mogelijkheid om de hele dag thuis te werken zodat u de reis naar het werk niet hoeft te maken (maandag t/m vrijdag)? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (43) o Ja, ik kan (soms) de hele dag thuis werken (43_1) o Nee, ik kan nooit de hele dag thuis werken (43_2) Pagina 4 *6. A.6. Op welke dagen gebruikt u uw Jaartrajectabonnement om met de trein naar het werk te reizen (maandag t/m vrijdag)? Deze vraag gaat over de periode voor het begin van de proef Spitsmijden. Elke respondent kon MEERDERE antwoorden kiezen. (50) o Maandag (50_1) o Dinsdag (50_2) o Woensdag (50_3) o Donderdag (50_4) o Vrijdag (50_5) o Geen vast reispatroon (50_6) *7. A.7. Hoe vaak gebruikt u uw Jaartrajectabonnement om met de trein naar het werk te reizen buiten de ochtendspits (maandag t/m vrijdag)? Deze vraag gaat over de periode voor het begin van de proef Spitsmijden. U reist buiten de ochtendspits als u uit de trein stapt voor 7.30 uur of pas op de trein stapt na 9.00u. Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (149) o nooit (149_1) o minder dan 1 dag per week (149_2) o 1 dag per week (149_3) o 2 dagen per week (149_4) o 3 dagen per week (149_5) o 4 dagen per week (149_6) o 5 dagen per week (149_7) > Als “nooit” vertakken naar Pagina 6 Pagina 5 *8. A.7.a. Welke mogelijkheden heeft u om buiten de periode 7.30 – 9.00 uur met de trein naar uw werk te reizen (maandag t/m vrijdag)? Elke respondent kon MEERDERE antwoorden kiezen. (97) o Ik kan vroeg beginnen op mijn werk (97_1) o Ik kan laat beginnen op mijn werk (97_2) o Ik kan in de ochtend thuis werken (97_3) o Anders, namelijk (97_4) > Anders vertakken naar Pagina 14 Pagina 6 *9. A.8. Het spitsmijden project is er op gericht om te kijken of mensen buiten de spits willen/kunnen reizen. Welke mogelijkheden heeft u om buiten de periode 7.30 – 9.00 uur met de trein naar uw werk te reizen (maandag t/m vrijdag)? Elke respondent kon MEERDERE antwoorden kiezen. (9) o Ik kan eventueel eerder vertrekken zodat ik voor 7.30 mijn treinreis beëindig (9_1) o Ik kan eventueel later vertrekken zodat ik pas na 9.00 uur in de trein zit (9_2) o Ik kan in de ochtend thuis werken (9_3) o Ik geen van de hierboven genoemde mogelijkheden (9_4) > Als “Ik kan eventueel eerder vertrekken zodat ik voor 7.30 mijn treinreis beëindig” vertakken naar Pagina 12 > Als “Ik kan eventueel later vertrekken zodat ik pas na 9.00 uur in de trein zit” vertakken naar Pagina 12 > Als “Ik kan in de ochtend thuis werken” vertakken naar Pagina 12
44
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
Pagina 7 *10. A.8.a. U heeft in de vorige vraag aangegeven dat u niet in staat bent om buiten de periode 7.30 uur tot 9.00 uur met de trein naar uw werk te reizen, komt dit door persoonlijke omstandigheden of omstandigheden op uw werk? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (11) o Persoonlijke omstandigheden (11_1) o Omstandigheden op het werk (11_2) o Beide (11_3) o Anders, namelijk (11_4) > Als “Omstandigheden op het werk” vertakken naar Pagina 9 > Als “Beide” vertakken naar Pagina 10 > Als “Anders, namelijk” vertakken naar Pagina 11 Pagina 8 *11. A.8.b. Kunt u aangeven welke persoonlijke omstandigheden dit zijn? Dit kunnen ook omstandigheden na thuiskomst van het werk zijn. Elke respondent kon MEERDERE antwoorden kiezen. (12) o Kinderen verzorgen/naar school brengen/halen (12_1) o Samen ontbijten/avondeten (12_2) o Partner wegbrengen/halen (12_3) o Carpoolafspraak (12_4) o Andere privé verplichtingen/afspraken, namelijk (12_5) > Anders vertakken naar Pagina 15 Pagina 9 *12. A .8.b. Kunt u aangeven welke omstandigheden op het werk dit zijn? Elke respondent kon MEERDERE antwoorden kiezen. (15) o Het is niet toegestaan/mogelijk om eerder of later te beginnen (15_1) o Het is niet gebruikelijk (cultuur) (15_2) o Vanwege afspraken of verplichtingen met collega’s (15_3) o Vanwege afspraken of verplichtingen met klanten (15_4) o Anders, namelijk (15_5) > Anders vertakken naar Pagina 15 Pagina 10 *13. A .8.b. Kunt u aangeven welke persoonlijke omstandigheden dit zijn? Dit