een zoektocht naar de kenmerken van de historische binnenstad
Veelkleurig Harderwijk
Harderwijk herontdekt
Harderwijk heeft ‘goud’ in handen. Daarmee bedoel ik de rijke schat aan historie en cultuur binnen de stadsmuren. In de loop van acht eeuwen wisten Harderwijkers onze stad geregeld op te stuwen tot grote bloei en (inter)nationale uitstraling. Gelukkig is veel hiervan in de stad zichtbaar. Vandaag de dag koesteren en beschermen we deze monumenten en archeologische vondsten. Maar wat is aan onze (Binnen)stad nu typisch Harderwijks? Wat is voor het historische karakter kenmerkend en wat willen we behouden, herstellen en versterken? Hoe heeft het er van oorsprong uitgezien, wat zijn kenmerkende details en oorspronkelijke kleuren?
2
In opdracht van het gemeentebestuur heeft het Gelders Genootschap in 2006 naar het typisch Harderwijkse een breed onderzoek uitgevoerd. Een aantal resultaten zijn samengevat in dit boekje Harderwijk: veelzeggend veelkleurig. Het geeft een antwoord op een aantal vragen over de historische kenmerken van straten, pleinen en panden. Die kennis is onontbeerlijk als we willen voorkomen dat de binnenstad sluipenderwijs ten prooi valt aan de modes in de bouw en renovatie. Ook bewoners, ondernemers en eigenaren in de binnenstad vragen zich af hoe zij de historische kenmerken van hun pand kunnen behouden.
Kenmerken van een eeuwenoude stad
Dit boekje draait om zien. Want geschiedenis hoor je het beste met je ogen. Of zoals K. Schippers dichtte: De ontdekking Als je goed om je heen kijkt, zie je dat alles gekleurd is. Straten, gevels, panden, vrijwel alles in de historische binnenstad van Harderwijk getuigt van een rijke geschiedenis. Goed bewaard gebleven voor ons, met de plicht deze te behouden voor komende generaties. Dat begint met bewustwording van ons ‘goud’. Mijn advies: maak met dit boekje in de hand eens een leerzame stadswandeling. Herontdek Harderwijk.
Wie door de Harderwijker binnenstad loopt, blijft zich verbazen. Overal waar je kijkt, vragen gevels en kleuren de aandacht. Dit is historisch gebied. Hier spreekt de geschiedenis. Maar veel fraais gaat aan je voorbij of onttrekt zich aan je blik. Letterlijk, want heel veel verhalen zitten verstopt in details, achter gevels en in de grond.‘Je zult hier maar wonen of je bedrijfspand hebben’, verzucht menig bezoeker jaloers,‘wie weet welke verhalen je pand dan bewaart.’ Beschermen en koesteren De binnenstad van Harderwijk is als geheel beschermd stadsgezicht en herbergt honderden beschermde monumenten. Wat wil dat zeggen? Dat de minister vindt dat de stad het waard is om bewaard te blijven. En de gemeenteraad heeft vele tientallen panden aangewezen om ze als gemeentelijk monument te beschermen.
Wat staat er in dit boekje? Dit boekje vertelt het verhaal van de ontwikkeling van de stad Harderwijk. Het laat zien wat kenmerkend is voor de historische bebouwing. Mensen vertellen waarom zij graag in een monument wonen of werken in de binnenstad van Harderwijk. Oude foto’s laten zien hoe het vroeger was. U leest verhalen over straten en stegen, pleinen en plekken. Aan de bovenkant van de bladzijden gaat het steeds over kleur. Aan de onderkant van de bladzijden vindt u de hoogtepunten uit de Harderwijker geschiedenis.
De bescherming van het karakter van Harderwijk wordt geregeld via bestemmingsplannen en de Binnenstadsvisie. De Monumentenwet en -verordening doen mee en de Kwaliteitsslag Binnenstad is ingezet. Allemaal mooi. Maar de krachtigste partij wordt gevormd door enthousiaste bewoners, eigenaren en ondernemers. Zij vormen de beste bescherming voor een monument. In Harderwijk is dit menigmaal bewezen. Geregeld is een Harderwijker gegrepen door het recherchewerk naar het verhaal van zijn eigen huis of winkelpand. John Berends burgemeester
3
Groen, blauw, goud Groen, blauw, goud. Met deze symbolische kleuren profileert Harderwijk zich als toeristisch attractieve stad . Groen staat voor de natuur, de Veluwe en het landelijke Hierden. Blauw staat voor de randmeren, het Dolfinarium en het project Waterfront. Goud is cultuur, binnenstad en historie. Dit zegt dus niets over de echte
Kleur is emotie kleuren van de stad en het betekent al helemaal niet dat alle huizen in Harderwijk groen, blauw of goud moeten worden.Want de stad kent vanuit het verleden nog veel meer kleuren.Wat is dan kenmerkend kleurgebruik? We weten dat het niet zomaar vast te stellen is. Wel staat vast dat bepaalde combinaties typerend zijn.
Straten en stegen
H
Straten met verhalen Een straat om oplettend doorheen te lopen is de Donkerstraat. Commerciële klanken overstemmen alles, maar eigenlijk vertellen de huizen een boeiender verhaal. Waarschijnlijk was dit de verlegde oorspronkelijke weg vanuit het Westen. Heel veel oude verhalen zijn hier al tot zwijgen gebracht, maar in kleine hoekjes zitten nog middeleeuwse en 17e-eeuwse elementen verstopt. De 18e-eeuwse rijke dwarse burgerhuizen zijn bewoond gebleven tot in de 20e eeuw, en dat tussen de vele kleine winkelpanden.
Wie met het openbaar vervoer de binnenstad bezoekt, zet de eerste stappen op het asfalt van de Vitringasingel. Waar nu de drukke verkeersweg en een busstation zijn, lagen vroeger de witte lakens, slopen en schorten op de bleekvelden.
4
Kleur kan maken en breken.De kleuren van gebouwen en in de openbare ruimte bepalen voor een groot deel onze waardering.Het is mooi of lelijk en ieder beleeft er onbewust van alles bij.Met andere woorden:toepassing van de juiste kleuren maakt Harderwijk mooier en prettiger om in rond te wandelen.Maar ja,wat zijn de juiste kleuren?
