DE OPINIE VAN STUDEREND NEDERLAND: Bezuinigingen in het Hoger Onderwijs ‘Studeren is investeren’
Rapport StudentenBureau februari 2012 Julianaplein 15 – 17, 5211 BA s‘-Hertogenbosch • t: 073 612 16 14 f: 073 613 70 87 • www.studentenbureau.nl
Inhoudsopgave INLEIDING
3
DOELGROEP 4 Database……………………………………………………………………………………………………………………………. 4 Segmentaties…………………………………………………………………………………………………………………….. 4
RESULTATEN ONDERZOEK 5-12 Zorgen om kosten en studieschuld ……………………………………………………………………………………. 5-8 Invloed op studiekeuze………………………………………………………………………………………………………. 9-11 Invloed op de kwaliteit van het onderwijs………………………………………………………………………….. 12
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 13-17 Conclusies rapport…… ………………………………………………………………………………………………………. 13-14 Adviezen door studenten…………………………………………………………………………………………………… 15-17
2
Inleiding “Nederland heeft de ambitie om tot de top 5 van kenniseconomieën te behoren. Daarbij hoort hoger onderwijs en onderzoek dat van hoge kwaliteit is en dat past bij de vraag van de arbeidsmarkt en samenleving.”1 Vereisten vanuit het bedrijfsleven StudentenBureau, marktleider in het persoonlijk matchen van hoogopgeleide stagiairs en bedrijven, maakt zich hard voor een betere aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven. Zo organiseerden we 15 december 2011 in samenwerking met de Haagse Hogeschool een seminar waarin bedrijfsleven, onderwijs en studenten samen brainstormden over mogelijke oplossingen. Vanuit het bedrijfsleven vangen wij namelijk vaak signalen op dat startende HBO- en WO-studenten bepaalde basisvaardigheden missen. Veel afgestudeerden zijn niet gewend om zich te bewegen op de bedrijfsvloer en missen zowel persoonlijke als professionele vaardigheden. Hierbij valt te denken aan timemanagement, projectmanagement, communicatieve vaardigheden, praktijkgericht denken etc. Niet alleen op inhoudelijk vlak is er een gat tussen wat het bedrijfsleven vraagt en afgestudeerden kunnen bieden. Het bedrijfsleven verwacht van starters dat zij naast hun afgeronde opleiding deel hebben genomen aan aanvullende nevenactiviteiten. Om aan deze eis te voldoen, dienen studenten extra tijd te steken in o.a. commissies, (extra) stages en buitenlandervaring. Druk op hoogopgeleid Nederland De inmiddels ingevoerde en aangekondigde bezuinigingen in het hoger onderwijs zetten een hoge druk op de hoogopgeleide studenten van Nederland. Het is nagenoeg onmogelijk om én nominaal een studie te doorlopen én te voldoen aan de vereisten vanuit het bedrijfsleven. Daarnaast worden ook de onderwijsinstellingen een richting ingestuurd die zij nog niet bewandeld hebben. Opleidingsinstituten worden gedwongen commerciëler na te denken over de inrichting van de door hen aangeboden studies. Dit kan resulteren in een verslechtering van de kwaliteit van het onderwijs, doordat scholen onder andere worden beloond voor het aantal afgestudeerden per opleiding. Op die manier is het mogelijk dat opleidingen, om zoveel mogelijk studenten te werven, steeds ‘leuker’ gemaakt worden in plaats van ‘inhoudelijk kwalitatief’. De studie-inhoud dient op deze manier als marketingtool om studenten te werven. Dit resulteert in opleidingen die niet aansluiten bij de vraag op de arbeidsmarkt. Onderzoek naar de opinie over de bezuinigingen En wat vindt studerend Nederland zelf van alle bezuinigingen in het onderwijs? Hoe kijken zij naar de (on)mogelijkheden op studiegebied door het afschaffen van de basisbeurs voor een masteropleiding en het beëindigen van het recht op een ov-kaart bij studievertraging? En niet onbelangrijk: hoe zien zij de toekomst voor studerend Nederland? Om een beeld te schetsen van de opinie over de bezuinigingen in het onderwijs en de studiefinanciering heeft StudentenBureau onderzoek gedaan onder 2.800 studenten en afgestudeerden. In een korte online enquête vroegen wij naar hun mening en gaven hen de mogelijkheid om zelf advies te geven aan de Tweede Kamer.
1
Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap H. Zijlstra (1 maart 2011). Beleidsnota Studiefinanciering, ‘Studeren is investeren’, Kamerstuk, p. 1.