kunnen ook omstandigheden na thuiskomst van het werk zijn Elke respondent kon MEERDERE antwoorden kiezen. (89) o Kinderen verzorgen/naar school brengen/halen (89_1) o Samen ontbijten/avondeten (89_2) o Partner wegbrengen/halen (89_3) o Carpoolafspraak (89_4) o Anders, namelijk (89_5) *14. A.8.c. Kunt u aangeven welke omstandigheden op het werk dit zijn? Elke respondent kon MEERDERE antwoorden kiezen. (90) o Het is niet toegestaan/mogelijk om eerder of later te beginnen (90_1) o Het is niet gebruikelijk (cultuur) (90_2) o Vanwege afspraken of verplichtingen met collega’s (90_3) o Vanwege afspraken of verplichtingen met klanten (90_4) o Ik vind het niet prettig mijn werkritme aan te passen (90_5) o Anders, namelijk (90_6) > Anders vertakken naar Pagina 15
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
45
Pagina 11 *15. A.9. In welke mate kunt u uw reistijdstip (wel) aanpassen? Vul 0 in bij beide opties wanneer u in het geheel niet in staat bent om uw reistijd aan te passen. Elke respondent kon meerdere open antwoorden van maximum 255 tekens ingeven. (47) o is het maximaal aantal minuten dat ik eerder kan vertrekken (47_1) o is het maximaal aantal minuten dat ik later kan vertrekken (47_2) > Anders vertakken naar Pagina 15 Pagina 12 *16. A.10. U geeft aan dat uw werk en persoonlijke omstandigheden het toelaten om buiten de periode 7.30-9.00 met de trein naar uw werk te reizen (maandag t/m vrijdag). Hoe staat u hier zelf tegenover? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (125) o Ik vind het prettig (125_1) o Ik vind het geen probleem (125_2) o Neutraal (125_3) o Ik doe dit liever niet (125_4) o Ik wil dit absoluut niet (125_5) > Als “Ik vind het prettig” vertakken naar Pagina 14 > Als “Ik vind het geen probleem” vertakken naar Pagina 14 > Als “Neutraal” vertakken naar Pagina 14 Pagina 13 *17. A.10.a. Wat is de belangrijkste reden dat u bezwaar heeft tegen het reizen met de trein naar uw werk buiten de periode 7.30-9.00? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (87) o Ik vind het onaangenaam om vroeg naar werk te reizen (87_1) o Ik vind het onaangenaam om laat naar huis te reizen (87_2) o Ik vind het niet prettig om mijn ritme aan te passen (87_3) o Anders, namelijk (87_4) Pagina 14 *18. A.11. Kunt u aangeven hoe vaak u het reizen met de trein naar uw werk buiten de periode 7.30 – 9.00 uur acceptabel en prettig vindt (maandag t/m vrijdag)? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (10) o Nooit (10_1) o Minder dan een kwart van de reizen naar het werk (10_2) o Tussen de 25% en 50% (10_3) o Tussen de 50% en 75% (10_4) o Meer dan 75% van de reizen (10_5) o Altijd (10_6)
B. Uw treinreis naar het werk Pagina 15 De volgende vragen gaan over uw treinreis naar het werk. Denkt u daarbij aan de meest voorkomende treinreis naar uw het werk die u met uw Jaartrajectabonnement maakt op maandag t/m vrijdag in de periode voor het begin van de proef Spitsmijden. *19. B.1. Op welk station stapt u op de trein naar uw werk? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (4) o Utrecht Centraal (4_1) o Utrecht Terwijde (4_2) o Vleuten (4_3) o Woerden (4_4)
46
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
o Gouda Goverwelle (4_5) o Gouda (4_6) o Zoetermeer Oost (4_7) o Zoetermeer (4_8) o Den Haag Ypenburg (4_9) o Voorburg (4_10) o Anders, namelijk (4_11) *20. B.2. Op welk station stapt u uit de trein? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (5) o Zoetermeer Oost (5_1) o Zoetermeer (5_2) o Den Haag Ypenburg (5_3) o Voorburg (5_4) o Den Haag Centraal (5_5) o Anders, namelijk (5_6) Pagina 16 *21. B.3. In welke rijtuigklasse reist u meestal als u deze verplaatsing maakt? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (3) o 2e klas (3_1) o 1e klas (3_2) *22. B.4. Kunt u de belangrijkste reden geven waarom u voor deze meest voorkomende reis naar uw werk de trein als transportmiddel kiest? