[ Conti-Nu voorjaar 2012, pagina 8, 9, 10, 11, INTERVIEW Streamers: “Die helikopterview, daar hameren we steeds op. Dat begint al bij het lezen van de krant” “Je bent verpleegkundige, hoe lang denk je dat nog te blijven?” “Zelf aantonen welke waarde je hebt. Dat is profileren”]
Opleiding Urologie, Continentie en Stoma van start
“De tijd is rijp!” Met een fles champagne onder de arm komt Liesbeth Kok, samen met Ineke Claessens en Marleen van Aken bij het interview aan. Enthousiast begroeten zij Marijke de Leeuw en Mirjam Kappert: “Hij komt er!” En dat is reden genoeg om het glas te heffen. Want deze vijf hebben zich keihard ingezet voor de komst van deze nieuwe opleiding Urologie Continentie Stoma verpleegkundige (UCS). Een goede samenwerking zorgde voor een mooi resultaat: op 21 september gaat de eerste groep studenten van start. Waar zijn jullie het meest trots op? Marijke de Leeuw van de HAN VDO vertelt dat het vooral de goede samenwerking was, die zorgde voor dit mooie resultaat. “Al vanaf het begin straalde er bij iedereen een gevoel af van: we gaan ervoor! En er is ook werkelijk alles aan gedaan om deze opleiding voor elkaar te krijgen.” Deze nieuwe opleiding kwam niet zomaar tot stand, er ging een lang traject aan vooraf met flinke tegenslagen. Maar met positief effect: de opzet van de opleiding sluit nu veel beter aan bij de eisen van deze tijd, in tegenstelling tot de oorspronkelijke ideeën. Een ander effect: er ontstonden mooie samenwerkingen. Mirjam Kappert van V&VN urologie: “De afdelingen urologie, continentie en stoma van de V&VN hebben elkaar hierin wel echt gevonden, zowel de U, de C, als de S.” Wat is er in die vijf jaar allemaal gebeurd? Marleen van Aken: “Al bij mijn toetreden tot het bestuur, vijf jaar geleden, stond dit punt op de agenda. Samen met twee andere bestuursleden hebben we er ons vanaf dat moment sterk voor gemaakt. Want de huidige opleiding – eigenlijk meer een cursus – sloot niet meer aan op de praktijk. Omdat er al contacten waren met de HAN hebben we daar onze ideeën voor een verbeterde opleiding neergelegd. Veel continentieverpleegkundigen zijn ook stomaverpleegkundige en ook in de afdeling stoma van de V&VN bleek dat er behoefte was aan een andersoortige opleiding die de lading van het vak beter zou dekken. Het scholingsaanbod voor de urologieverpleegkundige was zeer divers van inhoud en niveau en startte niet ieder jaar. Toen ontstond het idee om er één UCS-opleiding van te maken.” Waarom ging er zo’n lange tijd overheen? “Een eerste opzet voor de nieuwe opleiding is om allerlei redenen niet van de grond gekomen. Een geluk bij een ongeluk” zo blikt Liesbeth Kok terug. “De zorg is in de afgelopen vijf jaar sterk ontwikkeld: veel meer bemoeienis door de overheid, eisen vanuit de zorgverzekeraars, bezuinigingen. Dit stelt totaal andere eisen aan verpleegkundigen. Ging de eerste opzet voor een UCS opleiding nog heel veel over de inhoud van het vak, de nieuwe opleiding richt zich veel meer op de houding van
de gespecialiseerd verpleegkundige. De maatschappelijke ontwikkelingen zijn zodanig: de tijd is nu rijp!” Welke houding vraagt de huidige maatschappelijke ontwikkeling? Marijke: “De nieuwe UCS opleiding geeft veel aandacht aan professionalisering, het profileren van jezelf, het ontwikkelen van een helikopterview, het goed kunnen inspelen op beleid in de gezondheidszorg.” “De kosten van de zorg worden steeds hoger,” vult Marleen aan. “Ziekenhuizen moeten daarop inspelen en als gespecialiseerd verpleegkundige moet je daarin jezelf kunnen profileren.” “En instellingen moeten steeds meer aantonen dat ze gekwalificeerd personeel in huis hebben,” zegt Liesbeth. De nieuwe UCS-opleiding krijgt naar alle waarschijnlijkheid de post-hbo-status. Waarom hebben jullie doorgezet, terwijl de opleiding tot twee keer toe niet doorging? Ineke: “De noodzaak was er nog steeds, want het bestaande scholingsaanbod dekt wat ons betreft de lading niet voldoende meer. Daarom zocht de V&VN afdeling CV&V vorig voorjaar opnieuw contact met de HAN VDO.” Marijke, als opleidingscoördinator werkzaam bij de hogeschool, ging samen met de vertegenwoordigers van de verschillende afdelingen voortvarend aan de slag met het ontwikkelen van een nieuw plan. “We zijn gestart met een quick-scan van het bestaande opleidingsprogramma. Daarbij hebben we gekeken welke aanpassingen er nodig waren, aansluitend op de huidige maatschappelijke