3
Doelgroep Database In de database van StudentenBureau staan ongeveer 230.000 kandidaten ingeschreven, waarvan 120.000 kandidaten die momenteel studeren. Voor het onderzoek naar de opinie over de huidige bezuinigingen binnen het hoger onderwijs hebben wij een deel van onze database beschikbaar gesteld. Hierdoor hebben er uiteindelijk 2.800 studenten en afgestudeerden hun mening over dit onderwerp gegeven via een online enquête. De vragenlijst is ook verstuurd via social media. Segmentaties Het grootste deel van de respondenten (69%) valt in de leeftijdscategorie 21 tot 23 jaar. Daarnaast is 99% van de ondervraagden hoogopgeleid: 60% van de ondervraagden studeert op HBO-niveau en 39% op WO-niveau. De meeste studenten of afgestudeerden volg(d)en een studie in de richting van bedrijfskunde, communicatie, zorg of een overige richting. Studierichting Bedrijfskunde Financieel Logistiek Marketing Communicatie Commercieel Zorg Recht HRM Techniek ICT Overig
15% 7% 2% 7% 10% 5% 14% 7% 5% 3% 0% 25%
Opleidingsniveau MBO HBO WO
1% 60% 39%
Leeftijdscategorieën Jonger dan 15 15 – 17 18 – 20 21 – 23 24 – 26 Ouder dan 26
0% 0% 24% 69% 6% 1%
4
Zorgen om kosten en studieschuld Uit cijfers van het Nibud blijkt dat de studieschuld van studenten de afgelopen jaren is gestegen; van €13.318 in 2010 naar €14.657 in 2011. Men verwacht bij het Nibud dat deze schuld de komende jaren verder zal stijgen door de geplande maatregelen van de overheid.2 Uit het onderzoek van StudentenBureau blijkt dat bijna alle 2.800 studenten die de vragenlijst invulden zich zorgen maken over de kosten die hun studie met zich meebrengt. Maar liefst 95% was het eens tot zeer eens met de stelling “Ik maak mij zorgen om de kosten die studeren in Nederland met zich meebrengt”. Eén van de studenten uit het onderzoek zei hier het volgende over: “Als de bezuinigingen door worden gevoerd, ben ik verplicht om te stoppen met school omdat ik simpelweg het geld er dan niet meer voor heb. De huidige beurs is er voor mij en voor vele anderen om van rond te komen in de maand, naast het extra werken.” Studenten ouder dan 26 jaar waren het minder vaak met de stelling eens. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat deze leeftijdsgroep zijn studie reeds heeft afgerond en de gevolgen van de bezuinigingen dus niet zullen meemaken. Studenten die een opleiding in de zorg volgen, maken zich het meeste zorgen (98% was het (zeer) eens met de stelling). Uit dit vakgebied vulden 403 studenten de vragenlijst in (14% van het totaal). Het merendeel van deze studenten volgen op dit moment een studie op Universitair niveau. Deze opleidingen (bijvoorbeeld Geneeskunde, Psychologie of Farmacie) hebben meerjarige Masters, dit kan een verklaring zijn voor de zorgen van studenten in dit werkveld.
“De bezuinigingsmaatregelen raken de ziel van het onderwijsstelsel. Heb je een rijke pa en ma, dan kun je blijven zitten. Het merendeel krijgt het knap lastig”, dit zegt voorzitter Pascal ten Have van de Landelijke Studenten Vakbond in De Telegraaf3. Volgens hem zal 15 tot 20% jaarlijks noodgedwongen vroegtijdig moeten afhaken als de geplande bezuinigingsplannen worden doorgevoerd. Volgens de commissie Veerman die in 2010 in opdracht van het Ministerie van OCW een onderzoek uitvoerde naar de toekomstbestendigheid van het hoger onderwijs bestel, was in 2010 de participatie in het hoger onderwijs reeds onevenwichtig. “Studenten uit sociaaleconomisch zwakkere milieus zijn
2
Nibud (januari 2010). Leengedrag van studenten: Een vooronderzoek naar studieleningen, schulden en overige geldzaken, p. 42. 3 De Volkskrant (2 januari 2012). Tienduizenden studenten stoppen door bezuinigingen met studie. Geraadpleegd op 2 februari 2012 via http://www.volkskrant.nl/vk/nl/4884/Bezuinigingen-in-het-hogeronderwijs/article/detail/3101689/2012/01/02/Tienduizenden-studenten-stoppen-door-bezuinigingen-metstudie.dhtml
5
ondervertegenwoordigd”4. Ook het Nibud maakt zich in een persbericht zorgen om dit onderwerp: “De belangrijkste reden waarom studenten lenen is dat hun ouders hen financieel niet of te weinig kunnen ondersteunen”5. Uit het onderzoek van StudentenBureau blijkt dat ruim 83% van de respondenten het (zeer) eens is met de stelling dat in de toekomst alleen nog maar mensen met rijke ouders kunnen studeren. Door onderstaande student wordt hierover in het onderzoek een zorg uitgesproken: “Sinds mijn ouders gescheiden zijn en mijn vader geen alimentatie meer wil betalen, moet ik mijn eigen studie bekostigen en mijn moeder assisteren met het betalen van de huur. Ik was eerst van plan om mijn opleiding versneld te doen, maar naast mijn fulltime studie, moet ik ook nog minimaal 20 uur werken om zonder schulden te kunnen studeren”.
