Eerste jaar nieuwe opleiding oncologieverpleegkunde van de Fontys Hogeschool In september 2000 is de vernieuwde specialistische opleiding tot oncologieverpleegkundige gestart. In dit artikel informatie over de inhoud van de nieuwe opleiding. De specialistische verpleegkundige vervolgopleidingen van de Fontys Hogeschool zijn ondergebracht in drie clusters, waarin inhoudelijk met elkaar samenhangende vervolgopleidingen zijn gegroepeerd. De vervolgopleiding tot oncologieverpleegkundige valt onder het Cluster Chronisch Zieken. Het onderwijs wordt aangeboden in de vorm van elkaar opvolgende trajecten. De studenten van alle opleidingen nemen gezamenlijk deel aan het A-traject waarin studenten vaardigheden verwerven op het gebied van algemeen verpleegkundige kwalificaties zoals: plannen van zorg, coördinatie, continuïteit en kwaliteit van zorg. Ook vindt in dit traject training in gespreksvaardigheden plaats, met name gericht op complexe situaties. Dit traject bevat twee afzonderlijke lesweken telkens gevolgd door vijf weken praktijk. Daarna start het C-traject waarin de specifieke oncologische zorg aan bod komt. Het C-traject beslaat zes afzonderlijke lesweken, ieder ook weer gevolgd door vijf weken praktijk. De opleiding wordt afgesloten met een afstudeerproject van zes maanden waarna een presentatie volgt ten overstaan van alle belanghebbenden en geïnteresseerden in dit project.
Van de redacteur Voor u ligt alweer het eerste nummer van de nieuwe jaargang 2002. Gezien de groei van het bestand in 2001 verschijnt het bulletin nu voor het eerst in een oplage van 1300. In dit nummer worden weer een aantal initiatieven beschreven uit de dagelijkse praktijk waarbij ook aandacht is voor opvang en begeleiding van kinderen van kankerpatiënten. Een lid van de commissie deskundigheidsbevordering geeft een blik achter de schermen van de werkzaamheden van de commissie die verantwoordelijk is voor het organiseren van minisymposia. In de vervolgopleiding tot oncologieverpleegkundige is het PGO-systeem als onderwijsvorm ingevoerd en de opleiding wordt afgesloten met een afstudeerproduct; een product direct bruikbaar in de praktijk. Onderzoek in de oncologie is belangrijk ten behoeve van inzichten in het ontstaan van kanker maar ook voor het vaststellen van richtlijnen ter behandeling. Het artikel over het gebruik van voedingsvezels en de reactie van een lezer op het gebruik van cryotherapie bij de toediening van 5FU geven inzicht.
Inhoudsopgave • Eerste jaar nieuwe opleiding oncologieverpleegkunde van de Fontys Hogeschool • Nieuwe oncologie-opleiding van de Fontys Hogeschool • Reactie op de rubriek ”Vragen staat vrij”
Wat is veranderd? De wijze van kennisverwerving en –verwerking is met de introductie van het PGO-systeem in deze nieuwe opleiding veranderd. Daarnaast zijn er ook inhoudelijke accentverschuivingen. In de oude opleiding werden de anatomie / fysiologie, pathologie, onderzoek en behandelmethodes vertaald naar het verpleegkundig handelen. Veel medische kennis werd verwerkt als voorbereiding op de consequenties van het verpleegkundig handelen. In de nieuwe opleiding vormt verpleegkundige problematiek aanleiding om zaken te gaan onderzoeken en verpleegkundige zorg te bediscussiëren. Een erg belangrijk uitgangspunt is steeds: wat betekent de aandoening voor de patiënt, voor diens naasten en voor de verpleegkundige zowel op lichamelijk, psychisch als sociaal
• Hoe vertel ik het mijn kinderen? Verslag van een afstudeerproject • Project in Amphia Ziekenhuis • Voedingsvezels • Voor u geklikt... • Commissie deskundigheidsbevordering • Agenda
gebied. Daarom is het aantal uren gespreksvaardigheden ook aanmerkelijk toegenomen. De vernieuwde opleiding is in samenspraak met verpleegkundigen op de werkvloer, zowel intramuraal als extramuraal, tot stand gekomen. Ook bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen hebben consequenties voor de opleiding. Mensen worden poliklinisch behandeld of snel uit het ziekenhuis ontslagen, wat als gevolg heeft dat de oncologische zorg thuis moet worden voortgezet. Aan die extramurale zorg wordt dan ook veel meer aandacht geschonken. Praktijk en theorie De eindtermen voor het praktijkleerplan zijn opgesteld door de beroepsgroep. Samen met de werkgever stelt de student vast hoe deze worden behaald. Daarbij is het wel belangrijk dat de student de leerdoelen zowel intra- als extramuraal als binnen diverse afdelingen behaalt. De instelling is verantwoordelijk voor de toetsing van het praktijkdeel. Het theoriedeel wordt gegeven met behulp van het Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO). Eén lesweek bestaat uit twee-endertig uren. In de vorige opleiding waren dat vijfendertig ‘docent-afhankelijke’ uren. Nu zijn dat nog maar twaalf uren gevuld met lessen en onder begeleiding van een docent. De overige achttien tot twintig uur bestaat uit zelfstudie. Grofweg werkt het PGO-systeem als volgt: men krijgt per groep (tot twaalf studenten) een casus of opdracht waarin specifieke oncologische problematiek wordt beschreven. Via een bepaald stappenplan komt de lesgroep tot het formuleren van leerdoelen (de hiaten in de kennis die opgevuld gaan worden) die de student, hetzij individueel hetzij in kleine groepjes uitwerkt. Tijdens de volgende bijeenkomst wordt
dan besproken wat de uitkomsten zijn van het bestudeerde. Het theoretisch deel wordt getoetst middels meerdere opdrachten die gedurende de opleiding worden uitgevoerd. Motivatie, financiering en werkgever De eerste groep studenten is heel gemotiveerd; ze willen het diploma! In principe volgen ze de opleiding allemaal op kosten en ‘in de tijd van’ de baas. De werkgever is degene die de student opgeeft. Anders is het moeilijk om het voor elkaar te krijgen; het praktijkdeel kan deels binnen de eigen organisatie worden behaald, maar niet volledig. Plus het feit dat er zes lesweken van dertig uur per week bijhoren. Ontwikkelingen voor de toekomst De wijze waarop de opleiding zich in de toekomst gaat ontwikkelen is moeilijk te zeggen in dit stadium. Enerzijds worden patiënten hopelijk steeds meer multidisciplinair behandeld, waarvoor juist een brede en algemene opleiding nodig is. Tegelijkertijd wordt de hele oncologische zorg steeds specialistischer. Om die reden kan het dus ook zijn dat de opleiding steeds specialistischer wordt met verschillende differentiaties binnen de oncologie, zoals bijvoorbeeld een richting ‘gynaecologische kankervormen’ (BL).
