M ENTA A L MAGAZINE VAN GGZ NOORD- EN MIDDEN-LIMBURG
JAARGANG 6 NR 1 FEBRUARI 2010
DE KRACHT VAN CONSUMERRUN WERKCONFERENTIE ALCOHOL- EN DRUGSBELEID
GEWELD NAAR KINDEREN MOET STOPPEN
ADOLESCENTENZORG GGZ NML VOLOP IN ONTWIKKELING
VAN DE REDACTIE Er is alweer een aantal weken verstreken in 2010 wanneer u deze column leest. Velen van u zijn het jaar begonnen met goede voornemens. En wat zijn uw voornemens? Hebt u deze en staat deze in de top tien wereldwijd? Op nummer 1 staat afvallen en meer bewegen, gevolgd door nummer 2 met spaarzamer omgaan met geld, op nummer 6 staat stoppen met roken. Maar in deze top 10 staat niet het voornemen om meer te gaan sporten. Jammer, want uit onderzoek van het Trimbos-instituut in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. blijkt dat mensen die sporten, vijftig procent minder kans hebben op het ontwikkelen van een psychische stoornis dan mensen die niet sporten. Op nummer 9 staat vrijwilligerswerk doen en vaker anderen helpen. Deze punten sluiten aan bij zaken die binnen GGZ NML spelen en waarover u vaker in Mentaal kunt lezen. Zo leest u in dit nummer over vermaatschappelijking en de kracht van het consumerrunproject. Dit laatste gaat over vrijwilligers, die op die plek aan het werk zijn waar ook andere cliënten zijn; door en voor cliënten dus. Verder een uitgebreid interview met Renée Talma en Marleen Faber over het terugdringen van kindermishandeling, dat hoog op de politieke agenda staat. U kunt lezen over ‘de vergeten groep’ in gebouw Bernard, de werkzaamheden van een trafficmanager, en een uitgebreide verslaglegging over de werkconferentie Alcohol- en Drugsbeleid. Drie stuwende krachten achter de opbouw en professionalisering van de zorg voor adolescenten stellen zich voor, alsook Gerard van der Zanden. Sinds medio januari van dit jaar is Gerard van der Zanden het communicatieteam komen versterken in de rol van Hoofd Voorlichting en Communicatie GGZ Noord- en Midden-Limburg. Hij werkt al meer dan 25 jaren binnen het vakgebied communicatie, in zowel de profit als de non-profit sector. De bedrijven waar Gerard communicatiewerk voor heeft verzet zijn onder andere de Koninklijke Landmacht in Den Haag, Provincie Limburg in Maastricht, Hoofdkantoor DSM N.V. in Heerlen en Office Depot in Venlo. Gerard is gehuwd, heeft drie dochters en woont in Bunde (vlakbij Maastricht). Wij wensen Gerard veel succes met zijn nieuwe baan. U wensen wij veel leesplezier. En weet, dat u op elk moment van het jaar kunt beginnen met nieuwe voornemens; ook met sporten. Het zal u zeer zeker goed doen. De redactie van Mentaal 0 2 M E NTA A L
JAARGANG 6 NR 1 FEBRUARI 2010
INHOUD 2 3 4 5 6 7 8
Van de redactie Inhoud Van de voorzitter Viering 25 jaar Ypsilon en 15 jaar Anoiksis Servaashof Colofon Ruud Smeets; strategisch vastgoedcontroller bij GGZ NML
10
En toen werd het etenstijd...! De ontmoeting
11 12 14 17 18 20 21
Verleden, heden en toekomst in de psychiatrie
22 23
Wetenschap; Gek, slecht en droevig
24 25
Ontmoedigen; hoe doen we dat?
26 27 28
Verpleegkundig specialisten kersvers afgestudeerd
OnGegrond Geweld naar kinderen moet stoppen Psychiatrisch centrum Sahabat Kita De kracht van Consumerrun Je oude dag in een nostalgisch gebouw Toekomst PIT met knipoog naar verleden Beschrijving bijeenkomst code Kindermishandeling
IGG Postercampagne Kopopouders.nl
Ondertekening 'Handvest Maastricht' Nispa literatuurprijs 2009
Trafficmanagers bij GGZ NML Sterk in Beeldwerk 03 MENTA A L
VAN DE VOORZITTER
AMBULANT TENZIJ… Als voorzitter van de Raad van Bestuur buig ik me graag over mijn vaste column in Mentaal. Ik hecht daar waarde aan, omdat het mij de gelegenheid biedt om op mijn eigen manier mijn visie te geven over wat er binnen en buiten onze organisatie gebeurt. Deze uitgave wil ik aan de hand van een uitspraak van de Klachtencommissie ingaan op de soms weerbarstige praktijk van ‘ambulant tenzij’.
Eén van de uitgangspunten van onze mens- en zorgvisie is dat wij mensen pas opnemen als het echt niet anders kan. Ambulant tenzij, noemen we dat. Die visie ligt verankerd in ons strategisch beleidsplan. Iedere dag zetten onze professionals zich in om zorg te bieden aan mensen die door hun psychische en/ of psychiatrische stoornis worden belemmerd in hun functioneren. Dat doen we met maatwerk: de cliënt krijgt de zorg die het beste bij hem of haar past, waarbij we zo min mogelijk willen ingrijpen in het sociaal-maatschappelijk leven. Toch blijkt de praktijk soms weerbarstiger. Dat kwam onlangs weer aan het licht door een uitspraak van de Klachtencommissie, in een zaak van een cliënt die een klacht tegen GGZ NML had ingediend. De cliënt heeft al verschillende behandeltrajecten doorlopen, maar vanwege zijn gedrag hebben wij besloten om hem gedwongen te ontslaan uit de (open) klinische setting en hem een ambulante behandeling aan te bieden. Daar was hij het niet mee eens. De cliënt is van mening dat hij nog niet is uitbehandeld en eiste daarom een behandelplaats in een open klinische setting, om van daaruit te worden begeleid naar zelfstandig wonen. De Klachtencommissie verklaarde zijn klacht echter ongegrond. Volgens de Klachtencommissie is overplaatsing naar een open klinische setting niet haalbaar, vanwege het gedrag van de cliënt. Hij spant zich namelijk niet in om aan de behandeling mee te werken en hij geeft overlast voor andere cliënten. Bovendien voldoen wij aan onze zorgverplichting door hem een poliklinisch behandeltraject aan te bieden. Dus de cliënt krijgt geen behandeling meer in een klinische setting, maar wordt verder ambulant behandeld. Dat leidde bij mij tot de constatering dat we deze cliënt dus niet klinisch willen behandelen vanwege zijn gedrag, maar wel ambulant. Oftewel: als hij zich wél had gedragen, was hij ‘gewoon’ klinisch behandeld. Maar waarom zouden we hem dan niet meteen hebben geïndiceerd voor een ambulante behandeling? En wat betekent dat voor andere patiënten die nu klinisch worden behandeld en zich wel ‘gedragen’? Zouden die misschien ook (sneller) in een ambulant traject kunnen worden geplaatst? Daaruit blijkt maar weer dat wat we met elkaar afspreken, in de praktijk niet altijd uitvoerbaar is. Soms zijn er zwaarwegende argumenten om de lat toch op een andere hoogte te leggen dan we eigenlijk zouden willen. Dat is ook weer de charme van ons werk. Het gaat namelijk om zorg aan mensen. Dat laat zich niet altijd dwingen in hokjes, zorgvisies en mensvisies. Maar het dwingt ons wel om voortdurend scherp te reflecteren: behandelen we ook daadwerkelijk ambulant tenzij…? Toine van der Sanden
0 4 M E NTA A L
VIERING 25 JAAR YPSILON EN 15 JAAR ANOIKSIS Op 19 november jongstleden waren beide organisaties te gast in de ontmoetingsruimte van het RCG Venlo. Deze organisaties werken landelijk en in de regio Noord-Limburg actief samen in het belang van familieleden, betrokkenen en mensen met schizofrenie of psychose. Namens Ypsilon is Ine Janzen de coördinator in de regio Venlo en namens Anoiksis is dat Isabel Rheiter. Zij zijn, in samenwerking met vele andere vrijwilligers, de sturende krachten achter deze verenigingen. Formele start Het openingswoord werd uitgesproken door Toine van der Sanden, voorzitter Raad van Bestuur GGZ Noord- en MiddenLimburg. Hij feliciteerde de jubilarissen en stond stil bij de ontwikkeling rond het beeld van schizofrenie. De beoogde nieuwe naam ‘disfunctioneel perceptie syndroom’ deed in zijn ogen niets af aan de ernst van deze ziekte. Psychiater Frank van der Heijden schetste daarna in zijn lezing ‘Sociaal Herstel, een haalbaar doel bij schizofrenie’ een perspectief voor mensen met schizofrenie. Naar zijn mening kan er met een bundeling van krachten door hulpverleners en mantelzorgers sprake zijn van een functioneel en sociaal herstel voor deze groep mensen. Feest Tijd voor feest, tijd voor bijpraten en het leggen van contacten. De mix van familieleden, hulpverleners en mensen met schizofrenie zorgde ervoor dat men onderling met elkaar in gesprek raakte. De aanwezige informatiestands van Health4You, Ypsilon, runningtherapie en Anoiksis konden worden bezocht en alle aanwezigen kregen gratis, namens Ypsilon, het egodocument van Bart de Ruijter. Daarin beschrijft hij zijn persoonlijke ervaringen met een psychose. Tevens kreeg iedereen bij vertrek een mok aangeboden namens zorgverzekeraar IZZ met de opdruk: Ik ben bijzonder. Een tekst die voor alle leden van Ypsilon en Anoiksis zeker van toepassing is.
Ypsilon: voor familieleden, partners, vrienden van mensen met schiofrenie. U bent nauw betrokken bij iemand die schizofrenie heeft. Dat is ingrijpend. Ook voor u. De hulpverleners met wie u en de patiënt te maken krijgen kunnen veel van uw vragen beantwoorden. Daarnaast kan Ypsilon u met raad en daad bijstaan. Ypsilon biedt dat via internet www.ypsilon.org , via een landelijke telefonsiche hulpdienst 0800-0002120 of op regionaal niveau via Mw. Ine Janzen 077-4752718. Anoiksis: vereniging voor mensen met chronische psychosen of schizofrenie. Anoiksis betekent vrij vertaald ‘open geest’. Onzekerheid, eenzaamheid, stemmen horen en angstig zijn; voor de leden van Anoiksis zijn dit overbekende begrippen. We hebben in de regio’s van Nederland regelmatig lotgenotenbijeenkomsten in de vorm van informatieve en gezellige activiteiten. Wij proberen de belangen van onze doelgroep naar beste vermogen te behartigen. Wij zijn bereikbaar via Internet: www.anoiksis.nl of telefonisch 030-2546113.