Studenten in de zorg gaven het meest aan te denken dat in de toekomst alleen nog mensen met rijke ouders kunnen studeren; 88% van de ondervraagde studenten die een zorggerelateerde opleiding volgt, gaf aan het eens tot zeer eens te zijn met de stelling in figuur 2. Simone Endert, fractievoorzitter van de studentenfractie AKKU raad (studentenvakbond Nijmegen), stelt in een artikel in De Volkskrant6 dat door de geplande maatregelen juist “studenten met een lagere economische status worden beïnvloed door financiële prikkels”. Kinderen van bijvoorbeeld bijstandsmoeders komen volgens haar onder druk te staan. Onderstaande quote van een student uit ons onderzoek onderstreept dit: “Blijf alsjeblieft denken aan de kinderen van bijvoorbeeld bijstandsmoeders: ik ben zelf een dochter van een bijstandsmoeder waardoor ik volledig afhankelijk ben van studiefinanciering! De studiefinanciering is mijn enige kans op het volgen van een studie”. Naast de grote zorg voor de kosten die studeren in Nederland met zich meebrengt, laat ons onderzoek ook zien dat studenten zich zorgen maken over de hoogte van hun studieschuld. Meer dan 75% van de respondenten is het eens tot zeer eens met de stelling “Ik maak mij zorgen over de hoogte van mijn studieschuld”. Dit is een flinke stijging ten opzichte van twee jaar geleden; studenten werd in een onderzoek door het Nibud naar het leengedrag van studenten dezelfde vraag 4
Commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijs Stelsel (april 2010). Differentiëren in drievoud omwille van kwaliteit en verscheidenheid in het hoger onderwijs. Geraadpleegd op 2 februari 2012 via http://www.nvao.net/page/downloads/Rapport_Differenti__ren_in_drievoud_commissie-Veerman.pdf 5 Nibud (januari 2010). Leengedrag van studenten: Een vooronderzoek naar studieleningen, schulden en overige geldzaken, p. 42. 6 De Volkskrant (21 januari 2012). Halbe Zijlstra breekt kennisland af. Geraadpleegd op 2 februari 2012 via http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3184/opinie/article/detail/3131221/2012/01/21/Halbe-Zijlstra-breektkennisland-af.dhtml
6
gesteld. Van hen gaf 42% aan zich druk te maken of zij hun lening wel kunnen afbetalen. Meer dan de helft van de studenten gaf toen al aan de lening als een last te ervaren7. Van de respondenten in het onderzoek van StudentenBureau hebben WO-studenten het vaakst gekozen voor eens tot zeer mee eens, zij maken zich met 79% het meest zorgen om hun studieschuld.
Uit het onderzoek van het Nibud (waarvoor StudentenBureau destijds data aanleverde) leent de helft van de studenten gemiddeld €400,- per maand. Eén op de drie studenten maakt gebruik van het collegegeldkrediet en de gemiddelde studieschuld in 2011 was €14.657. Volgens het Nibud (Financieel gedrag van jongeren, Nibud 2008) bleek in 2008 “dat 40% van de studenten die geld lenen bij DUO, geen idee heeft hoeveel rente zij hierover zullen moeten betalen en in welke termijn ze moeten starten met aflossen”8. Een opvallend en zorgbarend detail uit het onderzoek van het Nibud is dat de studieschuld van studenten die geen recht meer hadden op de basisbeurs of de aanvullende beurs snel steeg. “Ondanks andere inkomstenbronnen dan studiefinanciering, lenen deze studenten niet minder en hebben zij ook geen lagere totale studieschuld dan studenten zonder andere inkomstenbronnen” 9. In tegenstelling tot wat het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap beweert in haar beleidsnotitie ‘Studeren is Investeren’, zijn er voor de toekomstige carrière van de student een aantal aanzienlijke gevolgen te benoemen van de hogere kosten die studeren in de toekomst met zich mee zullen brengen. Volgens het Ministerie van OCW “zullen studenten door het sociaal leenstelsel bewuster nadenken over nevenactiviteiten, bijverdiensten en eventuele studievertraging die ze daardoor oplopen”10. De crux is echter dat deze nevenactiviteiten en bijverdiensten een steeds belangrijkere rol spelen in de eerste stappen op de arbeidsmarkt. Werkgevers eisen tegenwoordig van een starter dat hij én een studiegerelateerde bijbaan heeft gedaan én buitenlandervaring heeft én bestuurservaring heeft. Hiermee verwerft de student namelijk benodigde professionele en persoonlijke vaardigheden die tijdens een opleiding minder aan bod komen, zoals timemanagement, projectmanagement en ervaring met onderhandelen en interne politieke processen.
7
Nibud (januari 2010). Leengedrag van studenten: Een vooronderzoek naar studieleningen, schulden en overige geldzaken, p. 43. 8 Nibud (april 2008). Financieel gedrag van jongeren: Achtergronden & invloeden. p. 18. Geraadpleegd op 02 februari 2012 via http://www.nibud.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/PDF/onderzoeken/Financieel_gedrag_van_jongeren _april_2008.pdf 9 Nibud (januari 2010). Leengedrag van studenten: Een vooronderzoek naar studieleningen, schulden en overige geldzaken, p. 15. 10 Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap H. Zijlstra (1 maart 2011). Beleidsnota Studiefinanciering, ‘Studeren is investeren’, Kamerstuk, p. 4.
