VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 35 NUMMER 11 26 juni 2009
Kinderhartchirurgie moet stoppen Foto: Frank Muller
Op 11 juni heeft minister Ab Klink besloten dat slechts drie centra in Nederland chirurgische ingrepen mogen doen bij kinderen met aangeboren hartafwijkingen. Nijmegen, Amsterdam en Utrecht moeten deze ingrepen afbouwen; Rotterdam, Leiden en Groningen mogen verder. Ook alle perifere ziekenhuizen die kinderhart chirurgische interventies doen, moeten patiënten voortaan door verwijzen naar de drie aangewezen centra. De kindercardiologie van het Radboud blijft wel bestaan. N e l l e k e D i nn i ss e n
Sluiting van de kinderhartchirurgie. Deze onheilstijding bracht Emile Lohman, voorzitter van de Raad van Bestuur, een dag na het besluit van de minister aan betrokken medewerkers. ‘We hebben gevochten als leeuwen. Ik kan slecht tegen mijn verlies, maar we hebben besloten de handdoek in de ring te werpen.’ Anderhalf jaar stelde de Raad van Bestuur zich te weer tegen aantijgingen over de kwaliteit van de kinderhartchirurgie. De kritiek op het Radboud kwam voort uit een niet officiële analyse van een in opbouw zijnde database. Daaruit zou blijken dat het Radboud op een Europees gemiddelde zat, maar
Pagina 5 Servicebedrijf blikt terug en vooruit
Pagina 10 Pakistan brengt licht in erfelijke oogziekte
bij pasgeborenen onder de maat presteerde. Lohman schrok zich rot toen hem dit ter ore kwam en greep meteen in. Hij liet onafhankelijk externe deskundigen naar de analyse kijken. Zij kwamen tot de conclusie dat een dergelijke vergelijking van cijfers niet mogelijk was, omdat de gegevens niet uniform en gestandaardiseerd waren, en in de database geen rekening gehouden wordt met de complexiteit van de ingrepen en het onderliggende ziektebeeld van het kind. De Raad van Bestuur ontkende de cijfers niet en stelde onmiddellijk een verbetertraject in. De kinderhartchirurgie ging uiteindelijk na een tijdelijke stopzetting met een kernteam verder dat succesvol bleek. Het bestuur vroeg ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg een onderzoek te doen. Dat gebeurde en deze sprak haar vertrouwen uit over de kwaliteit van zorg en de patiëntveiligheid. In april van dit jaar besloten Nijmegen en Utrecht een samenwerkingsverband aan te gaan. De twee centra beschikken over het grootste spreidingsgebied van Nederland: maar liefst 50 procent van alle 0-20 jarigen woont in deze regio. Maar de conclusie van de commissie Lie, die minister Klink moest adviseren over centralisatie van de kinderhartchirurgie, loog er niet om: er is maar voor maximaal drie centra plaats voor kinderhartchirurgie en alle operaties moeten op één locatie plaatsvinden met een minimum van 350 operaties.
Bijeenkomst Lohman leest tijdens de bijeenkomst voor medewerkers twee passages voor uit het rapport van de commissie: ‘… In 2008 heeft in het UMC St Radboud de congenitale chirurgie zelfs gedurende een korte periode stilgelegen. ….Wat Vervolg op pagina 3
Pagina 11 Sleutelrol Radboud bij verbetering nierdialyse
Pagina 16 Wie controleert de medisch specialist?
r a db o d e 1 1 - 2 0 0 9
inhoud 3
agenda Oecumenische vieringen
Beleid
28 juni, 5 en 12 juli Sluiting kinderhartchirurgie Medewerkers stellen vragen bij stoppen kinderhartchirurgie.
10.00 uur personeelsrestaurant: zondag 28 juni, voorganger Anneke de Vries; zondag 5 juli, voorganger Jack de Groot; zondag 12 juli, voorganger Ries van de Sande.
10 Onderzoek
4
Beleid/Patiëntenzorg • Wat is menslievende zorg en is het meetbaar? • Medewerkers klaarstomen voor de functie bedrijfsleider. Het Radboud zoekt ambitieuze, talentvolle mensen binnen en buiten de organisatie.
5
Interview
Reportage Hoogste Punt In nieuwbouw veel bijzondere extra's voor medewerkers en patiënten.
P AOG 7, 8, en 10 juli 11, 12 en 14 augustus Voha organiseert: ‘De Nijmeegse Zomercursus’, bestemd voor huisartsen. Inschrijven voor 26 juni via: www.paogheyendael.nl.
15
18 juni
Onderwijs Leren van verschillen in eerstelijnszorg Geneeskundestudenten uit zes verschillende landen volgden een vol, gevarieerd programma over eerstelijnszorg.
Servicebedrijf altijd in beweging Een interview met Helga Wismeyer, directeur van het Servicebedrijf. Ze blikt terug en vooruit.
8
Pakistan brengt licht in erfelijke oogziekte Sinds vorig jaar werken Radboudmedewerkers nauw samen met een onderzoeksgroep uit Islamabad. Een genetische goudmijn.
En verder...
Symposium ‘Kinderen en de dood in Nederland’. Toegang gratis voor studenten en leden van de Medisch-historische Club D. de Moulin, voor overige geïnteresseerden zijn de kosten voor deelname e 7,50. Aanmelden via: www.umcn.nl/mhcn.
U N IT 4 , ( b i j s c h o l i n g ) S V G 0
Agenda, kunstrubriek 2 Nieuwsladder 3 Ergo-informatiemarkt, huidkanker en universitair sportcentrum 6 Samen werken aan een carrière op maat, artsen bespreken medische calamiteiten 7 Subsidie om nierdialyse te verbeteren, WHO over eerstelijnsgeneeskunde 11 Column Buitenland 13 Mensen 14 De lokroep van alternatieve genezers, in memoriam Prof.dr. Martin van ‘t Hof, DNA-onderzoek elektronisch aanvragen 15 Lux-debat ‘Wie controleert de medisch specialist’, ethiek 16
Unit 4 (bijscholing) van SVG verzorgt bij- en nascholing voor medewerkers en voor externe klanten. Informatie scholingsaanbod: www.umcn. nl/svg, kies dan Bijscholing (unit 4) en daarna Scholingen.
O V E R IG 27 juni Open Dag Universitair Centrum voor Chronische Ziekten Dekkerswald, voorheen ULCD. Iedereen is welkom van 11.00 - 16.00 uur. Alle afdelingen die participeren in het nieuwe UCCZ Dekkerswald laten zien wat hun dienstverlening (deels) inhoudt.
1 juli Symposium voor huisartsen in het Universitair Centrum voor Chronische Ziekten Dekkerswald. De plenaire introductie vindt plaats in de kapel en start om 17.00 uur. Daarna vinden er workshops plaats en om 20.00 uur is er een buffet voor de deelnemers.
kunst
2 juli Openingsbijeenkomst Universitair Longcentrum Dekkerswald wordt: Centrum voor Chronische Ziekten Dekkerswald van 15.15 tot 19.45 uur.
Olieverfschilderijen van Janneke Viegers. Sinds kort hangen er twee grote olieverfschilderijen van Janneke Viegers in de foyer, op de onderverdieping van het Onderwijscentrum Medische Wetenschappen. Ze laten het UMC St Radboud op bijzondere wijze zien. ‘Laten zien’ zijn in feite niet de juiste woorden, want ook al valt er veel te bekijken, het is even wennen om vervolgens houvast te krijgen en aan de hand van onderdelen van het doek, die men gaandeweg herkent, logisch door te denken. Het gaat feitelijk om twee schilderijen in vogelperspectief; ze vormen een onderdeel van een lange reeks van dergelijke stadsgezichten of stedelijke landschappen waarmee de kunstenaar in 1980 al is begonnen. Hier in de diepte, ergens ver weg, ligt de campus. Het kasteeltje als oudste bebouwing van het terrein heeft nog het meest zijn getrouwe vorm bewaard, terwijl de rest van de gebouwen verder geabstraheerd is. Zo ook de omgeving, het natuurlijke landschap waarin de
Foto's: Jan van Teeffelen
bebouwing gesitueerd wordt. Met dit alles komt er een beweeglijkheid in de doeken die als het ware aangeven dat het terrein, op het kasteeltje na, aan voortdurende verandering onderhevig is – hetgeen zich met de opeenvolgende bouwprojecten wel degelijk voordoet. Opgehangen in de foyer brengen de doeken door hun kleurrijkdom en beweeglijkheid een bijzondere sfeer teweeg waarbij het er minder gaat toe doen wat ze voorstellen, terwijl ze in hun raadselachtigheid de indruk wekken er wel degelijk te horen. De aankoop van de twee werken, Heyendael I – zand, zink, lood – en II – schijn, waan, droom – uit 2006, volgt uit de toekenning van de H.J. Lammersprijs voor Onderwijs aan de UMC-medewerkers Holdrinet, Oeseburg en Bulte. Daan Van Speybroeck, kunstcoördinator
2
r b eleid a db o d e 1 1 - 2 0 0 9
Kinderhartchirurgie moet stoppen
nieuwsladder Ontstaan geheugenstoornis na beroerte ontrafeld Na een beroerte ontwikkelen veel patiënten geheugenstoornissen. Vreemd genoeg gebeurt dat ook bij mensen bij wie de slaapkwab niet is beschadigd. In de slaapkwab zitten de belangrijkste geheugenstructuren. Onderzoekers van het UMC St Radboud tonen aan dat de slaapkwab, en daardoor het geheugen, minder actief kan worden door hersenschade die buíten de slaapkwab ligt. Deze ontdekking brengt vroegere selectie van risicopatiënten en gerichte therapie weer een stap dichterbij, schrijven ze in een artikel in het medisch tijdschrift BRAIN.
Veertig jaar Personeelsvereniging Van 14 tot en met 22 september viert de Personeelsvereniging haar veertigjarig bestaan met een scala aan activiteiten voor alle medewerkers van het UMC St Radboud en de universiteit. Klik op de intranetbutton ‘40 jaar PV’ voor (gratis) inschrijving en informatie.
L o p e n i n D u i s b u r g m e t t o p - TI P - t e a m
Foto: Frank Muller
Vervolg pagina 1 verder opvalt, is het hoge sterftecijfer in het UMC St Radboud bij de “Specifieke bevraging complexe diagnoses/ingrepen 2005-2008”: die is meer dan drie maal zo hoog als het gemiddelde van de andere vier centra…’ Lohman: ‘De commissie Lie vindt dus dat niet alleen op basis van het aantal ingrepen, maar ook op kwalitatieve gronden de kinderhartchirurgie in Nijmegen moet worden opgeheven. De minister geeft in zijn besluit geen kwalitatief oordeel, maar weerspreekt de conclusies van de commissie Lie niet. Men grijpt terug op aantijgingen die wij tot op het hoogste niveau bestreden hebben en rakelt zaken uit het verleden op. Dat is vechten tegen de bierkaai. We moeten stoppen. Een moeilijke beslissing, pijnlijk en emotioneel. We hebben dit niet verdiend, het is niet eerlijk en incorrect. We hebben ons het lazarus gevochten. U hebt hard, onwaarschijnlijk hard gewerkt, maar als de minister de conclusies van de commissie Lie niet weerspreekt, moet ik dan zeggen: mensen het is hier veilig en we zullen dat bewijzen? Dat wordt een pyrrusoverwinning op z’n best. We hebben de beeldvorming tegen, we kunnen het ons niet veroorloven om in deze ongelijke strijd verwikkeld te blijven. Het is niet anders. Heel veel dank, respect en waardering voor uw ongelooflijk grote inzet.’
Afbouwen Tot eind 2011 hebben de drie centra tijd om de kinderhartchirurgie af te bouwen. Het Radboud zal dit echter al binnen enkele maanden doen. Patiënten worden doorverwezen naar UMC Utrecht dat tegen het besluit van de minister in verweer gaat. Voor het Radboud heeft de sluiting van de kinderhartchirurgie zeker personele gevolgen. Lohman denkt dat voor een aantal topspelers een overgang naar Utrecht interessant is. Het is nog te vroeg om een precieze invulling te geven, maar hij raadt medewerkers aan om niet in grote onzekerheid te schieten. ‘Niet voor medische professionals, maar wel in de ondersteunende (verpleegkundige) sfeer is er redelijk wat werk.’ Overigens blijft de kindercardiologie wel bestaan. De intake van patiënten door cardiologen en hun behandelingen gaan gewoon door. Alleen voor operaties gaan de kinderen naar een ander centrum.
Vragen uit de zaal Een medewerker merkt op dat ze zo weinig op de werkvloer heeft gemerkt van het gevecht achter de schermen. ‘Waarom horen wij niets?’ Lohman betreurt dit ten zeerste en zegt: ‘Dan heeft u heel veel gemist: bijeenkomsten voor medewerkers, de vele interviews.’ Waarop de medewerker zegt: ‘Het Radboud kwam vaak negatief in de
krant. Ik mis de positieve noot en iemand die echt voor ons opkwam.’ Deze opmerking komt hard aan. Lohman: ‘Dit doet echt pijn. Ik neem het u niet kwalijk, maar vind het oprecht jammer dat alle communicatie aan onze eigen mensen is voorbijgegaan. We communiceren ons suf met honderden mensen hier in huis. Als het zo overgekomen is, is er nog een wereld te verbeteren.’ Bestuurslid Melvin Samsom merkt op: ‘Ik kan u vertellen dat we anderhalf jaar lang een strijd voeren en dat dit dossier bij de Raad van Bestuur de meeste aandacht heeft gehad. Hier is ongelooflijk veel tijd in gaan zitten. Deze discussie opnieuw beginnen heeft geen zin.’ Een collega verpleegkundige zegt dat het haar tegen de borst stuit dat verpleegkundigen nu alleen maar ja en amen kunnen zeggen. ‘Wij wisten nergens van. We hebben al jaren zo’n goed hartcentrum, iedereen is blij met ons, we werken goed en er zijn geen problemen. Klink neemt zo’n besluit. Die man weet ook niet waar hij over praat. Het is zo oneerlijk.’ Lohman begrijpt haar emotie, maar zegt dat het niet in het belang is van de patiënt, van de medewerkers en de organisatie om verder te strijden. ‘We moeten de wedstrijd wel kunnen winnen en niet steeds weer in opspraak komen.’ ‘Als ik weet dat ik met mijn kind toch niet bij het Radboud terechtkan voor een operatie, waarom zou ik er dan heengaan voor een intake?’, merkt iemand op. ‘Maar niet alle kinderen worden geopereerd’, reageert Lohman. ‘De kindercardiologie en de daarbij behorende behandelingen gaan gewoon door.’ Een andere medewerker weet dat ouders zich zorgen maken over waar zij straks met hun kind heen moeten. Lohman deelt die zorgen en zegt dat nurse practitioner Hans Coolen de communicatie met de ouders doet. Dat zij schriftelijk bericht krijgen en dat patiënten op een verantwoorde wijze overgaan. Hans Coolen zegt dat er veel steunbetuigingen van ouders zijn binnengekomen via mail, telefonisch en op de site van de Gelderlander. Lohman herhaalt meerdere malen dat het Radboud zich een nieuwe strijd niet kan veroorloven, want de keerzijde is dat alles opnieuw wordt opgerakeld. ‘Een ziekenhuis in debat over zijn eigen kwaliteit is heel kwetsbaar. Ze vinden altijd wel iets.’ Maar is het dan niet veel schadelijker voor het imago dat de kinderhartchirurgie wordt opgeheven?, vraagt een medewerker zich af. ‘De algemene mening zal zijn: het Radboud kan het niet.’ Lohman: ‘Het is niet verstandig om opnieuw de strijd aan te binden. We hebben er alles aangedaan, het mocht niet baten. Ik kan het niet mooier maken dan het is. n
3
Tijdens de Zwitserloot Dakrun vormden het CWZ, de St. Maartenskliniek, de gemeente Nijmegen en het UMC St Radboud één TIP-team. Dit vanwege hun samenwerking in het Topsport- en InnovatiePark De Goffert (TIP). Deelname aan de Zwitserloot Dakrun was een groot succes. Het inspireerde om met een TIP-team de ‘Cití Run’ in Duisburg te gaan lopen (donderdag 27 augustus 19.00 uur; afstand: 5,5 kilometer). De gemeente Nijmegen verzorgt de busreis en een hardloopshirt. Inschrijven kan tot 10 juli via
[email protected]. Vermeld je geslacht, geboortedatum, kledingmaat (T-shirt), beste tijd op 5 kilometer. Meer info: www.citi-run.de
Vermindering jaaruren met Extra Persoonlijk Budget 2008 Vorig najaar is de nieuwe CAO in het UMC St Radboud geïmplementeerd, waarbij medewerkers met ingang van januari 2008 een Persoonlijk Budget (PB) opbouwen en oudere medewerkers een Extra Persoonlijk Budget (EPB). Het EPB geldt voor medewerkers geboren in 1950 tot en met 1957. Zij kunnen met ingang van 2009 hun EPB besteden aan vier mogelijke doelen: levensloop, extra pensioen, ontwikkeling of vermindering van jaaruren, of eventueel een combinatie daarvan. Over 2008 werd ook EPB opgebouwd. Echter hierover werd aanvankelijk de afspraak gemaakt dat het hierboven genoemde doel vermindering van jaaruren niet kon worden gekozen. In het CAO-overleg is recent besloten dat, in het kader van een eenmalige overgangsregeling, medewerkers het nog niet bestede EPB over 2008 geheel of gedeeltelijk kunnen aanwenden voor vermindering jaaruren in 2009 en/of 2010. Dit dient vanzelfsprekend te passen binnen de bedrijfsvoering van de afdeling en goed overlegd te worden met de leiding.