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (92) o Reizen per trein is snel (92_1) o Reizen per trein is goedkoop (92_2) o Reizen per trein wordt (gedeeltelijk) vergoed door mijn werkgever (92_3) o Reizen per trein is ontspannend (92_4) o Reizen per trein is milieuvriendelijk (92_5) o Ik kan de reistijd nuttig besteden (92_6) o Ik heb geen beschikking over een alternatief vervoersmiddel (92_7) o Anders, namelijk (92_8) Pagina 17 *23. B.5. Hoe laat stapt u in de trein als u naar uw werk reist? Geef hier uw meest voorkomende vertrektijd aan voordat u aan de proef deelnam. Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (45) o 5.30 - 6.00 (45_1) o 6.00 - 6.30 (45_2) o 6.30 - 7.00 (45_3) o 7.00 - 7.30 (45_4) o 7.30 - 8.00 (45_5) o 8.00 - 8.30 (45_6) o 8.30 - 9.00 (45_7) o 9.00 - 9.30 (45_8) o 9.30 - 10.00 (45_9) o 10.00 - 10.30 (45_10) o 10.00 - 11.00 (45_11) o Anders, namelijk (45_12) Pagina 18 24. B.6. Hoe ervaart u de drukte in de trein op het door u aangegeven tijdstip? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (6) o Zeer oncomfortabel (6_1) o Oncomfortabel (6_2)
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
47
o Normaal (6_3) o Comfortabel (6_4) o Zeer comfortabel (6_5) *26. B.7. Kunt u aangeven hoe vaak u direct na het instappen een zitplaats kunt vinden? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (7) o Ik kan (bijna) altijd zitten (7_1) o Ik kan ongeveer 2 van de 3 keer zitten (7_2) o Ik kan ongeveer de helft van de keren zitten (7_3) o Ik kan ongeveer 1 van de 3 keer zitten (7_4) o Ik kan (bijna) nooit zitten (7_5) Pagina 19 *25. B.8. Hoe reist u naar uw vertrekstation (in of nabij uw woonplaats) bij de meest voorkomende treinreis naar uw werkplek (maandag t/m vrijdag)? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (48) o Met de auto als bestuurder (48_1) o Met de auto als passagier (48_2) o Met bus, tram, RandstadRail (48_3) o Met de fiets (48_4) o Lopend (48_5) o Met de motor of bromfiets (48_6) o Anders, namelijk: (48_7) *27. B.9. Hoe gaat u van uw aankomststation naar uw werkadres op deze reis? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (107) o Met de auto als bestuurder (107_1) o Met de auto als passagier (107_2) o Met bus, tram, RandstadRail (107_3) o Met de fiets (107_4) o Lopend (107_5) o Met de motor of bromfiets (107_6) o Anders, namelijk: (107_7)
C. Stellingen
Pagina 20 Hieronder volgen een aantal stellingen. Kunt u aangeven in hoeverre u het hiermee eens bent? Helemaal mee eens, mee eens, neutraal, mee oneens, helemaal mee oneens, geen mening
*28.1 C1. Ik heb er begrip voor dat NS in de spits niet voldoende zitplaatsen kan bieden Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (59) o helemaal mee eens (59_1) o mee eens (59_2) o neutraal (59_3) o mee oneens (59_4) o helemaal mee oneens (59_5) o geen mening (59_6) o Niet van toepassing (59_7) *28.2. C.1. Werkgevers moeten mogelijkheden bieden voor flexibele werktijden Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (60) o helemaal mee eens (60_1) o mee eens (60_2) o neutraal (60_3)
48
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
o mee oneens (60_4) o helemaal mee oneens (60_5) o geen mening (60_6) o Niet van toepassing (60_7) *28.3. C.1. Werkgevers moeten mogelijkheden bieden om thuis te werken Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (57) o helemaal mee eens (57_1) o mee eens (57_2) o neutraal (57_3) o mee oneens (57_4) o helemaal mee oneens (57_5) o geen mening (57_6) o Niet van toepassing (57_7) *28.4. C.1. Het bieden van korting in de trein voor reizen buiten de spits is de oplossing voor het spitsprobleem Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (62) o helemaal mee eens (62_1) o mee eens (62_2) o neutraal (62_3) o mee oneens (62_4) o helemaal mee oneens (62_5) o geen mening (62_6) o Niet van toepassing (62_7) *28.5. C.1. Als de proef Spitsmijden is afgelopen reis ik nooit meer met de trein buiten de periode 7.30–9.00 uur Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (63) o helemaal mee eens (63_1) o mee eens (63_2) o neutraal (63_3) o mee oneens (63_4) o helemaal mee oneens (63_5) o geen mening (63_6) o Niet van toepassing (63_7) *28.6. C.1. Het reizen per trein in de periode 7.30–9.00 uur is comfortabeler dan dezelfde reis per auto Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (64) o helemaal mee eens (64_1) o mee eens (64_2) o neutraal (64_3) o mee oneens (64_4) o helemaal mee oneens (64_5) o geen mening (64_6) o Niet van toepassing (64_7) *28.7. C.1. Het reizen per trein in de periode 7.30–9.00 uur is sneller dan dezelfde reis per auto Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (65) o helemaal mee eens (65_1) o mee eens (65_2) o neutraal (65_3) o mee oneens (65_4) o helemaal mee oneens (65_5) o geen mening (65_6) o Niet van toepassing (65_7)