7
Het combineren van deze nevenactiviteiten met een voltijd studie, die nominaal dient te worden doorlopen, wordt een haast onmogelijke taak voor studenten. Onderstaande quote van een student uit ons onderzoek bevestigt dit: “Als ik naar mezelf kijk dan zou ik graag ervaring willen opdoen door middel van een stage of door in het buitenland te studeren of een bestuursjaar te doen. Het is echter helemaal niet meer aantrekkelijk jezelf op zo’n manier te ontwikkelen aangezien je dan te maken krijgt met een boete!” Naast mogelijke negatieve gevolgen voor je carrière, is het voor afgestudeerden met een hoge studieschuld daarnaast ook moeilijker om een hypotheek af te sluiten, terwijl zij tegelijkertijd buiten de sociale huursector geplaatst worden wegens hun inkomensniveau. Volgens de NOS zal het voor starters steeds lastiger worden om een hypotheek te krijgen, “hypotheekverstrekkers zijn namelijk veel strenger geworden en willen nu ook weten wat je studieschuld is”. In het artikel geeft een woordvoerder van De Hypotheker aan dat de studieschuld het afgelopen jaar ook zwaarder is gaan meetellen11. Als laatste zijn er aanwijzingen voor negatieve gevolgen m.b.t. de bestedingsruimte van starters. Volgens een onderzoek van Synovate in opdracht van Intermediair moest 30% van de ondervraagden in de eerste jaren van zijn werkende leven zuinig leven door de studieschuld en kon in die periode bijvoorbeeld geen eigen huis kopen. Meer dan de helft van de hoogopgeleiden zegt spijt te hebben van zijn studieschuld. Achteraf voelt het niet goed om een schuld over te houden aan de studietijd, meldt een groot deel”12.
11
NOS (6 januari 2012). Studieschuld geeft moeilijkheden bij hypotheek. Geraadpleegd op 2 februari 2012 via http://nos.nl/op3/artikel/328388-studieschuld-geeft-moeilijkheden-bij-hypotheek.html 12 van Heur, R. in Intermediair (17 mei 2011). Hoogopgeleide heeft spijt van studieschuld. Geraadpleegd op 2 februari 2012 via http://www.intermediair.nl/artikel/starters/245705/hoogopgeleide-heeft-spijt-vanstudieschuld.html
8
Invloed op studiekeuze In de beleidsnotitie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap13 wordt gesteld dat “iedereen die een masterstudie kan en wil volgen, in staat gesteld wordt om dat zonder onoverkomelijke belemmeringen te financieren”. De Masterstudie is een goede investering, zo stelt het ministerie, daarom verwacht het kabinet dat de geplande bezuinigingen geen ongunstige gevolgen zullen hebben voor de toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Met andere woorden; het zou geen gevolgen moeten hebben voor de instroom in het hoger onderwijs.
Deze aanname van het kabinet wordt door de resultaten uit het onderzoek van StudentenBureau sterk tegengesproken; van de studenten die deelnamen aan het onderzoek gaf een derde aan gestopt te zijn met zijn studie, wanneer de bezuinigingen al bij de start van zijn studie aan de orde waren geweest. Dit zijn bijna 1.000 studenten op een groep van meer dan 2.800 respondenten. Opvallend in de resultaten is dat van de studenten tussen de 24 en 26 jaar bijna de helft (43%) aangeeft niet te zijn gestart met de huidige opleiding als de bezuinigingen toen al van kracht waren gegaan. Er is hierbij weinig verschil in het opleidingsniveau van de respondent, de HBO-studenten zitten dus op één lijn met Universitair geschoolde studenten. We zouden op basis hiervan kunnen concluderen dat zowel de helft van de Masterstudenten als de helft van de HBO-studenten niet aan deze opleiding was begonnen als de geplande bezuinigingen van het huidige kabinet destijds al aan de orde waren geweest. Onderstaande quote van een student uit het onderzoek van StudentenBureau bevestigt dit: “Bij de studie Geneeskunde hoort verplicht een drie jaar durende master. Er is dus geen optie voor een één jaar durende master, zoals bij vele andere studies. Voor Geneeskunde studenten wordt het dus wel een hele dure studie zonder studiefinanciering én zonder stagevergoeding in de Masterfase. Als ik dit had geweten voor ik aan mijn studie begon, dan had ik er nog eens heel goed over nagedacht of dit allemaal wel mogelijk was voor mij. Nu zit ik er na drie jaar studeren gewoonweg aan vast”. Meer dan 75% van de studenten gaf aan dat de kans dat zij nog aan een Master zullen starten, is afgenomen sinds zij op de hoogte zijn van de verwachte bezuinigingen. Dit percentage is nog hoger wanneer we kijken naar de antwoorden van alleen HBO-studenten, met 84% geven zij aan dat de kans dat zij nog aan een Masteropleiding starten, is afgenomen. Voor Universitaire studenten geldt dit in mindere mate, echter nog steeds de helft geeft aan de kans kleiner te achten nog aan een Master te starten. Vooral studenten in de leeftijdscategorie 24 – 26 jaar waren het eens met de 13
Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap H. Zijlstra (1 maart 2011). Beleidsnota Studiefinanciering, ‘Studeren is investeren’, Kamerstuk, p. 3.
9
stelling. Dit gold voor zowel de HBO- als WO-studenten. In vergelijking verwachten vooral studenten die een commerciële opleiding doen dat ze niet aan een Masterstudie starten (84%). Voor studenten met een zorggerelateerde opleiding gold dit het minst (65%). Uit het onderzoek van StudentenBureau blijkt tevens dat 86% van de respondenten het eens tot zeer eens is met de stelling “Ik verwacht dat er in de toekomst steeds minder hoogopgeleide studenten zijn”. Met name studenten met een Bèta achtergrond (Techniek, IT) verwachten dat er in de toekomst minder hoogopgeleiden in Nederland zullen zijn.