ontwikkelingen, de wens om de post-hbo-status te krijgen, maar toch de opleiding behapbaar te houden qua tijd en kosten. Ook wilden we dat deze opleiding goed zou aansluiten op de verpleegkundige opleidingen van de HAN VDO.” Hoe bepaal je nu wat de juiste inhoud van zo’n opleiding moet zijn? Liesbeth: “We zijn uitgegaan van de vraag: Wat moet je in huis hebben om aan de eisen van deze tijd te voldoen?” Marijke: “We hebben de nieuwe beroepskwalificatieprofielen als leidraad gebruikt. Daarbij zijn we uitgegaan van welke competenties er nodig zijn, dat houdt dus meer in dan kennis alleen. Toen we dat helder hadden, konden we het lesprogramma bepalen.” Hoe pak je dat aan? Mirjam, die intensief met Marijke samenwerkte voor het inhoudelijke aspect van de opleiding: “Voorbeeld van een thema is continentie. Dat is natuurlijk heel breed en alle verpleegkundigen hebben daar al basiskennis over. Daarom formuleerden we een specifiek leerdoel per lesonderwerp. Andere thema’s die aan de orde komen zijn: juridische kaders, gedragscode, financiering in de zorg of oncologie. We werken veel met gastdocenten en we geven hen een specifiek leerdoel mee per les, zodat we zeker weten dat de juiste stof aan bod komt.” “Het mooie aan deze opleiding is dat het zowel continentiezorg, stomazorg als urologie combineert. Heb je deze opleiding gedaan, dan heb je niet meer alleen een aandachtsgebied, maar mag je jezelf beschouwen als een breed gespecialiseerd verpleegkundige.” Hoe zorgt de opleiding voor ontwikkeling van deze competenties
Ineke: “Studenten moeten actief meedoen. Overdragen van kennis is ook een belangrijk deel van het vak, daarom zullen studenten regelmatig zelf voor de groep staan.” Marijke: “We willen de opleiding graag formaliseren met een post-hbo-status, daar werken we nu hard aan. Dat zie je ook terug in de toelatingseisen.” Wat zijn de toelatingseisen? Marijke: “In een schriftelijke opdracht tonen kandidaten hun hbo-competenties aan op de volgende drie gebieden: werkhouding, reflecterend vermogen en schrijfvaardigheid. Daarom verwachten we twee uitgewerkte cases, één rond methodisch denken en één aan de hand van een reflectiemethodiek.” Dit klinkt best zwaar… Mirjam: “Je moet als UCS-verpleegkundige van nu in staat zijn om met overstijgende blik naar ontwikkelingen te kijken.” “Die helikopterview, daar hameren we steeds op!” vult Marleen aan. “En dat begint al bij het lezen van de krant,” vervolgt Mirjam. “Als ik een stukje lees over zorgverzekeraars die zorgcontracten gaan aanbieden, dan gaan bij mij al bellen rinkelen. Wat betekent dit voor mijn organisatie? Wat kan ik hiermee? Heeft dit gevolgen voor onze patiënten?” We begonnen het interview met champagne… Liesbeth, enthousiast: “Ja, want het gaat door!! Het irriteerde ons dat het aanvankelijk niet gelukt was. Je kunt je voorstellen hoe blij en trots we zijn dat de opleiding op 20 september van start gaat.” Hoewel er al voldoende aanmeldingen zijn, zijn er nog plekken vrij. De opleiding telt zeventien lesdagen, verspreid over één lesjaar. En welke uitdaging is er nu nog voor jullie als bestuursleden? Liesbeth: “De eisen voor verpleegkundigen worden steeds strikter. De nieuwe beroepsprofielen zijn er nu al en ik hoop en verwacht dat in de toekomst deze UCSopleiding een vereiste wordt om het vak van stoma- of continentieverpleegkundige te mogen uitvoeren.” Op welke manier kunnen beroepsverenigingen hier zelf invloed op uitoefenen? Ineke: “Er liggen nog heel veel mogelijkheden! Allereerst door deze opleiding veel te promoten bij onze achterban en hen helpen in te zien dat ze mee zullen moeten in de ontwikkelingen in de zorg. Verder kunnen de criteria en competenties, door de beroepsverenigingen geformuleerd, middels deze opleiding worden gerealiseerd. Daarnaast vinden we het belangrijk dat er een lobby is om voor elkaar te krijgen dat deze opleiding een vereiste wordt, bijvoorbeeld bij de zorgverzekeraars en de overheid.” Krijgen jullie zelf ook zin om deze opleiding te volgen? Marleen: “Ik ga hem doen! En ook een ander lid van de vereniging CV&V van de V&VN gaat deze opleiding volgen, en doet in het komend jaar steeds verslag van haar ervaringen in ons blad en op de website.” Mirjam vult aan: “Er is ook voor een lid van de V&VN afdeling urologie de mogelijkheid om de opleiding gesponsord te volgen. Wie het leuk vindt om hiervan verslag te doen, kan zich bij de vereniging melden.”
