Urologie
Het vergroten van de blaas (en een katheteriseerbaar stoma)
Blaasaugmentatie, Monti en Mitrofanoff
Urologie
Inleiding De uroloog heeft met u gesproken over de mogelijkheid om uw blaas te vergroten. De medische naam voor deze ingreep is een blaasaugmentatie. Het doel van deze operatie is dat de blaas beter kan functioneren, waardoor u droog (continent) kunt worden. Waarschijnlijk heeft u al op een andere manier geprobeerd dit probleem op te lossen, bijvoorbeeld met medicijnen en katheteriseren. Omdat er geen reden is deze operatie met spoed uit te voeren, heeft u alle tijd om er over na te denken of u deze operatie wilt laten doen. We weten dat dit vaak een moeilijke beslissing is. Bij deze operatie wordt uw blaas vergroot met behulp van een stuk van uw dunne darm. Hierdoor kan de blaas een grotere hoeveel heid urine vasthouden. De vergrote blaas kan echter niet of onvoldoende samentrekken. Daarom moet u na de operatie de blaas leeg maken met behulp van een katheter. Meestal wordt u twee keer opgenomen in het ziekenhuis. Tijdens de eerste opname vindt de operatie plaats. Drie weken na de operatie gaat u weer naar het ziekenhuis om een foto te laten maken, waarop te zien is of alles goed is genezen. Als dat zo is dan wordt de buikkatheter verwijderd. Tijdens deze opname van meestal twee dagen leert u ook, als dat nodig is, hoe u zichzelf kunt katheteriseren. Soms wordt er tijdens de operatie een nieuwe verbinding gemaakt tussen de blaas en de navel of de buikwand. Via deze verbinding (stoma) kunt u later de blaas met een katheter leegmaken. Voor het maken van deze verbinding wordt een klein stukje darm gebruikt. Aanvullende informatie over een katheteriseerbaar stoma vindt u achter in de bijlage van deze folder.
1
Het vergroten van de blaas (en een katheteriseerbaar stoma)
Voorbereiding op de operatie Bloedverdunners De uroloog heeft u op de polikliniek al gevraagd welke medicijnen u gebruikt. Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt stopt u, in overleg met de uroloog, een aantal dagen voor de operatie hiermee. Anesthesie U krijgt een afspraak thuisgestuurd voor het preoperatieve spreek uur. Tijdens dit spreekuur praat u met de anesthesioloog over uw gezondheid en over eventuele medicijnen die u gebruikt. Verder bespreekt de anesthesioloog de narcose met u. U kunt overleggen of u een slaaptablet mag gebruiken voor de operatie. Verpleegafdeling Aansluitend aan het preoperatieve spreekuur heeft u een afspraak op de verpleegafdeling. Tijdens het opnamegesprek vertelt de verpleegkundige u welke voorbereidingen nodig zijn voor de operatie. Een zaalarts of co-assistent doet een lichamelijk onderzoek. Soms worden er een longfoto en een hartfilmpje (ECG) gemaakt. Ook heeft u een gesprek met een voedingsassistent. U moet er rekening mee houden dat u de hele ochtend in het ziekenhuis bent.
Opname Een dag voor de operatie wordt u opgenomen. U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de opnamebalie in de Centrale Hal. Een gastvrouw brengt u dan naar de verpleegafdeling. Het is mogelijk dat u ’s middags al een infuus in uw arm krijgt. Op de avond voor de operatie krijgt u een injectie om trombose te voorkomen. Trombose is een bloedstolsel in een bloedvat dat kan
2
Urologie
ontstaan doordat u stil ligt tijdens en na een operatie. De injectie krijgt u eenmaal daags totdat u weer naar huis gaat. Op de avond voor de operatie mag u vanaf 24.00 uur niet meer eten en drinken. Soms is het belangrijk dat er tijdens de operatie geen ontlasting in uw darmen zit. Dan krijgt u laxeermiddelen voorgeschreven. De verpleegkundige legt u uit hoe u deze moet gebruiken.
