Verslag Datum Studiedag Sessie 1
29/04/2014
Technologie, educatie en duurzaamheid Technologie in het hoger onderwijs: actief georiënteerd op de samenleving.
Technologie in het hoger onderwijs: actief georiënteerd op de samenleving. Sprekers • Lieve Goorden, socioloog verbonden aan de UA, houdt zich bezig met het maatschappelijk debat over de nieuwste technologieën en geeft daarover les aan de handelsingenieurs. • Gerrit Averesch, opleidingscoördinator van het Nederlandse HAN Instituut Built Environment en voortrekker in duurzame ontwikkeling in technologische opleidingen (www.han.nl). • Guido Van Steendam, verbonden aan het Centrum voor Ethiek, Sociale en Politieke Filosofie van de KU Leuven, waar hij docent is. De moderator is ingenieur Bernard Mazijn. 1. Lieve Goorden Hoe verhoudt zich de nieuwste technologie tot het maatschappelijk debat? bijv. hoe zien nanotechnologen de maatschappelijke relevantie in hun werk? Er is een radicaal nieuwe technologiegolf aan de gang die hoge eisen stelt aan zowel de technologische als de emotionele intelligentie. Er vindt meer en meer overlap plaats tussen levenswetenschappen en fysische wetenschappen, voornamelijk in het gebied van de nanowetenschappen. De grens tussen natuur en techniek vervaagt (bijv. het laten groeien van neuronen op een chip). Biologie wordt technologie (bijv. gebruik van nanotechnologie in het brein) en technologie wordt biologie (bijv. internet of things, robottechnologie). Sinds de industriële revolutie is men de natuur steeds efficiënter gaan gebruiken. De laatste decennia wordt de natuur meer en meer heruitgevonden (radicale technologie). Men krijgt steeds meer toegang tot de moleculaire schaal en gaat interventies opsporen met de natuur (enorm potentieel). Ingenieurs zullen in de toekomst meer en meer verrast zijn van hun eigen creaties door de onvoorspelbaarheid van deze radicale technologieën. Men zal moeten leren omgaan met daaruit voortvloeiende onzekerheden. Dit veronderstelt een maatschappelijke intelligentie naast een technologische. Een technoloog zal altijd in discussie moeten gaan met de maatschappij. In tegenstelling tot de ‘klassiek moderne technologie’ wordt deze ‘laat moderne technologie’ gekenmerkt door: - Autonomie - Emergentie - Experimenteren in vivo - Modelleren van instabiliteit, onbetrouwbaarheid
Het experiment zal zorgen voor een discussie binnen de maatschappij. Men moet komen tot een soort maatschappelijke intelligentie: - Kiezen wordt moeilijk maar moet toch - Er kan controverse ontstaan rond nieuwe technologieën (bijv. genetisch gemanipuleerd gewassen, het ‘patattenveld’ in Wetteren) - Het ontbreekt echter aan publieke/politieke fora om dit debat te voeren - Waarden dienen herdacht RRI (Responsible Research and Innovation) is een organisatie gesteund door de EU, die verantwoordelijke technologie wil promoten. Een technoloog zal moeten: - Anticiperen (goed voorbereiden naar eventuele botsing met waarden) - Reflecteren (men kan de verantwoordelijkheid afwenden of wel zelf de verantwoordelijkheid – voor reflectie - opnemen) - Inclusie (belanghebbende partijen meer betrekken, veel experimenteren…) - Respons (is nodig vanuit verschillende hoeken, voortdurende evaluatie en feedback) Besluit: Er is meer interactie/dialoog nodig tussen maatschappij en onderzoekscentra om keuzes die gemaakt worden op vlak van innovatie en onderzoek beter af te toetsen. Reflectie over de maatschappelijke relevantie is wenselijk.