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
49
D. Achtergrondgegevens
Pagina 21 *29. D.1. Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden? Iedere respondent kon één enkel open antwoord van maximum 255 tekens ingeven. (81) o Open antwoord (81_1) *30. D.2. Wat is de samenstelling van uw huishouden? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (42) o alleenstaand (42_1) o getrouwd/samenwonend zonder kinderen (42_2) o getrouwd/samenwonend met kinderen (42_3) o alleenstaande ouder (42_4) o woongroep/studentenhuis (42_5) o anders (42_6) Pagina 22 *31. D.3. Wat is de hoogste opleiding die u heeft genoten? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (40) o lager onderwijs (alleen lagere school, LAVO, VGLO, Koranschool) (40_1) o lager beroepsonderwijs (LBO, LTS, ITO, LEAO, huishoudschool, VMBO basis, VMBO kader, etc.) (40_2) o middelbaar algemeen onderwijs (MAVO, VMBO gl, VMBO tl, IVO, MULO, ULO, 3 jaar VWO, etc.) (40_3) o middelbaar beroepsonderwijs (MBO, MTS, UTS, MEAO, etc.) (40_4) o hoger algemeen onderwijs (HAVO, VWO, Atheneum, Gymnasium, Lyceum, etc.) (40_5) o hoger beroepsonderwijs (HBO, HTS, HEAO, etc.) (40_6) o wetenschappelijke onderwijs (universiteit, doctoraalopleiding, etc.) (40_7) *32. D.4. Wat is het netto maandelijks inkomen van uw volledige huishouden? (41) Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. o < € 2000 (41_1) o € 2000 – € 3500 (41_2) o € 3500– € 5000 (41_3) o meer dan € 5000 (41_4) o Ik wil geen informatie geven over mijn inkomen. (41_5) Pagina 23 *33. D.5. Hoeveel dagen werkt u in een normale werkweek (maandag t/m vrijdag)? Geef het aantal dagen aan waarop u werkt. Als u bijv. twee halve dagen en twee hele dagen werkt, geeft u vier dagen op. Werk tijdens het weekend telt u niet mee voor deze vraag. Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (165) o 1 dag per week (165_1) o 2 dagen per week (165_2) o 3 dagen per week (165_3) o 4 dagen per week (165_4) o 5 dagen per week (165_5) *34. D.6. Beschikt u over een auto en zo ja over hoeveel auto’s beschikt u? Lease-auto’s en auto’s van de zaak inbegrepen. Het gaat om een goed werkende auto. Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (78) o Nee (78_1) o Ja, het huishouden beschikt over 1 auto (78_2) o Ja, het huishouden beschikt over 2 auto’s (78_3) o Ja, het huishouden beschikt over meer dan 2 auto’s (78_4) Pagina 24 Projectbureau ‘Spitsmijden in het OV’ dankt u hartelijk voor uw medewerking! Klik op ‘voltooien’ om deze enquête af te ronden.
50
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
Bijlage C: Eindenquête A. Uw reisgedrag tijdens de proef Spitsmijden in het OV Pagina 1 * 1.1. Wat was uw belangrijkste motivatie om aan het project mee te doen? o Beloning o Een bijdrage leveren aan de kennis over het treingebruik in de spits o Experimenteren met mogelijkheden om mijn eigen gedrag aan te passen o Anders, namelijk * 2.2. Hoeveel dagen reisde u voor de proef in de ochtendspits? o 1 dag per week o 2 dagen per week o 3 dagen per week o 4 dagen per week o 5 dagen per week Pagina 2 * 3.3.a Hoeveel dagen per week (gemiddeld) heeft u uw reisgedrag aangepast zodat u de ochtendspits kon mijden als u met de trein naar uw werk ging? o 0 dagen per week o 1 dag per week o 2 dagen per week o 3 dagen per week o 4 dagen per week o 5 dagen per week * 4.3.b Kunt u aangeven hoeveel van deze dagen u gemiddeld vóór de ochtendspits heeft gereisd en hoeveel dagen na de ochtendspits?
