Een overzicht van het Turkse innovatiebeleid geschetst door Rory Nuijens Innovatieadviseur Innovatie Attaché Netwerk Turkije
2
1 Inhoudsopgave
1
Inhoudsopgave ______________________________________________________________________________________ 2
2
Managementsamenvatting __________________________________________________________________________ 3
3
Inleiding _____________________________________________________________________________________________ 4 3.1
Economische kenmerken __________________________________________________________________________ 4
3.2
Politieke kenmerken _______________________________________________________________________________ 5
3.3
Stand van zaken op het gebied van innovatie, wetenschap en technologie __________________________ 6
3.4
Conclusie ________________________________________________________________________________________ 12
4
Institutioneel raamwerk en beleidsactoren ____________________________________________________________ 13 4.2
Facilitering en ondersteuning ______________________________________________________________________ 16
4.3
Kennisontwikkeling _______________________________________________________________________________ 17
4.4
Kennisverspreiding ________________________________________________________________________________ 18
4.5
Ontwikkelen en uitvoeren van beleid ______________________________________________________________ 19
4.6
Marktformatie ____________________________________________________________________________________ 19
4.7
Ontwikkeling en mobilisatie van verschillende typen bronnen _______________________________________ 20
4.8
De private sector _________________________________________________________________________________ 21
4.9
Regionale verschillen _____________________________________________________________________________ 22
4.10 5
Naar een focus op R&D en innovatie _________________________________________________________________ 26 5.1
De fundamenten van het Turkse innovatiebeleid ___________________________________________________ 27
5.2
Conclusie ________________________________________________________________________________________ 33
6
7
Conclusie _____________________________________________________________________________________ 25
Turks – Nederlandse samenwerking in de EU kaderprogramma’s _______________________________________ 34 6.1
KP7 ______________________________________________________________________________________________ 34
6.2
Horizon 2020 _____________________________________________________________________________________ 37 Basis voor verdere samenwerking ____________________________________________________________________ 41
3
2 Managementsamenvatting Hoewel de Turkse economie de laatste 10 jaar een aanhoudende groei laat zien (hoewel in 2014 en 2015 afgezwakt), kampt de Turkse economie met structurele problemen zoals een hoog tekort op de handelsbalans en afhankelijkheid van buitenlandse geldstromen. Naast macro economische en structurele hervormingen kunnen deze problemen tegemoet worden gekomen door in te zetten op productiviteitsgroei op basis van innovatie. Dat de Turkse overheid reeds inzet op het vergroten van R&D uitgaven en het versterken van de innovatiekracht blijkt uit de stijging die het land laat zien op verschillende indicatoren. Toch zijn er nog uitdagingen die aangepakt moeten worden, wil Turkije de hoge 2023 ambities waar kunnen maken. Naast het creëren van een level playing field waarbij who knows what voorop staat in plaats van who knows who, zijn er specifieke uitdagingen op het gebied van industrie-universiteit samenwerking, kwaliteit van R&D personeel, betrekken van de waardeketen in R&D projecten en bescherming van intellectueel eigendom. De Turkse regering is zich hiervan bewust en de institutionele structuur teneinde innovatie en investeringen in R&D te faciliteren heeft zich de laatste 10 jaar in Turkije sterk ontwikkeld. Hierbij spelen zowel de overheid, de universiteiten als de private sector een rol. De gouden driehoek lijkt dus als samenwerkingsvorm gekozen te worden. Toch moet hier gehoed worden voor een al te groot optimisme. Daar samenwerking binnen de gouden driehoek vooral een kwestie van cultuur is, moet het Turkse systeem in de praktijk nog bewijzen welke economische waarde het kan bereiken gezien het feit dat ontwikkelingen nog jong zijn. Ook het Turkse innovatiebeleid heeft zich in diezelfde periode sterk ontwikkeld en komt op het eerste gezicht erg overeen met het Nederlandse topsectorenbeleid: een sectorspecifiek beleid, waarin de gouden driehoek wordt verenigd en dat is gericht op commercialisatie van onderzoek en ontwikkeling. Er is daarbij weinig aandacht voor fundamenteel onderzoek. De gekozen sectoren waarop Turkije zich richt, sluiten goed aan bij de Nederlandse topsectoren. Sectoren zoals Automotive, ICT, Machinebouw, Agrofood, Health, Water en Energie komen ook terug in de Nederlandse topsectoren. Er wordt ook gekozen voor toepassingsgericht onderzoek: de overduidelijke doelstelling van het beleid is de ontwikkeling van innovatieve producten die ter export kunnen worden aangeboden. Het beleid is nog wel erg inputgericht. Er wordt geïnvesteerd in infrastructuur, human capital en ondersteuning, maar de resultaten (in de vorm van patenten, ontwikkelde high tech producten, aansprekende start ups) laten nog op zich wachten. Dat is ook logisch, omdat de Turkse initiatieven nog relatief jong zijn en investeringen in R&D en innovatie hebben nu eenmaal tijd nodig. Middels de plaatsing van een Innovatieadviseur sinds 2013 en het aangaan van hechtere banden op het gebied van innovatiesamenwerking via een Memorandum of Understanding met de Turkse Nationale Wetenschaps- en Technologieraad TUBITAK, herkent de Nederlandse overheid de ontwikkelingen die momenteel plaatsvinden in Turkije op het gebied van innovatie en research & development. Nederlandse organisaties (kennisinstellingen en kennisintensieve ondernemingen) die op het gebied van R&D en innovatie willen samenwerken kunnen contact opnemen met de Innovatieadviseur Dhr. Rory Nuijens via
[email protected].
4
3 Inleiding Turkije heeft de beschikking over een aanzienlijke industriële basis en is gespecialiseerd in de medium and low technology industrie (automotive, consumer goods, chemie, textiel, voedsel etcetera)1. Turkije heeft zich de laatste jaren als een belangrijke industriële partner ontwikkeld en behoort momenteel tot de 20 grootste economieën ter wereld. Daarnaast heeft Turkije zich getransformeerd van een economie gebaseerd op landbouw met een laag opgeleide arbeidsmarkt naar een industriële economie met een hoger opgeleide arbeidsmarkt2. Momenteel is Turkije een grote producent van auto’s, een wereldleider in scheepsbouw en een significante producent van elektronica en apparaten voor thuisgebruik3.
3.1
Economische kenmerken
Na een gesloten en een op import gebaseerde ontwikkelingsstrategie te hebben gevolgd sinds de jaren vijftig, heeft Turkije zich onder leiding van president Özal sinds de jaren tachtig ontwikkeld tot een open economie die veel meer op het buitenland is gericht. Liberalisatiebeleid omvatte maatregelen gericht op het bevorderen van export, het liberaliseren van import, het dereguleren van de financiële sector en het bevorderen van buitenlandse investeringen. Buitenlandse investeringen namen een vlucht sinds 2000 en sinds 1995 heeft Turkije een douane-unie met de Europese Unie (EU)4. Dit heeft ertoe bijgedragen dat in het laatste decennium het handelsvolume 50% sneller groeide dan dat van de wereldhandel. Daarbij komend is Turkije ‘s aandeel in de wereldwijde import verdrievoudigd sinds de jaren tachtig en Turkije’s aandeel in de export is zelfs verviervoudigd5. De maatregelen die sinds de jaren tachtig zijn genomen, hebben bovendien gezorgd voor een aanhoudende economische groei met een jaarlijks gemiddelde van 5.3 % over de periode 2002 tot en met 2011. De overheidsschuld viel naar 2% van het BNP en de publieke schuld ging van 78% naar 39% in 2011. In 2014 groeide de Turkse economie met 2,9% en in 2030 heeft Turkije naar verwachting Europa ’s vijfde economie. Bovendien transformeert de Turkse economie zich steeds meer van een economie afhankelijk van landbouw en zware industrie tot een meer gediversifieerde economie met een steeds grotere en internationale dienstensector. Daarbij beschikt Turkije over een jonge en goed opgeleide bevolking6. Toch zijn er enkele kanttekeningen te maken. Het tekort op de handelsbalans maakt dat Turkije nog steeds afhankelijk is van buitenlands kapitaal. Het tekort op de handelsbalans is onder de AKP regering niet afgenomen, ondanks de gerealiseerde economische groei. Dit duidt op een grotere afhankelijkheid van buitenlands kapitaal en een relatief laag niveau van binnenlandse spaartegoeden. Daar komt bij dat, hoewel de regering de onbalans in spaartegoeden en investeringen in de publieke sector heeft weggewerkt, deze onbalans zich heeft verplaatst naar de private sector. Samenvattend heeft de AKP regering geen fundamentele wijziging in het economische beleid van Turkije teweeggebracht, maar heeft het vertrouwd op buitenlands kapitaal en
Korea Development Institute. Models for National Technology and Innovation Capacity Development in Turkey. Republic of Korea: Ministry of Strategy and Finance, 2009. 2 https://www.innovationpolicyplatform.org/content/turkey 3 Idem 4 Pamukçu, Mehmet Teoman, and Erkan Erdıl. Analyzıng R&D Activities of Foreign Enterprises in Emerging Economies. Lessons from Turkey. Working Paper, Ankara: TEKPOL, Science and Technology Policies Research Center, 2011. 5 World Bank Report, Turkey’s Transitions, Report No. 90509-TR, December 2014 6 ING Economics Department. Turkey: An Economic Pearl on the Bosphorus. Client Information, Amsterdam: ING Bank N.V., 2012. 1
5
investeringen van de private sector. Dit heeft de Turkse economie niet gezonder of meer houdbaar gemaakt 7. Naast structurele hervormingen, zijn ook macro-economische hervormingen nodig die de export bevorderen, kredieten verder belasten en die sparen (zowel in de private sector als bij huishoudens) stimuleren8. Een recent rapport van de Wereldbank concludeert ook dat de economische transformatie van Turkije dreigt te stagneren, waarbij Turkije het risico loopt in de ‘middle income trap’ te vallen. Toch verwacht de Wereldbank dat Turkije in het komende decennium de ‘middle income trap’ kan vermijden en de status van een ‘high income country’ kan behalen9. Turkije moet dan wel tegemoetkomen aan een drietal uitdagingen: 1.
Integratie: Naast verbeteringen van het investeringsklimaat en verdere investeringen in infrastructuur, noemt de Wereldbank aangaande innovatie en R&D specifiek de noodzaak tot behoud van productiviteitsgroei, mede gebaseerd op innovatie naast structurele hervormingen. Tevens moet Turkije investeren in een betere samenwerking tussen onderzoek en industrie, betere bescherming van intellectueel eigendom en moet de kwaliteit van de Turkse universiteiten omhoog.
2.
Inclusie: Vergroten van de arbeidsparticipatie om de demografische voordelen ten volle te benutten. Turkije moet voldoende banen creëren om de stijgende arbeidsparticipatie van vrouwen en jongeren op te kunnen vangen en daarnaast beleid ontwikkelen waardoor arbeidskrachten beter worden opgeleid en er ruimte is om werk en privé te balanceren.
3.
Instituties: Verdiepen van institutionele hervormingen om investeringen aan te moedigen en de vooruitgang in sociale inclusie te behouden. Dit proces heeft als gevolg van de economische crisis van 2008 vertraging opgelopen, maar moet nu weer opgepakt worden.
De Wereldbank geeft in haar rapport aan dat Turkije in haar verleden genoeg ervaring heeft opgedaan om aan deze uitdagingen tegemoet te komen. Toch ziet de Wereldbank in punt 3 een grote uitdaging, omdat Turkije momenteel niet beschikt over het institutionele fundament dat behoort bij een hoog-inkomen land. Verdere verbeteringen zijn daarvoor nodig in het zakenklimaat, de rechtstaat, beleid met betrekking tot regulering, de garantie van burger- en politieke rechten, aansprakelijkheid van de publieke sector en gedecentraliseerde besluitvorming.
