Persdossier 12 november 2014 Tiende CM-ziekenhuisbarometer
Eenpersoonskamer steeds moeilijker betaalbaar Voor het tiende jaar op rij publiceert CM de gemiddelde ziekenhuisfactuur voor de patiënt. Deze gegevens zijn gebaseerd op de analyse van zo’n 1,4 miljoen facturen van CM-leden in 2013. Op 1 januari 2013 werden ereloonsupplementen verboden voor alle klassieke opnames in kamers voor twee of meer personen en voor de meeste ingrepen in kamers voor twee of meer personen in het dagziekenhuis. De tiende barometer maakt de balans op van wetsaanpassing voor een betere toegankelijkheid. Deze jaarlijkse studie laat ons toe om de evolutie van de factuur bij ziekenhuisopname op te volgen. Dit brengt ons tot een aantal aanbevelingen voor een betere financiële bescherming van de patiënt. De ziekenhuizen worden elk jaar betrokken bij de analyses. Zij krijgen de kans te reageren op hun resultaten. Op die manier worden fouten in de registratie en de facturatie gedetecteerd en krijgen we een correcter beeld van de realiteit en correctere facturen voor de patiënt. Op de CM-website vindt de surfer voor elk ziekenhuis de gemiddelde factuur terug. Op deze manier kan hij de prijzenpolitiek van de verschillende ziekenhuizen in België met elkaar vergelijken.
Samenvatting van de opvallendste vaststellingen 1. Wat zijn de gevolgen geweest van het verbod op ereloonsupplementen met de uitzondering voor het dagziekenhuis?
Ondanks de uitzondering voor het dagziekenhuis schaften bijna alle ziekenhuizen (hun ereloonsupplementen in kamers voor twee of meer personen volledig af. Alleen CHIREC, Imelda, Iris Zuid, Heilig Hart in Leuven en Europaziekenhuizen rekenden nog ereloonsupplementen aan in kamers voor twee of meer personen in dagziekenhuis, in 2013. In die ziekenhuizen stegen ze ook sterk (tot +35 procent in Europaziekenhuizen, maar in dit ziekenhuis werden ze dan wel afgeschaft in 2014). Door het verbod inden 16 ziekenhuizen in kamers voor twee of meer personen bij klassieke opnames in 2013 in totaal 16 miljoen euro minder ereloonsupplementen dan in 2012. Deze daling werd niet gecompenseerd met een groei van de ereloonsupplementen in eenpersoonskamers. Deze stegen met 3 procent maar dat is minder dan de stijging van de jaren voordien.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 1
Het aantal opnames in eenpersoonskamers (met kamersupplement) bleef in 2013 nog stabiel. Tot op vandaag gebeurt minder dan één vierde van de klassieke opnames in een éénpersoonskamer en slechts 7 procent van de dagopnames.
2. Een klassieke opname in het ziekenhuis werd in 2013 2 procent duurder in een eenpersoonskamer en 6 procent goedkoper in een kamer voor twee of meer personen. Je betaalde gemiddeld 1.391 euro in een eenpersoonskamer en 281 euro in een kamer voor twee of meer mensen. 3. Een dagopname daarentegen werd duurder. +5 procent (voor chirurgische ingrepen) en +8 procent (voorniet-chirurgische ingrepen), zowel in de eenpersoonskamers als in de kamers voor twee of meer personen. De gemiddelde factuur in het chirurgisch dagziekenhuis bedroeg 660 euro in een eenpersoonskamer en 125 euro in een kamer voor twee of meer. 4. Ook de kost van medisch materiaal is een belangrijke verklaring voor de evoluties in de prijzen. In het klassiek ziekenhuis daalt de kost van materiaal doordat er meer materialen terugbetaald worden. In het chirurgisch dagziekenhuis zien we dan weer een sterke stijging van de materiaalkost voor de patiënt bij kijkoperaties (orthopedische ingrepen). Zo zien we voor meniscusverwijdering bijna een verdubbeling van het remgeld (+170 procent). 5. Per opname betaalt de patiënt gemiddeld 32 euro voor niet-terugbetaalde geneesmiddelen. Dat bedrag is al meer dan tien jaar stabiel en zelfs dalend, maar de variatie tussen de opnames is groot.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 2
CM-achtpuntenplan om klassegeneeskunde te vermijden De globale daling in de factuur in kamers voor twee of meer personen bewijst dat politieke beslissingen hun effect hebben. Kamersupplementen in kamers voor twee of meer personen werden afgeschaft. Medisch materiaal en implantaten worden beter terugbetaald, maar ook veel meer gebruikt. Toch blijven de verschillen tussen de ziekenhuizen groot. Deze verschillen zouden ertoe kunnen leiden dat er zich twee types ziekenhuizen gaan onderscheiden: ziekenhuizen voor de ‘rijken’ en ziekenhuizen voor de minder gegoeden. Deze tendens naar een duale geneeskunde moeten we tegengaan, vindt CM. Deze acht concrete voorstellen van CM dragen daartoe bij.
1.
Een beperking van de ereloonsupplementen in eenpersoonskamers tot 100 procent van het officieel honorarium, zowel bij opnames met overnachting als bij dagopnames De ereloonsupplementen in eenpersoonskamers kennen sinds 2004, het begin van onze metingen, elk jaar een forse stijging. Deze evolutie kan leiden tot een duale geneeskunde, met enerzijds ziekenhuizen met een kwalitatief sterk en goed betaald medisch korps en een aanbod aan luxe-suites. Anderzijds zijn er dan ziekenhuizen die betaalbaar zijn, maar moeten vechten om de artsen te houden, voldoende attractief te blijven voor de meer gegoede patiënten en financieel rond te komen. Ziekenhuizen, die met overheidssubsidies gebouwd worden, die voor de verzorging van de patiënten worden gefinancierd, en waar artsen werkzaam zijn wiens prestaties in grote mate worden terugbetaald door de sociale zekerheid, moeten medische zorg aanbieden die voor iedereen gelijk is en voor iedereen betaalbaar blijft. Een beperking van de ereloonsupplementen in eenpersoonskamers tot maximum 100 procent zou de opwaartse kostenspiraal ten laste van de patiënt tegenhouden en oneerlijke concurrentie vermijden van ziekenhuizen die op meer gegoede patiënten en duurder betaalde artsen mikken. Zeker voor bevallingen, waarbij de ouders meestal voor eenpersoonskamer kiezen, dringt deze beperking zich op. Ereloonsupplementen vormen er in sommige ziekenhuizen een reëel financieel risico voor de jonge ouders.
2.
Een verbod op ereloonsupplementen in kamers voor twee of meer personen bij dagopnames Op 1 januari 2013 werden de ereloonsupplementen bij wet verboden in kamers voor twee of meer personen in het klassiek ziekenhuis. Dit verbod werd echter niet doorgetrokken naar het dagziekenhuis. Er zijn in 2014 nog vier ziekenhuizen waar de artsen ereloonsupplementen mogen aanrekenen voor opnames in kamers voor twee of meer personen. Het is onzinnig om een uitzondering op het verbod in stand houden, ter wille van vier ziekenhuizen. CM is verheugd dat het federaal regeerakkoord van 9 oktober 2014 een verbod aankondigt van de ereloonsupplementen in kamers voor twee of meer personen. We pleiten er dan ook voor om hier zo snel mogelijk werk van te maken. Een volledig verbod op ereloonsupplementen in kamers voor twee of meer personen zou een geruststelling zijn voor de patiënt en transparanter en eerlijker voor de ziekenhuizen.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 3
3.
Garantie van de vrije keuze van arts, ook in een kamer voor twee of meer mensen Als ziekenfonds krijgen wij regelmatig signalen van patiënten dat zij verplicht worden voor een eenpersoonskamer te ‘kiezen’ indien zij door een bepaalde arts willen behandeld worden. Dit is voor CM onaanvaardbaar, want de kamerkeuze mag op geen enkele manier de bereidheid van een arts beïnvloeden om een patiënt te verzorgen. Ook de Orde der Geneesheren - die hier begin dit jaar over bevraagd werd - stelt dat het weigeren van zorg aan een patiënt op basis van de kamerkeuze ingaat tegen de geneeskundige plichtenleer (advies van 22 februari 2014).
4.
Een kostenraming voor patiënten vóór hun ziekenhuisopname De variatie in de facturen voor de patiënt is enorm. Tien procent van de patiënten in het klassiek ziekenhuis betaalt minder dan 50 euro, maar een andere tien procent moet meer dan 1.280 euro neertellen en bij één op de honderd opnames loopt de factuur zelfs op tot meer dan 6.360 euro. Om verrassingen te vermijden is het dus wenselijk dat patiënten voor hun opname een kostenraming zouden krijgen, hetzij op het moment van de afspraak hetzij via een ‘kostprijssimulator’ op de website van het ziekenhuis. Meer dan een ziekenhuis stelt reeds dergelijke simulator online ter beschikking. CM juicht dit toe en moedigt de andere ziekenhuizen aan hier ook werk van te maken.
5.
Medisch materiaal beter terugbetalen door de wettelijke ziekteverzekering Dankzij bijkomende budgetten betaalt de ziekteverzekering implantaten en medisch materiaal beter terug. Maar, voor het materiaal bij kijkoperaties, meestal in dagziekenhuis, werd halfweg 2012 een terugbetaling voorzien met een aandeel ten laste van de patiënt van 55 procent. Hierdoor werd bijvoorbeeld het weghalen van de meniscus op één jaar 37 procent duurder. Deze evolutie waarschuwt ons voor een reëel gevaar. Er komen immers jaarlijks nieuwe materialen en technieken bij. Om te vermijden dat de kost hiervan steeds meer naar de patiënt wordt geschoven, dient hiervoor voldoende budget te worden voorzien.
6.
Solidariseren van de kost van niet-terugbetaalde geneesmiddelen onder de ziekenhuispatiënten, zodat geen enkele patiënt voor een onaangename verrassing komt te staan CM pleit voor het solidariseren van de kost voor niet-terugbetaalde geneesmiddelen. Elke patiënt zou dan per opname 32 euro betalen, ongeacht zijn of haar eigen gebruik van nietterugbetaalde geneesmiddelen. Deze vorm van forfaitarisering zou de onvoorspelbare variatie van de kost van niet terugbetaalde geneesmiddelen doen verdwijnen.
7.
Een patiëntenfactuur van maximaal 200 euro voor een opname met overnachting in een kamer van twee of meer personen Zonder ereloonsupplementen, met goed vergoed medisch materiaal en gesolidariseerde nietterugbetaalde geneesmiddelen moet het mogelijk zijn de factuur voor elke patiënt in een kamer voor twee of meer personen in elk ziekenhuis te beperken tot 200 euro. In 2013 hadden, mede dankzij het beschermingsmechanische van de maximumfactuur (MAF), slechts 10 procent van de opnames in kamers voor twee of meer personen, of zo’n 150.789 opnames, een factuur hoger dan 200 euro). Zo kan elke patiënt er op rekenen dat hij of zij nooit meer dan 200 euro uit eigen zak zal moeten betalen. Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 4
8.