Winkelstraten met grote aantrekkingskracht waren er altijd al. De Bruggestraat is er daar één van. Deze straat vormt één looproute met de Wolleweverstraat en de Luttekepoortstraat en was vroeger waarschijnlijk een stadssteeg langs de eerste stadsmuur, die zich opwerkte tot hoofdstraat. Diepe huizen en een enkele patriciërswoning bepalen het beeld. De Luttekepoortstraat is een oude toegangsweg naar het centrum.
oort, hoort…. De wielen ratelen op het wegdek, geklak van paardenhoeven, getrippel van dameshakken weerklinkt tegen de gevels. Verderop in de straat wordt gehoepeld, houten vaten worden voortgerold. Kinderen en honden rennen door de stegen. Iemand hakt hout voor een vuur… Wat ging er in Harderwijk eeuwen terug allemaal door de straten en stegen? Leg je oor te luister op het wegdek… of kijk om je heen. Je kunt verrassende verhalen optekenen.
Hoofdstraten Hoewel Harderwijk het moest hebben van de handel, de scheepvaart en de visserij, kent het geen grachtengordel, gereserveerd voor de elite. De vaak 18e-eeuwse dwarshuizen van de welgestelden staan tussen de meestal diepe huizen op smalle percelen waar de gewone burgerij handel dreef. Het levert nu nog een kleurrijk, gevarieerd beeld op.
Op panden in Harderwijk zijn tal van kleuren te vinden geweest.Veelkleurigheid maakt het vrolijk afwisselend. Maar ook lastig.Want welke kleur hoort er op de ramen van een middeleeuws pand waarvan de voorgevel na 1600 grondig is vernieuwd, die na 1800 gepleisterd werd en recent nieuwe vensters kreeg?
Donkerstraat 26
Herderewich
Hanzestad
De nederzetting Herderewich ontstaat op een zandrug voor de kust langs een beek. Op het kruispunt van water en land trekt deze nederzetting handel en scheepvaart aan. De Stadsbeek zorgt voor schoon stromend water.
Graaf Otto II van Gelre geeft Herderewich in 1231 stadsrechten. De stad mag een week- en jaarmarkt houden en gaat de concurrentie aan met Overijselse steden als Kampen, Zwolle en Deventer. Door handel, scheepvaart en visserij komt de stad tot grote bloei. Graan, vis, hout,
De Hondegatstraat laat mooi zien hoe straten zich konden onwikkelen van achterstraat tot hoofdstraat. Of net niet. Hier is de evolutie van dwarse naar diepe panden blijven steken. Het is een typische dwarsstraat met een hoofdstraatfunctie. Oorspronkelijke achterstraatbebouwing is ook te zien in de Hoogstraat, een- en tweelaags, diep en dwars.
Stenen kamer met voorhuis – Bruggestraat 45
Stadsmuur zout, laken en wijn worden in grote hoeveelheden getransporteerd. Omstreeks 1280 is Harderwijk lid van de Hanze.
De eerste stadsmuur verschijnt om een deel van de kern, mogelijk alleen rond de Hoogstraat. Vóór 1294: uitbreiding van de muur vindt plaats tot de huidige stadsmuur, tussen de Grote en de Luttekepoort.
5
Bewoner Gerdien Morren: ‘
Ik geniet van het carillon en de broodjeslucht
De familie Morren wil de Binnenstad nooit meer uit.‘We wonen hier aan de rand van de Binnenstad en toch dichtbij de natuur,’ zegt Gerdien Morren. Ze bewonen een muurhuis aan een verstild pleintje, het Blokhuis. Hun huis heeft een raam in de stadsmuur met uitzicht op ‘zee’. Een van de vele verrassende woningen die onze Binnenstad rijk is. ‘We woonden in Stadsweiden prima, maar wilden ooit eens een wat ouder huis. Tegen dit huis liepen we toevallig aan.’ Toch wel vrij letterlijk trouwens, want Gerdien is al jaren een van de Stadsgidsen.‘Geweldig die sfeer hier. Ik hoor het carillon, ik ruik wanneer bakker Wegerif brood bakt, er is hier altijd leven om je heen, en toch die rust.’ Interesse voor mooie gebouwen had ze altijd al, veel kerken en musea in het buitenland werden bezocht. Toen het Gilde van Harderwijker Stadsgidsen nieuwe vrijwilligers zocht was dat wel een kolfje naar haar hand. Vrijwel dagelijks zijn de stadsgidsen op pad, of het nu een eenvoudige stadswandeling is of de culinaire wandeling inclusief een driegangen-diner in drie verschillende restaurants. ‘Veel deelnemers zijn al eens in Harderwijk geweest, maar vertellen na afloop dat zij de stad nooit op zo’n manier hebben bekeken. Ook voor de meeste Harderwijkers is de stadswandeling toch nog een openbaring.’
‘Ik vind het leuk om onze stad te verkopen, Harderwijk heeft zo veel moois in zich. Het boeit mij ook zelf nog steeds opnieuw. De Binnenstad knapt de laatste tijd zeker op: gebouwen, de straten, de nieuwe fietsenklemmen. Er zijn ook uitgesproken lelijke delen, zoals in mijn ogen de Kaatsbaan en de Vuldersbrink. Toch ben ik niet tegen nieuwbouw, dat nieuwe moderne pand in de Vijhestraat lijkt mij heel spannend te worden.’ Heel belangrijk vindt Gerdien Morren dat bewoners en ondernemers de neuzen de zelfde richting op krijgen.‘Ik heb het gevoel dat dit nu aardig lukt. Iedereen kan zien dat het de goede kant opgaat. De eigenaren van sommige huizen en bedrijfspanden zouden hun gevel nog wat moeten aanpassen, minder schreeuwerig.’ ‘Vroeger dacht ik: in de binnenstad moet je niet wonen met kleine kinderen. Maar het kan eigenlijk heel goed. Er is best veel groen en er zijn leuke speelplaatsen, alleen wat weinig. Wat betreft de oudere jeugd, wij hadden vroeger ook zelf bepaalde beelden bij het uitgaansleven en de coffeeshop, maar nu we er vlak bovenop zitten krijg je toch een heel ander gevoel. Nee, in de Binnenstad kun je heel goed en plezierig wonen.’
