EEN VEILIGHUIS VOOR KINDEREN KINDEREN BINNEN HET ZORGPROGRAMMA RELATIONEEL GEWELD
1
COLOFON
2
• • • • • • • • • • • • • • • • • •
Het VeiligHuis voor Kinderen vormt een onderdeel van het zorgprogramma een VeiligHuis dat wordt gecoördineerd door Advies- en Meldpunt een VeiligHuis. Dit Advies- en Meldpunt is op 1 januari 2002 van start is gegaan. Het is gefinancierd door de gemeente Utrecht en aangehaakt bij Vrouwenopvang Utrecht.
Programmacoördinator Advies- en Meldpunt een VeiligHuis: Margriet Freeke
De organisaties het Advies- en Meldpunt een VeiligHuis dragen zijn: Advies- en Meldpunt Kindermishandeling; Altrecht, Geestelijke Gezondheidszorg; Bureau Jeugdzorg Utrecht; Centrum Maliebaan, instelling voor verslavingszorg; Cumulus, welzijnsstichting; Dr. Henri van der Hoeven Stichting Utrecht, De Waag Gemeente Utrecht; GG&GD, gemeente Utrecht; Openbaar Ministerie, arrondissement Utrecht; Orthopedagogisch Centrum Utrechtse Jeugdhuizen Leger des Heils; Politie regio Utrecht; Raad voor de Kinderbescherming, vestiging Utrecht; Reclassering Nederland, arrondissement Utrecht; Sociaal Pedagogische Dienst Utrecht/MEE Utrecht; Stichting Slachtofferhulp, regio Utrecht; Stade Fiom; Stade Migrantenhulpverlening; Vrouwenopvang Utrecht.
Vormgeving en druk: Studio Dekker,Waddinxveen
Tekst: Mieke de Wit, onderzoek en advies voor de nonprofit sector
© Vrouwenopvang Utrecht, 2003 ISBN: 90-803922-6-X. Overname en/of openbaarmaking van (gedeelten van) deze uitgave uitsluitend met bronvermelding. Exemplaren van dit zorgprogramma kunt u schriftelijk bestellen bij: Advies- en Meldpunt een VeiligHuis Postbus 13088 3507 LB Utrecht e-mail:
[email protected] www.meldpunt-eenveilighuis.nl SD/1738-januari 2004
INHOUDSOPGAVE INLEIDING
5
1
ZORGPROGRAMMA’S EN DE HULPVERLENER
7
2
ROUTE DOOR EEN VEILIGHUIS
9
3
WERKORGANISATIE EEN VEILIGHUIS VOOR KINDEREN 2003 - 2006
15
4
WERKPLAN 2003 - 2006
17
LITERATUUR
21
BIJLAGE I MODULES VAN HET VEILIGHUIS VOOR KINDEREN
23
BIJLAGE II REGIO INDELING BUREAU JEUGDZORG UTRECHT
49
3
4
INLEIDING Een VeiligHuis is een samenwerkingsproject dat is opgezet om een samenhangende aanpak rond relationeel geweld tegen vrouwen te ontwikkelen. In november 2001 verscheen het Zorgprogramma een VeiligHuis. Een aantal samenwerkingspartners constateerde dat in het zorgprogramma de mishandelde partner centraal staat en dat een multicultureel en sluitend zorgaanbod voor kinderen verder ontwikkeld kon worden. Daarop besloten zij met een aantal instellingen gespecialiseerd in jeugdzorgproblematiek hieraan te gaan werken.Voor u ligt het resultaat hiervan. Instellingen betrokken bij een VeiligHuis voor Kinderen: Advies- en Meldpunt Kindermishandeling; Altrecht, Geestelijke Gezondheidszorg; 1 Bureau Jeugdzorg Utrecht ; Cumulus, welzijnsstichting; Dr. Henri van der Hoeven Stichting Utrecht, De Waag; Orthopedagogisch Centrum Utrechtse Jeugdhuizen Leger des Heils; Politie regio Utrecht; Raad voor de Kinderbescherming, vestiging Utrecht; Sociaal Pedagogische Dienst Utrecht/MEE Utrecht; Vrouwenopvang Utrecht.
Relationeel geweld is een omvangrijk en hardnekkig probleem in onze samenleving. Eén op de vijf vrouwen in Nederland is ooit in een relatie met een mannelijke partner geconfronteerd geweest met geweld (Römkens, 1992). Niet alleen vrouwen, maar ook de kinderen hebben te maken met relationeel geweld: als getuige, maar ook als direct slachtoffer. Uit onderzoek in de Verenigde Staten blijkt dat dertig tot zestig procent van de kinderen die getuige zijn van geweld tegen de ouder tevens zelf het slachtoffer is van geweld binnen het gezin (Dijkstra, 2001).Veertig procent van alle kinderen die getuige zijn van relationeel geweld ondervindt daar ernstige gevolgen van. De aard van de gevolgen is afhankelijk van de ernst van het geweld, de leeftijd van het kind en het geslacht. Het onderzoek naar de lange termijn effecten van het kind als getuige is nog jong, waardoor er geen harde conclusies kunnen worden getrokken. Er wordt echter aangenomen dat het zien van relationeel geweld leidt tot een grotere kans op problemen op school en een grotere kans om later, in een relatie pleger of slachtoffer te
1 Waar in dit document Bureau Jeugdzorg staat, wordt Bureau Jeugdzorg Utrecht bedoeld.
INLEIDING
5
6
INLEIDING
worden van geweld. Jongens die getuigen zijn geweest van relationeel geweld zijn vaker pleger van geweld tijdens een verkering, meisjes daarentegen vaker slachtoffer (Ministerie van Justitie, 1997). In Nederland bestaat er een discussie of het getuige zijn van relationeel geweld door kinderen kindermishandeling genoemd moet worden. Op een expertmeeting van het Ministerie van Justitie werd betoogd dat we dit geen kindermishandeling moeten noemen, omdat deze benaming de medewerking van de moeder om het relationeel geweld te verminderen in gevaar kan brengen. Een ander argument tegen het gebruik van de term kindermishandeling is dat we daarmee het slachtoffer van relationeel geweld, de moeder, ook beschuldigen van het laten ontstaan of voortbestaan van kindermishandeling. Er kan beter over (on-)veiligheid in de thuissituatie gesproken worden (Ministerie van Justitie, 2001). In Utrecht is desalniettemin gekozen voor het hanteren van de term kindermishandeling. Dit omdat gebleken is dat veertig procent van de kinderen die getuige zijn geweest van relationeel geweld daarvan ernstige gevolgen ondervindt. Onveiligheid wordt dan een eufemistische term die deze werkelijkheid verbloemd. Door het hanteren van de term kindermishandeling wordt de moeder ook niet indirect beschuldigd. De constatering dat een kind mishandeld wordt staat immers los van de vraag wie daaraan (mede-)schuld draagt. Of deze term ook gehanteerd moet worden in een hulpverleningssetting met de moeder is een andere vraag. Bovendien omvat de definitie van kindermishandeling zoals die door het Bureau Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling worden gehanteerd, uitdrukkelijk ook de mogelijkheid dat er ernstige psychische of fysieke schade wordt berokkend. Binnen een VeiligHuis voor Kinderen is er dan ook voor gekozen deze definitie over te nemen. Binnen een VeiligHuis voor Kinderen wordt de volgende definitie van kindermishandeling gehanteerd: Kindermishandeling is elke vorm van voor de minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel.
Leeswijzer In hoofdstuk 1 worden de gevolgen van het werken binnen een zorgprogramma voor de hulpverlener behandeld. De route door het zorgprogramma voor kinderen en hun ouders staat beschreven in hoofdstuk 2. Het volgende hoofdstuk 3 beschrijft de werkorganisatie van een VeiligHuis voor kinderen. Het laatste hoofdstuk 4 bevat het werkplan 2003 - 2006. In bijlage I treft u de beschrijving aan van de afzonderlijke modules geordend naar instelling. Bijlage II ten slotte geeft een overzicht van de regiokantoren van Bureau Jeugdzorg in de provincie Utrecht.
1
ZORGPROGRAMMA’S EN DE HULPVERLENER Wat het werken met zorgprogramma’s voor de praktijk van de hulpverlener betekent is op een rij gezet door NIZW/VWS (1999). In hun uitgave over zorgprogrammering in de praktijk van de jeugdzorg onderscheiden zij verschillende gevolgen. Hieronder volgt een weergave.
1
De hulpverlener zal zich ervan bewust moeten zijn dat hij of zij niet de enige is die met het kind of het gezin bezig is. Een hulpverlener zal zich bijvoorbeeld moeten realiseren dat de ouders van het kind andere trajecten volgen. Iedereen draagt iets vanuit zijn of haar deskundigheid bij. Als de hulpverlener ziet dat de eigen instelling of organisatie niet de hulp kan leveren die noodzakelijk is, zal de deskundigheid van een andere hulpverlener ingeschakeld moeten worden. En andersom: de eigen deskundigheid zal ingezet moeten worden op de vraag van anderen.
2
Zoals de hulpverlener tot nu toe onderdeel was van een team van de eigen instelling, zo zal hij of zij straks in plaats daarvan, of daarnaast onderdeel zijn van het samenwerkingsverband binnen het zorgprogramma. Er zullen regelmatig cliëntbesprekingen zijn.Wellicht zal er tijdens die besprekingen nog wel eens verbazing optreden over de afwijkende werkwijze van de collega’s uit andere instellingen. De hulpverlener zal bereid moeten zijn af te stappen van de ‘maar bij ons doen we het altijd zo’-houding en open moeten staan voor andere, misschien wel betere werkwijzen.
3
De hulpverlener krijgt ook pottenkijkers. Binnen een zorgprogramma wordt verantwoording afgelegd over de voortgang met de cliënt. Inzicht zal gevraagd worden over wat er tot nu toe gedaan is en met welk resultaat.
4
Het wordt voor hulpverleners ook moeilijker om een cliënt door te schuiven naar een andere instelling. Bij de ontwikkeling van een zorgprogramma zijn immers alle mogelijke vormen van hulp in de stad geïnventariseerd en bij elkaar gebracht. Instellingen die de juiste hulp voor de doelgroep in huis hebben zijn in het programma opgenomen. Blijkt gaandeweg dat het kind of het gezin niet geholpen kan worden met de hulp uit het programma, dan zal er een nieuw hulpaanbod gecreëerd moeten worden. De kans dat het kind en het gezin van het kastje naar de muur wordt gestuurd wordt zo toch aanzienlijk kleiner.
