Een operatie voor het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een Hautmannblaas
Binnenkort wordt u opgenomen in het MCL voor het verwijderen van uw blaas en het aanleggen van een vervangende blaas. Dit wordt het aanleggen van de Hautmannblaas genoemd.
In deze brochure kunt u lezen over deze operatiemethode, over de voorbereiding, de opname in het ziekenhuis en de periode na de operatie.
Heeft u na het lezen van de brochure nog vragen? Stel deze dan aan de uroloog of verpleegkundige.
De Hautmann-methode De uroloog heeft met u besproken dat hij/zij uw blaas verwijdert tijdens de operatie. Deze operatie wordt meestal gedaan bij patiënten met een kwaadaardig gezwel (tumor) in de blaas. Er zijn meerdere technieken voor het verwijderen van de blaas. In overleg met u is gekozen voor het aanleggen van een zogenaamde Hautmannblaas. Het voordeel hiervan is dat u weer via de normale uitgang kunt plassen.
Tijdens de operatie wordt de blaas helemaal verwijderd. Bij vrouwen wordt vaak ook de baarmoeder verwijderd (als dit bij u het geval is bespreekt de uroloog dit met u voor de opname) en bij mannen de prostaat.
Hierna haalt de uroloog een stukje uit uw dunne darm en maakt hiervan een nieuwe blaas (zie afbeelding). De uroloog zet de twee uiteinden van de darm weer aan elkaar vast, zodat de ontlasting weer normaal door de darm heen kan. De beide urineleiders worden vervolgens vastgezet in de nieuwe blaas. Ook de plasbuis (urethra) wordt verbonden met de blaas. Daardoor is het mogelijk om weer via de normale uitgang te plassen.
U heeft na de operatie een litteken op uw buik van ongeveer 15 cm, onder uw navel.
-1-
MCL | Patiënteninformatie
Een operatie voor het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een Hautmannblaas
Voorbereiding voor operatie Het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een Hautmannblaas is een grote operatie. Daarom is een goede voorbereiding belangrijk.
Gesprek met de anesthesioloog De anesthesioloog bespreekt met u de narcose en de pijnbestrijding. Deze operatie vindt plaats onder algehele narcose. Daarnaast krijgt u een epidurale katheter voor pijnbestrijding. Dit is een slangetje dat voor de operatie in de rug wordt ingebracht om pijn tijdens en de eerste dagen na de operatie te voorkomen. Door dit slangetje krijgt u medicijnen toegediend om de pijn te verminderen. Zie voor meer informatie de folder “Epidurale pijnbestrijding”.
-2-
MCL | Patiënteninformatie
Een operatie voor het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een Hautmannblaas
Verpleegkundig spreekuur Voor of na het gesprek met een anesthesioloog gaat u naar de afdeling urologie voor een opnamegesprek met de verpleegkundige. Hier krijgt u alle informatie over uw opname en operatie. U kunt hier ook terecht met al uw vragen. Na het gesprek kunt u weer naar huis, na overleg met de verpleegkundige.
Fysiotherapie Voor en na de operatie krijgt u bekkenbodemfysiotherapie. Ook komt de fysiotherapeut na de operatie op de verpleegafdeling bij u langs.
Het doel van de bekkenbodemfysiotherapie is: •
Mogelijke incontinentieklachten verminderen en voorkomen
•
U bewust laten worden van uw bekkenbodemspieren
•
Het verbeteren van het plassen en de stoelgang
Ook komt de fysiotherapeut tijdens de opname bij u langs om ademhalingsoefeningen te doen, om na de operatie problemen met de longen te voorkomen.
Medicijngebruik Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, bespreekt de anesthesioloog met u hoeveel dagen voor de operatie u moet stoppen met deze medicijnen. Als dit niet met u besproken is, belt u dan met de polikliniek anesthesiologie om dit te bespreken. Telefoonnummer 058 - 286 69 22.
De stomaverpleegkundige U heeft voor de opname een afspraak met de stomaverpleegkundige. De stomaverpleegkundige informeert u over de operatietechniek van het eventuele aanleggen van een stoma als het aanleggen van een Hautmannblaas niet mogelijk is. Is dit bij u het geval? Dan zal de stomaverpleegkundige na de operatie regelmatig bij u langskomen op de verpleegafdeling.