05 MENTA A L
SERVAASHOF
SYMPOSIUM 3 DECEMBER 2009
BINNENSTE BUITEN Met de ingebruikname van de appartementen op de St. Servatiusweg is er een belangrijke mijlpaal bereikt in het project Servaashof, omdat daarmee de meest omvangrijke bouw en verhuizingen zijn afgerond. Reden genoeg voor een symposium en een open dag voor belangstellenden. Het thema van het symposium was Binnenste Buiten: over vermaatschappelijking en de wijze waarop GGZ NML hier invulling aan wil geven. Was vroeger alles centraal geregeld en naar binnen gericht, nu is het vooral de bedoeling dat cliënten daar waar mogelijk deelnemen aan de maatschappij. “Ik denk op deze middag dan ook nog wel even terug aan de tijd dat ik begonnen ben in de zorg op het toenmalige St. Anna”, aldus Geert Swinkels. “Cliënten, die toen nog ‘patiënten’ heetten hadden geen enkele privacy. Zij hadden een bed, een nachtkastje en een kast voor de kleding en woonden in grote zalen. Verder moest je overdag naar de activiteiten en was het niet zo van belang of je dat nu wel een leuke of zinvolle tijdsbesteding vond. Ruimte voor eigen wensen was er niet”. Op deze middag werd door enkele sprekers vanuit verschillende invalshoeken belicht hoe er nu wordt
0 6 M E NTA A L
gekeken naar cliënten en hun rol in de maatschappij. Zo had Rick Kwekkeboom, een prominent wetenschapper op het gebied van vermaatschappelijking, een prikkelende stelling vanuit haar onderzoek: “...cliënten worden doorgaans niet gelukkiger van cliëntenparticipatie. Wonen is belangrijker dan meedoen...”. Het verhaal van Petra Hesen, die als cliënt heel dapper haar ervaringen deelde voor de genodigden, ondersteunde dit. Petra had het erover dat ze deze stap al een hele grote vond en dat wonen geheel buiten het terrein misschien wel een brug te ver is. Ze nuanceerde eigenlijk een beetje de enthousiaste roep van vermaatschappelijking. Managers, behandelaren en beleidsmakers kunnen van alles roepen en willen, de cliënt met al zijn kwetsbaarheid en onzekerheid bepaalt
TELEFOONNUMMERS Arbodienst Achmea Vitale 0475-399899, Lisette de Bruijn, bedrijfsarts:
[email protected], Louis Thissen, bedrijfsarts:
[email protected] GGZ Noord- en Midden-Limburg algemeen 0478-527527 Personeelsvertrouwenspersoon: John Blankers, 0475-399899,
[email protected] Klachtencommissie individuele medewerkers 0478-527597,
[email protected], Commissie sociale begeleiding: 0478-527597,
[email protected] Ondernemingsraad 0478-527245 Ziek- en herstelmelding 0478-527161
COLOFON Woonkamer en badkamer appartement
het tempo uiteindelijk. Martijn van Haperen, tevens een nieuwe bewoner van de appartementen, onderschrijft dit: “Wonen is voor veel van ons een basisvereiste: onderdak, voeding en veiligheid, daar begint het mee. Petra’s verhaal is heel herkenbaar, vooral als je een stap te ver gaat”. Geert Swinkels, casemanager GGZ NML: “Het geeft wel een goed gevoel dat er veel initiatieven zijn die inhoud geven aan deze vermaatschappelijking. Inspirerend waren vooral de ervaringen en de mogelijkheden van de sprekers van het Consumerrunproject. Zij laten zien dat je ondanks je ziek zijn toch op een zinvolle wijze kunt functioneren in dergelijke projecten. Iets wat binnen onze instelling ook aardig in opkomst is”. Geert tot slot: “Nu de cliënten verhuisd zijn naar hun nieuwe appartement is het de uitdaging om te bewerkstelligen dat vermaatschappelijking verder uitgebouwd kan worden. Hopelijk wel op geleide van de draagkracht van de individuele cliënt. Maatwerk dus”. Daags na het symposium was er een open dag voor belangstellenden. Na een welkomstwoord van Toine van der Sande werd door Burgemeester Waals van Venray het beeld bij de ingang van de appartementen onthuld. Daarnaast werd de winnaar van de fotowedstrijd bekendgemaakt door voormalig bestuurder Wim de Cloe. Martijn van Haperen (Bewoner Appartement) Geert Swinkels (Casemanager Wonen) Joep van Eijk
Redactie mentaal Eleän Mulder-Verleg, hoofd- en eindredacteur Sabine Nicolasen, bureau communicatie Ans Swillens, Informatiecentrum Geestelijke Gezondheid Karin Geerkens, Paschalis Truus Offermans/Hilal Uysal-Cosgun, EAD Kim Waskowskij, specialistische functies Diana Wong Si Kwie, RCG Venray Paul de Bijl, divisie PIA Mentaal is het magazine van GGZ Noord- en Midden-Limburg voor (oud-)medewerkers, vrijwilligers en externe relaties en verschijnt zes keer per jaar. Uitgave bureau communicatie GGZ Noord- en Midden-Limburg. Oplage 2.450 exemplaren Vormgeving Ohho Venray Fotografie Johan Flapper, GGZ Noord- en Midden-Limburg, Hans van der Beele, Sevenum, bureau communicatie GGZ Noord- en Midden-Limburg. Drukkerij ARS Grafisch Roermond Redactieadres GGZ Noord- en Midden-Limburg, bureau communicatie, t.a.v. E. Mulder-Verleg, postbus 5, 5800 AA Venray, tel. 0478-527186,
[email protected] Deadline volgende nummer 12 maart 2010. Foto’s gescheiden van tekst – dus als apart jpg-bestand – aanleveren. Voor meer informatie zie www.ggznml.nl of het intranet. Indien u besluit uw abonnement te beëindigen, kunt u dit kenbaar maken via
[email protected] of schriftelijk via het redactieadres.
07 MENTA A L
RUUD SMEETS: STRATEGISCH VASTGOEDCONTROLLER BIJ GGZ NML
‘VERKEERD ADVIES KAN GROTE CONSEQUENTIES HEBBEN’
De marktwerking en de prestatiebekostiging met integrale kostprijzen in de zorg dwingen GGZ NML om steeds meer in de huid van een zorgondernemer te kruipen. Ook op het gebied van vastgoed liggen er zakelijke kansen en uitdagingen. Om zich daarover op financieelstrategisch niveau te laten adviseren, heeft GGZ NML Ruud Smeets (37) aangetrokken. De Roermondenaar vervult sinds 1 september verleden jaar een nieuwe functie binnen GGZ NML: strategisch vastgoedcontroller. Een job met een grote verantwoordelijkheid. “Een verkeerd vastgoedadvies kan de organisatie jarenlang heel veel geld kosten.” Waarom heeft een zorgorganisatie een strategisch vastgoedcontroller nodig? “De gezondheidszorg staat aan de vooravond van een groot aantal veranderingen. De meest in het oog springende verandering is de introductie van gereguleerde marktwerking en prestatiebekostiging met integrale kostprijzen, per 1 januari 2011. Voor de bouw in de gezondheidszorg betekenen deze ontwikkelingen dat het steeds belangrijker wordt op een strategische manier om te gaan met gebouwen en locaties. Zorginstellingen moeten wat betreft hun vastgoed
0 8 M E NTA A L
zelf hun broek gaan ophouden. Het vastgoed moet in balans zijn met het aantal cliënten dat wordt behandeld. Alle vierkante meters die niet worden gebruikt, leveren niets meer op en worden ook niet meer vergoed. Er is geen financiering voor leegstand. Dus er zijn wel huisvestingslasten, maar geen opbrengsten. Dat kan een flinke claim leggen op de begroting van een organisatie. Er moet door een bedrijfseconomische bril naar het vastgoed van GGZ NML worden gekeken. Dat is mijn opdracht en daarover adviseer ik de Raad van Bestuur, op strategisch niveau.”
Een verkeerd advies kan dus verstrekkende gevolgen hebben. “Klopt. Bij vastgoed gaat het doorgaans om veel geld en om lange periodes. Een object gaat gemiddeld 40 jaar mee. Dus we moeten heel goed nadenken wat we met het vastgoed doen, hoe we het gaan gebruiken, wat we afstoten, wat we bouwen, wat we eventueel verhuren. Met een doordacht vastgoedbeleid zijn grote besparingen mogelijk.” Is jouw functie een ‘terugverdienfunctie’? “We hebben dat niet gekapitaliseerd, dat zal ook moeilijk zijn. Maar het is wel zo dat weloverwogen strategische adviezen en keuzes kunnen leiden tot een flinke kostenbesparing. Dus ja: ik kan mezelf terugverdienen.” Je bent afkomstig uit de ‘snelle commerciële wereld’. Tegen die achtergrond is een overstap naar de zorgwereld bijzonder. “Ik heb me ook afgevraagd of ik zou passen in de zorgwereld. Die vraag heb ik me meerdere malen gesteld. Nu, na vier maanden GGZ NML, weet ik dat ik die vraag juist heb beantwoord. Ja, ik pas in de zorgwereld. De inhoudelijkheid van het werk spreekt mij aan. Het is niet ‘knippen en plakken’, maar telkens nieuwe oplossingen en strategieën bedenken. De veelzijdigheid van het vastgoed bij GGZ NML maakt het extra boeiend. Mijn verantwoordelijkheid is ook groot: verkeerde adviezen kunnen vergaande financiële consequenties hebben. En vergeet niet: door de marktwerking schuift ook de zorgwereld een stukje richting de commerciële wereld op. GGZ NML heeft op die ontwikkeling geanticipeerd door de functie strategisch vastgoedcontroller in het leven te roepen.” Wat heeft je verrast bij GGZ NML? “De openheid van het terrein. Maar dat heeft ook met mijn vooroordeel over de psychiatrie in Venray te maken. Ik ben opgegroeid in Roermond en daar was een ‘enkeltje Venray’ een begrip. Als je niet goed spoorde, moest je naar Venray. Ik had daar allerlei beelden bij. Gechargeerd: mensen in dwangbuizen in hermetisch gesloten gebouwen achter grote hekken met wachttorens, zodat niemand kan ontsnappen. Toen ik voor de eerste keer over het terrein in Venray reed, verbaasde ik me over de openheid ervan. Geen hekken, laat staan wachttorens. Een mooi, toegankelijk park, met cliënten die zich er vrijelijk kunnen bewegen. Dat was een aangename verrassing. En natuurlijk weet ik ook dat er cliënten zijn die in een gesloten setting leven. Maar de geestelijke gezondheidszorg is een andere wereld dan ik in gedachten had.”