Een correcte en transparante financiering van de ziekenhuizen die de verpleegkundige zorg en andere personeelskosten beter dekt De stijgende ereloonsupplementen in eenpersoonskamers en de grote variatie tussen de ziekenhuizen en artsen doen vragen rijzen over de mechanismes van de ziekenhuisfinanciering. Welk aandeel van de artsenhonoraria is er werkelijk nodig voor een correcte ziekenhuisfinanciering? De financiële druk op de artsen om mee de werking van het ziekenhuis te financieren, is voor sommige specialisten een reden om zich op een privépraktijk te richten waar zij vrij hun honorarium kunnen bepalen. Een transparantere en correctere financiering van de ziekenhuizen, in combinatie met medische honoraria die in hoofdzaak de intellectuele acte van de arts financieren (en niet de overige werkingskosten van het ziekenhuis), zouden deze verdoken privatisering tegengaan. Als CM scharen we ons achter de verklaringen in het federaal regeerakkoord om te gaan naar een gemengd financieringssysteem met een prospectieve financiering voor standaardiseerbare zorg.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 5
Vijf tips voor de patiënt om onaangename verrassingen te vermijden 1. Kies kostenbewust of u een eenpersoonskamer of een gemeenschappelijke kamer wenst. Informatie over de kost van de verschillende kamertypes vindt u op de opnameverklaring die u wordt voorgelegd ten laatste op het moment van de opname. U kan de opnameverklaring ook vooraf opvragen. Zeker voor een dagopname, waar u maximaal enkele uren gebruik zal maken van uw kamer is dit belangrijk. Het verschil in prijs tussen een eenpersoonskamer en een kamer voor twee of meer personen is er nog groter dan bij een klassieke opname. 2. Vraag uw arts te schatten wat de kost van de ingreep zal zijn (medisch materiaal en ereloon). Bij een heelkundige ingreep bijvoorbeeld, kan de kost van het medisch materiaal (implantaten of hechtmiddelen die in het lichaam blijven) hoog oplopen. De hoogte van het ereloon kan en mag besproken worden. 3. Vergelijk ziekenhuistarieven op www.cm.be/ziekenhuisfactuur en pas uw keuze van ziekenhuis aan voor zover dat mogelijk is. 4. Vraag naar de tarieven van de ‘diverse kosten’ (televisie, telefoon, internet, maaltijd voor de begeleidende partner of ouder… ). 5. Leg uw factuur voor aan uw ziekenfonds vooraleer te betalen. Onze medewerkers kunnen u uitleg geven over de inhoud van uw factuur en nagaan of er geen fouten of onwettige aanrekeningen in staan. In die gevallen kan de dienst ledenverdediging uw factuur betwisten bij het ziekenhuis.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 6
Vergelijkingsmodule voor de ziekenhuistarieven op cm.be CM biedt op haar website een interactieve module aan om de prijzenpolitiek van de ziekenhuizen te vergelijken (www.cm.be/ziekenhuisfactuur). Deze vergelijkingsmodule wordt elk jaar geactualiseerd. Je kiest een kamertype, een type opname (met of zonder overnachting) en een dienst of ingreep, selecteert vervolgens de gewenste ziekenhuizen en je krijgt het detail van de kosten in de gekozen ziekenhuizen. De bedragen zijn opgesplitst in rubrieken zoals honoraria en supplementen voor materiaal. Om de tabel vlotter te kunnen lezen, staan de cijfers in verschillende kleuren.
Rood: dit ziekenhuis past de tarieven van de 25 procent duurste ziekenhuizen toe.
Oranje: dit ziekenhuis past de tarieven van de 25 procent ziekenhuizen met gemiddelde tarieven toe.
Groen: dit ziekenhuis past de tarieven van de goedkoopste ziekenhuizen toe (onder de mediaan). Ereloonsupplementen van minder dan 1 procent worden automatisch in het groen aangeduid, ongeacht de mediaanwaarde.
De bedragen in deze vergelijking zijn gemiddelden (mediane waarden) op basis van de facturen van 2013. Deze bedragen zijn geen engagement: de werkelijke factuur kan lager of hoger zijn al naargelang de zwaarte van de ingreep, het al dan niet geconventioneerd zijn van de geneesheer, het type materiaal en de verblijfsduur. De gefactureerde bedragen geven ook geen enkele indicatie over de kwaliteit van de zorg. Indien het ziekenhuis ‘rode of oranje cijfers’ vertoont, raden wij de patiënten aan waakzaam te zijn en meer informatie te vragen over de supplementen om verrassingen te vermijden. Wanneer de waarden van de gekozen ziekenhuizen in het groen vermeld staan, kan de factuur toch nog hoog zijn (ze hangt immers onder meer af van de ernst van de gezondheidstoestand en de verblijfsduur), maar ze zal relatief lager zijn dan in ziekenhuizen waarvoor de resultaten in rood of oranje aangeduid zijn voor dezelfde ingreep. In ieder geval kunnen de patiënten die aangesloten zijn bij CM in geval van een overdreven hoge of incorrecte factuur terecht bij CM-medewerkers. Elk jaar worden op deze manier enkele miljoenen euro aan CM-leden terugbetaald.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 7
Inhoud Samenvatting van de opvallendste vaststellingen .............................................................. 1 CM-achtpuntenplan om klassegeneeskunde te vermijden .................................................... 3 Vijf tips voor de patiënt om onaangename verrassingen te vermijden ..................................... 6 Vergelijkingsmodule voor de ziekenhuistarieven op cm.be................................................... 7 Analyse van de ziekenhuisfacturen van 2013 .................................................................... 9 1.
Evolutie van het aantal ziekenhuisopnames ............................................................ 9
2.
Evolutie van het aantal opnames in eenpersoonskamers en regionale verschillen ............. 11 Klassieke opnames ............................................................................................. 11 Dagziekenhuis .................................................................................................. 13
3.
Evolutie van de gemiddelde factuur per kamertype en regionale verschillen .................. 14 Klassieke opnames ............................................................................................. 14 Chirurgisch dagziekenhuis .................................................................................... 15
4.
De ereloonsupplementen ................................................................................. 16 Wat veranderde er op 1 januari 2013? ..................................................................... 16 De maxima volgens de opnameverklaringen .............................................................. 17 Werkelijk aangerekende ereloonsupplementen: klassieke opnames in eenpersoonskamers ..... 18 Als voorbeeld: hoeveel kost een bevalling in het ziekenhuis? ......................................... 21 Chirurgisch dagziekenhuis .................................................................................... 22 Inkomsten van de ziekenhuizen uit patiëntenbetalingen naargelang het kamertype ............. 24
5.
De kamersupplementen voor eenpersoonskamers .................................................... 25 Klassieke opnames ............................................................................................. 25 Dagziekenhuis .................................................................................................. 27
6.
De kost van het materiaal ................................................................................ 27 Chirurgische ingreep met klassieke opname .............................................................. 28 Chirurgisch dagziekenhuis .................................................................................... 29
7.
De niet-vergoede geneesmiddelen ...................................................................... 31 Klassiek .......................................................................................................... 31 Chirurgisch dagziekenhuis .................................................................................... 32
Bijlage 1: Overzichtstabellen van de gemiddelde kost voor de patiënt ................................... 33 Bijlage 2: Methodologie ............................................................................................ 39 Bijlage 3: Ereloonsupplementen, wettelijk toegestaan? ..................................................... 42
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 8
Analyse van de ziekenhuisfacturen van 2013 1. Evolutie van het aantal ziekenhuisopnames We tellen in België jaarlijks 3,4 miljoen ziekenhuisopnames. Bijna de helft hiervan (46 procent) zijn dagopnames, en dit aandeel groeit gestaag. Het aantal dagopnames steeg de laatste 10 jaar met gemiddeld 4,5 procent. Niet alleen worden bestaande behandelingen minder ingrijpend door de verbeterde technieken (bijvoorbeeld operaties via kijkbuis), ook komen er nieuwe vormen van behandeling bij waarvoor geen overnachting vereist is (vb. nieuwe geneesmiddelen voor chemotherapie bij kanker). Ook het feit dat we steeds langer leven brengt meer opnames met zich mee. Jaarlijks komen er voor heel het land zo’n 50.000 dagopnames1 bij, zodat we in 2013 uitkwamen bij 1,6 miljoen dagopnames. Dagopnames vervangen deels de klassieke opnames (bijvoorbeeld voor cataract operaties, of voor de behandeling van spataders), maar ook het aantal klassieke opnames stijgt. In 2013 telden we 18.000 klassieke opnames meer dan in 2012 (groei van 1 procent). Dit brengt het totaal op 1,8 miljoen klassieke opnames. Zie figuur 1. Figuur 1: Evolutie van het aantal ziekenhuisopnames in België 2002-2013
Evolutie aantal ziekenhuisopnames 4.000.000 3.500.000 600.946
Aantal opnames
3.000.000 2.500.000 197 000
970.991
2.000.000 706 000 1.500.000 1.000.000
1.843.945
1 664 000
500.000
klassieke opname
niet chirurgisch dagziekh (exclusief ambulante forfaits)
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
0
chirurgisch dagziekh
We maken onderscheid tussen chirurgisch en niet-chirurgisch dagziekenhuis. In het niet-chirurgisch dagziekenhuis worden heel wat relatief snelle ingrepen gedaan zoals de verwijdering van een tandwortel in het kaakbeen, het wegnemen van goedaardige gezwellen via kijkbuis, het radiologisch in beeld brengen van de kransslagaders, enzovoort. Andere veel voorkomende types behandelingen in niet-chirurgisch dagziekenhuis zijn de kankerbehandeling met geneesmiddelen (chemotherapie), de nierdialyse en de chronische pijnbehandeling. Deze twee laatsten beschouwen we eerder als ambulante prestaties en dus niet als echte ziekenhuisopnames.
1
Bij de dagopnames worden de ambulante forfaits niet meegerekend. Ambulante forfaits zijn de forfaits voor dialyse, chronische pijn, mini-forfait (afgeschaft in 2014) en manipulatie poortkatheter. Deze zijn zeer frequent en hun aantal stijgt fors, maar ze kunnen niet als een echte dagopname worden beschouwd.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 9
De meest voorkomende chirurgische dagingrepen zijn ingrepen in de domeinen oftalmologie (oogheelkunde), orthopedie (heelkunde van het steun- en bewegingsapparaat), stomatologie (mond- en kaakheelkunde), oto-rhino-laryngologie (ingrepen door neus-, keel-, oorartsen, kortweg ORL of NOK), urologie (operatieve behandelingen aan de urinewegen en/of mannelijke geslachtsorganen) en gynaecologie (operatieve behandelingen aan het vrouwelijk voortplantingssysteem). Oftalmologie en orthopedie zijn samen goed voor de helft van de ingrepen in het chirurgisch dagziekenhuis. Figuur 2 geeft een idee van de verdeling van de verschillende pathologieën bij de chirurgische dagopnames. Figuur 2: Aandeel van de verschillende pathologieën in het aantal dagopnames
Chirurgisch dagziekenhuis: aandeel van de pathologieën in het aantal opnames, 2013
15% 23%
4%
orthopedie oftalmo stomato
6%
ORL urologie
8% 26%
gynaeco andere
18%
De klassieke opnames (dus de opnames mét overnachting) in deze studie zijn gegroepeerd volgens de dienst waarbinnen de patiënt verzorgd werd. Volgende vijf diensten werden weerhouden in de analyses: heelkunde, inwendige geneeskunde 2, pediatrie, materniteit en de dienst geriatrie en revalidatie. Figuur 3 geeft de verdeling van de opnames weer overheen deze diensten.
