Jelle Jolles Centrum Brein & Leren/AZIRE Vrije Universiteit Amsterdam J.Jolles, 3 september 2009, Hogeschool INHolland, Haarlem
Een probleem in het hoger onderwijs: de prestatie, de motivatie, de inspiratie, de lol in het leren
J.Jolles, 3 september 2009, Hogeschool INHolland, Haarlem
1
Toe naar een grootschalige aanpassing van het HO?
….stelselwijziging?
J.Jolles, 3 september 2009, Hogeschool INHolland, Haarlem
2
Verzuchting van een docent/projectleider uit het HBO
“Een van de zaken waar we steeds opnieuw tegen aan lopen is dat we, naar onze mening, onvoldoende in staat blijken onze studenten tot zelfstandig opererende jonge professionals op te leiden, die het leuk vinden om zich te ontwikkelen”. “Het zijn met name de studiepunten die verdiend kunnen worden die als motief voor inspanning worden gezien. Waar we aan de ene kant bezig zijn ons onderwijs steeds meer zodanig vorm te geven dat studenten gedwongen worden zelf structuur aan te brengen in hun leervragen en -inzet, merken we aan de andere kant dat de studenten daar absoluut niet op zitten te wachten. Zij worden liever aan het handje genomen en horen graag precies wat er van ze wordt verwacht, en dan nog alleen in relatie tot de toets uiteraard.” “Ik chargeer een beetje, maar het is wel een probleem. In alle publicaties over het 'puberbrein' lezen we dat de jongere er wellicht ook nog niet aan toe is om 'losgelaten' te worden. Ook onze doelgroep komt met 17/18 jaar bij ons binnen en vertrekt zo rond de 22 jaar. Conform uw theorie wordt de laatste groeispurt van de hersenen dus juist in de tijd dat ze bij ons studeren voltooid. We worden ons er steeds meer van bewust dat we beter op onze doelgroep moeten inspelen om optimaal resultaat te bereiken”.
Juni 2009, Citaat van een docent-projectleider aan een grote hogeschool J.Jolles, 3 september 2009, Hogeschool INHolland, Haarlem
Welke zijn de inzichten uit de neuropsychologie die mogelijk implicatie hebben voor onderwijs-ontwikkeling?
Hersen- en psychologische rijping loopt door tot 22-25 jaar Er is grote individuele variabiliteit Biologische en psychosociale factoren beinvloeden de ontwikkeling van vaardigheden en attitudes Sexeverschillen idem Groot belang van sociaal leren Groot belang van sturing door omgeving ………‘laaghangend fruit’………
J.Jolles, 3 september 2009, Hogeschool INHolland, Haarlem
3
1. Over het brein en de ontwikkeling van de adolescent
De hersenscan laat ons de structuur van de hersenen zien. Maar ook de activiteit!
4
Hersenstructuur rijpt door tot ver na het 20e jaar Omgeving (leraar, ouders, emoties, stress, cultuur) bepalend voor efficiëntie van hersenrijping Forse individuele verschillen afhankelijk van zowel biologie (bv jongens-meisjes) als omgeving (taalstimulatie)
J.Jolles, 3 september 2009, Hogeschool INHolland, Haarlem
Adolescent 12/13 jr
Volwassene 20/21 jr
Kortom: bij het ouder worden wordt het MAKKELIJKER om de impulsen te controleren. Dit uit zich in de verminderde activatie. Dit is uiting van leren. En een uiting van controle. J.Jolles, 3 september 2009, Hogeschool INHolland, Haarlem
Keulers, Stiers, Jolles 2007
5
Dus: alleen maar met woorden werken is beslist NIET altijd ‘goed’ Alleen praten en ‘het samen uitzoeken’ is NIET altijd aan te raden J.Jolles, 3 september 2009, Hogeschool INHolland, Haarlem
De voorhersenen leren ‘action monitoring’, zelf-evaluatie, persoon perceptie, mentalizeren en outcome monitoring Adolescent leert de consequenties van zijn handelen; kortemidden- en langetermijn, met/zonder emotie/motivaties
J.Jolles, 3 september 2009, Hogeschool INHolland, Haarlem
6
Samenvattend: wat ontwikkelt zich vooral in de late adolescentie?