Informatie: Mw. C. Habraken coördinator opleiding oncolgieverpleegkunde Fontys Hogeschool
Nieuwe oncologie-opleiding van de Fontys Hogeschool: Steeds zelf kennis verwerven Vorig jaar september is de nieuwe opleiding tot oncologieverpleegkundige van start gegaan. Studente Kim van der Sterren, vertelt over haar ervaringen. Naadje van de kous Kim van der Sterren werkt al een aantal jaar op de afdeling interne/oncologie van het Diaconessenhuis in Eindhoven. Voor het verplegen van patiënten met een hoog complexe oncologische zorg wilde ze meer feitelijke kennis hebben over de oncologie. "Eigenlijk wil ik het ‘naadje van de kous weten’. Van de ziektebeelden die ik zag, wilde ik weten hoe ze waren ontstaan, hoe ze metastaseerden en hoe ze werden behandeld. Dat was de reden waarom ik met deze opleiding wilde beginnen." Verschillende accenten "Een aantal ziektebeelden en de bijbehorende behandelingen zijn aan de orde gekomen", vertelt Kim van der Sterren. "Tegelijkertijd merk je dat 2
de opleiding accenten legt, die je in de verpleegpraktijk-van-alledag niet direct gebruikt. Zo hebben we lessen gehad over ‘kwaliteit van zorg’ en een groot project over Gezondheidsvoorlichting. Kennis over voorlichting aan patiënten heb ik zeker nodig, maar dit was een afdelingsoverstijgend project. Niks mis mee, maar ik betwijfel of ik eraan toekom om dat ook daadwerkelijk ooit te organiseren. Hetzelfde geldt voor ‘kwaliteit van zorg’; het is zeker een belangrijk onderwerp, maar je motivatie om aan zo’n opleiding te beginnen is toch om vaardigheden en kennis voor de directe zorg aan het bed te krijgen. Tijdens de opleiding hebben we dat ook ter sprake gebracht. De reactie daarop was dat deze ‘overstijgende’ onderdelen volgens de docenten wel van belang waren en dat niet alles kan worden behandeld. Dat is natuurlijk ook waar, ‘de oncologie’ is te breed om het volledige scala door te nemen in vijftien maanden. Bovendien is het natuurlijk ook nog zo dat de studenten die deze opleiding volgen een verschillende achtergrond hebben; de één komt uit de thuiszorg en de ander staat op een chirurgische afdeling. Op beide plaatsen zijn de zorgvragen en de inhoud van bijvoorbeeld de behandeling weer anders dan bij mij op de afdeling. Je zult dus altijd onderdelen houden waar je zelf minder aan hebt, maar die voor je medestudenten weer wel van belang zijn en andersom!"
Gesprek over seksualiteit De training ‘gespreksvaardigheden’ vond Kim van der Sterren heel relevant en praktisch. "We leerden hoe je een plan kunt opstellen om een gesprek met een patiënt aan te gaan, zonder dat het vastloopt. Als je een gevoelig onderwerp, zoals seksualiteit aansnijdt, is het niet evident dat je daar gemakkelijk over kunt praten. Eén van de methoden die je daarvoor kunt gebruiken is de woorden van de patiënt letterlijk te herhalen. Als iemand hoort wat hij of zij zelf gezegd heeft, is dat vaak weer een opstapje om verder te vertellen. Zo krijg je iemands verhaal vrij goed helder." Effect In haar werk merkt Kim van der Sterren wel verschil nu ze de opleiding heeft gevolgd. "Vroeger bagatelliseerde ik sneller. Als een patiënt pijn in de rug had dacht ik al snel: ‘die heeft vannacht verkeerd gelegen. Nu heb ik in mijn achterhoofd: ‘het kunnen metastasen zijn’ en bespreek ik zoiets met de arts."