2
Patiënten die een heelkundige ingreep ondergingen en toch op de dienst inwendige geneeskunde verbleven, worden in deze studie toch ondergebracht bij de dienst heelkunde
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 10
Figuur 3: Aandeel van de selectie van diensten in de klassieke opnames
Verdeling van de opnames over de geselecteerde diensten , klassieke opnames 2013
6% 8% 9%
Heelkunde
40%
Inwendige geneeskunde Pediatrie Materniteit
37%
Geriatrie en revalidatie
2. Evolutie van het aantal opnames in eenpersoonskamers en regionale verschillen In België hangt de hoogte van de ziekenhuisfactuur in de eerste plaats af van de kamerkeuze van de patiënt. Een patiënt die kiest voor een eenpersoonskamer betaalt een veelvoud van wat een patiënt betaalt die zijn kamer deelt met één of meerdere personen. De hogere prijs heeft niet alleen betrekking op de kamer zelf (kamersupplementen, zie punt 5), maar ook op de prijs die de arts aanrekent (ereloonsupplementen, zie punten 3 en 4). Om de patiëntenfactuur te evalueren is het dus belangrijk te weten in welk kamertype een patiënt terecht komt.
Klassieke opnames Het aandeel van de opnames in eenpersoonskamers (berekend op basis van het aandeel opnames waarbij een kamersupplement werd aangerekend 3) bleef in 2013, net als de laatste 5 jaar, stabiel op gemiddeld 23 procent bij een klassieke opname, 69 procent in de materniteit en 9 procent in de geriatrie en revalidatie. In de pediatrie neemt het aantal eenpersoonskamers wel elk jaar toe en komen we in 2013 uit op 38 procent van de verblijven. Ook was er in 2013 één ziekenhuis dat zijn aantal éénpersoonskamers verdubbelde (CHIREC). Dat is duidelijk te zien op figuur 4: de meeste punten (ziekenhuizen) bevinden zich op de diagonaal, slechts één punt zweeft er ver boven.
3
In een aantal gevallen wordt geen kamersupplement aangerekend terwijl de patiënt toch in een éénpersoonskamer ligt, (bijvoorbeeld om medische redenen). De eenpersoonskamer was dan geen expliciete keuze van de patiënt. In dit geval beschouwen wij dit ook als een opname in een twee- of meerpersoonskamer.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 11
Figuur 4: Kamerkeuzebeleid per ziekenhuis, aantal eenpersoonskamers in 2012 en 2013
Kamerkeuzebeleid per ziekenhuis 2012-2013: klassiek ziekenhuis 60%
% 1-peroonskamers in 2013
50%
40%
30%
20%
10%
0% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
% 1-persoonskamers in 2012
De meerderheid van de opnames gebeurt dus in twee- of meerpersoonskamers, maar de materniteit vormt hierop de uitzondering: daar is zowel de vraag naar als het aanbod aan eenpersoonskamers veel groter. Deze cijfers verbergen grote verschillen tussen de ziekenhuizen. In CHIREC (Brussel), CHC Saint Vincent et Sainte Elisabeth (Luik), en het UZA zijn er respectievelijk 57 procent, 53 procent en 50 procent eenpersoonskamers. In het UZ Leuven en het UZ Brussel daarentegen slechts 13 procent en drie ziekenhuizen gaan nog lager met 12 of 11 procent (Grand Hôpital de Charleroi, Centre Hospitalier de Dinant, CH – EpiCURA in Ath). De verschillen op provinciaal niveau zijn af te lezen in figuur 5:
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 12
Figuur 5: Proportie kamertype per provincie, klassieke opnames, 2013
Dagziekenhuis In het dagziekenhuis is het aandeel opnames in eenpersoonskamers veel kleiner: 7 procent voor chirurgische ingrepen, 3 procent voor niet-chirurgische. In een deel van de gevallen is er dan ook bijna geen sprake van een kamer en rust je gewoon even uit in een zetel. Ook deze cijfers verbergen grote verschillen tussen ziekenhuizen. In CHIREC en het AZ Heilige Familie in Reet krijgen in meer dan 20 procent van de chirurgische dagopnames de patiënten een eenpersoonskamer. In andere ziekenhuizen worden er nooit eenpersoonskamers aangerekend in het chirurgisch dagziekenhuis. De variatie op niveau van de provincies is zichtbaar op figuur 6.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 13
Figuur 6: proportie kamertype per provincie, chirurgisch dagziekenhuis, 2013
Proportie 1 en 2 of meerpersoonskamers per provincie, chirurgisch dagziekenhuis, 2013 100% 90% 80% 70% 60% 50%
90%
90% 95% 96% 97% 98%
91% 93% 94% 95% 96%
40%
2 of meerpk
30%
1pk
20% 10% 0%
10%
10% 5%
4%
3%
2%
9%
7%
6%
5%
4%
3. Evolutie van de gemiddelde factuur per kamertype en regionale verschillen Klassieke opnames Een klassieke opname in het ziekenhuis werd in 2013 algemeen 1 procent goedkoper. De opnames in eenpersoonskamers werden wel 2 procent duurder maar deze stijging wordt in het globale gemiddelde gecompenseerd door de daling met 6 procent in kamers voor twee of meer personen. We komen in 2013 uit op een gemiddelde van 281 euro ten laste van de patiënt voor een opname in kamers voor twee of meer personen, en een vijfvoud daarvan, namelijk 1 391 euro , voor een opname in een eenpersoonskamer. Het gemiddelde over alle kamertypes heen bedraagt 533 euro. Over de periode van 2004 tot 2013 betekent dit een jaarlijkse reële stijging van 1 procent in eenpersoonskamers en een jaarlijkse reële daling van 3 procent in kamers voor twee of meer personen. De verklaring voor deze evoluties bespreken we in de volgende punten, maar kort samengevat stijgt de factuur in eenpersoonskamers door een stijging van de ereloonsupplementen en daalt de factuur door dalingen in drie rubrieken: de kost voor materiaal (ook in eenpersoonskamers), en de daling van ereloon- en kamersupplementen in kamers voor twee of meer personen (zie figuur 7).
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 14
Figuur 7: Evolutie van de gemiddelde kost per opname, per kamertype
Evolutie van de factuur voor de patiënt per rubriek klassieke hospitalisatie per kamertype (prijzen 2013) 1600
1364
1391
Gemiddeld factuurbedrag ( €)
1400 1200 1000
577
582
617
505
500
477
645
658
682
770
444
360
795
805
831
800 600 400
497
448
341
329
330
200 202
204
220
226
219
217
229
228
229
230
19
20
19
18
185
182
150
140
15 124
14 115
14 95
172
174
193
198
193
195
193
298
281
17 83
16 72
2 69
207
210
210
0 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 individuele kamer
Remgeld
Materiaal- kamer en andere supplementen
kamer voor 2 of meer
Honorariumsupplementen
Chirurgisch dagziekenhuis De evolutie van de factuur in het dagziekenhuis vertoont gelijkenissen met deze in het klassiek ziekenhuis, maar de recente evolutie is toch is verschillend. Daar waar in het klassieke ziekenhuizen de prijs globaal daalt, stijgt de prijs van een chirurgische dagopname in 2013 met 4 procent (in beide kamertypes). Zo komen we in 2013 uit op een gemiddelde van 125 euro ten laste van de patiënt voor een dagopname in kamers voor twee of meer personen en ook hier een vijfvoud voor de eenpersoonskamers, namelijk 660 euro ten laste van de patiënt. Het gemiddelde over alle kamertypes heen bedraagt 161 euro. Over de periode van 2009 tot 2013 betekent dit een jaarlijkse reële stijging van 3 procent in eenpersoonskamers en van 4 procent in kamers voor twee of meer personen (zie figuur 8). De verklaring voor deze stijging bespreken we in de volgende punten, maar kort samengevat zijn zowel ereloonsupplementen als de materiaalkost hiervoor verantwoordelijk.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 15
Figuur 8: Evolutie van de factuur voor de patiënt in chirurgisch dagziekenhuis, prijzen 2013
Evolutie van de factuur voor de patiënt in chirurgisch dagziekenhuis, prijzen 2013 700
635 600
660
625
500 400
465 478 491
499 516 472 472 475
300 200 30 100 0
110 104 94
88
80
90
84
81
77
27 66
50
38
45
44
52
63
64
59
49
46
121 125 27 52
55
26 37 43
26 29 58
26 34 56
26 34 61
24 34 66
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 eenpersoonskamers remgeld
andere supplementen
twee- of meerpersoonskamers ereloonsupplementen
4. De ereloonsupplementen Wat veranderde er op 1 januari 2013? Op 1 januari 2013 verbood de overheid alle ereloonsupplementen in kamers voor twee of meer personen in het klassiek ziekenhuis. De overheid liet wel de mogelijkheid om ereloonsupplementen aan te rekenen in het dagziekenhuis. Vanaf 1 juli 2014 zou het verbod ook gelden voor oncologische zorg in het dagziekenhuis en werd het verbod voor patiënten met verhoogde tegemoetkoming of met het statuut van ‘chronisch ziek’ terug hersteld zoals dat voorheen ook al bestond4. Behalve voor oncologische zorg, bleven ereloonsupplementen dus toegestaan in kamers voor twee- en meer personen in dagziekenhuis. Er werd gevreesd dat, ter compensatie van het verbod, er een toename zou zijn van het aantal opnames in eenpersoonskamers en van het aantal aanrekeningen van ereloonsupplementen in eenpersoonskamers en in dagziekenhuis. Het bilan bleek in 2013 echter eerder positief:
Ondanks de uitzondering voor het dagziekenhuis schaften alle ziekenhuizen, uitgenomen vijf (CHIREC, Imelda, Iris Zuid, Heilig Hart in Leuven en Europaziekenhuizen) hun ereloonsupplementen in kamers voor twee of meer personen volledig af. Waar in 2013 wel nog ereloonsupplementen aangerekend werden in kamers voor twee of meer personen in dagziekenhuis stijgen ze ook sterk (tot +35 procent in Europaziekenhuizen).
4
Dit verbod bestond al voor deze patiënten (door de wet op de ‘beschermde patiënten’) maar het verbod van 1 januari 2013 had als onbedoeld neveneffect dat deze bescherming werd opgeheven.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 16
Door het verbod inden 16 ziekenhuizen in kamers voor twee of meer personen bij klassieke opnames in 2013 in totaal 16 miljoen euro minder ereloonsupplementen dan in 2012. Deze daling werd niet gecompenseerd met een groei van de ereloonsupplementen in eenpersoonskamers. Deze stegen met 3 procent maar dat is minder dan de stijging van de jaren voordien. Het aantal eenpersoonskamers bleef in 2013 nog stabiel (uitgenomen in 1 ziekenhuis, zie punt 2). Tot op vandaag gebeurt minder dan één vierde van de klassieke opnames in een éénpersoonskamer en slechts 7 procent van de dagopnames.