De dag van de operatie ’s Morgens voor de operatie trekt u operatiekleding aan. Als u sieraden draagt of een (gebits)prothese heeft, moet u deze verwijderen. Ter voorbereiding op de narcose kunt u een tablet krijgen waarvan u rustig wordt. Meestal krijgt u ook al pijnstillers toegediend. Een verpleegkundige brengt u op uw bed naar de voorbereidingsruimte van de operatiekamer. Daar krijgt u een infuus als u die nog niet heeft. Vervolgens gaat u naar de operatiekamer waar het operatieteam naar uw naam vraagt en een aantal belangrijke gegevens over de operatie met u doorneemt. Daarna wordt uw buik geschoren.
De operatie Bij een blaasaugmentatie wordt de blaas vergroot met een stuk dunne of dikke darm. Omdat de darm erg lang is (meestal zo’n 6,5 meter), heeft dit geen gevolgen voor de werking van de darm. De arts maakt een snede in de onderbuik, van net boven de navel tot aan het schaambeen. Bij het losmaken van het stuk darm worden de bloedvaten die ernaar toe liggen, intact gelaten. De twee uit einden van de rest van de darm worden weer aan elkaar gehecht.
3
Het vergroten van de blaas (en een katheteriseerbaar stoma)
Het stuk darm (ongeveer 25 cm) dat gebruikt wordt om de blaas te vergroten wordt over de lengte open geknipt en met de zijkanten aan elkaar gehecht. Het krijgt zo de vorm van een ‘pannenkoek’, waarmee de blaas vergroot kan worden. Vervolgens wordt de blaas opengemaakt zodat de ’pannenkoek’ op de blaas kan worden vastgehecht. Door de buikwand komt een slangetje naar buiten dat voor de afvoer van overtollig vocht en bloed zorgt.
Na de operatie Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer (recovery). Als u goed wakker bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Eten en drinken De eerste dagen na de operatie werken de darmen nog niet. Daarom krijgt u door het infuus vocht toegediend. U heeft een maagslangetje door uw neus zodat het maagsap kan aflopen. Als de darmen weer op gang komen, mag u zelf rustig aan weer beginnen met drinken en eten. Het infuus en de maagslang worden dan verwijderd. Pijn Pijn na een operatie is normaal. Mogelijk krijgt u continu pijnstilling via een pomp. Met de voorgeschreven medicatie moet u de pijn goed kunnen verdragen. Een aantal keren per dag neemt de verpleegkundige een ‘pijnscore’ af. Dit betekent dat u aangeeft hoeveel pijn u heeft, hierop wordt de pijnstilling afgestemd. Over de pijnscore krijgt u mondeling nadere uitleg. Een goede pijn bestrijding zorgt voor een beter herstel. Ook als u misselijk bent, kunt u om medicijnen vragen.
4
Urologie
Katheters Tijdens de operatie zijn er twee katheters in de blaas geplaatst. Eén komt door de buikwand naar buiten (buikkatheter), de andere via de plasbuis. Via deze katheters wordt de blaas gespoeld om slijmvlokken te verwijderen. Slijmvlokken ontstaan doordat het stuk darm, dat in de blaas is gezet, de eerste tijd nog (darm)slijm zal produceren. De buikkatheter blijft in ieder geval drie weken zitten om het operatiegebied goed te laten genezen. De overige slangen worden enkele dagen na de operatie verwijderd. Complicaties Meestal verloopt de operatie zonder problemen. Toch kunnen complicaties voorkomen. Er kan een wondinfectie ontstaan of een bloeding. Soms moet de maagsonde enkele dagen langer inblijven omdat de darmen nog onvoldoende werken.
Naar huis De ziekenhuisopname duurt meestal tien tot veertien dagen. Zorgt u ervoor dat iemand u met de auto naar huis brengt. U mag zelf geen vervoersmiddel besturen en niet naar huis gaan met het openbaar vervoer. U kunt wel, op eigen kosten, gebruik maken van een taxi. Het spoelen van uw blaas Wanneer u met een buikkatheter naar huis gaat, zult u ook thuis de blaas moeten spoelen. De verpleegkundige leert u hoe u dat het beste kunt doen en welke materialen u daarvoor nodig heeft. Hoe vaak u de blaas moet spoelen, is afhankelijk van de hoeveelheid slijm. Als u thuis hulp nodig heeft bij het spoelen, kan een medewerker van de Thuiszorg bij u langskomen.