Toen ik voor de eerste keer over het terrein in Venray reed, verbaasde ik me over de openheid ervan. Geen hekken, laat staan wachttorens. Een mooi, toegankelijk park, met cliënten die zich er vrijelijk kunnen bewegen.
Wat gaat 2010 jou beroepsmatig brengen? “We willen in 2010 belangrijke stappen zetten in de verdere ontwikkeling van het strategisch vastgoedplan. Flankerend daaraan willen we de vastgoedorganisatie binnen GGZ NML verder professionaliseren.” Zijn er ook plannen om te gaan speculeren met het vastgoed? “Nee, dat zie ik niet gebeuren. Speculeren is geen taak van een zorginstelling. Bovendien is het vastgoed volgend aan de zorgvisie. De focus van het vastgoedbeleid ligt primair op het accommoderen van de zorg. Dat is leidend. Dus alle strategische keuzes die we maken, zijn dienstbaar aan de zorg die GGZ NML biedt. Dat laat niet onverlet dat we wél bekijken of we vastgoed kunnen verkopen of aan derden kunnen verhuren. Daarin willen we een proactief beleid voeren, want we krijgen geen financiering voor leegstand. Geld dat we moeten reserveren om leegstand te bekostigen, gaat immers ten koste van de zorg.” Is vastgoed ook een marketinginstrument? “Ik vind van wel. Ik heb me dat zelf wel eens afgevraagd: als ik de zorg voor een familielid in handen zou leggen van een zorginstelling en ik loop een oud en onderkomen gebouw binnen, dan zou ik automatisch gaan twijfelen over de kwaliteit van de zorgverlening van die instelling. Ook al zou die van hoog niveau zijn, de huisvesting geeft toch de eerste indruk. Een zorginstelling in een goed onderhouden gebouw straalt uit dat ze haar zaakjes op orde heeft. Dan zal dat ook wel gelden voor de zorgverlening. Het zal altijd een combinatie van zorg en vastgoed zijn. Dus ja: vastgoed is zeker een marketinginstrument.”
Ruud Smeets woont met zijn vrouw en hun 4-jarige zoon Perre in Roermond. Zijn vrije tijd vult hij graag met gezinsactiviteiten, squashen en mountainbiken op recreatief niveau. Ruud Smeets studeerde bedrijfseconomie aan de Universiteit van Maastricht. Hij begon zijn carrière als accountmanager bij ING Real Estate Finance. Vervolgens heeft hij bij AZL Vastgoed gewerkt als manager investor relations en later als portefeuillemanager vastgoed. Sinds 1 september 2009 is hij strategisch vastgoedcontroller bij GGZ NML.
09 MENTA A L
DE ONTMOETING
EN TOEN WERD HET TIJD ETENSTIJD...!
Het Venrays Mannenkoor bestaat dit jaar 100 jaar. De aftrap voor de viering van dit 100-jarig bestaan heeft plaatsgevonden op 20 december 2009 in het schouwburg van Venray. GGZ Noord- en Midden-Limburg draagt het Venrays MannenKoor een warm hart toe. Derhalve is vanuit GGZ NML hen een vijfgangendiner aangeboden. De keukenbrigade van GGZ NML heeft een geweldige prestatie geleverd door voor 260 genodigden een diner te verzorgen van voortreffelijke kwaliteit. Alle zeilen werden bijgezet; zelfs weekendhulpen van de afwas en medewerkers van de horeca van GGZ NML hebben meegeholpen om van dit evenement een geweldig succes te maken. René van Bruxvoort Hoofd Voeding
In deze rubriek staat het contact centraal tussen een behandelaar en een cliënt. Henk van Vorselen is woonbegeleider binnen de divisie Verslavingszorg. Tommy Normaal beginnen sprookjes altijd met ‘Er was eens ……….’ Het verhaal dat Tommy mij zat te vertellen, zou eigenlijk ook zo moeten beginnen. Zijn verhaal begint rond de helft van zijn leven voor zover daar sprake van kan zijn. Eigenlijk is het een aaneensluiting van de meest trieste dingen die een mens maar mee kan maken, gemarineerd in sloten alcohol en gelardeerd met strafbare zaken, onbegrip en verkeerde beslissingen. Maar wat hij ook vertelde en waar het ook mis ging, het was altijd de schuld van anderen en van zijn kant uit deed hij alles uit goeigheid en ten dienste van de gehele mensheid. Ik was diep ontroerd en vroeg mijn collega die er bij was, of voor een heiligverklaring een indicatiestelling nodig is. We ontmoetten Tommy in een stacaravan op een camping in deze regio. Hij is boos op de halve mensheid, vanwege hun onbegrip en het verkeerd bejegenen van onze semiheilige. Een trieste man vol goede bedoelingen, alcohol, onbegrepen en ontevreden. Absoluut en pertinent onbespreekbaar is het veranderen van zijn levenswijze, om zodoende er de laatste jaren nog iets leuks van te maken. Op dit moment probeert hij weer extra geld van zijn bewindvoerder los te peuteren; geld dat er uiteraard niet is, omdat ik dit twee weken geleden ook al getracht had te krijgen voor een op sterven liggend familielid. Deze reis gaat het weer over een doodzieke familie. Een greep uit het assortiment: verzakking, overspannen, diverse soorten griepen, tenslotte huidkanker. Maar dit even terzijde. De kern van het probleem is een aanrijding per fiets met een dakloze die - u raadt het al - niet verzekerd is. Hij is nu levensgevaarlijk gewond. Volgens Tommy met een ijzeren plaat in zijn hoofd. De komende weken ligt deze op sterven en is dus niet in staat de schade aan zijn fiets te betalen. Tommy was net op weg naar zijn hulpbehoevende familie en heeft dus onderweg een andere fiets moeten kopen. Omdat Tommy bij de verkoper de tuin opgeknapt had en een wasmachine uit de auto had getild, kreeg hij de fiets voor maar 35 euri, betaald van zijn leefgeld. Dit alles zou normaal gesproken alleen de schrijvers van ‘Goede tijden, slechte tijden’ kunnen bedenken. Aan mij de droeve taak dit wederom aan zijn bewindvoerder mede te delen, om te voorkomen dat Tommy tijdens de feestdagen zijn kerstboom zou moeten opeten. Mijn opmerking dat deze van plastic is en dus moeilijk verteerbaar is brengt niets, aangezien er geen alternatieven voor zijn. Waarschijnlijk had hij bij een eerdere gelegenheid de kerststal al leeggevreten. Maar ook voor Tommy gaat het leven verder. Ondertussen ga ik bedenken hoe ik het bovenstaande aan zijn bewindvoerder ga verkopen teneinde de kerstboom te redden. Henk van Vorselen
1 0 M E NTA A L
DAG VAN DE HOOGGELEERDEN IN VENRAY, 17 MAART 2010
VERLEDEN, HEDEN EN TOEKOMST IN DE PSYCHIATRIE Meer dan een eeuw geleden startten de broeders en zusters van liefde uit het Belgische Gent met de bouw van een psychiatrisch ziekenhuis. Zij namen de zorg voor de psychiatrische patiënt op zich. Het werd in een bepaalde periode het grootste psychiatrisch ziekenhuis in Nederland. De psychiatrie in het katholieke Zuiden! De geschiedenis was begonnen. Toen zijn ook de eerste stenen gelegd waarop wij in 1989 met de opleiding psychiatrie verder konden bouwen.
