Urologie | Oncologie
Het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een urinestoma
Volgens Bricker
Inhoud Inleiding 1 Blaaskanker 1 Bouw en functie van de blaas en nieren
2
Een urinestoma
3
Voorbereiding op de opname
4
De opname
7
Voorbereiding op de operatie
7
De operatie
8
Na de operatie
9
Naar huis
12
Herstel en nazorg
14
Vragen 17 Aanvullende informatie 18
Urologie | Oncologie
Inleiding U bent onder behandeling bij de afdeling Urologie van het UMCG. Als na onderzoek blijkt dat u blaaskanker heeft, bespreekt de uroloog de mogelijke behandelingen met u. Als de blaaskanker is uitgebreid tot in de spierwand van de blaas, betekent dit meestal dat uw blaas wordt verwijderd. De uroloog legt dan ter vervanging van de blaas een urinestoma aan. Een urinestoma is een kunstmatige uitgang op de buik, waarna de urine in een zakje wordt opgevangen. De uroloog, de oncologie-, en stomaverpleegkundige bespreken met u en uw naasten de operatie, de nazorg en het herstel maar ook de gevolgen van de operatie voor u in het dagelijks leven. Meestal vinden er meerdere gesprekken plaats voordat u geopereerd wordt. In deze folder staat de meeste informatie beschreven die de uroloog of verpleegkundige u heeft verteld. U kunt de informatie nog eens rustig doorlezen. Als u na het lezen nog vragen heeft neem dan telefonisch contact op met de stoma- of oncologie verpleegkundige. Zij kunnen u mogelijk direct helpen of een afspraak met u maken. Achter in deze folder staat hoe en wanneer u hen kunt bereiken.
Blaaskanker Een afwijking in de blaas (ook wel een tumor genoemd) geeft in het begin meestal geen klachten. Een tumor is een ander woord voor gezwel. Een kwaadaardige tumor in de blaas gaat meestal uit van de binnenbekleding van de blaas (urotheel). In Nederland wordt per jaar bij ongeveer 5000 mensen blaaskanker vastgesteld. De ziekte komt viermaal vaker bij mannen voor dan bij vrouwen. Blaaskanker komt vooral voor bij mensen ouder dan 60 jaar.
1
Het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een urinestoma
Verschillende vormen van tumoren in de blaas De meest voorkomende kwaadaardige tumor van de blaas is het urotheelcelcarcinoom. Andere vormen van tumoren in de urinewegen zijn plaveiselcelcarcinoom en adenocarcinoom.
Bouw en functie van de blaas en nieren De urinewegen bestaan uit twee nieren, twee urineleiders, een blaas, plasbuis en bij mannen nog de prostaat. Een mens heeft meestal twee nieren. Dit zijn boonvormige organen die zich aan weerszijden van de wervelkolom, als het ware achter de buikholte bevinden. Ze liggen op de overgang van de rug naar de zij en worden gedeeltelijk door de onderste ribben bedekt. Als u met uw hand de ribben op de rug naar beneden afloopt, dan komt u ter hoogte van de onderste rib ongeveer bij uw nieren terecht. Aan de binnenkant van de nier bevindt zich het nierbekken. Hier wordt de urine opgevangen vanuit de nier. Vanuit het nierbekken loopt de urineleider (ureter) naar de blaas, waar de urine wordt opgeslagen. De blaas is een spier. Als de blaas vol is, geeft de blaas een signaal naar de hersenen af, dit wordt gevoeld als aandrang om te plassen. Vervolgens trekt de spierwand van de blaas zich samen om zo de urine via de plasbuis naar buiten te lozen.