De maxima volgens de opnameverklaringen Het maximaal percentage ereloonsupplementen is het maximum dat elk ziekenhuis met zijn artsen afspreekt. Dit maximum (per kamertype) staat in de opnameverklaring die elke patiënt ter ondertekening krijgt voorgelegd ten laatste bij het begin van de opname en is uitgedrukt in procent van het officieel tarief per prestatie5. Op de opnameverklaring duidt de patiënt zijn/haar kamerkeuze aan. Uit deze opnameverklaringen leiden wij af dat in 40 ziekenhuizen de artsen nooit meer dan 100 procent ereloon mogen aanrekenen (figuur 9). Vijf ziekenhuizen trokken hun maxima op in 2013 (van 100, 175 of 200 procent tot 125 of 150, 200 of 275 procent). Anderzijds haalden twee ziekenhuizen hun maxima terug van 300 procent naar 200 procent (Sint Jansziekenhuis in Brussel) en van 400 procent naar 300 procent (CHIREC, Brussel). De twee ziekenhuizen die nog de 400 procent hanteren in 2013 zijn het Hôpital Universitaire Des Enfants Reine Fabiola (HUDERF, Brussel) en Sainte Anne- Saint Rémi (Brussel), maar dit laatste ziekenhuis ging begin 2014 ook naar 300 procent. Figuur 9: Maximaal aanrekenbaar ereloonsupplement in elk ziekenhuis in 2012 en 2013 Maximaal aanrekenbaar ereloonsupplement in eenpersoonskamers volgens opnameverklaring, in 2012 en 2013 450%
400%
350%
300%
250%
2012 200%
2013
150%
100%
50%
710006 710039 710063 710102 710124 710176 710247 710308 710392 710397 710550 710710 710715 710719 710595 710032 710023 710126 710264 710689 710164 710007 710010 710042 710099 710146 710249 710346 710534 710718 710254 710076 710087 710140 710406 710723
0%
De gegevens, geüpdatet voor 2014 zijn gevisualiseerd op de kaart van België in figuur 10.
5
Het officieel tarief is gelijk aan de som van de RIZIV- vergoeding plus het persoonlijk aandeel van de patiënt voor de betreffende prestatie.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 17
Figuur 10: Maximaal aanrekenbaar ereloonsupplement 2014, per ziekenhuis op de kaart van België
Werkelijk aangerekende ereloonsupplementen: klassieke opnames in eenpersoonskamers Naast de maxima is het ook leerrijk te analyseren wat de werkelijk toegepaste ereloonsupplementen waren in 2013. Deze bedroegen gemiddeld 62 procent. Dat dit veel lager ligt dan de maxima komt doordat er op heel wat artsenprestaties geen ereloonsupplementen (mogen) worden aangerekend6. Nominaal ging het in de klassieke opnames over 804 euro (op een totale factuur van 1391 euro). De ereloonsupplementen stegen met 3 procent in 2013. Deze groei is iets lager dan de jaarlijkse groei van 4 procent die we de laatste 10 jaar constateerden. Het Brusselse ziekenhuis CHIREC blijft de hoogste bedragen aanrekenen voor vergelijkbare behandelingen. Dit lees je af van de kolommen ‘gemiddeld procent ereloonsupplement’ in tabel 1. De rangschikking gebeurt op basis van ‘gemiddeld percent ereloonsupplement’, aangezien dit een vergelijkbaar gegeven is. De totale gemiddelde factuur voor de patiënt daarentegen is geen vergelijkbaar gegeven want deze hangt af van de zwaarte van de behandelingen in het ziekenhuis. Zo zal een academisch ziekenhuis typisch gemiddeld een hogere factuur moeten voorleggen ook al rekent het procentueel minder ereloonsupplementen aan.
6
Voorbeelden hiervan zijn forfaitaire honoraria voor medische beeldvorming en klinische biologie.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 18
Bij deze 10de barometer, stellen we vast dat de ‘top 10’ van Tabel 1, elk jaar ongeveer dezelfde blijft. De vier eerste ziekenhuizen uit deze tabel komen sinds 2004 zelfs systematisch elk jaar terug. De kleine groep ziekenhuizen uit tabel 1 overschaduwt de veel grotere groep van ziekenhuizen waar de facturen stabieler blijven van jaar tot jaar. In tabel 2 vind je de top-tien van de minst dure ziekenhuizen in eenpersoonskamers. Tabel 1: Top-tien van de ziekenhuizen met de hoogste ereloonsupplementen (in procent) in eenpersoonskamers voor klassieke opnames Gemeente
Ziekenhuis
Brussel2 Rocourt Brussel Gosselies Brussel Brussel La louvière Ottignies Gilly Brussel
CHIREC CHC St.Vincent Ste.Elisabeth Clin. Univ. Hôpital Erasme Clinique Notre-Dame de Grâce UCL Saint-Luc Europaziekenhuizen CHU Tivoli Clinique Saint Pierre Ottignies Grand Hôpital De Charleroi CHU Brugmann
1 2
maximum1 procent ereloon supplement
gemiddeld procent ereloon supplement
toename ereloon supplement in 2013
300% 275% 300% 250% 300% 300% 300% 200% 200% 300%
180% 161% 149% 148% 140% 130% 127% 123% 122% 115%
-0,3% 7,3% 2,3% 8,6% 4,0% 8,4% -2,7% 1,5% 5,0% 3,7%
gemiddelde totale factuur patiënt
3.160 2.451 3.681 2.470 3.926 2.688 2.213 2.267 2.835 2.433
€ € € € € € € € € €
Percentage zoals vermeld op de opnameverklaring Zes sites verspreid over Brussel en Waals-Brabant
Tabel 2: Top-tien van de ziekenhuizen met de laagste ereloonsupplementen (in procent) in eenpersoonskamers Gemeente
Ziekenhuis
Edegem Torhout Arlon Roeselare Izegem Tongeren Zottegem Hasselt Ieper Dendermonde
UZ Antwerpen Sint-Rembertziekenhuis Vivalia Heilig Hart Roeselare-Menen Sint-Jozefskliniek AZ Vesalius AZ Sint-Elisabeth Jessaziekenhuis Jan Yperman Ziekenhuis AZ Sint-Blasius
1
maximum1 procent ereloon supplement
gemiddeld procent ereloon supplement
toename ereloon supplement in 2013
gemiddelde totale factuur patiënt
150% 100% 200% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
32% 36% 37% 37% 39% 40% 44% 44% 44% 44%
-13,2% -0,4% -24,0% -4,5% 4,1% 4,6% -2,0% -0,6% 10,5% 24,4%
969 € 747 € 767 € 826 € 861 € 781 € 937 € 1.063 € 940 € 890 €
Percentage zoals vermeld op de opnameverklaring
Het verschil tussen de ziekenhuizen blijkt ook als we deze groeperen per provincie (zie figuur 11). Brussel is een grote uitschieter. Daarna rekenen de artsen de hoogste ereloonsupplementen aan in de provincies Waals-Brabant (Saint Pierre, Ottignies) en Luik (CH Saint Vincent & Ste. Elisabeth). In Vlaanderen zit Vlaams-Brabant het hoogst met twee ziekenhuizen in de Brusselse invloedsfeer (AZ Jan Portaels, Vilvoorde en RZ Sint Maria in Halle).
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 19
Figuur 11: Samenstelling van de factuur voor de patiënt per provincie, klassieke opnames 2013 Samenstelling van de factuur voor de patiënt, per provincie, klassieke opnames 2013 3000
2500
2000
1500
1000
500
Remgeld
Limburg
Antwerpen
West-Vlaanderen
Vlaams-Brabant
Oost-Vlaanderen
Liège
Brabant Wallon
Namur
Hainaut
Eenpersoonskamers
Luxembourg
Brussel
Limburg
Oost-Vlaanderen
West-Vlaanderen
Antwerpen
Vlaams-Brabant
Namur
Luxembourg
Liège
Hainaut
Brabant Wallon
Brussel
0
Twee- en meerpersoonskamers
Materiaal en diverse supplementen
Kamersupplementen
Honorariumsupplementen
De variatie tussen de ziekenhuizen is dus groot, maar ook het soort ingreep bepaalt in sterke mate het bedrag van de ereloonsupplementen. Dit is het gevolg van het feit dat ereloonsupplementen berekend worden als een percent van de officiële tarieven. De ‘duurste’ behandelingen grijpen plaats in de diensten heelkunde en materniteit. Dit is goed zichtbaar in figuur 12. Figuur 12: Evolutie van de ereloonsupplementen in eenpersoonskamers per dienst
Honorariumsupplementen 1-persk. kost per opname in euro
1400
+4%
1200
2006
1000
2007
+3%
800 600 400
2008 +2%
2009 +9% +1%
2010
200
2011
0
2012 2013
Algemeen komt het hierop neer dat supplementen voornamelijk worden aangerekend bij ‘technische ingrepen’ (bijvoorbeeld anesthesie of chirurgische ingrepen). Hierdoor is er sprake van Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 20
een grote ongelijkheid in de vergoeding van de verschillende artsenspecialismen. De laatste jaren werden er een reeks inspanningen geleverd om deze verschillen weg te werken door de vergoedingen van bijvoorbeeld geriaters en pediaters (die meer ‘intellectuele prestaties’ leveren) op te waarderen, maar deze zogenaamde ‘herijking’ is zeker nog niet ten einde.
Als voorbeeld: hoeveel kost een bevalling in het ziekenhuis? Eenpersoonskamers worden bij uitstek gebruikt in de materniteit. De grote meerderheid van de moeders overnacht na de bevalling in een eenpersoonskamer. In sommige ziekenhuizen wordt deze ‘bijzondere wens’ aangewend om goed door te rekenen met kamer- en ereloonsupplementen. Daardoor is bevallen in het ziekenhuis vaak duur. Voor een normale bevalling (geen keizersnede) betaal je gemiddeld 183 euro in een tweepersoonskamer en 1.291 euro in een eenpersoonskamer. De verschillen tussen de ziekenhuizen zijn groot en voor eenpersoonskamers lijkt elke regio hier een andere trend te volgen (figuur 13). Het grootste aantal eenpersoonskamers komt voor in Vlaanderen. Daar zijn deze goedkoper dan in Wallonië of Brussel. In Vlaanderen betaalde je in 2013 gemiddeld 1.154 euro, in Wallonië 1.605 euro en in Brussel 2.256 euro voor een bevalling in een eenpersoonskamer. Figuur 13: Kost voor de patiënt van een klassieke bevalling: per kamertypes en per regio
Kost voor de patiënt van een natuurlijke bevalling in eenpersoonskamers en twee- of meerpersoonskamers per regio, in prijzen 2013 2.500
kost voor de patiênt in euro
2.000
1.500
1.000
500
0 09 10 11 12 13 09 10 11 12 13 09 10 11 12 13 09 10 11 12 13 09 10 11 12 13 09 10 11 12 13 1 bed
2 of + bedden
1 bed
Vlaanderen Remgeld
2 of + bedden Wallonië
Hono. Sup.
Kamersup.
1 bed
2 of + bedden Brussel
Andere sup.