5
Het vergroten van de blaas (en een katheteriseerbaar stoma)
Spoel in het begin uw blaas zeker tweemaal daags. In overleg met de uroloog of de verpleegkundige kunt u gaan afbouwen. De tweede ziekenhuisopname en het leren katheteriseren U krijgt bij uw ontslag uit het ziekenhuis een afspraak mee voor een röntgenonderzoek van de blaas (cystogram). Meestal gebeurt dit onderzoek drie weken na de operatie. Dit onderzoek vindt plaats op het functiecentrum Urologie. De uroloog spuit een contrastvloeistof door de katheter in de blaas. Daarna worden er een aantal röntgenfoto’s gemaakt. Als op deze foto's geen lekkage is te zien, wordt u dezelfde dag opnieuw opgenomen op de afdeling Urologie. Op de verpleegafdeling zet de verpleegkundige een klem op de buikkatheter. De blaas vult zich dan met urine. De blaas kan zich meestal niet voldoende samentrekken. Daarom moet u de blaas enkele keren per dag met een katheter leegmaken via de plasbuis. De verpleegkundige leert u hoe u dat zelf kunt doen. Meestal heeft u dit snel onder de knie. Daarna wordt de buik katheter verwijderd en kunt u de dag erna weer naar huis. De verpleegkundige vertelt u waar u de katheters die u thuis nodig heeft, het beste kunt bestellen. Wanneer de uroloog op de röntgenfoto’s lekkage ziet, wordt de buikkatheter niet verwijderd. U gaat dan weer naar huis en krijgt een nieuwe afspraak mee voor een röntgenonderzoek van de blaas voor drie weken later. De procedure zoals hierboven beschreven is, wordt dan herhaald.
6
Urologie
Poliklinische controle Zes weken na het ontslag komt u terug op de polikliniek. U heeft een afspraak met de arts en de verpleegkundige. U bespreekt uw herstel en uw urine en bloed worden onderzocht. Als u vragen heeft kunt u die met hen bespreken. Hierna komt u regelmatig terug op de polikliniek voor controle en onderzoek. Leefregels/adviezen •
•
• •
Spoel in het begin tweemaal daags de blaas. In overleg met de uroloog of de verpleegkundige kan dit afgebouwd worden. Vermoeidheid en conditieverlies horen bij de eerste periode van herstel. Doe het daarom rustig aan, zorg voor goede voeding en voldoende beweging. Wij adviseren u de eerste zes weken niet zwaar te tillen. De buikwond heeft tijd nodig om te genezen. De eerste zes weken kan er bloed in de urine zitten.
Contact opnemen Neemt u contact op met de uroloog wanneer: • U koorts krijgt boven de 38°C. • U veel bloed in de urine heeft. U kunt de polikliniek Urologie tijdens kantooruren bereiken tussen 08.00 en 16.30 uur, het telefoonnummer is (050) 361 44 11. Buiten deze uren kunt u in geval van spoed het algemene nummer van het UMCG bellen en vragen naar de dienstdoende uroloog, het telefoonnummer is (050) 361 61 61.
7
Het vergroten van de blaas (en een katheteriseerbaar stoma)
Vragen Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen, stel ze dan gerust bij het eerstvolgende bezoek aan uw arts of verpleeg kundige. U kunt ook telefonisch contact opnemen met een medewerker van de polikliniek Urologie, het telefoonnummer is (050) 361 21 67. Dit nummer is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 - 12.00 uur en van 13.00 - 16.00 uur. www.urologie.umcg.nl Het (web)adres voor informatie over de afdeling Urologie van het UMCG.