3.2
Politieke kenmerken
Sinds 2002 is er geen grote politieke wisseling van de macht is geweest en de huidige machthebbers hebben sinds 2002 een koers uitgezet naar verdere economische hervorming en aansluiting bij de EU op tal van beleidsterreinen. Turkije is een parlementaire democratie met een sterk centraal georganiseerde overheid. De uitvoerende macht berust bij het parlement. De president fungeert als staatshoofd en heeft bevoegdheden op het gebied van uitvoering, wetgeving en benoeming van de rechterlijke macht. Hij deelt zijn macht met de Raad van Ministers, die wordt voorgezeten door de premier. Sinds 2002 is de AK Partij aan de macht, die een koers heeft uitgezet gericht op het stabiliseren van de economische groei, aansluiting bij de EU en een sterker buitenlands beleid. Hoewel deze stabiliteit ongetwijfeld heeft bijgedragen aan de economische kracht die Turkije nu tentoonspreidt, zijn er wel kanttekeningen te maken. Zoals de Wereldbank in haar rapport opmerkt, is zakelijk succes nog teveel afhankelijk
Dani Rodrik’s Weblog, Turkish Economic Myths, April 16 2015, http://rodrik.typepad.com/dani_rodriks_weblog/2015/04/turkish-economicmyths.html 8 Idem 9 World Bank Report, Turkey’s Transitions, Report No. 90509-TR, December 2014 7
6
van know-who in plaats van know-how, is het hebben van goede relaties belangrijker dan de gang naar de rechtbank en biedt toegang naar bestemmingsplannen en lucratieve tenders meer rendement dan investeren in nieuwe en innovatieve ondernemingen. Hoewel institutionele hervormingen in de jaren negentig en het begin van het millennium economische instituties onafhankelijk heeft gemaakt van politieke invloed, blijkt dat in de praktijk niet een uitgemaakte zaak. Controle over de overheid staat nog steeds gelijk met controle over een groot gedeelte van de staat met weinig mechanismen aangaande aansprakelijkheid, in het bijzonder bij de lokale overheid. De indruk bestaat daardoor dat de geboekte voortgang in Turkije afhankelijk is van het aan de macht blijven van de huidige overheid, in plaats van gebaseerd op het garanderen van fundamentele, individuele rechten. In de huidige periode, waarin het minder goed gaat met de Turkse economie leidt dat tot economisch populisme, waarbij negatieve resultaten worden toegeschreven aan externe partijen en waarbij politieke druk op economische instituties wordt uitgeoefend 10 . Meer aandacht moet daarom gaan naar het creëren en beschermen van een level playing field in de economie, maatschappij en de politiek11.
3.3
Stand van zaken op het gebied van innovatie, wetenschap en technologie
Hoewel Turkije in de internationale innovatieranglijsten nog niet tot de top behoort, komen steeds meer technisch innovatieve producten uit het land. De ontwikkeling van de R&D en innovatiecapaciteit is een speerpunt van de Turkse regering en op dat gebied worden ambitieuze doelstellingen geformuleerd. Daarbij is vooral de inhaalslag die Turkije maakt in het kader van R&D en innovatie opmerkelijk. Het percentage van het BNP uitgegeven aan R&D (GERD) was in 2013 0,95%; dat is een gemiddelde stijging van 4,4% sinds 2000. Als deze trend doorzet dan komt Turkije uit op 1,27% in 202012. De uitgaven aan R&D door de private sector (BERD) stegen met 24% in de periode 2008–2010, terwijl de instellingen van het hoger onderwijs in absolute termen in dezelfde periode 34% meer aan R&D uitgaven publieke sector (GOVERD) 23%13.
Dani Rodrik’s Weblog, Turkish Economic Myths, April 16 2015, http://rodrik.typepad.com/dani_rodriks_weblog/2015/04/turkish-economicmyths.html 11 Idem. 12 Innovation Union Scorecard 2014. 13 ERAWATCH Network - Technopolis Group Turkey. ERAWATCH Country Reports 2011: Turkey. Brussels: European Commission, 2011. 10
7
R&D uitgaven als percentage van het BNP. Bron: Turkstat 1 0.9
0.85
0.8 0.6 0.5
0.59 0.48
0.52
0.95
0.73
0.72
0.7
0.86
0.84
0.92
0.58
0.4 0.3 0.2 0.1 0 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
GERD per sector (2013). Bron: Turkstat
42.1
47.5
10.4
Private sector
Publieke sector
Hoger onderwijs
Het aantal full-time equivalent (FTE) aan R&D personeel steeg in 2013 ten opzichte van het jaar ervoor met 7,5% naar 112969, waarvan 51.7% in de private sector werkt, 37.7% bij instellingen van het hoger onderwijs en 10.6% bij instellingen van de publieke sector. Publieke en private onderzoeksinstellingen zijn de belangrijkste instellingen met betrekking tot het ontwikkelen van nieuwe kennis. Er zijn 69 publieke onderzoeksinstellingen, waarvan de instellingen van de nationale technologie en wetenschapsraad (TÜBITAK ) en van het Ministerie van Voedsel, Landbouw en Veeteelt (TAGEM) de belangrijkste zijn. Er zijn ook 134 expertisecentra bij universiteiten en bij publieke onderzoeksinstellingen die zijn ingesteld met hulp van het Ministerie van Ontwikkeling tussen 2003 en 2010. Er zijn
8
bovendien 159 14 private onderzoeksinstellingen die met behulp van belastingvoordelen door R&D intensieve bedrijven en multinationals zijn ingesteld15.
# nationale octrooiaanvragen. Bron: Turkstat
Buitenlandse origine Binnenlandse origine
14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
Het aantal octrooiaanvragen steeg behoorlijk: van 490 in 2003 tot 4528 in 2013, maar blijft nog achter bij dat van het OECD gemiddelde16. Het aantal octrooiaanvragen dat gebruik maakt van octrooisamenwerkingsverdragen steeg van 112 in 2003 naar 624 in 2012. Dit is een stijging van 329%. Het aantal octrooiaanvragen van Turkse origin bij het Europese Patentbureau (EPO) steeg van 68 in 2006 naar 402 in 2014 (Nederland: 6844)17. Het aantal triadic patents 18was in 2012 40 (Nederland: 783)19
3.3.1
Sterke en zwakke punten van het Turkse innovatie ecosysteem
Turkije wordt door de Innovation Union Scoreboard 2014 omschreven als een modest innovator. Tussen 2006 en 2013 laat Turkije een aanhoudende groei zien en benadert de EU steeds meer als het gaat om de innovatiecapaciteit 20. Het Turkse innovatie ecosysteem is echter nog niet op hetzelfde niveau als dat van het EU gemiddelde en presteert op alle indicatoren lager dan het EU gemiddelde, behalve als het gaat om het gebruik van innovaties binnen het MKB 21 . Ook het financieren van publieke uitgaven aan R&D door de industrie als percentage van het BNP komt overeen in vergelijking met andere EU landen. Relatief sterke zwaktes bevinden zich
Per juni 2014 ERAWATCH Network - Technopolis Group Turkey. ERAWATCH Country Reports 2011: Turkey. Brussels: European Commission, 2011 16 Turkstat: http://www.turkstat.gov.tr/PreHaberBultenleri.do?id=16163 17 European Patent Office 18 Octrooiaanvraag gedaan bij zowel de European Patent Office, de US Patent and Trademark Office en de Japan Patent Office. 19OECD (2014), "Main Science and Technology Indicators", OECD Science, Technology and R&D Statistics (database). DOI: http://dx.doi.org/10.1787/data-00182-en (Accessed on 05 March 2015) 20 IUS 2014 21 Idem 14 15
9
in inkomsten vanuit het buitenland als gevolg van licenties en patenten, gemeenschapsmodellen, gemeenschapsmerken, niet-EU PhD studenten en publiek-private wetenschappelijke co-publicaties. Deze relatieve achterstand komt met name door de structuur van de Turkse economie, die een grote landbouw sector kent en veel low tech sectoren (zoals textiel). Ook zijn er niet zoveel grote multinationals van Turkse afkomst en voeren internationale bedrijven die in Turkije productiefaciliteiten hebben, hun R&D en patentaanvragen vaak uit in het land waar het hoofdkantoor staat (dit is bijvoorbeeld het geval in de automobielindustrie). Daarom heeft Turkije een laag aandeel in kennisintensieve activiteiten en ook de export van hightech producten en diensten22. Specifieke zwakke punten zijn het aantal afgestudeerden in de disciplines science & engineering en het aantal afgeronde PhD’s. Daarnaast worden het lage aantal patenten en het lage aantal publiek-private wetenschappelijke co-publicaties als zwakke punten gezien. Sterke punten zijn innovatie binnen het MKB en publieke bestedingen aan R&D gefinancierd door de private sector als percentage van het BNP23. Echter, Turkije laat op de meeste indicatoren goede groeicijfers zien
24
. Hoge groei is te zien voor
gemeenschapsmodellen, PCT octrooiaanvragen in maatschappelijke uitdagingen en afgestudeerde PhD studenten25. Ook is Turkije gecommitteerd aan het verbeteren van haar innovatiecapaciteit door de introductie van nieuw beleid en meer investeringen in R&D activiteiten. Dit wordt in hoofdstuk 5 uit de doeken gedaan.
F IGUUR 1: S TERKE EN ZWAKKE PUNTEN VAN HET T URKSE INNOVATIESYSTEEM . BRON : R ESEARCH AND I NNOVATION PERFORMANCE IN THE EU: I NNOVATION U NION PROGRESS AT COUNTRY LEVEL 2014.
IUC 2014 IUC 2014 24 Innovation Union Scorecard 2014 25 Idem 22 23
10
F IGUUR 2: T URKIJE' S WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNOLOGISCHE STERKTES . BRON : RESEARCH AND I NNOVATION PERFORMANCE IN THE EU: I NNOVATION U NION PROGRESS AT COUNTRY LEVEL 2014. Figuur 2 laat de Turkse wetenschappelijke en technologische sterktes gezien, gebaseerd op deelname aan EU Kaderprogramma’s. De Specialisation Index (SI - gebaseerd op het aantal publicaties) en de Revealed Technology Advantage (RTA – gebaseerd op het aantal octrooien) meten Turkije’s wetenschappelijke (SI) en technologische (RTA) capaciteit, vergeleken met het wereldniveau. Voor elke specialisatie staat tussen haakjes ook de groei van het aantal publicaties en het aantal patenten vermeldt. Bovenstaande figuur laat technologische sterktes zien in de bouw-, energie en automotive sector. Voor wat betreft de wetenschappelijke sterktes zijn deze agrofood (inclusief visserij), bouw, security en life sciences & health. Co-specialisatie in wetenschap en technologie kan worden gezien in agrofood, bouw en in meer of mindere mate energie26.
26
IUC 2014
11
In de Global Competitiveness Report 2014-2015 wordt Turkije omschreven als overgaand van een op efficiëntie gebaseerde economie naar een op innovatie gebaseerde economie27. Op de index neemt Turkije de 45e plaats in, waarbij overheidsbureacratie, politieke instabiliteit en het niveau van onderwijs als belemmerende factoren worden gezien. In de Global Innovation Index neemt Turkije de 54e plaats in (uit 143 landen) en dat is een verbetering ten opzichte van 2013 toen Turkije de 68e plaats innam28. Zes Turkse universiteiten hebben een plaats in de the Times Higher Education World University Rankings 2014-201529, waarbij de Middle East Technical University (METU) het hoogst scoort op plaats 85. Andere Turkse universiteiten op deze lijst zijn Boğazıcı Universiteit (139), Istanbul Technical University (165), Sabancı Universiteit (182), Bilkent Universiteit (201-225) en Koç Universiteit (301-350). In de bijlage BRICS & Emerging Economies Rankings 201530 van Times Higher Education bevinden acht Turkse universiteiten zich in de top 100, waarvan drie in de top tien. Daarmee is Turkije het land met de hoogste gemiddelde score in deze lijst. In de Shanghai Academic Ranking of World Universities komt maar één Turkse universiteit voor en dat is Istanbul Universiteit (401-500). In de QS World University Rankings bevinden zich in de top 500 5 Turkse universiteiten. Deze zijn Bilkent Universiteit, Boğazıcı Universiteit, Middle East Technical University, Koç Universiteit en Sabancı Universiteit. Global
Knowledge
Ease of Doing
Global
Global
Labour
GDP
Corruption
The
Venture
Competitivene
Economy
Business
Connectednes
Innovation
Productivity
(ranking size/
Perception
Capital
ss Index31
Index32
Index33
s Index34
Index35
Index36
per capita)37
Index 38
Private Equity
&
Country Attractiveness Index39 45
69
55
59
54
35,7
16/ $15.300
64 (175)
30 (118)
T ABEL 1: P LAATS T URKIJE OP VERSCHILLENDE INTERNATIONALE RANGLIJSTEN
3.3.2
Uitdagingen voor het Turkse innovatiebeleid
Concluderend kan gesteld worden dat Turkije op het gebied van innovatiecapaciteit nog werk aan de winkel heeft. Daarbij moet opgemerkt worden dat de Turkse regering het belang van innovatie onderkent en daarom ook sterk inzet op verbetering van het innovatievermogen van het land. Dat is onder andere te zien aan de
Global Competitiveness Report Global Innovation Index 29 http://www.timeshighereducation.co.uk/world-university-rankings/2014-15/world-ranking/ 30 http://digital.timeshighereducation.co.uk/THEBRICSSUPPLEMENT2014/html5/index.html?page=1 31 World Economic Forum “Global Competitiveness Index 2014 – 2015” 32 World Bank “Knowlegde Economy Index 2012” 33 World Bank “Doing business 2015” 34 “Global Connectedness Index 2014” DHL/ P. Ghemawat 35 “Global Innovation index 2014” Cornell University, INSEAD en WIPO 36 The Conference Board 2012 (VS av. 100) 37 CIA Factbook 2013 est. 38 Corrpution Perception Index 2014, Transparency International 39 The Venture Capital & Private Equity Country Attractiveness Index, IESE Business School and EMLYON Business School 27 28
12
stijgende R&D uitgaven, waarbij andere indicatoren die het innovatievermogen meten ook continue positieve groeicijfers laten zien. Toch zijn er specifieke uitdagingen voor het Turkse innovatiebeleid en deze zijn als volgt. 1.