StudentenBureau vraagt zich af wat de gevolgen zijn van een aanzienlijk minder aantal Masterstudenten in Nederland? Met andere woorden: “Wat lopen we nu eigenlijk mis als studenten na hun Bachelordiploma besluiten niet door te gaan voor een Masterdiploma?”. Volgens cijfers van de HBO raad zijn er in 2008 380.000 studenten aan een HBO opleiding gestart. Na een uitval van ongeveer 25% zullen hiervan 280.000 studenten in 2012 de opleiding afronden met een diploma14. In het onderzoek van StudentenBureau geeft 84% van de HBO-studenten aan dat de kans groot is dat ze geen vervolgopleiding meer zullen volgen aan de Universiteit (Master) wanneer de geplande bezuinigingen worden doorgevoerd.
Hier kleven een aantal risico’s aan vast. We lopen bijvoorbeeld het risico dat deze studenten voor een vervolgopleiding in het buitenland zullen kiezen, iets wat een hoogwaardige kenniseconomie behoorlijk in de weg kan zitten. Daarnaast is er een verschil tussen het startsalaris van een starter met een HBO diploma (€2.122,-) of een WO diploma (€2.632,-)15. Als laatste valt nog te denken aan de invloed op de Nederlandse kenniseconomie. Wanneer de gemiddelde HBO-student besluit niet door te studeren voor een Masterdiploma, dan daalt het gemiddelde opleidingsniveau in Nederland 14
HBO raad (2011). Feiten en cijfers. Geraadpleegd op 7 februari 2012 via http://www.hbo-raad.nl/hboraad/feiten-en-cijfers 15 Nobiles. Geraadpleegd op 7 februari 2012 via http://www.nobiles.nl/
10
en zullen we het moeilijk krijgen dit talent vast te houden. Mogelijk zullen internationale bedrijven zich hierdoor minder graag in Nederland willen vestigen. Eén van de ondervraagde studenten zei hier het volgende over: “Door de bezuinigingen wordt het in Nederland onbetaalbaar om een Master te volgen. Het risico gaat bestaan dat (top)studenten de komende jaren massaal naar het buitenland vertrekken en niet meer terugkeren. Dit is funest voor onze kennisindustrie.” Veel studenten hebben middels het onderzoek van StudentenBureau te kennen gegeven dat ook het geplande tijdstip van de beoogde bezuinigingen hen heeft verbaasd. Enkele reacties: “Je kunt niet een all inclusive vakantie aanbieden en achteraf zeggen dat alle geconsumeerde drankjes toch betaald dienen te worden. Dit geldt ook voor het onderwijs. Vele studenten hadden hun studie anders ingericht als dit van tevoren bekend was geweest (geen commissiejaar, minder werken etc.). Indien je vooruit weet dat je vier jaar kunt studeren zonder langstudeerboete en dat er geen studiefinanciering meer wordt gegeven, dan kun je je én volledig focussen op je studie én er goed over nadenken waar je jouw studie gaat volgen (i.v.m. bijvoorbeeld kosten van een kamer, wat bijna onmogelijk wordt als het einde verhaal is wat betreft studiefinanciering).” “Het is verstandiger de nieuwe regeling in te laten gaan voor studenten die pas aan hun opleiding beginnen, zodat ze hier alvast voor kunnen gaan sparen.” “Volgend jaar kan ik aan mijn Master beginnen, maar als dan de studiefinanciering af wordt geschaft moet ik €3200,- extra betalen. Het is allereerst erg vervelend dat dit pas zo kort van tevoren bekend wordt gemaakt. Het argument van het kabinet voor deze snelle implementatie is dat hierdoor de kwaliteit van het hoger onderwijs beter wordt. Dit kan alleen niet meteen worden doorgevoerd, dus ik loop geld mis, maar ik kan er niet van profiteren? Kan er geen overgangsregeling in gang gezet worden?”
11
Invloed op de kwaliteit van het onderwijs Het kabinet heeft zich tot doel gesteld Nederland in de top 5 van kenniseconomieën te brengen, een nobel streven! Kennis en onderwijs spelen een belangrijke rol in een kenniseconomie; landen die voldoende talent weten voort te brengen en aan te trekken blijven overeind. In een nieuwsbrief special stelt de VSNU (De Vereniging van Universiteiten) echter dat “de Nederlandse uitgaven aan Universiteiten zijn gedaald van 1,1% van het BNP in 1980 naar 0,6% nu. De bezuinigingen zorgen voor een verschraling van het hoger onderwijs en onderzoek, met grote gevolgen voor onze concurrentiekracht. Zonder nieuwe investeringen in kennis en innovatie zal Nederland achter gaan lopen”16.
De resultaten van het onderzoek van StudentenBureau onderschrijven wat de VSNU stelt. De Nederlandse hoogopgeleide student verwacht met een grote meerderheid dat de kwaliteit van het onderwijs door de geplande bezuinigingen zal dalen; maar liefst 80%. Een reactie van een student: “Nederland wil zich positioneren als een kenniseconomie met een hoogopgeleide bevolking om aan de vraag van die kenniseconomie te voldoen, echter het is een contradictie met het beleid dat geïmplementeerd wordt. Het Nederlandse onderwijsstelsel is niet aantrekkelijk genoeg om door te studeren na een HBO Bachelor en in het vervolg ook niet voor een Universitaire Bachelor.” De commissie Veerman geeft aan dat de basiskwaliteit van het Nederlandse hoger onderwijs op dit moment goed is17. Men twijfelt echter of er ook topkwaliteit geleverd wordt en stelt tevens dat dit nu juist hetgeen is wat we nodig hebben, willen we de Nederlandse ambitie waarmaken; een plek in de top 5 van de Global Competitiveness Index. Ons land is volgens de commissie Veerman “een kleine en open economie en ervaart dus een sterke wereldwijde concurrentie om kennisproductie en innovatie door hoogopgeleide kenniswerkers. Om het eigen talent vast te houden moet de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs dus bovengemiddeld goed zijn”, van topkwaliteit. Volgens de commissie is deze doelstelling nauwelijks te realiseren met de huidige investeringen in het hoger onderwijs. “Gemiddeld geven de landen in de top 5 1% van het BBP meer uit aan kennis en innovatie dan Nederland”18.
