‘Een vis met vleugels’
Dit is een uitgave van:
Strandweg 13 (boulevard) 2586 JK Den Haag 070-3542100 www.sealife.nl
1 Roggen zijn rare snuiters Stel je eens voor. Je ligt met je neus en mond in het zand op de bodem van de zee; je handen zitten vast aan je zij en je ogen in je nek. Je hebt honger en je wilt een garnaal vangen. Voor jou is dat een onmogelijke opgave. Voor een rog een makkie. Stel je eens voor dat jouw botten net zo zacht worden als het puntje van je neus. Je zou dan op de grond vallen en niet meer kunnen lopen. Een rog heeft daar geen last van. Zijn skelet is van kraakbeen net als het puntje van jouw neus en oren. En toch kan hij bewegen. We noemen hem daarom een kraakbeenvis, net als de haai.
10 Schokken, gif en nog meer weetjes. Weet je dat: Er in de Noordzee 11 soorten roggen voorkomen? De grootste daarvan, de vleet en de pijlstaartrog, wel 250 cm groot kunnen worden? En de andere soorten wel 70 tot 120 centimeter. Er in 2000 nog een vleet werd gevangen bij Schotland die 204 cm lang was en 55 kilo woog. Vissers op vleet vroeger hun ondergoed in olie uit de lever van de vleet dompelden om zo beter beschermd te zijn tegen de kou? De pijlstaartrog een gezaagde gifstekel op zijn staart draagt waarmee hij rake klappen uit kan delen? De sidderrog met een elektrische schok 20 gloeilampen kan laten opflikkeren? Het eikapsel van de rog ook wel ‘meerminbuidel’ genoemd wordt? Roggebrood niks met roggen te maken heeft? Er een rog bestaat, de manta, die 5 meter groot kan worden en leeft van plankton?
Olie uit de lever van pijlstaartroggen wel werd gebruikt als huismiddeltje tegen spierpijn
9 Roggen en mensen. In een schoolboek uit 1934 staat te lezen dat twee soorten roggen, de vleet en de stekelrog, in die tijd nog veel voorkomen langs onze kust. Ook staat er in dat hun vlees wordt gegeten en uit hun lever ‘traan’ (een soort olie) wordt gekookt. Nu worden er langs onze kust bijna geen roggen meer gevangen. Visserijbiologen denken dat, dat komt omdat er te veel wordt gevist. Vooral de visserboten die vissen met boomkornetten zijn gevaarlijk voor de rog. Eigenlijk vissen deze vissers op platvissen zoals tong en schol. Zij trekken hun netten door het zand van de zeebodem waar de platvissen verstopt liggen. Die zwemmen dan op en komen in het net terecht. Maar daar liggen natuurlijk ook roggen en die worden dan ook gevangen. Omdat roggen niet zo snel jongen krijgen als platvissen, zijn ze veel eerder allemaal weggevist. Toch mag in 2002 in de Noordzee 696.000 kilo rog gevangen worden. Ze zijn er dus nog wel, maar langs onze kust bijna niet meer. Gelukkig vonden onderzoekers in 1999 weer jonge roggen (2 jaar oud) in zee bij Noordwijk. Visserijbiologen denken daarom dat als er minder gevist wordt de rog vanzelf weer terug zal komen langs onze kust.
2 Een vis met vleugels Wat vooral bijzonder is aan de rog is dat zijn lichaam plat en zijn borstvinnen heel groot zijn. Zelfs zo groot, dat ze voor aan de rog elkaar raken. Het lijken net vleugels waarmee hij met sierlijke bewegingen door het water “vliegt”. Door zijn zachte botten is hij niet zo sterk maar wel soepel. De staart die lang en dun is gebruikt de rog als roer. Deze “vleugels” en de dunne lange staart geven hem zijn echte roggen uiterlijk.
3 Zwemmen of zinken Als je een poosje naar een actieve rog kijkt, zul je zien dat als hij los is van de bodem hij altijd zwembewegingen maakt. Andere vissen, zoals snoeken kunnen zonder beweging doodstil in het water zweven. Daarvoor gebruikt de snoek zijn zwemblaas. Dat is een zakje gevuld met lucht. Maar de rog heeft geen zwemblaas. Als hij niet zwemt, zinkt hij naar de bodem. Dat maakt zwemmen tot een flinke krachtsinspanning. Het is maar goed dat zijn botten van kraakbeen zijn en niet van been. Want been is veel zwaarder. Wat ook helpt is dat de lever van de rog groot is en olie bevat. Omdat olie drijft maakt dat de rog ook weer lichter. Maar zweven? Nee, dat lukt niet.
4 Een huid als schuurpapier De huid van roggen is niet zoals bij vissen bedekt met schubben, maar met kleine tandjes die op beenstukjes staan. Je noemt ze tandschubben. Hierdoor voelt de huid aan net als schuurpapier. Deze tandjes kunnen ook groot zijn en dan noem je ze stekels. Deze stekels kun je vaak goed zien . De stekelrog heeft wel drie rijen stekels op zijn staart. We weten van roggen dat ze hun huid vaak schuren langs rotsen en stenen. Dat doen ze om zich schoon te houden. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat ze zich in een aquariumbak graag door mensenhanden laten aaien.
De lege eikapsels zij heel licht en gaan drijven. Met een beetje geluk vind je ze aangespoeld op het strand. Het duurt wel zeven jaar voordat een jonge rog zelf eieren gaat leggen.