-3-
MCL | Patiënteninformatie
Een operatie voor het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een Hautmannblaas
Verpleegkundig consulent urologische oncologie De verpleegkundig consulent oncologische urologie begeleidt patiënten die te maken hebben met kanker. Zij geeft ondersteuning en begeleiding tijdens de ziekte en behandeling. Het eerste gesprek is op de polikliniek, wanneer de arts met u de uitslag van de onderzoeken bespreekt. Ook is het mogelijk dat zij u bezoekt op de afdeling als u bent opgenomen. Vraag dit aan uw verpleegkundige. De verpleegkundig consulent is ook aanwezig bij de vervolgcontroles op de polikliniek na de operatie.
Opname U wordt een dag voor de operatie opgenomen op de afdeling urologie.
Op deze dag wordt er bij u een voedingssonde ingebracht. Deze sonde wordt via de neus ingebracht en opgeschoven tot in de dunne darm. U krijgt deze sonde zodat u tijdens de eerste dagen na de operatie voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt. U kunt namelijk de eerste dagen na de operatie nog niet voldoende eten.
De fysiotherapeut komt bij u langs voor ademhalingsoefeningen. Doordat u een buikwond krijgt kunt u moeite krijgen met doorademen. Dit verhoogt de kans op een longontsteking. Dit willen we voorkomen met deze ademhalingsoefeningen. Voor de operatie is het nodig dat u nuchter bent. Dit betekent dat u vanaf een bepaald tijdstip niet meer mag eten en drinken. Meer informatie hierover krijgt u van de anesthesioloog of verpleegkundige.
Op de operatiedag mag u voor de operatie nog douchen. U krijgt een operatiejasje aan. U doet eventuele sieraden af en als u een gebitsprothese heeft doet u deze ook uit. De verpleegkundige brengt u in bed naar de operatieafdeling.
-4-
MCL | Patiënteninformatie
Een operatie voor het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een Hautmannblaas
Na de operatie gaat u mogelijk een nacht naar de Intensive Care afdeling (afdeling O). Op deze afdeling worden uw lichaamsfuncties continue in de gaten gehouden. Als u wilt, kunt u de dag voor de operatie een kijkje nemen op deze afdeling.
Na de operatie Na de operatie wordt uw contactpersoon gebeld om door te geven dat de operatie achter de rug is. Meestal doet de uroloog dit zelf.
Na de operatie blijft u nog een poosje op de uitslaapkamer (verkoever). U heeft dan: •
een infuus in uw arm, waardoor u vocht en eventueel medicijnen krijgt.
•
een voedingssonde. Door deze sonde krijgt u de medicijnen toegediend. Ook krijgt u via dit slangetje de eerste dagen na de operatie sondevoeding toegediend.
•
een verblijfskatheter. Dit is een slangetje dat via de plasbuis naar uw blaas loopt. Dit is voor de afvoer van urine en voor een goede wondgenezing tussen nieuwe blaas en plasbuis. U hoeft dan niet zelf te plassen. De katheter kan de blaas soms irriteren. Dit geeft een gevoel dat u moet plassen of geeft soms pijn aan de top van de penis( bij de man). Heeft u deze klachten? Vertel dit dan aan uw verpleegkundige.
•
Eén of twee drains die uit de onderbuik komen. Dit zijn slangetjes die ervoor zorgen dat wondvocht uit de buik naar een opvangzak stroomt.
•
Een epiduraalkatheter voor de pijnbestrijding .
•
Een slangetje in uw neus waardoor u zuurstof krijgt.
•
Mogelijk een maagslang, om te voorkomen dat u misselijk wordt.
Meestal gaat u de dag na de operatie weer terug naar de gewone verpleegafdeling. Uw spullen liggen hier nog steeds. Deze worden niet meegenomen naar de Intensive Care.
-5-
MCL | Patiënteninformatie
Een operatie voor het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een Hautmannblaas
De eerste dagen na de operatie Na de operatie wordt er regelmatig bloed bij u afgenomen. De verpleegkundige controleert regelmatig de bloeddruk, hartritme en temperatuur. Iedere dag wordt de wond verzorgd. Het is voor uw herstel belangrijk dat u zo snel mogelijk weer in beweging komt. De verpleegkundige zal u helpen om uit bed te komen, dit wordt langzaam opgebouwd. Het weer bewegen is belangrijk voor de bloedsomloop en voor de longen.
De eerste dagen krijgt u sondevoeding via de voedingssonde. Dit is nodig, omdat u de eerste dagen nog niet mag eten en om de darmwerking op gang te laten komen. Om die reden krijgt u ook na de operatie elke dag één of twee maal een laxeermiddel.