2
Urologie | Oncologie
holle ader nier ader & slagader
nier
lichaamsslagader (aorta) urineleider (ureter) blaas plasbuis (urethra)
De urinewegen (en bloedvoorziening)
Een urinestoma is een kunstmatige uitgang in de buikwand voor het afvoeren van urine. De urine wordt buiten het lichaam opgevangen in een opvangzakje op de buik. Een urinestoma De arts maakt de urinestoma van een stukje dunne darm. Hieraan worden de urineleiders vastgemaakt. Normaal voeren de urine leiders de urine van de nieren naar de blaas. Bij een urinestoma loopt de urine door de urineleiders naar het stukje dunne darm. Het stukje darm wordt aan de huid vastgehecht en vormt een uitgang (de stoma) op de buik. Het stukje dunne darm blijft altijd een beetje slijm produceren, waardoor er vlokken in de urine komen. Dit is normaal. Wel kan de stoma verstopt raken door deze vlokken. Het is daarom belangrijk dat u voldoende drinkt. Als u een urinestoma krijgt, heeft u altijd een opvangzakje op het stoma omdat de urine voortdurend loopt. Het opvangmateriaal is 3
Het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een urinestoma
van goede kwaliteit. Het plakt goed, het is onzichtbaar onder de kleding, het lekt niet en u ruikt de urine niet.
Een urinestoma volgens Bricker
Voorbereiding op de operatie Als de uroloog met u heeft afgesproken dat uw blaas wordt verwijderd en u in aanmerking komt voor het aanleggen van een urinestoma dan krijgt u op de polikliniek een aantal afspraken mee. Gesprekken met de uroloog en de oncologieverpleegkundige U heeft op de polikliniek Urologie een gesprek met de uroloog en de oncologieverpleegkundige over de operatie. Zij zullen met u het hele traject van voorbereiding, operatie en nazorg bespreken.
4
Urologie | Oncologie
Wij adviseren u om niet alleen te komen, maar uw partner of een naaste mee te nemen. De oncologieverpleegkundige is uw aanspreekpunt tijdens het hele traject van onderzoek, behandeling en nazorg. Anesthesie (verdoving) U krijgt een afspraak thuisgestuurd voor het preoperatieve spreekuur (POPA). Tijdens dit spreekuur bespreekt u met de anesthesioloog uw gezondheid en de eventuele medicijnen die u gebruikt. De anesthesioloog onderzoekt u en bespreekt met u de narcose en de mogelijkheden van pijnbestrijding. Wanneer u 60 jaar of ouder bent, worden een longfoto en hartfilmpje gemaakt. Gesprekken met de verpleegkundige en de coassistent Aansluitend op het gesprek met de anesthesioloog heeft u een gesprek met de verpleegkundige en de coassistent op de verpleegafdeling Urologie. De coassistent zal ook een kort lichamelijk onderzoek bij u doen. De verpleegkundige spreekt met u over een aantal risicofactoren, zoals uw leeftijd, suikerziekte, longproblemen, lichamelijke beperkingen en de mogelijke kans op verwardheid na de operatie. Aan de hand van dit gesprek kan de afdeling een aantal maatregelen nemen om problemen te voorkomen. Hierbij kunt u denken aan een speciaal matras, fysiotherapie, tilhulp middelen of een extra lang bed. Meestal zijn de gesprekken om 13.00 uur afgerond en kunt u naar huis. Als er bij u een verhoogde kans is op verwardheid na de operatie dan maakt de verpleegkundige een afspraak met de verpleegkundig specialist van de afdeling Psychiatrie. Zij geven als het nodig is, ondersteunende medicatie en begeleiding.
5
Het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een urinestoma
Verpleegkundig consulent stomazorg U krijgt een afspraak bij de verpleegkundig consulent stomazorg. Zij geeft u aanvullende informatie over de operatie, de gevolgen van de operatie en de nazorg. Zij kijkt samen met u op welke plek de stoma het beste kan komen. Ze markeert deze plek op uw huid met een kleine tatoeage. Het is niet altijd mogelijk de stoma ook op die plaats te maken. De definitieve plaats wordt tijdens de operatie vastgesteld. Psychosociale ondersteuning Onderzoek naar, de diagnose en de gevolgen van kanker zijn ingrijpend. Na eerst een periode van onzekerheid krijgt u (en uw naasten) te maken met keuzes in behandeling, een operatie en de gevolgen hiervan. De oncologieverpleegkundige begeleidt u in deze fases. Als u meer ondersteuning nodig heeft kan de oncologieverpleegkundige u informeren over de mogelijkheden. Binnen het UMCG kan dit ondersteuning door maatschappelijk werk zijn. Er zijn buiten het UMCG ook diverse mogelijkheden, bijvoorbeeld ’Het Behouden Huys’ – een psycho-oncologisch centrum in Glimmen. Ook is er ondersteuning mogelijk voor uw naasten, uw partner of kinderen. Bloedverdunners Als u bloedverdunners gebruikt stopt u in overleg met de uroloog een aantal dagen voor de operatie hiermee. Het aantal dagen staat ook in de opnamebrief vermeld. Als u hierover vragen heeft, neem dan contact op met een medewerker van het Opnamebureau, telefoonnummer (050) 361 05 17. Op werkdagen te bereiken tussen 9.30 - 10.30 uur.