8 Een vis uit een doosje. Weet je dat een mannetjes rog 2 penissen heeft? We noemen die ook wel claspers je ziet ze liggen naast zijn staart daarmee Tijdens de paring bijt het bevrucht hij het vrouwtje. Dat is mannetje zich vast in de bijzonder want gewone vissen buikvin van het vrouwtje. Dat kan er nogal ruig doen dat niet. aan toe gaan
In het voorjaar legt het vrouwtje de eieren op de zeebodem. Steeds één tegelijk maar samen kunnen het er wel 50 zijn. De eieren zien er heel anders uit dan vogeleieren. Het is een bruin plat of zwart doosje met op iedere hoek een uitsteeksel. Met deze uitsteeksels of hoorns kan het ei zich vastzetten. Ook stroomt er vers water door de hoorns naar binnen. In het doosje ligt een grote dooier met daarop, net als bij een vogelei, een klein embryo. De dooier is het voedsel voor het embryo. Na ongeveer zeven maanden, als de dooier op is, is het embryo veranderd in een minirog die dan dapper vanuit zijn doosje de grote zee in zwemt.
Zo’n minirogje is ongeveer 10 cm groot. In warmer water komen de eieren eerder uit dan in koud water
5 Spuitgaten of zuiggaten? Aan de bovenkant van de rog achter de ogen, zie je zijn spuitgaten. Als de spuitgaten open gaan zuigt de rog adem -water naar binnen. Hij ‘ademt’ in. De ‘spuitgaten’ zou je dus ook ‘ zuiggaten’ kunnen noemen. Het water kan ook door de mond binnen komen, maar dat gaat niet als de rog in het zand ligt of zijn mond vol heeft. Aan de onderkant van de rog zie je de kieuwspleten. Aan iedere Tussen de spuitgaten kant vijf. Als en de kieuwspleten liggen de kieuwen je goed kijkt waarmee hij zie je ze zuurstof uit water open en dicht haalt gaan. Als de kieuwspleten open gaan ‘ademt’ de rog uit. Als de spuitgaten dichtgaan, gaan de kieuwspleten open en andersom. Het werkt als een pomp. De rog zorgt er zo voor dat er steeds vers water langs zijn kieuwen stroomt. Voor een vis zoals de rog, is ‘water binnen halen’ even belangrijk als voor ons ‘ademhalen’. Wij halen zuurstof uit de lucht; een vis haalt het uit water. Zonder zuurstof zouden ze stikken.
6 Verstoppertje spelen. Een rog ligt met zijn platte lichaam graag op de bodem van de zee. Het liefst wil hij door niemand gezien worden. Ook door zijn prooidieren niet, zodat ze lekker dichtbij komen en hij ze dan kan vangen, maar ook door zijn vijanden niet, zodat hij zelf niet gevangen wordt. Een zeehond bijvoorbeeld eet graag een rog. Daarom maakt de rog zich onzichtbaar. Met zijn vleugels woelt hij zand over zich heen en samen met zijn schutkleur zorgt dat voor een perfecte camouflage. Je ziet dan niet meer het verschil tussen rog en bodem, als je goed kijkt zie je alleen nog zijn ogen en zijn spuitgaten. Zo kan hij zijn vijanden in de gaten houden èn water ademhalen.
7 Eten zonder ogen. Een rog eet graag visjes, krabben, inktvissen, garnalen en schelpdieren. Maar hoe vangt hij die? Zijn ogen zitten bovenop zijn lichaam en zijn mond onderop. Dat lijkt erg lastig, maar daar heeft hij slimme oplossingen voor. Want behalve dat hij zich kan ingraven in het zand en zich zo bijna onzichtbaar kan maken, heeft hij voor het voedsel zoeken nog een paar hele speciale trucjes.
De neusgaten liggen onder aan de kop en de kleine neusschelpjes kunnen bewegen in de richting van het reukspoor. Omdat de neusgaten ver uit elkaar staan kan hij ook de plaats van de prooi goed bepalen.
Het zintuig waarmee vissen waterstroompjes kunnen voelen is het zijlijnsysteem
•
De rog kan heel goed ruiken. Hij ‘ruikt’ waar zijn prooi is.
•
Hij kan waterstroompjes voelen. Door te bewegen of zwemmen in water maken dieren waterstroompjes. Roggen kunnen die niet alleen voelen, maar weten dan ook waar het dier dat beweegt precies is.
•
Een rog kan elektriciteit voelen. Een prooi verstopt in het zand kan hij voelen met speciale elektrische zintuigjes. Als een soort detectors. Dat komt doordat spiertjes die bewegen een heel klein beetje elektriciteit maken, ook die van mensen.
•
Met de onderkant van zijn lichaam kan hij goed voelen net als wij met onze handen.
Als de rog een prooi ontdekt heeft springt hij er bovenop en houdt hem gevangen met zijn lichaam. Daarna peuzelt hij zijn vangst rustig op. Dat ‘ springen’ doet hij met zijn ‘achterpootjes’, een soort gespierde vinnen. het lijkt alsof je bij z’n mond twee lippen ziet, maar dat zijn kaken met daarop rijen stompe tandjes. Die zijn zo sterk dat hij er zelfs schelpen mee kan kraken! Weet je dat een rog kan braken? Dan duwt hij zijn maag door zijn mond naar buiten en schudt hem leeg. Waarschijnlijk doet hij dit om bijvoorbeeld stukjes schelp weer kwijt te raken.