De Brusselse ziekenhuizen bevinden zich dan ook in de top 10 van duurste ziekenhuizen voor een natuurlijke bevalling: zie tabel 3. Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 21
Tabel 3: Top-tien duurste ziekenhuizen voor een natuurlijke bevalling in een eenpersoonskamer Gemeente Ziekenhuis Bedrag Bedrag (euro) (euro) ereloonkamersupplem. supplem. Bruxelles CHIREC 2.071 € 764 € Bruxelles Cliniques Universitaires Saint-Luc 1.670 € 793 € Gosselies Clinique Notre-Dame De Grâce 1.879 € 504 € Brussel Europaziekenhuizen 1.567 € 832 € Rocourt CHC St. Vincent & Ste. Elisabeth 1.847 € 389 € Bruxelles Clinique Ste. Anne - St.-Remi 1.558 € 560 € Liege CHC Cliniques Saint-Joseph 1.726 € 382 € Ottignies Clinique Saint Pierre Ottignies 1.540 € 319 € Bruxelles Cliniques Univ. Hopital Erasme 1.100 € 638 € La louviere CHU Tivoli 1.582 € 114 €
Bedrag (euro) totaal patiënt 3.244 € 2.732 € 2.702 € 2.680 € 2.473 € 2.362 € 2.308 € 2.097 € 1.997 € 1.987 €
Toch voeren sommige ziekenhuizen een gematigde prijspolitiek. In tabel 4 staan de tien ziekenhuizen met de laagste gemiddelde factuur voor een bevalling in 2013. Tabel 4: Top-tien goedkoopste ziekenhuizen voor een natuurlijke bevalling in een eenpersoonskamer Gemeente Ziekenhuis Bedrag Bedrag (euro) (euro) ereloonkamersupplem. supplem. Roeselare H.-Hartziekenhuis Roeselare-Menen 462 € 155 € Maaseik Ziekenhuis Maas en Kempen 507 € 162 € Torhout Sint-Rembertziekenhuis 452 € 173 € Aalst Algemeen Stedelijk Ziekenhuis 613 € 139 € Dendermonde AZ Sint-Blasius 537 € 150 € Zottegem AZ Sint-Elisabeth 581 € 131 € Izegem Sint-Jozefskliniek 596 € 137 € Gent AZ Sint-Lucas 612 € 159 € Arlon Vivalia 600 € 163 € Sint-Truiden RZ Sint-Trudo 585 € 188 €
Bedrag (euro) totaal patiënt 882 € 888 € 936 € 940 € 943 € 963 € 968 € 971 € 975 € 985 €
Chirurgisch dagziekenhuis Ook in de eenpersoonskamers in het chirurgisch dagziekenhuis kan de factuur hoog oplopen omwille van de ereloonsupplementen. Deze bedroegen in 2013, gemiddeld 516 euro, of vier vijfden van de totale factuur van 660 euro. Ook deze ereloonsupplementen stegen in 2013 met 3 procent. Tabel 5 geeft voor het voorbeeld van de orthopedische dagingrepen weer, welke in 2013 de duurste ziekenhuizen waren voor opnames in eenpersoonskamers.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 22
Tabel 5: Top 10 duurste ziekenhuizen orthopedie in dagziekenhuis, eenpersoonskamers 2013 maximum1 gemiddeld gemiddeld gemiddeld procent procent bedrag totale Gemeente Ziekenhuis ereloon ereloon ereloon factuur patiënt supplement supplement supplement 2 Brussel CHIREC 300% 210% 854 1.053 Brussel CHU Brugmann 300% 210% 792 866 Rocourt CHC St. Vincent Ste. Elisabeth 275% 198% 897 1.059 Brussel Clin. Univ. Hôpital Erasme 300% 171% 665 751 Liege CHC Cliniques Saint-Joseph 250% 161% 589 676 Seraing CH Bois De L'Abbaye et De 200% 153% 766 919 Hesbaye Liege CHR De La Citadelle 200% 148% 566 644 Brussel Kliniek Sint-Jan 200% 147% 589 764 Brussel UCL Saint-Luc 300% 145% 508 597 Gilly Grand Hôpital De Charleroi 200% 144% 534 651 1 2
Percentage zoals vermeld op de opnameverklaring Zes sites verspreid over Brussel en Waals-Brabant
In figuur 14 worden de verschillen per provincie duidelijk, waarbij ereloonsupplementen de grootste variatie verklaren. Figuur 14: Patiëntenfactuur in het chirurgisch dagziekenhuis in eenpersoonskamers, per provincie, 2013
Samenstelling van de patiëntenfactuur in het chirurgisch dagziekenhuis in 1-persoonskamers per provincie, 2013 1.400
euro per opname
1.200 1.000
800
materiaal en diverse
600
geneesmiddelen
400 200
kamersupplement honorariumsupplement remgeld
0
Nog interessanter is het na te gaan hoe de ereloonsupplementen evolueerden in kamers voor twee of meer personen. Het verbod op ereloonsupplementen van 1 januari 2013 gold immers niet voor het dagziekenhuis (de uitzondering voor beschermde patiënten en voor kankerbehandeling ging pas in half 2014). Toch schaften, zoals vermeld de meeste ziekenhuizen deze ereloonsupplementen volledig af. De vijf ziekenhuizen die dit niet deden zijn terug te vinden in de tabel 6. Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 23
Europaziekenhuizen schafte deze ereloonsupplementen uiteindelijk ook af in kamers voor twee of meer personen, maar bevond zich in 2013 in een overgangssituatie. Tabel 6: De vijf ziekenhuizen met ereloonsupplementen in kamers voor twee of meer personen: chirurgische dagopnames maximum1 gemiddeld toename procent procent ereloon Gemeente Ziekenhuis ereloon ereloon supplement supplement supplement in 2013 Brussel2 Brussel Bonheiden Brussel Leuven 1 2
CHIREC Iris Zuid Ziekenhuizen Imelda Ziekenhuis Europaziekenhuizen RZ Heilig Hart Leuven
300% 300% 150% 0% 50%
98% 60% 21% 7% 5%
gemiddeld totale factuur patiënt
+9% +7% +4% +35% +11%
732€ 457 € 163 € 148 € 101 €
Percentage zoals vermeld op de opnameverklaring Zes sites verspreid over Brussel en Waals-Brabant
Het gevolg van deze situatie dat het ziekenhuis CHIREC per jaar voor 13 miljoen euro aan ereloonsupplementen int in kamers voor twee of meer in dagziekenhuis. De andere ziekenhuizen van tabel 6 (exclusief Europaziekenhuizen) innen samen 8 miljoen euro aan dergelijke ereloonsupplementen, en alle andere ziekenhuizen 0 euro. Inkomsten van de ziekenhuizen uit patiëntenbetalingen naargelang het kamertype Uit figuur 15 blijkt ook dat de inkomsten uit patiëntenbetalingen in eenpersoonskamers in het klassiek ziekenhuis, deze uit de kamers voor twee of meer personen overtreffen, ondanks het sterke numerieke overwicht van het aantal opnames in kamers voor twee of meer personen (zie punt 2). Voor dagziekenhuis (zowel chirurgisch als niet chirurgisch) zijn de totale inkomsten uit patiëntenbetalingen wel groter uit de opnames in kamers voor twee of meer personen dan in eenpersoonskamers, maar dit geldt niet voor de ereloonsupplementen.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 24
Figuur 15: Totaal volume betalingen door patiënten per type hospitalisatie en kamer Totaal volume betalingen door patiënten per type hospitalisatie en kamer, prijzen 2013 700.000.000
600.000.000
500.000.000
400.000.000
300.000.000
andere kosten ereloonsupplementen
200.000.000
remgeld
100.000.000
2008
2009
2010
2011
2012
eenpersoonskamers
2013
klassiek chir dag n.chir dag klassiek chir dag n.chir dag klassiek chir dag n.chir dag klassiek chir dag n.chir dag klassiek chir dag n.chir dag klassiek chir dag n.chir dag
klassiek chir dag n.chir dag klassiek chir dag n.chir dag klassiek chir dag n.chir dag klassiek chir dag n.chir dag klassiek chir dag n.chir dag klassiek chir dag n.chir dag
0
2008
2009
2010
2011
2012
2013
twee- en meerpersoonskamers
Merk op dat supplementen niet worden opgevangen door de maximumfactuur. De opnames in eenpersoonskamers vertegenwoordigen in 2013 slechts 23 procent van alle opnames, maar ze betekenen wel 58 procent van de totale uitgaven van de patiënten voor klassieke opnames. De totale uitgaven voor klassieke opnames door patiënten in eenpersoonskamers was 562 miljoen euro en in kamers voor twee of meer personen 413 miljoen euro.
5. De kamersupplementen voor eenpersoonskamers Klassieke opnames Vandaag spreken we enkel nog van kamersupplementen in eenpersoonskamers. Deze supplementen werden in kamers voor twee of meer personen immers verboden voor ‘beschermde patiënten’ in 2006 en voor iedereen afgeschaft in 2010. Uit de facturen blijkt de variatie in de kamersupplementen enorm. Deze gaan van 19 euro per dag in het UZA tot 157 euro per dag in de Cliniques Universitaires Saint-Luc. De hele range is zichtbaar in figuur 16.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 25
Figuur 16 : Kamersupplement in eenpersoonskamer per ziekenhuis
Kamersupplement per dag in eenpersoonskamers, klassieke opnames 2013 180
euro per dag kamersupplement
160
140 120 100 80 60 40 20
1 4 7 10 13 16 19 22 25 28 31 34 37 40 43 46 49 52 55 58 61 64 67 70 73 76 79 82 85 88 91 94 97 100 103 106 109
0 rangnummer ziekenhuis
Het gemiddelde is 39 euro per dag in klassiek ziekenhuis. Dit betekent een stijging van 5 procent tegenover 2012. Deze stijging is zichtbaar in de volgende figuur (figuur 17).
Figuur 17: Evolutie van de kamersupplementen, klassieke opnames in éénpersoonskamers
Evolutie van de kamersupplementen per dag, klassieke opnames in 1-persoonskamers 2012-2013 180
kamersupplement per dag in 2013
160 140 120 100
80 60 40 20 0 0
50
100
150
kamersupplement per dag in 2012
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 26
Het spreekt vanzelf dat opnames met een langere ligduur een hoger aandeel op de factuur van kamersupplementen met zich meebrengen. Terwijl het gemiddelde bedrag aan kamersupplementen 241 euro is, betaal je in de diensten geriatrie en revalidatie, ten gevolge van de langere ligduur, gemiddeld 598 euro aan kamersupplementen.
Dagziekenhuis In dagziekenhuis komen de eenpersoonskamers veel minder voor. De prijs die ervoor aangerekend wordt is echter vergelijkbaar met het klassiek ziekenhuis: 44 euro in chirurgisch dagziekenhuis (een stijging van +4 procent tegenover 2012) en 42 euro in niet-chirurgisch dagziekenhuis (+7 procent).
6. De kost van het materiaal De sector van de implantaten (bijvoorbeeld heup- of knieprothesen, stents, pacemakers, maar ook staafjes en vijsjes, vaatenten,…) en medische materialen (mini-camera’s voor kijkbuisoperaties, katheters, hechtingsnietjes,…) is in volle ontwikkeling. Jaarlijks komen er nieuwe implantaten en materialen bij die de oude vervangen of die nieuwe mogelijkheden introduceren in de geneeskunde. We staan aan de vooravond van de introductie van op maat ontwikkelde en in 3Dgeprinte medische hulpstukken met nog ongekende mogelijkheden. Aan deze technologische vernieuwing hangt uiteraard een prijskaartje. Gelukkig werd in de laatste jaren een substantiële groei toegestaan van het budget voor deze materialen (jaarlijks 4 à 5 procent, zie groene balken in figuur 18). Toch moeten we waakzaam zijn voor de hoge kost die op ons afkomt en in het bijzonder op de patiënt.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 27
Figuur 18: Evolutie van de globale uitgaven voor implantaten en medisch materiaal
Evolutie van de globale uitgaven voor implantaten en medisch materiaal, prijzen 2013 900
800 700
miljoen euro
600
Uitgaven volgens RIZIV
500 400
464
479
508
528
553
573
635
627
Remgelden
300 200
100 0
Supplementen + Niet vergoedbare
65
45
26
17
94
129
137
148
151
2009
2010
2011
2012
2013
105
107
90
72
87
90
93
2006
2007
2008
In de zoektocht naar besparingen werd beslist het budget voor implantaten vanaf 2013 in te krimpen en de index te bevriezen. Dit lijkt in tegenspraak met de bestaande en komende noden, maar anderzijds kan het ook een signaal betekenen aan de industrie om hun prijzen in lijn te houden met de reële productiekost. De evaluatie van de voorgestelde prijzen is de taak van de Prijzencommissie op de FOD Economie. Een producent die een nieuw product op de markt wil brengen moet hiervoor een dossier neerleggen dat zijn prijs motiveert. Deze dossiers zijn echter in de praktijk vaak niet transparant onderbouwd en dus moeilijk te beoordelen. Bovendien moeten slechts enkele categorieën van implantaten7 hun vergoedingsaanvraag via de Prijzencommissie indienen. Daarnaast is er sinds 1 juli 2014 een commissie operationeel waarin universiteiten, ziekenfondsen, zorgverstrekkers en leveranciers van implantaten vertegenwoordigd zijn met als missie nieuwe implantaten en invasieve medische hulpmiddelen te evalueren op hun medische meerwaarde en advies uit te brengen aan de minister over de terugbetaling ervan binnen de vastgestelde termijn van 240 dagen. Het effect van deze commissie zal ten vroegste vanaf 2015 duidelijk worden.