7
Bewoner en stadsgids Gerdien Morren voor haar muurhuis.
Tijd voor een kleurtje Harderwijk heeft een lange en rijke geschiedenis. Elke periode heeft zijn eigen manier van kleurgebruik. Interessant wordt het bij die panden die al wat langer meegaan en steeds een ‘make over’ondergingen. Meestal staan dit soort panden aan de hoofdstraten want die waren het meest modegevoelig.
Kleur zegt niet alles Voorname architectuur met rijkere detaillering geeft natuurlijk meer aanleiding voor het gebruik van kleur.
Harderwijk kent panden die in de Middeleeuwen zijn gebouwd en door de tijd heen zijn voorzien van modernere ramen en gevelbehandeling. Soms zegt de kleur niet zoveel. Soms verklappen alleen de kapconstructie en het muurwerk wanneer een huis is gebouwd.
Particuliere stoepen Heel opmerkelijk is dat in Harderwijk de regenpijpen van de voorgevel meestal niet aangesloten zijn op het riool. Ze wateren af op het trottoir, de vroegere eigen stoep. Dat was volgens de bekende oude regel ‘eigen water op eigen erf’.
8
Statig tweelaags dwarshuis Hoogstraat nr. 20
Grolsteeg
Een huisje voor dit en een huisje voor dat Vanuit de huizen aan de hoofdstraten werd in de achter- en dwarsstraten lustig bijgebouwd: bewoners hadden een stalling nodig voor de koets, de planten, hout, er moest een woning komen om het personeel dichtbij te houden, men verhuurde nog eens wat. U ziet het nog steeds goed: de variatie aan bijgebouwen was enorm. Toch werd vrijwel alles uiteindelijk… woning. Want de mooiste plek op aarde is toch de binnenstad van Harderwijk?
Stegen Harderwijk heeft opmerkelijk weinig stegen. Stegen die er waren zijn uitgegroeid tot dwarsstraten, zoals de Heeraaltszstraat. Een echte steeg die het bekijken waard is, is de Grolsteeg, compleet met beeldbepalende luchtbogen, zoals die wel meer in smalle doorgangen werden gemetseld om de muren uit elkaar te houden.
Zachtjes gaan de paardenvoetjes… Tot ruim honderd jaar geleden was een groot deel van de straten in de steden en dorpen ongeplaveid. Middeleeuwse bestrating is kort geleden opgegraven in de Bruggestraat. De foto hiernaast laat het Blokhuis zien met een rijweg die bol bestraat is in kasseien, de rabatten ook. Er is een klinkerbestrating te zien. Deze strook, die relatief zachter en gemakkelijk te vervangen is, was bedoeld voor de paarden. Deze plattelandsvariant met een speciale, vaak onverharde strook in de as voor de paardenhoeven is geschikt voor eenrichtingsverkeer. Het passeren van een tegenligger gaat namelijk moeizaam.
Blokhuis met keien in het midden en klinkers ernaast
Groei
Oosterwijk
Stadsbrand 1503
De groei van Harderwijk blijkt al in 1315 als een grote stadsuitbreiding plaatsvindt. Het gebied tussen de Luttekepoortstraat-Bruggestraat en de Zuiderzee komt bij de stad, ook het grote terrein van het Catharinaklooster valt nu binnen de stadsmuren.
Tussen 1425 en 1450 vindt de tweede grote stadsuitbreiding plaats: de Oosterwijk komt erbij.
Aan de bloeiperiode van Harderwijk komt een einde met de stadsbrand van 1503.Tot ongeveer 1550 is Harderwijk bezig met herbouw van de stad. Ondertussen teisteren wapenstrijd, honger,natuurrampen en epidemieën de Harderwijkers.
9
Accenten op kozijnen en gootlijsten Bij de baksteen- of gepleisterde gevels van de eenvoudige woonhuizen of stadsboerderijen in de zij- en achterstraten zitten de kleuraccenten veelal alleen op de ramen, kozijnen of gootlijsten en de soms aanwezige luiken.
Ontwikkelingsgeschiedenis: typisch Harderwijk
H
arderwijk is een stad van bijzondere combinaties. Combinaties die Harderwijk uniek maken. Door de eeuwen heen. Zo lag de stad aan zee. Dat deden meer Zuiderzeestadjes. Maar geen van hen had zo’n belangrijke havenfunctie voor Gelre als Harderwijk. Ook de ligging aan de rand van de Veluwe is apart voor een havenstad. Hoe ontwikkelde Harderwijk zich?
bebouwing is het koren dat blijft vertellen in de vorm van rijke huizen uit tijden van voorspoed, eenvoudige woningen en verbouwingen uit mindere tijden. Stratenplan van de middeleeuwen Na de middeleeuwen is de binnenstad in ruimtelijk opzicht niet veel meer veranderd (AFBEELDING ONDER). De vestingmuren en –wallen met hun kanonnen maakten plaats voor een stadspark (Plantage), wegen (Vitringasingel), een gasfabriek en houthandel. Poorten zijn op één na gesloopt, maar een deel van de stadsmuren rondom de binnenstad is behouden gebleven.
Pleisteren: mode en middel Verf beschermt materiaal, maar maskeert ook en geeft voor minder geld een rijkere aanblik. Een zachte zandgeeltint op de onderdorpel van het houten kozijn of zandsteendkleurig pleisterwerk doet al snel denken aan kostbaar natuursteen. Zo kon je toch leuk meedoen in minder voorspoedige tijden.
Zelfs in1945 besloeg de stad Harderwijk niet veel meer dan het gebied van de huidige binnenstad. Het stadsplan van Harderwijk was sinds de 15e eeuw ongewijzigd gebleven. In de Tweede Wereldoorlog leed de binnenstad niet veel schade. Daarna is er wel het nodige veranderd door sloop van historische bebouwing en nieuwbouw. Verdwenen zijn het postkantoor aan de Donkerstraat (FOTO RECHTS) en het rusthuis Bethel aan het Kerkplein (FOTO ONDER).