1
2
3
4
5
dagen per week vóór de ochtendspits dagen per week na de ochtendspits
* 5.3.c Hoe heeft u het reizen per trein buiten de spits ervaren? o minder prettig dan in de spits o geen verschil met de spits o prettiger dan in de spits o veel prettiger dan in de spits > Als minder prettig dan in de spits vertakken naar Pagina 4 > Als geen verschil met de spits vertakken naar Pagina 4 > Als prettiger dan in de spits vertakken naar Pagina 3 > Als veel prettiger dan in de spits vertakken naar Pagina 3
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
51
Pagina 3 * 6.3.d Wat is voor u de belangrijkste reden dat u het reizen per trein buiten de spits (veel) prettiger vindt? o Ik kan efficienter werken in de trein buiten de spits o Ik rust meer uit in de trein buiten de spits o Ik kan gemakkelijker telefoongesprekken afhandelen in de trein buiten de spits o Ik zit comfortabeler in de trein buiten de spits o Anders, namelijk Pagina 4 * 7.4. Bent u (meer) dagen gaan thuiswerken zodat u de ochtendspits kon mijden? o Nee o Ja - mijn gemiddeld aantal (extra) thuiswerkdagen per week waren: * 8. 5. Hoeveel moeite kostte het u om uw reistijdstip aan te passen zodat u de ochtendspits in de trein kon mijden? o Erg veel o Redelijk veel o Redelijk weinig o Nauwelijks > Als Erg veel vertakken naar Pagina 5 > Als Redelijk veel vertakken naar Pagina 5 > Als Redelijk weinig vertakken naar Pagina 6 > Als Nauwelijks vertakken naar Pagina 6 Pagina 5 * 9.5.a Waarom kost het u (redelijk) veel moeite om uw reistijdstip aan te passen? (meerdere antwoorden mogelijk) o De aard van mijn werkzaamheden laat dit niet toe o Mijn werkgever biedt deze mogelijkheid niet o Verplichtingen binnen het gezin o Privé bezigheden o Anders, namelijk Pagina 6 * 10. 5.b Waarom kost het u nauwelijks of redelijk weinig moeite om uw reistijdstip aan te passen? (meerdere antwoorden mogelijk) o Ik kan mijn werkzaamheden gemakkelijk aanpassen o Mijn werkgever is flexibel o Ik kan thuis werken o Anders, namelijk Pagina 7 * 11.6.a Heeft u wel eens een (of meerdere) spitssupplement aangekocht? o Nee o Ja, namelijk > Als Nee vertakken naar Pagina 9 > Als Ja, namelijk vertakken naar Pagina 8 Pagina 8 * 12.6.b U heeft aangegeven dat u een (of meerdere) spitssupplement(en) heeft gekocht. Kunt u aangeven in hoeverre u het met de volgende stellingen eens bent?
52
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
Helemaal mee eens
Mee eens
Neutraal
Mee oneens
Helemaal mee oneens
Geen mening
NVT
De aankoop van spitssupplementen via het internet is gemakkelijk? Spitssupplementen zouden overal waar nskaartjes te koop zijn, verkocht moeten worden. Het is onhandig dat ik van te voren moet beslissen of en wanneer ik reis, omdat ik eventueel een spitssupplement moet kopen.
Pagina 9 * 13.7. Kunt u aangeven welke van de volgende situaties op u van toepassing is na afloop van de proef Spitsmijden in het OV? (meerdere antwoorden mogelijk) o Tijdens de proef heb ik mijn reisgedrag aangepast om de beloning te verdienen, maar na de proef ga ik weer terug naar mijn reisgedrag van voor de proef. o Tijdens de proef heb ik het tijdstip van de treinreis naar mijn werk aangepast. Dit is mij zo goed bevallen dat ik dit na de proef regelmatig blijf doen. o Tijdens de proef heb ik het tijdstip van mijn treinreis naar mijn werk aangepast. Dit is mij zo goed bevallen dat ik het andere mensen ook zal aanbevelen. o Het is mij niet gelukt mijn reisgedrag tijdens de proef zodanig aan te passen, dat ik de spits structureel heb kunnen mijden. Dat zal ook na de proef zo zijn. o Het was voor mij niet nodig om mijn reisgedrag aan te passen, aangezien ik al op het gewenste tijdstip reisde voor de proef. Dat zal ook na de proef zo zijn. o Anders, namelijk
B. Uw deelname- evaluatie projectbureau Pagina 10 * 14.1. Wat vond u van de informatie over de proef op de website? o Zeer goed o edelijk goed o Niet goed en niet slecht o Matig o Slecht 15. Toelichting
* 16.2.a Heeft u contact gehad met het projectbureau vanwege een vraag of klacht? o Ja o Nee > Als Ja vertakken naar Pagina 11 > Als Nee vertakken naar Pagina 12
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
53
Pagina 11 * 17.2.b Hoe beoordeelt u de afhandeling van uw vraag/klacht door het projectbureau ‘Spitsmijden’? o Zeer goed o Redelijk goed o Niet goed en niet slecht o Matig o Slecht o N.v.t. (ik heb geen contact gehad met het projectbureau) 18. Toelichting
Pagina 12 * 19.3. Wat vond u van de bereikbaarheid van het projectbureau tijdens de proef? o Zeer goed o Redelijk goed o Niet goed en niet slecht o Matig o Slecht o N.v.t. (ik heb geen contact gehad met het projectbureau) 20. Toelichting
Pagina 13 * 21.4. Tijdens de proef heeft u een aantal keer via uw logboek informatie aan ons doorgegeven over een week waarin u met de trein naar uw werk ging. Hoe heeft u dit ervaren? o Veel werk o Redelijk veel werk o Vrij weinig werk o Een kleine moeite 22. Toelichting
* 23.5. Kunt u hieronder aangeven wat u van de duidelijkheid en de lengte van de vragenlijsten vond die u aan het begin en aan het einde (deze vragenlijst) heeft ingevuld?