Kwaliteit van huisartsenzorg zichtbaar gemaakt Huisartsen kunnen de kwaliteit van hun verleende zorg vergelijken met de gemiddelde landelijke kwaliteit. Het UMC St Radboud houdt een website bij waarop de scores zichtbaar zijn (www.iqhealthcare-indicatoren.nl). Een huisarts kan zijn of haar prestaties vergelijken met de landelijke richtlijnen voor huisartsenzorg. De gebruikte informatie is afkomstig van het landelijke informatienetwerk huisartsenzorg LINH. De zorgverleners kunnen onder meer zien hoe vaak zij cholesterolverlagers aan patiënten voorschrijven in vergelijking met de richtlijn. Hetzelfde geldt voor medicijnen tegen depressie en hartfalen.
b e l e i d
‘Menslievende zorg is wél te meten’ Kwaliteit van zorg wordt vaak bepaald aan de hand van richtlijnen en prestatie-indicatoren. Verlies je hiermee echter niet uit het oog waar het in de zorg echt om gaat: toewijding? Jaarlijks organiseren het UMC St Radboud en dertien andere ziekenhuizen met een levensbeschouwelijke signatuur, de zogenoemde Prudentiaconferenties die gaan over ethische kwesties.
Kwaliteit van zorg hangt naast vakdeskundigheid ook af van bijvoorbeeld betrokkenheid en empathie met je patiënten. Dergelijke aspecten zijn volgens velen moeilijk te meten. Prof.dr. Theo van Achterberg, hoogleraar Verplegingswetenschap, bepleit dat menslievende zorg
wél te meten is. Hij sprak hierover op 18 juni tijdens de Prudentiaconferentie “Kwaliteit van zorg: toetsing of toewijding?” in het St. Antonius Ziekenhuis. Hoe meet je menslievendheid? ‘Een van onze promovendi deed onderzoek naar een empathietoets’, vertelt Van Achterberg. ‘Zorgverleners beschreven daarin hoe zij in diverse situaties reageren. Wat doe je bijvoorbeeld als een patiënt zijn bed niet wil uitkomen? Is het dan “kom op uit bed!” of vraag je door hoe de patiënt zich voelt? Deze toets blijkt goed te scoren hoe empathisch een zorgverlener reageert.’
Een andere manier is om via een camera te observeren hoe zorgverleners met patiënten omgaan en of ze op signalen van patiënten reageren. ‘Dit doen we al bij trainingen, maar het is ook te gebruiken om kwaliteit te meten’, zegt Van Achterberg. ‘Zo is te onderzoeken of mensen na een training meer menslievende zorg bieden. Aan de hand van een steekproef is zo de kwaliteit hierin van ons UMC te bepalen.’ Is dat wel representatief? ‘Voor veel prestatie-indicatoren worden eveneens steekproeven genomen. Zo kun je ook niet 24 uur per dag bijhouden of patiënten, om doorligwonden te voorkomen, voldoende wisselligging krijgen.’
Menslievendheid verbeteren
‘De Engelse term voor menslievende zorg is professional loving care. Dit geeft aan dat het bij je professie hoort om menslievend te zijn.’
Foto: Frank Muller
Wat maakt de zorg echt goed en menslievend? ‘Op de conferentie is dit uitgedrukt als een goede balans vinden tussen je vak verstaan, de patiënt verstaan en jezelf verstaan’, aldus ethicus Martien Pijnenburg, coördinator Prudentiaproject. ‘Menslievende zorg kost niet meer tijd. Het gaat om een professionele relatie, die behalve in vakkundigheid ook gestalte krijgt in kleine dingen als houding, intonatie en lichaamstaal. Daaruit spreekt of je echt bij iemand betrokken bent. De Engelse term voor menslievende zorg is “professional loving care”. Dit geeft aan dat het bij je professie hoort om menslievend te zijn.’ Volgens Pijnenburg is er in het Radboud toenemende aandacht voor menslievende zorg. ‘Emile Lohman noemde het begrip menslievendheid in zijn Nieuwjaarsspeech. Veel medewerkers voelden zich daarin gehoord. De Commissie Identiteit is opgericht en heeft een advies geschreven over menslievende zorg. Daarnaast is er een werkgroep ontstaan die op allerlei manieren mens lievendheid wil verankeren in de organisatie. Een idee is om filmdebatten te organiseren, naar aanleiding van films over ziekte en zorg. Of om te inventariseren op welke manieren nu al naar ervaringen van patiënten wordt gevraagd en wat hiermee wordt gedaan.’ ‘Om te verbeteren in menslievendheid, moet je zaken meten’, stelt Van Achterberg. ‘De indicatoren van de Inspectie zijn erg gericht op complicaties. Het zou mooi zijn als aspecten van menslievendheid, zoals de bejegening naar patiënten, als prestatie-indicator worden gebruikt. Er moeten uiteraard goede afspraken worden gemaakt hoe je dat op een betrouwbare en valide manier gaat meten.’ GM
In twee/drie jaar klaargestoomd tot bedrijfsleider Interesse in de functie van bedrijfsleider? Binnen het UMC St Radboud start een managementtraineetraject. In twee/ drie jaar worden deelnemers klaargestoomd voor deze functie. ‘Geen gespreid bedje’, benadrukt projectdirecteur Jeroen Kreuger. ‘We verwachten van de trainee ondernemerschap, zelfsturend vermogen, initiatief en stressbesten digheid. We zoeken ambitieuze, talentvolle mensen binnen en buiten de organisatie.’
In het kort Op basis van een intake wordt bepaald of iemand zich kandidaat kan stellen voor het managementtraineetraject tot bedrijfsleider. Daarna volgt een selectieprocedure (gesprek en assessment). Kandidaten moeten: • minimaal zes jaar werkervaring hebben • toe zijn aan een derde loopbaanstap • beschikken over een relevante universitaire opleiding • 32 uur inzetbaar zijn (minimaal vier dagen per week). De trainee krijgt een arbeidsovereenkomst (schaal 12 functie) voor bepaalde tijd. Bij gebleken geschiktheid voor bedrijfsleider of een andere passende functie wordt de arbeidsovereenkomst omgezet naar onbepaalde tijd. Voor de definitieve invulling van de functie van bedrijfsleider, vormen een afgerond tweede assessment en een positief geschiktheidsadvies voorwaarden voor benoeming. Belangstellenden kunnen hun CV mailen naar Joyce Stam (Concernstaf, sectie HR) e-mail:
[email protected], telefoonnummer: 17288. Kandidaten uit de eerdere selectieprocedure voor bedrijfsleider worden actief benaderd en hoeven niet zelf opnieuw te reageren.
Sinds vorig jaar zijn er veertig bedrijfsleiders aangesteld. Onder leiding van de afdelingshoofden runnen zij de afdelingen, waarbij de focus ligt op het aansturen van de operationele bedrijfsvoering. Door natuurlijk verloop komen er per jaar enkele van deze functies vrij. ‘Je kunt dan telkens een sollicitatiecircus starten. Wij kiezen ervoor om ook mensen op te leiden, die direct kunnen instromen als zich een dergelijke vacature voordoet’, vertelt projectdirecteur Jeroen Kreuger. ‘Hiermee bied je hen een aantrekkelijk loopbaanperspectief. Bovendien zorg je voor continuïteit in de organisatie.’ Bijkomend voordeel is dat deze mensen gedurende hun opleiding projecten op hoog niveau kunnen uitvoeren binnen diverse organisatieonderdelen. Kreuger geeft het voorbeeld van Nienke Verhagen. Zij is september vorig jaar als eerste trainee gestart. ‘Ze heeft inmiddels de introductie van het burgerservicenummer geleid, geadviseerd over verbetering van de patiëntenlogistiek bij een afdeling en nu gaat ze een bedrijfsleider vervangen die met zwangerschapsverlof gaat.’
hebben om in de functie van bedrijfsleider te groeien. Bedoeling is dat er elk jaar circa zes tot tien mensen instromen. Ze volgen een programma op maat. Een van huis uit financial controller zal zich bijvoorbeeld willen ontwikkelen in leidinggeven, terwijl een academisch geschoolde hoofdverpleegkundige juist zal kiezen voor meer financiële en bedrijfsmatige bagage.’ De trainees doorlopen vier tot zes episodes van een half jaar op diverse plekken in de organisatie. Fungeren daar bijvoorbeeld als projectleider of interim-leidinggevende. Ze krijgen een coach en worden begeleid door ervaren managers. Daarnaast volgen ze gezamenlijke modules, over bijvoorbeeld leiderschap. Kandidaten hebben volgens Kreuger lef en geloven in zichzelf, want ze zeggen hun eigen baan op zonder garantie op terugkeer. ‘Maar voor een behoorlijk salaris (schaal 12, red.) leren ze op een heel gestructureerde manier de organisatie van binnen en buiten kennen en versterken ze hun positie op de arbeidsmarkt. Wij nodigen het lijnmanagement uit om geschikte kandidaten op dit programma attent te maken. Belangstellenden die menen aan het profiel te voldoen, kunnen zich uiteraard ook zelf melden. Ook afdelingen die een mooie opdracht hebben voor een trainee, kunnen dat bij ons aangeven.’ De Raad van Bestuur overweegt om ook voor andere functies vergelijkbare programma’s te gaan starten. JM
Flexibele instroom Het managementtraineetraject heeft niet één startmoment.‘We hebben gekozen voor een flexibele instroom. We zoeken enthousiaste medewerkers voor wie de lat nu nog te hoog ligt, maar die wel het talent én de drive
4
De afdelingshoofden hebben informatie over het managementtraineetraject voor bedrijfsleiders ontvangen. Belangstellenden kunnen deze informatie ook ontvangen door een e-mail te sturen aan Joyce Stam,
[email protected].
i r n t e rv i e w a db o d e 1 1 - 2 0 0 9
Helga Wismeyer: ‘Elke euro die afdelingen niet aan het Servicebedrijf, maar rechtstreeks aan de patiënt kunnen uitgeven, is toch pure winst.’
Foto: Eric Scholten
Servicebedrijf: altijd in beweging Het Servicebedrijf bestaat een jaar! ‘Op onze eerste verjaardag komen we opnieuw dichterbij ons doel: een bedrijf met tevreden klanten, waarin betrokken en kundige medewerkers met plezier werken aan telkens nog beter worden’, zegt directeur Helga Wismeyer. Femke van den Berg
Een jaar geleden begon het Servicebedrijf met het opzetten van een nieuwe structuur. Daarvoor maakte het nieuwe managementteam per advies- en productgroep zogenoemde deelplannen. Deze plannen zijn eind vorig jaar goedgekeurd door de medezeggenschap. ‘Een prima resultaat’, zegt Wismeyer trots. ‘Zeker omdat de winkel al die tijd open bleef en we gaandeweg ook veel vernieuwingen hebben ingevoerd. Natuurlijk zijn we er nog niet. Maar het doorvoeren van deze veranderingen is nodig en de moeite waard. Uiteindelijk leveren ze namelijk veel op voor patiënten en medewerkers. Daarvan ben ik overtuigd.’
Medewerkers Per 1 juli gaan de advies- en productgroepen officieel werken via de nieuwe structuren. Hierdoor komen er functies te vervallen en ontstaan er nieuwe functies. Bovendien moeten medewerkers op “sleutelposities” opnieuw solliciteren. Wismeyer: ‘Het Servicebedrijf moet kundige managers en medewerkers hebben. We staan immers voor forse uitdagingen en de context waarin we succesvol moeten zijn, is enorm veranderd. Maar natuurlijk begrijp ik heel goed dat deze veranderingen onzekerheid met zich meebrengen.’ Een aantal medewerkers kreeg het bericht dat ze per 1 juli boventallig is. ‘Dat is voor betrokkenen niet eenvoudig’, vertelt Wismeyer. ‘We gaan daar dan ook uiterst zorgvuldig mee om. Met behulp van het sociale vangnet en het mobiliteitspunt proberen we passende oplossingen te vinden voor deze medewerkers. Binnen of buiten ons UMC.’
Geen winstoogmerk ‘Eigenlijk willen we als Servicebedrijf denken en doen als een echt bedrijf’, aldus Wismeyer. ‘Onze focus ligt echter niet op “snelle winst voor onszelf ”, maar op een langdurige klantrelatie; wij willen uitsluitend het klantbelang
dienen. We zijn er immers voor het huis! We doen dus ook niet aan sales, maar wel aan marketing en relatiemanagement.’ Het afgelopen jaar is er al hard gewerkt om het contact met klanten beter te organiseren. Zo kwamen er klantcontactteams, waarin vertegenwoordigers zitten van de product- en adviesgroepen. Een afdelingshoofd of bedrijfsleider kan direct met zo’n team zaken doen. In klantenpanels en sessies met bedrijfsleiders wordt besproken welke thema’s er spelen en hoe het Servicebedrijf hier samen met de klanten het best op kan inspelen. ‘De komende maanden onderzoeken we wat volgens onze klanten nog beter kan’, vertelt Wis-
‘We zijn er immers voor het huis! We doen dus ook niet aan sales, maar wel aan marketing en relatiem anagement’
meyer. ‘Dat doen we met een nulmeting klanttevredenheid. Ook willen we onze producten en diensten op een simpeler wijze aanbieden. Daarbij gaan we uit van click, call, face. Met click bedoelen we dat klanten simpele producten en diensten kunnen “regelen” via intranet. Denk bijvoorbeeld aan het reserveren van een vergaderzaal. De callfunctie is bedoeld voor zaken waarvoor je wat ondersteuning nodig hebt. Een geïntegreerde servicedesk, waar je via één nummer je vragen kunt stellen
5
of een storing kunt melden. En face is voor producten en diensten waarvoor je persoonlijk en direct contact met een professional nodig hebt.’