Ook de wijze van lesgeven, het Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO), heeft haar gevormd. "Deze lesmethode gaat uit van een vraagstelling, zoals je die ook in de dagelijkse praktijk kunt hebben. Nu weet ik hoe ik op zoek kan gaan naar het antwoord in mijn eigen boeken of een bibliotheek. Alleen zal ik wel de inbreng van de groep missen. Door de uitwisseling hoor je altijd weer meer dan wat je zelf hebt gevonden." Kernvaardigheden Op de vraag wat nu echt belangrijke vaardigheden zijn waarover een oncologieverpleegkundige moet beschikken, hoeft Kim van der Sterren niet lang na te denken. "Natuurlijk moet je kennis over de oncologie hebben en beschikken over goede gespreksvaardigheden om de patiënt te kunnen begeleiden. Tenslotte denk ik dat het belangrijk is dat je leergierig bent, want binnen de oncologie verandert er constant zoveel. Dat vind ik ook echt een meerwaarde van de opleiding waar ik geleerd heb om die kennis steeds zelf te verwerven!" (BL)
Reactie op de rubriek ”Vragen staat vrij” Naar aanleiding van het artikel ‘Heeft het zin om patiënten die chemotherapie krijgen, ijs te geven ter voorkoming van stomatitis?’ in het vorige Oncologisch Informatiebulletin (nr. 4, 2001), wil ik graag mijn reactie geven. In desbetreffend artikel wordt op basis van een aantal review artikelen de conclusie getrokken dat het zuigen op ijs (orale cryotherapie) tijdens de toediening van in elk geval 5-FU effect heeft en stomatitis en mucositis kan verminderen of zelfs voorkomen. Deze uitspraak wil ik graag nuanceren, aangezien er binnen deze reviews alleen een overzicht wordt gegeven van alle onderzoeken met resultaten die gedaan zijn naar preventie en management van chemotherapie gerelateerde stomatitis. Over de kwaliteit van de onderzoeken wordt echter niets gezegd! Het is dus een overzicht zonder kritische beschouwing, waarbij niet gekeken is naar de opzet en uitvoering van de onderzoeken. Dat een kritische beschouwing noodzakelijk is blijkt uit de vele kanttekeningen die geplaatst kunnen worden bij de uitgevoerde onderzoeken. Er kunnen dus vraagtekens gezet worden bij de beschreven effecten van orale cryotherapie. Methode In maart 2001 heb ik als studieopdracht voor de Voortgezette Opleiding voor Verpleegkundig Specialist de interventie orale cryotherapie bij 5-Fluorouracil behandeling onderzocht. In totaal heb ik drie onderzoeken kunnen beoordelen. Het vierde onderzoeksartikel was onbruikbaar aangezien dit in het Japans geschreven was. Middels de onderzoeksmethode CURN (Conduct and Utilization of Research in Nursing) ben ik de onderzoeken op een aantal criteria gaan beoordelen: wetenschappelijke aspecten, relevantie voor de praktijk en klinische evaluatie. Met behulp van deze criteria kan besloten worden om de interventie, in dit geval orale cryotherapie bij 5-FU behandeling, al dan niet toe te passen in de verpleegkundige praktijk. Beschouwing onderzoeken m.b.v. CURN De kritische beschouwing van mijn interventiestudie beslaat 5 pagina’s. In dit artikel beperk ik me tot een paar kanttekeningen.
Wetenschappelijke waarde De hypothese, die bij alle drie de onderzoeken hetzelfde is, is slecht onderbouwd (er wordt geen ander vergelijkbaar onderzoek of in-vitro onderzoek aangehaald). In één onderzoek wordt er zelfs gekozen voor een 60 minuten durende cryotherapie, terwijl dat gezien de halfwaarde tijd van 5-FU onlogisch is. Zij geven hier geen verklaring voor. Binnen de onderzoeken kunnen er vraagtekens geplaatst worden bij de vergelijkbaarheid van de interventie groep en de controle groep gezien de minimale patiëntenkenmerken die gebruikt zijn voor stratificatie.In twee van de drie onderzoeken richt men zich alleen op de eerste cyclus van de 5-FU behandeling. Dit is opmerkelijk aangezien 5-FU toxiciteit onvoorspelbaar is en bij dezelfde patiënt in de verschillende cyclussen van behandeling in verschillende mate kan optreden. Om betrouwbaarheid van de resultaten te vergroten zou men zich moeten richten op de gehele behandeling. De onderzoeken kunnen technisch gezien niet dubbelblind uitgevoerd worden, wat vanuit wetenschappelijk standpunt te prefereren is, maar mijns inziens hadden deze onderzoeken wel enkelblind uitgevoerd kunnen worden, waardoor eventuele bias bij de onderzoeker uitgesloten kan worden. Praktijkrelevantie In alle onderzoeken vindt er, voorafgaand aan de behandeling, geen nulmeting van het mondslijmvlies plaats. In één onderzoek wordt wel vooraf gekeken naar de conditie van het tandvlees. De hiervoor gebruikte termen goed, behoorlijk en slecht zijn mijns inziens onnauwkeurige begripsomschrijvingen: wat is het onderscheid, waar ligt de grens tussen deze begrippen en wie bepaalt deze? Het meetinstrument wat hiervoor gebruikt wordt, wordt niet vermeld en ook niet welke discipline dit vaststelt. Klinische evaluatie De meetinstrumenten waarmee de gradaties van orale mucositis gemeten kunnen worden zijn afkomstig van de WHO en staan bekend als valide en betrouwbaar, mits er een nauwkeurige inspectie van de gehele mondholte wordt gedaan. De meetinstrumenten zijn echter in twee van de drie 3
onderzoeken niet op juiste wijze gehanteerd, wat de gegevens foutief kan beïnvloeden. De arts zag de patiënten namelijk pas terug na 4 weken. Er was geen klinische controle op eventuele orale mucositis die in de tussenliggende periode optrad. Of beoordelen achteraf zuiver is, betwijfel ik ten zeerste.