5
Sommige hulpverleners zullen doelgerichter moeten gaan werken dan ze gewend zijn. Een zorgprogramma is ook tijdgebonden. De hulpvormen geven aan binnen welke termijn ze welk resultaat willen bereiken. Er zullen in het algemeen weinig hulpverleners zijn die niet met een bepaald doel voor ogen hun cliënt helpen en dat doel binnen een bepaalde termijn hopen te bereiken, maar een programma stelt toch strengere eisen. De doelen, de omvang van de hulp en de tijdsduur staan op papier en kunnen als ijkpunten worden beschouwd.
ZORGPROGRAMMA’S
7
8
6
Een zorgprogramma kan soms een inbreuk op een gangbare werkwijze betekenen. Zo is er bijvoorbeeld een zorgprogramma voor jongens in een jeugdgevangenis. Het doel is om hen zo constructief mogelijk te laten terugkeren naar de maatschappij. Eén van de hulpvormen is dagbesteding. Daarvoor gaan de jongens naar een bestaand centrum waar praktijkscholing wordt gegeven.Voordat het programma er was bepaalde het centrum zelf wie er binnen kwam. Nu het onderdeel is van het zorgprogramma wordt van het centrum verlangd om alle jongens die daarvoor geïndiceerd zijn toe te laten. Dat kan de nodige wrijving veroorzaken. Daarom moet over dit soort zaken goed overleg worden gevoerd.
7
Ingezet worden voor een zorgprogramma kan soms een vrijwel nieuwe werkkring betekenen. Zo bestaat in het hiervoor aangehaalde zorgprogramma voor jongens de belangrijkste hulpvorm uit begeleiding door een coach. De coach, die slechts enkele jongens onder haar hoede heeft, is voor twintig uur per week aan het programma verbonden. De overige uren werkt ze nog in haar oude werkkring, de jeugdreclassering. Zo heeft zij meer contacten met hulpverleners van andere instellingen die voor het programma worden ingezet dan met haar collega’s van de reclassering.
ZORGPROGRAMMA’S
2
ROUTE DOOR VEILIGHUIS
A
Route voor kinderen met jeugdzorgproblematiek Indien ouders hun kinderen in een hulpverleningstraject willen of een jongere zelf een hulpverleningstraject wil vanwege het relationeel geweld of de gevolgen van relationeel geweld in het verleden, kunnen zij de onderstaande stappen nemen. Hulpverleners aan volwassenen die te maken hebben (gehad) met relationeel geweld kunnen eveneens deze stappen voor de kinderen van hun cliënt nemen.
1
De ouder/hulpverlener neemt contact op met de aanmeldingsdienst van Bureau Jeugdzorg van de desbetreffende regio van het Bureau, of belt Bureau Jeugdzorg voor consultatie.
2
Indien er sprake is van een crisissituatie (zie kader) biedt Bureau Jeugdzorg onmiddellijk hulp. Indien dit niet het geval is, maar er wel sprake is van jeugdzorgproblematiek, vindt er binnen één à twee weken bij Bureau Jeugdzorg een screeningsgesprek plaats. In overleg wordt gekeken wie bij dit gesprek aanwezig is, bijvoorbeeld de moeder, de verwijzer, een hulpverlener en/of een casemanager. Indien hulp aan het kind nodig is en ouders zijn het er niet mee eens dan kan de hulpverlener een melding doen bij Bureau Jeugdzorg. Zonodig volgt een raadsonderzoek.
3
Aan het screeningsoverleg nemen de Raad voor de Kinderbescherming, het Bureau Jeugdzorg en desgewenst de 2 SPD deel. Bureau Jeugdzorg beslist over het hulpaanbod of het hulptraject voor het kind. Het vervolg wordt uitgevoerd door één van deze drie instellingen. Deze instellingen kunnen daar weer andere instellingen bij betrekken.
4
Bij vermoedens van kindermishandeling kan door iedereen (ook grootouders, buren etc.) contact opgenomen worden met een vertrouwensarts of maatschappelijk werker van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Een hulpverlener kan een eenmalig advies vragen over kindermishandeling of een consult krijgen dat uit meerdere contacten bestaat. Indien een hulpverlener sterke aanwijzingen heeft dat er sprake is van kindermishandeling, kan dit bij het AMK worden gemeld. Het AMK stelt dan een onderzoek in. Afhankelijk van de bevindingen wordt getracht de hulpverlening aan kind en ouders op gang te brengen. Ook kan het AMK de Raad voor de Kinderbescherming inschakelen.
5
In geval van een levensbedreigende situatie voor het kind kan ook 24 uur per dag contact opgenomen worden met de Raad voor de Kinderbescherming.
2 De SPD kan deelnemen aan het screeningsoverleg indien de cliënt een handicap of functiebeperking heeft.
ROUTE VEILIGHUIS
9
Vaststellen crisissituatie door een hulpverlener Met behulp van onderstaande richtlijnen/aandachtspunten kan een hulpverlener vaststellen of er sprake is van een crisissituatie. Per punt kan de ernst en de prioriteit worden vastgesteld. Maak daarbij gebruik van de eigen deskundigheid, gebaseerd op een combinatie van opleiding en ervaring. Ook de intuïtie mag een rol spelen; deze is immers vaak gebaseerd op ervaring.
10
ROUTE VEILIGHUIS
• • • • • • • •
Leeftijd van de betrokken jeugdige. In het algemeen geldt: hoe jonger, hoe kwetsbaarder; Mate van gestoorde ontwikkeling; Verwachting ten aanzien van uit huisplaatsing; Aan-/afwezigheid van compenserende/stabiliserende omstandigheden en factoren; Kans dat cliënt afhaakt dan wel ontglipt bij niet direct handelen; Mate van verstoring van evenwicht in verhouding tussen draagkracht en draaglast; Is er sprake van of dreigt er een gezagsvacuüm?; Is er sprake van mishandeling, dreigt er mishandeling of een andere ernstig onveilige situatie voor de jeugdige.
Bron: Bureau Jeugdzorg Utrecht.
Kinderen met jeugdzorgproblematiek
aanmelding bij Bureau Jeugdzorg crisissituatie
geen crisissituatie
Bureau Jeugdzorg biedt onmiddellijk hulp
(vermoedens van) kindermishandeling? ROUTE VEILIGHUIS
nee
ja
Bureau Jeugdzorg
AMK consult
screeningsgsprek
consultatie
advies melding R.v.K. anders onderzoek
screeningsoverleg
Bureau Jeugdzorg, afdeling Vrijwillige Hulp
afsluiting
Raad voor de Kinderbescherming
levensbedreigend voor kind: Raad voor de Kinderbescherming
afsluiting
11
12
B
Route voor ouders Indien tijdens de hulpverlening aan een kind blijkt dat er in het gezin van het kind relationeel geweld gaande is, is het in het belang van het kind om de ouders te motiveren hulp te zoeken. Daartoe worden de volgende stappen doorlopen:
1 2
Er wordt gelegenheid gegeven aan de ouder(s) over de geweldservaring te praten. De hulpverlener onderzoekt hoe het met eventuele andere kinderen in het gezin gaat. Indien er aanleiding voor is worden de andere kinderen aangemeld voor een screening bij Bureau Jeugdzorg. Wanneer de ouder(s) aangeven dat zij hulpverlening wensen, worden ook zij geholpen of verwezen naar de voor hen dichtsbijzijnde vestiging van een geëigende instelling. Wanneer de ouder(s) aangeven geen hulpverlening te wensen, wordt het belang van hulpverlening aan de ouders voor het welzijn van het kind krachtig onder de aandacht gebracht. Hierover kan de hulpverlener desgewenst advies vragen bij de casemanager van Advies- en Meldpunt VeiligHuis (zie hoofdstuk 4 voor de taakomschrijving van deze casemanager). Indien het kind in een jeugdhulpverleningstraject zit en de situatie als zeer complex wordt ingeschat, wordt het gezin geïntroduceerd bij de casemanager van Advies- en Meldpunt een VeiligHuis. De casemanager maakt samen met de vrouw/het gezin een hulpverleningsplan. Indien voor het kind een kinderbeschermingsmaatregel, bijvoorbeeld onder toezicht stelling (OTS), van kracht is, ligt het casemanagement wettelijk bij Bureau Jeugdzorg, afdeling jeugdbescherming. Casemanagers kunnen te allen tijden informatie, advies of om een consult vragen bij het Advies- en Meldpunt VeiligHuis over de eigen aanpak en de hulpverleningsmogelijkheden voor zowel de dader als de partner van de dader.
ROUTE VEILIGHUIS
3 4
5
Ouders waarbij sprake is van relationeel geweld
ouder(s) gelegenheid geven over de geweldservaring te praten
andere kinderen?
nee
ja
indien aanleiding screening bij Bureau Jeugdzorg
hulpverlening voor ouders gewenst?
hulp aan dan wel doorverwijzing van ouders
nee
ja
jeugdbescherming, eventueel consult bij casemanager Avies- en Meldpunt VeiligHuis jeugdhulpverlening, introductie bij casemanager Avies- en Meldpunt VeiligHuis
ROUTE VEILIGHUIS
13
14
3
WERKORGANISATIE EEN VEILIGHUIS VOOR KINDEREN 2003 - 2006 Het VeiligHuis voor Kinderen wordt gedragen door de samenwerkingspartners. Zij zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de inhoud en de kwaliteit van het programma. Het Advies- en Meldpunt een VeiligHuis is verantwoordelijk voor de procesmatige voortgang van het zorgprogramma.
•
Programmacoördinator Binnen het Advies- en Meldpunt regelt de programmacoördinator de voorwaardenscheppende zaken voor het VeiligHuis voor Kinderen. Dit zijn: voortgangsbewaking; volgen en ondersteunen van de samenwerkende partners; signaleren van knelpunten en lacunes en het nemen van initiatieven voor verbetering; uitschrijven van minstens twee vergaderingen per jaar van de stuurgroep en minstens vier vergaderingen van het overleg van de aandachtsfunctionarissen; verzorgen van een inhoudelijk aanbod.
• • • •
Registratie/documentatiemedewerker Voor het opzetten en verzorgen van de registratie en documentatie van relationeel geweld is een registratie/documentatiemedewerker aangesteld met als taken: inventariseren en uitvoeren van de registratie van gezinsgeweld in Utrecht stad; updaten en onderhouden van de sociale kaart; actualiseren van de website; verzamelen van relevante documentatie over relationeel geweld.