Zeer goed
Redelijk goed
Niet goed en niet slecht
Matig
Slecht
C. Achtergrond vragen Pagina 14 * 25. 1. Wat is uw geslacht o Man o Vrouw * 26. 2.a Wie betaalt uw Jaartrajectabonnement? o Mijn werkgever o Ikzelf o Mijn werkgever betaald een deel en ik betaald zelf een deel. * 27.2.b Welk percentage van uw Jaartrajectabonnement betaalt u naar schatting zelf? % Pagina 15 * 28.3. Hoe zou u uw functie beschrijven? o Eigenaar van een bedrijf of winkel o Vrij beroep (arts, advocaat, kunstenaar) o Manager/leidinggevende in een bedrijf, organisatie, instelling of overheid o Werkzaam in beleid/staf/advies/onderzoek/consultancy in een bedrijf, organisatie, instelling of overheid o Uitvoerende/ondersteunende functie in een bedrijf, organisatie, instelling of overheid o Student/ zonder beroep o Anders, namelijk * 29.4. Tot welke sector behoort het bedrijf of de organisatie waar u werkt? o Rijksoverheid o Provinciale overheid o Gemeente o Onderwijs o Landbouw, tuinbouw, visserij o Industrie, openbare nutsbedrijven o Bouw o Groothandel, detailhandel o Horeca o Transport, communicatie o Financiële of zakelijke dienstverlening o Gezondheidszorg of welzijnszorg o Anders, namelijk
Geen mening
Duidelijkheid van de vragen Het aantal vragen
24. Toelichting
54
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
55
Bijlage D: Logboek
Bijlage E: Non respons enquête Vragen met een sterretje * zijn verplicht in te vullen. Pagina 1 *1. 1. Volgens onze gegevens hebben wij u in februari en/of maart benaderd om deel te nemen aan de proef ‘Spitsmijden in het OV’. Klopt dit? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (2) o Ja, ik ben benaderd en heb besloten niet mee te doen (2_1) o Ja, ik ben benaderd en doe mee aan de proef (2_2) o Nee (2_3) > Als “Ja, ik ben benaderd en doe mee aan de proef” vertakken naar alternatieve dankpagina (einde enquête) > Als “Nee” vertakken naar alternatieve dankpagina (einde enquête) Pagina 2 *2. 2. Heeft u een Jaartrajectabonnement via uw werkgever? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (46) o Ja (46_1) o Nee, maar wel toen de proef in februari startte (46_2) o Nee (46_3) > Als “Ja” vertakken naar Pagina 3 > Als “Nee, maar wel toen de proef in februari startte” vertakken naar alternatieve dankpagina (einde enquête) > Als “Nee” vertakken naar alternatieve dankpagina (einde enquête) Pagina 3 *3. 2.a Wat is normaal gesproken uw vertrekstation, wanneer u naar uw werk reist? - Het station dat u het meest gebruikt. Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (49) o Utrecht Centraal (49_1) o Utrecht Terwijde (49_2) o Vleuten (49_3) o Woerden (49_4) o Gouda Goverwelle (49_5) o Gouda (49_6) o Zoetermeer Oost (49_7) o Zoetermeer (49_8) o Anders, namelijk (49_9) *4.2.b Wat is normaal gesproken uw eindstation, wanneer u naar uw werk reist? - Het station dat u het meest gebruikt. Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (79) o Den Haag HS (79_1) o Mariahoeve (79_2) o Voorburg (79_3) o Zoetermeer (79_4) o Zoetermeer Oost (79_5) o Laan van NOI (79_6) o Ypenburg (79_7) o Anders, namelijk (79_8) Pagina 4 *5. 3. Hoeveel dagen in de week (maandag t/m vrijdag) reist u doorgaans met de trein naar uw werk? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (147) o 1 dag (147_1) o 2 dagen (147_2)
56
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
57
o 3 dagen (147_3) o 4 dagen (147_4) o 5 dagen (147_5) o Wisselend, maar gemiddeld minder dan 3 dagen per week (147_6) o Wisselend, maar gemiddeld minimaal 3 dagen per week (147_7) o Nooit (147_8) > Als “Nooit” vertakken naar alternatieve dankpagina (einde enquête) *6. 4. Hoeveel dagen in de week (maandag t/m vrijdag) reist u doorgaans tijdens de ochtendspits met de trein naar uw werk ? - U zit tussen 7:30-9:00 uur in de trein. Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (148) o 1 dag (148_1) o 2 dagen (148_2) o 3 dagen (148_3) o 4 dagen (148_4) o 5 dagen (148_5) o Wisselend, maar gemiddeld minder dan 3 dagen per week (148_6) o Wisselend, maar gemiddeld minimaal 3 dagen per week (148_7) o Nooit (148_8) Pagina 5 *7. 