Harderwijk stond op zichzelf. Het is nooit een bestuurlijk of kerkelijk centrum geweest. Integendeel: de burgerij moest lang een eigen parochiekerk binnen de stadsmuren ontberen.Toch hadden wereldlijke heersers, zoals de graven van Gelre, veel belangstelling voor de stad. De Katentol (belasting op schepen), kon hier omzeild worden, de stad was een hoeksteen in het graafschap. Tijd van weelde en van armoede Het mooie van de stadsgeschiedenis van Harderwijk is dat de perioden van rijkdom en van armoede zo duidelijk vaste vorm kregen. Welvaart en weelde kunnen als kaf verdwijnen, de
10
Afzondering
Gelderse Munt
Universiteit
Het is na de Middeleeuwen eigenlijk wel gedaan met de bloei van de stad. Eén voordeel: er is weinig aanleiding en animo om de stad eens grondig overhoop te halen. De vaart der volkeren gaat aan Harderwijk voorbij en veel historische karaktertrekken blijven behouden.
Een meevaller: in 1584 krijgt Harderwijk de Gelderse Munt (zie afbeelding) binnen haar stadsmuren, in klooster Clarendal. Alle munten van het gewest Gelderland worden tot 1806 in Harderwijk geslagen.
Elk nadeel heeft zijn voordeel:binnen de Zeven Provinciën, een voorganger van het huidige Nederland, is een groot gebrek aan academisch gevormden.Holland, Friesland en Groningen krijgen nieuwe universiteiten. Gelderland wil niet achterblijven en Harderwijk krijgt in
11 1648 een universiteit: de Gelderse Academie aan het Klooster. In 1735 promoveert de Zweedse botanicus Linnaeus hier.
Architect Victor Schölvinck: ‘
Historie in Harderwijk is aanraakbaar
Architect Victor Schölvinck heeft zijn bureau Cell Studio Architecten BNA bewust in de Binnenstad gevestigd. Hij bouwde negen jaar terug een vervallen pakhuisje in de Straat van Sevenhuijsen om tot een transparant kantoor.‘Een pand met z’n makken in een stad met z’n kunnen,’ zo omschrijft hij het.‘Ik houd heel erg van het karakteristieke. Of het nu ambachtelijk of industrieel is gevormd, monumentaal of eigentijds, als het maar iets uitgesprokens heeft. Onze binnenstad onderscheidt zich hierin.’ ‘De historische stad herbergt een continu verhaal dat begint in een ver verleden en waar tot op de dag van vandaag hoofdstukken worden toegevoegd Alle ingrepen moeten met de nodige zorgvuldigheid plaatsvinden, zo verankeren ook nieuwe ontwikkelingen zich in de geschiedenis. Dat je aan de stad z’n ontwikkeling aanziet, dat is volgens mij het onbenoembare, een onbewuste ervaring die prettig voelt. Neem het Kloostergebouw dat wij in opdracht van de gemeente hebben gerestaureerd. We hebben het bloot gepeld, aangetroffen stukjes glas-in-lood en een oude boog laten zitten, de oude fragmenten weer in het zicht gebracht. Maar je moet ook willen toestaan dat onze huidige tijd in de stad zijn sporen nalaat. Als het maar gebeurt met zorg, met gevoel voor detail.’
Architect Schölvinck noemt wat voorbeelden: een kozijn, hoe diep steekt het in de gevel? Hoe dik is een dakrand en hoe detailleer je die? ‘In de binnenstad kijk je anders dan op bijvoorbeeld het bedrijventerrein Lorentz. Je gaat veelal te voet, dus heb je meer tijd om je bewust te worden van details, die vaak ambachtelijk en met liefde zijn gemaakt. Het is aanraakbaar, de Binnenstad is de meest intieme stedelijke ruimte. Als die zorg eraan wordt besteed voelt het goed.’ Dat gevoel breekt volgens Schölvinck in Harderwijk nu breder door ‘Wij werken ook voor een paar winkels. Natuurlijk, die willen uitstallen en zich profileren. En toch wordt het inbrengen van kwaliteit al vanzelfsprekender.’ ‘Als ik door de stad loop kijk ik altijd naar boven. Dat is beroepsdeformatie. Daar zie je nog de meeste authentieke kwaliteiten. Daar zijn veel panden nog gaaf, beneden zijn ze vaak geschikt gemaakt voor bewinkeling. Je ziet nu gebeuren dat de bovenkant weer naar beneden wordt gehaald, de gemeente wil alleen beneden nog gevelreclame, en liefst kleiner. En er is subsidie voor mooiere puien. Heel goed.’ Nog een andere kwaliteit ziet Schölvinck: de zeer uiteenlopende pleinen, elk met een eigen sfeer. ‘Ik ben hier niet geboren en ik werk ook elders, maar Harderwijk, daar kom ik nooit meer los van.’
13
Victor Schölvinck in het centrum voor de kunsten ‘t Klooster
Oudrose, gebroken wit
Vandaag is rood
Het aantal kleuren was beperkt: leliewit, wolwit, bleekwit, sneeuwklokjeswit. Zo ingewikkeld was het vroeger niet.Verf werd gemaakt van natuurlijke grondstoffen, waarbij pigmenten aan een lijnoliebasis werden toegevoegd. Afgewogen kleurgebruik versterkt de relatie tussen kozijnen, ramen en snijwerk.
Vanaf 1600 was het kleurgebruik gericht op het contrast tussen baksteen, in verschillende schakeringen van rood, en natuursteen. Het metselwerk was vaak voorzien van een heldere, witte voeg.
Een gat in het hart In het hart van Harderwijk zit een gaatje. Rond 1970 begon de sloop van kleinschalige vissershuisjes en een stadsboerderij rond de Vuldersbrink. Een deel is weer opgebouwd in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. Het gebied werd opnieuw gevuld. Nu met winkels, parkeergarage en woningen. Het oorspronkelijke stratenplan ging verloren. Het gat is wel weer opgevuld, maar niet op een wijze waarop wij dat graag zouden zien.