Patricia Hendricks Verpleegkundig Specialist Oncologie, Bosch Medicentrum. Onderzoeksartikelen: Cascinu, S., Fedeli, A., Fedeli, S.l., & Catalano, G. (1994). Oral cooling (cryotherapie), an effective treatment for the prevention of 5 -Fluorouracil-induced sto-
Conclusie Mijn conclusie luidt, na beschouwing van de drie onderzoeksartikelen, dat er veel kritische kanttekeningen geplaatst kunnen worden bij de opzet en uitvoering van de onderzoeken. De positieve resultaten die de onderzoekers beschrijven, kunnen naar mijn idee dan ook in twijfel getrokken worden. Als eindconclusie geldt voor mij dat de resultaten niet voldoende doorslaggevend zijn om deze interventie in de verpleegkundige praktijk te implementeren. Verder onderzoek zal nodig zijn om de effectiviteit van orale cryotherapie te onderbouwen.
matitis. Oral Oncology, European Journal of Cancer, Vol. 30B, No. 4, 234-236. Mahood, D. J., Dose, A. M., Loprinzi, C. L., Veeder, M. H., Athmann, L. M., Therneau, T. M., Sorensen, J. M., Gainey, D. K., Mailliard, J. A., & Gusa, N. (1991). Inhibition of fluorouracil-induced stomatitis by oral cryotherapie.
Journal of Clinical Oncology, Vol. 9, No. 3, 449-452. Rocke, L. K., Loprinzi, C. L., Lee, J. K., Kunselman, S. J., Iverson, R. K., Finck, G., Lifsey, D., Glaw, K. C., Stevens, B. A., & Hatfield, A. K. (1993). A randomized clinical trial of two different durations of oral cryotherapie for prevention of 5-Fluorouracil-related stomatitis. Cancer, Vol. 72, No. 7, 2234-2238.
”Hoe vertel ik het mijn kinderen?” Verslag van het afstudeerproject van oncologiestudenten aan de Fontys Hogeschool Eindhoven Het project ‘Hoe vertel ik het mijn kinderen?’ vindt plaats in het kader van een afstudeeropdracht van de Specialistische Vervolgopleiding Oncologie aan de Fontys Hogeschool Eindhoven. Als afsluiting van deze opleiding krijgen de studenten de opdracht om een product te ontwerpen dat bijdraagt aan een binnen het vakgebied.
Jeanne de Bonth, Daniëlle Booij, Carry Titulaer en Annette Verhoeven kozen voor het ontwikkelen van een informatiewaaier die de titel draagt: ‘Hoe vertel ik het mijn kinderen?’. Deze informatiewaaier wordt geschreven voor ouders met kanker die kinderen hebben in de leeftijd van 8 tot 12 jaar. "In deze leeftijdsfase worden kinderen zich bewuster van zichzelf en van de wereld om hen heen," vertelt Annette Verhoeven. "Zij kunnen zich een beeld vormen van wat ziekte en dood betekenen." Onbekendheid Aan het begeleiden van kinderen van ouders met kanker wordt in de oncologieopleiding weinig aandacht besteed. In de praktijk komt men steeds meer jonge mensen met kanker tegen die kinderen in een basisschoolleeftijd hebben. De vier studentes vonden het daarom een uitdaging om juist met dit onderwerp aan de slag te gaan. Jeanne de Bonth: "Veel ouders vinden het moeilijk om hun kind te betrekken bij hun ziekteproces. Vanuit een oerinstinct willen ouders het kind beschermen tegen verdriet en angst en vertellen daarom weinig. Dit kan er toe leiden dat de kinderen vanuit hun eigen fantasie invulling gaan geven
4
aan de veranderde situatie die zij haarscherp instinctief aanvoelen en daardoor een gedragsverandering kunnen ondergaan.." Doel De informatiewaaier zien de vier verpleegkundigen als een handvat voor de ouders. In de informatiewaaier komen verwijzingen naar literatuur voor volwassenen en voor kinderen over dit onderwerp te staan. Dit kunnen titels van boeken zijn, maar ook internetadressen of telefoonnummers en lotgenotencontact. "Met deze informatiewaaier hoeven ouders niet zelf te gaan zoeken naar informatie. De meeste ouders komen daar ook niet aan toe. Iemand die te horen heeft gekregen dat hij kanker heeft en met een behandeling tegen kanker begint, heeft genoeg aan zichzelf", aldus Annette Verhoeven. "Wij