8
Urologie
Bijlage 1. Een katheteriseerbaar stoma Monti of Mitrofanoff operatie Bij sommige mensen kunnen problemen optreden bij het katheteriseren via de plasbuis. Bijvoorbeeld bij mensen die in een rolstoel zitten. Dan kan er een katheteriseerbaar stoma worden gemaakt. De uroloog maakt dan van een stukje darm (Monti operatie) of van de blinde darm (Mitrofanoff operatie) een buisje (=stoma) dat vastgehecht wordt tussen de blaas en de buikwand. Een inwendige klep zorgt ervoor dat de urine in de blaas blijft en de stoma droog (continent) is. De stoma bevindt zich meestal in de navel of rechts onderin de buik. Via deze stoma moet u dan uw blaas een aantal keren per dag leegmaken met een katheter. Deze operatie wordt ook wel gedaan omdat het praktischer is tijdens de verzorging. Als u een katheteriseerbaar stoma krijgt, worden tijdens de operatie twee katheters in de blaas geplaatst. Eén komt door de buikwand naar buiten (buikkatheter), de andere via de stoma. Via deze katheters wordt de blaas gespoeld om slijmvlokken te verwijderen. Wanneer u tijdelijk naar huis gaat, heeft u deze twee katheters nog. Via deze katheters spoelt u zelf de blaas. Tijdens de tweede ziekenhuisopname worden beide katheters verwijderd. De verpleegkundige leert u hoe u de blaas kunt legen en spoelen. Dit gaat via de stoma met een katheter. Meestal heeft u dit snel onder de knie. U moet zich altijd katheteriseren om het reservoir te legen. Dit moet ongeveer vier tot zesmaal per dag gebeuren. U gaat naar huis als beide katheters verwijderd zijn, u zichzelf kunt katheteriseren en alles verder goed gaat.
9
Het vergroten van de blaas (en een katheteriseerbaar stoma)
Zwemmen en baden Tijdens zwemmen of baden hoeft u de stoma niet te beschermen, ook niet in zout water. Contact opnemen Het is belangrijk dat u contact met ons opneemt wanneer het katheteriseren niet lukt doordat: - de katheter niet ingebracht kan worden; - er geen urine komt na het inbrengen van de katheter. Stomazorg In het ziekenhuis heeft u geleerd hoe u zich via de stoma kunt katheteriseren. Na het katheteriseren dekt u de stoma af met een speciale pleister. Als u extra veel drinkt, betekent dit ook dat u het reservoir vaker moet legen. De eerste tijd moet u het reservoir regelmatig spoelen. De verpleegkundige legt u dit goed uit. Zij vertelt u ook hoe u de nodige materialen kunt bestellen. Als u thuis nog hulp nodig heeft, regelt de verpleegkundige Thuiszorg voor u. U kunt de eerste zes weken wat bloed in de urine tegenkomen, dit is niet verontrustend. U kunt gewoon douchen en baden. Wanneer u thuis nog vragen heeft over uw stoma, dan kunt u telefonisch contact opnemen met de stomaverpleegkundige van het zieken huis. Haar telefoonnummer heeft u gekregen. Medisch paspoort Het medisch paspoort is een informatiekaart. Hierin staan onder andere uw naam, adres, behandelend uroloog en ziekenhuis. Dit paspoort vermeldt zowel in het Nederlands als in het Engels dat u een continent urinestoma heeft en hoe hiermee moet worden omgegaan. Wij adviseren u het medisch paspoort altijd bij u te dragen. Door het medisch paspoort zal het hulpverleners altijd duidelijk zijn hoe te handelen, ook wanneer u niet in staat bent te vertellen dat u een continent urinestoma heeft. Gaat u op vakantie 10
Urologie
naar het buitenland, vraag de verpleegkundige dan of u naast uw medisch paspoort nog andere preventieve maatregelen moet treffen.
Patiëntenvereniging De Nederlandse stomavereniging De Nederlandse stomavereniging zet zich in voor alle mensen met een stoma. Begeleiding, met name voor- en nazorg, neemt hier een belangrijke plaats in. De vereniging is op veel terreinen actief. De vereniging bevordert lotgenotencontact en belangenbehartiging. Daarnaast geeft ze voorlichting en informatie aan patiënten, hulp verleners en overige belangstellenden. De Nederlandse Stomavereniging Telefoon (0346) 26 22 86 E-mail
[email protected] Website www.stomavereniging.nl
11
Het vergroten van de blaas (en een katheteriseerbaar stoma)
Aantekeningen
12
Patiënteninformatie vlc 323/1107