16
VSNU (20 april 2011). Zeven klappen voor de kenniseconomie. Geraadpleegd op 2 februari 2012 via http://www.vsnu.nl/web/show/id=216446/langid=43 17 Commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijs Stelsel (april 2010). Differentiëren in drievoud omwille van kwaliteit en verscheidenheid in het hoger onderwijs. Geraadpleegd op 2 februari 2012. 18 Commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijs Stelsel (april 2010). Differentiëren in drievoud omwille van kwaliteit en verscheidenheid in het hoger onderwijs. Geraadpleegd op 2 februari 2012.
12
Conclusies Onrust over verhoogde kosten en studieschuld Uit ons onderzoek komt duidelijk naar voren dat er onrust is onder studenten m.b.t. de geplande bezuinigingen van het kabinet op de studiefinanciering. Zij maken zich zorgen om de groeiende kosten die hun studie met zich meebrengt. Deze onrust is het grootst onder studenten in de zorg en onder studenten jonger dan 26 jaar. Het merendeel van de respondenten verwacht dat de bezuinigingen vooral studenten zullen raken die niet of nauwelijks ondersteund (kunnen) worden door hun ouders. Ruim 83% van de ondervraagde studenten was het eens met de stelling dat in de toekomst alleen nog jongeren met rijke ouders kunnen studeren. Naast de zorgen die studenten hebben om de kosten van studeren, is duidelijk te zien dat deze zorgen niet ophouden bij afronding van de studie. Meer dan 75% van de ondervraagde studenten maakt zich zorgen om zijn of haar studieschuld en 40% van de studenten die geld lenen bij DUO hebben volgens het Nibud (Financieel gedrag van jongeren, Nibud 2008) weinig kennis over rente en aflossingstermijnen. Betere voorlichting vanuit opleidingen en DUO lijken ons zeer gewenst. Een studieschuld heeft daarnaast ook gevolgen voor de levensstandaard na afronding van de studie. Dan moet er namelijk gestart worden met afbetalen en afhankelijk van de hoogte van de schuld kan dat gevolgen hebben voor de manier van leven in de eerste werkende jaren. Hoe hoger de schuld, hoe groter het maandelijkse aflossingsbedrag. Dit betekent dat er minder overblijft voor sparen, levensonderhoud en bijvoorbeeld een hypotheek. Verstrekkers van hypotheken zijn daarom de laatste jaren veel strenger geworden bij hypotheekaanvragen van starters. Gevolgen geplande maatregelen kabinet In de beleidsnotitie van het Ministerie van OCW wordt beweerd dat een studie een investering is die loont. “Ieder jaar hoger onderwijs levert circa 6-8% profijt op”19. Volgens het ministerie is het dan ook verantwoord om de Masterstudent zelf meer te laten bijdragen. De regering wil hiermee de kwaliteit van het onderwijs de impuls geven die het nodig heeft om een mondiaal vooraanstaande kenniseconomie te zijn. Echter, door het gevolg van de geplande bezuinigingen op de hoogte van hun studieschuld (stijging), overwegen veel studenten geen Masteropleiding meer te doen. Ruim een derde van de studenten die meededen aan het onderzoek gaven aan niet te zijn gestart met hun huidige opleiding wanneer de geplande maatregelen toen al van kracht waren. Ruim 75% gaf daarnaast aan de kans kleiner te achten überhaupt nog met een Masteropleiding te starten. De voorgenomen maatregelen hebben hiermee een negatief effect op de opleidingsparticipatie van jong potentieel talent waardoor de instroom van Universitair geschoolde kenniswerkers op de arbeidsmarkt zal afnemen. Dit is niet in het belang van het bedrijfsleven en de werkgelegenheid onder de jongeren. StudentenBureau vraagt zich af wat de gevolgen hiervan zijn op de ambitie van het kabinet om een plek in de top 5 van de Global Competitiveness Index te bemachtigen? Investeringen in kennis, innovatie en onderwijs zijn hiervoor namelijk noodzakelijk en staan in contrast met de geplande bezuinigingen. Wat wij dan ook missen in de beleidsnota van het Ministerie van OCW is een koppeling met het bedrijfsleven. Voor een plek in die top 5 van kenniseconomieën zal de overheid moeten zorgen dat het onderwijs beter aansluit bij de vraag en eisen van de arbeidsmarkt. Waar is schaarste? Welke vaardigheden worden nu gemist bij hoogopgeleiden? Dat zijn vragen waar de overheid het bedrijfsleven bij moet betrekken om ervoor te 19
Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap H. Zijlstra (1 maart 2011). Beleidsnota Studiefinanciering, ‘Studeren is investeren’, Kamerstuk, p. 2.