Het stimuleren van commercialisatie van onderzoek dat aan universiteiten wordt uitgevoerd.
2.
Het stimuleren van innovatieve high-growth start ups.
3.
Verhogen van de innovatie- en R&D capaciteit in het MKB. MKB bedrijven vormen 99,9% van de totale bedrijvigheid in Turkije, waarbij de meeste bedrijven micro MKB bedrijven zijn. Alles bij elkaar verzorgen zij ook 78% van de werkgelegenheid.
4.
Focus op specifieke en thematische sectoren om bronnen en innovatie inspanningen te bundelen.
5.
Het vergroten van het aantal en de kwaliteit van onderzoekspersoneel.
In een recent gepubliceerd rapport van de Turkse International Investors Association (YASED) worden bovenstaande uitdagingen verdere gespecificeerd in 18 doelstellingen, die zijn samen te vatten in het verbeteren van de interactie tussen universiteiten en de private sector, het verhogen van gekwalificeerd personeel, het beter betrekken van toeleveranciers in R&D projecten uitgevoerd door grote bedrijven, het terugdringen van bureaucratie en het verbeteren van de bescherming van intellectueel eigendom40. In hoofdstuk 3 wordt gekeken of de beleidsontwikkelingen ook tegemoet komen aan deze uitdagingen.
3.4
Conclusie
Hoewel de Turkse economie de laatste 10 jaar een aanhoudende groei laat zien (hoewel in 2014 en 2015 afgezwakt), kampt de Turkse economie met structurele problemen zoals een hoog tekort op de handelsbalans en afhankelijkheid van buitenlandse geldstromen. Naast macro economische en structurele hervormingen kunnen deze problemen tegemoet worden gekomen door in te zetten op productiviteitsgroei op basis van innovatie. Dat de Turkse overheid reeds inzet op het vergroten van R&D uitgaven en het versterken van de innovatiekracht blijkt uit de stijging die het land laat zien op verschillende indicatoren. Toch zijn er nog uitdagingen die aangepakt moeten worden, wil Turkije de hoge 2023 ambities waar kunnen maken. Naast het creëren van een level playing field waarbij who knows what voorop staat in plaats van who knows who, zijn er specifieke uitdagingen op het gebied van industrie-universiteit samenwerking, kwaliteit van R&D personeel, betrekken van de waardeketen in R&D projecten en bescherming van intellectueel eigendom. In hoofdstuk 5 wordt gekeken in hoeverre het Turkse innovatiebeleid antwoorden heeft op deze uitdagingen, echter allereerst wordt een actorenoverzicht gegeven,
40
A Proposed Programme for Achieving an Outranking Turkish R&D Ecosystem, YASED, December 2014.
13
4 Institutioneel raamwerk en beleidsactoren In dit hoofdstuk komen de belangrijkste actoren op het gebied van wetenschap, technologie en innovatie aan de orde, inclusief hun onderlinge samenhang.
4.1.1
Supreme Council for Science and Technology (SCST - BTYK)
De BTYK is het hoogste orgaan op het gebied van beleidsontwikkeling aangaande wetenschap, technologie en innovatie. De BTYK identificeert, coördineert en evalueert beleid op dit gebied en heeft de volgende specifieke functies:
Het assisteren van de overheid in het determineren van lange termijn beleid op het gebied van wetenschap, technologie en innovatie.
Het identificeren van R&D doelen gerelateerd aan wetenschaps-, technologie- en innovatieterreinen.
Het identificeren van de R&D prioriteitsgebieden en het voorbereiden van gerelateerde plannen en programma’s.
In lijn met deze plannen geeft de BTYK taken aan publieke instellingen en zoekt samenwerking met de private sector.
Het voorbereiden van wetten en regels om wetenschap, technologie en innovatie te ontwikkelen en de effectiviteit daarvan te vergroten.
Het identificeren van de middelen om R&D Human Resources te ontwikkelen en efficiënt te gebruiken en tevens de uitvoering daarvan te verzekeren.
Het opzetten van procedures waaraan private R&D instellingen moeten voldoen en het evalueren van de activiteiten van deze.
Het bepalen in welke onderzoeksvelden en in welke grootte R&D investeringen gemaakt moeten worden.
Het coördineren tussen sectoren en instellingen in het programmeren en uitvoeren van het bepaalde beleid.
De BTYK komt tweemaal per jaar bij elkaar en wordt voorgezeten door de premier. De volgende instellingen zijn in de BTYK vertegenwoordigd: De ministers van Wetenschap, Industrie en Technologie, Energie en Natuurlijke Bronnen, Voedsel, Landbouw en Veeteelt, Douane en Handel, Financiën, Onderwijs, Defensie, Volksgezondheid, Bos- en Waterwerken, de president van de Raad voor het Hoger Onderwijs (YÖK), de ondersecretaris van Financiën, de ondersecretaris van het Ministerie van Economie, de ondersecretaris van het Ministerie van Ontwikkeling, de president van de Turkse Atoomenergie Autoriteit, de president en vicepresident van TÜBITAK , de voorzitter van Turkse Radio en Televisie organisatie (TRT), de president van de Turkse Vereniging van Kamers en Beurzen (TOBB) en een door de Raad voor het Hoger Onderwijs (YÖK) voorgedragen vertegenwoordiger van een universiteit. In totaal worden meer dan 100 verschillende actoren uit de publieke en private sector in de BTYK vertegenwoordigd.
14
4.1.2
De Wetenschaps-en Technologieraad (TÜBITAK)
TÜBITAK valt onder het Ministerie van Wetenschap, Technologie en Industrie. De taken van TÜBITAK komen vooral neer op het modelleren en plannen van het Turkse wetenschaps-, technologie- en innovatiebeleid. TÜBITAK fungeert ook als de secretaris van de BTYK en is verantwoordelijk voor de uitvoering van plannen en beleid op het gebied van wetenschap, technologie en innovatie. TÜBITAK is ook het nationale contactpunt (NCP) voor de onderzoeksprogramma’s (Horizon 2020, EUREKA en dergelijke) van de Europese Unie. Bovendien beheert TÜBITAK de belangrijkste subsidieprogramma’s voor onderzoek en innovatie en heeft zij enkele toonaangevende onderzoeksinstituten op het gebied van onder andere energie, voedsel, ruimtevaart en ICT. De belangrijkste subsidieprogramma’s zijn als volgt: 1515 Frontier R&D Laboratory Support Dit programma heeft als doel om buitenlandse R&D centra van multinationals aan te trekken. Bedrijven met een R&D intensiteit van meer dan 1% over een periode van minimal 3 jaar en een omzet van mininaal 2 miljard TRY kunnen in aanmerking komen voor een subsidie die 75% van de operationele kosten dekt van het opzetten van een R&D centra. 1511 R&D Projects in Priority Areas In dit subsidieprogramma worden projecten gefinancierd die binnen het Turkse topsectorenbeleid vallen end us raken aan de focussectoren. De doelgroep van dit instrument is hoofdzakelijk de private sector. 1003 Support Program for R&D Projects in Priority Areas Dit programma vertoont gelijkenis met het 1511 programma, maar is gericht op Universiteiten en kennisinstellingen. Zowel het 1511 als het 1003 programma staan open voor buitenlandse partners, mits de penvoerder een Turkse organisatie is. Andere subsidieprogramma’s zijn: International Mobility for Researchers 2221 Fellowships for visiting scientists and scientist on sabbatical 2236 Co-funded Brain Circulation Scheme 2216 Research Fellowship Program for International Researchers Intellectual Property Rights 1602 Patent Grant Program Basic Research 1001 Scientific and Technological Research Project Grant R&D Projects for Technology Development 1507 SME R&D and Innovation Grant Program 1505 University – Industry Collaboration Grant Program
15
1501 Industrial R&D Projects Grant Program
International R&D Projects 1509 International Industrial R&D. Dit programma is erop gericht om de private sector in internationale programma’s te krijgen (zoals EUREKA, Horizon 2020 en Eurostars). Nationale academische programma's 1001 - Scientific and Technological Research Projects Funding Program 1002 - Short Term R&D Funding Program 1003 - Primary Subjects R&D Funding Program 1005 - National New Ideas and Products R&D Funding Program 1007 - Public Institutions Research Funding Program 1008 - Patent Application Promotion and Funding Program 3001 - Starting R&D Projects Funding Program 3501 - Career Development Program (CAREER) 2221 - Fellowships for Visiting Scientists and Scientists on Sabbatical Leave 2236 - Co-Funded Brain Circulation Scheme (Co-Circulation Scheme) 2216 - Research Fellowship Programme for International Researchers
Nationale industriele programma's 1505 - University-Industry Collaboration Grant Programme 1514 - Venture Capital Funding Program 1511 - Research Technology Development and Innovation Projects in Priority Areas G. P. 1601 Capacity Building for Innovation and Entrepreneurship Grant Programme Scientific Meetings Grant Programmes 1512 - Entrepreneurship Multi-phase Programme 1602 - TÜBİTAK Patent Support Programme 1501 - Industrial R&D Projects Grant Programme 1513 - Technology Transfer Offices Grant Programme 1515 - Frontier R&D Laboratory Support Programme 1507 - SME RDI (Research, Development & Innovation) Grant Programme 1503 - R&D Project Brokerage Events Grant Programme T ABEL 2: D E BELANGRIJKSTE SUBSIDIEPROGRAMMA ' S VAN TÜBITAK
Naast de BTYK en TÜBITAK zijn meer actoren betrokken in het wetenschaps-, technologieën innovatieveld. De belangrijkste daarvan zijn hieronder weergegeven. Geprobeerd is om deze onder te brengen in zes functionele dynamieken waarbinnen deze actoren zich voornamelijk bewegen teneinde de actoren en hun functie beter te
16
kunnen onderscheiden. Opgemerkt moet echter worden dat veel van deze actoren zich in meerdere functionele dynamieken bewegen.