Financiële huishouding ‘Binnenkort moeten we klanten duidelijk kunnen maken waarom iets kost wat het kost’, zegt Wismeyer. ‘Daarom zorgen we voor meer inzicht in de financiën van het Servicebedrijf. Natuurlijk willen we zo goedkoop mogelijk zijn, maar dat mag niet ten koste gaan van de kwaliteit. Wel moeten we onze eigen broek kunnen ophouden. En we moeten kunnen investeren in onszelf, zodat we kunnen blijven verbeteren.’ Wismeyer vindt dat klanten goed zicht moeten hebben op de prijs per product en hoe ze die prijs zelf kunnen (helpen) beïnvloeden. Bijvoorbeeld door minder volumes af te nemen. ‘Of door met ons over de prijs-kwaliteitverhouding te praten’, legt ze uit. ‘En wij moeten ons voortdurend afvragen of we dingen niet slimmer kunnen doen, zodat we goedkoper worden. Beter worden is ook voor ons geen bezuinigingsoperatie. Maar we zijn er natuurlijk wel verantwoordelijk voor om zo weinig mogelijk kosten te maken voor een zo goed mogelijke dienstverlening. We hebben dan wel geen winstbejag, maar elke euro die de afdelingen niet aan het Servicebedrijf, maar rechtstreeks aan de patiënt kunnen uitgeven, is toch pure winst!’
Mooie momenten Klantgerichter werken, efficiënter sturen, een goede prijs-prestatieverhouding en betrokken en kundige medewerkers. Dat zijn de belangrijke pijlers voor het Servicebedrijf. Op alle vier terreinen is vooruitgang geboekt, signaleert Wismeyer. ‘Het afgelopen jaar heeft veel energie gekost, maar ook veel energie gegeven. We hebben dan ook veel mooie momenten gehad. Bijvoorbeeld toen ik voor het eerst met het nieuwe managementteam om de tafel zat of toen de deelplannen op tijd klaar waren. Veel eerste keren, die je niet snel vergeet: eerste klantenpanel, eerste keer ons eigen krantje, eerste sessie met bedrijfsleiders. Maar ook natuurlijk alle verbeteringen (groot en klein) die al zijn ingezet. De vele rondetafelsessies die ik inmiddels al had met medewerkers van het Servicebedrijf. Dan zie je het enthousiasme en de wil om te verbeteren bij veel medewerkers. De geweldige plannen die ze hebben. Dat doet me goed. Want uiteindelijk zorgt een nieuwe structuur op zichzelf er niet voor dat we beter worden. Dat doen de mensen; zij maken het verschil!’ n
i n b e dr i jf
radboud swingt
Foto's: Jan van Teeffelen
Informatiemarkt
Waken voor fysieke overbelasting Wassen zonder water en hulpmiddelen bij de zorg voor obese patiënten was een van de noviteiten op de informatiemarkt voor ergocoaches en belangstellende medewerkers, die gisteren plaatsvond op het poliplein in het gebouw Vrouw en Kind. In het Radboud hebben 98 medewerkers een rol als ergocoach, op verpleegafdelingen maar bijvoorbeeld ook binnen afdelingen van het Servicebedrijf waar medewerkers fysiek zwaar werk moeten uitvoeren. Zij zijn erin getraind om hun collega’s te helpen behoeden voor fysieke overbelasting. Ze hebben met een fysiotrainer (een fysiotherapeut) de specifieke risico’s op de eigen afdeling in kaart gebracht. Ze werken nieuwe medewerkers in, geven adviezen en laten zonodig een training verzorgen voor de hele club. ‘De risico’s verschillen per werkveld en ieder gebruikt weer andere hulpmiddelen’, vertelt HR-medewerker Pieternel van Heijst. ‘OK-medewerkers moeten bijvoorbeeld lang op dezelfde plek stilstaan. Om klachten te voorkomen kan iemand werken met een wiebelmat waarop ze actiever staan. Daardoor krijgen ze minder snel vermoeide benen.’ De ergocoaches hebben tot nu toe weinig contact met elkaar. ‘Via sharepoint kunnen zij straks onderling meer informatie gaan uitwisselen’, vertelt Van Heijst. Voor het eerst is er nu een UMC-brede informatiemarkt georganiseerd, niet alleen voor ergocoaches maar ook voor belangstellende medewerkers. ‘Een mooie manier om te laten zien welke hulpmiddelen er op de markt zijn. Belangstellenden konden ook oefenen met rijregels, bedinstructies, draaien met een draadcontainer en tillen volgens protocol.’ Redelijk nieuw is volgens Van Heijst het wassen zonder water bij immobiele en bedlegerige patiënten. ‘De verzorging vindt dan plaats met speciale
lotiondoekjes, waarbij afspoelen en afdrogen niet nodig is.’ Veel medewerkers weten volgens haar ook niet dat het Radboud contacten heeft met een firma, die binnen vier uur hulpmiddelen kan leveren voor de verzorging van extreem zware patiënten. JM
Universitair Sportcentrum
Boksen voor vrouwen, Ropeskipping en Zumba Maandag 22 juni is de inschrijving gestart voor de cursussen van het Universitair Sportcentrum van seizoen 2009/2010. Voor bedrijfssporters gelden speciale tarieven. Bezoek voor meer informatie en alle details op de website van het USC: www.ru.nl/usc. Aan het programma zijn drie nieuwe cursussen toegevoegd: boksen voor vrouwen, Ropeskipping (touwtjespringen) en Zumba, een combinatie van Latijns-Amerikaanse dans en aerobics. Vanaf 1 juli kan iedereen een gratis proefles (voorheen tegen betaling) volgen voor looptraining, fitness, alle ticketuren, jaarcursussen en periodecursussen. Behalve gratis fysiotherapeutisch advies en voedingsadvies, biedt het sportcentrum vanaf 31 augustus ook gratis sportadvies. Handig voor wie wil gaan sporten of wil switchen van sport. De fitness werkt met een nieuw softwaresysteem, Health Software. Hierdoor is het mogelijk om een persoonlijk en doelgericht trainingsschema te maken. Bovendien zal dit najaar de cardio-apparatuur in de fitness worden vervangen. Het USC gaat weer werken met Ergofit, gemakkelijk en motiverend om gestelde doelen te halen. In augustus worden er drie ochtenden Tibetaanse yoga gegeven, aangevuld met meditaties uit de Tibetaanse traditie. De cursus Zwanger Fit en Bevallen wordt dit jaar voor het eerst ook tijdens de zomermaanden gegeven, op donderdagavond. Inschrijven kan bij de inschrijfbalie van maandag t/m vrijdag tussen 12.0020.00 uur en op zaterdag tussen 10.00-14.00 uur. JM
6
Voorlichting
Bescherm je huid: voorkom huidkanker Zon is de boosdoener van de meeste vormen van huid kanker. Het aantal huidtumoren is nu jaarlijks zo’n veertig duizend. In zevenduizend gevallen gaat het hier om plaveiselcelcarcinoom, dat vrijwel altijd door de zon wordt veroorzaakt. Bij de overige typen huidkanker speelt de zon ook een belangrijke rol. De verwachting is dat er over tien jaar tachtigduizend nieuwe huidtumoren per jaar zijn. ‘De laatste jaren zien we steeds meer mensen met meerdere tumoren en zeer uitgebreide zonneschade, waarin weer een nieuwe tumor kan ontstaan’, aldus dermatoloog Rianne Gerritsen. Op 11 juni gaven dermatologen in het UMC St Radboud voorlichting hoe je jezelf kunt beschermen tegen de zon om zo huidkanker te voorkomen. De tips op een rij. ‘Smeer jezelf goed in: ruim, dik en frequent. Start ermee 15 tot 30 minuten voordat je de zon opzoekt’, adviseert Gerritsen. ‘Bij een zeer lichte huid is beschermingsfactor 30 nodig, terwijl dat bij een iets getinte huid factor 5 tot 10 is. Het is bewezen dat goed insmeren ervoor zorgt dat UV-straling minder DNAschade geeft in de huid. Maar let op: insmeren betekent niet dat je langer kunt zonnen.’ Daarnaast is het advies voor kinderen om T-shirts en petjes te dragen. Ook kalende mannen moeten hun hoofd bedekken of insmeren. Draag verder een goede zonnebril. ‘En wees ervan bewust dat je ook bij bewolking kunt verbranden. 80 procent van de zonnestralen gaat door de bewolking heen’, zegt Gerritsen. ‘Ook een parasol laat een deel van de UV-straling door. Op het heetst van de dag: blijf uit de zon. En in water of op het strand verbrand je sneller door reflectie van zonlicht. Tot slot: doe de zonnehemel of zonnebank de deur uit. Het voorbruinen onder een zonnebank beschermt je namelijk niet tegen verbranden in de zon.’ GM
r b eleid a db o d e 1 1 - 2 0 0 9
Samen werken aan een carrière op maat Je werkomstandigheden en loopbaan meer in eigen handen nemen? Dat kan via Maatwerk, een project dat voortkomt uit het streven van alle UMC’s in Nederland om te komen tot ‘duurzame inzetbaarheid’ van het alsmaar schaarser wordende personeel. Maandag 15 juni was er voor de eerste zestig deelnemers aan Maatwerk een startbijeenkomst.
Marten Dooper
Aan het eind van de bijeenkomst kregen alle deelnemers een blikje uitgereikt. In dat blikje zat een draadje om, samen met een andere bezitter van zo’n blikje, een ‘telefoon’ te maken zoals menigeen in zijn kinderjaren ooit deed. Draadje strak tussen de blikjes houden, oor in het blikje en aandachtig luisteren naar wat de ander in het blikje zegt. ‘Hiermee wilden we symbolisch duidelijk maken waarover het gaat in Maatwerk’, licht Wim de Geus, bedrijfsleider van de afdeling Urologie, toe. ‘Werknemers en hun leidinggevenden met elkaar verbinden en aandachtig luisteren wat de ander te zeggen heeft.’ ‘Het op gang brengen van een dialoog tussen werknemers en hun leidinggevenden, dat is een van de belangrijkste punten om te komen tot een duurzame inzetbaarheid van medewerkers’, vult Erwin Sponselee, bedrijfsleider van de afdeling Verloskunde en Gynaecologie, aan. De afdelingen Urologie en Verloskunde en Gynaecologie vormen de proeftuin van Maatwerk. ‘Binnen het project is het de bedoeling dat medewerkers regelmatig met hun leidinggevenden praten over hoe zij hun toekomst voor de komende jaren zien. Over hun eventuele wensen en voorkeuren: een andere invulling van de functie, aanpassing van de werktijden vanwege de thuissituatie, een andere werkplek binnen de afdeling of misschien wel een werkplek op een andere afdeling binnen het UMC. Anderzijds kan de leidinggevende de medewerker tijdens deze gesprekken nader informeren over de doelstellingen van de afdeling.’
eenmaal per jaar, maar dat is toch veel meer eenrichtingsverkeer. Om medewerkers en leidinggevenden regelmatiger en vooral op een andere manier beter met elkaar in gesprek te brengen, krijgen de deelnemers aan de pilot van Maatwerk eerst een training hierin door een externe begeleider. Die ondersteunt alle deelnemers, die afkomstig zijn uit alle lagen van de deelnemende afdelingen, ook tijdens de zogeheten planningsgesprekken waarin de afspraken voor de nabije toekomst gemaakt worden. In het najaar volgen evaluatiegesprekken waaruit duidelijk moet worden wat er van de afspraken uit het planningsgesprek terecht is gekomen.’
Aantrekkelijke werkgever ‘Het project Maatwerk staat niet op zichzelf’, plaatst beleidsadviseur-HR Peter Loozen het project in een breder kader. ‘Het komt voort uit het streven van de gezamenlijke UMC’s om te investeren in moderne arbeidsverhoudingen, het project Idealoog. De UMC’s willen een aantrekkelijk werkgever op de arbeidsmarkt blijven en hun medewerkers een passend perspectief
bieden. Dat betekent steeds minder van bovenaf regelen en meer ruimte voor de individuele medewerker en leidinggevende om oplossingen op maat te bedenken. Die verandering gaat niet van de ene op de andere dag. Daarom investeren we in vaardigheden om oplossingen te bespreken en daarover afspraken te maken. Dit past ook prima in de koers van Beter Worden in het Radboud waarin medewerkers gestimuleerd worden om eigen verantwoordelijkheid te nemen voor hun werk en ontwikkeling. In vijf rondetafelgesprekken hebben we van medewerkers en leidinggevenden dwars door de hele organisatie gehoord waar behoeften en verwachtingen liggen. In september presenteren we een programma waarmee medewerkers en leidinggevenden organisatiebreed aan de slag kunnen met het principe van ‘dialoog en maatwerk’. De resultaten uit de proeftuinen kunnen we daar goed bij gebruiken, evenals de ervaringen uit de andere UMC’s. Zo maken we niet alleen onze eigen organisatie beter, maar leren we ook van elkaar.’ n Zie ook: www.idealoog.nl
Begeleiding ‘Samen bekijk je hoe haalbaar de individuele wensen zijn, hoe deze zich verhouden tot de afdelingsdoelstellingen en hoe wensen te verwezenlijken zijn’, vervolgt De Geus. ‘Wat kan de medewerker zelf doen, maar ook wat kan het UMC bieden als ondersteuning? Vervolgens maak je samen afspraken en na een tijdje praat je weer met elkaar om te kijken of het doel al in zicht komt, of dat er misschien inmiddels toch een ander doel nagestreefd wordt.’ Deze aanpak is voor velen in het UMC nieuw. Sponselee: ‘We kennen wel de jaargesprekken, hooguit
Maatwerk wil onder andere zeggen: steeds minder van bovenaf regelen. Op de startbijeenkomst worden medewerkers op weg geholpen door een acteur. Foto: Frank Muller
Artsen delen ervaringen medische calamiteiten Medische calamiteiten bespreken met je collega’s, de inspecteur voor de Gezondheidszorg en de voorzitter van het Tuchtcollege. Dat gebeurde onlangs in het Radboud. Twee keer per jaar organiseert het Stafcon vent een kwaliteitsmiddag. Het is een initiatief dat voortvloeit uit de crisis in de hartchirurgie voor volwas senen en bedoeld om met elkaar te spreken over kwa liteitverbetering in de zorg.
Tijdens de kwaliteitsmiddagen, die het Stafconvent organiseert, worden regelmatig externe sprekers gevraagd. Dit keer waren dat de voorzitter van het Centraal Tuchtcollege Gezondheidszorg, Rudolf Torrenga en de Inspecteur voor de Gezondheidszorg, Jan Vesseur. Torrenga bijt het spits af en legt in vogelvlucht uit wat het tuchtrecht inhoudt. ‘De gang naar de tuchtrechter is voor een arts een calamiteit op zich. Het is een juridisch steekspel waarin de controverse domineert. Dat kun je maar beter voorkomen’, adviseert hij. En dat kan, want de meeste klachten gaan over onvrede en onbegrip. Waarom klagen patiënten? Om te voorkomen dat een ander hetzelfde overkomt. Maar ook wantrouwen speelt een rol, aangewakkerd door onvoldoende openheid van de arts of het onvermogen van de arts om zich kwetsbaar en feilbaar op te stellen. Torrenga’s motto is dan ook:
‘Een tuchtklacht is, zelfs bij aperte misslagen, te vermijden door openheid en spijtbetuiging.’ Twee artsen van het UMC St Radboud lichtten een casus toe over een medische calamiteit. Na een uiteenzetting van de feiten kwamen vragen aan de orde als: wanneer is er sprake van een calamiteit? Een calamiteit is toch alleen een calamiteit als er iets verwijtbaar fout is gedaan of gegaan?
Ten slotte lichtte Vesseur het perspectief van de Inspectie toe bij een medische calamiteit. Kern van zijn betoog als een calamiteit zich heeft voorgedaan: herstel het en vertel het! Niet alleen de patiënt moet worden geïnformeerd, er moeten maatregelen worden genomen om de gevolgen voor de patiënt zoveel mogelijk te beperken. Achterhaal de oorzaak en neem maatregelen om herhaling te voorkomen.
Na een praatje over melding van calamiteiten in het UMC en bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg, was er ook een lezing over begeleiding voor direct betrokken medewerkers bij een calamiteit. Hiervoor is een opvangteam in het leven geroepen. Een informeel collegiaal netwerk, waarvan onder andere een medisch specialist deel uitmaakt.
