OPDRACHTFORMULIER
Een zorgvrager hulp bieden bij het omgaan met een rolstoel Naam student:
Datum:
Voordat je gaat oefenen 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent. 2 Kijk in de bronnen welke informatie je kunt gebruiken bij het oefenen van deze vaardigheid. 3 Beantwoord onderstaande vragen. a Welke controles verricht je bij een rolstoel alvorens de zorgvrager in de rolstoel te begeleiden en waarom? b Waarom neem je geen beslissingen voor de zorgvrager bij het leren omgaan met de rolstoel? c Probeer te beschrijven wat het voor een zorgvrager kan betekenen om te moeten leren omgaan met een rolstoel, omdat hij zich niet meer op een andere manier kan mobiliseren. Welke emoties kunnen er zijn en wat hebben deze emoties te maken met een verliessituatie?
Aandachtspunten / Persoonlijke leerdoelen
© Noordhoff Uitgevers bv
1
HANDELINGSFORMULIER
Een zorgvrager hulp bieden bij het omgaan met een rolstoel Naam student:
Naam observator:
Datum:
Beoordeling:
Voor alle handelingen geldt: • • • • •
Raadpleeg het dossier; Zorg voor voldoende privacy; Was je handen volgens de WIP-procedure; Pas de voorschriften toe; Observeer en controleer de zorgvrager.
De student:
Goed
Fout
1 Informeert: • Vertel de zorgvrager dat je hem komt helpen bij het leren rijden met de rolstoel en vraag of dit gelegen komt. 2 Zet alle benodigdheden klaar: • Haal een rolstoel voor de zorgvrager; • Controleer of de banden hard genoeg zijn; • Controleer of de remmen goed werken; • Controleer of de rolstoel is voorzien van de juiste steunen voor voeten en benen; • Ga na of de wielen handgrepen hebben waarmee de zorgvrager de rolstoel zelfstandig kan voortbewegen; • Ga na of de rolstoel goed is te duwen. 3 Helpt zorgvrager in de rolstoel: • Zorg dat de zorgvrager zo gekleed is, dat hij zonder problemen met de rolstoel weg kan; • Zet de rolstoel op de rem, maak de instapruimte vrij en klap de voetsteunen omlaag; • Laat de zorgvrager in de rolstoel plaatsnemen of help hem daarbij; • Plaats de voeten-/beensteunen in de juiste positie en zorg ervoor dat de zorgvrager comfortabel zit. 4 Voert handeling uit: Met de zorgvrager rijden: • Ga achter de rolstoel staan en haal de stoel van de rem; • Pak de handvatten van de rolstoel en duw de zorgvrager met de rolstoel naar een andere plaats. Neem daarbij geen beslissingen voor de zorgvrager. Overleg met hem over de route; • Let op welke obstakels je tegenkomt, maar vermijd obstakels niet; • Rijd zo nodig achteruit bij afritten; • Zet de rolstoel altijd op de rem als je stilstaat, ook al is dat maar even; • Zet de stoel wanneer je op een andere plaats bent aangekomen zodanig weg dat de zorgvrager makkelijk kan uitstappen; • Zet de rolstoel bij uitstappen op de rem.
© Noordhoff Uitgevers bv
3
De zorgvrager zelfstandig laten rijden: • Vraag de zorgvrager de remmen eraf te halen en de stoel door middel van de handgrepen op de wielen voort te bewegen; • Instrueer de zorgvrager dat hij een armbeweging van achteren naar voren moet maken om de wielen in beweging te zetten; • Geef ook aan dat, wanneer hij het ene wiel stilhoudt en het andere beweegt, de stoel zal draaien in de richting van het stilstaande wiel; • Help niet meer dan gewenst of nodig is; • Laat de zorgvrager bij aankomst op de andere plaats de stoel op de rem zetten. Goed
Fout
5 Past juiste nazorg toe: • Help de zorgvrager zo nodig uit de rolstoel en in een gemakkelijke houding; • Vraag de zorgvrager of de verplaatsing per rolstoel en de instructie naar tevredenheid zijn verlopen; • Zet de rolstoel weg en maak hem zo nodig schoon. 6 Rapporteert de bevindingen: • Noteer eventuele bijzonderheden over het rijden met de rolstoel. Aandachtspunten / Persoonlijke leerdoelen:
4
© Noordhoff Uitgevers bv
TOETSFORMULIER
Een zorgvrager hulp bieden bij het omgaan met een rolstoel Naam student:
Naam beoordelaar:
Datum:
Beoordeling:
Kruis aan hoe de handelingen zijn uitgevoerd. Kies uit: V = Voldoende; O = Onvoldoende Kruis aan door wie de beoordeling is gedaan. Kies uit: B = BPV; S = School
Opdracht Je helpt een zorgvrager die in een rolstoel zit met voortbewegen en leert hem met de rolstoel om te gaan. Voorbereiding
V
O
B
S
V
O
B
S
V
O
B
S
1 Verzamelt de relevante gegevens, met name uit het zorgdossier. 2 Vertelt de zorgvrager wat ze komt doen. 3 Overlegt met de zorgvrager op welke wijze de handeling het beste kan worden uitgevoerd. 4 Vraagt welke kleding de zorgvrager aan wil. 5 Zet alle benodigdheden klaar en controleert de rolstoel volgens protocol. 6 Wast de handen volgens de WIP-procedure. Uitvoering 7 Helpt de zorgvrager in de juiste kleding. 8 Helpt de zorgvrager volgens protocol in de rolstoel. 9 Rijdt met de zorgvrager volgens protocol. 10 Laat de zorgvrager volgens protocol zelfstandig rijden. 11 Draagt zorg voor de veiligheid. 12 Betrekt de zorgvrager in wat onderweg gebeurt. 13 Helpt de zorgvrager volgens protocol bij het uitstappen. 14 Helpt de zorgvrager in een comfortabele houding. 15 Werkt ergonomisch, hygiënisch, kostenbewust en efficiënt. Nazorg 16 Vraagt de zorgvrager of alles naar wens is. 17 Ruimt alles op de juiste plaats en wijze op.
© Noordhoff Uitgevers bv
5
V
O
B
S
18 Wast de handen volgens de WIP-procedure. 19 Rapporteert de relevante bijzonderheden in het zorgdossier. Aandachtspunten / Persoonlijke leerdoelen:
6
© Noordhoff Uitgevers bv