De eerste opleidingsactiviteit was die van het noviciaat. Op de jubileumdag van 17 maart 2010 zullen wij luisteren Jonge mensen die gevormd werden om als broeder of naar acht professoren uit de Nederlandse psychiatrie. Het zal zuster werkzaam te zijn in de zorg. Het groeide uit tot een gaan over verleden, heden en toekomst. Over het belang van gedegen opleiding psychiatrische verpleegkunde. Eén van kennis van het verleden, over oude psychiatrische diagnoses de vroegere psychiaters, Dr. Schim van der Loef, schreef en waar die gebleven zijn. Het zal gaan over beperkingen een waar leerboek psychiatrie. van hedendaagse diagnostiek en over ethisch denken in In ons museum van de psychiatrie vind je allerlei sporen ons vak. De betekenis van beeldvormende technieken zullen van het verleden; over de zorg, de dagstructuur, de behanniet onbesproken blijven en evenmin de ontwikkelingspsydeling, de opleiding…… chologie van het hedendaagse kind naar volwassenheid. De Het zijn die gekende en ongekende voorgangers die dag zal afgesloten worden met twee meer beschouwende hun steentje hebben bijgedragen aan het rijpingsprolezingen over de materiële en de geestelijke aspecten van de ces voor de start van een opleiding psychiatrie. Willem psychiatrie en uiteindelijk over de ziel. In oorsprong was de Verhoeven uit het Academisch Ziekenhuis Utrecht werd psychiatrie het specialisme van zenuw- en zielsziekte. bereid gevonden de hoofdopleider te worden. Samen met hem, de opleidingsgroep en vele andere Via www.congresscare.com kun je nadere medewerkers en zeker informatie niet te vergeten krijgen over het symposium. de verpleging, de Dat deze dag een voortzetting moge wortherapeuten maar den van een opleiding met een opleidings2010 ook de patiënten en klimaat dat een plaats voor professionele hun familie werd aan groei van vele toekomstige psychiaters . ts ch direct re tie ca e gaat u ees/e.a. nde. Dez gsweg tot de lo reiken. d/Maash ordie de roto an be n No opleiding gestalte en andere medisch specialisten moge te eg aa ay l t to Venr kape af to e de Afslag 8: meteen rechts uw rechterzijd om de St. Anna Venray. dan lgen t u aan links en rden voEen van onze erna zie bo Hi . de gegeven. zijn. Met elkaar zijn we een “learning u eerst er op eekt u ov aanwijzingen chts. onde st catie direct re kunt u de s/e.a. tot de lo e gaat u ee rvolgens eg ez sh w D aa gs e. M belangrijkste leermeesorganisation”. Een organisatie steeds ord/ rotond toegan nray No ijde de t aan de rechterz slag 8: Ve rijdt u door to nray. Af u aan uw rden volgen. en ). ray t linksaf erna ziet op n art rond e zijn zelf, onderweg. de bo de patiënten kw V rie at u eers eekt u over. Hi ters n (d in ge st u linksaf lichten volgt nwijzin leerden rotonde u de aa en, gaat op r ns kunt ngekom ingel. Bij de st hoogge rechtdoo e nray aa u weer Vervolge ond: d ts Ve id at die tegelijkertijd ons es e n in ga W e a h g tie tond uisin op de Helm Dag v elegen Bij de ro af. U bent nu ende kr weg tot de loca hoven/ ks /Venray. gs . De volg m ter g toegan g Deurne en gaat hier lin u direct rechts nodig hebben om te kunNamens de symposiumcommissie: sing is de en nde ymposiu S lg . nde gaat ks na de krui to de roto vo estaan ro en b rd or. Bij de ). De 1 weg lin op de bo 1-jarig echtdo 2 on t n. e ijzingen rlo ge h ve nw en -O aa n br te Frank van der Heijden, Jos Egger, va Centrum gens kunt u de nen herstellen locatie of om hun iatrie ol u naar de gel. Verv en of Venlo: g psych zet om eg ssen inge andere pleidin o via Nijm den bu “way of life” te vinden Frans van Ool, Alphons van Nispen tsen en met or ar w , ay en nr sycholog ation Ve en gz-p , neuroinisch-bepaalde kl een beperking. tot Pannerden n, ge elin oep ) opleid
en n e d e h n, Verlede in de st toekom r i e at i h c y s p
e
(oud aters en en. resseerd
P) bij: ditatie evraagd Psychiatrie (NVv GZP) is aang (F ng voor editatie ologen n. Verenigi idszorgpsych r persoo he erlandse nd R 125 pe n Gezo aagt EU sium. eratie va m bedr po . siu m m po sy het sym egang tot het sscare.co me aan .congre to chrijving ld voor deelna , heeft u gratis ender op www ge al nt ijf sk be hr re g sc der elin cong et in plaats on d-opleid hrijven via de restitutie den. sc ien u ou
11 MENTA A L
ON
GEGROND GGZ Noord- en Midden-
Limburg heeft een Klachtencommissie voor Cliënten op grond van de
Ad Burgmans verzorgt deze rubriek in opdracht als jurist van ADJUST juridisch advies.
KLACHT De heer B heeft een klacht ingediend tegen het besluit van GGZ Noord- en Midden-Limburg om hem gedwongen te ontslaan uit de behandelafdeling waar hij was opgenomen.
Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) en de Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ). Een cliënt of degenen die optreedt namens de cliënt kan een klacht indienen bij deze commissie als hij of zij bezwaar heeft tegen een gedraging van een medewerker of een handelwijze van de instelling jegens de cliënt of tegen een beslissing met betrekking tot de behandeling of begeleiding die gevolgen heeft voor de cliënt. De commissie verklaart de klacht gegrond of ongegrond en brengt haar oordeel ter kennis van de Raad van Bestuur die vervolgens maatregelen kan treffen. 1 2 M E NTA A L
Relevante feiten B, een 32-jarige man, is een chronische patiënt die al ruim 18 jaar regelmatig bij de GGZ onder behandeling staat. Uit de voorgeschiedenis blijkt dat dit altijd een moeizaam proces is geweest. Er ontstonden voortdurend problemen als hij de voorgeschreven antipsychotische medicatie niet innam met als gevolg ernstige overlast voor anderen. Daardoor is hij noodgedwongen vaak overgeplaatst en zijn pogingen tot zelfstandig wonen mislukt. Sinds maart 2009 is hij opgenomen op Intensief 1, een gesloten afdeling van de Langdurige Zorg. Het was een vrijwillige opname. Hij heeft ingestemd met de behandelovereenkomst, waarin het innemen van antipsychotische medicatie als voorwaarde voor opname is gesteld. Dit liep echter na korte tijd mis. Toen hij in juni 2009 wegens een psychose dreigde te decompenseren is een RM aangevraagd en verkregen om hem via dwangbehandeling met antipsychotica te kunnen behandelen. De psychose verdween snel naar de achtergrond, waardoor een gedwongen toediening van medicatie niet langer aan de orde was. Hij wilde naar een open klinische setting, maar vanwege zijn voortdurend vijandige en asociale gedrag kwam hij daarvoor niet in aanmerking. B weigerde daarna alle medewerking aan het behandelplan. Hij ging op de afdeling zijn eigen gang en vermeed het contact met medepatiënten en behandelaars. Toen hij in september weigerde aan een behandelevaluatie deel te nemen, is hem door de behandelleider meegedeeld dat de klinische behandeling zou stoppen. Hij zou hulp krijgen bij het vinden van woonruimte in de particuliere sector. Maar B heeft zich bij het vinden van woonruimte volledig passief opgesteld en het reële aanbod dat hem werd gedaan, afgewezen. Vanwege deze weigerachtige houding om op constructieve wijze mee te werken, is een gedwongen ontslagprocedure opgestart. Verweer Tijdens de hoorzitting zei B dat hij in behandeling wil blijven bij GGZ NML en in aanmerking wil komen voor een appartement. Hij wil naar een open klinische setting om van daaruit begeleid te worden naar zelfstandig wonen. Volgens hem zit hij nu niet op de goede afdeling. Hij is het niet eens met het ontslag, omdat hij niet uitbehandeld zou zijn. Zijn wens voor overplaatsing naar een open klinische setting zou nooit met hem besproken zijn. Tegenverweer De verweerder gaf tijdens de hoorzitting aan dat B wellicht niet uitbehandeld is, maar dat hij consistent elke vorm van medewerking aan
Bij gedwongen ontslag gooi je als het ware de handdoek in de ring. De instelling beëindigt eenzijdig de behandeling, omdat de patiënt weigert aan het behandelplan en aan ieder ander reëel plan mee te werken.
behandeling geweigerd heeft. Hij gebruikte zijn verblijf binnen GGZ NML als een soort hotelvoorziening, terwijl de afdeling is bestemd voor behandeling van intensieve zorg en behandeling. Daarom is voor hem de opname niet langer geïndiceerd. Een open klinische setting is niet haalbaar vanwege de ontoelaatbare druk die B zou leggen op medepatiënten. Beoordeling van de Commissie De Commissie acht voldoende bewezen dat klager weigert aan iedere vorm van behandeling op de afdeling mee te werken. Dan vervalt de indicatie voor intensieve klinische behandeling. Het psychiatrisch ziekenhuis is immers geen hotel. Ook een open klinische setting acht de Commissie niet geïndiceerd, omdat dit in het verleden op niets is uitgelopen. De behandeling kan eventueel poliklinisch worden voortgezet. Uit de stukken blijkt dat de instelling zich voldoende heeft ingespannen om met de patiënt een behandelrelatie aan te gaan. Verder is aan klager tijdig meegedeeld onder welke voorwaarden een verblijf in het ziekenhuis kon worden voortgezet en dat ontslag zou volgen als hij niet aan de voorwaarden zou voldoen. De Commissie stelt vast dat de instelling aan klager hulp heeft aangeboden bij het vinden van een geschikte woonruimte. De afwijzing van het aanbod is geheel voor eigen risico van de klager en kan de instelling niet worden aangerekend. Uitspraak De Klachtencommissie verklaarde de klacht van de heer B dat hem ten onrechte een gedwongen ontslag is aangezegd voor ongegrond.
Commentaar Bij gedwongen ontslag gooi je als het ware de handdoek in de ring. De instelling beëindigt eenzijdig de behandeling, omdat de patiënt weigert aan het behandelplan en aan ieder ander reëel plan mee te werken. Volgens de wet “kan de hulpverlener, behoudens gewichtige redenen, de behandeling niet opzeggen” (WGBO, artikel 460 boek 7 BW). Bij de behandeling van de wet in het Parlement is als voorbeeld van ‘gewichtige redenen’ o.a. genoemd een verstoring van de vertrouwensband als gevolg van ernstige meningsverschillen over de behandeling. In deze casus is al lang sprake van een verstoorde relatie. Het gedwongen ontslag is volkomen terecht. Het is eerder verwonderlijk dat de instelling met een dergelijk patiënt zo lang is doorgegaan, terwijl de weigering tot meewerken aan de behandeling al vele jaren een gegeven was. Men heeft nauwgezet het protocol tot gedwongen ontslag gevolgd, zoals neergeschreven in het CODO Regle-ment. Er is sprake van zorgvuldig handelen, waarbij de rechten van de patiënt voldoende zijn gewaarborgd. De casus maakt echter duidelijk, dat men moeite heeft tijdig grenzen aan de hulpverlening te stellen. Vanuit perspectief behandelaar; door M.Ch. Doorakkers, psychiater/eerste geneeskundige GGZ NML Op 8 januari wordt de heer B "op sociale indicatie, het vriest 10 graden en hij zwerft langs de straat" door de crisisdienst op het noodbed gelegd "voor het weekend". Ondanks harde afspraken met de heer B besluit cliënt niet met ontslag te gaan en de situatie herhaalt zich. Alleen nu bij een andere divisie en op een andere afdeling. Gedwongen door gedragsstoornissen moet bij het ontbreken van een toestandsbeeld wederom gekozen worden voor een gedwongen ontslag met nazorg door bemoeizorg. Een weinig bevredigende en onelegante benadering van een moeilijk te hanteren probleem.