4.2
Facilitering en ondersteuning
Het Ministerie van Financiën. Dit ministerie is verantwoordelijk voor het financiële en budgettaire beleid van Turkije en heeft verschillende belastingvoordelen ingevoerd voor R&D intensieve activiteiten. Ook is dit ministerie verantwoordelijk voor de belastingvoordelen en incentives zoals die te vinden zijn in de Industrial Zones, Technology Development Zones en de Technoparks. Het Ministerie van Economie. Dit is het voormalige ondersecretariaat van Buitenlandse Handel. Het ministerie is onder andere verantwoordelijk voor het bevorderen van de buitenlandse handel en stuurt de Free Trade Zones aan. Via het TÜBITAK -TIDEB programma geeft het ministerie subsidies voor R&D en innovatieprojecten. Het Ministerie van Wetenschap, Industrie en Technologie (MoSIT). Het ministerie is verantwoordelijk voor het ontwikkelen, het implementeren en het coördineren van wetenschaps-, technologie-, en innovatiebeleid en het promoten van innovatieprojecten, activiteiten en investeringen. Ook is het ministerie verantwoordelijk voor het beheer van de Industrial Zones, Technology Development Zones en de Technoparks die ten doel hebben het concurrentievermogen van de Turkse industrie te verhogen. Tevens is het ministerie verantwoordelijk voor de accreditatie van private R&D centra (deze genieten belastngvoordelen) en beheert het financiële ondersteuningsprogramma’s voor het bedrijfsleven, zoals het Technoentrepreneurship Programme dat ten doel heeft technologisch ondernemerschap te stimuleren. Tevens stuurt het ministerie KOSGEB aan. Dit ministerie is ingesteld na de verkiezingen van juni 2011 en vervangt het oude Ministerie van Industrie en Handel. MKB ontwikkelingsorganisatie (KOSGEB). Dit instituut valt onder het ministerie van Wetenschap, Industrie en Technologie en is opgericht om steun te verlenen aan MKB bedrijven. KOSGEB doet dit in de vorm van (financiële) ondersteuningsprogramma’s, ook op het gebied van innovatie en R&D. KOSGEB geeft onder andere financiële steun aan Technology Development Centres. Dit zijn incubators die zijn opgericht in samenwerking met universiteiten en kamers van koophandel om technologie startups te ondersteunen. KOSGEB heeft 55 lokale kantoren in 44 provincies in Turkije. De activiteiten van KOSGEB zijn te verdelen in vier hoofdgroepen: 1.
Training op het gebied van ondernemerschap.
2.
Het opstarten en promoten van business incubators.
3.
Het verlenen van startkapitaal.
4.
Het belonen van excellente ondernemersplannen.
Turkey Technology Development Foundation (TTGV). Deze stichting heeft ten doel de innovatiecapaciteit van de Turkse industrie te vergroten teneinde de Turkse concurrentiepositie op de wereldmarkt te verbeteren. TTGV stelt soft loans ter beschikking voor high-tech projecten, techoparks en ondernemers werkzaam in een technische sector. Verschillende ministeries, zoals het Ministerie van Voedsel, Landbouw en Veeteelt en het Ministerie van Energie, ondersteunen R&D projecten van het bedrijfsleven via subsidies in hun respectievelijke vakgebied.
17
4.3
Kennisontwikkeling
Publieke onderzoekscentra, zoals het TÜBITAK Marmara onderzoekscentrum in Istanbul, voeren R&D en innovatieactiviteiten uit binnen een bepaald onderzoeksgebied en verspreiden de resultaten van hun onderzoeksprojecten. Er zijn momenteel 69 publieke onderzoekscentra, waarvan die van TÜBITAK verreweg het belangrijkste zijn. Later in dit rapport wordt ingegaan op de specifieke publieke onderzoekscentra en hun activiteiten. Private onderzoekscentra. Turkije telt momenteel 159 private onderzoekscentra ingesteld door private ondernemingen en multinationals. Veel van deze centra zijn gevestigd in speciale zones gevestigd vanwege de belastingvoordelen die dat met zich meebrengt. Later in dit rapport wordt ingegaan op de specifieke activiteiten van deze centra. Instellingen van het hoger onderwijs. Met name universiteiten doen veel wetenschappelijk onderzoek en academici
zijn
veelal
betrokken
bij
R&D
projecten
van
het
bedrijfsleven
vanwege
bepaalde
stimuleringsmaatregelen van de overheid. Goed aangeschreven universiteiten, die in verschillende nationale en internationale ranglijsten als beste Turkse universiteiten uit de bus komen, zijn Sabanci Universiteit, Koç Universiteit (beide Istanbul), Middle East Technical University (METU), Bilkent Universiteit (beide Ankara), Ege Universiteit, Dokuz Eylül Universiteit (beide Izmir). Technology Development Zones (TDZ) zijn speciale investeringszones voor investeringen in technologie. Deze zones worden ingesteld vlakbij universiteiten, geavanceerde technologie instellingen, R&D centra of bij Technoparks. Zij bieden de faciliteiten (academici, onderzoeksinfrastructuren, commercialisatie van innovaties enzovoort) die de op de TDZ aanwezige bedrijven kunnen gebruiken om nieuwe en geavanceerde technologieën te ontwikkelen. Veel private R&D centra zijn in dergelijke zones gevestigd vanwege de belastingvoordelen die dat met zich meebrengt. Technology Transfer Offices (TTO’s) hebben sinds 2013 een duw in de rug gekregen via het 1513 subsidieprogramma van TÜBITAK. Gekwalificeerde TTO’s krijgen voor een periode van 10 jaar elk jaar een budget van 1 mıljoen TRY, waarbij zij langs vijf lijnen activiteiten moeten ondernemen: 1.
Communicatie over (het belang van) Technology Transfer richting onderzoekers en het bedrijfsleven, koppelen van onderzoekers, studenten en bedrijven. Tevens het verzorgen van trainingen.
2.
Projectondersteuning voor wat betreft het indienen van nationale en internationale subsidievoorstellen.
3.
Projectontwikkeling met het oog op het versterken van de samenwerking tussen universiteiten en het bedrijfsleven.
4.
Management van intellectueel eigendom en licenties.
5.
Stimuleren van een cultuur van ondernemerschap op de universiteit.
Momenteel hebben 35 universiteiten in Turkije een door TÜBITAK ondersteunde Technology Transfer Office. Lokale afdelingen van Enterprise Europe Network (EEN). EEN geeft via haar lokale afdelingen onder andere steun aan bedrijven die willen innoveren en hun R&D capaciteit willen vergroten. Zij voeren innovatie assessments uit en adviseren bedrijven van welke nationale en internationale ondersteuningsprogramma’s zij gebruik kunnen maken.
18
Tevens spelen zij een belangrijke rol in het kader van kennisoverdracht tussen de landen waarin EEN actief is. Turkije kent momenteel de volgende EEN consortia:
4.4
1.
EBIC-Ege (verantwoordelijk is voor de gehele Egeïsche regio).
2.
ISTBUSINNOVA (verantwoordelijk voor Istanbul en omgeving),
3.
EMN (verantwoordelijk voor Bursa en omgeving),
4.
BBISC (verantwoordelijk voor de Zwarte Zee regio),
5.
BNS-ANATOLIA (verantwoordelijk voor Anatolië),
6.
GAPSUN (verantwoordelijk voor de GAP regio) en
7.
BSNMED (verantwoordelijk voor de regio rondom de Middellandse Zee).
Kennisverspreiding
Turks Bureau voor de Statistiek (TÜIK). Dit bureau geeft, net als het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), statistische informatie over een reeks aan onderwerpen, waaronder het bedrijfsleven, de industrie, de werkgelegenheid en over de wetenschaps-, technologie- en innovatie indicatoren. Turkse Academie voor de Wetenschap (TÜBA). Deze Academie promoot het uitvoeren van excellent wetenschappelijk onderzoek onder haar leden. Het valt onder de premier en wordt gefinancierd door de Turkse overheid. Kamers van Koophandel. De Kamers van Koophandel zijn georganiseerd in de Union of Chambers of Commerce and Industry (TOBB). Sommige van de Kamers van Koophandel zijn actief betrokken bij lokale projecten die ten doel hebben de innovatiecapaciteit van een bepaalde regio te verhogen. Zij hebben vaak een aandeel in Technoparks en incubatie centra en geven zij financiële steun aan bedrijven met R&D afdelingen. Tevens spelen zij vaak een rol in initiatieven tot het instellen van clusterorganisaties. Nationaal platform voor kennisvalorisatie (ÜSIMP). ÜSIMP is een bottum up initiatief van verschillende universiteitscentra die zich bezighouden met kennisvalorisatie. Het doel van de organisatie is om samenwerking tussen universiteiten en het bedrijfsleven in verschillende vormen te promoten en te stimuleren, bijvoorbeeld door academici te betrekken in R&D projecten uitgevoerd door het bedrijfsleven. Tevens streeft het platform ernaar om het vak van Technology Transfer Professional verder te professionaliseren door trainingen aan te bieden in samenwerking met internationale partners. ÜSIMP werkt ook nauw samen met TÜBITAK om standaarden te ontwikkelen waaraan Technology Transfer organisaties aan moeten voldoen. Technologie Platformen. Opgericht in 2007, brengen de Technologie Platformen stakeholders uit publieke, private en andere organisaties bij elkaar met betrekking tot wetenschaps-, technologie- en innovatiebeleid in het specifieke domein waarin het Platform actief is. Deze platformen vormen een belangrijk mechanisme waar de publieke en private instellingen elkaar ontmoeten en activiteiten kunnen coördineren. Momenteel zijn er technologieplatformen in de volgende sectoren: automotive, electronica, metaal, textiel, maritieme technologie, energie, farmaceutische industrie en landbouw. De platforms ontwikkelen sectorale onderzoeksagenda’s en bepalen sectoraal innovatiebeleid. Verschillende verenigingen actief in het wetenschaps-, technologie- en innovatieveld. Er zijn verschillende verenigingen die zich in meerdere of mindere mate bezighouden met onderwerpen die raken aan de wetenschap,
19
technologie en innovatie. De Turkse Vereniging voor Zakenlieden en Industriëlen (TÜSIAD) heeft bijvoorbeeld een Intellectual Property (IP) Werkgroep, waar wordt bepaald hoe de industrie het beste haar IP management kan vormgeven. Ook geeft deze organisatie de jaarlijkse Innovation Awards weg en organiseert zij de jaarlijkse Technologie Conferentie waar deze awards worden uitgereikt. De Foreign Investors Association (YASED) heeft enkele kritische rapporten geschreven over het Turkse R&D beleid, met name als het gaat om het aantrekken van buitenlandse investeringen in R&D. De Technology Management Association heeft als doelstelling meer bewustwording ten aanzien van innovatie te creeëren en te bouwen aan een cultuur van innovatie. Andere noemenswaardige verenigingen zijn de Economic Development Association (IKV), Turkish Foundation of ICT (TBV) en de Information Association of Turkey (TBD).
4.5
Ontwikkelen en uitvoeren van beleid
TÜBITAK en TARAL. TÜBITAK is verantwoordelijk voor en coördineert de Turkse onderzoeksruimte (TARAL). TARAL is opgericht in 2004 en binnen TARAL werken publieke en private instellingen samen aan R&D en innovatie met vier strategische doelstellingen als uitgangspunt: 1.
het verbeteren van de kwaliteit van leven,
2.
het vinden van innovatieve oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen,
3.
het verbeteren van de concurrentiekracht van het land,
4.
het vergroten van het bewustzijn in de maatschappij aangaande het belang van R&D en innovatie.
Het Ministerie van Ontwikkeling. Het ministerie van Ontwikkeling is de voormalige State Planning Organisation (SPO). Het ministerie is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van de vijfjaarlijkse economische en ontwikkelingsplannen van Turkije. In deze plannen zijn sectorale prioriteiten, innovatiebeleid en budgetallocaties opgenomen. Regional Development Agencies (RDA). RDA’s zijn regionale organisaties die vallen onder het ministerie van Ontwikkeling. Zij corresponderen met de NUTS-II regio’s. De taak van RDA’s is het stimuleren van de regionale economische ontwikkeling. De implementatie van deze taak verschilt echter per regio en hangt af waar een bepaalde regio behoefte aan heeft. De Izmir Development Agency (IZKA) houdt zich bijvoorbeeld bezig met het ontwikkelen van strategisch economisch beleid en ontwikkelt innovatiestrategieën voor de regio. Verschillende ministeries. Verschillende ministeries, zoals het Ministerie van Voedsel, Landbouw en Veeteelt en het Ministerie van Energie, implementeren publieke R&D programma’s, faciliteren kennisverspreiding daarover en formuleren regelgeving ten aanzien van R&D beleid op hun vakgebied.
4.6
Marktformatie
Het Nationale Metereologie Instituut (TÜBITAK-UME). Dit instituut valt onder TÜBITAK en houdt zich bezig met nationale meetstandaarden. Het instituut verzorgt ook bepaalde diensten, zoals kalibratie voor laboratoria, trainingen, advies en andere diensten die ervoor zorgen dat de kwaliteit van producten en diensten worden verhoogd.