13
zorgen dat we een onderwijssysteem krijgen dat aansluit op de markt. Om nogmaals de commissie Veerman te citeren; “Nederland is een kleine en open economie en ervaart dus een sterke wereldwijde concurrentie om kennisproductie en innovatie door hoogopgeleide kenniswerkers. Om het eigen talent vast te houden moet de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs dus bovengemiddeld goed zijn”20. Een bovengemiddelde kwaliteit wordt alleen bereikt als de inhoud van het onderwijs beter aansluit bij de arbeidsmarkt. Om erachter te komen hoe het onderwijs zo optimaal mogelijk kan bijdragen aan het versterken van de Nederlandse concurrentiepositie, zullen onderwijsinstellingen (gestimuleerd door de overheid) met het bedrijfsleven in gesprek moeten gaan en blijven!
20
Commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijs Stelsel (april 2010). Differentiëren in drievoud omwille van kwaliteit en verscheidenheid in het hoger onderwijs. Geraadpleegd op 2 februari 2012.
14
Adviezen door studenten De laatste vraag in het onderzoek bestond uit een open vraag waarbij studenten advies konden geven aan de Tweede Kamer over de bezuinigingen in het hoger onderwijs. Hieronder een samenvatting met daarin vindingrijke oplossingen voor de bezuinigingen en punten ter consideratie. Betere aansluiting arbeidsmarkt “Ik vind het onterecht dat een tweede studie/Master duizenden euro´s duurder wordt. Een tweede Master kan een enorme aanvulling zijn op je competenties en dus op je CV, waardoor de kans op een baan vele malen groter wordt.” “Het is helemaal niet aantrekkelijk meer om jezelf te ontwikkelen door middel van een bestuursjaar etc. aangezien je dan te maken krijgt met een boete. Ik zou graag ervaring willen op doen door middel van een stage, door in het buitenland te studeren of een bestuursjaar te doen. Studenten die geen exacte studie doen hebben geen zekerheid in wat voor baan ze later krijgen. Voor ons is het juist zo belangrijk om onszelf te onderscheiden door middel van nevenactiviteiten.” “Wat betreft de aansluiting tussen bedrijfsleven en onderwijs moet duidelijker worden welke beroepsperspectieven er zijn met een bepaalde studie, zodat toekomstige studenten een meer weloverwogen keuze kunnen maken en hierdoor ook meer gemotiveerd zijn om zo snel mogelijk af te studeren en aan die baan te beginnen waar ze het voor doen.” Bedrijfsleven betrekken bij studie “Stimulering om het bedrijfsleven mee te laten betalen aan onderwijs is wellicht wel een beter idee dan bezuinigen. Of het initiatief daarvan bij de studenten, bedrijven of overheid moet liggen laat ik op dit moment in het midden. Maar feit is wel dat niet alleen de student en de overheid profiteren van een goede opleiding van studenten, maar dat bedrijven eveneens mee profiteren van goed opgeleid personeel.” “Maak een voorstel om de samenwerking tussen het hoger onderwijs en bedrijven te verbeteren, d.m.v. een leertraject die je bij een bedrijf volgt en als vergoeding wordt het collegegeld door het bedrijf betaald.” “Stimuleer bedrijven om meer leerstof aan te bieden in het hoger onderwijs middels het aanbieden van opdrachten, hetzij als korte stages, hetzij als het inbrengen van een complexe casus waar studenten aan kunnen werken. Zo heeft het bedrijfsleven al iets aan studenten en krijgen studenten een beter beeld van de onderneming en waar zij mee bezig is.” Betere studiekeuze & advies “Meer mogelijkheden bieden op het gebied van studiekeuze. Indien een student direct na de opleiding de juiste studiekeuze maakt, is de kans op (langstudeer)boetes en een hoge studieschuld ook veel kleiner.” “Zet scholen meer aan tot selectie aan de poort zodat er meer afstemming is tussen de student en de opleiding. Hierdoor loopt de student minder vertraging op en is er ruimte voor een bestuursjaar!” Individuele afstemming “Maak de kosten inkomensafhankelijk. Houd ook rekening met bestuursjaren en met Masters die langer duren of bijvoorbeeld met geneeskunde, dat zij meer dan 1 jaar uitloop mogen hebben. “Ze zouden de boete moeten koppelen aan het behaalde aantal studiepunten. Ik heb eerst anderhalf jaar een andere studie gevolgd en heb daar wel mijn punten gehaald maar mijn interesses lagen ergens anders. Daardoor moet ik mijn laatste jaar veel geld lenen.”
15
“Als je de bezuinigingen doorvoert moet je misschien wel, net zoals in Amerika, speciale beurzen opstellen. Bijvoorbeeld bijzonder slimme kinderen een speciale beurs geven, die ze niet terug hoeven te betalen, zodat ze toch kunnen studeren.” “Er zijn verschillende individuele gevallen die gezorgd kunnen hebben voor studievertraging. Het geven van een boete zou voor sommige gevallen apart beoordeeld kunnen worden. Zoals voor een studerende moeder of iemand die na twee maanden stopt met een studie.”