13 MENTA A L
GEWELD NAAR KINDEREN MOET STOPPEN! Het terugdringen van kindermishandeling staat hoog op de politieke agenda. M.i.v. 2011 zijn alle instellingen die beroepshalve te maken hebben met kinderen en/of ouders wettelijk verplicht een meldcode kindermishandeling te hebben en na te leven. GGZ Nederland heeft al haar leden opgeroepen actief met de ontwikkeling en implementatie van deze meldcode aan de slag te gaan. Binnen GGZ Noord- en Midden-Limburg is hiertoe een werkgroep in het leven geroepen die zich onlangs gepresenteerd heeft tijdens de startbijeenkomst ‘Meldcode kindermishandeling’. Kinderen van ouders met psychiatrische en/of verslavingsproblematiek bevinden zich namelijk in een kwetsbare positie en lopen verhoogde risico’s op kindermishandeling. Uitgangspunt bij de meldcode kindermishandeling is dat een GGZ-hulpverlener van een cliënt met kinderen niet alleen verantwoordelijk is voor adequate hulp aan de cliënt, maar ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid draagt om onnodige schade aan diens kinderen te voorkómen. De meldcode moet de hulpverlener ondersteunen bij het nemen van deze verantwoordelijkheid. Vanuit de overheid is de boodschap heel duidelijk: geweld naar kinderen moet stoppen! Het berokkent enorme schade in levens, van kinderen, maar ook van ouders. Jaarlijks blijken ongeveer 107.000 tot 170.000 kinderen slachtoffer te worden van kindermishandeling. In iedere klas van 30 kinderen minstens 1 kind! En dan gaat het
1 4 M E NTA A L
nog alleen om de gemelde kinderen. “Heel goed dat tijdens de startbijeenkomst van 7 december jl. afbeeldingen van kindermishandeling getoond zijn. Het zijn meestal alleen de artsen die de lijven van de kinderen zien. De meeste mensen kunnen zich niet voorstellen hoe een lichaam van een kind eruit kan zien met plekken van
Kindermishandeling is bijna synoniem aan machteloosheid, zowel voor ouders als voor de omgeving.
fysieke mishandeling”, zo vertelt Marleen Faber. Marleen is coördinator van het KOPP/KVO-preventieprogramma. “Ik ben blij dat er nu iets gaat gebeuren. Het maakt me heel enthousiast”. Ook Renée Talma, juriste bij GGZ Noord- en MiddenLimbrg, heeft zitting in deze projectgroep. Ze vertelt: “De meldcode kan hulpverleners ondersteunen in het omgaan met lastige situaties die ze op hun bord krijgen. De meldcode geeft richtlijnen hoe te handelen. De code adviseert een aantal stappen die je kunt doorlopen. Binnen GGZ Noord- en Midden Limburg is een stroomschema opgesteld (Zorg voor kinderen van cliënten), die tijdens de startbijeenkomst is uitgedeeld en toegelicht. Hierin wordt een onderscheid gemaakt naar preventieve zorg: wat moet je als hulpverlener in ieder geval t.a.v. kinderen van cliënten nagaan. Daarnaast is er een stappenplan in het geval dat je denkt dat er enige zorgen zouden moeten zijn over het welzijn van een kind. En als laatste een plan voor als je echt het vermoeden hebt van kindermishandeling. Vele hulpverleners zijn gebonden aan een beroepsgeheim. Cliëntinformatie kan dus nooit zomaar uitgewisseld worden”. Marleen vult aan: “In sommige situaties is het wel mogelijk om zonder toestemming informatie te verschaffen. Uiteindelijk staat het belang van het kind voorop. De meldcode maakt hulpverleners hier ook bewust van.” Renée: “Als je weet hebt van situaties van kindermishan-
deling en je doet daar niets aan, kan je onzorgvuldig handelen verweten worden.” Renée vervolgt: “Op grond van de Wet op de Jeugdzorg is er een bepaling die zegt dat je een meldrecht hebt. Dit houdt o.a. in, dat wanneer je een redelijk vermoeden hebt van kindermishandeling, dat je dat mag melden aan Bureau Jeugdzorg, óók als jouw cliënt daarvoor geen toestemming geeft. Daarnaast kan er in bepaalde omstandigheden sprake zijn van een zogenaamd conflict van plichten. De plicht om het beroepsgeheim te handhaven komt dan in conflict met een andere plicht, namelijk om schade voor het kind te voorkomen. Dit betekent dat de hulpverlener die een vermoeden van kindermishandeling heeft in bepaalde gevallen zijn beroepsgeheim opzij mag zetten als dat nodig is om het belang van het kind te behartigen. Derden kunnen dan worden ingelicht.” Marleen: “Kindermishandeling gaat me aan mijn hart. Tijdens mijn opleiding liep ik stage in een behandelingstehuis. Ik moest een groep kinderen onder de douche begeleiden. Daar zat een kind van zes jaar bij. Hij had strijkboutplekken op zijn rug. Dit beeld raak ik nooit meer kwijt. Zo’n klein mannetje en dan met zo’n grote plekken van de strijkbout op zijn rug.”. Marleen vervolgt: “Ik zie een hoop machteloosheid in gezinnen, zeker als psychiatrische problemen bij ouders een rol spelen. De kunst is om te leren begrijpen dat het
15 MENTA A L
SPREKEN... TENZIJ
Marleen Faber (l) en Renée Talma ook voor de vader of moeder een ramp is als ze hun kind fysiek of emotioneel mishandelen Ik ken geen enkele ouder die daar trots op is of bewust zijn/haar kind mishandelt”. Marleen: “De grootste angst van ouders is vaak het idee dat kinderen uit huis gehaald kunnen worden omdat ze een slechte invulling geven aan het ouderschap. Veel cliënten binnen de GGZ zullen dan ook in de spreekkamers van de hulpverlening niet over hun kinderen of de invulling van hun ouderschap praten. Voor de hulpverlener ligt daar een belangrijke, maar ook ingewikkelde taak. Een stappenplan kan daarbij behulpzaam zijn.”
Renée: “Er is op landelijk nivo ervoor gekozen om de uitgangspunten in de code anders te benoemen, omdat voorkomen moet worden dat hulpverleners onnodig terughoudend zijn bij het uitwisselen van informatie. Door het uitgangspunt ‘zwijgen… tenzij’ te wijzigen in ‘spreken… tenzij’ wil men meer bekendheid geven aan het feit dat in bepaalde omstandigheden wel gemeld kan worden. Als hulpverlener kun je in bepaalde gevallen dus een melding doen, maar je moet wel aan bepaalde criteria voldoen. Hierover kan overleg worden gevoerd met Marleen en/of Renee.” In 2010 zal er een rondgang plaatsvinden naar alle teams van GGZ Noord- en Midden- Limburg om de meldcode toe te lichten en dilemma’s te bespreken. Deze rondgang gaat gepaard met Elmo. Elmo is een figuur uit Sesamstraat die vooral lastige vragen stelt. Elmo's vraag: ”En…hoe gaat het met de kinderen” zal tijdens het implementatietraject centraal staan. Ook zal nog een informatieklapper geschreven worden die op iedere afdeling komt als het gaat om zorg voor kinderen van cliënten, met meldcode, stroomschema’s en toelichting. De start is gemaakt. Eleän Mulder-Verleg
1 6 M E NTA A L
PSYCHIATRISCH CENTRUM SAHABAT KITA, INDONESIË Psychiatrische zorg in Indonesië wordt vaak nog sterk bepaald door tradities. Psychisch zieke mensen worden soms thuis opgesloten zonder enige deskundige begeleiding, of ze gaan naar een plaatselijke genezer die met magie probeert de zieke te behandelen, meestal zonder resultaat. Vaak worden ze door de familie verstoten. Ze belanden op straat, zonder sociaal vangnet en proberen als zwerver te overleven. Ze hebben geen geld om zich te laten opnemen en behandelen in een professionele psychiatrische kliniek. Daarvan zijn er in Indonesië veel te weinig. Momenteel zijn er slechts 10.000 bedden voor een totale bevolking van 200 miljoen mensen. De Broeders van Liefde, die in 2007 hun 200-jarig bestaan hebben gevierd, hebben bijna een eeuw lang een nauwe band gehad met de psychiatrie in Venray en hebben aan de basis gestaan van huidige GGZ Noord-Limburg. Zij zijn nu weg uit Venray, maar nog steeds erg actief in onderwijs en psychiatrie elders in de wereld. Een kleine kloostergemeenschap van de Broeders van Liefde heeft zich het lot van chronisch psychiatrische zwervers aangetrokken in Purworejo (Java, Indonesië). Uitbreiding Centrum Het project ‘Sahabat Kita’ (huis van de vrienden) werd vijf jaar geleden gestart met 12 patiënten. Onlangs is dit centrum uitgebreid zodat er een ‘thuis’ ontstaat voor ruim 30 verstoten psychiatrische patiënten aan wie zorg en behandeling wordt geboden, zodat zij uiteindelijk weer zelfstandig in de maatschappij kunnen functioneren. Deze nieuwe uitbreiding omvat enkele patiëntenkamers, een spreekruimte, een apotheekruimte, een keuken, refter en een recreatieruimte. De ruimtes zijn echter leeg. Er zijn geen meubilair, bureaus en bedden, en er zijn nog geen medische voorzieningen. Vastenactie Enkele oud-medewerkers van GGZ Noord-Limburg, de Commissie Missie-Ontwikkeling-Vrede (MOV) van het dekenaat Venray, GGZ NML en de stichting voor ontwikkelingssamenwerking van de Broeders van Liefde (Caraes), zijn gestart om geld voor de verdere inrichting van dit kleinschalige psychiatrische centrum bijeen te krijgen. Dit gebeurt onder meer door middel van de
vastenactie 2010 in Venray. Om u verder hierover te informeren zal op donderdag 11 maart om 15.00 uur in ‘Le Tambourin’, Servaashof, Stationsweg in Venray, de heer Prakash Goossens, directeur internationale projectontwikkeling van de Broeders van Liefde, een PowerPointpresentatie geven over dit psychiatrisch centrum. Dit zal worden voorafgegaan door een korte film over het werk van de broeders van liefde in de GGZ. Iedereen wordt hiervoor van harte uitgenodigd.
17 MENTA A L
DE KRACHT VAN CONSUMERRUN
Marleen D. is een vrouw van middelbare leeftijd. Zij draagt een bril en heeft kort zwart haar. Marleen is een ervaringsdeskundige en werkt als vrijwilligster bij restaurant Le Tambourin van GGZ NML. Ans Versteegen, activiteitenbegeleider GGZ NML, die haar betitelt als haar niet te missen rechterhand in Le Tambourin, schuift bij het gesprek aan. Inzetten deskundigheid Marleen zet haar deskundigheid in binnen Le Tambourin. Samen met drie andere vrijwilligers werkt zij daar twee middagen per week. Voorheen was Le tambourin op deze middagen gesloten. Zij werkt als vrijwilligster en haalt haar voldoening uit het samen bezig zijn. Marleen: “Samen met de drie andere begeleiders proberen we het gezellig te
1 8 M E NTA A L
maken voor gasten. Ik heb vroeger vaker in restaurants gewerkt, maar dat was lichamelijk veel te zwaar. Binnen Le Tambourin is het heel goed te doen. Pas heeft er een symposium binnen GGZ NML plaatsgevonden. Hieraan hebben wij vanuit het consumerrunproject ondersteuning geboden. Naar de gasten toe treed je op als één horecateam. Een hele fijne ervaring”.