20
Het ministerie van Wetenschap, Industrie en Technologie. Het ministerie is verantwoordelijk voor verschillende uitvoeringsorganisaties en stuurt deze aan. Voorbeelden van deze organisaties zijn TÜBITAK , het Turks Patentinstituut en het Turkse accreditatieagentschap. Het Turkse Accreditatie Agentschap (TURKAK). Dit agentschap valt onder het ministerie van Wetenschap, Industrie en Technologie en is opgezet om private en publieke instellingen te accrediteren die certificering verlenen aangaande laboratorium activiteiten, producten, diensten, systemen en/of personeel. Tevens evalueert het Agentschap dergelijke instellingen en heeft zij de bevoegdheid accreditaties eventueel in te trekken. Het Turkse Patentinstituut (TPE). Dit instituut valt onder het ministerie van Wetenschap, Industrie en Technologie en levert effectieve bescherming van patenten, trademarks, industriële ontwerpen en andere industriële eigendomsrechten. Dit instituut speelt dus een belangrijke rol bij het te gelde maken van innovaties, kennisoverdracht en het gebruiken van de resultaten van R&D inspanningen. Turks Instituut voor Standaarden (TSE). Dit instituut publiceert en controleert standaarden waaraan producten en diensten leverbaar op de Turkse markt moeten voldoen. Aanverwante zaken zijn bijvoorbeeld het geven van training en advies op dit gebied.
4.7
Ontwikkeling en mobilisatie van verschillende typen bronnen
Het Ministerie van Ontwikkeling. Onder het ministerie van Ontwikkeling vallen de Regional Development Agencies (RDA’s) die veelal verantwoordelijk zijn voor de regionale innovatiestrategieën. Deze regionale agentschappen stellen ook subsidies ter beschikking ter ontwikkeling van de regionale innovatiecapaciteit en schrijven tenders uit om bijvoorbeeld onderzoek te doen naar de huidige innovatiecapaciteit van bepaalde regio’s Het Ondersecretariaat van Financiën verantwoordelijk voor de schatkist. Deze instelling is verantwoordelijk voor het garanderen van financiële middelen voor staatsbedrijven en andere niet-commerciële staatsinstellingen die economische activiteiten willen ondernemen. Ook is het ondersecretariaat verantwoordelijk voor de economische en financiële relaties met andere landen, internationale organisaties en bepaalt het beleid op het gebied van het lenen van geld, de financiële kant van subsidieregelingen en andere zaken die met kapitaal te maken hebben. Het Ministerie van Onderwijs. Het Ministerie van Onderwijs is verantwoordelijk voor het lager onderwijs in Turkije en ontvouwt activiteiten op het gebied van Science in Society, waarbij de jeugd warm wordt gemaakt voor onderwerpen die met wetenschap, technologie en innovatie te maken hebben. Het hoger onderwijs, en dus de universiteiten, valt onder het beheer van de Raad voor het Hoger Onderwijs (YÖK, zie hieronder). De Raad voor het Hoger Onderwijs (YÖK). De Raad voor het Hoger Onderwijs is een instelling verantwoordelijk voor het hoger onderwijs. De Raad telt 21 leden. Eén derde hiervan wordt door de president van Turkije vastgesteld. Dit zijn vaak voormalige rectoren en vooraanstaande professoren. Eén derde wordt aangesteld door het kabinet en zijn hoge ambtenaren. Eén derde wordt vastgesteld door de Raad van Universiteiten en bestaat uit professoren van verschillende universiteiten. De Raad is verantwoordelijk voor de planning, coördinatie, bestuur en supervisie van het hoger onderwijs in Turkije.
21
4.8
De private sector
In 2023 moet volgens de Turkse regering 1% van het BNP aan R&D worden uitgegeven door de private sector. Momenteel worden de R&D activiteiten van de private sector met name ondersteund via wet nummer 5746, die belastingvoordelen biedt voor bedrijven die zijn gevestigd op een Technology Development Zone of die een R&D center hebben ingericht. Een R&D center komt in aanmerking voor dergelijke belastingvoordelen als daar minimaal 50 FTE aan R&D personeel werkzaam is. Momenteel zijn er 159 van dergelijke private R&D centers operationeel41 en dit zijn zowel Turkse als buitenlandse bedrijven. De sectorverdeling is als volgt: Verdeling van R&D centra in Turkije naar sector van activiteit
41
Aantal
%
Automotive bijproducten
42
26,42
Chemie
12
7,55
Software
11
6,92
Defensie
11
6,92
Automotive
11
6,92
Machinebouw
11
6,92
http://sagm.sanayi.gov.tr/Files/Documents/2014-agm-bilgi-notu-07-06-1662014150318.pdf
22
Electronica
10
6,29
Pharmaceuticals
9
5,66
Consumer durables
8
5,03
Textiel
7
4,40
ICT
7
4,40
Luchtvaart
4
2,52
Klimaatbeheersing
3
1,89
Glas- en keramiek
3
1,89
Voedsel
2
1,26
Energie
2
1,26
Finance
2
1,26
Olie en olieproducten
1
0,63
Retail
1
0,63
Logistiek
1
0,63
Leer en leerproducten
1
0,63
56% van deze bedrijven is gevestigd in de Marmara regio (Istanbul, Bursa, Kocaeli), 11% in Ankara en 13% in de Egeïsche regio (Izmir en Manisa). Voorbeelden van bedrijven die een dergelijk R&D centrum hebben, zijn Arçelik (witgoed), Tofaş (automotive), TAI (luchtvaart) en Koçsistem (ICT). Op de website van het Ministerie van Wetenschap, Technologie en Industrie is een volledige lijst te vinden van bedrijven die een R&D centrum hebben ingericht die voldoet aan de eisen van wet no. 5746. In de 2014 EU Industrial R&D Investment Scoreboard42, een lijst van de top 2500 Europese bedrijven gerangschikt naar hun industriële R&D uitgaven, komen de volgende Turkse bedrijven voor: Plaats
Naam bedrijf
1169
ASELSAN ELEKTRONIK SANAYI VE TICARET
1247
FORD OTOMOTIV
1432
TOFAS
1451
VESTEL ELEKTRONIK
2108
IPEK DOGAL ENERJI KAYNAKLARI ARASTIRMA VE URETIM
4.9
Regionale verschillen
Er zijn in Turkije drie steden en regio’s waar de Gouden Driehoek relatief goed ontwikkeld is: de driehoek Ankara, Izmir en Istanbul. Toch springt Istanbul eruit als het gaat om de kwaliteit van het externe netwerk.
42
http://iri.jrc.ec.europa.eu/scoreboard14.html
23
Istanbul telt het hoogste aantal universiteiten dat in internationale ranglijsten goed scoort. Ook zijn universiteiten uit Istanbul het beste in staat onderzoek om te zetten in innovaties en ondernemerschap, zo blijkt uit de top 10 meest ondernemende en innovatieve universiteiten in 2015, waarvan maar liefst 6 universiteiten uit Istanbul komen 43: 1.
Sabancı University
2.
Middle East Technical University
3.
Boğaziçi University
4.
Bilkent University
5.
Koç University
6.
İstanbul Technical University
7.
Özyeğin University
8.
İzmir High Technology Institute
9.
TOBB ETÜ
10.
Yıldız Technical University
De volgende cijfers geven een beeld waar de kennisconcentratie in Turkije het hoogst is. Het hoogste aantal aan R&D-personeel is in de regio Istanbul: 22.7% van al het R&D-personeel in Turkije werkt hier, gevolgd door WestAnatolië (Ankara, Konya, Karaman) met 22.2 % en Oost-Marmara (Bursa) met 15.5%. De R&D uitgaven waren het hoogst in West-Anatolië, waar 27.5% van alle R&D uitgaven naar toegingen, gevolgd door Oost-Marmara (21.3%) en Istanbul (20.3%)44. 41.6% van alle R&D uitgaven komt aldus voor rekening van de Marmara regio.
F IGUUR 3: REGIO ' S IN T URKIJE
43 44
http://www.tubitak.gov.tr/en/about-us/policies/content-entrepreneurial-and-innovative-university-index http://www.turkstat.gov.tr/PreHaberBultenleri.do?id=16163
24
56% van alle bedrijven met een door het Ministerie van Wetenschap, Technologie en Industrie geaccrediteerd R&D centrum bevindt zich in de Marmara regio. Niet alleen heeft deze regio dus de hoogste concentratie aan R&D uitvoerende bedrijven, deze bedrijven zijn ook het beste in staat deze R&D te commercialiseren via bijvoorbeeld patenten. In de tabel hieronder staat een top 5 patent aanvragende bedrijven, het bedrijf dat de meeste internationale patenten aanvraagt en de universiteit die de meeste patenten aanvraagt45. Plaats
Naam bedrijf
Indiener patentaanvraag
1
Arçelik Anonim Şirketi
2
Ford
Otomotiv
Mustafa Koç Sanayi
Mustafa Koç
Anonim Şirketi 3
Turkcell Teknoloji Araştırma
Kaan Terzioğlu
ve Geliştirme AŞ 4
Erdal Can Alkoçlar
5
Otokar
Otomotiv
Erdal Can Alkoçlar ve
Kudret Önen
Savunma Sanayi AŞ 6
Bedrijf dat de meeste internationale patenten
Arçelik Anonim Şirketi
Mustafa Koç
İstanbul Üniversitesi
Prof. Dr. Mahmut Ak
aanvraagt 7
Universiteit
die
de
meeste
patenten
aanvraagt
Ook bevinden zich vrijwel de meeste TÜBITAK onderzoeksinstituten zich in de Marmara regio. Ook grote overheidsinvesteringen in R&D infrastructuur, zoals Istanbul Teknopark en het geplande Science & IT Valley, bevinden zich allemaal in de regio Marmara46. Science & IT Valley is een project waar een terrein van 1,25 miljoen vierkante meter wordt ontwikkeld voor R&D kantoren. De reden dat het in de Marmara regio wordt ontwikkeld, is omdat 87 van de 500 grootste Turkse bedrijven zich in deze regio bevinden. Ook telt de regio 37 industriële zones, 14 universiteiten, de meeste TÜBITAK onderzoeksfaciliteiten en andere organisaties zoals TSE 47. In Ankara en Izmir zijn er soortgelijke constructies, maar erg sectorspecifiek. Izmir richt zich met name op de Life Science & Health sector en Ankara met name op de defensiesector (die niet eenvoudig te penetreren is). In Istanbul zijn aanknopingspunten voor de topsectoren energie, (agro)food, water, high tech systems & materials, creatieve industrie, chemie en life science & health. Daarnaast heeft Istanbul ook aanknopingspunten voor de doorsnijdende thema’s ICT (bijvoorbeeld het big data & finance technopark van Boğazıcı Universiteit) en nanotechnologie (bijvoorbeeld het nanotechnologie research centrum SUNUM van Sabancı Universiteit).
http://sanayi.gov.tr/NewsDetails.aspx?newsID=17536&lng=tr http://www.sanayi.gov.tr/NewsDetails.aspx?newsID=17943&lng=tr 47 http://www.sanayi.gov.tr/NewsDetails.aspx?newsID=17943&lng=tr 45 46
25
4.10 Conclusie De conclusie kan hier vrij kort zijn: de institutionele structuur teneinde innovatie en investeringen in R&D te faciliteren heeft zich de laatste 10 jaar in Turkije enorm ontwikkeld, waarbij zowel de overheid, de universiteiten en de private sector op het eerste gezicht een rol spelen, met name in de regio rondom Istanbul. De gouden driehoek lijkt dus als samenwerkingsvorm gekozen te worden. Toch moet hier gehoed worden voor een al te groot optimisme. Ter illustratie: de oudste TÜBİTAK 1513 Technology Transfer Offices zijn pas sinds begin 2013 actief en er kan nog geen uitspraak gedaan worden over de effectiviteit van hun functioneren, met name als het gaat om kennisvalorisatie. Eén van de doelstellingen van TTOs is bijvoorbeeld het vergroten van het aantal patentaanvragen. Dat zegt echter nog niets over de bruikbaarheid en/of economische waarde van deze patenten. Ook moet bekeken worden wat de rol is van de industrie in vraagstellingen van onderzoeksprojecten en programma’s. Daar samenwerking binnen de gouden driehoek vooral een kwestie van cultuur is, moet het Turkse systeem in de praktijk nog bewijzen welke economische waarde het kan bereiken. In het volgende hoofdstuk wordt een blik geworpen op het specifieke innovatiebeleid dat Turkije voert.