Chirurgische ingreep met klassieke opname In 2011 werd de terugbetaling voor een lange lijst van orthopedische materialen verbeterd (bijvoorbeeld staafjes en vijzen voor het vastzetten van een aantal ruggenwervels). Ook de vaak gebruikte ‘vaatenten’ (artificiële overbruggingen voor grote verstopte bloedvaten) worden beter terugbetaald. Ten slotte werd er in 2012 ook een duidelijkere regeling getroffen voor de vergoeding van hechtingsankers voor zachte weefsels (bijvoorbeeld de kruisbanden), lijmen (voor het kleven van moeilijk te hechten weefsels, bijvoorbeeld bij een urgentie zoals een slagaderbreuk), antiadhesie middelen (om het kleven te vermijden, bijvoorbeeld bij operaties waar zenuwweefsel 7
De 4 categorieën onderhevig aan de prijzencommissie zijn de orthopedisch materialen, oftalmologische materialen, actieve hulpmiddelen (met batterij) en de hartkleppen. Dit zijn de ‘hoog risico’ implantaten (categorie 2 van artikel 35 bis)
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 28
wordt blootgelegd) en hemostatica (bloedstelping). Het effect van deze terugbetalingen is duidelijk zichtbaar in figuur 19 (de supplementen verdwijnen, de kost voor niet vergoed materiaal daalt met 24 procent). Figuur 19: Evolutie van de materiaalkost (euro per opname), dienst heelkunde
Materiaalkost per opname - heelkunde prijzen 2013 250
euro per opname
200
-6%
Niet terugbetaalbaar materiaal
-24%
150
Supplement terugbetaalbaar materiaal
100 +0%
Remgeld
50 0 2010
2011
2012
2013
Merk op dat het gebruik van medisch materieel en implantaten veel meer voorkomt in de dienst heelkunde, waar deze rubrieken 23 procent (of 164 euro) van de kost voor de patiënten uitmaken (onafhankelijk van het kamertype). De slotsom? Voor heelkundige ingrepen in het klassiek ziekenhuis is de balans voor de patiënt op dit moment nog positief, maar voor het chirurgisch dagziekenhuis stijgt de factuur voor de patiënt vooral in de orthopedie.
Chirurgisch dagziekenhuis Verschillen tussen facturen in het chirurgisch dagziekenhuis worden voor een groot deel verklaard door het al dan niet gebruik van medische materialen. Dit is zichtbaar in figuur 20 en wordt ook duidelijker aan de hand van een aantal voorbeelden. Voorbeelden van chirurgische dagopnames in de oftalmologie zijn: ingrepen op de oogleden, bijvoorbeeld omwille van een infectie of gezwel; een greffe van het hoornvlies, bijvoorbeeld na een beschadiging door Herpes; een heelkundige behandeling van glaucoom; de behandeling van cataract door verwijderen van de ooglens, al dan niet gevolgd door inplanten van een kunstlens. Deze laatste ingreep is ook een typisch voorbeeld van een ingreep met een hoge kost voor de patiënt voor materiaal. Het aandeel van de patiënt in de kost van kunstlenzen is groot 8.
8
Het remgeld bij oftalmologie bestond in 2013 uit gemiddeld 29 euro afleveringsmarges (artikel 35 en 35 bis), 53 euro remgelden (10% van het ZIV-gedeelte, artikel 35 bis) en 72 euro veiligheidsmarge. Kunstlenzen (en andere oftalmologische implantaten) hebben namelijk een veiligheidsmarge van 40% tot meer dan 100%.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 29
Figuur 20: Chirurgisch dagziekenhuis: factuur per pathologie
Chirurgisch dagziekenhuis: factuur per pathologie 300
281 279 21
18
68
68
euro per dagopname
250 materiaal: supplementen en nietterugbetaalbaar
200 8 18
184 184
9 21
21
22
ereloonsupplementen kamersupplementen
150 diverse kosten
105 100
3
3 58
56 50 7 13 17
100 102 99 159 156
49
49
31
32
11
12
57
0
9 9 8
85
84
9 8
10 10
55
54
7
7
7 14 35
105
62
10 10 8
58
57
32
31
11 8
geneesmiddelen materiaal remgeld
ereloon remgeld
11 8
2012 2013 2012 2013 2012 2013 2012 2013 2012 2013 2012 2013 Orthopedie Oftalmo
Stomato
ORL
Urologie
Gynaeco
Voorbeelden van chirurgische dagopnames in de orthopedie zijn: Hechten van ligamenten in de wreef, bijvoorbeeld door omslaan van de voet; Corrigeren van uitpuilende botten aan de basis van de grote teen (‘papegaaienbek’) door er een pees overheen te hechten; Fixeren van het sleutelbeen aan de schouder, na ontwrichting; Verwijderen van de meniscus (kraakbeen in de knie) Bij deze voorbeelden worden materialen gebruikt (ankers en schroeven) die sinds 2012 terugbetaald werden, en in dagziekenhuis worden deze operaties uitgevoerd via kijkbuisoperaties. Het materiaal hiervoor was tot voor kort ten laste van de algemene werkingsmiddelen (het Budget van Financiële Middelen) van het ziekenhuis, maar wordt sinds 1 augustus 2012 per prestatie vergoed, met een aandeel voor de patiënt van 55 procent. We zien dan ook een verdubbeling (+109 procent) van het remgeld voor orthopedische dagingrepen (van 17 naar 35 euro). In dit geval is een herevaluatie op zijn plaats van het aandeel dat de patiënt moet betalen. De plotse stijging is zichtbaar in figuur 20.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 30
Figuur 20: Evolutie van de materiaalkost (euro per opname), orthopedische dagopname
Materiaalkost chirurgisch dagziekenhuis: orthopedie, 2013 40
euro per opname
35
30 25
Niet-terugbetaalbaar materiaal
20
Materiaalsupplementen
15 Remgeld materiaal
10 5 0 2010
2011
2012
2013
Een heel concreet voorbeeld: voor een verwijdering van de meniscus in dagziekenhuis betaalde de patiënt in 2012 gemiddeld 174 euro en in 2013 gemiddeld 239 (+37 procent). De grote stijging is te wijten aan het bijkomend remgeld op het materiaal voor artroscopie (kijkbuis operatiemateriaal) wat het totaal remgeld op materiaal deed stijgen van 34 euro naar 92 euro.
7. De niet-vergoede geneesmiddelen Klassiek De kost voor de patiënt voor niet-terugbetaalde geneesmiddelen (bijvoorbeeld: pijnstillers) blijft gemiddeld genomen stabiel op 32 euro per opname over de jaren heen, maar kent een grote variatie van patiënt tot patiënt. Dit is zeer duidelijk in figuur 21. De helft van de patiënten betaalt minder dan 14 euro voor niet-terugbetaalde geneesmiddelen. Voor 90 procent van de patiënten blijft de factuur voor deze rubriek onder de 70 euro en voor 94 procent onder de 100 euro. Minder dan 1 procent van de patiënten heeft toch een geneesmiddelenfactuur van meer dan 1.000 euro. Dit kan oplopen tot 10.000 euro voor een opname en in extreme gevallen zelfs tot 20.000 euro per patiënt. Deze zware last voor een kleine minderheid geeft aan dat deze kost er zich prima toe leent solidair verdeeld te worden onder alle patiënten.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 31
Figuur 21: Spreiding van de kost van niet-terugbetaalde geneesmiddelen
Variatie in de factuur voor niet terugbetaalde geneesmiddelen opnames 2013 700
Gemiddelde kost (€) per opname
600
500
400
300
94% < 100 euro
200
100
1 3 5 7 9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 37 39 41 43 45 47 49 51 53 55 57 59 61 63 65 67 69 71 73 75 77 79 81 83 85 87 89 91 93 95 97 99
0 Percentiel (1%=7327 patiënten)
Niet-terugbetaalde geneesmiddelen komen minder voor in de pediatrie (12 euro tegenover gemiddeld 32 euro) en vaker in de materniteit (41 euro).
Chirurgisch dagziekenhuis Bij chirurgische dagopnames betaal je gemiddeld 12 euro (=15 procent van de factuur) voor nietvergoedbare geneesmiddelen en voor oftalmologische ingrepen is deze kost gemiddeld het hoogst (19 euro).
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 32
212
162 286
Totaal variabele kosten
Totaal RG Totaal supplementen
448
109 1,7 15 126
Remgeld op de verpleegdagprijs 0,62€ RG/dag voor terug.geneesmiddelen RG toezichthonoraria Totaal remgeld
Totaal ten laste van de patiënt per opname
81 5 86
De kamersupplementen De supplementen op de toezichtshonoraria Totaal van de supplementen
236
579
178 402
228
104 6,2 15 126
90 12 102
351
20 19 12 52
36 45 299
37 42 200 19 17 0 36
146 0,6 72
2004
82 1 39
1998
Supp.