• • • • • •
Casemanager/consulent relationeel geweld Naast de programmacoördinator fungeert de casemanager/consulent relationeel geweld. Zij: krijgt het casemanagement van gezinnen in zeer complexe situaties; onderhoudt de contacten met de hulpverleners in het programma; houdt in de gaten of verschillende hulpvormen goed op elkaar blijven afgestemd; heeft regelmatig contact met de programmacoördinator, zeker in het geval dat er problemen opdoemen; bevordert de deskundigheid over relationeel geweld bij hulpverleners; beantwoordt vragen over relationeel geweld van hulpverleners.
• • • •
WERKORGANISATIE
15
De samenwerkingspartners hebben afgesproken dat het Advies- en Meldpunt alleen het casemanagement op zich zal nemen van gezinnen in een zeer complexe situatie. In alle andere gevallen zullen instellingen zelf de verantwoordelijkheid voor het casemanagement op zich nemen. Binnen de jeugdbescherming ligt het casemanagement altijd bij Bureau Jeugdzorg.
16
Samenwerkingspartners De samenwerkingspartners hebben een adviserende, beleidsmatige en uitvoerende rol. Zij geven vorm aan hun verantwoordelijkheid doordat managers van de betrokken organisaties zitting nemen in een stuurgroep. Een kleine afvaardiging vormt de kerngroep. De kerngroep komt 2 maal per jaar bijeen vóór de stuurgroepvergadering. De taak van de kerngroep is beleidsmatige ondersteuning naar de programmacoördinatoren ter voorbereiding op de stuurgroep. De stuurgroep komt minstens twee keer per jaar bijeen. De taak van de stuurgroep is: het volgen, begeleiden en bewaken van het zorgprogramma op strategisch niveau. De programmacoördinator van Advies- en Meldpunt een VeiligHuis schrijft de vergaderingen uit.
WERKORGANISATIE
• • •
Aandachtsfunctionarissen Daarnaast stelt elke samenwerkingspartner binnen de eigen instelling een aandachtsfunctionaris VeiligHuis aan voor de periode 2003 - 2006. Deze aandachtsfunctionaris is verantwoordelijk voor het tactisch niveau en vormt het aanspreekpunt voor zowel de instellingen als het Advies- en Meldpunt een VeiligHuis. De taken van de aandachtsfunctionarissen zijn de volgende: signaleren van lacunes in het programma; zorgdragen voor de verfijning van het zorgprogramma; maken van nadere samenwerkingsafspraken. De programmacoördinator van het Advies- en Meldpunt draagt er zorg voor dat de aandachtsfunctionarissen minimaal vier maal per jaar bij elkaar komen. Organigram een VeiligHuis voor kinderen Bureau Vrouwenopvang Utrecht Advies- en Meldpunt een VeiligHuis Stuurgroep Programmacoördinator Aandachtsfunctionarissen
Casemanager/consulent Registratie/documentaire medewerker
4
WERKPLAN 2003 - 2006 Deze paragraaf is gewijd aan de verdere ontwikkeling van een VeiligHuis voor Kinderen in de periode 2003 - 2006. De samenwerkingspartners hebben zich gecommitteerd aan de uitvoering hiervan. De intentie van de samenwerkingspartners is het VeiligHuis werkenderwijs verder te ontwikkelen, op basis van de ervaringen die ermee worden opgedaan. De onderstaande initiatieven moeten daarom gezien worden als een voorlopige actielijst die aanvulling en verfijning behoeft.
4
4
WERKONTWIKKELING Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode
De Waag en AMK Betere koppeling tot stand brengen tussen daderhulpverlening en kindzorg Samenwerkingsprotocol Daders en kinderen 2003 - 2004
DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING Advies- en Meldpunt een VeiligHuis Wie Doel Het bevorderen van de deskundigheid over relationeel geweld. Middel Trainingen deskundigheidsbevordering Doelgroep(en) Verschillende beroepsgroepen in de eerste lijn. Tijdsperiode 2003 - 2006
Doelgroep(en) Tijdsperiode
Raad voor de Kinderbescherming Aandacht voor relationeel geweld in curriculum Hogeschool Utrecht. Ter sprake brengen in overkoepelend orgaan waarin de Raad zitting heeft met Hogeschool Utrecht. Studenten van de Hogeschool Utrecht. 2003 - 2006
Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode
Bureau Jeugdzorg Kennis over relationeel geweldsproblematiek vergroten. Deskundigheidsbevordering. Medewerkers van Bureau Jeugdzorg. 2003 - 2004
Wie Doel Middel
WERKPLAN
17
4
18
AANBOD Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode Wie Doel
WERKPLAN
Middel Doelgroep Tijdsperiode Wie Doel Middel Doelgroep(en)
Advies- en Meldpunt een VeiligHuis In beeld krijgen op welke wijze schoolmaatschappelijk werkers informatie dan wel deskundigheidsbevordering willen rondom relationeel geweld. Inventarisatie. Schoolmaatschappelijk werkers. 2003 - 2004 Advies- en Meldpunt een VeiligHuis Het betrekken van alle organisaties die een aanbod hebben rondom de problematiek geweld binnen relaties bij het Zorgprogramma een VeiligHuis. Pro-actieve benadering. Instellingen in de regio Utrecht.
Middel Doelgroep
Vrouwenopvang Utrecht, Cumulus en Altrecht Het verwerken van ervaringen met relationeel geweld, verminderen van de gevolgen van relationeel geweld en het zichzelf leren beschermen. Let op de Kleintjes: groepshulpverlening. Kinderen van 7 - 12 jaar die getuige zijn geweest van relationeel geweld.
SOCIALE KAART Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode
Advies- en Meldpunt een VeiligHuis Het vergroten van de bekendheid over het integrale aanbod rond geweldsproblematiek. Regelmatig aanpassen van de sociale kaart. Hulpverleners en hulpvragers. 2003 - 2006
Wie Doel
4
De Waag Preventieve interventie voor kinderen in een gezin. Ontwikkelen van een derde fase in de behandeling van daders. Kinderen van plegers van relationeel geweld. 2003 - 2004
4
REGISTRATIE Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode
4
Politie regio Utrecht Eenduidiger maken van de registratie van relationeel geweld. Handmatige registratie gedurende vier maanden. Politieorganisatie. 2003 Raad voor de Kinderbescherming In kaart brengen met hoe vaak relationeel geweld een rol speelt bij cliënten van de Raad. Handmatige registratie gedurende driekwart jaar. Raad voor de Kinderbescherming. 2003
PROTOCOLLEN/REGELINGEN Bureau Jeugdzorg Wie Doel Onderzoeken of er in de screening vragen opgenomen dienen te worden over relationeel geweld. Middel Eventueel aanpassen screeningsformulier. Doelgroep(en) Jeugdhulpverleners. Tijdsperiode 2003 - 2004
WERKPLAN
19
Utrecht, januari 2004 De volgende organisaties verbinden zich aan het verder ontwikkelen en verfijnen van het VeiligHuis voor Kinderen. Namens:
20
WERKPLAN
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, Mw. B.J.M. Hillebrandt, Hoofd AMK Utrecht. Altrecht Geestelijke Gezondheidszorg, Mw. Drs. J. Snijders, Hoofd psychiatrie psychotherapie, divisie stad Utrecht. Bureau Jeugdzorg, Mw. D. Baerends MPM, Algemeen directeur. Cumulus, Mw. Drs. H.H.M. Reijnen, Manager Advies en Hulpverlening. Orthopedagogisch Centrum Utrechtse Jeugdhuizen Leger des Heils, Dhr. H.G.A. Lokhorst, Directeur. Politie regio Utrecht, Mw. Drs. G.E. Acton, Districtschef District Eemland Noord.
Raad voor de Kinderbescherming, vestiging Utrecht, Dhr. J. Straatman, Vestigingsmanager. Sociaal Pedagogische Dienst Utrecht/MEE Utrecht Dhr. J.M. de Dreu, Directeur. Vrouwenopvang Utrecht, Mw .W.J. Speijkers, Directeur (a.i.). De Waag, Dhr. drs. J.R. Mulder, Algemeen directeur.
LITERATUUR Hermanns, Jo, ‘Verandert de jeugdzorg wel onderbouwing van het advies Günther.’ In: Nederlands Tijdschrift voor Jeugdzorg, nummer 3, 2000. LITERATUUR
Ministerie van Justitie, Huiselijk geweld; aard, omvang en hulpverlening. Den Haag, Ministerie van Justitie, 1997. ISBN 90-5319-851-1. Ministerie van Justitie, Verslag expertmeeting ‘Kinderen als getuigen van huiselijk geweld’. Park Plaza Hotel, Utrecht, 5 november 2001. NIZW/VWS, Zorgprogrammering in de praktijk van de jeugdzorg. Utrecht, NIZW, 1999. Redmond, Roline, Doorvragen en doorleren een verkennend onderzoek naar de zorgbehoefte en hulpverlening aan zwarte en migrantenvrouwen met geweldservaringen binnen relaties in Utrecht. Utrecht,Vrouwenopvang Utrecht, 1999. ISBN 90-803922-2-7 Römkes, R.G. Gewoon Geweld? Omvang, aard, gevolgen en achtergronden van geweld tegen vrouwen in heteroseksuele relaties. Amsterdam, Swets & Zeitlinger, 1992. ISBN 90-265-1281-3 Baeten, P en Geurts E. ‘In de schaduw van het geweld - kinderen die getuigen zijn van geweld tussen hun ouders. Utrecht,NIZW 2003. ISBN 90-5050-9363
21
22
BIJLAGE 1 MODULES VAN VEILIGHUIS VOOR 4
KINDEREN
ADVIES- EN MELDPUNT KINDERMISHANDELING (AMK) VISIE
Het AMK maakt deel uit van het Bureau Jeugdzorg Utrecht, en onderschrijft de visie van dit Bureau. BIJLAGE I DOEL
Het AMK houdt zich bezig met onderzoeken van meldingen van kindermishandeling met als doel een traject in gang te zetten dat de meeste kans biedt op het stoppen van de mishandeling. Iedereen kan (een vermoeden van) kindermishandeling melden. Naast een al dan niet anonieme melding bestaat de mogelijkheid om (anoniem) advies en consult te vragen. ACTIVITEITEN
•
Advies geven Het in een eenmalig gesprek verstrekken van een handelingsadvies aan degene die met het AMK contact opneemt, waarbij de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het handelingsadvies in handen van de adviesvrager blijft.