Vanaf ongeveer 1650, tijdens het Hollands classicisme, lag het accent op een strakke, zuivere geveldeling, met behulp van klassieke elementen als pilasters, lisenen of door het toepassen van vensterassen in een bepaald ritme.
Bastion In 1982 is het voormalige militaire hospitaal aan de Kaatsbaan afgebroken. Er kwamen huizen terug waarbij het oorspronkelijke middeleeuwse stratenpatroon is aangehouden. Waar vroeger de gasfabriek en nog eerder een molen op het bastion stond, staat nu het stadhuis. Harderwijk aan zee? Rond 1900 was Harderwijk nog een stad aan zee met een grote eigen vissersvloot. Dat is drastisch veranderd. In 1932 werd de Afsluitdijk voltooid, Zuiderzee werd IJsselmeer. Door de aanleg van Flevoland kwam Harderwijk aan een smal randmeer te liggen. Sinds de opening van het Dolfinarium in 1967 is bovendien de Strandboulevard geleidelijk veranderd in een breed parkeerterrein. Auto’s en autobussen staan hele dagen verankerd op de plaats waar ooit het zeewater tegen de stadsmuur spoelde.
De oorspronkelijke huizen van de Vuldersbrink staan nu in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen.
Het stratenpatroon in een groot deel van de binnenstad stamt nog uit de middeleeuwen. Dat is goed te zien als je de historische en de huidige stadsplattegrond vergelijkt.
14
Armoe troef
Enkele rijkaards
Alles wordt minder
Tot ongeveer 1700 is het armoe troef binnen de stadsmuren. Geld voor nieuwe panden is er nauwelijks, dus binnen bestaande erven wordt ‘ruimte gemaakt’ om te wonen, te werken en op te slaan. Er wordt flink gesplitst en verdicht.
Van 1700 tot 1800 leven enkelen in welvaart. Dat is te zien aan het Kantongerecht en dwarshuizen aan de Donkerstraat. De Visserhuisjes laten het andere verhaal zien. Rechts het Vissershuisje aan de Kleine Marktstraat.
Van 1800 tot 1900 viert armoe hoogtij. Het gaat slecht met de visserij. De Gelderse Munt (zie foto) en universiteit sluiten de deuren en er verdwijnt veel werkgelegenheid. Onderwijs en ziekenzorg op hun beurt krijgen veel plaats in de binnenstad.
15
Niks erop In de periode vanaf ongeveer 1700 tot in 1850 werd de gevel als één gevelvlak beschouwd en gelijkmatig behandeld. Dit gebeurde door of het metselwerk perfect uit te voeren en ongeschilderd te laten, ofwel door metselwerk gelijkmatig te sauzen in rood of bruin. De houten of natuurstenen ornamenten werden
Lekker strak dan licht gekleurd. De kleur van deze elementen sluit aan bij die van de lijsten bovenaan de gevel.
Kerkplein
Pleisterwerk werd populair tegen 1800.De gevelwand kon er nog strakker mee worden gemaakt.Het pleisteren was ook een middel om herstellingen, aanpassingen en oneffenheden aan het zicht te onttrekken.Pleisterwerk werd meestal uitgevoerd in een natuursteenkleur, zoals grijs, wit, rood of zandsteengeel.
(Achter) gevels en gordijnen
V
eel sporen van de geschiedenis zitten in Harderwijk verborgen achter de gevels. Want het ziet er wel uit alsof de meeste oude gebouwen uit de 18e en 19e eeuw stammen. Maar verborgen achter de jonge voorgevels bevinden zich soms volledige oude muren, balklagen en kapspanten van wel 500 jaar oud. Zo herbergt de stad veel middeleeuwse huizen en gebouwen.
Het is soms mogelijk om door de voordeur van het ene pand naar binnen te gaan en uit te komen op de zolder van het buurhuis, terwijl de kelder daarvan bij een huis dat om de hoek ligt behoort. Er kan nog een gangetje zijn naar een stukje van de tuin achter het rechter buurhuis, maar onder die tuin ligt een kelder die daar weer niet bij hoort. Het gewoeker met ruimte en het voortdurend leentjebuur spelen is typisch voor Harderwijk. Je gebruikt de zolder van de rechterbuurman als je ruimte nodig hebt en dan verhuur je de kelder aan de linker buur omdat je het dan financieel niet meer trekt. Zo blijkt het adres Markt 18 alleen te gelden voor de begane grond en de verdieping van het achterhuis van het hoekpand. De kelder en de zolder horen er niet bij.
16
Al meermalen is gebleken dat schijnbaar onooglijke pandjes van binnen heel bijzonder zijn, er niet middeleeuws uitzien, maar het wel zijn en dus een plaats verdienen op de monumentenlijst.
Garnizoensstad Weer een meevaller in barre tijden: het Koloniaal Werfdepot komt in 1814 naar de stad. Harderwijk huisvest zo - in het voormalige klooster waarin eerder de Munt was gevestigd - de troepen die naar de Oost moeten. De openbare orde lijdt eronder, maar de midden-
Luttekepoortstraat 32, eerst woonhuis, nu winkel
Vischmarkt 53
De geschiedenis van ieder huis bevat stukjes van de persoonlijke verhalen van de opeenvolgende bewoners. Zij hebben hun stempel op het huis gedrukt. Niet alles heeft gevolgen, maar diverse gebeurtenissen kunnen tot een aanpassing van het pand geleid hebben. Die bouwkundige sporen getuigen van hun voorspoed, wie weet een nieuwe gevel. Gezinsuitbreiding, tijd voor een aan-
bouw. De overstap naar een ander beroep, de inbouw van een bakkersoven wellicht.
Sloop en herwaardering stand krijgt weer solide bestaansgrond. Van 1909 tot 1994 is Harderwijk garnizoensstad, niet meer voor koloniale troepen, wel voor bataljons infanterie.
Stadsvernieuwing leidt in de periode 1970 - 1990 tot sloop van verschillende grootschalige complexen en de oude wijk Vuldersbrink. Er komen woningen voor in de plaats en een winkelcentrum. De herwaardering voor de oude stad is begonnen.