26
5 Naar een focus op R&D en innovatie Sinds de instelling van de Turkse republiek in 1923, kende de Turkse economie vijf groeicycli. Het begin en het eind van elke groeicycli gingen gepaard met politieke en/of economische crisissituaties. De eerste cyclus komt min of meer neer op de periode vanaf de oprichting van de Republiek van Turkije tot aan de Tweede Wereldoorlog. De Turkse overheid koos in de vroege jaren een vrijemarktbenadering, maar ging over op een door de staat gestuurde economie na de economische crisis van 1929. Het beleidsdoel was om een aantal hoofd industrieën in te stellen (textiel, voedsel, chemie en light engineering). Deze periode werd gekarakteriseerd door hoge, maar fluctuerende groei. Hoewel landbouw nog steeds de voornaamste economische activiteit bleef, steeg het aandeel van de industrie langzamerhand 48. De periode van de Tweede Wereldoorlog tot aan de jaren 60 werd gekarakteriseerd door een transitie van een eenpartijstelsel naar een meerpartijenstelsel. Dit ging tegelijkertijd gepaard met een geleidelijke opening van de economie naar de wereldmarkt. In deze jaren investeerde de overheid vooral in de infrastructuur (wegen, havens en energie) en het aandeel van de industrie in het BNP steeg geleidelijk. In 1960 werd de State Planning Organization (SPO) opgericht met als doel vijfjarenplannen voor de economie te ontwikkelen. De grondwet van 1961 benaderde planning als een belangrijk middel voor economische ontwikkeling. 1963 zag de oprichting van de Scientific and Technical Research Council (TÜBITAK ). De taak van TÜBITAK was om beleid op het gebied van wetenschap en technologie te ontwikkelen in lijn met de vijfjarenplannen en om onderzoek te ondersteunen en verrichten. De tweede en derde vijfjarenplannen benadrukten het belang van technologische ontwikkeling en technology transfer als stuwers van economische groei. Het concept van “beleid op het gebied van technologie” werd geïntroduceerd in het vierde vijfjarenplan (1979–1983), waardoor TÜBITAK zich meer richtte op wetenschappelijk onderzoek dan op technologische ontwikkeling 49. De staat speelde een actieve rol in het ontwikkelen van een aantal industrieën die halffabricaten, machines en materialen produceerden via ondernemingen die eigendom van de staat waren. De groei van het BNP was in die tijd ongeveer 3 à 4 procent op jaarbasis. Deze groei was echter niet vol te houden door onder andere de twee oliecrises. Na de economische crisis van 1979–1980 kondigde de overheid, op dat moment geleid door het leger, in samenwerking met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) een hervormings- en stabilisatieplan aan. In dit plan werd de dominantie van de staat in de economie langzaam afgebouwd en werd een door export gedreven groeistrategie voorgestaan. Het importbeleid werd ook op de schop genomen, wat uiteindelijk culmineerde in het tekenen van douane-unie met de EU in 1995. Zoals ook beschreven in de vorige sectie, namen buitenlandse investeringen enorm toe in de jaren 80 en 90. De manufacturing industry was de voornaamste motor van de exportgroei. Echter, de economie was niet stabiel en er waren drie economische crises in de jaren 90, waarvan de crisis in 2001 de meest serieuze was 50.
Korea Development Institute. Models for National Technology and Innovation Capacity Development in Turkey. Republic of Korea: Ministry of Strategy and Finance, 2009. 49 Idem. 50 Idem. 48
27
In deze periode waren er een aantal initiatieven op het gebied van het ontwikkelen van beleid met betrekking tot wetenschap en technologie, maar het stond niet op de politieke agenda. De SPO en TÜBITAK ontwikkelden een plan, genaamd Turkish Science Policy: 1983–2003, dat ambitieuze doelen stelde op het gebied van wetenschapsen technologieontwikkeling. Ook stelde het plan voor om een nieuw orgaan op te richten: de Supreme Council for Science and Technology (BTYK), voorgezeten door de premier. De BTYK zou beleid op het gebied van wetenschap en technologie ontwikkelen, coördineren en uitvoeren en zou tweejaarlijks bijeenkomen. Het plan werd echter door de overheid genegeerd en de BTYK kwam pas in 1989 bijeen voor de allereerste ontmoeting
51.
De BTYK had zijn tweede vergadering in 1993 en presenteerde daar een nieuw beleidsplan genaamd Turkish Science Policy: 1993–2003 dat de basis legde voor het wetenschaps- en technologiebeleid van de jaren 90. Dit plan, gezamenlijk met het zevende vijfjarenplan, stelde dat het voornaamste doel van het wetenschaps- en technologiebeleid van Turkije het instellen van een goed functionerend nationaal innovatiesysteem (NIS) zou moeten zijn. Hoewel de economische situatie in die tijd verre van stabiel was en niet geschikt voor lange termijn investeringen, introduceerde de overheid enkele middelen ter ondersteuning van R&D investeringen en een aantal programma’s, echter zonder enige coherentie 52. In de jaren daarna werden echter grote stappen gemaakt, die in de volgende sectie uiteen worden gezet.
5.1 5.1.1
De fundamenten van het Turkse innovatiebeleid Vijfjarenplannen
Zoals in het vorige hoofdstuk bleek, vormen de vijfjarenplannen de basis van het economische beleid van Turkije. In het negende en tiende vijfjarenplan, opgesteld door het Ministerie van Ontwikkeling, wordt aandacht besteedt aan de ontwikkeling van innovatie ten behoeve van een houdbare economische ontwikkeling. Het negende vijfjarenplan liep van 2007 tot en met 201353 en benadrukte de belangrijkste doelstelling van wetenschaps- en technologiebeleid: het ontwikkelen van de innovatiecapaciteit van de private sector. R&D activiteiten moeten concrete innovaties produceren en moeten marktgeoriënteerd zijn ten behoeve van het verbeteren van de marktpositie van de private sector. Specifieke aandacht wordt geschonken aan het ontwikkelen van durfkapitaal en aanverwante instrumenten om ondernemerschap te bevorderen en om plannen daadwerkelijk om te zetten in concrete innovaties54. Specifieke aandacht wordt geschonken aan het vergroten van de R&D capaciteit in de gebieden life sciences, material sciences, aerospace, ICT, defensie en nanotechnologie. Dit gebeurt door het instellen van thematische onderzoekscentra (108 gerealiseerd en 65 onder constructie) en het openen van centrale laboratoria op universiteiten (20 gerealiseerd en 62 onder constructie)55. Het tiende vijfjarenplan dat loopt van 2014 tot en met 2018, stelt nog concretere doelen aangaande R&D en innovatie. Zo moet GERD ın 2018 1.80% zijn (in 2013 0.92%), waarvan 60% uit de private sector moet komen. Ook moeten er 220000 FTE aan R&D personeel (waarvan 60% werkzaam in de private sector) en 176000 onderzoekers werkzaam zijn. De voornaamste doelstelling van R&D en innovatie beleid is nog steeds het vergroten van R&D en
Idem. Idem. 53 Dit vijfjarenplan besloeg dus niet vijf jaar, maar liep in pas met de EU begrotingsperiode. 54 http://www.mod.gov.tr/Lists/DevelopmentPlans/Attachments/1/Ninth%20Development%20Plan%202007-2013.pdf 55 http://www.mod.gov.tr/Lists/DevelopmentPlans/Attachments/5/The%20Tenth%20Development%20Plan%20(2014-2018).pdf 51 52
28
innovatieactiviteiten met het oog op het verbeteren van de concurrentiepositie van de private sector. De focus ligt dus op het commercialiseren van R&D activiteiten, waarvoor de overheid de randvoorwaarden moet scheppen door het bouwen van een op innovatie gebaseerd ecosysteem waarbinnen high tech producten met een hoge merkwaarde ontwikkeld worden die wereldwijd kunnen concurreren 56 . Om dit te bereiken worden verschillende maatregelen voorgesteld57:
Onderzoekscentra binnen universiteiten worden verder geprofessionaliseerd en moeten in sterke samenhang met de private sector opereren.
Er worden nieuwe R&D en innovatieprogramma’s ontwikkeld met een focus op het verbeteren van de internationale concurrentiepositie van het hoogtechnologische bedrijfsleven.
Nationale
en
regionale
innovatie
ecosystemen
moeten
in
clusterverband
en
gericht
op
ondernemerschap opereren.
De coördinatie van bestaande R&D ondersteuningsprogramma’s alsmede de effectiviteit ervan wordt geëvalueerd en waar nodig aangepast om een focus op commercialisatie en ondernemerschap te verzekeren.
Vooral in de energie- en maakindustrie wordt R&D gericht op het ontwikkelen van clean technologies met een hoge toegevoegde waarde ondersteund.
De structuur en werkwijze van Technology Development Zones wordt verbeterd met het oog op het stimuleren van samenwerking tussen universiteiten en industrie, gezamenlijke R&D activiteiten van bedrijven en innovatief ondernemerschap.
Onderzoekscentra, incubators, technology transfer offices en Technology Development Zones worden gestimuleerd zich te specialiseren in specifieke gebieden en op basis daarvan met elkaar samen te werken. Clustervorming wordt daarbij gestimuleerd.
Samenwerking tussen universiteiten en de industrie wordt gestimuleerd, waarbij R&D activiteiten en ondernemerschap door academici en studenten ook een plaats krijgen in het geherstructureerde hoger onderwijs systeem.
Er komen meer kwalitatief goede onderzoekers. Belastingvoordelen voor onderzoekers in private dienst worden gecontinueerd. Ook wordt de ontwikkeling van goede onderzoekers in fundamentele en sociale wetenschappen gestimuleerd.
Publieke aanbestedingsprocedures worden herzien om innovatie, lokale productie, aandacht voor het milieu, kennisoverdracht en ondernemerschap te stimuleren.
Regionale en wereldwijde samenwerking in R&D activiteiten moet verder worden ontwikkeld, waarbij deze samenwerking gericht moet zijn op het ontwikkelen van belangrijke technologie met het oog op het verbeteren van de internationale concurrentiepositie.
5.1.2
Vision 2023
Het strategisch beleidsplan dat ten grondslag ligt aan alle implementatieplannen met betrekking tot wetenschap, technologie en innovatiebeleid, is het Vision 2023: Science and Technology Strategies document. In 2001, na een
56 57
Idem Idem
29
beslissing door de BTYK, lanceerde TÜBITAK een project genaamd Vision 2023 dat de volgende vijf doelstellingen formuleerde: 1.
Het bouwen van een visie op het gebied van S&T beleid voor Turkije.
2.
Het bepalen van strategische prioriteitsgebieden op het gebied van technologie en R&D.
3.
Het formuleren van wetenschap, technologie en innovatiebeleid voor de komende 20 jaar.
4.
Het betrekken van een breed spectrum aan stakeholders in dit proces.
5.
Het creëren van bewustzijn voor het belang van wetenschap, technologie en innovatie voor de sociale en economische ontwikkeling van het land.
Het document bevatte ook een technology foresight project, dat als doel had te identificeren welke terreinen prioriteit zouden moeten nemen en hoe deze verbonden zouden moeten zijn met socio-economische doelstellingen. Dit project is met een brede selectie aan stakeholders uit de publieke, private en onderzoekssector uitgevoerd, waarbij gekeken werd naar de maatschappelijke uitdagingen waarvoor Turkije zich gesteld zag, internationale ontwikkelingen, Turkije’s eigen capaciteit en strategische overwegingen. De algemene doelstellingen werden als volgt geformuleerd: Beleidsdoel
Implementatie
Het bereiken van een concurrentievoordeel in
Innovatieve productieprocessen,
industriële productie
kennisintensieve en hoogwaardige producten die centraal staan aan de productiecapaciteit, het bereiken van vooruitgang
in
ruimtevaarttechnologie,
materiaaltechnologieën en landbouwproductie Het bereiken van vooruitgang in levenskwaliteit
Voedselveiligheid,
innovatieve
technologieën
in
de
gezondheidszorg en life sciences, gezonde en milieuvriendelijke stedelijke infrastructuur, transportsystemen klaar voor de volgende generatie Het bereiken van duurzame groei
Vergroten van het aandeel van technologie op het gebied van nieuwe energy en milieu, inclusief het efficiënt gebruiken van natuurlijke bronnen
Het creëren van een op kennis gebaseerde
Het onderzoeken van technologie dat een dynamische en
samenleving
een op kennis gebaseerde samenleving dichterbij brengt
T ABEL 3: D OELSTELLINGEN V ISION 2023. Daarnaast werden acht terreinen geïdentificeerd die als prioriteit zouden moeten gelden om de bovenstaande doelstellingen te kunnen bereiken. Deze zijn als volgt: 1.