RG
2. De variabele kosten - die afhangen van de verblijfsduur
Totaal vaste kosten
Remgeld (RG) op de forfaitaire honoraria RG op de honoraria RG op het materiaal Totaal remgeld
Honorariumsupplementen Forfaitaire honorariumsupplementen Materiaalsupplementen terugbetaalbare materialen Niet-terugbetaalbare materialen D-geneesmiddelen Diverse supplementen Totaal van de supplementen
1. De vaste kosten - die niet van de verblijfsduur afhangen
Supplementen
RG
581
181 401
229
105 6,1 16 126
90 12 103
352
20 20 14 54
36 44 298
146 0,39 72
2005
577
199 378
222
103 5,9 16 125
83 14 97
355
20 19 35 74
34 41 281
153 0,40 52
2006
580
202 377
216
104 5,7 16 125
75 15 90
364
20 19 38 77
34 40 287
555
198 357
208
100 5,4 15 121
71 16 87
348
19 19 39 77
33 33 270
561
200 361
209
101 5,3 16 123
68 19 87
352
18 19 40 78
33 37 274
160 160 169 0,03 0,02 0,06 52 44 35
559
212 347
195
98 5,1 16 119
57 19 76
364
18 19 56 93
171 0,04 23 10 33 35 272
2007 2008 2009 2010
(in euro, prijzen 2013)
Gemiddelde bedragen
546
212 335
190
96 4,9 15 116
54 20 74
357
18 17 61 96
174 0,04 8 13 32 34 261
2011
Klassieke opnames in de algemene ziekenhuizen - Gegevens CM - 2013
537
214 323
188
95 4,8 15 115
53 20 73
350
17 17 65 99
173 0,11 3 8 32 34 250
2012
Kosten per opname ten laste van de gehospitaliseerde patiënt
533
215 318
193
96 4,6 15 116
55 22 77
341
17 18 64 99
168 0,15 0 7 32 35 242
2013
100
100 100
100
100 100 100 100
100 100 100
100
100 100 100
100 100 100
100 100 100
119
132 111
91
88 280 102 92
68 418 89
144
271
88 102
87 83 121
205 22 1
1998 2013
Index
-1%
0% -1%
3%
1% -3% 2% 1%
4% 8% 5%
-3%
-2% 1% -1% -1%
-3% 39% -91% -20% 1% 1% -3%
2012-13
Groei
100%
36% 64%
47%
24% 0% 3% 28%
18% 1% 19%
53%
4% 4% 0% 8%
8% 9% 45%
18% 0% 9%
1998
104%
40% 60%
36%
18% 1% 3% 22%
10% 4% 14%
64%
3% 3% 12% 19%
6% 6% 45%
32% 0% 0%
2013
Spreiding
Bijlage 1: Overzichtstabellen van de gemiddelde kost voor de patiënt
KLASSIEK ZIEKENHUIS
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 33
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 34
46
Diverse supplementen
1.363
Totaal ten laste van de patiënt
229
Totaal RG
1.133
442
Totaal variabele kosten
Totaal supplementen
120
16
Totaal remgeld
RG toezichthonoraria
4
100
Remgeld op de verpleegdagprijs
0,62€ RG/dag voor terug.geneesmiddelen
322
87
235
Totaal van de supplementen
De supplementen op de toezichtshonoraria
De kamersupplementen
2. De variabele kosten - die afhangen van de verblijfsduur
921
Totaal vaste kosten
71
RG op het materiaal 110
18
RG op de honoraria
Totaal remgeld
21
Remgeld (RG) op de forfaitaire honoraria
812
35
9
Niet-terugbetaalbaar materiaal
D-geneesmiddelen
3
0,5
Materiaalsupplementen terugbetaalbaar materiaal
718
Forfaitaire honorariumsupplementen
298
88
210
114
113
15
5
93
1
1
0
184
96
63
17
16
88
31
31
8
3
0,0
16
77% 548.517
23%
2 of meer bedden
166.251
1 bed
Honorariumsupplementen
Totaal van de supplementen
2013
1.391
1.161
230
457
121
16
4
101
336
95
241
935
109
70
18
21
826
46
35
9
0
0,7
735
165.991
23%
1 bed
281
70
210
115
115
15
5
95
0
0
0
166
96
63
17
16
70
31
31
6
0
0,0
1
563.958
77%
2 of meer bedden
Gemiddelde bedragen in € per opname
2012
2%
2%
0%
3%
1%
0%
-2%
1%
4%
9%
2%
1%
-1%
-1%
1%
-2%
2%
-2%
1%
-8%
-90%
41%
2%
1 bed
-6%
-20%
0%
1%
1%
2%
-3%
1%
-61%
-79%
47%
-10%
-1%
-1%
1%
-2%
-20%
2%
1%
-24%
-92%
-100%
-91%
2 of meer bedden
Groei 12-13
Klassieke opnamen in de algemene ziekenhuizen - Gegevens 2014 - in euro, prijzen 2013
Kosten ten laste van de patiënt - Per kamertype
1. De vaste kosten - die niet van de verblijfsduur afhangen
Spreiding van opnames
Supplementen
RG
Supp.
RG
100%
83%
17%
32%
9%
1%
0%
7%
24%
6%
17%
68%
8%
5%
1%
2%
60%
3%
3%
1%
0%
0%
53%
1 bed
100%
30%
70%
38%
38%
5%
2%
31%
0%
0%
0%
62%
32%
21%
6%
5%
29%
10%
10%
3%
1%
0%
5%
2 of meer bedden
Spreiding 2012
100%
83%
17%
33%
9%
1%
0%
7%
24%
7%
17%
67%
8%
5%
1%
2%
59%
3%
3%
1%
0%
0%
53%
1 bed
100%
25%
75%
41%
41%
5%
2%
34%
0%
0%
0%
59%
34%
22%
6%
6%
25%
11%
11%
2%
0%
0%
0%
2 of meer bedden
Spreiding 2013
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 35
2012
0
0
89
89 0 131 0 0 132 130 262
6 5
0 0 0 268 461 729
5 10
Totaal RG
Totaal supplementen
Totaal patiënt
Kamersupplement per opname
Gemiddelde verblijfsduur
Totaal variabele kosten
146
Totaal remgeld
8
3 13
3
73
RG toezichthonoraria
78
0
12 42
8 57
30
0
0 49
0
0
0
0
0,62€ RG/dag voor terug.geneesmiddelen
Remgeld op de verpleegdagprijs
Totaal van de supplementen
De supplementen op de toezichtshonoraria
De kamersupplementen
2. De variabele kosten - die afhangen van de verblijfsduur
0 131
0 583
43
179
Totaal remgeld
Totaal vaste kosten
16
RG op het materiaal
11
13 148
RG op de honoraria
16
0 19
Remgeld (RG) op de forfaitaire honoraria
15 88
Diverse supplementen
16
41
36
D-geneesmiddelen
1
0
0
55
232.814
inwendige
404
20
Niet-terugbetaalbaar materiaal
7
Materiaalsupplementen terugbetaalbaar materiaal
300
257.463
heelkunde
0
Totaal van de supplementen
Kosten ten laste van de patiënt - Per dienst
3 1
260
173
87
0
0
107
0
50
11
2
36
0
57
54
3
0
0
0
153
0
37
9
8
20
0
116
48
12
1
0
0
54
55.688
pediatrie
5 35
966
826
140
0
0
345
0
103
11
3
89
0
242
66
176
0
0
0
621
0
37
0
15
22
0
584
42
40
0
0
0
501
52.607
materniteit
18 3
443
175
268
0
0
289
0
210
34
11
166
0
79
26
53
0
0
0
154
0
58
8
41
10
0
96
34
38
0
0
0
23
39.585
geriatrie
5 11
712
444
268
0
0
148
0
89
8
3
78
0
59
8
51
0
0
0
564
0
179
148
13
18
0
385
40
38
15
1
0
290
254061
heelkunde
2013
Klassieke opnamen in de algemene ziekenhuizen - Gegevens LCM 2013 - in euro, prijzen 2013
Forfaitaire honorariumsupplementen
Honorariumsupplementen
1. De vaste kosten - die niet van de verblijfsduur afhangen
Aantal opnames
Supplementen
Remgeld
Supplem.
Remgeld
5 5
264
131
133
0
0
133
0
89
13
3
73
0
43
13
30
0
0
0
132
0
44
17
11
16
0
88
16
15
1
0
0
55
235165
inwendige
3 1
270
185
85
0
0
115
0
50
11
2
36
0
65
62
3
0
0
0
155
0
36
8
8
19
0
120
49
12
1
0
0
57
55535
pediatrie
5 37
977
837
140
0
0
351
0
103
11
3
89
0
248
69
179
0
0
0
627
0
37
0
15
21
0
590
44
41
0
0
1
505
51600
materniteit
17 3
448
181
266
0
0
293
0
208
34
10
164
0
85
29
55
0
0
0
155
0
58
7
41
10
0
97
36
36
0
0
0
25
42383
geriatrie
Groei
Totaal ten laste van patiënt 174
175
155
137
144
148
153
161
1% 12% -4% 5% 35% 2% 8 55 3 0 66 8 49 3 0 60 8 44 3 0 55 9 45 3 0 57
9 31 3 0 43
9 38 3 0 50
9 43 3 0 55
8 42 4 0 54
Remgeld op honoraria Remgeld materiaal B en C geneesmiddelen Remgeld op diversen Totaal remgeld
100%
41%
2% -75% -10% 15% 10% -1% 2% 35% 0% 4% 8% 2% 10% 59% 57 0 6 12 3 16 94 56 1 7 11 3 16 93 55 2 7 11 3 15 93
54 3 6 11 3 16 87
55 9 0 12 4 15 95
54 19 0 13 4 14 104
55 29 0 15 4 17 120
51 29 0 15 4 20 120
Honorariumsupplementen Materiaalsupplementen Niet-terugbetaalbaar materiaal D-Geneesmiddelen Kamersupplementen Diverse kosten Totaal supplementen
5%
10%
1%
230.694
229.305
221.516
215.383
214.605
197.063
194.398
2012-2013
186.692
2013
Spreiding 2013
2012
2011
2010
2009
2008
Aantal opnames
Supplementen
RG
Gemiddelde bedragen 2007
2006
Chirurgisch dagziekenhuis
Daghospitalisaties in algemene ziekenhuizen - LCM gegevens 2013 - prijzen 2013
Kosten per ziekenhuisopname ten laste van de patiënt
CHIRURGISCH DAGZIEKENHUIS
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 36
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 37 598
11 23 5 0 38
Remgeld op honoraria Remgeld materiaal B en C geneesmiddelen Remgeld op diversen Totaal remgeld
Totaal ten laste van patiënt
472 16 0 13 42 17 560
6,4%
106
9 31 3 0 43
26 9 0 12 1 15 63
200.812
597
11 30 4 0 45
472 6 8 12 43 19 551
6,4%
113
9 46 3 0 58
26 3 6 11 0 15 55
201.636
2010 2 bedden
13.747
1 bed
609
10 30 4 0 44
475 5 13 12 43 17 566
6,5%
116
8 45 3 0 56
26 2 6 11 0 15 60
207.140
2011 2 bedden
14.376
1 bed
635
9 39 4 0 52
499 2 12 12 43 15 583
6,3%
121
8 50 3 0 61
26 1 7 11 0 16 60
214.801
2012 2 bedden
14.504
1 bed
660
9 50 4 0 63
516 1 7 14 44 15 597
125
8 56 3 0 66
24 0 6 12 0 16 59
215.393
2013 2 Lits ou
15.301
1 lit
Gemiddelde bedragen in € per opname
Daghospitalisaties in algemene ziekenhuizen - CM gegevens 2013 - prijzen 2013
Kosten per ziekenhuisopname ten laste van de patiënt
2009 2 bedden
13.793
1 bed
Honorariumsupplementen Supplementen op terugbetaalbare materialen Niet-terugbetaalbaar materiaal D-Geneesmiddelen Kamersupplementen Diverse kosten Totaal supplementen
Aantal opnamen
Chirurgisch dagziekenhuis
Supplementen
RG
4%
-4% 29% -5% 0% 20%
3% -74% -37% 16% 4% -3% 2%
5%
4%
1% 11% -5% 0% 9%
-6% -75% -7% 15% 0% -1% -2%
0%
2012-2013 1 lit 2 Lits ou
Groei
100%
1% 8% 1% 0% 9%
78% 0% 1% 2% 7% 2% 91%
1 lit
100%
6% 45% 2% 0% 53%
19% 0% 5% 10% 0% 13% 47%
2013 2 Lits ou
Spreiding
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 38
Totaal ten laste van patiënt 105
281
5 159 2 0 167
Remgeld op honoraria Remgeld materiaal B en C geneesmiddelen Remgeld op diversen Totaal remgeld
5 17 3 0 25
68 0 20 16 2 8 114
Honorariumsupplementen 56 Supplementen op terugbetaalbare materialen1 Niet-terugbetaalbaar materiaal 3 D Geneesmiddelen 10 Kamer supplementen 3 Diverse kosten 7 Totaal supplementen 79
2012 oftalmo
58.851
2012 orthop
51.711
Aantal opnamen
Chirurgisch dagziekenhuis
Supplementen
RG
100
5 0 4 0 9
49 0 1 8 2 31 91
42.926
2012 stomato
99
8 9 2 0 19
57 0 7 7 3 6 80
20.493
2012 NOK
58
8 1 2 0 11
32 0 0 9 2 3 47
13.900
2012 urologie
184
55 8 2 0 65
21 0 3 7 3 85 119
8.140