Achter de gevel In veel steden zijn opkamers. In plaatsen als Harderwijk was hun hoge ligging een uitkomst bij de veelvuldige overstromingen. Het vertrek werd daarom ook “vloedkamer” genoemd.
17
Liefelijk en schilderachtig
Naturel
Tijdens de opkomst van de Hollandse neorenaissance, na 1850, werd het strakke gevelbeeld in toenemende mate vervangen door afwisseling en schilderachtigheid. De toepassing van (min of meer) nieuwe materialen, zoals terracotta, versterkte dit.
De toepassing van verschillende kleuren baksteen, die verder ongeschilderd bleef, werd populair vanaf ongeveer 1880. Aandacht voor het ‘eerlijke materiaal’ werd in de architectuur vanaf ongeveer 1900 steeds belangrijker. Soms bleef houtwerk zoals deuren zelfs ongeschilderd of blank gelakt.
Steen als status Harderwijk is net als andere oude steden van oorsprong vooral een houten stad. De stadsbrand van 1503 bracht daar verandering in. De herbouw is vermoedelijk voor een groot deel in steen geweest. Steen gaf status want het was duurder dan hout. De herbouw was een flinke financiële aderlating en de handel zakte in. De bouwwerken vanaf 1600 kenmerken zich dan ook door knulligheid. Bij veel huizen moet het, wanneer ze aan renovatie toe zijn, met kunst en vliegwerk. Balklagen worden verplaatst, extra vloeren ingebracht. Tot in het absurde toe, zoals in Bruggestraat 48 waar je op de tweede (extra) verdieping bijna niet meer rechtop kon staan.
Gevelonderdelen Een gevel is net een gezicht dat in de make up gaat. Er zijn logische kleuren en materialen voor logische plaatsen. Het hoofdgestel in de klassieke architectuur bestaat uit kroonlijst, fries en architraaf. Dit vormt samen één element dat dezelfde kleur hoort te krijgen. Het fries kan soms iets afwijken. De kozijnen hadden vaak dezelfde kleur. Zo konden eventuele materiaalverschillen worden verborgen. Voor pilasters of zuilen geldt hetzelfde, ze ondersteunen het hoofdgestel. Minder is vaak meer: verdiepte velden en profileren moeten niet te veel geaccentueerd worden. Anders wordt de gevel te popperig. Ruiten en ramen Hoeveel ruiten de ramen hebben, is vaak moeilijk te zien. Het lijkt wel één groot raam. Dat is geen toeval: de vensterroeden werden juist om die reden niet wit geschilderd, maar groen. Want grote ruiten waren luxe, en die wilde iedereen wel suggereren.
18
Binnenstadsvisie en Kwaliteitsslag De Binnenstadsvisie Harderwijk wordt op 15 december 2005 vastgesteld in de gemeenteraad. De raad en de provincie maken middelen vrij voor een kwaliteitsslag Binnenstad.
19
Duur doen De kleur op gebouwen volgde heel lang de architectonische compositie van lijnenspel, vlakverdeling en ritme. Ook wilde men tot 1880 de suggestie wekken dat het toegepaste materiaal van een hogere kwaliteit was dan het werkelijke materiaal. Natuursteen- en houtimitaties waren dagelijkse kost voor de schilders. Ook goedkope
baksteen werd opgewaardeerd door het rood- of oranjebruin te schilderen. De toepassing van stucwerk suggereerde natuursteen.
De Banjer, Bruggestraat 45 is vanaf de straat het duidelijkst herkenbaar als huistype dat bekend staat als stenen kamer met voorhuis. Luttekepoortstraat 32, slagerij Schiffmacher is daar ook een mooi voorbeeld van. De winkel heeft twee bouwlagen, maar de verdieping boven de winkel met fraaie etalage staat nog niet op een oude foto van rond 1900. Achter de winkel ligt de stenen kamer, die lijkt op een bescheiden woontoren. Dat achterste deel had al in de Middeleeuwen twee bouwlagen en is voorzien van fraaie sleutelstukken. Vischmarkt 15 en 17
Markt 2
Vischmarkt 15 en 17 De Wildeman Vischmarkt 15 en 17 vormen van oorsprong één pand. Het lag in een deel van de stad dat rond 1435 binnen de muren werd gehaald. Bij een restauratie werd een kelder gevonden onder het rechter deel van het pand. Een dubbele kaarsnis kwam aan het licht. Duidelijk werd dat het huis al in twee fasen gebouwd is vóór de stadsbrand van 1503, de kelder hoort bij de oudste fase. Al direct bij de uitbreiding van de stad werden er stenen huizen gebouwd. Op zolder is de grenenhouten spil van een trap in de kap verwerkt als steuntje voor de schoorsteen. Dit hout bleek van kort na 1578 te stammen.
Gelders oker?
Kozijnen en dorpels
In Gelderland komen veel okertinten voor, soms samen met wit en groentinten. Goedgekeurd Gelders oker bestaat echter niet. Goedgekeurd groen en goedgekeurd wit bestaat trouwens ook niet. Die kleuren kwamen in verschillende variaties voor. De gemeente schrijft ook geen exacte kleuren voor.Variatie in kleur is authentiek.
Kozijnen van voorname gebouwen konden van natuursteen zijn. Moesten ze daarop lijken dan werden ze wit of geel geschilderd. Dorpels bij deuren en kozijnen waren soms van hardsteen, daarom werden de houten versies grijs geschilderd. Draaiende of schuivende delen in de gevel waren altijd
Binnenstad vertelt over bewoners De persoonlijke geschiedenis van iedere Harderwijker is verweven met de ontwikkeling van de stad. De kans dat het minder gaat als de handel inzakt, is groot. Maar wie op dat moment een erfenis ontvangt, kan dat uitzonderlijk mooie huis bouwen. Bloeit de stad op, dan kan een handwerksman bij een ongeval invalide raken en na verloop van tijd zijn huisje met lapmiddelen in stand moeten houden. Zijn slordige verbouwingen die niets mogen kosten, verdoezelt hij door een pleisterlaag.
van hout en meestal groen geschilderd. Bij ramen viel de roedenverdeling dan niet zo op en leek het alsof er (kostbare) grote ruiten in zaten.Toen vanaf 1800 de stalen ramen opkwamen, kon alles: groen, donkergroen, donkerpaarsblauw of zelfs rood.