6
Urologie | Oncologie
De opname De definitieve opnamedatum krijgt u thuis gestuurd. Meestal wordt u op de ochtend voor de operatie opgenomen, soms een dag van tevoren. U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de opnamebalie in de Centrale Hal. Een gastvrouw brengt u dan naar de verpleegafdeling. Als u ernstige longproblemen heeft maakt de zaalarts een afspraak met de fysiotherapeut voor u. De fysiotherapeut legt enkele ademhalingstechnieken uit en oefent deze met u. Dit is belangrijk om een longontsteking te voorkomen. Meestal start de begeleiding door de fysiotherapeut na de operatie. Op de avond voor, of op de dag van de operatie krijgt u een injectie om trombose te voorkomen. Trombose is een bloedstolsel in een bloedvat dat kan ontstaan doordat u stilligt tijdens en na de operatie. De injectie krijgt u eenmaal daags totdat u na de operatie weer voldoende in beweging bent. Als u vaak last heeft van darmverstopping (obstipatie) geven we u een klysma, dit kan problemen met de ontlasting na de operatie voorkomen. Zes uur voor de operatie mag u niets meer eten en alleen nog helder vloeibaar drinken. Dat betekent alleen water, thee zonder suiker, gezeefde bouillon of appelsap. Vanaf twee uur voor de operatie mag u ook niets meer drinken.
Voorbereiding op de operatie Op de dag van de operatie krijgt u operatiekleding van de verpleegkundige. Ter voorbereiding op de narcose krijgt u in overleg met de anesthesioloog pijnstillende medicijnen. Soms krijgt u ook rustgevende medicijnen. Na het innemen van de medicijnen kunt u beter niet meer alleen uit bed gaan. Als u 7
Het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een urinestoma
sieraden draagt of een (gebits-)prothese heeft moet u deze verwijderen. Voor de operatie en voordat u naar de voorbereidingsruimte (holding) gaat vraagt de verpleegkundige u te plassen. Een verpleegkundige brengt u op uw bed naar de voorbereidings ruimte van de operatiekamers (holding). Daar krijgt u een infuus in uw arm krijgt u antibiotica om infecties te voorkomen. Hierna gaat u naar de operatiekamer, waar u wordt gevraagd om op de operatietafel te gaan liggen. Pijnbestrijding Voor u onder narcose gaat plaatst de anesthesioloog een epiduraal katheter in uw rug. Dit is een slangetje voor het toedienen van de pijnstilling via een pompje (PCEA). Als een epiduraalkatheter niet mogelijk is, krijgt u de pijnstilling via het infuus (PCA). Veiligheidsmaatregelen Op een aantal momenten van overdracht (voor, tijdens en na de operatie) zijn er ‘stopmomenten’ waarbij de medewerkers met elkaar uw gegevens (zowel persoons- als operatiegegevens) controleren. Dit is een verplichte veiligheidsmaatregel binnen het UMCG die SURPASS genoemd wordt (Surgical Patient Safety System).