•
Consult geven Het verstrekken van een handelingsadvies aan degene die met het AMK contact opneemt en het ondersteunen van de consultvrager bij de uitvoering van dit advies in meer dan een gesprek. De consultvrager is verantwoordelijk voor de uitvoering van het handelingsadvies. Het AMK is verantwoordelijk voor de inhoud van het advies en de ondersteuning van de consultvrager.
•
In ontvangst nemen van meldingen Ieder contact tussen een melder en het AMK waarin de melder een situatie van (vermoedelijke) mishandeling met het AMK bespreekt en waarbij het AMK de verantwoordelijkheid voor de aanpak daarvan geheel of gedeeltelijk overneemt van degene die meldt.
•
Onderzoeken en beoordelen Het met betrekking tot de vermoedelijke kindermishandeling en met betrekking tot kind-, gezins- en omgevingsfactoren op systematische wijze verzamelen van gegevens, alsmede het op grond van de gegevens opbouwen van een beeld waarin de (vermoedens van) kindermishandeling, de onderliggende problematiek en daarmee samenhangende factoren, de bereidheid bij gezinsleden om medewerking te verlenen aan een plan van
23
aanpak en aangrijpingspunten voor een mogelijke oplossing, in een zinvol onderling verband zijn gebracht.Tevens wordt onder deze functie verstaan de inzet van het AMK om van ouders/verzorgers en of gemelde kinderen zo nodig en zo mogelijk te motiveren tot het aanvaarden van passende hulp c.q. het verlenen van medewerking aan een plan van aanpak.
24
•
Verwijzen en overdragen De overdracht van alle noodzakelijke en relevante gegevens over het kind en gezin, inclusief de eigen oordeelsvorming, aan andere voorzieningen.
•
Coördineren van het op gang brengen van hulp De organisatorische coördinatie van het opstarten van de bemoeienis van verschillende instellingen en personen met kind en/of gezin en, indien nodig, het stimuleren van overleg tussen de betrokken instellingen en personen.
•
Feedback aan melder Het informeren van de melder over de bemoeienis van het AMK met het gemelde gezin.
•
PR Activiteiten In het kader van ondersteuning aan beroepskrachten worden cursussen en voorlichtingsbijeenkomsten gegeven.
BIJLAGE 1
VOOR WIE?
Het AMK werkt voor alle inwoners, hulpverleners en kinderen/jongeren in de provincie Utrecht. LOCATIE
Het AMK is gevestigd in het regiokantoor Stad van Bureau Jeugdzorg in de stad Utrecht. De gesprekken vinden op kantoor of bij de gezinnen thuis plaats. FREQUENTIE EN DUUR
Een onderzoek moet binnen zes maanden zijn afgerond, slechts met toestemming van de praktijkbegeleider kan de termijn van zes maanden worden overschreden. De duur van de adviezen en consulten is afhankelijk van de hulpvraag. DISCIPLINES
De maatschappelijk werkers en/of artsen voeren het onderzoek uit. Zij worden ondersteund door een gedragswetenschapper.
CONTRA-INDICATIES
Geen KOSTEN VOOR DE CLIËNT
Het AMK wordt volledig gefinancierd door de provincie. Er zijn voor aanmelders geen kosten aan verbonden. 4
ALTRECHT, AFDELING JEUGD De afdeling Jeugd biedt hulp aan jeugdigen van 0 tot 18 jaar met psychiatrische en/of ernstige psychische problemen. De hulp aan kinderen gaat altijd samen met hulp aan ouders. Alleen jongeren vanaf 16 jaar krijgen soms alleen, zonder de ouders hulp. Met ouders bedoelen wij ook de opvoeder(s)/verzorger(s) van het kind. In het zorgprogramma trauma is er een specifiek diagnostisch en behandel aanbod voor kinderen en jeugdigen met GGZ-problematiek ten gevolge van getuige zijn van fysiek en/of verbaal geweld of zelf slachtoffer zijn van dit geweld. VISIE
De afdeling Jeugd behandelt psychiatrische en psychische problematiek, waarbij biologische, psychologische en sociaal-maatschappelijke aspecten betrokken worden. Het gaat om ambulante multidisciplinaire diagnostiek en behandeling, waarbij (sociaal) psychiatrische en (psycho)therapeutische behandelingen de centrale rol spelen. De afdeling Jeugd wil de vraaggerichtheid en de samenhang in de zorgketen verder vorm geven door te gaan (samen)werken in regionale zorgprogramma’s ACTIVITEITEN
•
Zorg De afdeling Jeugd biedt hulp in de vorm van ambulante diagnostiek en behandeling. Diagnostiek brengt de aard en ernst van de problemen in beeld. Behandeling kan gericht zijn op verandering en/of op begeleiding c.q. ondersteuning. Behandeling wordt individueel, (gezins)systemisch dan wel groepsgewijs aangeboden.
•
Dienstverlening Dienstverlening en kennisoverdracht aan intermediairen en hulpverleners in de eerste lijn. Het doel is hen te ondersteunen, vanuit onze expertise over de Jeugd GGZ, in de uitoefening van hun werk ten behoeve van specifieke risicogroepen of maatschappelijk kwetsbare groepen. Deze activiteiten worden aangeboden in de vorm van consultatie, voorlichting en advisering.
BIJLAGE I
25
LOCATIE
• •
gesprekken vinden plaats op de Nieuwe Houtenseweg 2, te Utrecht. op indicatie in de thuissituatie of op school. FREQUENTIE EN DUUR.
26
In principe vinden gesprekken één keer per week tot één keer per acht weken plaats, afhankelijk van de problematiek. De duur van de behandeling is afhankelijk van veel factoren. In de meeste gevallen duurt een behandeling tussen de drie maanden en een jaar. Ook een kort durende behandeling van vijf gesprekken is mogelijk.
BIJLAGE 1
KOSTEN
In principe hoeft voor de hulp niet te worden betaald. Via de AWBZ is iedereen die in Nederland woont verzekerd tegen de kosten van de hulp die de afdeling Jeugd biedt.Alleen voor psychotherapie wordt een eigen bijdrage gevraagd van cliënten van 18 jaar en ouder. CAPACITEIT/WACHTTIJD
Acute psychiatrische problematiek wordt met voorrang in zorg genomen. Hiervoor zijn afspraken gemaakt met de crisisdienst van Altrecht. In de regio zijn dit de regionale psychiatrische centra en in de stad Utrecht is dit de afdeling acute psychiatrie van de divisie stad Utrecht van Altrecht. Er is een wachttijd voor start diagnostiek van één à 2 maanden.Voor de start van de behandeling is er een wisselende wachttijd, afhankelijk van de geïndiceerde behandeling. DISCIPLINES.
Op de afdeling Jeugd zijn de volgende disciplines werkzaam, sociaal psychiatrisch verpleegkundige, creatief therapeut, maatschappelijk werkende, systeemtherapeut, psycholoog, pedagoog, gezondheidszorg psycholoog, psychotherapeut, kinder- en jeugdpsychiater, kinderarts. CONTRA-INDICATIES
• • •
Verslaafden aan alcohol of harddrugs worden verwezen naar Centrum Maliebaan. Verstandelijk gehandicapten worden verwezen naar Veldheim en de SPD. Als klinische behandeling noodzakelijk is.
4
ALTRECHT, AFDELING PREVENTIE Altrecht Preventie richt zich op het voorkomen van ernstige psychische problemen en het bevorderen van psychisch welbevinden in de regio Utrecht. Wij bieden activiteiten voor mensen met psychische klachten en hun direct betrokkenen. Het aanbod gaat uit van de motivatie van de deelnemer.Voor deelname aan de activiteiten is geen verwijsbrief nodig. Altrecht Preventie richt zich op ouderen, volwassenen en jeugd. ALTRECHT PREVENTIE JEUGD
Altrecht Preventie Jeugd is opgedeeld in vier programma’s. Deze programma’s hebben activiteiten voor verschillende doelgroepen, van trainingen voor kinderen, jongeren of ouders tot deskundigheidsbevordering en consultatiemogelijkheden voor hulpverleners en verwijzers. In totaal zijn er ongeveer 15 trainingen. Een overzicht hiervan is aan te vragen bij het secretariaat (030 - 699 91 50). •
Kinderen met Gedragsproblemen Dit programma bestaat uit verschillende activiteiten voor kinderen tot 12 jaar met druk, opstandig of angstig / teruggetrokken gedrag en hun ouders. Doel is dat deze kinderen en de mensen in hun omgeving zo goed mogelijk leren omgaan met de gedragsproblemen om zodoende een zo gezond mogelijke sociaal-emotionele ontwikkeling bij deze kinderen te bewerkstelligen. Binnen dit programma zal de komende tijd meer aandacht komen voor emotionele verwaarlozing en mishandeling van kinderen. Coördinator: Theo Mathot
•
Kinderen van ouders met psychische- en / of verslavingsproblemen (KOPP) Dit programma bestaat uit verschillende activiteiten voor kinderen (0 - 23 jaar) en hun ouders van wie één van beide ouders opgenomen is geweest of bij wie een psychiatrisch ziektebeeld is geconstateerd. Deze kinderen groeien doorgaans op onder moeilijke omstandigheden. Ruim éénderde van deze kinderen ontwikkelt ernstige en langdurige problemen. De KOPP-activiteiten zijn gericht op het bevorderen van de psycho-sociale ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 0 tot 23 jaar. Coördinator: Allal Sallou
•
Allochtone Jeugd en Jongeren Een groot deel van de allochtone jeugd in Utrecht en de omringende plaatsen groeit op zonder problemen. Er is echter ook een groep jongeren die opgroeit in moeilijke omstandigheden, zij worden op jonge leeftijd geconfronteerd met psychosociale problemen. Deze zijn vaak complex en ernstig. Het programma allochtone jeugd en jongeren bestaat uit verschillende interventies voor de ouders met kinderen in de puberleeftijd
BIJLAGE I
27
(opvoedingsondersteuning voor - en sociale activering van de ouders). Samen met het Trimbos is een pilot empowerment-training gestart. Het programma richt zich op het bevorderen van een goed psychisch welzijn van de allochtone jeugdigen. Coördinator: Hamid Ouali •
28
BIJLAGE 1
Jongeren met ernstig psychische problemen (JEPP / 12 tot 18 jarigen) Het programma JEPP is gericht op het voorkómen van ernstig psychische problemen bij jongeren van 12 tot 18 jaar. Anno 2003 omvat JEPP een preventief aanbod rondom eetstoornissen en depressie, vooral uitgevoerd op scholen. Coördinator: Aukjen Niewijk
4
BUREAU JEUGDZORG UTRECHT VISIE
Uitgangspunt bij het hulpaanbod van Bureau Jeugdzorg, afdeling jeugdhulpverlening (vrijwillige hulp), zijn de missie en visie van de instelling. Daarin staat onder meer vermeld dat het Verdrag inzake de Rechten van het Kind het uitgangspunt is voor ons handelen. Kinderen hebben recht op ‘een veilig huis’. Relationeel geweld vormt een bedreiging voor de veiligheid, continuïteit en stabiliteit bij het opgroeien van een kind. Wij onderschrijven de definitie van kindermishandeling zoals die in het kindspoor veilig huis gehanteerd wordt. DOEL
Secundaire en tertiaire preventie (door middel van hulpverlening aan kind én opvoeders) van problemen die zijn ontstaan bij kinderen ten gevolge van het opgroeien in een situatie van relationeel geweld. ACTIVITEITEN
Hoofdactiviteit van de jeugdzorg in het algemeen is het bieden van hulp en ondersteuning bij het opgroeien en opvoeden van kinderen. Sinds de oprichting van het Bureau Jeugdzorg in de provincie Utrecht (op 1-1-1998) vormt het Bureau in de provincie Utrecht de toegang tot de jeugdzorg. Dat betekent onder meer dat het Bureau de toegang en doorgeleiding naar de Raad voor de Kinderbescherming en de Jeugd-GGZ verzorgt; behoudens uitzonderingen moeten cliënten die doorgeleid worden naar deze instellingen, aangemeld en gescreend worden door Bureau Jeugdzorg.