hopen dat deze informatiewaaier inzicht geeft in het belang van het aan je kinderen vertellen dat je als ouder kanker hebt en wat de gevolgen hiervan kunnen zijn. Er worden enkele tips aangereikt die mogelijkheden bieden om te kunnen omgaan met de onzekerheden, angsten en zorgen die de ouder en het kind ondervinden. Toekomst De informatiewaaier zal waarschijnlijk nog niet zijn definitieve vorm hebben op het moment dat de vier verpleegkundigen afstuderen (februari 2002). Op dit moment zijn ze druk bezig met het zoeken van sponsors om de informatiewaaier te kunnen realiseren. De studentes realiseren zich dat de informatiewaaier geen wondermiddel is. Om de communicatie tussen ouders en kinderen te vergemakkelijken is aandacht, tijd en mondelinge toelichting nodig. De oncologieverpleegkundige kan hieraan een bijdrage leveren. (LJ)
Voor meer informatie: Annette Verhoeven, Jeanne de Bonth Tweesteden Ziekenhuis / locatie Tilburg Afdeling Oncologie 013 – 465 54 50
Project in Amphia Ziekenhuis: Wat doen voor kinderen van oncologiepatiënten? Ze slenteren wat over de afdeling en lopen links en rechts 'ns een patiëntenkamer in. Dat waren een paar ervaringen met kinderen van kankerpatiënten in het Amphia Ziekenhuis in Breda. Op de oncologieafdeling van dit ziekenhuis, locatie Langendijk, zijn ze met deze ervaringen aan de slag gegaan. Adrie Doomen, oncologieverpleegkundige, geeft een beschrijving. "Wat kunnen we doen voor kinderen van oncologiepatiënten op onze afdeling?", was een vraag die een aantal collega's zich stelden. Op de oncologieafdeling worden regelmatig patiënten opgenomen die nog kleine kinderen hebben. Wanneer bij iemand kanker gediagnosticeerd wordt, raakt dit ook de kinderen emotioneel. Als de kinderen nog jong zijn, kan het voor de verpleegkundigen lastig zijn om iets voor deze kinderen te betekenen. Niet alleen verloopt de communicatie met jonge kinderen op een andere manier dan bij oudere kinderen of volwassenen, er zijn ook geen materialen op de afdeling aanwezig waarmee de kinderen zich kunnen uiten. Het gevolg hiervan is dat zij, soms dagelijks, maar wat rondslenteren over de afdeling. Doordat ze steeds meer vertrouwd raken in het ziekenhuis lopen ze ook andere patiëntenkamers binnen, wat natuurlijk niet gewenst is. Het plan Een aantal collega’s van de oncologieafdeling vond dat er iets aan deze situatie gedaan moest worden. Om de kinderen van kankerpatiënten te kunnen helpen, is er zowel geld verzameld (via de stichting Roparun) als kennis. De verpleegkundigen hebben een workshop gevolgd (georganiseerd door stichting "Achter de regenboog"), waardoor zij inzicht kregen in de manier waarop omgegaan kan worden met jonge kinderen van oncologiepatiënten. Ze kregen tips en het werd hen duidelijk dat het voor deze jonge kinderen heel
belangrijk is dat zij zich op de een of andere manier kunnen uiten. Het verzamelde geld is besteed aan materialen ter ondersteuning van de begeleiding. De keuze voor de materialen is in overleg gegaan met stichting "Achter de regenboog". Er is enerzijds geredeneerd uit praktisch oogpunt (Wat kan er in een ziekenhuis?), anderzijds is er op gelet dat het spullen zijn waarmee kinderen zich kunnen uiten, zoals knutselmaterialen en playmobiel op ziekenhuisgebied. Daarnaast is er een televisie met videobanden over dit onderwerp aangeschaft, die ouders samen met hun kinderen kunnen bekijken. Het spreekt voor zich dat deze spullen niet beschikbaar zijn voor kinderen die 'normaal' op bezoek komen. Conclusie Op de oncologieafdeling in het Amphia Ziekenhuis is men heel tevreden over het project. De workshop gaf verpleegkundigen inzicht in de problematiek. De aanschaf van een aantal materialen, maakt het gemakkelijker om met jonge kinderen van oncologiepatiënten om te gaan.
Geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u terecht bij: Adrie Doomen, oncologieverpleegkundige Amphia Ziekenhuis, locatie Langendijk, Breda 076 - 527 77 15
Voedingsvezels: een beschermende of promoverende werking op colorectale tumoren? In de pers (Volkskrant 14-04-2001) verscheen een bericht dat volgens de nieuwste inzichten voedingsvezels niet alleen geen bescherming bieden tegen colorectale tumoren, maar zelfs het ontstaan van colorectale tumoren bevorderen. Bronnen voor deze bewering zijn publicaties in The Lancet (vol 356, october 14, 200, pag 1286 - 1305) en Gut ( 48:587-589). Desgevraagd geeft de Nederlandse Kankerbestrijding / KWF, na raadpleging van TNO-Voeding, het volgende commentaar: "Het is moeilijk om tot een duidelijke uitspraak over het effect van voedingsvezels t.a.v. carcinogenese bij colorectale tumoren te komen." Daar zijn een aantal redenen voor aan te geven: 1. Onderzoeksuitslagen zijn niet eenduidig en vaak conflicterend. Er is een groot verschil tussen de resultaten van onderzoeken. Resultaten van epidemiologische, patiëntcontrole- en interventieonderzoeken geven bijvoorbeeld een verschillend beeld. 2. Het is lang niet altijd duidelijk wat onder voedingsvezel wordt verstaan en met welke voedingsvezel een studie is gedaan. 3. Het maakt nogal een verschil of de studie is gedaan op basis van het vezelgehalte van gemengde voeding of op basis van
de toevoeging van een vezelpreparaat. Een preparaat gedraagt zich anders als voeding. Dat was ook de uitkomst van andere interventiestudies: een betacaroteenrijke voeding (groente) geeft bijvoorbeeld bescherming tegen longkanker bij rokers terwijl extra gebruik van een beta-caroteenpreparaat een toename van longkanker bij rokers laat zien. Gefermenteerde zuivelproducten laten een beschermende werking zien, terwijl calciumpreparaten dat effect nauwelijks tonen. In de publicaties in The Lancet en Gut is ook sprake van langdurige toediening van vezelpreparaten, waarbij een toename aan recidieven van colorectale tumoren werd waargenomen. Er zijn inmiddels ook weer epidemiologische studies die toch een bescherming aantonen door vezelrijke voeding (groente, fruit, graanproducten). 4. Het komt steeds meer naar voren dat het ontstaan van colorectale tumoren minder door voeding wordt beïnvloed dan aanvankelijk gedacht werd (energie, vet, alcohol, vezel). Conclusie: meer onderzoek zal gaandeweg meer helderheid geven. Voorlopig is er geen reden om de concrete voedingsadvisering gezonde voeding te wijzigen. Wellicht is er wel reden om terughoudend te zijn met supplementen, zeker langdurig en in hoge doseringen. (JV) 5
Voor u geklikt… www.kankerspoken.nl: een nieuwe website over kinderen die een vader of moeder met kanker hebben
Lieve mama ga niet dood. Ook al heb je heel veel pijn. Lieve mama ga niet dood. Ik weet, het is niet fijn. Lieve mama ga niet dood. Ik zal altijd bij je zijn Kim
Dit is één van de hartenkreten op de site ‘www.kankerspoken.nl’. Als één van de ouders kanker heeft, kan het aardig ‘spoken’ in de kinderhoofden. Op deze website kunnen kinderen hun verhaal kwijt en informatie vinden over kanker, behandeling, gevoelens en de vraag ‘wat helpt’ tegen het verdriet. Maar niet alleen kinderen kunnen op de site terecht. Ook hun ouders, leerkrachten en hulpverleners kunnen informatie vinden over het omgaan met deze kinderen. Kinderen "Sinds mijn moeder overleden is aan kanker heb je me werkelijk zó aan het janken. Voor sommigen heel moeilijk te begrijpen. Die snappen niet dat ik om dát al moet huilen. Maar mijn verdriet is zo groot dat ik dat er niet bij kan hebben." Anouk 9 jaar Het onderdeel voor kinderen is verdeeld in drie leeftijdsgroepen: tot 9 jaar, van 10 tot 12 jaar en vanaf 13 jaar. Elke groep komt dan op een mooie paginagrote illustratie waar allerhande onderdelen uit oplichten als je er met de muis overheen schuift. De 10 tot 12-jarigen zien bijvoorbeeld een stad en vanaf de telefoonpaal kun je doorklikken naar het forum waar ze berichten kunnen lezen en versturen. Ook vinden ze hierop beknopte informatie afgestemd op hun leeftijd over kanker, de behandeling en gevoelens die erbij horen. Ouders Om ouders een handje te helpen bij de begeleiding van hun kinderen, is ook een deel van de site voor hen opgezet. Behalve informatie en tips kunnen ook zij, in een eigen forum, ervaringen uitwisselen. Wat aan de orde komt, is vooral heel praktisch. We lichten er twee rubrieken uit. In de rubriek ‘Praten’ wordt bijvoorbeeld ingegaan op het bespreken van een slechte prognose. Moet je dat nu wel of niet doen? En hoe dan? Ook de ‘enge vragen’ die kinderen kunnen stellen komen aan bod en hun ‘voelsprieten’, waarmee ze aanvoelen dat er iets heel erg mis is. De tips zijn kort, bondig en zien er verstandig uit. Een andere praktische rubriek is ‘Reacties’. Kinderen kunnen heel verschillend reageren op de kanker van hun vader of moeder. Zo kan er de angst leven dat ze óók kanker hebben. Een bezoek aan de huisarts met de geruststelling dat het echt geen kanker is kan dan helpen. 6