Geestelijk ziek zijn maakt mensen nooit minder goed.
Inloopprojecten Er is momenteel een aantal inloopprojecten. ’t Huukske is het eerste consumerrun-traject dat is opgezet. Consumerrun betekent vrij vertaald ‘cliëntgestuurd’. Ans: “Binnen GGZ NML spreken we liever van ‘Door en voor cliënten’. En daar zit meteen de kern: de vrijwilligers zijn op die plek aan het werk waar ook andere cliënten zijn. Met het opzetten van een project is de begeleiding er intensief bij betrokken. Maar naarmate de tijd vordert, trek je je als begeleiding zoveel mogelijk terug: ondersteuning met de handen op de rug, zoals wij dat noemen. Tussen de cliënten onderling is er veel begrip. Als mensen niet lekker in hun vel zitten, geven ze elkaar meer ruimte. Ze lossen dat samen op, daar kom ik niet eens tussen”. 't Huuskse bestaat nu drie jaar. Een ander project van consumerrun is de openstelling van Le Tambourin op twee middagen van 14.00 – 20.00 uur, waarmee ze in september 2009 gestart zijn. Marleen is hier dus één van de vrijwilligers. Het derde project is deze maand van start gegaan in flat 8. Flat 8 bestaat uit 24 appartementen. Eén hiervan is niet bewoond. Deze heeft de functie van inloop gekregen. Ans: “Ze proberen al een jaar lang mensen naar de Inloop op flat 8 te krijgen. Maar tot nu toe is dat weinig succesvol gebleken. Een HBO-stagiaire heeft er haar afstudeerproject van gemaakt. Haar plan omvat het inzetten van medecliënten in de Inloop van flat 8 in plaats van betaalde krachten. Dus je werkt van binnen naar buiten, en niet van buiten naar binnen. De drempel voor de bezoeker wordt hiermee verlaagd. Voor de gemiddelde cliënt betekent dit, dat daar niet over therapieën gesproken wordt, dat er niet geobserveerd wordt, en dat er niet over behandelen gesproken wordt. Even niets m.b.t. GGZ-zorg. Mensen voelen zich dan vaak vrijer en kunnen zichzelf zijn. Het blijkt inderdaad te werken: de eerste dag zijn er 9 cliënten (van de 21) op bezoek geweest. Dit is de kracht van consumerrun”! De computerwerkplaats is ook een consumerrunproject en is gehuisvest in het DagActiviteitenCentrum (DAC). De vrijwilligers die daar werken, hebben allemaal op de een of andere manier een lijntje met de GGZ. Zij zetten hun deskundigheid in voor andere cliënten: door en voor cliënten. Zij runnen de computerruimte. Ans: “Onze begeleiding
speelt zich af op de achtergrond en beperkt zich tot het faciliteren van zaken: zorgen dat er computers zijn, dat deze het doen, en de ruimte beschikbaar stellen. Wij zijn slechts per telefoon bereikbaar. Ieder project heeft zo zijn/haar eigen begeleiding.” Momenteel werken ongeveer 40 tot 50 vrijwilligers in de consumerrun-projecten. Toekomstperspectief Ans: “We gaan in Le Tambourin proberen een opstap te maken met het aanbieden van een horecaopleiding aan mensen van het consumerruntraject. We willen mensen niet bij het hier en nu laten, maar ook een toekomstperspectief bieden. Het verkregen certificaat moet een erkenning geven in de maatschappij en het bedrijfsleven. Het zal een aangepaste horecapleiding worden, omdat met competenties gewerkt gaat worden. Hierin hebben we een samenwerkingsverband met de NLW-bedrijven. Zij werken al langer met aangepaste opleidingen en hebben contacten met het ROC. Uiteindelijk is het de bedoeling om mensen een tweede kans te bieden. Regelmatig zijn ex-cliënten niet welkom in een reguliere baan. Dit brengt voor de ex-cliënt een stuk onzekerheid en veel teleurstellingen met zich mee.” Terugvallen Marleen is totaal niet bang om terug te vallen. Marleen: “Ik heb veel geleerd en veel zelfvertrouwen gekregen. Jammergenoeg hebben mensen vaak een vooroordeel over de GGZ. Ik kan me voorstellen dat ik en andere mensen die opgenomen zijn (geweest), moeite hebben om een reguliere baan te vinden. De opstap is voor ons veel hoger. Mensen snappen vaak een geestelijke ziekte niet. Maar geestelijk ziek zijn maakt mensen nooit minder goed”. Doel Wat is je uiteindelijke doel? Marleen: “Met veel plezier werken. Ik werk nu nog als vrijwilliger. De druk is minder hoog. Eigenlijk wil ik te zijner tijd een stap richting de 'gewone' maatschappij maken. Op een leuke manier je eigen inkomen verdienen. Dat is mijn uiteindelijke doel”. Eleän Mulder-Verleg
19 MENTA A L
JE OUDE DAG IN EEN NOSTALGISCH GEBOUW Begin december 2009 hebben wij op de locatie Noordsingel aan de Krekel het gebouw Bernard weer tijdelijk in gebruik genomen. Bernard omvat twee units met elk 20 plaatsen. Een unit wordt bewoond door cliënten die op latere leeftijd geconfronteerd werden met psychiatrische problematiek, bijvoorbeeld dementie, Alzheimer of andere niet-aangeboren hersenaandoeningen of cognitieve stoornissen in combinatie met somatische problematiek. Zij zijn hierdoor niet meer in staat om zelfstandig te wonen. Voor deze doelgroep, de psychogeriatrie genoemd, wordt momenteel aan een nieuwe voorziening gedacht op het terrein van het Vincentiusterrein. De tweede unit wordt bewoond door bewoners met een chronische psychiatrische problematiek die al een langere tijd binnen de GGZ verblijven. Voornamelijk bewoners van Den Heuvel en Vincentiushuis vinden hier hun woonplek. De bewoners afkomstig van Den Heuvel zijn de zogenaamde “vergeten groep”; bij de planning en de inhuizing van de nieuwbouw was er voor deze cliënten geen plaats meer. Het merendeel van deze cliënten zullen worden voorbereid voor het groepsmatig begeleid wonen in reguliere of aangepaste woningen in Venray. Binnen Bernard willen we de bewoners warme zorg en aandacht geven. De behandeling zal vraaggericht zijn en aansluiten bij de beleving van de bewoner. Bernard is een tijdelijke woonplek in afwachting van nieuwbouw aan de Heuvelstraat ter vervanging van het huidige Vincentiushuis. Bij het gereedkomen van deze nieuwbouw zal een aantal bewoners hier hun woonplek vinden, terwijl een ander deel van de bewoners zal overgaan naar een extramurale woonvorm in kleinschalige wooneenheden. Wij weten dat het oude gebouw voor- en nadelen kent. Wij, de bewoners en de begeleiding, ervaren het gebouw als warm, huiselijk en sfeervol. De grote mooie tuin en de formidabele ligging in de parkachtige omgeving bieden in deze winterse tijd een prachtig uitzicht. Maar ook in de zomer, wanneer alles groen is en in bloei staat, zullen we volop van de ruime tuin en de omgeving kunnen genieten. Het vraagt onze creativiteit om om te gaan met de beperkingen in mobiliteit omdat het gebouw twee verdiepingen kent. Maar aan de andere kant daardoor ook een zee van ruimte wat voor onze bewoners hun leefruimte weer volop vergroot. Joep van Eijk
2 0 M E NTA A L
TOEKOMST PIT MET KNIPOOG NAAR VERLEDEN Jaarlijks organiseert een van de Limburgse instellingen, om toerbeurt, een thema dag voor alle PIT verpleegkundigen uit de regio. Deze keer was GGZ Noord- en Midden-Limburg aan de beurt. PIT staat voor Psychiatrische Intensieve Thuiszorg en kenmerkend hierbij is dat gedurende 3 tot max. 6 maanden behandeling bij cliënten thuis plaatsvindt. Uitgangspunten/doelen zijn vooral het voorkomen en/of het verkorten van klinische opnameduur. Daarnaast biedt PIT ondersteuning, in breedste zin, bij ambulante behandeling. Na de nodige voorbereidingen is op 5 november jl. de Regionale PIT-dag georganiseerd met als thema: ‘Toekomst PIT met een knipoog naar het verleden’. Ongeveer 55 PIT-ters zijn in de Kapel op locatie Stationsweg verwelkomd. De dag werd geopend door dhr. G. Derks, lid Raad van Bestuur, die in een korte uiteenzetting zijn visie weergaf over het toenemend belang van het ambulante werken. Daarna werd het gezelschap afgehaald voor een rondleiding door het museum,zoals altijd met veel enthousiasme en kennis verzorgd door de museumcommissie; leuk detail was dat verscheidene gast-pitters een behoorlijk Venray’s verleden kenden, zij het vanuit de ‘oorspronkelijke' B-opleiding, dan wel werksgewijs of via vervolgopleiding. Menige anekdote werd uitgewisseld en/of vergeleken met de huidige situatie. De middag stond in teken van inhoud en toekomst; de heer Paul KleinTuente, locatiemanager RCG Venlo, opende met een lezing over positionering van PIT zoals
die de laatste jaren gefunctioneerd heeft en hoe deze mogelijk binnen de zorglijnen ingebed gaat worden. Vervolgens zijn we aan de hand van aantal stellingen aan de slag gegaan: • PIT overleeft enkel bij specialisatie’; • ‘nieuwe ambulante zorgvormen maken PIT overbodig’ • ‘gemis aan professionele identiteit betekent ondergang van PIT’. De middag werd door dhr. Hans Hendrikx, manager Medische Zorg, die onder het motto van ‘Survival-ofthe-Pittest’ zijn visie gaf over de functie PIT binnen de toekomstige organisatie (Zorglijnen) van de RCG’s binnen GGZ NML. Speciale dank gaat uit dhr. Paul Doorenbosch die als dagvoorzitter op uitstekende wijze de thema’s heeft ingeleid en het programma door de dag heeft geleid. Ties Claessens en Wilma van Eijk
BESCHRIJVING BIJEENKOMST CODE KINDERMISHANDELING Op 7 december 2009 vond in het Theehuis Odapark in Venray de startbijeenkomst plaats van de meldcode Kindermishandeling. In een door zo’n 70 medewerkers goed gevulde zaal openden Guus van Loenen, voorzitter van de werkgroep Meldcode Kindermishandeling en Geert Derks, lid Raad van Bestuur, de bijeenkomst. Daarna volgden drie lezingen door deskundigen. Hans Jansen, kinderarts bij de Mutsaersstichting, ging in op zichtbare en minder zichtbare signalen van kindermishandeling. Nense Coebergh, vertrouwensarts bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) in Noord-Limburg, het voormalig Bureau Vertrouwensartsen, gaf een toelichting op de procedure die wordt gevolgd wanneer een hulpverlener een vermoeden heeft van kindermishandeling en contact opneemt met het AMK. Rose Marie Doppegieter, juridisch adviseur en voormalig jurist van de KNMG, besprak de juridische aspecten rondom het melden van kindermishandeling evenals de consequenties van de meldcode kindermishandeling voor hulpverleners. Marleen Faber van de werkgroep Meldcode Kindermishandeling lichtte toe hoe de werkgroep de meldcode verder onder de aandacht zal brengen van de medewerkers van GGZ NML en Guus van Loenen sloot de bijeenkomst af. Lees meer over dit onderwerp in het artikel ‘Geweld naar kinderen moet stoppen!’ op pagina 14.