De operatie Lymfeklieronderzoek Tijdens de operatie vindt een onderzoek van de lymfeklieren plaats. Als uit dit onderzoek blijkt dat er tumorweefsel in de lymfeklieren aanwezig is zal het plan van opereren mogelijk aangepast worden. De uroloog heeft dit van tevoren met u besproken. Als uit het lymfeklieronderzoek blijkt dat er geen
8
Urologie | Oncologie
tumor in de lymfeklieren aanwezig is gaat de uroloog volgens plan verder met de operatie. De uroloog maakt een snee in de buikhuid vanaf de navel tot aan het schaambeen. Bij mannen worden zowel de blaas als de prostaat en de zaadblaasjes verwijderd. Soms is het mogelijk de prostaat te sparen. Bij vrouwen worden vaak zowel de blaas als de baarmoeder verwijderd. Voor de stoma wordt een stukje dunne darm van ongeveer 15 cm gebruikt. De rest van de darm (waar dus een klein stukje tussenuit is gehaald) wordt weer aan elkaar vastgehecht. De urineleiders worden aan het stukje dunne darm vastgehecht. Van dit stukje darm maakt de uroloog de stoma. De stoma wordt zo mogelijk op de gemarkeerde plaats op uw buik gemaakt. In de urineleiders worden twee dunne slangetjes geplaatst, deze worden ook wel splints genoemd. Deze splints zorgen tijdelijk voor het afvloeien van de urine, rechtstreeks van de urineleiders door de stoma naar buiten. Zo kunnen de urineleiders zonder urinelekkage vergroeien met het stukje darm. De uroloog plaatst een slangetje (wonddrain) in het wondgebied voor het afvoeren van overtollig vocht, urine en bloed. De uroloog hecht aan het eind van de operatie de buik wond weer dicht. Rondom de stoma wordt een opvangzakje/ stomazakje geplakt waarin de urine wordt opgevangen.
Na de operatie Na de operatie neemt de uroloog contact op met uw contact persoon om kort uitleg te geven hoe de operatie verlopen is. Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer (recovery). Hier kunt u alleen in overleg met de verpleegkundigen van de verpleegafdeling Urologie en na 18.30 uur bezoek ontvangen. Als het goed met u gaat, u goed wakker bent en geen pijn heeft gaat u terug naar de
9
Het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een urinestoma
verpleegafdeling. Soms is het nodig om langer intensief bewaakt te worden, u verblijft dan 24 uur op de uitslaapkamer of op de intensive-care. Pijn Met de voorgeschreven pijnmedicatie moet u de pijn na de operatie goed kunnen verdragen. U krijgt op vaste tijden pijnstillers en zo nodig aanvullende pijnstillers. Een aantal keren per dag neemt de verpleegkundige een ‘pijnscore’ af. Dit betekent dat u aangeeft hoeveel pijn u heeft, hierop wordt de pijnstilling afgestemd. Over de pijnscore krijgt u op de verpleegafdeling meer uitleg. Een goede pijnbestrijding zorgt voor een beter herstel. Ook als u misselijk bent, kunt u om medicijnen vragen. Als u een pijnpomp (PCEA of PCA pomp) heeft gekregen via de anesthesioloog komt een medewerker van de afdeling Anesthesie (Acute Pijn Service) dagelijks bij u om de pijnmedicatie met u te bespreken en zo nodig de medicatie te verhogen of af te bouwen. Drinken en eten De eerste dagen na de operatie werken de darmen nog niet goed. Een maagslangetje (sonde) via de neus zorgt ervoor dat het overtollige maagsap afgevoerd wordt. U krijgt vocht via een infuus, daarnaast mag u voorzichtig beginnen met het drinken van water en thee. De maagsonde wordt verwijderd als de darmen weer op gang komen, dit is merkbaar aan rommelingen en winden. Dit is ook het moment om weer zo gewoon mogelijk te gaan eten. Als de darmfunctie niet op gang komt kan de uroloog beslissen om tijdelijk voeding via een speciaal infuus te geven. Het is ook mogelijk om extra voeding te geven via een voedingssonde. Uit bed en bewegen De eerste dag na de operatie zult u gestimuleerd worden rechtop te zitten, zo mogelijk even op de rand van het bed. De dagen daarna is het belangrijk dat u regelmatig uit bed komt. Door weer 10