Hulpverleners Kinderen kunnen een verpleegkundige, arts of diëtist vragen stellen over de kanker van hun vader of moeder. Een ouder kan advies vragen hoe hij zelf moet omgaan met de kinderen na de diagnose. In dit onderdeel vindt de bezoeker tips en een verwijzing naar praktische middelen, zoals boeken en een agenda. Een opmerkelijke rubriek is ‘Wat helpt?’ Daar vindt de hulpverlener adviezen die aan ouders gegeven kunnen worden in het contact met hun kinderen. Ook adviezen aan de hulpverleners: informeer in gesprekken met de ouders naar de kinderen, reik ideeën aan voor de terminale fase en geef tips om openheid naar de kinderen vorm te geven. Ook voor hulpverleners is er de rubriek ‘Reacties’ waarin hulpverleners schrijven hoe zij ouders ondersteunen bij de stressreacties van hun kinderen. Bijvoorbeeld door te vertellen dat veel (moeilijk) gedrag volkomen normaal is in dergelijk omstandigheden, waardoor ouders wat worden gerustgesteld. www.kankerspoken.nl is o.a. gesponsord door de Nederlandse Kankerbestrijding. De redactie is in handen van een psycholoog. Een site waar kinderen en ouders zowel troost kunnen vinden als informatie. Een site die ook voor hulpverleners de moeite waard is. Op deze site kan bovendien een voorlichtingsvideo worden besteld. (BL)
C O L O F O N Het oncologisch informatiebulletin informeert oncologieverpleegkundigen en diëtisten (eerste en tweede lijn) in de IKZ-regio over regionale oncologische ontwikkelingen. Het IKZ is een kennis- en kwaliteitscentrum van en voor oncologische hulpverleners in de regio Noord-Brabant en Noord-Limburg. Het bulletin verschijnt vier maal per jaar. Redactieadres
IKZ Postbus 231 5600 AE Eindhoven Telefoon : 040 - 297 16 16 Telefax : 040 - 297 16 10 E-mail :
[email protected] Internetsite: http://www.ikc.nl/ikz
Redactie
J. van Gassel, hoofdredacteur Th. van de Pol J. Vogel-Boezeman A. van Broekhoven C. van der Lans-van den Bout
Eindredactie
L. Jongen
Secretariaat
A. van Gaal
Lay-out & Druk
Drukkerij Valkenstadt, Valkenswaard Tel.: 040 - 207 46 46
ISSN
1383 - 8792
Inge Melis vertelt enthousiast over uitdaging
Bijdrage leveren aan deskundigheid collega’s De commissie deskundigheidsbevordering van het IKZ is aangevuld met nieuwe mensen. Inge Melis, een van de nieuwe leden, beschrijft haar ervaringen. De belangrijkste taak van de commissie bestaat uit het organiseren van mini-symposia voor verpleegkundigen in de IKZ-regio. In de symposia komen onderwerpen aan bod die de relevante ontwikkelingen in de oncologische zorg belichten. De commissieleden kijken naar de gevolgen die ontwikkelingen binnen de oncologie kunnen hebben voor het functioneren van de oncologie-verpleegkundige. Om er voor te zorgen dat de onderwerpen interessant zijn voor de doelgroep, vraagt het IKZ via enquêtes na ieder symposium naar ideeën. Die bespreekt de commissie en nadat ieder lid zijn stem heeft uitgebracht, wordt bepaald of het onderwerp geschikt is voor een symposium.
Foto volgt nog van IKZ
beleid opgenomen dat zij geen sponsoring door de farmaceutische industrie of andere bedrijven wenst. Tevens kiest het IKZ ervoor geen financiële bijdrage te vragen aan de bezoekers van het symposium. Zo is de drempel voor de bezoekers laag. De consequenties hiervan zijn echter wel dat aan de sprekers geen forse honoraria betaald kunnen worden. Soms betekent dit dat er minder sprekers uitgenodigd kunnen worden. Steeds opnieuw zoekt de commissie naar een goede balans tussen enerzijds de kwaliteit van de sprekers en anderzijds de kosten. Omdat er voldoende expertise aanwezig is in het zuiden van het land, zijn de sprekers vaak afkomstig uit deze regio.
Samenstelling commissie De commissie heeft leden die werken in de thuiszorg, het ziekenhuis en het IKZ. Voor Inge Melis was dit één van de redenen om lid te worden: "Op deze manier krijg je de kans om deel uit te maken van een regiobrede commissie waarin mensen uit verschillende disciplines tot een gezamenlijk product komen." Daarnaast vindt zij het een uitdaging om een bijdrage te leveren aan het vergroten van de deskundigheid van oncologie-verpleegkundigen. Symposia De symposia komen tot stand met weinig geld. Om haar onafhankelijkheid te kunnen garanderen, heeft het IKZ in haar
Inge Melis, verpleegkundig specialist oncologie TweeStedenziekenhuis Tilburg
Zakboekje Palliatieve Zorg 2001 verschenen
: Plaats
: Adres
Postcode :
: de heer / mevrouw Naam
Stuur mij exempla(a)ren van het "Zakboekje Palliatieve Zorg 2001". Het bedrag van keer ƒ 10,- (per 1 januari 2002 € 5) heb ik vandaag overgemaakt op rekeningnummer: 44.23.27.056 van het IKZ, Eindhoven o.v.v. "Zakboekje Palliatieve Zorg 2001".
BESTELFORMULIER Zakboekje Palliatieve Zorg 2001
➲
Zakboekje
BESTELFORMULIER
Het zakboekje Palliatieve Zorg is een uitgave van zeven Integrale Kankercentra (IKL, IKMN, IKO, IKR, IKST, IKW en IKZ). Het boekje kost ƒ 10,- en is te bestellen door dit bedrag over te maken op bankrekeningnummer 44.23.27.056 van het IKZ, Eindhoven, in combinatie met het bestelformulier.
✂
De volledig herziene druk van het ‘Zakboekje Palliatieve Zorg’ is verschenen. De opzet van deze uitgave is hetzelfde als de vorige. Het grote verschil is dat in deze uitgave de meest recente inzichten op het gebied van palliatieve zorg zijn verwerkt. Voorin het boekje staan de basisprincipes van goede palliatieve zorg beschreven. De uitgave is gericht op de dagelijkse praktijk en direct door de hulpverlener te gebruiken.