• •
•
•
•
Screenen van de psychosociale situatie van het kind en de directe omgeving waarin het kind opgroeit en de wijze waarop het kind opgevoed wordt. Op basis van deze screening3 een besluit nemen over het hulpaanbod voor kind en opvoeder(s), waarbij ook afgewogen wordt of er bij de Raad voor de Kinderbescherming gemeld moet worden, of dat er een GGZ aanbod4 moet komen. Indien gekozen wordt voor een (vrijwillig) hulpaanbod binnen de jeugdzorg, zal afgewogen worden of er een ‘licht’ (vrij toegankelijk) dan wel ‘zwaar’ (alleen toegankelijk op indicatie) hulptraject aangeboden moet worden. Indien gekozen wordt voor een vrij toegankelijk hulpaanbod: het uitvoeren van een passend hulptraject. Er zijn gemiddeld 5 ambulante gesprekken met de cliënt c.q. het cliëntsysteem, op basis van een met de cliënt overeengekomen hulpverleningsplan. Er kan ook sprake zijn van een groepshulpaanbod, bijvoorbeeld sociale vaardigheidstraining. Bij het aanbieden van licht ambulante, vrij toegankelijke hulp, zal Bureau Jeugdzorg eerst toetsen of deze hulp wellicht in het lokale veld beschikbaar is, omdat wij deze vormen van hulp alleen mogen bieden als het aanvullend is op het lokale aanbod. Indien gekozen wordt voor hulp op indicatie: het toeleiden naar de hulp op indicatie door middel van het (doen) uitvoeren van de functies diagnostiek en indicatiestelling, het als casemanager begeleiden en ondersteunen van de cliënt bij het toeleiden naar een (uithuis)plaatsing, maar ook het bewaken van de uitvoering van de hulp op indicatie.Tevens het evalueren van de geboden hulp en het stellen van een eventuele herindicatie. VOOR WIE?
De hulp van Bureau Jeugdzorg Utrecht is primair gericht op elke inwoner van de provincie Utrecht tot 18 jaar. Tevens is onze hulp gericht op ouder(s)/opvoeder(s) van kinderen en jongeren tot 18 jaar. LOCATIE
Bureau Jeugdzorg Utrecht is gevestigd op vijf locaties in de provincie Utrecht (zie bijlage II). Daarnaast wordt op enkele andere locaties nauw samengewerkt met gemeentelijke organisaties - met name het AMW - om aanmelding bij de jeugdzorg lokaal mogelijk te maken. Gesprekken met de cliënt vinden in principe op onze locaties plaats; er kan indien daar een aanleiding voor is, ook op een andere locatie, of bij de cliënt thuis een gesprek plaatsvinden. FREQUENTIE EN DUUR
Varieert sterk en is afhankelijk van de intensiteit van het hulptraject dat wordt uitgevoerd. DISCIPLINES
De hulptrajecten van Bureau Jeugdzorg worden uitgevoerd door jeugdhulpverleners. Dit zijn maatschappelijk werkers, die intern door middel van een uitgebreide functiescholing toegerust zijn voor de specifieke werkzaamheden van een jeugdhulpverlener bij Bureau Jeugdzorg.
3 Onder de nieuwe Wet op de jeugdzorg zal dit besluit niet meer in de screeningsfase genomen worden, maar als indicatiebesluit gaan gelden. 4 Onder de nieuwe Wet op de jeugdzorg zal ook de GGZ hulp bestempeld worden als ‘hulp op indicatie’.
BIJLAGE I
29
Bij de afdeling jeugdbescherming werken maatschappelijk werkers in de functie van jeugdbeschermer/(gezins)voogd. Gedragswetenschappers, vooral psychologen en pedagogen, worden ingezet ten behoeve van ondersteuning op het niveau van de casus. VOORTGANGSBEWAKING
30
BIJLAGE 1
• • • •
Intervisie/teambespreking (casuïstiek); Werkbegeleiding (casuïstiek) door gedragswetenschappelijke staf; Coaching op het functioneren in het algemeen (unitleider); Registratie van alle cliëntgegevens ten behoeve van het cliëntvolgsysteem. CONTRA-INDICATIES
• • •
Voor de ambulante vormen van hulp van Bureau Jeugdzorg gelden als contra indicaties: psychiatrische problematiek5; verstandelijke handicap6; (nadrukkelijk aanwezige) verslavingsproblematiek7. KOSTEN
Jeugdzorg wordt volledig gefinancierd door de provinciale en landelijke overheid.Voor de cliënt is de hulp in het algemeen gratis; bij groepshulpverlening wordt soms een beperkte eigen bijdrage gevraagd. 4
CUMULUS ALGEMEEN MAATSCHAPPELIJK WERK,AFDELING ADVIES & HULPVERLENING VISIE
Cumulus is een professionele welzijnsonderneming, actief in de Utrechtse wijken Binnenstad, Noordoost,Oost en Overvecht. In deze wijken bouwt Cumulus samen met anderen aan een duurzame samenleving die kansen en mogelijkheden biedt voor iedereen. Wij bieden een samenhangend pakket aan diensten en activiteiten voor jong en oud op het gebied van hulpverlening, kinderopvang, speeltuinen, vrije tijd, activering en buurtopbouw. Met ons aanbod spelen wij in op de veranderende vraag uit de wijk. Wij houden rekening met wensen en behoeften van individuele bewoners en erkennen de diversiteit van de samenleving. Cumulus stimuleert mensen hun mogelijkheden te benutten en ondersteunt waar nodig.
5 Cliënten met deze problematiek worden immers geïndiceerd voor Jeugd-GGZ hulp. 6 Als de nieuwe Wet op de Jeugdzorg in werking treedt, wordt deze hulp mogelijk wel toegankelijk voor de LVG sector (licht verstandelijk gehandicapten). 7 Als verslavingsproblematiek bij de jongere en/of de ouders de mogelijkheden om effectief hulp te bieden in behoorlijke mate belemmert, is dit een contra indicatie.
DOEL
•
Algemeen Het doel van de hulp is ‘de persoon tot zijn recht te laten komen’.
•
Specifiek voor kinderen/jongeren/gezin Het bieden van een hulpaanbod dat tegemoet komt aan de problemen die de opvoeder(s) van het kind en zo nodig de verwijzer hebben gesignaleerd en de factoren die hierbij een rol spelen. Dit hulpaanbod kan bestaan uit bijvoorbeeld het geven van informatie, adviesgesprekken, begeleiding aan ouder en/of kind, verwijzing naar andere instanties. ACTIVITEITEN
•
Algemeen Bij het Algemeen Maatschappelijk Werk komen mensen terecht die om allerlei redenen buiten de boot vallen, disfunctioneren, angstig en ongelukkig zijn, of geen raad weten met bepaalde omstandigheden van zichzelf, of in relatie tot anderen. Veel cliënten zijn de koers in hun leven tijdelijk kwijt en zoeken ondersteuning bij het maatschappelijk werk om hun leven weer op de rails te zetten.Veel voorkomende klachten van cliënten van het maatschappelijk werk zijn: depressiviteit, angstgevoelens, overspannenheid, burn-outverschijnselen, psychosomatische verschijnselen en verslavingsproblematiek. De grootste groep hulpvragers wordt gevormd door vrouwen, etnische minderheden, laaggeschoolde mensen en eenoudergezinnen.
•
Kinderen/jongeren/gezin Als het gaat om problemen met jongeren en hun gezin wordt er door het Algemeen Maatschappelijk Werk samengewerkt met o.a. de buurtnetwerken 0 - 12 en 12+. Hierin zijn vertegenwoordigd: het onderwijs (scholen, Leerplicht en Stade PPI), politie, jeugdhulpverlening en de jeugdgezondheidszorg). Omdat het Algemeen Maatschappelijk Werk deel uitmaakt van de welzijnsorganisatie Cumulus, bestaan er intensieve contacten met buurtcentra, kinderopvang en wijkrechtswinkels. Ook voor de praktische kanten van problemen kan dus snel een oplossing worden gevonden.
•
Utrecht Overvecht Het team Jeugd en Gezin kent de onderdelen: Jeugdhulpverlening; Spreekuur voor Opvoedingsvragen; Schoolgericht maatschappelijk werk; Marokkaanse Oudercoach.
-
BIJLAGE I
31
Het team richt zich op kinderen, jongeren en hun ouders. Ook is het maatschappelijk werk in Overvecht betrokken bij het project Jongeren Op Straat (JOS). Het doel van JOS is het oplossen van straatoverlast door jongeren. Het team Jeugd en gezin biedt onder meer ondersteuning en begeleiding wanneer kinderen getuige zijn geweest van agressie, of gaat op zoek gaat naar een passend aanbod elders.