Didi Braat, voorzitter van het Stafconvent, benadrukte tijdens de middag het belang van een goede communicatie bij een medische calamiteit naar patiënt en familie. Maar ook het delen van deze ervaringen van artsen onderling is belangrijk, om te leren van elkaar en - waar nodig - elkaar te steunen. Net als voor andere zorgverleners kan ook voor dokters een medische calamiteit een behoorlijke impact hebben op het functioneren en/of welbevinden. ‘Het is fijn dat artsen zich kwetsbaar durven opstellen.’
Melvin Samsom en de juristen Ineke Corté en Frederike Tesser, hielden een presentatie over de wijziging van de voorschriften voor calamiteiten in de patiëntenzorg. Er komt een centraal coördinatieteam dat kijkt of een calamiteit goed is afgehandeld en onderzocht. En of een calamiteit vraagt om ziekenhuisbrede verbetermaatregelen. Een decentraal team moet vooral calamiteiten analyseren en rapporteren, en patiënten, familie en betrokken medewerkers begeleiden
7
Bij het Stafconvent van het UMC St Radboud zijn niet alleen de medische afdelingshoofden lid, maar alle medisch specialisten. Braat: ‘Dat is uniek in Nederland. Wij vinden deze constructie van groot belang, omdat iedere arts kwaliteit van zorg hoog in het vaandel moet hebben.’ ND
r e p o r t a g e
Met het bereiken van het hoogste punt, op 4 juni, gaan de contouren van het immense Heelkundegebouw zich steeds duidelijker aftekenen. Niet alleen de bouwers, maar ook de toekomstige gebruikers van onder meer de OK’s en de IC’s zijn er al geruime tijd mee bezig. Zij namen alvast een kijkje op de bouwplaats. En zagen daarbij hun nieuwe werkomgeving al voor zich, mét alle bijzondere extra’s die deze nieuwbouw zo bijzonder maken. Zowel voor de mede werkers zelf als voor hun toekomstige patiënten. A D D E N HEL D
Het nieuwe Heelkundegebouw van het UMC St Radboud begint steeds meer vorm te krijgen. Maar wie, uiteraard voorzien van bouwhelm en veiligheidsschoenen, het immense betonnen skelet betreedt, krijgt pas écht een idee van de immense omvang: een totale oppervlakte van maar liefst 40.000 vierkante meter, zeven verdiepingen hoog. In totaal 20 ultramoderne OK’s in één gebouw. Twee lagen met elk drie IC-units van 24 bedden… Jan Bijl, manager Realisatie Bouw, helpt graag een handje bij de beeldvorming: ‘Denk gemakshalve maar aan de afmeting van een gemiddeld algemeen ziekenhuis.’ Samen met projectmanager Inrichting en Inhuizing Jacqueline de Boer is Jan Bijl onder meer verantwoordelijk voor de inrichting van de nieuwbouw. Waarbij Jacqueline de Boer de gebruikers en de bouwers bij elkaar brengt. En om alvast enige indruk te geven van de omvang van die inrichting: het gaat daarbij in totaal om 22.000 elementen, van bureaustoel tot PET-scan.
NIEUWBOUW UMC ST RADBOUD KRIJGT Hightech, gekoppeld aan een prettige ambiance Bedrijfsleider Richard van den Broek van de nieuwe OK-afdeling (in oprichting) en interim-bestuurder van het OK-bedrijf Guido van den Bogaert moeten vóór 2011 nog heel wat werk verzetten. Want het is hun taak om alle zeven huidige OK-locaties ‘samen te smelten’ tot één nieuwe OK-afdeling, in één nieuw gebouw. Toepasselijk
samengevat: een hele operatie. Toch kunnen zij alvast met plezier vooruit kijken naar de talrijke veranderingen ten goede, zowel voor hun toekomstige patiënten als voor alle OK-medewerkers. Al bij het ontwerp van de OK-nieuwbouw is zorgvuldig rekening gehouden met een zo prettig mogelijke ambiance. Zowel voor de medewerkers als voor de patiënten.
Foto: Flip Franssen
Een en ander betekent: extra aandacht voor daglicht en gebruikte kleuren en materialen. Bedrijfsleider Van den Broek spreekt in dit verband van een ‘healing environment’ (‘genezende omgeving’). Overigens allerminst een zweverige gedachte, zo laat hij weten. ‘Want uit onderzoek blijkt, dat zo’n “healing environment” niet alleen een positieve invloed heeft op hoe een patiënt zijn verblijf op een ziekenhuisafdeling ervaart, maar ook op zijn herstel. Dus op zijn vooruitgang in strikt medische zin. Bovendien blijken deze positieve invloeden ook nog eens door te werken op alle medewerkers. Geen wonder dus dat Amerikaanse ziekenhuizen bij hun inrichting al sinds jaar en dag dankbaar gebruik maken van deze kennis.’
Prettiger werken Nieuw in de nieuwbouw is voor de OK-medewerkers onder meer: daglicht in de gangen rond hun operatiekamers. In zo’n nieuwe, mooiere werkomgeving is het volgens de bedrijfsleider een stuk prettiger werken. ‘Ga maar na: de allernieuwste technologie, de nieuwste patiëntprocessen… de medewerkers worden hier straks nóg beter gefaciliteerd om hun werk op de OK goed te doen, dan nu al het geval is. Dus eigenlijk kun je hier vanaf 2011 je vak op en top uitvoeren.’ Als bijkomend voordeel noemt Van den Broek, dat alle OK’s in de nieuwbouw worden samengebracht in een nieuw op te richten OK-afdeling. Met een bijbehorend hoogleraar, die als afdelingshoofd gaat fungeren. ‘Een en ander houdt in dat de OK-afdeling gaat academiseren en dat wij straks ook een opleidingsfunctie en onderwijstaken krijgen. Kortom, op die nieuwe OK-afdeling gaan wij ons naast de patiëntenzorg ook richten op onderwijs en onderzoek. En dat zorgt ervoor dat wij aan kennisontwikkeling gaan doen. Kennis die weer bruikbaar is voor andere ziekenhuizen in Nederland. En
8
r a db o d e 1 1 - 2 0 0 9
Efficiënter werken en meer privacy voor patiënt De meeste IC-medewerkers kennen hun toekomstige werkplek alleen van papier. Maar hoofdverpleegkundige Willem Roudijk van de Neuro Intensive Care kon zelf alvast even rondkijken op de bouwplaats. En hij kijkt nu al uit naar 2011. ‘Absoluut!’, reageert hij enthousiast. ‘We hebben nu vijf IC-units, verspreid over het hele ziekenhuisterrein. En die decentrale ligging van de IC’s, en trouwens ook van de OK’s, is gewoon niet zo efficiënt.’ Straks verkast Roudijk met al zijn IC-collega’s naar één gebouw, waarin alles samenkomt: twee lagen met elk drie IC-units van acht bedden. Dus 24 bedden per laag. ‘Daarnaast zijn we bezig om ook de mediumcare nog in de nieuwbouw te krijgen: twee units met in totaal 16 bedden. Uiteindelijk komen zo alle IC-medewerkers in de nieuwbouw dicht bij elkaar te werken, zijn we straks elkaars buren. En daardoor kun je niet alleen makkelijker kennis en ervaring uitwisselen, maar elkaar ook beter helpen. Je hoeft daar straks nog maar enkele meters, en een of twee trapjes, voor te lopen. Terwijl je daarvoor nu vaak nog helemaal van het ene naar het andere gebouw moet.’ Dat in de nieuwbouw definitief afscheid is genomen van de bestaande zaalvormen op de IC, ziet IC-hoofdverpleegkundige Roudijk als een belangrijk winstpunt. ‘Er komen in de nieuwe IC-units uitsluitend eenpersoons kamers, waardoor de privacy van de patiënten enorm zal toenemen. Iedere patiënt krijgt straks een mooi en licht eigen plekje op de IC. Dus de patiënten op de IC krijgen niets meer mee van wat zich achter het gordijn van de buurman of –vrouw afspeelt. Bovendien is elke eenpersoonskamer op de nieuwe IC dermate ruim opgezet, dat het bezoek makkelijker en langer op de kamer kan blijven. Indien noodzakelijk kan een partner of naast familielid straks ook probleemloos op de kamer van de patiënt blijven slapen. Dit laatste uiteraard altijd in overleg met de dienstdoende verpleegkundige. ‘
Trekpleister voor nieuw personeel Foto: De Jong Luchtfotografie
GT STEEDS MEER VORM het is natuurlijk interessant om daar als OK-medewerker straks een bijdrage aan te kunnen leveren.’ Volgens Van den Broek profiteren niet alleen de OK-medewerkers straks van het prettiger werkklimaat in de nieuwbouw, maar indirect ook alle patiënten. ‘Want als je je als medewerker prettiger voelt, dan word je daar vrolijker en vriendelijker door en uiteindelijk komt dat dan vanzelf weer ten goede aan de patiënten.’
dat zij hun eigen, vertrouwde werkomgeving kwijtraken en straks opgaan in een groter geheel. Die nieuwe huisvesting en personeelssamenstelling zal voor de OKmedewerkers dan ook zeker een cultuurverandering met zich meebrengen. En dat zal de nodige aanpassingen vragen’, verwacht de interim-bestuurder van het OK-bedrijf. ‘Dus er is nog een heel traject af te leggen voordat we straks met elkaar de nieuwbouw kunnen betrekken.’
De nieuwbouw gaat straks zowel de patiënten als de OK-medewerkers heel wat voordelen bieden. Van den Bogaert ziet daarnaast nóg een belangrijk positief aspect: ‘Een van de grootste uitdagingen voor ons is om in de komende jaren voldoende personeel te kunnen werven. En met deze nieuwbouw behoort het UMC St Radboud straks tot de top-of-the-bill in ziekenhuisland. Dat zal het voor heel wat OK-medewerkers aantrekkelijk maken om juist in Nijmegen te komen werken. Want hier vind je in 2011 het summum op het gebied van werk omstandigheden, technologische ontwikkeling en moge lijkheden voor verdere, specialistische scholing op OK-gebied. Kortom, het Radboud wordt hiermee een nóg aantrekkelijker werkgever. Niet alleen voor alle bestaande medewerkers, maar zeker ook voor OK-medewerkers die nu nog elders werken.’ n Foto: Flip Franssen
Neusje van de zalm Van den Broek ziet de nieuwbouw als een goede kans om ook een aantal processen op de OK verder te verbeteren. ‘Nu zitten de OK’s nog verspreid over zeven verschillende locaties in het hele ziekenhuis, maar straks komen er 20 OK’s bij elkaar in één groot gebouw. Een modern, functioneel gebouw, dat is voorzien van de allernieuwste OK-technologie. Echt het neusje van de zalm op dit moment, dus bijzonder interessant voor alle medewerkers. Maar voordat het zover is, moeten we ook vanuit de gebruikersorganisatie bekijken hoe we alle processen zo kunnen organiseren, dat we straks ook voorop lopen in de patiëntenlogistiek. Die opzet zullen we de komende anderhalf jaar, samen met onze medewerkers, vorm moeten geven. En daarvoor moeten we nu al flink aan de slag.’ Ook Van den Bogaert ziet het als een uitdaging om de verschillende processen op die zeven bestaande OK-locaties op elkaar af te stemmen. En ook om alle medewerkers zodanig bij te scholen, dat zij in één nieuw gebouw in nieuwe groepen kunnen werken. Al brengt hij bij al deze enthousiaste geluiden ook graag nog een kleine nuance aan: ‘Wij bieden alle mogelijk faciliteiten, zodat alle medewerkers het prettig vinden om in de nieuwbouw te gaan werken. Maar dat neemt niet weg dat sommige medewerkers er best last van zullen krijgen
9
o nd e rz o e k
Pakistan brengt licht in erfelijke oogziekte Sinds vorig jaar werken de UMC-genetici prof.dr. Frans Cremers, dr. Anneke den Hollander en dr. Rob Collin, nauw samen met een onderzoeksgroep uit Islamabad. De uitwisseling van westerse kennis en Pakistaanse familiegegevens blijkt een vruchtbare aanpak. Eerste doel is de genetische opheldering van de ernstige erfelijke oogziekte retinitis pigmentosa. ‘Dat is een genetische goudmijn.’ Paul van Laere
Wetenschappelijke veldwerk in Pakistan zit vol obstakels en gevaren. De genetici Maleeha Azam en Imran Kahn kunnen erover meepraten. Vanuit miljoenenstad Islamabad doen ze onderzoek naar families met retinitis pigmentosa, een erfelijke netvliesaandoening die geleidelijk tot blindheid leidt. Voor Azam zijn de buitengebieden van Pakistan eigenlijk onbegaanbaar terrein. Een vrouw alleen is in deze ultraconservatieve omgeving vogelvrij, met kidnapping en misbruik als waarschijnlijke gevolg, vertelt ze. Khan heeft in dergelijke contreien als man weer andere handicaps: niemand zal tegen hem informatie geven over naaste vrouwelijke familieleden - dat mag alleen tegen een vrouw. Een lokale medewerkster is daarom onontbeerlijk En sommige streken kan hij alleen onder politiebescherming doorkruisen. Azam en Khan verbinden een eeuwenoude plattelandscultuur met de hightech van de moderne genetica. De twee promovendi behoren tot de onderzoeksgroep van prof. Raheel Qamar in Islamabad en werken nu op afdeling Antropogenetica tijdelijk bij de Blindheid-genetica werkgroep, geleid door prof. dr. Frans Cremers en dr. Anneke den Hollander (afdeling Oogheelkunde). Khan is net aangekomen, terwijl Azam haar Nijmeegse periode van ongeveer een jaar er bijna op heeft zitten. Begin volgende jaar zal de frêle en goedlachse Pakistaanse in Islamabad promoveren. Een ‘dubbelpromotie’ in Nijmegen is niet toegestaan, tot spijt van Cremers. ‘Dan zouden we aanspraken kunnen maken op een RUinternationalisering fonds, en ook zou de RU promotiegelden ontvangen van OC&W. Het zou de financiering van hun verblijf een stuk vergemakkelijken.’
seerd. Bij tien families vond Azam fouten in reeds bekende RP-genen. De volgende stap is nu om bij de resterende families nieuwe genen te vinden die betrokken zijn bij het ontstaan van RP. Azam heeft reeds een aantal locaties op het DNA gevonden, waar zich mogelijk nieuwe RP-genen ophouden. Cremers: ‘Als je zo’n verdachte locatie hebt, vind je meestal snel het gemankeerde gen, maar in dit geval zagen we niet meteen een opvallende kandidaat. Blijkbaar gaat het om genen die je niet zou verwachten. Dat kan ons leiden naar genen met geheel nieuwe functies in het oog.’
Erbarmelijk Het verder ophelderen van de mechanismen achter de oogziekte, is een van de doelen van het onderzoek. Momenteel zijn 24 genen bekend, maar fouten op die 24 genen verklaren nog niet de helft van alle ziektegevallen. Cremers schat dat nog zeker vijftig genen wachten op ontdekking.