21 MENTA A L
Uitgeverij De Bezige Bij, 576 bladzijden; ISBN 9789023440598
WETENSCHAP
JARL ESCHAUZIER
GEK, SLECHT EN DROEVIG’ VAN LISA APPIGNANESI Lisa Appignanesi, directeur van het Freud museum in Londen, heeft een ouderwets onoverzichtelijk boek geschreven, ‘Gek, slecht en droevig’ genaamd. Ze stapt hiermee in een lange traditie van mensen die de psychiatrie erg interessant vinden en er graag hun zegje over willen doen. Dat dit niet altijd een goed idee is, wordt door dit werkje ruimschoots bewezen. Eigenlijk is ‘werkje’ niet het goede woord, want het boek telt maar liefst 575 pagina’s. Dat is geen aanbeveling in deze jachtige tijden. Waar gaat het boek over? Over vrouwelijke patiënten in de psychiatrie vanaf het einde van de 18e eeuw. En hierover weet Appignanesi best interessante zaken te vertellen. Vooral de levensgeschiedenissen van beroemde vrouwen zoals Virginia Woolf of Zelda Fitzgerald zijn erg de moeite waard. Ik denk dat het een beter (en dunner) boek was geworden als Appignanesi zich hiertoe had beperkt. Helaas wilde ze ook de geschiedenis van de psychiatrie beschrijven en haar overwegingen hierbij. Dit leidt tot weinig spectaculaire standpunten zoals (pag. 15): ‘Omvat wat wij tegenwoordig een geestelijke stoornis noemen, onderhand misschien meer of iets anders dan in de tijd waarin ik opgroeide, in de vorige eeuw, die nu al zo lang voorbij lijkt, om het over de eeuw daarvoor nog niet eens te hebben?’ Aan het einde van het boek volgt dan nog een aanklacht tegen de groeiende invloed van de farmacie. Een beetje zoals dat in ‘de depressie-epidemie’ gebeurt, maar dan minder origineel en minder goed met feiten onderbouwd. Het geheel maakt uiteindelijk een nogal onevenwichtige
2 2 M E NTA A L
indruk, waarbij de grenzen tussen feiten en opvattingen, heden en verleden, langzaam vervagen. Zoals in haar commentaar op het besluit van de Britse overheid om het aantal klinisch psychologen uit te breiden ter behandeling van de steeds maar toenemende groep mensen met een depressie (pag. 527): ‘Dit is alleen maar goed: over het algemeen zijn de meeste soorten gesprekstherapie veel en veel beter dan lichamelijke behandelingen als een insulineshock of lobotomie, met hun sadistische inslag.’ Dat ze verwijst naar ‘informeel onderzoek’ (pag. 538) of gegevens introduceert als ‘informatie van het type… (pag. 15), maakt het er allemaal niet overzichtelijker op. Voor mensen die zich graag in de geschiedenis van de psychiatrie verdiepen zijn er veel andere en betere boeken geschreven. Bijvoorbeeld ‘Asylums and after: a revised history of the mental health services from the early 18th century to the 1990s van Kathleen Jones of het zeer goede ‘A history of clinical psychiatry: The origin and history of psychiatric disorders’ van Berrios en Porter. Na het lezen van deze versie van de geschiedenis van de psychiatrie overheerst de hoop dat het papier gerecycled is.
INFORMATIECENTRUM GEESTELIJKE GEZONDHEID
HET HEBBEN VAN SCHIZOFRENIE KAN AANVOELEN ALS EEN ACHTBAAN Schizofrenie kent vele verschillende signalen en symptomen en ze komen, afhankelijk van het individu, voor in verschillende combinaties en mate van hevigheid. Mensen kunnen positieve, negatieve en cognitieve symptomen hebben. Positieve symptomen zoals het zien, ruiken of horen van dingen die er niet zijn, negatieve symptomen zoals weinig motivatie, vrijwel geen emotie en het terugtrekken van de sociale omgeving met vrienden c.q. familie. Tot slot de cognitieve symptomen zoals een verwarde gedachtegang, allen horen deze in verschillende mate bij schizofrenie. In het Handboek Schizofrenie “Ontdek je eigen weg, hulp en advies voor iedereen die te maken krijgt met schizofrenie” wordt in begrijpelijke taal de aandoening in al zijn aspecten beschreven. Het boek richt zich met name op de cliënt en diens omgeving en is gratis verkrijgbaar bij het informatiecentrum.
Wegwijs Het Informatiecentrum is er voor iedereen die vragen heeft of informatie wil over geestelijke gezondheid(szorg) in zijn algemeenheid en GGZ NML in het bijzonder. Heeft u een vraag of verzoek, neem gewoon een keer contact met ons op. Nieuwsgierig geworden? Wandel dan vrijblijvend bij ons binnen, u bent van harte welkom! Informatiecentrum Geestelijke Gezondheid Stationsweg 46, 5803 AC Venray Centraal telefoonnummer 0478 - 527066 e-mail
[email protected] Openingstijden locatie Venray Maandag t/m vrijdag 9.00 tot 12.00 uur en 13.00 tot 16.00 uur Bezoekadres Servaashof, Stationsweg 46 Openingstijden locatie Venlo Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 9.00 tot 12.00 uur Woensdag 13.00 tot 16.00 uur Bezoekadres RCG Venlo, Tegelseweg 210
POSTERCAMPAGNE KOPOPOUDERS.NL EN KOPSTORING.NL In week 50 en 51 van 2009 hebben GGZ Noord- en Midden-Limburg, RiaggZuid en gemeente Roermond een postercampagne KOPP/KVO georganiseerd in de gemeente Roermond. In deze weken hebben in bushokjes, in parkeergarages en op driehoeksborden langs de weg posters gehangen van de websites www.kopopouders.nl en www.kopstoring.nl. Daarnaast zijn de posters verspreid onder ketenpartners en openbare ruimtes in de gemeente. De website www.kopopouders.nl is voor ouders met veel stress, psychische en/ of verslavingsproblemen en hun partners. De andere website www.kopstoring. nl is voor de kinderen van deze ouders. Op beide websites is veel informatie en ondersteuning te vinden. Ook hebben kopopouders.nl en kopstoring.nl een interactief aanbod: een forum, e-mailservice en een online cursus in een chatbox. De websites hopen zowel ouders als jongeren ondersteuning te bieden waardoor zij zelf hun situatie bespreekbaar maken, problemen aanpakken en oplossingen zoeken.
23 MENTA A L
WERKCONFERENTIE ALCOHOL- EN DRUGSBELEID:
ONTMOEDIGEN; HOE DOEN WE DAT? Op dinsdag 1 december vond in het Parkhotel in Horst de werkconferentie plaats over het beleid ten aanzien van Alcohol en Drugs binnen onze organisatie. Besproken werd het ontwikkeldocument en er werd gediscussieerd over hoe aan de uitgangspunten handen en voeten kan worden gegeven in de praktijk.
Bestuursvoorzitter Toine van der Sanden opende de middag met het uitspreken van zijn waardering over het feit dat de werkconferentie tot stand was gekomen vanuit een brede samenwerking binnen de organisatie. Verwijzend naar onze zorgvisie bracht hij het dilemma ter sprake dat verbieden niet acceptabel is, gezien de terughoudendheid die GGZ NML wil betrachten waar het gaat om dwang en drang, maar gedogen ook niet. ‘Door te gedogen’, zo stelde hij, ‘schrijf je mensen af, laat je de cliënt met een probleem zitten.’ Maar waar houdt verbieden op en begint gedogen, en andersom? Genoeg stof dus, voor een boeiende discussiemiddag die veel belangstelling trok en enthousiast werd ontvangen. Workshops De middag was opgedeeld in twee workshoprondes. Het uitgangspunt dat verslaving een ziekte is, was voor de meeste deelnemers een belangrijke eyeopener. Dit rechtvaardigt in elk geval het opnemen van de verslavingsproblematiek in het behandelplan. Tijdens de eerste workshopronde werd er gediscussieerd over de inhoud van het ontwikkeldocument. Opvallend was dat men in meerderheid de uitgangspunten onderschrijft en opgelucht is dat het probleem nu instituutsbreed opgepakt wordt. Veel medewerkers benutten de workshoprondes om knelpunten uit de praktijk aan de orde te stellen zoals ‘Hoe zorg je voor voortzetting van het beleid bij een overplaatsing naar een minder gesloten setting?’, ‘Hoe kunnen we zorgen voor meer veiligheid op het terrein?’, ‘Hoe zorgen we voor een passende differentiatie per afdeling en per cliënt?’, en ‘Hoe organiseren we een goede deskundigheidsbevordering?’ De tweede ronde was gericht op het inventariseren van ideeën voor concretisering van de uitgangspunten uit het ontwikkeldocument. Zo werd onder andere geopperd een meldpunt in te richten voor misstanden op het terrein, basistrainingen middelengebruik te realiseren en de afdelingen te scannen op de gewenste deskundigheidsbevordering.