2. Gerrit Averesch In Nederland kunnen hogescholen die duurzaam onderwijs belangrijk vinden het duurzaam karakter van hun werking laten certificeren. Gerrit Averesch stelt een ‘Good practice’ voor: Instituut Built Environment (bachelor opleiding bouwkunde). Hobéon hanteert hiertoe een sterrensysteem als keurmerk voor ‘Duurzaam Hoger Onderwijs’. Men kan maximum 5 sterren behalen. - Ster 1 en 2 (intern, docent DO aanwezig) - Ster 3 (van intern naar extern) - Ster 4 (ketenpartners meenemen) - Ster 5 (leidend in DO in de wijde omgeving) In 2010 liet instituut Built Environment een nulmeting uitvoeren en behaalde hierbij twee sterren. Voor de derde ster werd de praktijkrelatie van de studenten erg belangrijk. Onderzoek naar duurzaamheid werd geïntegreerd in de stages van de studenten. Er ontstond ook een dialoog tussen de studenten en het bedrijfsleven. Doelstelling was om meer duurzame afstudeerprojecten te realiseren. Bij de stap van ster 3 naar ster 4 kwamen de externe relaties en de participatie in de samenleving in beeld d.m.v. congressen, afstudeerprojecten zoals bijv. ‘Wikihouse’ (volledig recycleerbaar woonproject, open source project, toepasbaar voor bijv. vluchtelingenkampen). Tijdens het proces kwamen een aantal pro’s en contra’s naar boven: - Heel het team moet mee zijn om je doel te bereiken - Streven naar een papierarm onderwijs - Soms moet je het ‘wiel heruitvinden’ - De omgeving is soms minder duurzaam dan gehoopt - Veel onderwijs dient herschreven te worden - Je moet goede partners zoeken en vinden - Vraagt om een evolutie van ‘ge-gedreven’ naar een ‘Way of Life’ Oriëntatie op de samenleving is erg belangrijk: - Jongeren vormen door een gebalanceerd onderwijsprogramma - Jongeren zijn erg geïnteresseerd, doorgaan op hun motivatie - Bewustwording: we hebben de aarde te leen van onze kinderen - Focus op de 3 P’s: People, Planet en Profit
Duurzame ontwikkeling binnenbrengen binnen de onderwijsinstelling, het onderwijs actief naar de samenleving richten en het implementeren van multidisciplinair denken zullen snel naar grote winst leiden op het vlak van duurzaamheid. Praktijkvoorbeelden zijn bijv. het duurzaam maken van festivals, het Duurzaamheidskompas. De Alumni blijken leidinggevend te zijn binnen het bedrijfsleven, stakeholders moeten actief input leveren in het proces, werken met ‘Preferred partners’.
3. Guido Van Steendam Stelling: Kan je technologie sturen en wat betekent dit voor de technologie ? In het sturen van technologie heb je verschillende stromingen: Focus 1: De samenleving legt dingen op aan de technologie en wil sturen en bijsturen. Deze stroming is begonnen na WO II (mede als gevolg van de atoombom) De samenleving wil sturen In de USA werd het wetenschapsbeleid overgeheveld van het ‘Office of Science and Development’ met een militaire focus naar de overheid, de Europese landen volgden. De taak van het onderwijs is goede ingenieurs opleiden en de samenleving sensibiliseren voor de mogelijkheden van wetenschap. Vanaf de jaren ’60 ging men kritischer nadenken over wetenschap met als doel: slechte ontwikkelingen stoppen; selecteren van het beste alternatief; optimaliseren van methode en doel De samenleving wil bijsturen De samenleving wil bijsturen met als doel slechte ontwikkelingen te stoppen, het beste alternatief te selecteren en de methoden en het doel te optimaliseren. De taak van het onderwijs is hier het informeren over deontologie (bijv. doorgedreven politiebewaking versus het recht op privacy?) Probleem is dat het sturen van wetenschap zeer moeilijk is. Vaak stuit men op ethische problemen (bijv. genetische manipulatie). De innovatieve karavaan houdt wel halt als er ethische problemen opduiken maar meestal wordt even later de tocht gewoon verder gezet. Focus 2: Wetenschap en Technologie Wetenschap en technologie zijn niet rechtlijnig Wetenschap en technologie zijn niet rechtlijnig maar cyclisch waarbij normale wetenschap na een crisis terug normale wetenschap wordt en daarbij voortdurend van richting verandert. Hierbij blijft de wetenschap op zich onaangeroerd. Wetenschap en Technologie zijn niet zo objectief In wetenschapslabo’s vind je mensen en objecten, je hebt niet alleen de studie van de feiten maar ook de wisselwerking tussen de mensen. Het objectief is samen iets realiseren d.m.v. het Black Box principe. Hier wordt verwezen naar Latour. Binnen het ‘black box’ principe worden de problemen tussen dingen en de stakeholders aan het zicht onttrokken waardoor een gezamenlijke actie mogelijk wordt. Er zitten vragen in de box, die nog niet allemaal zijn opgelost. Als taak voor het onderwijs wordt hier gewezen om, ook in technische vakken historiserend te werken. Tevens wordt gewezen op het belang van het suggereren van de sociale context, het geven van voorbeelden van de relatie tussen wetenschap en samenleving en het belang van ondersteuning komen voor de vakleraars.