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
2.
Bio- en gentechnologie.
3.
Energie- en milieutechnologie.
4.
Materiaaltechnologie.
5.
Mechatronica.
30
6.
Nanotechnologie.
7.
Designtechnologie.
8.
Technologie op het gebied van productieprocessen.
Voor elk van deze terreinen zijn Technology Roadmaps opgezet, die echter niet openbaar zijn. Wel is uit de callbased subsidieprogramma’s van TÜBITAK af te leiden wat precies de vragen zijn die om technologische oplossinge vragen. 58 De BTYK formuleerde de prioriteitsgebieden op het gebied van technologische ontwikkeling zoals gesuggereerd in het Vision 2023 document en verzocht publieke instellingen (inclusief universiteiten) dit in hun eigen onderzoeksprogramma’s mee te nemen 59. Ook voorzag het Vision 2023 document de instelling van de Turkish Research Area (TARAL), welke in 2004 werd geïntroduceerd. Hierdoor werden publieke, private instellingen en NGO’s gemobiliseerd om hun R&D en innovatie inspanningen te bundelen en een gezamenlijke focus aan te brengen. TARAL heeft een viertal doelstellingen: 1.
Het vergroten van de levenskwaliteit.
2.
Het vinden van innovatieve oplossingen voor de behoeftes van de samenleving.
3.
Het vergroten van het concurrentievermogen van het land.
4.
Het bewaren en verspreiden van kennis en begrip over wetenschap, technologie en innovatie in de samenleving.
Concrete doelstellingen die de strategie stelt, zijn:
Het bereiken van 3% BNP aan R&D uitgaven in 2023, waarvan 1% door de private sector wordt opgebracht.
Het verhogen van het aantal FTE onderzoekers naar 300.000.
Het verhogen van het aantal FTE onderzoekers werkzaam in de private sector naar 180.000.
Het Vision 2023 document wordt verder uitgewerkt en geoperationaliseerd in meer specifieke plannen en rapporten, waarvan de de 2011–2016 Nationale Wetenschaps-, Technologie en Innovatiestrategie de meest actuele is en die in de volgende sectie behandeld wordt.
5.1.3
De 2011–2016 Nationale Wetenschaps-, Technologie en Innovatiestrategie
De strategie focust zich vooral op de ontwikkeling van de human resources voor de wetenschap, technologie en innovatie, het commercialiseren van onderzoeksresultaten, het verbeteren van interdisciplinaire samenwerking in onderzoeksprojecten, het benadrukken van de rol van het MKB, R&D infrastructuren en internationale samenwerkingen. Daarnaast identificeert de strategie de economische sectoren waarop Turkije zich op zou moeten richten. Deze zijn de automotive sector, machinebouw en productietechnologiën, ICT, energie, water, voedsel, veiligheid, LSH en ruimtevaart. Hoewel Turkije zich volgens deze strategie op deze sectoren zou moeten richten, sluit de strategie bottom-up initiatieven niet uit. Hieronder volgt een overzicht met de belangrijkste doelstellingen van de 2011–2016 Nationale Wetenschaps-, Technologie en Innovatiestrategie: 1.
Het vergroten van het op R&D en innovatie gebaseerde economische aandeel van sectoren met een hoge R&D en innovatiecapaciteit.
58 59
Gesprek Siir Kalkış Idem.
31
2.
Het accelereren van de R&D en innovatie capaciteit in vraag gestuurde economische sectoren.
3.
Het verbeteren van bestaande ondersteuningsprogramma’s ter ondersteuning van bottum up initiatieven.
4.
Het ondersteunen van onderzoeksprojecten gericht op nieuwe technologieën.
5.
Het creëren van economische waarde door de ontwikkeling van nieuwe producten, processen en diensten.
6.
Het vergroten van intersectorale en interdisciplinaire samenwerking in R&D en innovatie.
7.
Het vergroten van het aandeel van het MKB in R&D en innovatie.
8.
Het continueren van bestaande en ontwikkeling van nieuwe onderzoeksinfrastructuren.
Naast de hier bovenstaande doelstellingen, heeft de BTYK in haar bijeenkomst van december 2011 nog een aantal extra doelstellingen bepaald. Deze zijn als volgt: 1.
De instelling van een Coordinatieraad om de integriteit, coherentie en resultaatgerichte aanpak van ondersteuningsmechanismen voor R&D, innovatie en ondernemerschap te waarborgen.
2.
Het ontwikkelen van beleidsinstrumenten om het aantal op R&D gebaseerde ondernemingen te vergroten en te activeren.
3.
Het ontwikkelen van beleidsinstrumenten om innovatie en ondernemerschap op universiteiten te vergroten.
4.
Het stimuleren van een cultuur van ondernemerschap.
5.
Het verbeteren van aanbestedingstrajecten door het opnemen van aspecten van innovatie en kennisoverdracht in deze trajecten.
6.
Het promoten van wetenschapscentra.
7.
Het ontwikkelen van beleidsinstrumenten om het aantal octrooiaanvragen van Turkse bodem te vergroten.
In de 24ste bijeenkomst van de BTYK zijn maatregelen genomen die ten doel hadden de kwaliteit van het (hoger) onderwijs te verbeteren. De 25ste bijeenkomst was met name gericht op het verbeteren van de e-overheid structuur en tevens werd tijdens deze bijeenkomst de LSH sector als extra prioriteitssector toegevoegd aan de andere acht prioriteitsgebieden60. De 26ste bijeenkomst richtte zich met name op plannen ter ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen. De 27ste bijeenkomst focuste zich op mechanismen om buitenlandse hightech bedrijven alsmede R&D laboratoria naar Turkije te halen en op de ontwikkeling van capaciteit op het terrein van biotechnologie. De 28ste bijeenkomst (en laatste) resulteerde in ondersteuningsmechanismen voor universiteiten om gespecialiseerde R&D strategieën op te stellen ten behoeve van smart specialisation. Universiteiten met een dergelijke strategie kunnen gebruik maken van het nieuwe TÜBITAK 1004 subsidieinstrument, dat beoogt research centres of excellence in te richten.
Institutional Environment, Economic Performance and Innovation in Turkey, Erkan Erdil and Teoman Pamukçu, Science and Technology Policies Research Center (METU-TEKPOL), June 2013 60
32
Resultaatgerichte aanpak op terreinen met een sterke R&D en innovatiecapaciteit Automotive Machinebouw ICT
Vraag gestuurde aanpak op terreinen waar versnelling noodzakelijk is Defensie Ruimtevaart Energie Water Voedsel LSH
Bottom-up aanpak, inclusief fundamenteel, toegepast en grensverleggend onderzoek
Ontwikkeling van Human Resources voor wetenschap, technologie en innovatie Mobilisatie van human capital door een strategische aanpak Stimuleren van het commercialiseren van onderzoeksresultaten naar producten en diensten Onderzoeksresultaten creëren economische waarde door nieuwe producten, diensten en processen Verspreiden van een multi-actor, multi-disciplinaire samenwerkingscultuur binnen R&D projecten Focus op cross-sectorale en interdisciplinaire activiteiten Versterken van de rol van het MKB in het nationale innovatiesysteem Om MKB bedrijven als R&D en innovatieactoren in het systeem te integreren Meer contributie van R&D infrastructuren aan TARAL teneinde nieuwe kennis te creëren Zodat bestaande en nieuwe onderzoeksinfrastructuren een basis vormen voor een strategische aanpak Activeren van internationale R&D samenwerking in het belang van Turkije Internationale samenwerking moet bijdragen aan de strategische aanpak
T ABEL 4: S TRATEGISCH RAAMWERK VAN DE 2011–2016 N ATIONALE W ETENSCHAPS -, T ECHNOLOGIE EN I NNOVATIESTRATEGIE . B RON : TÜBITAK
5.1.4
2011–2016 Human Resources Strategie en Actieplan voor de Wetenschap en Technologie
Zoals in de 2011–2016 Nationale Wetenschaps-, Technologie en Innovatiestrategie wordt uiteengezet, vormt de mobilisatie van voldoende en goed gekwalificeerd personeel voor beroepen met een hoog R&D en innovatiegehalte een belangrijke doelstelling. Deze doelstelling is daarom apart uitgewerkt in de 2011–2016 Human Resources Strategie en Actieplan voor de Wetenschap en Technologie. De belangrijkste doelstellingen uit dit plan zijn als volgt:
Vergroten van de Human Resources(HR) werkzaam in de wetenschap en technologie en het verbeteren van HR verdeling over verschillende economische sectoren.
Ontwikkelen van een onderzoekscultuur en het verbeteren van de vaardigheden en ervaring van onderzoekers.
Verbeteren van de werkomgeving van personeel werkzaam in de wetenschap en technologie.
Vergroten van de circulatie van onderzoekers.
Stimuleren om capabel R&D personeel aan te nemen.
33
De BTYK heeft in één van haar laatste bijeenkomst een aantal maatregelen genomen die bovenstaande doelstellingen mede vorm geven61. Zo moeten meer studenten een deel van hun studie in het buitenland kunnen volgen, worden er maatregelen genomen om het niveau van de Engelse taalbeheersing op universiteiten te vergroten, moeten opleidingsprogramma’s van universiteiten digitaal beschikbaar komen en moeten er wetenschapsbeurzen georganiseerd worden voor lagere en middelbare scholieren.
5.1.5
Aanvullende beleidsdocumenten
De hierboven behandelde beleidsplannen plus de uitkomsten van de halfjaarlijkse bijeenkomsten van de BTYK vormen de voornaamste bronnen om de strategie omtrent wetenschaps-, technologie en innovatiebeleid evenals concrete beleidsmaatregelen te vernemen. Naast deze plannen zijn er specifieke R&D strategieën voor de water, voedsel en energie sector opgesteld en worden door de zogenaamde Regional Development Agencies (RDA’s) regionale innovatiestrategieën opgesteld. Ook is het Ministerie van Wetenschap, Industry en Technologie begonnen met een op evaluatie gebaseerde aanpak door middel van het opstellen van performance indices en impact assessments. Deze is inmiddels afgerond voor wat betreft de Technology Development Zones62.
5.2
Conclusie
Het Turkse beleid komt op het eerste gezicht erg overeen met het Nederlandse topsectorenbeleid: een sectorspecifiek beleid, waarin de gouden driehoek wordt verenigd en dat is gericht op commercialisatie van onderzoek en ontwikkeling. Er is daarbij minder aandacht voor fundamenteel onderzoek. De gekozen sectoren waarop Turkije zich richt, sluiten goed aan bij de Nederlandse topsectoren. Sectoren zoals Automotive, ICT, Machinebouw, Agrofood, Health, Water en Energie komen ook terug in de Nederlandse topsectoren. Er wordt ook gekozen voor toepassingsgericht onderzoek: de overduidelijke doelstelling van het beleid is de ontwikkeling van innovatieve producten die ter export kunnen worden aangeboden. Het beleid is nog wel erg inputgericht. Er wordt geïnvesteerd in infrastructuur, human capital en ondersteuning, maar de resultaten (in de vorm van patenten, ontwikkelde high tech producten, aansprekende start ups) laten nog op zich wachten. Bovendie moet bezien worden of de samenwerking in de Gouden Driehoek wel effectief is: wat is bijvoorbeeld de rol van de industrie in vraagstellingen die ten grondslag liggen aan onderzoeksprojectenen programma’s. Dat is ook logisch, omdat de Turkse initiatieven nog relatief jong zijn en investeringen in R&D en innovatie hebben tijd nodig.