Urologie | Oncologie
vlot uit bed te komen en rond te gaan lopen, voorkomt u trombose, doorliggen, (luchtweg-) infecties en het lui worden van de darmen. Ook is het belangrijk dat u regelmatig diep ademhaalt en doorzucht om het risico op een longontsteking te beperken. Soms wordt hiervoor ondersteuning van een fysiotherapeut gevraagd. Zaalarts Na de operatie komt de zaalarts dagelijks bij u langs. Een zaalarts is een arts met een afgeronde studie Geneeskunde. De zaalarts werkt onder supervisie van uw behandelend uroloog, ook wel de hoofdbehandelaar genoemd. Tijdens het bezoek van de zaalarts is er aandacht voor uw algehele herstel, pijn, de wond, bewegen (mobiliseren), eten en drinken en alles wat ter sprake komt. Als u vragen heeft over uw herstel of u maakt zich zorgen, dan is dit een goed moment om het met de arts te bespreken. De verpleegkundige kan ook uw vragen met de zaalarts bespreken. Verzorgen van uw stoma Tijdens uw herstelperiode in het ziekenhuis, helpt de verpleeg kundige u om zelf uw stoma te gaan verzorgen. Zo mogelijk in bijzijn van uw naaste. Thuis begeleidt de thuiszorg u tot u volledig zelfstandig uw stoma kunt verzorgen. Mogelijke complicaties na de operatie Meestal verloopt de operatie zonder problemen. Toch kunnen er complicaties optreden. De meest voorkomende complicaties zijn: • Lekkage van de urine (wat meestal spontaan herstelt). • Darmproblemen. • Een wondinfectie. • Een longontsteking. • Een nabloeding (zelden). • Naadlekkage van de darm (zelden). • Een breuk in de spierlaag van de buik.
11
Het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een urinestoma
Deze problemen kunnen de opnameduur verlengen. Soms is het nodig om nogmaals te opereren om de problemen op te lossen.
Naar huis Naar verwachting gaat u tien tot veertien dagen na de operatie naar huis. De opnameduur is afhankelijk van eventuele complicaties en uw herstel. U kunt naar huis als: • U geen koorts heeft. • De splints (tijdelijke slangetjes) verwijderd zijn. • U zichzelf goed kunt verzorgen. • U weer normaal eet. • U normale ontlasting heeft. • Thuiszorg geregeld is en alle materialen voor thuis zijn besteld. Thuiszorg De verpleegkundige van de afdeling bespreekt met u welke zorg u thuis nodig heeft. De verpleegkundige schakelt hierbij de transfer verpleegkundige in. De transferverpleegkundige is gespecialiseerd in het regelen van thuiszorg. Zij zal de voorgestelde zorg met u bespreken en aanvragen. De verpleegkundige bestelt de stomamaterialen die u nodig heeft bij een leverancier van stoma-, incontinentie en wondverzorgingsmateriaal (bijvoorbeeld bij Combicare). De verpleegkundige of stomaverpleegkundige van de afdeling Urologie zal de machtiging en de 1e bestelling voor u regelen. Huishoudelijke hulp Huishoudelijke hulp kunt u zelf aanvragen via het zorgloket van de gemeente. Zodra de ontslagdatum bekend is kunt u of uw naaste(n) dit doorgeven bij het zorgloket van uw eigen gemeente. De medewerker van het zorgloket bekijkt met u of u een beroep 12
Urologie | Oncologie
kunt doen op hulp. Meestal zitten er tussen de aanvraag en levering van huishoudelijke hulp vijf werkdagen. Het is verstandig om al voor de operatie te informeren welke mogelijkheden er zijn, of er een wachtlijst is, en of u in aanmerking komt voor ondersteuning. Als u in Drenthe woont kan de transferverpleeg kundige de huishoudelijke zorg wel voor u aanvragen. Douchen en wondverzorging U kunt thuis onder de douche gaan, ook met hechtingen en stoma materiaal. Dep de wond daarna zachtjes droog. Het droog houden van de wond bevordert een goede wondgenezing. Gebruik daarom niet een