32
•
Utrecht Noordoost en binnenstad Leeuwzicht van Cumulus kent het Spreekuur voor Opvoedingsvragen. Voor Utrecht Noordoost is er een jongeren hulpverlener die werkt met jongeren van 12-18 jaar.
•
Utrecht Oost Het Algemeen Maatschappelijk Werk heeft schoolgericht maatschappelijk werk.
BIJLAGE 1
VOOR WIE?
Het Algemeen Maatschappelijk Werk van Cumulus richt zich op kinderen, jeugd en volwassenen uit Overvecht, Noordoost en binnenstad. LOCATIES
•
Overvecht Het Algemeen Maatschappelijk Werk en Jeugdhulpverlening Gezondheidscentrum Overvecht , Amazonedreef 45g, 3563 CA Utrecht, tel: 030-2612243 Spreekuur voor Opvoedingsvragen Amazonedreef 43 tel: 030-2618253 Buurthuiscentrum Einstein (Algemeen Maatschappelijk Werk) , Stroyenborchdreef 12, 3562 GN Utrecht, tel: 030-2634099
•
Utrecht Noordoost/Binnenstad Het Algemeen Maatschappelijk Werk en Spreekuur voor Opvoedingvragen Leeuwzicht Samuel van Houtenstraat 2 3515 EA Utrecht tel: 030-2714812 Hier hebben we onze vaste bureauplekken en zal het merendeel van de hulpverleningscontacten plaatsvinden. BIJLAGE I
Centrum voor Maatschappelijke Dienstverlening (CMD) Nieuwe Koekoekstraat 85 3514 EC Utrecht tel: 030-2714812 Deze locatie is open van maandag t/m donderdag. Er is hier op die dagen tenminste één maatschappelijk werker aanwezig. Het CMD zal in hoofdzaak een aanmeldingslokatie zijn. Dit adres blijft tevens ons postadres. FREQUENTIE EN DUUR
Algemeen Maatschappelijk Werk Zes tot twaalf gesprekken van een uur eens in de twee weken, of naar gelang behoefte. Eventueel kunnen er meer gesprekken plaatsvinden. Spreekuur voor opvoedingsvragen: maximaal 6 gesprekken. DISCIPLINES
De hulpverlening wordt uitgevoerd door maatschappelijk werkers en een pedagoog. VOORTGANGSBEWAKING
• • • •
Intervisie; Cliëntbespreking; Werkbegeleiding; Registratiesysteem Regi-Pro.
33
BEGRENZING EN CONTRA-INDICATIES
•
Het Algemeen Maatschappelijk Werk behandelt psychosociale en materiële problematiek bij afwezigheid van dominante pathologische en/of psychiatrische verschijnselen, uitingsvormen, oorzaken. Indien bij een intake reeds vanaf begin af aan duidelijk is dat verslaving het hoofdprobleem is van de cliënt dan vormt dit een contra-indicatie en wordt er verwezen naar het CAD. Als verslavingsproblematiek - als nevenproblematiek- zich in een later stadium van het hulpverleningsproces manifesteert zal het Algemeen Maatschappelijk Werk de hulpverlening voortzetten in samenwerking met andere relevante organisaties. Verstandelijk gehandicapten worden verwezen naar de SPD/MEE.
4
ORTHOPEDAGOGISCH CENTRUM NIEUW MALIESTEYN8
• •
34
BIJLAGE 1
VISIE
Ouders hebben vanuit hun verbondenheid met hun kinderen de behoefte deze op te voeden tot zelfstandige en evenwichtige volwassenen. Vanuit respect voor deze verbondenheid willen wij hen daarbij hulp bieden. Indien een uithuisplaatsing door Bureau Jeugdzorg geïndiceerd is, is er sprake van een dusdanig problematische opvoedingssituatie dat de lichamelijke, sociale en emotionele ontwikkeling van een kind in gevaar komt. Het gezinssysteem wordt zoveel mogelijk bij de hulpverlening aan het kind betrokken. Nieuw Maliesteyn is onderdeel van de Utrechtse Jeugdhuizen van het Leger des Heils en werkt vanuit een christelijke levensovertuiging. DOEL
De crisissituatie van een kind tijdelijk verminderen. Het kind krijgt rust. Het kind en zijn/haar ouders krijgen meer helderheid over het opvoedingsperspectief. ACTIVITEITEN
• -
kortdurende opvang: maximaal 3 maanden het bieden van tijdelijk onderdak met dagelijkse verzorging: bed, bad, brood; het laten plaatsvinden van algemeen lichamelijk onderzoek; het bieden van een vervangend opvoedingsmilieu; het bieden van een dagbesteding, bijvoorbeeld school.
8 Orthopedagogisch Centrum Nieuw Maliesteyn is één van de instellingen voor jeugdzorg waarvoor Bureau Jeugdzorg indiceert. Hulpverleners kunnen dus niet rechtstreeks naar Orthopedagogisch Centrum Nieuw Maliesteyn verwijzen. Ouders kunnen niet rechtstreeks voor hulp aankloppen. Het aanbod van het Centrum is opgenomen, omdat het Centrum betrokken is geweest bij de totstandkoming van het zorgprogramma voor kinderen die getuige zijn van relationeel geweld. Dit sluit dus niet uit dat andere instellingen een passend hulpaanbod voor deze doelgroep kunnen hebben.
• -
opvang die uitmondt in observatie en diagnostiek: 6 maanden observatie in de leefgroep; psychologisch en/of kinderpsychiatrisch onderzoek; spelobservatie; gezinsonderzoek en/of anamnese; eventueel medische aanpak van gedrag en gevoelens; met een kind werken in zijn/haar levensboek; het uitbrengen van een advies over een toekomstperspectief van een kind aan ouder(s) en Bureau Jeugdzorg. VOOR WIE
Onder andere voor jonge kinderen tussen de 2 en 9 jaar die als getuige of als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld. LOCATIE
Orthopedagogisch Centrum Nieuw Maliesteyn Tholen 25 3524 ZN Utrecht T 030 - 287.4041 DUUR
• • •
opvang: maximaal 3 maanden; observatie en diagnostiek: 6 maanden; wanneer uit observatie en diagnostiek blijkt dat residentiële behandeling nodig is dan kan die worden geboden in een vervolgtraject van gemiddeld 1,6 jaar. DISCIPLINES
Groepsopvoeders, orthopedagogen, maatschappelijk werker, kinderpsychiater, muziek- en speltherapeuten en psychotherapeut. VOORTGANGSBEWAKING
• • •
groepsgerichte werkbegeleiding; video-interactiebegeleiding in de leefgroepen; driemaandelijkse evaluatie met Bureau Jeugdzorg.
BIJLAGE I
35
CONTRA-INDICATIE
• • • •
kinderpsychiatrische problematiek; beneden gemiddelde begaafdheid; leeftijd beneden de 2 jaar en boven de 9 jaar; geen school. KOSTEN
36
BIJLAGE 1
Nieuw Maliesteyn wordt volledig gefinancierd door de provincie Utrecht. Behalve de voor ouders door de overheid verplichte inkomensafhankelijke ouderbijdrage aan het ministerie van VWS zijn er aan een plaatsing van een kind geen kosten verbonden.
Hulpaanbod Orthopedagogisch Centrum Nieuw Maliesteyn
crisissituatie
geen crisissituatie
aangemeld door BJZ, RvdK
indicatie gesteld door BJZ
na telefonische screening besluit opname binnen 24 uur
ZTO-toewijzing/indicatie intake + opname
4
RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING,VESTIGING UTRECHT VISIE
De Raad komt op voor de rechten van het kind van wie de ontwikkeling en opvoeding worden bedreigd. De Raad schept voorwaarden om die bedreiging op te heffen. De Raad doet dit als overheidsorganisatie pas als andere pogingen niet zijn geslaagd. De Raad werkt hierin nauw samen met andere instanties. DOEL
Het opheffen van de bedreiging van de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. ACTIVITEITEN
•
•
De activiteiten van de Raad bestaan uit het doen van onderzoek, het adviseren in juridische procedures en het voorstellen van maatregelen of sancties. Deze activiteiten worden ontplooid in het kader van de volgende kerntaken van de Raad: Beschermingszaken Iedereen die zich zorgen maakt over een kind kan terecht bij het Bureau Jeugdzorg Utrecht of als er sprake is van vermoedens van kindermishandeling bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Medewerkers van deze instanties bekijken wat er moet gebeuren. Als zij het nodig vinden kunnen ze de zaak overdragen aan de Raad (verzoek om onderzoek). Dat doen ze wanneer een kind ernstig wordt bedreigd in zijn ontwikkeling en wanneer het nodig lijkt dat hulp verplicht wordt gesteld. Als er sprake is van een ernstige en acute situatie kan er rechtstreeks bij de Raad worden gemeld. Als er een verzoek om onderzoek binnenkomt bij de Raad doet de Raad in principe onderzoek naar de omstandigheden waarin het kind zich bevindt. Als uit dit onderzoek blijkt dat de problemen niet (meer) met vrijwillige hulp kunnen worden opgelost of als het gezin deze hulp niet wil aanvaarden, dan kan de Raad aan de rechter vragen om de hulpverlening verplicht te stellen. De rechter kan dan een maatregel van kinderbescherming opleggen, waarmee het gezag van de ouder(s) geheel of gedeeltelijk wordt beperkt. Scheidings- en omgangszaken Bij (echt)scheiding kan de Raad op verzoek van de rechter adviseren over ouderlijk gezag en de omgangsregeling van de kinderen na scheiding. Eerst wordt geprobeerd om met de ouders tot een oplossing te komen door gebruik te maken van bemiddeling. Soms is het daarna nodig om een onderzoek te doen naar de gezinssituatie. Dit onderzoek leidt tot een advies aan de rechtbank. VOOR WIE?
Het aanbod is bedoeld voor kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot 18 jaar.