5. Hoe vaak heeft u doorgaans een zitplaats als u in de ochtendspits met de trein naar uw werk reist? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (50) o Zo goed als altijd (50_1) o Meer dan de helft van de reizen (50_2) o Ongeveer de helft van de reizen (50_3) o Minder dan de helft van de reizen (50_4) o Vrijwel nooit (50_5) *8.6. Kunt u de treinreis naar uw werk ook met de auto maken? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (149) o Ja (149_1) o Soms (149_2) o Nee (149_3) *9. 7. Heeft u de mogelijkheid om (een deel van de dag) thuis te werken? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (8) o Ja (8_1) o Nee (8_2) Pagina 6 *10.8. Kunt u aangeven of u het met de volgende stelling eens bent? ‘Dat ik niet (of moeilijk) buiten de ochtendspits (7.30 uur-9.00 uur) met de trein naar werk kan reizen is van invloed geweest op mijn beslissing om niet aan de proef ‘Spitsmijden in het OV’ deel te nemen’ Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (9) o Ja (9_1) o Nee (9_2) > Als “Ja” vertakken naar Pagina 7 > Als “Nee” vertakken naar Pagina 8 Pagina 7 *11. 8.a U heeft ‘Ja’ geantwoord, kunt u aangeven welke factoren hierbij een rol spelen? Elke respondent kon MEERDERE antwoorden kiezen. (11) o Kinderen verzorgen, naar/van school of kinderopvang brengen/halen (11_1) o Samen ontbijten/avondeten (11_2) o Partner wegbrengen/ophalen (11_3)
58
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
o Het is bij mijn werkgever niet gebruikelijk (cultuur) (11_4) o Mijn werkzaamheden lenen zich er niet voor (11_5) o Vanwege afspraken of verplichtingen met collega’s (11_6) o Vanwege afspraken of verplichtingen met klanten (11_7) o Ik wil mijn werktijden niet aanpassen (11_8) o Anders, namelijk (11_9) Pagina 8 *12.9. Kunt u aangeven of u het met de volgende stelling eens bent? ‘Voor mij is het geboden kortingspercentage van 20% van invloed geweest op de beslissing om niet aan de proef ‘Spitsmijden in het OV’ deel te nemen’ Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (125) o Ja (125_1) o Nee (125_2) > Als “Ja” vertakken naar Pagina 9 > Als “Nee” vertakken naar Pagina 10 Pagina 9 *13.9.a U heeft ‘Ja’ geantwoord, vanaf welk kortingspercentage zou u wel hebben deelgenomen? Elke respondent kon meerdere open antwoorden van maximum 255 tekens ingeven. (87) % (87_1) Pagina 10 *14.10. Kunt u aangeven of u het met de volgende stelling eens bent? ‘Het feit dat de Spitssupplementen alleen via internet kunnen worden gekocht, is van invloed geweest op mijn beslissing om niet aan de proef ‘Spitsmijden in het OV’ deel te nemen’ Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (10) o Ja (10_1) o Nee (10_2) *15.11. Kunt u aangeven of u het met de volgende stelling eens bent? ‘De opzet van de proef is van invloed geweest op mijn beslissing om niet aan de proef ‘Spitsmijden in het OV’ deel te nemen’ Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (43) o Ja (43_1) o Nee (43_2) > Als “Ja” vertakken naar Pagina 11 > Als “Nee” vertakken naar Pagina 12 Pagina 11 *16.11.a U heeft ‘Ja’ geantwoord, kunt u aangeven welke aspecten van de opzet dit zijn geweest? Elke respondent kon MEERDERE antwoorden kiezen. (45) o De informatievoorziening over de proef was onduidelijk. (45_1) o De periode waarin de proef plaats vond, kwam mij niet uit. (45_2) o Het was mij niet duidelijk dat ik nooit duurder uit kon zijn dan met mijn gewone Jaartrajectabonnement. (45_3) o Anders, namelijk (45_4) Pagina 12 17.12. Is er misschien nog een andere belangrijke reden waarom u niet aan de proef heeft deelgenomen? Iedere respondent kon één enkel open antwoord van maximum 2000 tekens ingeven. (7) Open antwoord (7_1) Pagina 13 *18.13. Voor welke klasse is uw Jaartrajectabonnement geldig? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (48) o 1ste klas (48_1) o 2de klas (48_2)