2 4 M E NTA A L
Hoe verder? Naar aanleiding van de bevindingen uit de werkconferentie gaat de kerngroep Alcohol- en Drugsbeleid voortvarend aan de slag. Er is een start gemaakt met de realisatie van een meldpunt voor middelenmisbruik op het terrein. Daarnaast zal voor teams een programma starten voor competentieontwikkeling op het gebied van middelengebruik en verslaving. De kerngroep is bovendien erg benieuwd naar ideeën die er onder medewerkers van GGZ NML leven met betrekking tot het concretiseren van het Alcohol- en Drugsbeleid. De kerngroep zal goede ideeën ‘adopteren’ en ondersteunen in de uitvoering. Mail je suggestie(s!) hiervoor naar Monika Scholten
[email protected]. Onder andere de Mentaal zal u op de hoogte houden van de ontwikkelingen en vorderingen op het gebied van ons Alcohol- en Drugsbeleid.
MIJLPAAL VOOR CLIËNTENRAAD VERSLAVINGSZORG/KORSAKOV
ONDERTEKENING ‘HANDVEST MAASTRICHT’ Op 21 december 2009 ondertekenden dhr. Geert Derks (lid Raad van Bestuur GGZ NML) en dhr. George Grefkens (voorzitter cliëntenraad Verslavingszorg/Korsakov) het zogenaamde ‘Handvest Maastricht’. Het Handvest Maastricht is gezamenlijk ontwikkeld door het netwerk van directeuren Verslavingszorg (GGZ Nederland) en de cliëntenraden Verslavingszorg binnen het Kennisnetwerk “Het Zwarte Gat”. Door de ondertekening van deze overeenkomst is afgesproken dat GGZ NML en de cliëntenraad Verslavingszorg zich gezamenlijk gaan inspannen om het maatschappelijk herstel van cliënten te bevorderen. “Dit is een mijlpaal in de medezeggenschap, aldus George Grefkens. Vooral omdat in het handvest een duidelijke visie op ‘herstel’ van mensen met verslavingsproblemen wordt neergezet, maar ook de ambitie én monitoring om deze visie handen en voeten te geven. De duidelijke erkenning in het handvest van inzet van ervaringsdeskundigheid als derde kennisbron naast wetenschappelijke en professionele kennis in de behandeling, sluit hierbij naadloos aan bij de visie die wij (en onze collega-cliëntenraden) nastreven!” Naast GGZ NML hebben nog veertien andere zorgaanbieders in Nederland dit handvest inmiddels met hun cliëntenraad ondertekend. Op intranet en de website www.ggznml.nl vindt u meer informatie hieromtrent.
George Grefkens (l) en Geert Derks (r)
NISPA LITERATUURPRIJS 2009 Op 3 december 2009 zijn de eerste Master in Addiction Medicine (MiAM) verslavingsartsen afgestudeerd. Vanuit GGZ Noord- en Midden-Limburg is Carla Buddingh, werkzaam als verslavingsarts in de medisch ambulante verslavingszorg, geslaagd voor de MiAM opleiding. Tijdens het congres dat die dag georganiseerd werd, werd het door de verse MiAM-artsen geschreven boek ‘Verslavingsgeneeskunde’ gepresenteerd. Ter ere van deze boekpresentatie werd ook de NISPA literatuurprijs 2009 uitgereikt. De prijs werd uitgereikt aan Ellis Magnée en Dick van Geest voor hun bijdrage aan het boek ‘Verslavingsgeneeskunde’. Ellis Magnée werkt als onderzoeker in de Divisie Verslavingszorg en Korsakov, waar zij ondermeer onderzoek doet naar het voorkomen en behandelen van slaapklachten bij gedetoxificeerde patiënten. Dick van Geest werk als verslavingsarts bij de Mondriaan Zorggroep. Het hoofdstuk dat zij geschreven hebben draagt de titel ‘Behandeling van slaapklachten na detoxificatie van alcohol’ en gaat zowel in op de farmacologische als op de niet-medicamenteuze behandeling van slaapklachten na een alcoholdetox. Bij de beoordeling van de hoofdstukken heeft de jury, bestaande uit Prof. Dr. C. van der Staak, Dr. P. Geerlings en Dhr. J. van den Burk, met name gelet op de praktische toepasbaarheid voor de verslavingsgeneeskunde en op de kwaliteit van de tekst. Op intranet en de website www.ggznml.nl is informatie te lezen over het boek en het hoofdstuk, dat geschreven is door Ellis Magnée en Dick van Geest.
25 MENTA A L
DRIE VERPLEEGKUNDIG SPECIALISTEN KERSVERS AFGESTUDEERD EN WEER DRIE KERSVERS IN OPLEIDING Op 1 september 2009 presenteerden onze kersverse Verpleegkundig Specialisten, Suzanne Denen, Anouk Slaar en Désirée Verheijen, hun project. Zij studeerden af voor hun opleiding Master Advanced Nursing Practice. Van de 23 kandidaten studeerde er één met Cum Laude af en vijf met genoegen. Suzanne, Anouk en Désirée studeerden allen af met genoegen. Een geweldige prestatie! ontwikkeling, themabesprekingen en de implementatie van het zorgprogramma ECT. Hiermee heeft binnen GGZ Noord- en Midden-Limburg de functie van Verpleegkundig Specialist zijn (of haar) intrede gedaan. Inmiddels zijn drie nieuwe opleidelingen gestart met de opleiding; de net afgestudeerden zijn gestart als hun begeleider/mentor. Sandy Beeks, Diana Wong-Si-Kwie en Rob de Graaf zijn als beste uit de selectieprocedure gekomen. Sandy volgt haar praktijkopleiding bij Anouk Slaar, Diana bij Désirée Verheijen en Rob bij Suzanne Denen.
V.l.n.r.: Desire Verheijen, Susanne Denen en Anouk Slaar Het is ook mooi te kunnen melden dat zij alle drie al aan het werk zijn als Verpleegkundig Specialist binnen onze instelling. Suzanne Denen zorgt binnen de Kortdurende Zorg voor de implementatie van de CrisisMonitor binnen de gesloten opnameafdelingen en zet een poli op voor onbegrepen lichaamlijke klachten. Anouk Slaar werkt binnen het LAZ-team van de langdurige zorg waar zij de Fact-certificering, methodiekontwikkeling en Gezondheidsmonitor in portefeuille heeft. Désirée is werkzaam als Verpleegkundig Specialist op de afdeling Neuropsychiatrie, waar zij bezig is met de methodiek-
2 6 M E NTA A L
V.l.n.r.: Rob de Graaf, Diana Wong-Si-Kwie, Koos Föllings en Sandy Beeks Naast de gelukwensen voor de behaalde resultaten en benoemingen wens ik onze Verpleegkundig Specialisten en Verpleegkundig Specialisten in opleiding geweldig veel succes! Koos Föllings Opleidingscoordinator MANP/Verpleegkundig Specialist.
TRAFFICMANAGERS BIJ GGZ NML Vanaf 2008 zijn en worden grote veranderingen in de financiering van de zorg doorgevoerd. Dit houdt in dat inkomsten van zorginstellingen direct gerelateerd zijn aan de werkelijke geleverde zorg. Een adequate registratie van de zorg is dus zeer belangrijk. Om dit alles in goede banen te leiden is medio 2008 de functie traffic-manager in het leven geroepen. Deze functie is gestationeerd bij de Zorgadministratie van de Economisch Administratieve Dienst. In 2008 en 2009 hebben we veel ervaring opgedaan met de DBC’s. Vooral bij aanvang van de DBCfacturatie bleken veel verzekeringsgevens onjuist in Psygis te staan. Hierdoor werden veel declaraties niet betaald. Er is inmiddels een enorme verbeterslag gemaakt in de registratie. Omdat het registratiesysteem Psygis meer en meer aan de nieuwe ontwikkelingen aangepast wordt, komen er steeds meer gegevens beschikbaar. We krijgen zo steeds meer controle op het traject vóór de facturatie waardoor we DBC’s en straks ook ZZP’s sneller en vollediger betaald krijgen. Ook leveren deze extra gegevens meer managementinformatie op. V.l.nr.r.: Ralf Hendrix, Daniëlle v.d. Woude en Carin van der Linden . Momenteel zijn er drie trafficmanagers werkzaam. Carin van der Linden heeft als aandachtsgebied DBC’s (Diagnose Behandel Combinaties) en DB(B)C’s (Diagnose Behandel & Beveiliging Combinaties). Danielle van der Woude houdt zich bezig met ontwikkeling en ondersteunt de andere trafficmanagers. Ralf Hendrix is op 1 januari 2010 in dienst getreden en heeft als aandachtsgebied ZZP’s (Zorgzwaarte pakketten). Het is de taak van de trafficmanager om de procesgang vanaf de registratie van geleverde zorg tot en met de inning van de gelden bij de zorgverzekeraars te coördineren en uit te voeren. De trafficmanager factureert de door medische secretariaten en behandelaren in Psygis geregistreerde zorg. Eventuele onvolkomenheden in de registratie worden opgespoord en in overleg met medische secretariaten opgelost.
Per 1 januari 2010 zijn wij verplicht om ook langdurig klinische cliënten op cliëntniveau te declareren bij het Zorgkantoor. Per cliënt zal maandelijks gedeclareerd gaan worden op basis van zijn zorgzwaartepakket. Vanaf dit jaar zullen wij er ook een taak in hebben om te zorgen dat elke cliënt een geldige indicatie heeft, zodat straks elke verblijfsdag daadwerkelijk gefactureerd kan worden. Een andere nieuwe ontwikkeling is dat we binnenkort, samen met Ministerie van Justitie, starten met de schaduwfacturatie van de DB(B)C’s. In een DB(B)C wordt de forensische psychiatrie geregistreerd. 2010 is hiervoor een testjaar, vanaf 2011 gaat de DB(B)C–facturatie definitief van start. Kortom de taak van de trafficmanagers richt zich op het tijdig, juist en volledig factureren van DBC’s, DB(B)C’s en ZZP’s. Het is van belang dat iedere behandelaar zorgt voor een juiste registratie. Alleen op deze wijze kan GGZ NML financieel gezond blijven.
27 MENTA A L
STERK IN BEELDWERK
2 8 M E NTA A L