De uroloog komt regelmatig langs (“visite lopen”). Tijdens de visite wordt afgesproken wanneer de drain, splints (slangetjes die in de ureter zitten om deze open te houden), de sonde en het infuus verwijderd mogen worden. Verder wordt er besproken wanneer uw dieet mag worden uitgebreid. Dit hangt ook af of de darmen en de stoelgang op gang zijn gekomen. U begint met een paar slokjes water. Dit wordt langzaam uitgebreid naar vloeibaar en normaal eten.
De verpleegkundige van het pijnteam (POP-team) komt twee keer per dag langs. Hij/zij regelt de pijnbestrijding en het afbouwen hiervan. Na ongeveer vier dagen wordt de epiduraalkatheter verwijderd.
Vanaf de vierde dag wordt de nieuwe blaas tweemaal daags gespoeld om eventuele vlokken uit de nieuwe blaas te spoelen (die ontstaan doordat de nieuwe blaas van darm is gemaakt).
De blaaskatheter wordt ongeveer de veertiende dag na de operatie in opdracht van de uroloog verwijderd. Soms besluit de arts dat er eerst een röntgenfoto van de blaas nodig is. Daarna leert u weer zelf plassen. Zie ook folder “Weer plassen na een blaasvervangende operatie”.
-6-
MCL | Patiënteninformatie
Een operatie voor het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een Hautmannblaas
Uitslaggesprek U krijgt tijdens de opname de uitslag van het weefselonderzoek. De arts bespreekt de uitslag tijdens een gesprek met u (en familieleden).
Complicaties Net zoals bij iedere operatie zijn er ook bij deze operatie risico’s op complicaties. Complicaties kunnen zijn: infectie en nabloeding. Om alert te zijn op een mogelijke bloeding of ontsteking meten de verpleegkundigen regelmatig uw bloeddruk, temperatuur en verzorgen de wond. Om een longontsteking te voorkomen heeft u ademhalingsoefeningen gekregen. Er is een kleine kans dat er urinelekkage optreed bij de aanhechting van de urineleider in de nieuwe blaas.
Bij de man zitten de zenuwen die zorgen voor een erectie vlakbij het operatiegebied. Deze weefsels kunnen tijdens het opereren beschadigen. Hierdoor kan tijdelijke of blijvende impotentie ontstaan.
Gevolgen van de operatie Bij de vrouw ligt de baarmoeder direct achter de blaas. Voor de operatie kan worden besloten om ook de baarmoeder tijdens de operatie te verwijderen. Als de baarmoeder niet verwijderd wordt is het krijgen van kinderen in principe nog mogelijk.
Naar huis Als alles goed verloopt, mag u na ongeveer drie weken het ziekenhuis verlaten. Bij uw ontslag krijgt u een afspraak mee voor een controlebezoek bij de uroloog. Daarnaast krijgt u een afspraak mee voor bekkenbodemfysiotherapie. Soms krijgt u medicijnen mee die de slijmvorming in de urine tegen gaan (slijmvorming kan ontstaan door de nieuwe blaas).
-7-
MCL | Patiënteninformatie
Een operatie voor het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een Hautmannblaas
Het kan zijn dat de nieuwe blaas nog niet goed leeg komt en dat u uzelf leert katheteriseren.
Binnen een week na het ontslag belt een verpleegkundige van de afdeling u op om te horen hoe het thuis gaat. Heeft u vragen? Dan kunt u die dan stellen. U hebt een grote operatie ondergaan en daarom duurt het lang voor u hersteld bent. De eerste weken kunt u erg moe zijn, al na een kleine inspanning. We adviseren u daarom niet al te hoge eisen aan uzelf te stellen. Activiteiten kunt u het beste rustig opbouwen en rust nemen als u moe wordt.
Om de kans op complicaties te verkleinen adviseren wij u de eerste zes weken na de operatie de volgende leefregels op te volgen: •
Luister naar uw lichaam.
•
Neem op tijd rust.
•
Til de eerste twee maanden niet zwaar.
•
Drink ongeveer twee liter per dag.
•
Gebruik alcohol alleen in beperkte mate.
•
Ga nog niet sporten.
•
Ga alleen in bad als de wond genezen is.
Wanneer u weer aan het werk kunt hangt af van het soort werk dat u doet en hoe u herstelt. Overleg dit daarom met uw uroloog.
www.mcl.nl
Polikliniek urologie
058 – 286 61 50
©MCL maart 2013 MCL-URO-FOL-026 /2
-8-
MCL | Patiënteninformatie