7
Agenda Thema-avond Vroegdiagnostiek bij Prostaatkanker Donderdag 10 januari Vanaf 18.00 uur Catharina-ziekenhuis Eindhoven
Symposium Cervixcarcinoom Maandag 21 januari Vanaf 18.00 uur Catharina-ziekenhuis Eindhoven Werkgroep psychosociale hulpverlening Maandag 18 februari Vanaf 14.00 uur IKZ Eindhoven
Commissie na- en bijscholing Maandag 21 januari Vanaf 17.00 uur Catharina-ziekenhuis Eindhoven
CORRESPONDENTEN De correspondenten attenderen de redactie op belangrijke ontwikkelingen, verzorgen korte berichten en fungeren als intermediar tussen auteur en redactie.
Ziekenhuizen
Agenda patiëntenactiviteiten St. Joseph Ziekenhuis
Vrijdag 18 januari van 10.00 – 12.00 uur Visagiste (ex)kankerpatiënten Vicki Brownhuis te ‘s-Hertogenbosch
Donderdag 10 januari Inloopbijeenkomst (ex)borstkankerpatiënten St. Joseph Ziekenhuis te Veldhoven
St. Elisabeth Ziekenhuis
Cerebraal Woensdag 9 januari v.a. 14.00 uur Lotgenotencontactbijeenkomst Zaal onder de pelgrimskerk te Breda
Dinsdag 15 januari van 14.15 – 16.15 uur Inloopmiddag (ex)borstkankerpatiënten St. Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg
Amphia Ziekenhuis
Zaterdag 12 januari v.a. 13.30 uur Lotgenotenbijeenkomst Zorgcentrum De Vloet te Oisterwijk
Woensdag 16 januari van 9.30 – 11.30 uur Inloopochtend (ex)borstkankerpatiënten Amphia Ziekenhuis, locatie Molengracht te Breda
Maandag 14 januari v.a. 14.00 uur Lotgenotenbijeenkomst Buurthuis Slinger te ’s-Hertogenbosch
Donderdag 24 januari van 19.00 – 22.00 uur Lezing "Lange-termijneffecten na de ziekte van Hodgkin en non-Hodgkin lymfomen" Amphia Ziekenhuis, locatie Pasteur te Breda
Vicki Brownhuis Dinsdag 15 januari van 10.00 – 13.00 uur Koffie-ochtend (ex)borstkankerpatiënten Vicki Brownhuis te ’s-Hertogenbosch
IKZ Vrijdag 25 januari vanaf 10.00 uur Contactochtend Kahlerpatiënten IKZ te Eindhoven
✂
Amphia Ziekenhuis, locatie Langendijk, Breda A. Doomen, verpleegkundige Amphia Ziekenhuis, locatie Molengracht, Breda V. Keysers, verpleegkundige Amphia Ziekenhuis, locatie Pasteurlaan, Oosterhout A. Beijer, verpleegkundige I. Keusters, diëtist St. Annaziekenhuis, Geldrop J. Bomekamp, verpleegkundige Bosch Medicentrum, ’s-Hertogenbosch D. van den Boogaard, verpleegkundige Carolus-Liduina Ziekenhuis, ’s-Hertogenbosch S. Verhage, verpleegkundig specialist oncologie Catharina-ziekenhuis, Eindhoven A. van Hoof, verpleegkundige L. de Craen, diëtist Diaconessenhuis, Eindhoven Karen Schram St. Elisabeth Ziekenhuis, Tilburg R. van Helvert, verpleegkundig specialist oncologie Elkerliek Ziekenhuis, Helmond/Deurne S. Janssen, verpleegkundig consulent oncologie St. Joseph Ziekenhuis, Veldhoven W. van Cuyk, verpleegkundige M. Nieboer, diëtist TweeSteden ziekenhuis, Waalwijk B. van Erp, verpleegkundige TweeSteden ziekenhuis, Tilburg A. van Broekhoven, verpleegkundige P. Delsink, diëtist Ziekenhuis Bernhoven, locatie Veghel M. Verhoeven, verpleegkundige Ziekenhuizen Noord-Limburg, Venlo L. Jeuken, diëtist
Thuiszorg/Kruiswerk
Integraal Kankercentrum Zuid
Postbus 231
5600 AE EINDHOVEN
Kruisvereniging Breda S. Hana, verpleegkundige Stichting Thuiszorg Eindhoven Y. Aarts, verpleegkundig specialist Thuiszorg regio, ’s-Hertogenbosch C.F. van der Lans-van den Bout, verpleegkundige S. Verschuren, diëtist Stichting Kruiswerk Peelland, Helmond M. van Asseldonk, verpleegkundig specialist oncologie Thuiszorg Midden-Brabant, Tilburg M. Brekelmans, verpleegkundige Stichting Thuiszorg Brabant N.O., Uden T. Burghouwt, verpleegkundige Stichting Het Groene Kruis Noord-Limburg, Venlo-Blerick K. van Geene, diëtist T. Balduk, wijkverpleegkundige Stichting Thuiszorg Kempenstreek, Waalre E.van Ham, verpleegkundige
Voldoende
frankeren
8
Vervolgopleidingen oncologieverpleegkundigen Koning Willem I College Vught V. Hertsens, cursusleidster Fontys Hogeschool Eindhoven C. Habraken, cursusleidster