BIJLAGE I
37
LOCATIE
Het kantoor van de Raad voor de Kinderbescherming is gevestigd aan de Arthur van Schendelstraat 550 in Utrecht. Gesprekken vinden in principe plaats op deze locatie. Er kan indien daar een aanleiding voor is, ook op een andere locatie of bij de cliënt thuis een gesprek plaatsvinden. FREQUENTIE EN DUUR
38
Het onderzoek bestaat uit een of meerdere gesprekken met de betrokkenen. In deze gesprekken probeert de raadsonderzoeker een zo goed mogelijk beeld van de situatie te krijgen. Soms zal de raadsonderzoeker andere mensen bij het onderzoek betrekken door informatie bij hen op te vragen, zoals een onderwijzer, huisarts of andere hulpverlener. Ook kan een andere deskundige worden ingeschakeld voor overleg of speciaal onderzoek, Voor elk onderzoek is een gemiddelde tijdsduur van ongeveer drie maanden vastgesteld.
BIJLAGE 1
DISCIPLINES
De onderzoeken worden verricht door raadsonderzoekers. Dit zijn meestal maatschappelijk werkers die een speciale opleiding hebben gevolgd. De onderzoeken vinden plaats onder verantwoordelijkheid van de teamleider. Gedragswetenschappers (psychologen of (ortho)pedagogen) worden ingezet bij het vaststellen van de onderzoeksvragen, ondersteuning van de casuïstiek en het verrichten van diagnostisch onderzoek. De raadsonderzoekers kunnen gebruik maken van de deskundigheid van een jurist. VOORTGANGSBEWAKING
De uitvoering van het onderzoek is vastgelegd in Normen 2000 waarin beleidslijnen zijn vastgelegd. De teamleider is verantwoordelijk voor de bewaking hiervan. CONTRA-INDICATIES
Geen KOSTEN VOOR DE CLIËNT
Geen 4
REGIOPOLITIE UTRECHT POLITIETAAK
De politie heeft een opsporings- en eerste hulp verlenende taak ten aanzien van kinderen, die getuige zijn van relationeel geweld.
VISIE EN DOEL
Actief terugdringen en voorkómen van relationeel geweld in de regio Utrecht door een éénduidige, deskundige aanpak in samenwerking met externe partners. Ten aanzien van kinderen als getuige van dit geweld betekent dit, dat de politie extra zorg besteedt aan een goede opvang en hulpverlening. Ten aanzien van het horen van kinderen als getuige in een strafrechtelijk onderzoek neemt de politie terughoudendheid in acht door steeds een zorgvuldige afweging te maken tussen het belang van een getuigenverklaring en het belang van het kind. BIJLAGE I ACTIVITEITEN
• • • • •
Bij melding en eerste optreden zorg dragen voor veiligheid, goede opvang van de kinderen en duidelijkheid, ook voor wat betreft de verdere afhandeling. Bij al dan niet strafrechtelijke afhandeling deskundige opvang en begeleiding naar deskundige hulpverlening van het slachtoffer en in samenspraak met het slachtoffer van zijn of haar kinderen. Actief benaderen van slachtoffers die in eerste instantie afzien van aangifte en hulp met tevens als doel hulpverlening voor de kinderen te bewerkstelligen. De politie meldt in elk geval kinderen die getuige zijn c.q. opgegroeid zijn met relationeel geweld bij het Adviesen Meldpunt Kindermishandeling. Bij voortduring draagt de politie zorg voor een deskundige aanpak en afhandeling. VOOR WIE?
Voor kinderen als getuige en/of opgegroeid in relationeel geweld. LOCATIE
Alle regio- districts- en wijkbureaus binnen de regiopolitie Utrecht. FREQUENTIE EN DUUR
Strafrechtelijk: conform het protocol VeiligHuis via een korte en effectieve aanpak. Hulpverlenend/verwijzend: zo spoedig mogelijk. CAPACITEIT
1500 voor dit doel opgeleide politiemedewerkers in de wijkzorg, noodhulp, rechercheondersteuning, publieksopvang en management. DISCIPLINES
Regiocoördinator, districtscoördinatoren, interne netwerkers en fiatterend management voor een stevige verankering van een goede aanpak.
39
VOORTGANGSBEWAKING
Ten aanzien van de deskundige aanpak: Evaluatie, management - en controllgesprekken. Ten aanzien van het slachtoffer/de aangeefster en haar kinderen: Contact houden om zicht te hebben op knelpunten en een verbeterende situatie te bewerkstelligen. CONTRA-INDICATIES
Geen
40
BIJLAGE 1 KOSTEN
Geen 4
MEE UTRECHT (voorheen SPD Utrecht) SPD zit in een ontwikkeltraject naar SPD Nieuwe stijl (Mee Utrecht). Mee Utrecht richt zich op mensen met een beperking (doelgroepverbreding). Zij biedt informatie, advies en cliëntondersteuning voor, naast en na de zorgketen. Mee Utrecht biedt geen geïndiceerde zorgtaken meer. De huidige geïndiceerde zorgtaken zullen omgevormd worden tot licht ambulant vrij toegankelijk aanbod of worden overgedragen naar andere zorgaanbieders in de regio. Nieuwe diensten zullen ontwikkeld worden. Medio 2003 is hierover nog geen definitief uitsluitsel te geven. 2004 zal een overgangsjaar zijn. Onderstaande beschrijving is gebaseerd op de situatie in 2003. VISIE
De SPD Utrecht is een brede basisvoorziening voor op service en welzijn gerichte dienstverlening voor mensen met een handicap of ontwikkelingsachterstand. Uitgangspunten voor de visie zijn de klant centraal, burgerschap, support en respect. Daar waar relationeel geweld aan de orde is, is de medewerker verantwoordelijk voor signalering van situaties waar sprake is van bedreiging van (de ontwikkeling) van minderjarigen. Hij/zij bespreekt dit met ouders/verzorgers en gaat met hen na op welke wijze de ontwikkeling van het kind ondersteund kan worden. Indien acties niet leiden tot verbetering is melding bij AMK of BJZ (Raad) aan de orde. DOEL
De SPD stelt zich tot doel mensen met een handicap (volwassenen, ouders en kinderen) als volwaardig burger in de maatschappij te laten functioneren.
De SPD wil die doelstelling realiseren door ondersteuning van de netwerken en het leveren en ontwikkelen van diensten gericht op service, welzijn en zorg. Daar waar relationeel geweld aan de orde is, is het doel de bedreiging van (de ontwikkeling van) kinderen op te heffen zo mogelijk door ondersteuning van de ouders en/of het organiseren van hulpbronnen met als doel ontlasting van de thuissituatie. ACTIVITEITEN
• • • • • • • •
• •
Kernactiviteiten: klantondersteuning, belangenbehartiging en empowerment. Behalve cursus sociale vaardigheden voor kinderen biedt de SPD geen expliciet kindgerichte diensten. De diensten zijn veelal op het gehele systeem gericht. Voor kinderen als getuige van relationeel geweld zijn de volgende diensten relevant: informatie, voorlichting en advisering aan mensen met een handicap.Toeleiding naar een passend hulpaanbod in geval van relationeel geweld; casemanagement; ontwikkelingsstimulering en pedagogische ondersteuning en advisering; ambulante begeleiding in de woonsituatie (kan ook ingezet worden bij zwakbegaafde ouders); psychosociale begeleiding; ouderbegeleiding; begeleiding multiproblem gezinnen (intensief begeleidingsaanbod waarin wordt samengewerkt met casemanager en gezinscoach); cursussen en trainingen.Voor ouders o.a. rond opvoeding. In ontwikkeling zijn: moedergroep voor zwakbegaafde moeders, speelleergroep voor ouder en kind gericht op ontwikkelingsstimulering en cursus sociale vaardigheden voor kinderen (planning najaar 2002); consulent sociaal juridische dienstverlening; schoolmaatschappelijk werk wordt geleverd aan diverse scholen veelal voor speciaal onderwijs in de provincie Utrecht. Schoolmaatschappelijk werkers signaleren, adviseren en verwijzen ook waar het kinderen als getuige van relationeel geweld betreft. VOOR WIE:
• • • • •
voor mensen met een verstandelijke handicap; mensen met een lichamelijke functiebeperking; kinderen en jeugdigen met ontwikkelingsstoornissen; familieleden en verzorgenden; externe partners, bijvoorbeeld scholen. Werkgebied is de provincie Utrecht.
BIJLAGE I
41
LOCATIE
Hoofdlocatie bureau Utrecht Gloriantdreef 4 Utrecht
42
BIJLAGE 1
Locatie Amersfoort Regentesselaan 24a Amersfoort. Daarnaast is er een steunpunt in Zeist en in Veenendaal. Contacten met de klant kunnen zowel op bureau, bij de klant thuis of elders plaatsvinden. FREQUENTIE EN DUUR
Afhankelijk van de hulpvraag en de indicatie kan de duur variëren van éénmalig tot langdurig (jaren). De frequentie kan variëren van enkele malen per week tot enkele malen per jaar. Voor de zorgtaken praktisch pedagogische gezinsbegeleiding (ppg), begeleid zelfstandig wonen (bzw), psychosociale hulpverlening (psh) en multi-problembegeleiding (mp) is een indicatie nodig. Deze wordt veelal voor de periode van 1 jaar afgegeven.Voor verlenging is een herindicatie nodig. DISCIPLINES
De dienstverlening wordt geboden door zorgconsulenten, specialistische consulenten, maatschappelijk werkers, pedagogisch werkers, begeleiders zelfstandig wonen. VOORTGANGSBEWAKING
Bij ingeschreven klanten vindt voortgangsbewaking plaats middels data werkplan, evaluatie en einde. Er zijn normeringen voor frequentie en doorstroomtijd per discipline. Voor PPG geldt bijvoorbeeld een maximum van 20 gesprekken en periode 1 jaar. CONTRA-INDICATIES
De SPD hanteert geen algemeen geldende contra-indicaties.Wel dient klant tot de doelgroep te behoren en is voor zorgtaken een indicatie vereist. Diensten vinden plaats op vrijwillige basis. KOSTEN
Diensten worden aangeboden vanuit de AWBZ. Dit betekent dat diensten voor de klant kosteloos zijn. Als de klant een persoonsgebonden budget(pgb) heeft, dienen diensten met pgb ingekocht te worden. Voor deelname aan cursussen en trainingen wordt een kleine bijdrage voor de materiaalkosten gevraagd.