Prioriteiten stellen binnen complexe handelingen ‘in de tijd’ Zelf-evaluatie Perspectief-name (‘wat denkt die ander ervan?’, ‘wat is de bedoeling?’) Overzien van keuzen in hun emotionele betekenis en in hun sociale perspectief Overzien van de lange termijn consequenties Implicatie: de zich ontwikkelende vaardigheden stellen de laat-adolescent nog niet in staat om ‘regie te voeren over het eigen leerproces’……
2. Er is grote individuele variabiliteit in hersenontwikkeling en -rijping
7
Scholieren van dezelfde leeftijd kunnen jaren verschillen in ‘rijpheid’
Individuele personen vertonen grote individuele variabiliteit in de structuur van hun hersenen
J.Jolles, 3 september 2009, Hogeschool INHolland, Haarlem
Uijlings et al 2002
8
Blauw:Jongens Rood:Meisjes
Resultaten Meisjeshersenen zijn op zijn grootst op 10.5 jaar, jongens op 14.5 jaar Binnen de hersenen sommige structuren voor 10e op maximum, andere na het 15e J.Jolles, 3 september 2009, Hogeschool INHolland, Haarlem
In de adolescentie forse verschillen in ‘rijpheid’ bij jongens en meisjes
J.Jolles, 3 september 2009, Hogeschool INHolland, Haarlem
Westenberg & Drewes 2006)
9
Jongens zijn BETER in verwerking abstracte woorden dan meisjes
Resultaat Er is ontwikkeling in verwerking abstracte woorden tot in studententijd Jongens zijn beter in verwerking abstracte woorden dan meisjes
HO: geef meer aandacht aan ‘hogere’ taal:concept formatie, abstraheren, denken, probleemoplossen
J.Jolles, 3 september 2009, Hogeschool INHolland, Haarlem
Boschloo & Jolles 2009
Bronnen van individuele variabiliteit Beschermende factoren
Hogere opleiding ouder(s) Intellectueel en emotioneel stimulerende omgeving Goede structuur in sociale omgeving Harmonieus gezin/omgeving
(Goede genen ?!)
Risicofactoren Problemen zwangerschap, geboorte, vroege jeugd Ziekten/gezondheidsproblemen in het verleden Onvoldoende slaap in heden en verleden Niet-adequate voeding in heden en verleden Onvoldoende taal-flexibiliteit Implicaties voor het HO: Differentiatie, Assessment van risicostudent Lagere sociaal-economische status
en begeleiden in toegespitste studietrajecten J.Jolles, 3 september 2009, Hogeschool INHolland, Haarlem
10
3. Het zijn prikkels uit de omgeving die bepalen hoe efficient het brein ontwikkelt Adolescent is geprogrammeerd voor sociaal leren, niet voor cognitief leren
- Onderwijzende en ouder zijn een FRUITTELER: ze snoeien en mesten - Aard en kwaliteit van instructiemateriaal is ‘het snoeimes en de gieter’ J.Jolles, 3 september 2009, Hogeschool INHolland, Haarlem
11
Imitatie, identificatie en spiegelneuronen: de ontwikkelings(neuro)psychologie
HO: maak materiaal dat identificatiebronnen bevat. Attitude-ontwikkeling!
12
De psychosociale rijpheid piekt veel later dan de intellectuele rijpheid
J.Jolles, 3 september 2009, Hogeschool INHolland, Haarlem
Steinberg 2007
13
Wat willen scholieren eigenlijk zelf? Vrij zijn of support krijgen?
HO: leg naast ‘zelf-ontdekkend leren’ ook nadruk op ‘gestuurd leren’ J.Jolles, 3 september 2009, Hogeschool INHolland, Haarlem
Nodig: kennis, structuur, inspiratie
14
Enkele implicaties voor onderwijsontwikkeling in het HBO 1.
Heb oog voor variabiliteit in ontwikkeling:
2.
Ontwikkel ‘tweedestrooms onderwijs’
3.
Het onderwijs dient de neuropsychologische vaardigheden en talenten van de student te ontwikkelen (zelf-evaluatie, denken, abstraheren etc)
een langzaam groeiende boom kan uiteindelijk de hoogste boom worden (onderwijs gericht op de ‘persoonlijke groei van de student’)
(in samenhang met ‘past life history’: sexe, gezin, culturele achtergrond, stimulerende omgeving, biologie) 4.
5.
Ontwikkel gerichte assessments gericht op fase in individuele ontwikkeling en zorg voor gedifferentieerd aanbod Maak keuzen in de onderwijs-ontwikkeling, stem af met andere HBO instellingen, werk samen met Universiteiten en instellingen voor VO en MBO
J.Jolles, 3 september 2009, Hogeschool INHolland, Haarlem
Tot slot: Onderwijs en onderzoek, praktijk en wetenschap, bouw die brug!
15