‘Ze worden nagenoeg blind, maar er is niks voor hen. Ze hebben vaak geen geld om naar een dokter te gaan, er zijn geen hulpmiddelen’
Bloedverwantschap Cremers werkt sinds vorig jaar samen met researchgroep van Qamar. Eerste doel is de genetische exploratie van de oogziekte retinitis pigmentosa (RP). Nijmegen biedt geavanceerde technieken en knowhow, terwijl de Pakistani unieke gegevens inbrengen van RP-families. Vanwege het wijdverbreide trouwen binnen de familie (consanguiniteit) komt de recessieve ziekte in Pakistan namelijk veel voor. ‘Bij een recessieve aandoening moet je zowel van vader als moeder een defect gen krijgen. Zit zo’n fout gen in de familie, dan is door bijvoorbeeld neef/ nicht-huwelijken de kans op de fatale combinatie sterk vergroot’, legt Cremers uit. ‘In die afgelegen streken is de bloedverwantschap van gehuwden bijna honderd procent. Dat gaat om miljoenen mensen. Genetisch gezien is dat een goudmijn.’ In de periode tot 2012 zullen vijf Pakistaanse onderzoekers in het UMC St Radboud verblijven. Het gaat niet alleen om blindheid. Bij Cremers’collega dr. Hans van Bokhoven werkt een Pakistaanse promovendus aan mentale retardatie, terwijl bij dr. Hannie Kremer volgend jaar tijdelijk een Pakistaanse geneticus zich gaat bezighouden met erfelijke doofheid. Het Pakistaans-Nederlands onderzoeksteam: Van onder naar boven: Imran Khan, Frans Cremers, Maheela Azam, Anneke den Hollander en Rob Collin. Foto: Jan van Teeffelen
Azam bracht bij haar komst het materiaal mee van ruim twintig Pakistaanse RP-families. Het afgelopen jaar heeft ze de genetische data van de bloedmonsters geanaly-
10
Voor Pakistan levert het genetisch onderzoek nog een belangrijke winst op. Azam: ‘Wanneer je binnen een RPfamilie de mutatie vindt, kun je gericht counseling geven, vaak aan tientallen mensen. Je weet wie binnen de familie het defecte gen draagt en kunt dus voorlichting geven over aanstaande huwelijken.’ ‘In Nederland ligt dat anders’, vult Cremers aan. ‘Dragers van de genfout trouwen buiten de familie, met slechts een minieme kans dat die partner ook drager is. Wel kun je door het achterhalen van de mutatie, patiënten zekerheid geven over de diagnose, plus een prognose over het verdere beloop. Komende jaren worden ook nieuwe vormen van therapie ontwikkeld, collega dr. Rob Collin is daar mee bezig.’ Iets betekenen voor de patiënten, het vormt voor Azam en Khan een belangrijke drijfveer. ‘De omstandigheden waaronder deze mensen moeten leven zijn soms erbarmelijk’, weet Khan uit eigen ervaring. ‘Ze worden nagenoeg blind, maar er is niks voor hen. Ze hebben vaak geen geld om naar een dokter te gaan, er zijn geen hulpmiddelen. Sommigen hebben niet eens een witte blindenstok. Mijn professor ontraadt me soms naar bepaalde regio’s te gaan, vanwege het gevaar. Maar ik ga toch. Iemand moet het doen.’ n
r a db o d e 1 1 - 2 0 0 9
Sleutelrol Radboud bij verbetering nierdialyse Goed nieuws voor de onderzoekers van de afdelingen Farmacologie-Toxico logie, Fysiologie, Nefrologie en Kindernefrologie van het UMC St Radboud. Want dankzij een subsidie van 3,9 miljoen euro, die de Nederlandse overheid via het BioMedical Materials-programma ruim een week geleden toekende, kunnen zij zich nu volop gaan richten op een opmerkelijke verbetering van de bestaande nierdialyse. Nijmegen werkt daartoe nauw samen met de universiteiten van Groningen, Twente en Eindhoven.
Ad d e n H e l d
‘Probleem bij de bestaande nierdialyse is, dat er ná elke dialyse nog tal van schadelijke stoffen in het lichaam achterblijven. Die schadelijke stoffen zijn verantwoordelijk voor heel wat gezondheidsproblemen, waardoor uiteindelijk een op de vijf dialysepatiënten komt te overlijden’, vertelt dr. Bert van den Heuvel, klinisch biochemisch geneticus. Voor Van den Heuvel en zijn afdeling aanleiding om uit de urine van gezonde proefpersonen niercellen te isoleren. Die niercellen zijn in Nijmegen vervolgens zodanig gemanipuleerd, dat zij ook buiten het lichaam blijven doorgroeien, hormonen blijven afscheiden én hun ‘zuiverende’ werking behouden. De bedoeling is nu, dat dit zogeheten celsysteem uit Nijmegen straks wordt gekoppeld aan de bestaande dialyseapparatuur. Zodat, net zoals in een gezond menselijk lichaam, tijdens een nierdialyse óók de meeste schadelijke stoffen door die toegevoegde niercellen worden opgenomen en afgevoerd. Juist vanwege de ontwikkeling van de niercellen-buiten-het-lichaam speelt het UMC St Radboud een sleutelrol binnen het samenwerkingsproject met drie andere universiteiten. Nieronderzoek is al heel wat jaren een belangrijk speerpunt binnen het UMC St Radboud. Zo is er elke zes weken
thema-overleg met alle groepen onderzoekers die binnen het UMCN nier-gerelateerd onderzoek doen. In de loop der jaren is er in Nijmegen dan ook veel expertise opgebouwd rond het ontstaan en de behandeling van nieraandoeningen. In het gezamenlijke nieronderzoek brengt elke universiteit zijn eigen expertise in. Zo zorgen de technische universiteiten van Eindhoven en Twente met hun nanotechnologie voor het dragersmateriaal waarin de niercellen prima kunnen gedijen. Terwijl Groningen verantwoordelijk is voor de biologische activiteiten van de uit Nijmegen afkomstige niercellen.
prijzen en benoemingen Marco Schuringa Met ingang van 1 augustus 2009 is Marco Schuringa manager van de productgroep Vastgoed & Infrastructuur. Marco Schuringa (48 jaar) is nu nog werkzaam bij Randstad Nederland bv, waar hij verantwoordelijk is voor huisvesting, telecommunicatie en facilitaire zaken. Marco Schuringa volgt hiermee Mark-Erik Nota op, die nu als interim manager deze functie vervult.
Kunstnier nog verre toekomst
Tim Antonius
De Nijmeegse nieronderzoekers verwachten hun dialyseproject over vijf jaar te hebben afgerond. In het gunstigste geval kan de bestaande nierdialyse dan een opmerkelijke verbetering ondergaan. En daarmee ook de kwaliteit van leven van alle dialysepatiënten. Maar om nu al te zeggen, dat dit toegevoegde celsysteem mogelijk een opstapje is naar de ontwikkeling van een implanteerbare kunstnier, gaat Masereeuw te ver. ‘Nee, beslist niet. Wat wij gaan doen is slechts één celtype toevoegen aan de bestaande dialyse. En voor de ontwikkeling van een kunstnier heb je veel méér celtypes nodig. Bovendien: na de hersenen is de nier ons meest complexe orgaan en voordat je dat helemaal kunt “nabouwen”…. Dus ik wil ons project dan ook met nadruk een verbeterslag van de dialyse noemen.’ n
Tijdens het 15e internationale congres van SESAM (Society in Europe for Simulation applied to medicine) heeft Tim Antonius samen met zijn team de prijs gewonnen voor de beste workshop. Deze workshop had als onderwerp de simulatie van een hightech medische vaardigheid in de zin van Extracorporale Membraan Oxygenatie, wat nu op het dierenlab plaatsvindt.
Sleutelfiguren bij nieronderzoek en behandeling zijn: staflid dr. Roos Masereeuw van de afdeling Farmacologie-Toxicologie, staflid van de afdeling Kindergeneeskunde dr. Bert van den Heuvel en staflid dr. Joost Hoenderop van de afdeling Fysiologie.
Han van Krieken Op 7 juni is tijdens de 92e jaarvergadering van de Deutsche Gesellschaft für Pathologie prof. Han van Krieken, patholoog, benoemd tot korrespondierenden Mitglied. Hij is de 11e patholoog die deze eer te beurt is gevallen, de derde Europeaan en de eerste Nederlander. Hij heeft deze benoeming te danken aan zijn bijdrage, zowel wetenschappelijk als maatschappelijk, voor de discipline pathologie. De Deutsche Gesellschaft für Pathologie is de oudste wetenschappelijke vereniging in deze discipline en heeft als doel de wetenschappelijke belangen van de pathologie in brede zin te bevorderen en om de centrale betekenis van de pathologie voor de geneeskunde in het algemeen verder te ontwikkelen.
Promoties, oraties, afscheidsredes Promotie drs. J.H. Soeteman, vrijdag 26 juni om 13.00 uur. Titel: Health problems of Enschede residents in the aftermath of the fireworks disaster. A longitudinal study with a pre-disaster assessment in general practice Afscheidsrede prof. dr. P.F. de Vries Robbé, hoogleraar Medische informatiekunde, vrijdag 26 juni om 15.45 uur. Titel rede: Het hart van de geneeskunde
De bedoeling is het Nijmeegse celsysteem te koppelen aan bestaande dialyseapparatuur.
Foto: Jan van Teeffelen
Eerstelijnsgeneeskunde speerpunt WHO Tijdens de afgelopen jaarvergadering heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een motie aangenomen waarin de organisatie overheden oproept met (hernieuwde) energie vorm te geven aan de primary health care, ofwel eerstelijnsgeneeskunde. Daarin ziet de WHO de eerstelijnsgeneeskunde, anders dan in het verleden, breder dan alleen het werk van huisartsen. Hiermee sluit de WHO naadloos aan bij de ontwikkeling die met name in Nederland en België al enige tijd geleden is ingezet, stelt Willem van Gerwen namens de afdeling Eerstlijnsgeneeskunde. ‘Vroeg signaleren, vroeg behandelen en preventie van ziekten zijn een belangrijke trend in de gezondheidszorg. Daarvoor moet je dicht bij de mensen staan. Dat kan alleen met een sterke eerstelijnsgeneeskunde waarin diverse disciplines nauw samenwerken met elkaar en met de tweedelijnsgeneeskunde. Dat inzicht heeft ertoe geleid dat binnen het UMC onlangs diverse afdelingen die zich bezighielden met eerstelijnsgeneeskunde, zoals huisartsgeneeskunde, sociale geneeskunde
en ouderengeneeskunde (voorheen verpleeghuisgeneeskunde, red), gefuseerd zijn tot de nieuwe afdeling Eerstelijnsgeneeskunde. Hiermee is het UMC St Radboud koploper in Nederland. De fusie moet ook in de opleidingen en in het onderzoek leiden tot meer samenwerking in de eerste lijn. Dat dit denken nu ook expliciet door de WHO wordt uitgedragen, is natuurlijk een enorme steun in de rug voor onze afdeling’, aldus Van Gerwen. Helemaal toevallig is het overigens niet dat de WHO afgelopen mei tijdens haar jaarvergadering een resolutie met deze strekking aannam die nauw aansluit bij de Nederlandse ontwikkelingen. ‘De WHO-resolutie is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de WONCA, de wereldwijde organisatie van en voor huisartsen’, vertelt Van Gerwen. ‘Voorzitter van WONCA is sinds 2007 prof Chris van Weel, hoofd van de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het UMC St Radboud. Speciaal op zijn aandringen roept de resolutie ook op aandacht te schenken aan de opleiding van werkers in de eerste lijn.’ MD
11
Oratie prof. dr. D.C. Aronson, hoogleraar Heelkunde, in het bijzonder de Kinderchirurgie, woensdag 1 juli om 15.45 uur. Titel rede: De onvoltooid toekomende tijd Promotie mw. drs. C.A.M. Bongaarts, woensdag 8 juli om 10.30 uur. Titel: The effect of infant orthopedics from 4 to 6 years of age in children with unilateral cleft lip and palate Promotie drs. L.G.M. van Rossum, donderdag 9 juli om 10.30 uur. Titel: Colorectal cancer: to screen or not to screen? That’s the question. Promotie drs. C.J.F. Boon, vrijdag 10 juli om 13.30 uur. Titel: Hereditary retinal disease – Clinical and genetic studies on the role of the peripherin/RDS gene, the BEST1 gene and the CFH gene * Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2, tenzij anders vermeld Voor een volledig overzicht en korte inhoud van alle promoties, oraties en afscheidsredes, zie www.umcn.nl, ingang ‘scientist’, doorklikken op ‘science agenda’
TE HUUR BATAVIERENWEG 134 te Nijmegen Intensive Language Programmes •
Onderdompelingscursus op academisch niveau
•
In een aantal dagen de taalvaardigheid structureel verbeteren
•
Training van (near) native speakers in realistische oefensituaties
•
Persoonlijk en op maat
•
Aantrekkelijk avondprogramma
•
Inspirerende omgeving met comfortabel verblijf
•
Voor vele vreemde talen en NT2
Royaal 4-kamerappartement, ca. 140 m2, (voorheen 5) op 9e verdieping met schitterend panoramisch uitzicht op de Waal en de Ooij, de stad en bosrijk Ubbergen, op loopafstand vlakbij centrum Nijmegen gelegen. De woning is gestoffeerd. Eenmalige bijkomende kosten % 250,-- en een waarborgsom van % 1.500,-. Het appartement wordt aangeboden voor een 40 per (1-12) bepaalde tijd 1 of 2Ziekerstraat jaar. Beschikbaar 1 juli Nijmegen 2009. Dit karakteristieke herenhuisper is inmaand, stijl volledig gerenoveerd en verbouwd tot Huurprijs % 1.250,-exclusief voorschot service12 fraaie appartementen, in hartje centrum met uitzicht over het Koningsplein, kosten % 250,-- (water, stookkosten (blokverwarming). variërend van 41 m2 tot 65 m².
TE KOOP
(Nu nog 6 appartementen te koop!)
Meer informatie: Koopsommen van ( 139.000,- tot ( 195.000,- k.k.
Nijmegen - Arnhem- Beuningen
www.stmakelaars.nl
Tel: 024 - 365 10 10
Kijk voor meer informatie op www.ru.nl/utn/ilp of maak een afspraak voor een vrijblijvend adviesgesprek via 024-3616166.
Volgens NEN 2767 BOUWKEURMEESTER KEURT UW WONING
ex
Nijmegen, Pomonastraat 2119-06-2009 € 745.000,- k.k.
11:35:48
cl
radbode-utn 090616.indd 1
us
Een pand kopen of verkopen? Schakel bouwkeurmeester Toon Peters in voor:
ie f
UÊ>«ÊiÕÀ}i UÊ6iÀ«ÊiÕÀ}i UÊii«ÊiÕÀ}i UÊ ÊiÕÀ}i
De vrijstaande woning staat in het voormalige dorp Hees in Nijmegen op een perceel van 485 m2. U woont “buiten” en toch maar tien fietsminuten van hartje Nijmegen en de Radboud. Het familiehuis werd in 1966 onder architectuur gebouwd en is steeds met zijn tijd meegegaan. Inhoud 600 m3 ex de bijgebouwen. De leefruimte is 200 m2, bergruimte 104 m2. 4 slaapkamers, 2 badkamers, grote zolderverdieping voor leven of werken, auto-, motor-, en fietsgarages met carport.
Meer informatie of een oriënterend gesprek? Bel Toon Peters!
UÊ"«iÛiÀ}i UÊëiVÌià UÊÊ iÀ}iÊ*ÀiÃÌ>ÌiÊ `Ûià Met kwaliteitsgarantie ISO 9001:9002 certificering TUV!
Sprokkelveld 52 6596 DM Milsbeek T (0485) 516 775 I www.petersbouwadvies.nl E
[email protected]
Voor informatie makelaar Emile Reuhl, 06 53 36 49 55
assurantiën | pensioenen | hypotheken | financieel advies
Radboud Collectiviteit! Financieel voordeel voor alle (oud-)medewerkers van het UMC St Radboud Akkermans Van Elten Privé Pakket Voordelig, overzichtelijk en perfecte dekking. Kijk in onderstaand schema hoeveel voordeel u kunt behalen.
Verzekering
Premie zonder Radboud korting
Premie met Radboud korting
Auto Peugeot 307, 80% no-claimkorting
€ 576,00
€ 417,65
Auto (2e gezinsauto) Renault Twingo, 80% no-claimkort. Inboedel € 75.000,- verzekerde som Woonhuis € 225.000,- verzekerde som
€ 324,50 € 234,75 € 211,50
€ 243,25 € 176,05 € 187,85
Aansprakelijkheid Gezin Rechtsbijstand
€ 53,00 € 195,90
€ 37,00 € 176,20
Doorlopende reis Gezin
€ 81,85
€ 65,00
€ 1.677,50
€ 1.303,00
Totaal per jaar
Onze adviseurs in het UMC St Radboud: Jeanette Millecam en Agneta Nijsse
Direct meer weten?