Bruggestraat 49 Het voormalig kantongerecht (zie foto) ziet er uit als een vanouds ruim pand. Anthony van Westervelt kwam in 1712 eeuwen te laat om in de Bruggestraat vlakbij de Markt een breed perceel te kopen. Hij kocht dus twee-en-een-half huis en verbouwde de voorkanten samen tot het huis dat hij in gedachten had. Ook het oude stadhuis bestaat trouwens uit drie panden.
Diepe dwarsliggers Wie rijk of machtig was wilde waarschijnlijk aan de hoofdstraat wonen en liefst in een fors huis. Hij liet zijn perceel dus niet opdelen in smalle strookjes en had daardoor de ruimte voor een groot dwarshuis, soms opgebouwd uit twee beuken achter elkaar. Liefst nog met een open erf ervoor. Een belangrijk huis dat tot het complex van het Minderbroedersklooster hoorde stond bij de hoek van de huidige Markt en de Donkerstraat. Op oude prentbriefkaarten is de tuin vóór het huis nog te zien.
20
Donkerstraat 30-32 Dit huis is als middeleeuws dwarshuis begonnen en vanuit een middeleeuwse kern in de zeventiende en negentiende eeuw verder gegroeid. Het staat niet op de gemeentelijke monumentenlijst, maar het bewaart uit alle perioden interessante herinneringen, zoals peerkraal- en ojiefsleutelstukken. Boven de winkel ontstonden kamers en kamertjes, kruip-door-sluip-door, rare niveauverschillen en gangetjes. Het is recent gerenoveerd.
21
Ondernemer Derks:‘
Die oude sfeer is onze kracht
‘Is dit plafond origineel?’ ’Hoe oud is dit pand?’ Bezoekers van JD Schoenmode in de Donkerstraat blijven bijna altijd wel even wat langer in de zaak. En de stadsgidsen lopen er vaak binnen.
moderne invulling, wit en strak. Daar maakte ook niemand bezwaar tegen. Die combinatie van monumentaal en modern kan heel goed.’
Edwin Derks zit met JD Schoenmode sinds 1992 in het rijksmonument Donkerstraat 26. Daarvoor zat er een stomerij, maar in 1934 begon zijn grootvader hier een schoenmakerij.
Als betrokken binnenstadsondernemer heeft Edwin Derks veel oog gekregen voor kwalitatieve details in het straatbeeld. Hij wijst naar de statige panden tegenover zijn zaak. De sportzaak Time Out heeft uitgebouwde raamvitrines en een glazen deur. Bij Mode Exclusief hebben die moderne vitrines plaatsgemaakt voor ramen die doorlopen tot vlak boven de grond. Daardoor oogt de pui veel opener terwijl het karakter nauwelijks is aangetast. Ramen zijn de magneten waarmee een winkelier klanten aantrekt. Toch zijn volledig glazen puien weinig aantrekkelijk. Door een gevel in stijl kunnen ondernemers een belangrijke bijdrage leveren aan de aantrekkingskracht van Harderwijk op de klanten van elders.
‘Zo’n monumentaal pand trekt. Alleen al die trapgevel. Mensen vinden het interessant, ze zijn onder de indruk als ik vertel dat dit pand al ruim vijf eeuwen oud is.’ Het rijk beschilderde balkenplafond dateert uit 1452. Ondernemer Edwin Derks gaat hier nooit meer weg.‘Sfeer is heel belangrijk. De klant moet zich prettig voelen. Dat bepaalt mede het succes van ons bedrijf. Ondanks dat de zaak smal is ervaart men de zaak als ruim. Waar vind je nog een winkelruimte van bijna zes meter hoog?’ Edwin Derks houdt zijn klantgegevens nauwgezet bij. Daaruit blijkt dat meer dan vijftig procent van buiten Harderwijk komt. ‘En altijd hoor je: Harderwijk is gezellig. Dat is de kracht van onze Binnenstad. Die vrij smalle straten, ook de Donkerstraat, en de vele monumentale gevels. Die kwaliteit heeft ook de Markt: sfeervol en besloten, je strijkt er gemakkelijk neer voor een kopje koffie of een broodje. Maar ik heb ook laatst weer een paar grote Italiaanse schoenleveranciers kunnen aantrekken die bijna in katzwijm vielen toen ze hier kwamen.’
Het pand van winkelier Edwin Derks is zowel binnen als buiten een juweeltje.
Belemmert het monumentale karakter je als ondernemer? ‘Nee hoor, gemeente en Welstandscommissie werken goed mee. Die begrijpen ook wel dat de zaak economisch haalbaar moet blijven, we zitten hier in een hele dure straat. Binnen ons eigen pand, toch een monument, hebben we gekozen voor een
Met monumentale kwaliteiten kun je je als straat en ondernemer juist positief onderscheiden, zegt Derks. De sfeer in de stad, gezellig shoppen, trekt naast klanten ook winkelketens naar Harderwijk. Ondernemer/pandeigenaar Derks:‘Er staan tien, vijftien bekende ketens in de wacht, wie vandaag stopt heeft morgen drie liefhebbers van buiten. Daarom is het heel verstandig dat de gemeente het puien- en reclamebeleid nu steviger in de greep houdt. De Kwaliteitsslag Binnenstad, daar knapt Harderwijk van op.’
23
Profielen
Lekker fel?
Groen met wit?
Een toverbal van kleuren
Geprofileerde onderdelen hebben vaak een lichtere kleur omdat voor de beleving de slagschaduw op de profielen belangrijk is. Een kroonlijst kunt u dus beter licht getint houden.
Verfonderzoek wijst uit dat de kleuren vroeger feller waren.Vooral gebouwen uit de periode 1800 tot 1900 hadden zware kleurstellingen. Niet alle combinaties vinden we nu nog mooi of passend in het straatbeeld. Toch kan het een verademing zijn als een pand zich met opvallende kleuren onderscheidt van de buren.