4. Vragen/opmerkingen van het publiek Paradigma’s Gewezen wordt op twee paradigma’s binnen de technologie; namelijk ‘the way of life’ en ‘het probleem om technologie (bij) te sturen’. Hoe leren we social skills aan technologen? Binnen technologische opleidingen kan meer de nadruk gelegd worden op netwerken, op het duiden van de dingen binnen hun context. bv: In Duitsland worden bij de ingenieursopleidingen social skills geïntegreerd. Dit blijkt een gunstig effect te hebben op het aantal studenten dat voor deze richtingen kiest. Binnen sommige onderwijsinstellingen zelfs zodanig dat het aantal aanvragen de maximum capaciteit overschrijdt. Technologische opleidingen, een solide basis + breed kunnen denken Gewezen wordt op het T-profiel als referentie/symbool van de mogelijke opbouw van een technologische opleiding. Een solide basis binnen de gekozen specialisatie aangevuld met een dosis zelfvertrouwen en de capaciteit om breed te kunnen denken (kennis, skills en durf). Het zou tevens een pluspunt zijn om over de verschillende onderwijsdisciplines heen te kunnen werken. Dit zou leiden tot meer wisselwerking en zelfvertrouwen. Het zou een stimulans kunnen vormen voor studenten om dingen vanuit verschillende oogpunten te bekijken. Hierbij worden verbeeldingskracht en de mogelijkheid om ideeën te putten als belangrijk geduid. Wetenschap, een maatschappelijk proces Wetenschappers zijn burgers die een eigen toekomstbeeld kunnen creëren vanuit dit burgerschap. Wetenschappers dienen tijdens hun opleiding erop gewezen te worden dat ook wetenschap een maatschappelijk proces is en dienen getraind te worden om creatief en betrokken op de samenleving te werken. Een vraag die hierbij aansluit is in hoeverre de wetenschap haar vragen kan/mag naar de maatschappij doorschuiven. Er dient dus nagedacht te worden over het statuut van wetenschap en techniek in relatie tot de maatschappij. De economisering van het onderzoek De vraag wordt gesteld of er nood is aan een tegenbeweging inzake de economisering van onderzoek? Reflectieruimte in het onderwijs creëren. In de huidige context is er weinig ruimte voor reflectie. De competentiegerichtheid van het huidige onderwijs wordt geduid als één van de mogelijke oorzaken. De mythe ‘technologie betekent vooruitgang’ We moeten af van de mythe dat technologische innovatie steeds vooruitgang is. Technologie kan niet alles oplossen, voorzichtigheid is hier geboden. Hier is een taak weggelegd voor het hoger onderwijs. Historiserend lesgeven is een middel om bepaalde aspecten in de juiste context te plaatsen. Door historiserend les te geven over de mythe kan de mythe zelf ontkracht worden. Een aantal aandachtspunten - Hoe kunnen we binnen het onderwijs draagvlak creëren? - Hoe belangrijk is het dat duurzaamheid binnen alle opleidingsonderdelen aan bod komt? - Hoe belangrijk is het om ouders te laten participeren in de educatie voor Duurzaam Onderwijs? - In welke mate kunnen kleinschalige projecten bijdragen aan deze evolutie?
Hoe gaan we verder zowel in het Departement LNE als binnen de HOI. o
o o o
Organiseren van reflectiegroepen o hoe kunnen we in een vroeg stadium stakeholders betrekken? o hoe kunnen we studenten hierin trainen? o hoe train je de trainers? o hoe evalueer je o oefenen in zelfreflectie o cases aanreiken die aantonen hoe hogeronderwijsinstellingen hier baat kunnen bij hebben Organiseren van maatschappelijk debat Bottom-up beweging naar transitie …