Uw voordeel per jaar € 374,50!*
Bel onze speciale Radboudlijn: 0481-367077 op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur
* Deze tabel is een rekenvoorbeeld per product, inclusief 7,5% assurantiebelasting en 10% pakketkorting. Identieke situaties komen zelden voor, dit voorbeeld is een indicatie voor de voordelen van de Radboud Collectiviteit.
Kom langs of maak een afspraak:
Het Radboud Hypotheekarrangement
U vindt ons in het UMC St Radboud
Een voorbeeld van de totale besparing met het Radboud Hypotheekarrangement bij een gewenst hypotheekbedrag van € 242.000,-. (koopsom € 220.000,-)
Tot 0,3% rentekorting (jaarlijks) 50% korting op de taxatiekosten 25% korting op makelaarscourtage bij aankoop 25% korting op makelaarscourtage bij verkoop Besparing notariskosten (schatting)
(vlakbij het PIP en FLEXPUNT): kamer 1.04, routenummer 526, 527
€ 726,00
en vrijdag van 9.00 tot 14.00 uur
€ 250,00 € 1.210,00 € 1.210,00 € 600,00
Uw voordeel bij aanvang* € 3.270,00
Openingstijden: maandag van 11.30 tot 17.00 uur
Bereken zelf uw voordeel: Kijk op www.akkermansvanelten.nl gebruikersnaam: radboud
per jaar* € 726,00
* Identieke situaties komen zelden voor, dit voorbeeld is een indicatie voor de voordelen van het Radboud Hypotheekarrangement.
12
wachtwoord:
voordeel
Onze website is ook bereikbaar via het intranet van het UMC St Radboud
r o nd e rw i js a db o d e 1 1 - 2 0 0 9
buitenland
Leren van verschillen in eerstelijnszorg
Geneeskundestudent Hanneke Bouten, 24 jaar, liep van september tot december 2008 haar afsluitend coschap ontwikkelingslanden in een ziekenhuis in Paramaribo (Suriname).
Zestien geneeskunde studenten uit zes verschillende landen volgden deze maand aan het UMC een vol, gevarieerd programma over eerstelijnszorg. En passant raakten ze daarbij bekend met enkele oer-Hollandse gewoontes.
B a bs V e rb l a c k t
Op mijn eerste werkdag in Paramaribo zet het Bureau Buitenlandse Stagiaires mij af bij de verloskamers. Het wordt een pittige eerste week, want er is gebrek aan tijd en personeel. Een rondleiding en inleiding over mijn werkzaamheden zit er niet in. De eerste dag is een soort test wat ik allemaal kan en in hoeveel tijd. Verder leer ik hoe alles op de Surinaamse manier moet. Ik word niet zo vriendelijk door de verloskundigen, arts-assistent of zelfs de schoonmaakster op mijn beginnersfouten aangesproken. Ik heb al snel door dat ze hier niet zo dol zijn op ‘bakra’s’ die kort komen en kritiek hebben op de Surinaamse werkwijze. In de weken die volgen kom ik erachter dat het allemaal niet persoonlijk is bedoeld. De mentaliteit en manier van werken, patiënten benaderen en communiceren met collega’s is een wereld van verschil met Nederland. Maar je went eraan en het wordt zelfs ‘gewoon’. Zo worden alle vrouwen schatje genoemd – wat leuk klinkt - maar zo worden ze niet behandeld. Aanmoedigen tijdens een bevalling op zijn Surinaams is bijvoorbeeld ‘Wil jij dat je kind niet naar school kan met 4 jaar?’, wat betekent dat ze nu toch echt harder moeten gaan persen. Op de verloskamers komen veel vrouwen met een miskraam. Dat is een groot probleem in veel ontwikkelingslanden. Wegens gebrek aan voorbehoedsmiddelen en kennis daarover, en hun cultuur, krijgen vrouwen veel kinderen. Om te voorkomen dat er nog eentje bijkomt, proberen ze zelf de zwangerschap af te breken. Vaak worden hiervoor bepaalde kruiden inwendig gebruikt. In een van mijn eerste weken zag ik een 19-jarige vrouw die voor de vierde keer zwanger was. Ze heeft veel bloedverlies en er is geen foetale hartslag meer. Na de geboorte van een klein levenloos vruchtje van 200 gram laat ik het aan moeder zien en ik vraag of de vader het ook nog wil zien. Hij moet van ver komen, dus ik wikkel het kindje in een doek en bewaar het in de spoelruimte. Aan het einde van mijn dienst draag ik deze patiënte over aan de dienstverloskundige omdat vader er nog niet is. Ik krijg een uitbrander dat ik het kindje heb laten zien en niet meteen heb weggegooid. Blijkbaar is er hier een soort grens van 500 gram. Alles daaronder belandt direct na de bevalling in de ‘prullenbak’ en er wordt niet meer over gepraat. De volgende morgen ligt het kindje niet meer in de spoelruimte en ‘gek’ genoeg weet niemand wat er verder nog is gebeurd. Of er sprake is van opzet bij deze patiënte zal ik nooit weten, want erover praten is absoluut uit den boze. Ondanks dat er in dit Surinaamse ziekenhuis Nederlands wordt gesproken, besef ik dat het toch een wereld van verschil is met hier.
Meekijken in huisartsenpraktijken, lezingen over palliatieve zorg, verzorgingshuizen en hospices bezoeken, debatteren over euthanasie, verslaafden in zorgcentra ontmoeten, chronische ziekten bestuderen, seminars volgen, presentaties houden, discussies aangaan en in rollenspelen ethische kwesties bespreken. Het Erasmus Intensive Programme Primary Medical Health Care doet zijn naam eer aan: intensief is het zeker. In twee weken tijd volgden zestien medische studenten uit Frankrijk, Estland, Griekenland, Slovenië, Turkije en Nederland in Nijmegen een vol programma over eerstelijnsgeneeskunde. En daar bleef het niet bij. In de week voorafgaand aan het bezoek aan het UMC moesten de studenten voorbereidend werk doen. Ze kregen opdrachten om zich te verdiepen in de belangrijkste thema’s: eerstelijnszorg, palliatieve zorg, verslavingszorg, chronische ziekten en ethiek. In de vierde week moeten ze thuis hun ervaringen evalueren en in de context van hun eigen land zetten. ‘Het is voor het eerst dat het intensieve programma plaatsvindt aan het UMC’, vertelt Chris van Weel, hoogleraar huisartsgeneeskunde. Toch komt het programma voort uit een samenwerkingsverband dat al jarenlang bestaat: het Erasmus Network ‘Primary Health Care’. Dit netwerk van vijftien universiteiten in elf landen wisselt studenten en onderwijservaringen uit. ‘Het belang van het uitwisselen van studenten wordt vaak benadrukt, maar het wordt alsmaar onmogelijker om dat in het curriculum te passen’, meent Van Weel. ‘Alle universiteiten hebben te maken met curriculumwij-
zigingen, waarin de diverse richtingen van de geneeskunde steeds vaker worden geïntegreerd. Dat maakt het steeds moeilijk voor studenten om bijvoorbeeld twaalf weken op uitwisseling te gaan. Maar een programma van vier weken is nog wel in te passen.’ UMC eerstelijnsgeneeskunde stelde het programma op in nauwe samenwerking met de Universiteit van Nottingham (Engeland) en de Universiteit van Kocaeli (Turkije). Diverse onderwijzers van de universiteiten uit het Erasmusnetwerk kwamen naar Nijmegen om lezingen of andere presentaties te geven. ‘De focus van het programma is kwalitatieve zorg in een multiculturele samenleving’, vertelt Martin von Fragstein, clinical associate professor van de Universiteit van Nottingham, waar het programma volgend jaar plaatsvindt. De studenten bestuderen de verschillende manieren van interactie tussen huisartsengeneeskunde en de maatschappij. ‘Ze leren hoe dezelfde problemen in diverse landen verschillend worden opgelost’, aldus Von Fragstein. ‘Al hebben we sommige studenten ook leren fietsen’, lacht hij. Een noodzakelijke vereiste voor de twee weken in Nijmegen, want alle vervoer ging per tweewieler. Ook met andere Hollandse gewoontes maakten de studenten kennis: zoals broodjes voor de lunch en stroopwafels bij de koffie. Maar bovenal de uitgebreide kijk in de keuken van de eerstelijnszorg in Nederland opende heel wat ogen (zie ook kader). ‘Zeker niet alleen studenten leren van dit programma, ook de onderwijzers steken er veel van op’, constateert Pinar Topserver, associate professor van de Universiteit van Kocaeli. ‘Het is indrukwekkend hoeveel culturele verschillen bestaan in de omgang tussen arts en patiënt. Wat correct is in het ene land, is soms onacceptabel in het andere land. Dat oberserveren, erover discussiëren en in je opnemen, helpt absoluut bij het ontwikkelen van vaardigheden om zorg te kunnen bieden aan patiënten van allerlei culturen en achtergronden.’ n
Studenten brachten een bezoek aan de medische heroïneverstrekking van de Iriszorg.
Foto: Linelle Deunk
Studenten vertellen... Toen vijfdejaars student Christos Dimitriou over het Erasmus Intensive Programme Primary Medical Health Care hoorde, was hij meteen enthousiast. ‘Ik hou van ideeën en opvattingen uitwisselen, andere systemen bestuderen en reizen’, vertelt de Cyprioot die in Griekenland geneeskunde studeert. Naast medische kennis, doen de studenten volgens hem vooral sociale vaardigheden en culturele achtergronden op. ‘Het valt me op hoe goed we met z’n allen communiceren’, zegt Dimitriou. ‘We moesten in groepjes in één middag een presentatie voorbereiden en houden. Ik wil het graag perfect doen en ben niet gewend dat in zo’n korte tijd af te handelen. Maar we zijn erin geslaagd en alle presentaties hadden een goed niveau.’ Vijfdejaars student Brita Tiik uit Estland nam al aan meerdere internationale programma’s deel. ‘Van alle kennis en ervaringen die zulke uitwisselingen opleveren,
13
wordt je een betere dokter’, meent ze. Van het Nijmeegse programma vindt ze het onderwerp ethiek het interessants. ‘Vanwege de discussies die dat oplevert en de verschillende zienswijzen die je te horen krijgt.’ Al monden bijna alle programma-onderdelen uit in discussies. Zo constateerden sommige studenten bij bezoeken aan praktijken verbaasd dat Nederlandse huisartsen geen witte jas dragen en patiënten met een handdruk begroeten. Dat zou in hun land ongepast zijn. En waar in sommige landen niet de patiënt, maar alleen diens familie, wordt verteld dat hij ernstig ziek is, wordt in andere landen de familie er juist helemaal buiten gehouden. ‘Ik wist niet dat er zoveel verschillen bestonden’, zegt de Nijmeegse derdejaars student Minke Smits. ‘Maar nu ik weet hoe het er in andere culturen aan toe gaat, kan ik daar later in contact met patiënten meer rekening mee houden.’
r a db o d e 1 1 - 2 0 0 9
mensen Coby Haverkort Na een dienstverband van ruim 18 jaar heeft Coby Haverkort, secretaresse van de staf Nierziekten, besloten gebruik te maken van de FPU-regeling. Coby is in 1991 begonnen bij ons secretariaat als invalkracht in een periode, waarin acuut een bezettingsprobleem op het secretariaat was ontstaan. Ze was toen letterlijk onze redder in nood. Coby begon meteen met het wegwerken van de grootste achterstand. Toen bleek dat het bezettingsprobleem langere tijd zou gaan duren werd haar tijdelijke contract omgezet in een vast dienstverband. Coby is altijd zorgzaam en behulpzaam, zowel voor patiënten als voor collega’s. Naar patiënten toe uit zich dit vooral in het geduld waarmee ze hen te woord staat, ondertussen het gesprek echter wél zodanig sturend dat de patiënt snel ter zake komt. Tussen alle drukke werkzaamheden door - de talloze telefoontjes, de stapels typewerk en wat dies meer zij – voorziet ze collega’s van hun natje en droogje. Eind mei vieren we in besloten kring het afscheid. Namens alle medewerkers bedanken we Coby voor haar inzet en wensen haar veel geluk voor de toekomst met veel tijd voor haar kinderen en kleinkinderen en voor haar hobby’s. Ilse Hilgers, hoofd secretariaat Nierziekten Jo Berden, hoofd afdeling Nierziekten
Thea Albers van den Linden 1 juli is het 40 jaar geleden, dat Thea in het UMC St Radboud kwam werken. Thea startte op 1 juli 1969 als keukenhulp in de papkeuken van het toenmalige B-gebouw. Thea heeft daar dertig jaar met veel plezier en inzet gewerkt. Thea werd enkele jaren geleden aangesteld als keukenhulp in de Centrale Patiënten Keuken. In die functie is zij tot op heden werkzaam. Thea heeft de wens uitgesproken om haar jubileum met (oud-) collega’s, familie en bekenden te willen vieren tijdens een receptie. Michel Geerlings, teamleider Voeding
Frans Köning In april 2002 startte Frans König op een voor hem bekend terrein in de rol van directeur staf Medische Zaken, een positie ten behoeve van de patiëntenzorg. Zijn ambitie was het optimaliseren van de noodzakelijke voorwaarden van de beste zorg voor de patiënt door de juiste kwaliteit van zorg te geven, zowel tijdens het verblijf in het ziekenhuis als ook ervoor en erna. De blik van Frans beperkte zich niet tot de binnenkant van het UMC St Radboud. Het accent lag daarbij op het belang van samenwerking en goede contacten met externe partners, zoals huisartsen, andere (academische) ziekenhuizen en zorgverzekeraars; inclusief de samenwerking in het traumanetwerk en in de Euregio grensoverschrijdende zorg. De laatste jaren heeft Frans zich meer gericht op het
Colofon Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redac tie: Nelleke Dinnissen (eindredactie), Jannie Meussen, Gijs Munnichs Aan dit nummer werk ten mee: Femke van den Berg, Marten Dooper, Flip Franssen, Ad den Held, Frank Muller, PietHein Peeters, Daan Van Speybroeck, Jan van Teeffelen, Babs Verblackt E-mail: radbode@sb. umcn.nl, telefoon: 024-3613538 Corresponden tie: UMC St Radboud, 528 Productgroep Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, Henk Gerrits, mr. æmiel Kerckhoffs. prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat Vormgeving en layout: Puntkomma Nijmegen Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023-5714745, e-mail:
[email protected] Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 0243615442 De volgende Radbode verschijnt vrijdag 12 juli.