Het is een misverstand dat een monument altijd gootlijsten en kozijnen in gebroken wit en donkergroene ramen moet hebben.
De zesde bewoner van een pand wil na alle behanglagen van zijn voorgangers wel eens helemaal fris, als eerste op de stuclaag beginnen. Dus alles eraf! Die behoefte kunt u ook krijgen als u de kozijnen van uw monumentale binnenstadspand in de authentieke kleuren wilt zetten. Pas op! Het verwijderen van oude verflagen is te
Plekken en pleinen
D
e mooiste en belangrijkste plekken van de binnenstad zijn de pleinen. Markt, Vischmarkt, Smeepoortenbrink, Blokhuis, Kerkplein en Klooster. Elk heeft een eigen geschiedenis, karakter en sfeer.
De Markt De ‘huiskamer van Harderwijk’ herbergt op zomeravonden overvolle terrassen en het is het kloppend hart waar alles samenkomt. Het doorzicht naar historische straten is prachtig. Markt met Oude stadhuis
24
Vischmarkt Dit is het grootste en mooiste plein van de stad. De Vischpoort verbindt het plein met de Boulevard. Rondom het plein wordt vooral gewoond en er zijn enkele goede restaurants gevestigd.
Smeepoortenbrink Een prachtig verstild pleintje omzoomd met historische panden en bestraat met natuurstenen keitjes en gebakken klinkers. Het Paradijspoortje vormt een verrassende verbinding met het Klooster en wordt al in 1593 in een geschrift genoemd.
Plein Vischmarkt met Vischpoort
Smeepoortenbrink met Paradijspoortje
vergelijken met het uit een boek scheuren van een bladzijde. Alleen als het echt nodig is, mogen verflagen verwijderd worden.Vraag advies op het stadhuis!
Poortje 1813-1913 In de Middeleeuwen was er geen poort van de Blauwverversteeg. De kleine doorgang in de zeemuur ziet er oud uit, maar dateert uit 1913. De poort is gemaakt voor de herdenking van honderd jaar Nederlandse onafhankelijkheid. Het idee kwam van burgemeester M.G.J. Kempers die dichtbij de Blauwverversteeg woonde. Kwade tongen beweren dat hij de doorgang vooral voor zichzelf liet bouwen om gemakkelijk naar het feestterrein in de Wellen te kunnen komen. In de volksmond heet de doorgang Kemperspoortje.
Het ‘Kemperspoortje’ in de Blauwververssteeg
25
Krabben of eerst naar de gemeente? De vraag blijft: wat is de juiste kleur voor dit kozijn, voor deze zonwerking, voor dit terraselement? Onderzoek kan veel informatie opleveren. Een tipje van de sluier opgelicht: Moeilijk toegankelijke plaatsen zoals onder dakgoten en
Typisch Harderwijk: veelkleurig
kozijnen leveren dankbare krabplekken en goede resultaten op. Of u als bewoner van een monumentaal pand zelf krabbend op onderzoek mag gaan? Ook voor het wijzigen van de kleurstelling van monumenten hebt u een vergunning nodig. Benut de bij de gemeente en haar advi-
seurs aanwezige kennis over toepassing van kleuren op gebouwen en kom langs op het stadhuis!
Het Blokhuis Een intiem woonpleintje met bestrating van gebakken klinkers en natuurstenen keitjes vormt het hart van een kleinschalig woonbuurtje ten westen van de Smeepoortstraat en het Kerkplein. De hele buurt ademt een historische sfeer. De bomen versterken het schilderachtige beeld. Er staan diverse kleine en grote monumenten. Eén daarvan is het oude Blokhuis.
Kerkplein Waar nu het Kerkplein ligt, stond tot 1797 de toren van de Grote Kerk. In de bestrating zie je de contouren. Het plein is een rustpunt in de stad, een voorportaal voor kerkgangers en een speelplein voor leerlingen van de basisschool.
Blokhuis
Kerkplein met de Grote Kerk
• Baksteengevels in schoon metselwerk blijven in Harderwijk in principe ongeschilderd en ongepleisterd. Juist de afwisseling van baksteengevels en gepleisterde gevels is karakteristiek voor de oude binnenstad. • Het schilderen van pleisterlagen hoort in zandsteenkleuren of grijstinten.Vanwege de 19e-eeuwse ‘wit-
golf’ is al dan niet gebroken wit aanvaardbaar. • Kroon- en puilijsten worden in lichte kleuren geschilderd om de profileringen beter te laten uitkomen • Bewegende delen zoals ramen, deuren en luiken worden donker geschilderd.Vooral in donkergroen, blauw en soms rood.
• Gevelankers zijn bijna altijd zwart. IJzer kan roesten en daarom werden ze zwart geteerd. Dat geldt ook voor hekwerken en dergelijk, hoewel daar ook donkergroen en blauw kan voorkomen.
Het Klooster Dit is van oorsprong geen plein, maar een binnenterrein van het Catharinaklooster. Later liepen hier studenten van de Universiteit van Harderwijk. C O L O F O N
Ve e l k l e u r i g H a rd e r w i j k
Klooster
Gebaseerd op het rapport ‘Wat is typisch? Harderwijk geanalyseerd’ (Gelders Genootschap 2006) U I TG AV E
Gemeente Harderwijk project Kwaliteitsslag Binnenstad SAMENSTELLING EN REDACTIE
Gelders Genootschap & Mensinks tekstfabriek INTERVIEWS
Govert van der Boom FOTOGRAFIE
Ton Pors Tyco Ferwerda Stadsmuseum Harderwijk gemeentearchief en anderen POËZIE
Michel Martinus, stadsdichter 2007/2008
26
VORMGEVING
AMC Ton Pors DRUK
Drukkerij Wedding OPLAGE
2000 Mei 2008
Veelzeggend veelkleurig Het centrum kleurt overal, uit koude grond en oude zee, naar buiten toe, met de bezoeker mee, verdwijnt nergens uit beeld, duikt overal weer, uit zijn verleden op, vanachter wanden, muren en façades. Hier blijft alles, waaraan Harderwijk rijk is, veelzeggend en veelkleurig. Michel Martinus stadsdichter 2006-2008 Harderwijk