Regeling voor meerjarige Masters “Kijk naar het verschil in Masters, er zijn namelijk grote verschillen per studie. Mijn studie, Farmacie, heeft een driejarige master, waardoor je dus veel meer moet lenen dan wanneer je een eenjarige master volgt.” OV-kaart “Bespaar op de OV-kaart in plaats van op de studiefinanciering. Zorg dat de OV-kaart alleen geldt voor het traject huis-school. Ik weet nu namelijk niet of ik nog een master kan gaan volgen in verband met de bezuinigingen.” “Schaf af dat je met je OV-kaart mensen met 40% mee mag nemen en laat desnoods ook alleen het gratis reizen op de route naar school gelden en voor andere routes gewoon betalen.” Niet straffen maar stimuleren “Iemand die binnen de gestelde tijd zijn bachelor afrondt (drie jaar voor een WO Bachelor en vier jaar voor een HBO Bachelor) zou als beloning een jaar een master mogen volgen, met behoud van studiefinanciering.” “De studiefinanciering zou afgeschaft kunnen worden. Iedere student begint met een lening. Deze lening wordt kwijtgescholden als de student aan bepaalde eisen heeft voldaan. Zo kan er een termijn worden gesteld aan de studie, maar kunnen er ook uitzonderingen zijn voor bestuursjaren en vrijwilligerswerk. Op deze manier heeft iedereen dezelfde kansen.” Kwaliteit van het onderwijs “Wanneer er gesproken wordt over 'kwaliteit' van het onderwijs, wat wordt dan bedoeld? Op zich een mooi initiatief dat het geld dat wordt bezuinigd weer terugvloeit naar het onderwijs, maar hoe gebeurd dit? Het aantal geslaagde studenten zegt niet zoveel, want wie ziet toe op het niveau van de tentamens? Daarom is het ook onverstandig om scholen te belonen per geslaagde student, want hierdoor zijn scholen erbij gebaat om mensen te laten slagen.” “Als overheid zou ik investeren in technische opleidingen die de Nederlandse kenniseconomie kunnen vertegenwoordigen. En stel duidelijk kwaliteitscriteria op voor HBO opleidingen zodat studenten een grotere kans genieten op de arbeidsmarkt.” Communicatie “Richt een speciale website op met uitleg voor de studenten. Het is nu onduidelijk voor iedereen. Het zou nog handiger zijn om naast reguliere informatie een soort van vragenlijst te ontwikkelen waardoor je kunt zien welke regelingen er van toepassing zijn op jouw situatie en wat er voor jou gaat veranderen.” “Voer de veranderingen in voor mensen die nu aan een studie moeten beginnen. Deze studenten kunnen dan nog anticiperen op deze veranderingen en er alles aan doen om die boete te voorkomen.” “Voor iedere student zijn er verschillende onderdelen waaruit de uiteindelijke studiefinanciering wordt opgebouwd. Begin nu met het verkleinen van de bedragen of laat een aantal van die onderdelen wegvallen in plaats van de gehele basisbeurs voor Masterstudenten te schrappen. En zorg voor goede communicatie over het waarom en stappen die studenten kunnen ondernemen om toch te kunnen studeren om studenten wel te blijven stimuleren en hen hun eigen kansen te tonen, die er ongetwijfeld zullen zijn.”
16
Strengere toelatingseisen “Ik zou veel eerder kijken naar de studenten die heel graag willen studeren en erg gemotiveerd zijn, i.p.v. alle studenten over een kam te scheren. Daarom zal volgens mij strengere toelatingseisen voor opleidingen veel beter werken, omdat dan meteen het kaft van het koren wordt gescheiden en studenten ook sneller hun studie afmaken. Daarnaast is strengere controle op het lenen van DUO en de uitwonende beurs ook nog een optie.” “De overheid zou moeten luisteren naar de alternatieven die worden aangedragen vanuit universiteiten, zoals het opschroeven van ingangseisen of bijvoorbeeld het verminderen van herkansingsmogelijkheden die onder andere uitstelgedrag van 'luie studenten' in stand houden. Met dit soort aanpassingen blijven de hardwerkende studenten enthousiast en worden anderen gestimuleerd om meer in hun studie te steken.” Gelijke kansen “Voor iedereen gelijke regels: allemaal 4 jaar studiefinanciering. Dus ook MBO-studenten die momenteel 4 jaar extra studiefinanciering krijgen als zij naar het HBO gaan. HBO studenten krijgen in de toekomst 4 jaar studiefinanciering en WO studenten zelfs maar 3 jaar!” Vertrek naar het buitenland “Kwaliteitsverbetering is natuurlijk belangrijk. Maar hoger onderwijs toegankelijk houden is minstens zo belangrijk. Waarom wordt er in Nederland zo bezuinigd terwijl in Duitsland in veel deelstaten het schoolgeld is/wordt afgeschaft. Omdat o.a. de Master in Nederland te duur wordt, ben ik van plan aankomend jaar mijn Master te doen in Berlijn waar internationale studenten zelfs nog een beurs van 750 euro per maand ontvangen. Een erg groot contrast!” “Op dit moment studeer ik een paar maanden in Schotland en hier is hoger onderwijs zelfs gratis met de voorwaarde dat de student na zijn of haar opleiding een jaar les geeft aan de Universiteit. Op die manier motiveer je niet alleen jongeren om te studeren maar ook een maatschappelijke functie uit te voeren. Zo zijn hier op Napier University allerlei gratis huiswerkbegeleidingen en persoonlijke mentors beschikbaar die ook echt geven om de ontwikkeling van de student.”
17