Hebben jullie nu nieuwe ambities voor de toekomst? Ineke: “We voelen de verantwoordelijkheid om de mensen in onze achterban te ‘emanciperen’, te stimuleren om verder te kijken. Om deze beroepsgroep gespecialiseerd verpleegkundigen te laten blijven bestaan, zul je het vak moeten onderhouden en verdiepen.” Ook richting de gehele beroepsgroep is er nog een emancipatieslag nodig, vinden de bestuursleden. Mirjam: “Met de nieuwe beroepsprofielen verandert er veel. Straks mogen alleen hbo-opgeleiden zich nog verpleegkundige noemen, tenzij zij aan kunnen tonen het hbo-niveau te hebben.” Dat is toch algemeen bekend? Marleen: “Nog lang niet de hele achterban beseft de consequenties van deze ontwikkeling.” Dat bleek wel tijdens een symposium dat de V&VN, afdeling CV&V had georganiseerd. Spreker Mark Visser vroeg de zaal: Je bent verpleegkundige, hoe lang denk je dat nog te blijven? Liesbeth, die ook bij deze toespraak was: “Ik zag de zaal verschrikt opveren. Wat bedoelt hij?” Toch zien de bestuursleden het als een goede ontwikkeling. Ineke: “Het is goed dat je gedwongen wordt om aan te tonen welke tools je in huis hebt om professioneel te kunnen functioneren.” Noem eens een concreet voorbeeld? Mirjam: “Je merkt dat een patiënt verschrikkelijk opziet tegen een behandeling. Ben je op zo’n moment in staat om dat helder te verwoorden naar de specialist en echt op te komen voor de patiënt? Of denk je: laat maar gaan.” Marleen vult aan: “Ken je bijvoorbeeld je juridische kaders? Weet je wat je als verpleegkundige wel en niet mag doen? Onze rol wordt steeds belangrijker.” Welke eigenschap moet de verpleegkundige van de toekomst wat jullie betreft zeker in huis hebben? “Helikopterview. Om er te staan voor de patiënt,” legt Ineke uit, “maar ook om mee te kunnen praten in ontwikkelingen op ziekenhuisniveau – bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van zorgpaden – en op landelijk niveau.” “Er vinden grote verschuivingen plaats,” zegt Liesbeth. “Wat steeds zwaarder gaat tellen is het aantal verrichtingen dat een arts doet en welke kwaliteit je als instelling kunt leveren. De Inspectie voor de Gezondheidszorg en zorgverzekeraars gaan steeds strengere eisen stellen. Daar moet je als verpleegkundige ook iets mee. Dan verbaast het me echt, dat bij zoveel verpleegkundigen het belang van inschrijving in het register en het bijhouden van je portfolio nog totaal niet wordt ingezien.” Wat zijn de gevolgen als de beroepsgroep onvoldoende in beweging komt? “Het gaat erom dat je, zeker als gespecialiseerd verpleegkundige, je meerwaarde kunt aantonen”, zegt Mirjam. “Bij het vaststellen van zorgproducten in het kader van DOT (DBC’s Op weg naar Transparantie, red.) komt het aan op de keuze: ‘dure’ gespecialiseerd verpleegkundigen afschaffen of ervoor kiezen omdat ze duidelijk meerwaarde hebben. Kun je laten zien dat jouw werk zorgt dat de chirurg meer tijd heeft voor andere patiënten, wat meer productie oplevert?” “En dat is nou profileren,” zegt Liesbeth. “Zelf aantonen welke waarde je hebt.” [kader 1:]
Kijk op www.han.nl onder ‘Cursussen en trainingen’ voor meer informatie over de UCS-opleiding of kijk op continentie.venvn.nl en klik op de banner. [kader 2:]
Ineke Claessens is voorzitter van V&VN, afdeling stoma en werkt als stomaverpleegkundige bij het UMCU in Utrecht Mirjam Kappert was voorzitter van V&VN, afdeling urologie, is nu als commissielid betrokken bij ‘opleidingen’ en werkt als verpleegkundig specialist bij de polikliniek urologie van het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem Liesbeth Kok is voorzitter van V&VN, afdeling CV&V en werkt als fieldcoach bij Mediq Combicare in Waddinxveen Marleen van Aken is secretaris van V&VN, afdeling CV&V en werkt als coördinator van het SWID-team in het Flevoziekenhuis in Almere Marijke de Leeuw werkt bij de HAN VDO als opleidingscoördinator van de nieuwe UCS-opleiding en de MDL-opleiding en geeft er ook les