2012 gyneco
136
9 25 3 0 36
61 4 1 11 4 18 100
33.284
2012 andere chir
126
5 35 3 0 43
58 1 2 11 4 7 83
52.435
2013 orthop
Gemiddelde bedragen
279
5 156 2 0 163
68 0 18 19 2 9 116
60.205
2013 oftalmo
102
6 0 3 0 9
49 0 1 9 2 32 93
41.458
2013 stomato
106
8 10 2 0 20
62 0 7 7 4 6 85
19.433
2013 NOK
Daghospitalisaties in algemene ziek enhuizen - LCM gegevens 2013 - prijzen 2013
Kosten per opname ten laste van de gehospitaliseerde patiënt Alle kamertypes
57
8 1 2 0 11
31 0 0 10 2 3 46
14.293
2013 urologie
184
54 10 2 0 66
22 0 1 8 3 84 118
8.273
2013 gyneco
144
9 37 3 0 48
61 0 1 13 5 16 96
34.597
2013 andere chir
Bijlage 2: Methodologie De negende barometer van de ziekenhuisfacturen werkt met facturatiegegevens van 1,4 miljoen ziekenhuisopnames van CM-leden in 2013. De ziekenhuizen werden geruime tijd vooraf geïnformeerd en kregen de kans om op hun eigen resultaten te reageren. Een groot aantal ziekenhuizen grepen de gelegenheid om een aantal onduidelijkheden in de factuur uit te klaren. Het onderzoek gebeurde op basis van opnames met overnachting (klassieke hospitalisatie) en zonder overnachting (in dagziekenhuis). Uitzonderlijke lange of extreem dure opnames zijn weggefilterd*. Voor het klassiek ziekenhuis weerhouden we bovendien enkel de opnames die in één enkele dienst plaatsvonden. Bij het weergeven van de tarieven maken we onderscheid tussen de verschillende diensten en kamertypes. * De precieze filtering van outliers gebeurt als volgt: Stap 1: Alle facturen (voor de patiënt) voor opnames hoger dan 10 000 euro en met een ligduur langer dan 30 dagen (voor geriatrie langer dan 90 dagen) worden gewist. Stap 2: We analyseren de verdeling van de facturen (voor de patiënt) van elk ziekenhuis apart. Indien het verschil tussen de 1 procent hoogste facturen (percentiel 100) van een ziekenhuis en het 99ste percentiel groter is dan tien keer de Q-range (=verschil tussen 25ste en 75ste percentiel) van dat ziekenhuis worden de facturen uit de p100 (de 1 procent hoogste facturen dus) gewist. Klassieke hospitalisatie Vijf o o o o o
geselecteerde diensten dienst 21 - heelkunde dienst 22 - inwendige geneeskunde dienst 23 - pediatrie dienst 26 - verloskunde dienst 30 - geriatrie en revalidatie
NB: Opnames in inwendige geneeskunde die duidelijk een (therapeutische) chirurgische ingreep omvatten werden getransfereerd naar de dienst heelkunde. Het betrof 5,3 procent van alle opnames in inwendige geneeskunde.
2 kamertypes o Gemeenschappelijke kamers (twee of meer personen) o Eenpersoonskamers Om het kamertype te bepalen, baseren wij ons op de magneetbandcodes 761600 (gemeenschappelijke kamer), 761622 (tweepersoonskamer) en 761644 (individuele kamer). We treffen deze codes meestal aan als relatieve code op de lijn van de verpleegdagprijs, maar in tweede instantie ook als prestatiecode met vermelding van het kamersupplement. - Indien wij code 761644 aantreffen, beschouwen wij dit als een verblijf in een 1persoonskamer. - Anders (bij code 761622 of 761600 of bij afwezigheid van codes) beschouwen wij dit als een verblijf in een gemeenschappelijke kamer.
De analyse is dus opgedeeld in 10 strata (5 diensten en 2 kamertypes) Dagziekenhuis Chirurgisch dagziekenhuis : 6+1 geselecteerde behandelingen o Orthopedische ingreep Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 39
o o o o o o
Oftalmologische ingreep Stomatologische ingreep Ingreep door neus-keel-oorarts Urologische ingreep Gynaecologische ingreep Heelkundige ingreep in een ander specialisme
Niet-chirurgisch dagziekenhuis: 3+1 geselecteerde behandelingen. Het niet-chirurgisch dagziekenhuis omvat een reeks ingrepen die onderling sterk van elkaar verschillen. De vergoeding gebeurt ook niet volgens pathologie of prestatie maar volgens de gemiddelde kost met verschillende forfaits. Met de beschikbare informatie konden wij toch volgende behandelingen onderscheiden : o Nierdialyse o Behandeling bij kanker: onco- en chemotherapie o Behandeling voor chronische pijn o Alle andere behandelingen in dagziekenhuis. Hier zitten dus de zogenaamde ‘maxiforfaits’, de oude forfaits A, B, C en D en de nieuwe forfaits 1 tot en met 7. Opgelet, geen enkele opname vergoed als ‘miniforfait’ werd in onze studie opgenomen. De aard van deze opnames is immers veel te heterogeen voor een zinvolle analyse. Twee kamertypes o Gemeenschappelijke kamers en tweepersoonskamers o Eenpersoonskamers Het kamertype bepalen wij op basis van de magneetbandcodes 761611 (tweepersoonskamer) en 761633 (individuele kamer), als relatieve code op de lijn van de verpleegdagprijs of als prestatiecode met vermelding van het kamersupplement (kan ook 0€ zijn). - Code 761633 beschouwen wij als een verblijf in een 1-persoonskamer. - Zonder code 761633 beschouwen wij de opname als een verblijf in een gemeenschappelijke kamer of tweepersoonskamer. De analyses werden gemaakt voor 14 strata (zeven behandelingen en twee kamertypes) voor de chirurgisch dagziekenhuis en voor 8 strata (vier behandelingen en twee kamertypes) voor de nietchirurgisch dagziekenhuis.
Berekende gegevens 2013 Voor elk stratum berekenden we het gemiddelde voor de verschillende rubrieken van de patiëntenfactuur en voor elk ziekenhuis. Tenminste indien er voor dat stratum en ziekenhuis minstens 10 opnames plaatsvonden. -
Ereloonsupplementen (in procent van het officieel tarief) Materiaalsupplementen (in procent van het officieel tarief voor klassieke hospitalisatie en in euro voor dagziekenhuis) Niet-terugbetaalde geneesmiddelen voor klassieke hospitalisatie en alle geneesmiddelen voor dagziekenhuis (in euro) Diverse kosten MUG-vervoerskosten en codes 960xxx (960083, niet-terugbetaalde prestaties, inbegrepen) behalve 960245, niet-vergoedbare implantaten (in euro) Kamersupplementen per dag (in euro)
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 40
En gemiddelde bedragen in euro van: -
Remgeld Supplementen Totale patiëntenfactuur
‘In procent van het officieel tarief’ betekent dat we de verhouding nemen van het gevraagde supplement gedeeld door de som van het terugbetaalde bedrag en het remgeld. Op die manier houden we rekening met de zwaarte van de ingreep, aan de hand van de officiële tarieven, en worden honorarium- en kamersupplementen vergelijkbaar. Bijvoorbeeld: het gevraagde supplement bij een operatie bedraagt 250 euro en het officiële tarief bedraagt ook 250 euro, dan betekent dit een supplement van 100 procent. Eenzelfde supplement bij een ingreep van (officieel) 1000 euro staat voor slechts 25 procent supplement. De andere rubrieken worden weergegeven als gemiddelde kost in euro per opname of per dag. Alle bedragen in deze studie zijn weergegeven in reële termen. De vermelde variatie door groei of daling is dus reëel en niet het gevolg van inflatie. Opgelet : Wat aangerekend wordt aan de patiënt bestaat telkens uit drie delen. Het bedrag ten laste van de ZIV, het remgeld en de supplementen. Het ZIV-bedrag en het remgeld is duidelijk omschreven. Over de supplementen is er meer discussie. De term ‘supplement’ dekt namelijk verschillende ladingen. De supplementen omvatten alle bedragen strikt ten laste van de patiënt, namelijk: - de bedragen die bewust het officiële barema overschrijden - de bedragen voor diensten, materiaal en prestaties die niet in de RIZIV-terugbetaling voorkomen. - de bedragen die ten laste worden gelegd van de patiënt volgens regels opgelegd door de controlerende overheid Wij beseffen dat een deel van deze aanrekeningen niet de keuze zijn van het ziekenhuis. Maar de structuur van de factuur en de leesbaarheid ervan voor de patiënt laten niet toe de gegevens nog meer te gaan opdelen.
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 41
Bijlage 3: Ereloonsupplementen, wettelijk toegestaan? Of een arts al dan niet ereloonsupplementen mag aanrekenen, hangt af van zijn statuut en van de kamerkeuze. In universitaire ziekenhuizen is het verbod ruimer. Zij mogen aan patiënten opgenomen in een tweepersoonskamer of gemeenschappelijke kamer nooit ereloonsupplementen aanrekenen.
Algemeen principe Gemeenschappelijke kamer en tweepersoonskamer (Vanaf 1 januari 2013)
Geconventioneerde arts
Niet-geconventioneerde arts
Ereloonsupplementen verboden
Ereloonsupplementen verboden in klassieke opname Ereloonsupplementen toegelaten bij daghospitalisatie, behalve voor:
Eenpersoonskamer
patiënten met verhoogde tegemoetkoming; patiënten met het statuut chronische aandoening; oncologische zorg.
Ereloonsupplementen toegelaten, behalve:
indien de gezondheidstoestand van de patiënt een eenpersoonskamer vereist; bij opname in een eenpersoonskamer omdat er geen ander kamertype beschikbaar is; bij opname op de spoedafdeling of de afdeling intensieve zorg; bij opname van een kind met een begeleidende ouder en indien de ouder geen document ondertekende waarin uitdrukkelijk een eenpersoonskamer wordt gevraagd.
Universitaire ziekenhuizen Universitaire ziekenhuizen krijgen van de overheid een extra budget onder meer voor onderwijs en onderzoek. De voorwaarde voor deze financiering is dat zij de conventietarieven toepassen voor alle artsen. Dit heeft als gevolg dat aan patiënten in een tweepersoonskamer of gemeenschappelijke kamer geen ereloonsupplementen mogen worden gevraagd (ook niet in dagziekenhuis).
Tiende CM-ziekenhuisbarometer | p. 42