61 62
Idem. IUC 2014
34
6 Turks – Nederlandse samenwerking in de EU kaderprogramma’s 6.1
KP7
Samenwerking in het KP7 programma geeft een beeld van de belangrijkste samenwerkingspartners aan Nederlandse en Turkse zijde en op welke onderwerpen deze samenwerking plaatsvond. Tijdens het KP7 programma hebben de Turkse partijen in 979 projecten deelgenomen waarvan 294 met een Nederlandse deelnemer. Onderstaande tabellen en grafieken geven een eerste inzicht in de aard en waarde van deze samenwerkingen. Thema
Aantal projecten Samenwerking
Geen
Geheel
NL
samenwerking
KP7
NL Health (HEALTH)
18
14
32
Food, Agriculture, and Biotechnology (KBBE)
45
28
73
Information and Communication Technologies (ICT)
26
51
77
14
34
48
Energy (ENERGY)
13
10
23
Environment (including Climate Change) (ENV)
29
22
51
Transport (including Aeronautics) (TPT)
26
20
46
Socio-economic sciences and Humanities (SSH)
15
24
39
Space (SPA)
4
8
12
Security (SEC)
14
13
27
General Activities (Annex IV) (GA)
1
2
3
Joint Technology Initiatives (Annex IV-SP1) (SP1-JTI)
2
7
9
European Research Council (ERC)
0
8
8
Marie-Curie Actions (PEOPLE)
14
263
277
Research Infrastructures (INFRA)
26
12
38
Research for the benefit of SMEs (SME)
24
112
136
Regions of Knowledge (REGIONS)
2
6
8
Research Potential (REGPOT)
0
13
13
Science in Society (SiS)
15
12
27
Coherent development of research policies (COH)
0
2
2
Activities of International Cooperation (INCO)
6
24
30
Eindtotaal
294
685
979
Nanosciences,
Nanotechnologies,
Materials
and
new
Production Technologies (NMP)
Bovenstaande lijst wordt hierna in grafiekvorm gepresenteerd:
35
Alle projecten met Turkse deelnemers in KP7 300 250 200 150 100 50 0
Zonder NL Met NL
De Turkse partijen hebben het meest deelgenomen aan projecten binnen de thema’s PEOPLE (uitwisseling stafleden universiteiten) en SME (midden-kleinbedrijf). Met betrekking tot samenwerking met Nederland is er het vaakst samengewerkt binnen de thema’s KBBE (biotech), ENV (environment), TPT (Transport) en INFRA (infrastructuur). Voor heel KP7 volgt hierna de top 20 voor de Turkse deelnemers inclusief het aantal deelnames en het totaal ontvangen budget: Top 20 Turkse deelnemers voor heel KP7
Aantal
Totaal
deelnames
ontvangen middelen
1
TURKIYE BILIMSEL VE TEKNOLOJIK ARASTIRMA KURUMU
165
25.148.126
2
MIDDLE EAST TECHNICAL UNIVERSITY
83
16.025.068
3
KOC UNIVERSITY
58
14.650.154
4
Sabanci University
49
6.486.587
5
BOGAZICI UNIVERSITESI
47
8.752.356
6
Bilkent Üniversitesi
45
12.253.073
7
ISTANBUL TEKNIK UNIVERSITESI
43
6.330.931
8
HACETTEPE UNIVERSITESI
25
3.618.800
9
EGE UNIVERSITESI
19
1.697.966
10
OZYEGIN UNIVERSITESI
18
2.832.629
11
MINISTRY OF FOOD AGRICULTURE AND LIVESTOCK
18
1.255.886
12
DOKUZ EYLUL UNIVERSITESI
14
3.135.629
13
IZMIR INSTITUTE OF TECHNOLOGY
13
1.585.607
14
ANKARA UNIVERSITESI
12
1.742.546
15
ARCELIK A.S.
12
1.915.128
16
ISTANBUL UNIVERSITESI
11
1.745.701
17
ATARD SAVUNMA VE HAVACILIK SANAYI ILERI TEKNOLOJI UYGULAMALARI
10
1.582.404
ARASTIRMA VE GELISTIRME A.S.
36
18
SRDC YAZILIM ARASTIRMA VE GELISTIRME VE DANISMANLIK TICARET LIMITED
9
3.907.392
SIRKETI 19
ASELSAN Elektronik Sanayi ve Ticaret A.S.
9
2.167.519
20
YEDITEPE UNIVERSITY VAKIF
9
2.115.525
Met betrekking tot de samenwerking binnen KP7 tussen Nederland en Turkije volgt hierna een top 15 van Turkse partijen met aantal deelnames en totaal ontvangen budget: Top 15 TR-deelnemers (samenwerking met NL) KP7
Aantal
Totaal
deelnames
ontvangen middelen
1
TURKIYE BILIMSEL VE TEKNOLOJIK ARASTIRMA KURUMU
80
7.199.332
2
MIDDLE EAST TECHNICAL UNIVERSITY
26
3.825.643
3
ISTANBUL TEKNIK UNIVERSITESI
15
2.712.712
4
HACETTEPE UNIVERSITESI
14
2.165.392
5
MINISTRY OF FOOD AGRICULTURE AND LIVESTOCK
13
729.098
6
Sabanci University
10
2.499.227
7
BOGAZICI UNIVERSITESI
10
1.504.096
8
KOC UNIVERSITY
9
1.635.169
9
TUSAS-TURK HAVACILIK VE UZAY SANAYII AS
7
2.064.927
10
ARCELIK A.S.
6
929.679
11
DOKUZ EYLUL UNIVERSITESI
6
829.706
12
EGE UNIVERSITESI
6
332.101
13
ANKARA UNIVERSITESI
4
1.119.510
14
Bilkent Üniversitesi
4
815.769
15
ASELSAN Elektronik Sanayi ve Ticaret A.S.
4
664.060
Onderstaande lijst bevat de top 15 Nederlandse deelnemers aan een KP7-project met een Turkse partij. Top 15 NL-deelnemers (samenwerking met TR) KP7
Aantal
Totaal
deelnames
ontvangen middelen
1
MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN
43
4.183.294
2
STICHTING DIENST LANDBOUWKUNDIG ONDERZOEK
36
12.025.534
3
TNO
31
9.786.999
4
TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT
13
5.586.966
5
UNIVERSITEIT UTRECHT
12
6.343.577
6
WAGENINGEN UNIVERSITY
12
5.499.252
7
STICHTING NATIONAAL LUCHT- EN RUIMTEVAARTLABORATORIUM
11
9.634.332
8
UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
11
4.582.834
37
9
NEDERLANDSE ORGANISATIE VOOR WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
10
1.675.024
10
VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM
9
440.266
11
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN
9
1.800.899
12
KNAW
8
1.074.425
13
UNIVERSITEIT TWENTE
8
1.189.398
14
VUMC
8
2.781.073
15
UNIVERSITEIT MAASTRICHT
7
3.895.080
Met betrekking tot de projecten waarin samenwerking is geweest tussen Nederlandse en Turkse partijen, hebben de Turkse deelnemers in totaal € 46,1 mln. aan middelen ontvangen. Voor heel KP7 bedroeg dat € 188,8 mln. Hierna volgen 2 grafieken die een verdeling geven per organisatietype. Deze gegevens hebben alleen betrekking op projecten met zowel Nederlandse- als Turkse partijen.
6.2 Horizon 2020 De gegevens hebben betrekking op het H2020 programma63. Tot nu toe hebben de Turkse partijen binnen het H2020 programma in 82 projecten deelgenomen waarvan 34 met een Nederlandse deelnemer. Aantal projecten Thema
Samenwerking
Geen
Geheel
NL
samenwerking
H2020
NL
63
European Research Council (ERC)
0
3
3
Future and Emerging Technologies (FET)
2
0
2
Marie Sklodowska-Curie actions (MSCA)
3
17
20
Research infrastructures (INFRA)
4
0
4
Information and Communication Technologies (ICT)
4
2
6
Advanced manufacturing and processing (ADVMANU)
2
1
3
Voorstellendatabase versie 05032015
38
Space
1
2
3
Innovation in SMEs (SME)
0
2
2
Health, demographic change and wellbeing (HEALTH)
3
1
4
Food security, sustainable agriculture and forestry, marine and
3
1
4
Secure, clean and efficient energy (ENERGY)
4
6
10
Smart, green and integrated transport (TPT)
2
3
5
Climate action, environment, resource efficiency and raw
4
3
7
0
3
3
2
3
5
0
1
1
34
48
82
maritime and inland water research (FOOD)
materials (ENV) Europe in a changing world - inclusive, innovative and reflective Societies (SOCIETY) Secure societies - Protecting freedom and security of Europe and its citizens (SECURITY) Teaming of excellent research institutions and low performing RDI regions (WIDESPREAD) Eindtotaal
Bovenstaande lijst wordt hierna in grafiekvorm gepresenteerd:
Tot nu toe hebben de Turkse deelnemers met betrekking tot H2020 het vaakst meegedaan binnen de thema’s MSCA, ENERGY en EVN. In samenwerking met Nederlandse deelnemers hebben de Turkse partijen het meest meegedaan in de thema’s INFRA, ICT, ENERGY en ENV. Voor de algemene deelname aan H2020 volgt hierna de lijst met de top 10 Turkse deelnemers inclusief het aantal deelnames en het totaal ontvangen budget: Top 10 Turkse deelnemers voor heel H2020
1
TURKIYE BILIMSEL VE TEKNOLOJIK ARASTIRMA KURUMU
Totaal
Totaal
aantal
ontvangen
deelnames
budget
12
2.360.836
39
2
Sabanci University
7
604.028
3
KOC UNIVERSITY
6
2.242.544
4
MIDDLE EAST TECHNICAL UNIVERSITY
5
563.151
5
ARCELIK A.S.
3
886.875
6
OZYEGIN UNIVERSITESI
2
1.717.500
7
MINISTRY OF FOOD AGRICULTURE AND LIVESTOCK
2
382.405
8
Bilkent Üniversitesi
2
303.692
9
EKODENGE MUHENDISLIK MIMARLIK DANISMANLIK TICARET ANONIM
2
725.513
2
798.813
SIRKETI 10
ISTANBUL TEKNIK UNIVERSITESI
Hierna volgt een lijst met top 5 van Turkse deelnemers die in een H2020 project hebben samengewerkt met Nederlandse deelnemers: Top 5 Turkse deelnemers (samenwerking met NL) in H2020
Aantal
Totaal
deelnames
ontvangen budget
1
TURKIYE BILIMSEL VE TEKNOLOJIK ARASTIRMA KURUMU
8
2.184.603
2
Sabanci University
3
356.855
3
Middle East Technical University
3
342.305
4
ARCELIK A.S.
2
404.375
5
MINISTRY OF FOOD AGRICULTURE AND LIVESTOCK
2
382.405
En de lijst van de top 5 Nederlandse deelnemers aan H2020 binnen een project met een Turkse deelnemer: Top 5 Nederlandse deelnemers (samenwerking met TR) in H2020
Aantal
Totaal
deelnames
ontvangen budget
1
TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT
4
1.152.545
2
TNO
4
1.516.608
3
ZORGONDERZOEK NEDERLAND ZON
3
1.757.932
4
NEDERLANDSE ORGANISATIE VOOR WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
3
2.009.515
5
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN
2
903.962
40
Met betrekking tot de projecten waarin samenwerking is geweest tussen Nederlandse en Turkse partijen, hebben de Turkse deelnemers tot nu toe in totaal € 46,1mln. aan middelen weten binnen te halen. Voor heel H2020 bedraagt dit tot nu toe € 23,4 mln. Hierna volgen 2 grafieken die een verdeling geven per organisatietype. Deze gegevens hebben alleen betrekking op projecten met zowel Nederlandse- als Turkse partijen.
TR verdeling organisatietype naar aantal NL verdeling organisatietype naar aantal deelnames H2020
REC 25 % PUB 10 %
deelnames H2020
HES 30 %
PRC 30 %
OTH 5%
REC 30%
HES 30%
PUB 12%
OTH 7%
PRC 21%
41
7 Basis voor verdere samenwerking Bovenstaande geschetste ontwikkelingen bieden voor de Nederlandse overheid een goede basis om de samenwerking met Turkije op het gebied van innovatie, technologie en wetenschap verder uit te bouwen. Sinds september 2013 is er een Innovatieadviseur in Turkije geplaatst (onderdeel van het Innovatie Attaché netwerk – www.ianetwerk.nl) en in december 2015 tekende het Ministerie van Economische Zaken een Memorandum of Understanding (MoU) met de Turkse Nationale Wetenschaps- en Technologieraad TUBITAK. Dit MoU richt zich op het ontwikkelen van samenwerking in EU Kaderprogramma’s zoals Horizon 2020, het ontwikkelen van bilaterale samenwerking in specifieke sectoren (onder andere energie, life sciences & health, water, logistiek, high systems & materials) en op het aan elkaar knopen van start up ecosystemen. Meer informatie over dit rapport, de uitwerking van het MoU en informatie over het aangaan van innovatiesamenwerking met Turkse partners kunt u inwinnen bij de heer Rory Nuijens via
[email protected] of +905308442810.