bedanken haar voor al het goede wat zij voor de afdeling heeft betekend. Wij wensen haar samen met haar man Henk een goede toekomst, waarin ongetwijfeld vele mooie reizen zullen worden gemaakt. Ter gelegenheid van haar afscheid bieden wij haar op dinsdag 7 juli van 16.00 tot 18.00 uur een receptie aan in de Aesculaaf. Ronald de Groot, afdelingshoofd Kindergeneeskunde, Cassandra Oude Grotebevelsborg, coördinator fondsenwerving St Vrienden van het Radboud Kinderziekenhuis
afhandelen van klachten van patiënten. Frans nam daardoor de functie van klachtencoördinator op zich. Ter gelegenheid van zijn afscheid biedt de Raad van Bestuur Frans een receptie aan.Wij nodigen u van harte uit om hem persoonlijk de hand te schudden op dinsdag 7 juli, tussen 16.30 en 18.30 uur in Huize Heijendael, Geert Grooteplein Noord 9, Nijmegen De Raad van Bestuur, drs. Emile A.R.J. Lohman, voorzitter
Anton Rieken
D r . L . P. W . J . v a n d e n H e u v e l
Op 12 juni 1969 trad de heer ALF (Anton) Rieken in dienst van het toen geheten St Radboudziekenhuis. Hij heeft vele jaren verschillende functies binnen de Transportdienst vervuld. Zowel bij het goederentransport, patiëntentransport als op de centrale meldpost. Anton werkte onder andere bij ‘THEMA’ en zorgde mede voor het succes van deze interne kringloopwinkel. Daarna stapte hij over naar het Medisch Mobiel Team en vervulde, totdat het MMT naar Volkel vertrok, de functie van landingsofficier voor de helikopter. Sinds 2004 is Anton werkzaam bij de Staf Calamiteiten alwaar hij volgend jaar zijn carrière zal afsluiten. Naast zijn reguliere werkzaamheden is de heer Rieken altijd zeer betrokken geweest bij het ziekenhuis. Zo is hij vele jaren lid van de Bedrijfshulpverleningsorganisatie (evacuatieploeg) van het UMC geweest en heeft hij lange tijd beschikbaarheidsdienst gedraaid voor het Helicopterdek. Daarnaast vervulde hij bijna dertig jaar lang de functie van secretaris/penningmeester van de sectie zaalvoetbal van de Personeelsvereniging. Het UMC dankt de heer Rieken voor zijn betrokken en loyale inzet van de afgelopen 40 jaar. Het jubileum is in kleine kring gevierd. Monique Peters, Staf Calamiteiten
Nadat dr. L. (Bert) van den Heuvel zijn studie biologie in 1984 cum laude afrondde startte hij zijn promotieonderzoek op kindernefrologisch gebied op de afdeling Biochemie. Na zijn promotie bleef hij als post-doc aan deze afdeling verbonden. Per januari 1992 kreeg Bert een aanstelling bij de afdeling Kindergeneeskunde als biochemicus bij het Laboratorium Kindergeneeskunde en Neurologie (LKN, toenmalig hoofd prof. F. Trijbels) waar hij als staflid en sectiehoofd werkt. Bert introduceerde in het LKN diverse moleculair genetische technieken. Hij continueerde zijn onderzoek in de kindernefrologie, maar deed ook onderzoek aan mitochondriële ziekten, waarvoor hij diverse prijzen won. Hij werd in 1999 benoemd tot UHD “Moleculair biologische aspecten van nefrologische en metabole aandoeningen”. Bert was mede-oprichter van de Proteomics Faciliteit en is voorzitter van het Nijmegen Proteomics Platform. In 2005 verwierf hij zijn beroepserkenning als Klinisch Biochemisch Geneticus / Moleculair Geneticus. Naast zijn wetenschappelijk creatieve kant heeft Bert altijd het vermogen gehad collega’s, promovendi, studenten en stagiaires te inspireren. Ondanks zijn vele activiteiten en zijn immer te volle agenda bleef hij echter altijd een mensenmens. Wij feliciteren Bert van harte namens staf en medewerkers van LKN en de afdeling Kindergeneeskunde met zijn 25-jarig jubileum op 7 juli aanstaande. Prof. RA Wevers, hoofd LKN (afdeling laboratorum geneeskunde) Prof. R de Groot, hoofd afdeling Kindergeneeskunde
Gerda Derikx-Verkuijlen Op eigen verzoek neemt Gerda afscheid van Oogheelkunde per 1 juli. Sinds 2001 is Gerda werkzaam op Oogheelkunde als oproepkracht. Gerda heeft gewerkt op de verpleegafdeling en de polikliniek Oogheelkunde. Gerda gaat zich nu richten op de bouw van de nieuwe woning. Het afscheid van Gerda wordt gevierd op haar laatste werkdag op vrijdag 26 juni in de koffiekamer van de polikliniek Oogheelkunde (route 400) vanaf 16.00 uur. Wij bedanken haar voor haar inzet en wensen haar alle goeds voor de toekomst. Suzanne Verploegen, tactisch manager Oogheelkunde
Theo Vink Op 30 juni is Theo Vink 25 jaar werkzaam bij de Schoonmaak. Hij is destijds gestart bij de Faculteit Medische Wetenschappen. In 2001 heeft de overgang naar het ziekenhuis plaatsgevonden. Momenteel is hij werkzaam op de machinedienst in de onderwijsgebouwen. Theo viert zijn jubileum tijdens een besloten lunch met zijn directe collega’s. Wij feliciteren Theo met dit jubileum en wensen hem nog fijne jaren binnen onze afdeling toe. Dick Koppers, coördinator Groot Onderhoud en Maria van Ammers, teamleider Schoonmaak.
Ineke Papendorp Na 35 jaar werkzaam te zijn geweest in het UMC St Radboud gaat Ineke Papendorp genieten van een welverdiend pensioen. Na anderhalf jaar werken bij de apotheek als secretaresse vond zij haar stek bij Kindergeneeskunde. Binnen Kindergeneeskunde heeft zij verschillende functies vervuld in administratie en beheer en na de clustervorming als personeelsassistent bij de sectie P & O van het CUKZ. De laatste twee jaar heeft Ineke een onmisbare bijdrage geleverd aan de activiteiten van de Stichting Vrienden van het Radboud Kinderziekenhuis. In al deze functies werd Ineke gewaardeerd om haar daadkracht, loyaliteit en betrokkenheid bij het werk en collega’s. Wij zullen haar energieke persoonlijkheid en haar humor missen, maar
Eric Driessen Op 30 juni is Eric Driessen 25 jaar werkzaam bij de Schoonmaak. Hij is destijds gestart bij de Faculteit Medische Wetenschappen. In 2001 heeft de overgang naar het ziekenhuis plaatsgevonden. Nu werkt hij bij Groot Onderhoud en onderhoudt hij o.a. de vloeren van het ziekenhuis. Eric viert zijn jubileum tijdens een besloten feestje met collega’s en familie. Wij feliciteren Eric met dit jubileum en wensen hem nog fijne jaren binnen onze afdeling toe. Dick Koppers, coördinator Groot Onderhoud en Maria van Ammers, teamleider Schoonmaak.
Voor de persoonlijke aanpak
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37 Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
tel.: 0481 - 465898
14
Rudi Hoekema Op 1 oktober 2001 kwam Rudi Hoekema als klinisch fysicus in dienst van de afdeling Cardiologie van het UMC St Radboud. Per 15 augustus a.s. aanvaardt hij de functie van klinisch fysicus bij de afdelingen Nucleaire Geneeskunde en Radiologie van Zorggroep Alysis te Arnhem. De afdeling Cardiologie dankt Rudi voor zijn jarenlange inzet voor de afdeling en zijn bijdrage aan de ontwikkeling van de afdeling Cardiologie, en biedt hem ter gelegenheid van zijn afscheid een borrel aan: woensdag 8 juli 2009, 16.00–18.30 uur, Café De Aesculaaf (route 76), Geert Grooteplein 21, 6525 EZ Nijmegen. U bent van harte welkom! Prof.dr. P.N.R. Dekhuijzen, afdelingshoofd a.i. Cardiologie
Yvonne Arians Op 1 juli gaat Yvonne Arians –Thannhauser het UMC St Radboud gaat met pensioen. Voor Yvonne betekent dit een hele nieuwe fase in haar leven waarin zij van haar ‘omaschap’ ten volste zal gaan genieten. Wij hebben aan Yvonne een hele fijne collega, die zichzelf voor het gehele team inzet en ook een luisterend oor is als het privé eens even minder met iemand gaat. Zij is voor haar collega’s en leidinggevende een flexibele kracht in soms roerige (rooster)tijden. Yvonne is voor onze patiënten en gasten een professioneel verwijzer. Zij is het vertrouwde gezicht dat in alle rust en met veel empathie ‘de weg wijst’. Eerst als portier en later als receptionist op de toegangen Neurologie en Tandheelkunde van ons ziekenhuis. Wij bedanken Yvonne voor haar collegialiteit en oprechtheid. Wij wensen haar samen met haar echtgenoot, kinderen en kleinkinderen een hele fijne tijd toe. Voor een afscheidsknuffel of om gedag te zeggen bent u van harte welkom in ‘het ‘Dappenglaasje’ van het gebouw Tandheelkunde tussen 15.30-17.00 uur. Leiding Hotelservice / L&S / Servicebedrijf, Lucia Kilkens
r o pinie a db o d e 1 1 - 2 0 0 9
PIPnieuws PersoneelsInformatiePunt Ma: 10.00 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Di: 11.30 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Wo: 10.00 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Do: 11.30 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Vrij: 10.00 - 14.00 uur. T (024) 361 91 66, route en interne post 536
[email protected] : Organisatie ➔ Personeels Informatie Punt en Services ➔ HRM
Actueel Het formulier Extra Persoonlijk Budget 2008 voor vermindering jaaruren 2009/2010 is beschikbaar. U kunt het bij het PIP aanvragen.
Salaris De belastingdienst heeft in april 2009 het percentage WGA (werkhervatting gedeeltelijk arbeids geschikten) gewijzigd. Vanaf april vindt er daarom geen inhouding WGA premie meer op het salaris plaats. In juni vindt teruggaaf plaats van de WGA premie over de maanden januari t/m maart.
De lokroep van alternatieve genezers Hoe kan het dat duizenden, ook hoog opgeleide mensen, kiezen voor alter natieve genezers? Dat was de hamvraag 16 juni tijdens een actualiteitencol lege bij de RU. Koos van der Velden, hoogleraar Public Health, gaf een college. Aanleiding: vrijspraak van Jomanda in de zaak Sylvia Millecam.
‘Ze hebben oog voor heel de mens en ruimen meer tijd en aandacht in voor de patiënt dan binnen de reguliere geneeskunde.’ Dat is volgens prof.dr. Koos van der Velden de reden dat veel, ook hoogopgeleide mensen, voor de niet-conventionele geneeskunde gaan. Eén op de veertig artsen bedrijft de alternatieve geneeskunst. Jaarlijks kiest ruim 6 procent van de Nederlandse bevolking voor het alternatieve circuit, voornamelijk vrouwen tussen 25 en 65 jaar. Gelukkig behoort de zaak Millecam tot de excessen, benadrukt Van der Velden. ‘Mensen gaan meestal met onschuldige, niet levensbedreigende problemen naar alternatieve genezers.’ Beide partijen staan volgens hem teveel tegenover elkaar. ‘Waarbij de reguliere zorg door de overheid wordt ondersteund en de alternatieve gedoogd als aanvulling.’ Van der Velden benadrukt dat ook in de reguliere zorg niet alles 100 procent is onderbouwd. ‘Neem het HPV-vaccin tegen baarmoederhalskanker. Ik ben ervan overtuigd dat het werkt, maar dat kan pas over een groot aantal jaren worden bewe-
zen.’ Hij pleit voor wetenschappelijke onderbouwing en toetsbaarheid van de alternatieve zorg. ‘Want ik ben ervan overtuigd dat het bij bepaalde klachten in bijzondere omstandigheden zou kunnen helpen, zoals mogelijk bij chronische vermoeidheid. Laat zien wat je doet en wat het effect is. Dan kun je progressie boeken.’ Iedere hulpverlener moet alles uit de kast halen om iemand beter te maken. Daar schortte het aan in de zaak Millecam. Van der Velden: ‘Het zou wel goed zijn als we het begrip ‘zorgplicht’, waar de rechter nu op vaart, beter definiëren. Ook voor de reguliere geneeskunde. Want hoever moet je daarin gaan? Moet je als huisarts alle patiënten gaan bezoeken die eenzaam thuis zitten? Moeten specialisten patiënten actief gaan benaderen? Dat heeft consequenties, dan moeten er behoorlijk wat artsen bijkomen.’ Tegenover zorgplicht staat bemoeizorg. ‘De patiënt beschikt immers zelf. Wat doe je als mensen met een medisch advies om in het ziekenhuis te bevallen, toch kiezen voor de kaarslicht-variant thuis? Als je je er als arts van hebt vergewist dat je alle informatie hebt gegeven, dan heb je aan je plicht voldaan.’ JM Het actualiteitencollege is een initiatief van het Soeterbeeck Programma en universitair magazine VOX.
Vacatures Elke dag staan de nieuwe vacatures op internet en hangt de vacatureladder bij PIP. Gebruik onze klantencomputer om vacatures te bekijken. : Homepage Bedrijfsportaal ➔ vacatures
F LE X U bent een ervaren secretaresse, met recente werkervaring bij voorkeur in een ziekenhuis? Dan kan werken via FLEX, het interne uitzendbureau, interessant voor u zijn. : Organisatie ➔ Flex of via internet: www.umcn. nl ➔ werken bij het UMC ➔ tijdelijk werk. T (024) 361 03 03,
[email protected] route 534, interne post 536 ma t/m vrij 07.30-16.30 uur
Vrijwilligers Wilt u 1 dagdeel per week gastvrouw of gastheer zijn, eens per maand op zondag bij de kerkdienst actief zijn of iets anders doen? Wij zijn blij met uw aanmelding. Coördinator vrijwilligerswerk, Joke Hoop. T (024) 361 53 28,
[email protected]. : werken bij het UMC ➔ vrijwilligerswerk
Cursussen en trainingen Leertraject Coördineren met Resultaat - Dit najaar start weer het leertraject voor coördinatoren of senior medewerkers, die inhoudelijke taken combineren met operationele aansturing, er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar. Radboud Leergang Leidinggeven (RLL) - In september start de Radboud Leergang Leidinggeven voor hiërarchisch leidinggevenden, die eindverantwoordelijk zijn voor de resultaten van een team. HARMONY - De opzet van de cursus HARMONY is gewijzigd. Een e-learning gedeelte kan door cursisten voor aanvang van de cursus individueel doorgewerkt worden. Het klassikale gedeelte is teruggebracht naar 2 dagdelen. Er zijn nieuwe data ingepland. Projectmatig Werken - De training Projectmatig werken voor (toekomstige) projectmanagers, projectmedewerkers en leidinggevenden, die te maken hebben met projecten en veranderingsprocessen, staat weer gepland in september. Meer informatie en inschrijfformulier via intranetportaal. : Organisatie ➔ Opleidingen ➔ Opleidingsaanbod ➔ Functiegericht
PIPnieuws is van Servicebedrijf, productgroep HRM
In m e m o r i a m P r o f . d r. M a r t i n v a n ‘ t H o f Op 3 juni is Martin van ’t Hof overleden. Bijna 40 jaar is hij werkzaam geweest bij de universiteit van Nijmegen. In 1967 begon hij zijn loopbaan bij de Medische Statistische afdeling (MSA), destijds nog behorend bij de faculteit der Wis- en Natuurkunde. Hij promoveerde in 1977 op het proefschrift ‘Some statistical and methodological aspects in the study of growth and development’. Zijn promotieonderzoek vloeide voort uit zijn betrokkenheid bij het Nijmeegse Groeionderzoek van de afdeling Orthodontie. In 1992 werd hij universitair hoofddocent ‘Medische statistiek’. De MSA was inmiddels overgegaan naar de Medische Faculteit. Martin heeft tijdens zijn loopbaan een bijzondere liefde voor tandheelkundig onderzoek ontwikkeld. Bij bijna alle grote onderzoeksprojecten van Tandheelkunde Nijmegen was hij betrokken zoals het Nijmeegse Groeionderzoek, het Tandheelkundig Gezondheidsvoorlichting en –Opvoedings Project, het Amalgaamproject en het Landelijk Epidemiologisch Onderzoek Tandheelkunde.