VROUWENOPVANG UTRECHT
• • • • • • •
Vrouwenopvang Utrecht kent diverse locaties, waaronder; Aanmelding, informatie, advies, (Meerkoethof) Materiele dienstverlening, (Meerkoethof) Eerste opvang (14 plaatsen), (Biltstraat) Vervolgopvang (16 plaatsen), (Maliebaan) Jonge moeders (12 plaatsen), (Biltstraat) Begeleid wonen (12 plaatsen), (Meerkoethof) Onderduikplaatsen (4 plaatsen), (Meerkoethof) Op al deze locaties wordt aandacht en zorg besteed aan kinderen die samen met hun moeder opgenomen zijn. VISIE
De gezinnen zijn dikwijls terechtgekomen in een spiraal van onmacht en geweld.We helpen hen deze spiraal te doorbreken en sterk te staan bij het weer greep krijgen op de eigen leefomstandigheden. Kinderen uit deze gezinnen zitten in een uiterst kwetsbare situatie en lopen risico dat hun ontwikkeling/groei stagneert. DOELEN
•
• -
Algemeen Bieden van onderdak en begeleiding aan moeders en kinderen; er wordt aangesloten bij de vragen vanuit het cliëntensysteem. Specifiek de moeder-kindrelatie verstevigen; moeder en kind voorbereiden op zelfstandig samenleven; het kind de mogelijkheid bieden zich te ontplooien; het kind uitnodigen om over het geweld te praten en de geheimhouding te doorbreken
BIJLAGE 1
43
ACTIVITEITEN
•
44
BIJLAGE 1
• -
Algemeen Een groot deel van het werk komt neer op observeren en signaleren. Op basis daarvan en in gesprekken met de moeder worden werkdoelen en een begeleidingsplan opgesteld. Specifiek individuele gesprekken met kinderen; individuele gesprekken met moeders gericht op de opvoeding; systeemgericht werken met gezinnen; peuterwerk, kinderwerk, tienerwerk; themagroepswerk, de zogenaamde moedergroepen en incidenteel kindergroepen. DOELGROEP
Alle moeders en kinderen die in de opvanghuizen opgenomen zijn en opgenomen gaan worden, regelmatig ook kinderen die nog elders verblijven. LOCATIES
Meerkoethof 6 3582 DA Utrecht T (030) 2599814 F (030) 2543541
[email protected] Maliebaan 59 3581 CE Utrecht T (030) 2322062 F (030) 2342826
[email protected] Biltstraat 186 3572 BR Utrecht Postbus 13088 3507 LB Utrecht T (030) 2711724 F (030) 2719267 biltstraat @vo-utrecht.nl www.vo-utrecht.nl
DISCIPLINES
Het uitvoerend kinderwerk wordt verzorgd door sociaal pedagogische medewerkers. De gezinnen worden begeleid door hulpverleners op minimaal Hbo-niveau. VOORTGANGSBEWAKING
• •
cliëntsysteem besprekingen aan de hand van het begeleidingsplan; intervisie en groepssupervisie. BIJLAGE 1 CONTRA-INDICATIE
• • •
verslavingsproblematiek (tenzij door medicatie onder controle); psychiatrische problematiek (tenzij door medicatie onder controle); leeftijd jongens 15 jaar en ouder. KOSTEN
Vrouwenopvang Utrecht ontvangt subsidie van de gemeente Utrecht. Vrouwen betalen een eigen bijdrage afhankelijk van hun inkomen.
4
DE WAAG De Waag is een centrum voor poliklinische forensische psychiatrie voor volwassenen en voor jeugd vanaf twaalf jaar. Financiering is geregeld in het kader van de AWBZ. De hulp wordt verleend conform de wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO). De organisatie van de hulpverlening voor volwassenen en jeugd is niet gescheiden. VISIE
•
Algemeen Het hulpaanbod is vraaggericht met de beperking dat zij daarnaast altijd gericht is op het bereiken van een zodanige verbetering van het persoonlijk functioneren van de cliënt dat deze in staat is met zijn probleemgedrag om te gaan op een wijze die niet tot wetsovertredingen leidt. Het aanbod voor de jeugd is bovendien ontwikkelingsgericht en systeem georiënteerd in den brede zin van het woord, dat wil zeggen wordt vormgegeven in samenwerking met belangrijke anderen van de jeugdige, met de verwijzer en met de onderwijsvoorziening. De organisatie van diagnostiek en behandeling is zodanig dat snel en flexibel op de hulpvraag van de cliënt (van zijn ouders, van zijn verwijzer) kan worden gereageerd en er geen onnodig verlies van motivatie voor behandeling optreedt. De motivatie voor behandeling en de mate van zelfinzicht bij de cliënt mag beperkt zijn.
45
•
Specifiek Betreft het probleem relationeel geweld binnen het gezin dan heeft de hulpverlening aan de pleger van relationeel geweld, zijn partner en zijn kinderen als eerste doel herstel van de veiligheid binnen de gezinsrelaties. Ook nadat dit doel is bereikt zijn de belangen van de partner van de pleger en van zijn kinderen leidraad in de hulpverlening.Waar mogelijk wordt samengewerkt met de slachtofferhulpverlening. DOEL
46
BIJLAGE 1
Het doel van de hulp is dat de cliënt alternatieven voor het probleemgedrag ontwikkelt, een milieu heeft dat hem in dat streven ondersteund en mogelijkheden heeft om zo nodig om hulp te vragen.Voor de jeugd geldt bovendien als doel dat de ontwikkeling naar volwassenheid voortgang vindt. AANBOD
Degenen die als gevolg van psychische en psychiatrische problematiek in aanraking komen met justitie, kunnen in principe terecht op De Waag voor hulp. De Waag heeft in het bijzonder expertise opgebouwd op het gebied van het grensoverschrijdend gedrag in de vorm van agressie of in de vorm van seksueel grensoverschrijdend gedrag bij volwassenen en bij jeugdigen. Het poliklinische aanbod bestaat uit individuele gesprekstherapie, gestructureerde groepstherapie, gezinsgesprekken en farmacotherapie.Voor cliënten vanaf achttien jaar wordt de hulp ook in een dagklinische setting (vijf dagen per week) aangeboden. Voor plegers van zedendelicten vanaf achttien jaar die zwakbegaafd zijn of een licht verstandelijke handicap hebben, is er een deeltijdbehandeling van anderhalve dag per week. Voor partners van plegers van relationeel geweld met een individuele hulpvraag is een specifiek hulpaanbod, individueel of in groepsverband. Kinderen van plegers met een individuele hulpvraag worden verwezen. LOCATIES
Gesprekken vinden plaats in onze vestigingen in Utrecht, Amsterdam en Den Haag. Intakegesprekken kunnen desgewenst ook extern plaatsvinden, op de plek waar een potentiële cliënt gedetineerd is. FREQUENTIE EN DUUR
Vrijwel zonder uitzondering is de frequentie van de delictspecifieke behandeling in het eerste half jaar 1 x per week. Deze frequentie kan gemiddeld hoger zijn als de behandeling tevens bestaat uit farmacotherapie en bijvoorbeeld systeemgesprekken. Ouderbegeleiding maakt altijd deel uit van de behandeling. De duur varieert van negen maanden tot meerdere jaren.
CAPACITEIT
Potentiële cliënten die naar De Waag zijn verwezen worden binnen enkele weken na aanmelding en ontvangst van de relevante stukken gezien voor een intakegesprek. Als een hulpaanbod van De Waag betrokken moet worden bij de oordeelsvorming van de rechtbank (bijvoorbeeld inzake een schorsing van voorlopige hechtenis of inverzekeringstelling) kan binnen enkele dagen een intakegesprek worden gevoerd. Er is geen wachttijd tussen diagnostiek en behandeling. DISCIPLINES
De poliklinische hulp wordt geboden door psychiaters en psychotherapeuten. PARTNERS IN HET VELD VAN DE HULPVERLENING
Verwijzers van jeugdige cliënten naar De Waag zijn zeer divers van aard, variërend van zelfaanmeldingen en scholen tot justitiële jeugdinrichtingen. Grote verwijzers zijn Bureau Jeugdzorg (respectievelijk jeugdreclassering, jeugdbescherming en jeugdhulpverlening), de Raad voor de Kinderbescherming en de politie. Met de politie Utrecht is een convenant gesloten dat het mogelijk maakt dat De Waag direct een hulpaanbod kan doen wanneer er een aangifte is van geweld in een partnerrelatie. Met de Raad voor de Kinderbescherming en de Politie Utrecht is een soortgelijk convenant gesloten dat een aanbod van De Waag mogelijk maakt als er een aangifte is van seksueel misbruik gepleegd door een minderjarige vanaf twaalf jaar. CONTRA-INDICATIES
• • •
Poliklinische behandeling is niet mogelijk wanneer bij de cliënt: Alcohol- of drugsverslaving op de voorgrond staan; Poliklinische behandeling teveel ruimte laat voor gedrag dat voor anderen een onacceptabel risico vormt; De kans op decompensatie hoog is en opnames in een crisiscentrum of psychiatrisch ziekenhuis daarom regelmatig nodig zijn.
BIJLAGE 1
47
48
BIJLAGE 1
BIJLAGE 1I REGIO-INDELING BUREAU JEUGDZORG UTRECHT Aanmelding is mogelijk op werkdagen tussen 12.00 - 17.00 uur. Het werkgebied is ingedeeld in vijf regio’s. Op welk regiokantoor de aanmelding moet plaatsvinden is afhankelijk van de woonplaats van de cliënt. Hieronder volgt de regio-indeling: •
Regiokantoor Stad Nijenoord 2 - 4 3552 AS Utrecht T 030 - 231.3824 Werkgebied: Utrecht Stad, inclusief Vleuten/De Meern
•
Regiokantoor Zuid Lierseschans 12 3432 ET Nieuwegein T 030 - 600.7700 Werkgebied: Nieuwegein, IJsselstein, Houten, Oudewater, Montfoort, Lopik, Bunnik, Driebergen, Doorn,Wijk bij Duurstede en Vianen.
•
Regiokantoor Noord Amsterdamsestraatweg 638 3555 HX Utrecht T 030 - 242.7800 Werkgebied:Woerden, Breukelen, Maarssen, Abcoude, De Ronde Venen, Loenen, De Bilt en Zeist.
•
Regiokantoor Oost Bergstraat 9 3811 NE Amersfoort T 033 - 422.6000 Werkgebied: Eemnes, Baarn, Bunschoten, Soest, Amersfoort, Leusden en Woudenberg.
•
Regiokantoor Veenendaal - ‘de Rozenbottel’ Laan der Techniek 22 3905 AT Veenendaal T 031 - 855.9900 Werkgebied:Veenendaal, Rhenen, Maarn, Doorn, Renswoude, Leersum en Amerongen.
BIJLAGE 1I
49
50