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
59
*19.14.a Wat is uw leeftijd? Elke respondent kon meerdere open antwoorden van maximum 255 tekens ingeven. (107) o jaar (107_1) *20.14.b Wat is uw geslacht? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (42) o Man (42_1) o Vrouw (42_2) Pagina 14 *21.15. Wat is uw hoogst genoten opleiding? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (40) o Lager onderwijs (lagere school, LAVO, VGLO) (40_1) o Lager beroepsonderwijs (LBO, LTS, ITO, LEAO, huishoudschool, VMBO basis, VMBO kader, etc.) (40_2) o Middelbaar algemeen onderwijs (MAVO, VMBO gl, VMBO tl, IVO, MULO, ULO, 3 jaar VWO, etc.) (40_3) o Middelbaar beroepsonderwijs (MBO, MTS, UTS, MEAO, etc.) (40_4) o Hoger algemeen beroepsonderwijs (HAVO, VWO, Atheneum, Gymnasium, Lyceum, etc.) (40_5) o Hoger beroepsonderwijs (HBO, HTS, HEAO, etc.) (40_6) o Wetenschappelijk onderwijs (universiteit, doctoraalopleiding etc.) (40_7) *22.16.a Tot welke van de onderstaande beroepsgroepen behoort u? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (41) o Eigenaar van een bedrijf of winkel (41_1) o Vrij beroep (arts, advocaat, kunstenaar) (41_2) o Manager/leidinggevende in een bedrijf, organisatie, instelling of overheid (41_3) o Werkzaam in beleid/staf/advies/onderzoek/consultancy in een bedrijf, organisatie, instelling of overheid (41_4) o Uitvoerende/ondersteunende functie in een bedrijf, organisatie, instelling of overheid (41_5) o Student/ zonder beroep (41_6) o Anders, namelijk (41_7) *23. 16.b Tot welke sector behoort het bedrijf of de organisatie waar u werkt? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (47) o Rijksoverheid (47_1) o Provinciale overheid (47_2) o Gemeente (47_3) o Onderwijs (47_4) o Landbouw, tuinbouw, visserij (47_5) o Industrie, openbare nutsbedrijven (47_6) o Bouw (47_7) o Groothandel, detailhandel (47_8) o Horeca (47_9) o Transport, communicatie (47_10) o Financiële of zakelijke dienstverlening (47_11) o Gezondheidszorg of welzijnszorg (47_12) o Anders, namelijk (47_13) Pagina 15 *24.17. Wat is de samenstelling van uw huishouden? Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (81) o Alleenstaand (81_1) o Getrouwd/ samenwonend zonder kinderen (81_2) o Getrouwd/ samenwonend met kinderen (81_3) o Alleenstaande ouder (81_4) o Anders, namelijk (81_5)
60
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
*25.18. Wat is het netto maandelijks inkomen van uw volledige huishouden? (3) Elke respondent kon slechts ÉÉN van de volgende antwoorden kiezen. (3) o < €2000 (3_1) o €2000 - €3500 (3_2) o €3500 -€5000 (3_3) o > €5000 (3_4) o Ik wil geen informatie geven over mijn inkomen (3_5) 26.19. Mogen wij u eventueel telefonisch benaderen voor verder onderzoek naar het mijden van de ochtendspits? - alleen 10 cijfers invullen Elke respondent kon meerdere open antwoorden van maximum 255 tekens ingeven. (4) o Wat is uw telefoonnummer? (4_1) Pagina 16 Projectbureau ‘Spitsmijden in het OV’ dankt u hartelijk voor uw medewerking! Klik op ‘voltooien’ om deze enquête af te ronden.
Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV 2008 | 2009
61
Colofon Uitgave Samenwerkingsverband Spitsmijden Projectmanagement p2managers Productie CoMMunicom Foto’s: Gert Janssen, Roelof Pot, Ruud Slagmolen, Nederlandse Spoorwegen, Projectbureau A12, Rabobank, RDW Vormgeving en druk Vormgeving en opmaak: Intens reclame en marketing, Amersfoort Productie en begeleiding: Xplore, Hoevelaken Drukwerk: Albe de Coker, Antwerpen © augustus 2009 Dit is een uitgave van Spitsmijden. Overname van informatie is toegestaan mits wordt verwezen naar de proef Spitsmijden.
62
2008 | 2009 Effecten van belonen in Spitsmijden in het OV
De proef Spitsmijden Gouda – Den Haag wordt mede mogelijk gemaakt door Transumo. Transumo is een Nederlands platform van bedrijven, overheden en kennisinstellingen die gezamenlijk kennis ontwikkelen op het gebied van duurzame mobiliteit (www.transumo.nl).
www.spitsmijden.nl