Per 1 december 1999 werd hij benoemd tot bijzonder hoogleraar in de Methodologie van tandheelkundig klinisch onderzoek. De stichting Bevordering Tandheelkundige Kennis, had het initiatief voor deze bijzondere leerstoel genomen. Een benoeming die voortkwam uit alles wat zijn inzet voor Tandheelkunde Nederland heeft betekend en nog zou gaan betekenen. Het laatste jaar van zijn dienstverband wilde hij een statistiekboek voor studenten Tandheelkunde schrijven. Deze wens werd abrupt verstoord door een herseninfarct dat hem in oktober 2005 trof. Sinds die tijd heeft Martin in het verpleegtehuis doorgebracht. Op 3 juni 2009 is Martin in zijn slaap overleden. Martin van ’t Hof was een bijzondere man. Met humor, pragmatisme en enthousiasme heeft hij een essentiële bijdrage geleverd aan de kwaliteit van het medisch en tandheelkundig onderzoek. Zijn naam vormde het kwaliteitskenmerk voor veel publicaties en dissertaties uit Nijmegen. Voor vele medewerkers van de afdeling Tandheelkunde en het UMC St Radboud heeft hij bijgedragen aan het fundament voor hun carrière. Wij zijn hem hiervoor zeer dankbaar. Prof. dr. J. Jansen, afdelingshoofd Tandheelkunde Prof.dr.G.Truin, voorzitter vakgroep Preventieve Tandheelkunde en Cariologie
Papieren aanvraag in prullenmand DNA-onderzoek elektronisch aanvragen, daarmee begint de afdeling Antro pogenetica op 29 juni. ‘Met een elektronisch systeem voor aanvragen is het UMC St Radboud de eerste in Nederland’, zegt klinisch moleculair geneticus in opleiding en projectleider Arjen Mensenkamp.
Antropogenetica krijgt per jaar zo’n tienduizend aanvragen voor genetisch onderzoek en is daarmee het grootste lab van Nederland. Tweederde van de aanvragen komt van externen. Een DNA-onderzoek aanvragen is nu nog a hell of a job. Daarvoor moeten aanvragers eerst vijf pagina’s doorploeteren waar alle genetische aandoeningen op staan. Vervolgens moeten ze het verdachte gen of genen aankruisen. Aanvragers kunnen binnenkort met hun z-nummer inloggen in het nieuwe aanvraagsysteem DRAGON genoemd (Diagnostische Aanvragen voor Genetisch Onderzoek Nijmegen). Het systeem herkent de gegevens van de aanvrager als wel of niet geautoriseerd om een aanvraag te doen. Via het Ziekenhuis Informatie Systeem (ZIS) en straks via het burgerservicenummer worden de gegevens van de patiënt opgeroepen en kan de specialist zijn aanvraag invullen. ‘Groot voordeel van het nieuwe systeem is dat de aanvraag veel sneller gaat. Maar ook dat we de uitslag vier tot zes dagen eerder hebben. Bovendien kunnen we de arts ondersteunen in de keuze van het genonderzoek’, legt Mensenkamp uit. ‘Er zijn talrijke aandoeningen en legio genen die ze kunnen
15
aankruisen. Aan de hand van antwoorden op een vijftal vragen geven wij advies welke genen of gen ze het best kunnen invullen.’ Als artsen eenmaal gewend zijn aan het systeem kunnen ze binnen twee minuten de aanvraag rond hebben. Ook Antropogenetica heeft er baat bij: de invoering van de elektronische aanvragen hoeft niet meer handmatig. De aanvraag komt direct in DRAGON te staan. ‘Dat betekent tevens dat het risico op fouten zo goed als nihil is’, merkt Mensenkamp op. Voorlopig kan alleen de groep aanvragers van de Polikliniek Familiaire Tumoren gebruikmaken van het nieuwe systeem. Bedoeling is wel dat aan het eind van het jaar alle afdelingen en externe specialisten die gelieerd zijn aan het Radboud gebruiker kunnen zijn. Voor externen wacht Antropogenetica nog op een betrouwbaar landelijk EPD. Dat Antropogenetica niet eerder met een elektronisch systeem kon werken heeft alles te maken met privacygevoeligheid. ‘Het gaat hier om genetische aandoeningen, dat betekent dat meerdere familieleden de ziekte kunnen hebben of drager zijn van een ziekteveroorzakend gen. Informatie hierover is dus nog veel privacygevoeliger dan bij andere ziekten’, zegt Mensenkamp. ‘Bovendien nemen ontwikkelingen een hoge vlucht. Er komen steeds meer genen bij. En om de juiste diagnostiek bij genetische aandoeningen te bepalen is gewoon heel ingewikkeld. Daar moet je een degelijk systeem voor hebben.’ ND
r a ctueel a db o d e 1 1 - 2 0 0 9
Doet de specialist het goed? De Raad van Bestuur van ziekenhuizen moet betere grip krijgen op de kwaliteit van zorg die door haar specialisten geleverd wordt. Zegt de RVZ. En ze kunnen daarbij wel wat hulp gebruiken. Bestuurders en specialisten vonden in het UMC St Radbouddebat van niet. P i e t - H e i n P e e t e rs
‘Wie van u vindt dat de wijze waarop specialisten verantwoording afleggen over de kwaliteit van hun werk op dit moment voldoende is geregeld?’ De negentig bezoekers afgelopen maandag in LUX houden op de vraag van gespreksleider Koen Dortmans allemaal de hand omlaag. Rien Meijerink, voorzitter van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg en één van de deelnemers, is het hartgrondig met het publiek eens. ‘Er zijn de afgelopen jaren veel te veel incidenten geweest. In de gezondheidszorg overlijden per jaar dik 1700 mensen onnodig. Eén van de factoren is de disbalans in de machtsrelatie tussen medisch specialisten en Raden van Bestuur in ziekenhuizen. Bestuurders hebben te weinig grip op hun artsen. Er is sprake van inadequaat, intern toezicht.’ De RVZ pleit daarom in het recent verschenen rapport Governance en kwaliteit van zorg voor het aanhalen van de medisch specialist. Vertaal prestatie-indicatoren (vanaf hier PI’s, red) naar wettelijke normen, versterk de Raad van Toezicht in een ziekenhuis, versterk de positie van de Orde van Medisch Specialisten, zo bepleit Meijerink. Zinvolle ideeën? Meijerinks opponenten in LUX onderschrijven de urgentie die Meijerink neerzet. Canisiusbestuurder Piet-Hein Buiting stelt dat ‘er een ernstig probleem is. Het is terecht dat er stress op ons systeem zit’. UMC St Radboudbestuurder Melvin Samsom zegt dat ‘we de problemen die de RvZ signaleert, allemaal herkennen.’ Maar daar houdt de welwillendheid van beide heren, net als die van Willem van der Ham, voorzitter van de orde van medisch specialisten, wel zo’n beetje op. Er is inderdaad een probleem, maar de suggesties die de RVZ aandraagt om het probleem aan te pakken, die zijn geen van allen de juiste remedie.
Weerstand Het vertalen van PI’s naar wettelijke normen bijvoorbeeld stuit op forse weerstand. Meijerink stelt vast dat we in Nederland nu bijvoorbeeld weten welke ziekenhuizen meer en minder doorligwonden hebben, maar dat we niet wettelijk hebben afgesproken wat de minimale norm
ethiek Kwaliteit van zorg en identiteit Enige tijd terug rapporteerden enkele Britse artsen in de British Medical Journal, dat zorgverleners ‘have been increasingly forced to work in ways that interfere with—or even compromise—the values they hold most dear.’ Voor hen kwamen die waarden samen in patiëntenzorg: daarvoor hadden ze dit vak gekozen en dat maakte hen tot artsen. Waarden die mensen koesteren onthullen hun identiteit: wat zij betekenisvol vinden en waarmee zij zich willen identificeren. Maar wat is dan die zorg, waaraan artsen en zorgverleners hun identiteit ontlenen? Vorige week maandag werd hier in huis met de zorgethica Annelies van Heijst nagedacht over wat goede of menslievende patiëntenzorg is. Weliswaar wordt er van alles gedaan áán patiënten - anamneses, diagnostiek, behandelen en verplegen, mobiliseren - , maar is goede of menslievende
moet zijn. Wat is het maximale percentage aan doorligwonden dat een ziekenhuis mag hebben? Buiting, Samsom en Van der Ham zien er weinig in. Enerzijds omdat het vaststellen van indicatoren en het daarbinnen bepalen van de kernindicatoren voor kwaliteit al ontzettend veel werk is, anderzijds omdat het wettelijk vastleggen van een norm een stap te ver is. Van der Ham: ‘Ik geloof in intrinsieke motivatie, niet in het wettelijk vastleggen. Dat stimuleert niet. Bovendien zijn die normen zo ontzettend moeilijk te bepalen.’ Buiting: ‘PI’s creëren competitie tussen ziekenhuizen. We liggen langs elkaars meetlat. Dat is goed. Maar het gaat er niet om of we allemaal een zes min halen, het gaat erom hoe we van zeven naar een acht komen. Ik ben bang dat een wettelijke norm verbetering juist tegenwerkt. Het is teveel gericht op de licence to operate.’ Samsom: ‘Wettelijk vastleggen is gewoon niet nodig. Neem slokdarmcarcinoom. Daar heeft de beroepsvereniging zelf een norm voor ontwikkeld en die is door de inspectie overgenomen. Prima dus.’
Strijd tussn bestuur en specialisten Een andere aanbeveling van de RVZ is het versterken van de positie van de Orde van Medisch Specialisten. Meijerink: ‘Ik constateer dat er strijd kan zijn tussen bestuur en specialisten en dat bestuurders soms te weinig kracht hebben. Dan kan het helpen als de Orde bindende uitspraken voor alle leden kan doen, bijvoorbeeld over de wijze van verantwoording afleggen aan de RvB, en als iedere specialist verplicht is lid te worden.’ Maar ook deze suggestie sneuvelt in het debat. Van der Ham, voorzitter van die Orde en dus niet onbelangrijk, is tegen. ‘Neem dat verplichte lidmaatschap. Dat veroorzaakt veel stroperigheid in onze besluitvorming. Bovendien hebben we al richtlijnen, bijvoorbeeld over hoe om te gaan met medische apparatuur. Medisch specialisten in dit land moeten het niet wagen daarvan af te wijken.’ Buiting: ‘Ik zou zeggen dat je moet zorgen dat er nergens een ziekenhuisbestuur zit dat zo’n buitenboordmotor nodig heeft. Bovendien, als je van die 1735 onnodige doden afwilt, dan moeten we ophouden met te doen alsof die er zijn omdat we teveel onder de maat presterende specialisten hebben. Dat is niet zo, het gaat om fouten van zorgprofessionals die daarvoor en daarna juist patiënten voor de poorten van de hel hebben weggesleept.’
zorg de optelsom van al die verrichtingen? Een patiënt zei het eens zo: ze zijn heel de dag met me bezig geweest, maar niemand keek naar mij om. Goede, menslievende patiëntenzorg valt dus niet samen met vakkundig, veilig, snel en betaalbaar. Al die aspecten zijn noodzakelijk, maar als ze losgezongen raken van een relatie van zorgzaamheid tussen zorgverlener
en zorgvrager dan raakt zorg misvormd, de patiënt verloren en de zorgverlener vervreemd, zoals de Britse artsen. Of, zoals het op de Prudentiaconferentie van 18 juni over kwaliteit werd gezegd: goede zorg houdt in je vak verstaan, de ander verstaan en jezelf verstaan. Het gaat om in zorgzaamheid ingebedde vakkundigheid.
16
8JFDPOUSPMFFSUEF NFEJTDITQFDJBMJTU %F EJTDVTTJF PWFS NFFS LXBMJUFJU JO EF [PSH SBBLU OV PPL IFU MBBUTUF CBTUJPO EF NFEJTDI TQFDJBMJTUFO )FU SFHFMNBUJH WPPSLPNFO WBO JODJEFOUFO [PBMT EF GBUBMF NBBHPQFSBUJFT EPPS EF &NNFOTF BSUT 3FJKOFO FO IFU WFSLFFSE EJBHOPTUJDFSFO WBO QBUJqOUFO EPPS OFVSPMPPH +BOTTFO 4UFVS EPFU WFSNPFEFO EBU EF DPOUSPMFPQIFUGVODUJPOFSFOWBOTQFDJBMJTUFOOPHTUFSLWFSCFUFSELBOXPSEFO"MTIFUBBOEF3BBEWPPSEF 7PMLTHF[POEIFJEFO;PSH 37; MJHU NPFUFOEFTQFDJBMJTUFONFFSWFSBOUXPPSEJOHBGMFHHFOPWFSIVOXFSL 0PL NPFUFO [JFLFOIVJTCFTUVSFO NFFS JOWMPFE LVOOFO IFCCFO PN JODJEFOUFO UF WPPSLPNFO %F 37; TUFMU WPPSEBUEFTQFDJBMJTUFO WFSFOJHEJOEF0SEFWBO.FEJTDI4QFDJBMJTUFO [FMG²WFSPSEFOFOEFCFWPFHEIFEFO³ LSJKHFOPNEFCFSPFQTHSPFQBBOUFTQSFLFOPQEFHFMFWFSEF[PSH%FTQFDJBMJTUFOWPFMFOEBBSFDIUFSXFJOJH WPPS)FCCFO[FFFOBMUFSOBUJFG .FU PB 3JFO .FJKFSJOL WPPS[JUUFS 37;
8JMMFN WBO EFS )BN WPPS[JUUFS 0SEF WBO .FEJTDI 4QFDJBMJTUFO
1JFU)FJO #VJUJOH WPPS[JUUFS 3W# $BOJTJVT 8JMIFMNJOB ;JFLFOIVJT .FMWJO 4BNTPN QPSUFGFVJMMFIPVEFS 1BUJqOUFO[PSH3W#6.$4U3BECPVE .BBOEBHKVOJ "BOWBOHVVS &OUSFFHSBUJTLBBSUFOBGUFIBMFOBBOEFLBTTBWBO-69 -PDBUJF-69 .BSJqOCVSH /JKNFHFO 3FTFSWFSFO BBOCFWPMFO -69*/'0
Urgentie ja, voorstellen RvZ nee. De bestuurders Samsom en Buiting en Orde-voorzitter Van der Ham laten er in LUX feitelijk geen misverstand over bestaan. Het is met name Melvin Samsom die Meijerink ook voorhoudt dat bestuurders en specialisten zelf al aan de slag zijn gegaan. ‘In ieder ziekenhuis is er een krachtenveld tussen medisch specialisten en Raad van Bestuur, dat hoort erbij. En aan de kwaliteit van dat krachtenveld wordt volgens mij hard gewerkt. We hebben in het UMC in hechte samenspraak met de specialisten de interne audit ontwikkelt. Maandelijks wordt, aan de hand van buiten het huis vastgestelde normen een afdeling onder de loep genomen en de Raad van Bestuur overlegt direct met afdelingshoofden over de aanpak van eventuele problemen.’ Het is een voorbeeld dat Meijerink kan bekoren, maar ‘waarvan ik er toch te weinig zie’. n
Later werd er nog aan toegevoegd dat de ‘ander’ niet alleen de patiënt is, maar ook collega’s. Te mooi? ‘Moeten we ook nog menslievend zijn, alsof we al niet genoeg te doen hebben!’ Maar niet tijd is de hobbel, maar houding. Een simpele blik, gebaar of vraag die er blijk van geeft dat er aandacht is voor de beleving van de patiënt laat al zien dat zorgverleners iemand echt zien staan. En dat is anders dan een klantis-koning-benadering. De deelnemers aan genoemde bijeenkomst waren divers: artsen, verpleegkundigen, managers, geestelijk verzorgers, al dan niet namens stafconvent, OR, VAR, Raad van Bestuur en Commissie Identiteit. Deze laatste commissie had deze bijeenkomst georganiseerd. Maar deze visie op zorg vond veel herkenning en mensen raakten erdoor geïnspireerd: inderdaad, dit is waar het in zorg, en uiteindelijk ook bij ons omgaat; dit is de identiteit van ons en van het Radboud. Dit moet het zijn wat ons uiteindelijk bindt, en waartoe hier in huis wordt opgeleid, onderwezen en onderzocht. Bewogen door zorg om mensen. Martien Pijnenburg