afsluitende pleister op de wond, deze maakt de wond vochtig. Telefonisch contact en enquête Ongeveer twee tot drie dagen na uw ontslag van de verpleeg afdeling neemt een verpleegkundige telefonisch contact met u op. Ze zal u vragen hoe het met u gaat. U kunt uw vragen en opmerkingen met haar bespreken. Ook vraagt de verpleegkundige naar uw ervaringen over uw opname in het ziekenhuis (enquête) Dit kan gaan over de verpleegkundige zorg, medische zorg, organisatie, bejegening, wachttijden, etc. De uitkomsten van deze enquete worden regelmatig met elkaar besproken. Als het gewenst is wordt er actie ondernomen om tot verbetering te komen. Natuurlijk kunt u ook tijdens uw opname uw vragen en opmerkingen met de verpleegkundige bespreken! Contact opnemen Neemt u contact op met de dienstdoende uroloog van het UMCG wanneer: • U aanhoudende (buik-)pijn heeft die niet verdwijnt door het gebruik van de voorgeschreven pijnstillers. Meestal mag u viermaal daags (om de zes uur) twee tabletten paracetamol van 500 mg. innemen. • U koorts heeft boven de 38,5°C of langer dan 24 uur 13
Het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een urinestoma
boven de 38°C. • Er veel bloed in de urine aanwezig is. Tot zes weken na de operatie kan er een beetje bloed in de urine zitten, dit is normaal. • De wond verandert: rood of pijnlijk is, een beetje open gaat of pust. U kunt de polikliniek Urologie tijdens kantooruren bereiken tussen 08.30 – 12.00 uur via telefoonnummer (050) 361 21 67. Buiten deze uren kunt u het algemene nummer van het UMCG bellen en vragen naar de dienstdoende uroloog, telefoonnummer (050) 361 61 61.
Herstel en nazorg Leefregels en adviezen Vermoeidheid en conditieverlies horen bij de eerste periode van herstel. Wij adviseren u: • De eerste zes tot acht weken: - niet te fietsen; - niet zwaar te tillen, maximaal 3 kilo; - niet hard persen bij de ontlasting; - geen klysma’s of zetpillen te gebruiken, niets via de anus (rectaal) inbrengen. • Zorg voor goede voeding, zonodig kunnen we u verwijzen naar een diëtist. • Zorg ervoor dat u voldoende drinkt (minimaal 2 liter). • Neem voldoende rust maar zorg ook voor voldoende beweging. Bewegen is heel belangrijk voor verder herstel maar ook om fit te blijven. Wandelen is een goede manier om de conditie te verbeteren, doe dit in een opbouwend schema. • Houdt u rekening met een herstelperiode van drie tot zes maanden. Een en ander is natuurlijk afhankelijk van uw conditie voor de operatie en de eventuele complicaties na de operatie. 14
Urologie | Oncologie
•
•
•
U mag na de operatie licht huishoudelijke werk uitvoeren. Zwaar huishoudelijk werk doen (zoals stofzuigen, tuinieren) kunt u beter nog even uitstellen. Autorijden mag als u zich fit genoeg voelt. Wij adviseren u ook uw verdere leven niet te zwaar te tillen (maximaal 5 -10 kilo). De kans op een breuk in de spierlaag blijft aanwezig. Als tijdens de poliklinische controles blijkt dat uw herstel (lichamelijk en/of psychisch) niet vordert, zullen we met u bespreken of het raadzaam is een revalidatietraject te volgen. U kunt dan denken aan oncologische revalidatie of sport op maat. Natuurlijk kunt u dit ook met uw huisarts overleggen en zelf een plan maken.
Afspraken stomaverpleegkundige Als u naar huis gaat heeft u vier tot zes weken na uw ontslag een afspraak met de stomaverpleegkundige op de polikliniek. Daarna maakt u afspraken in overleg met de stomaverpleegkundige. Werk Afhankelijk van uw leeftijd, werksituatie en conditie kunt u in overleg met de uroloog en in overleg met de eigen bedrijfsarts bespreken hoe en wanneer u uw werk kunt hervatten. Over het algemeen kunnen de meeste patiënten na drie tot zes maanden de normale bezigheden weer uitvoeren. Wel kunnen praktische zaken ervoor zorgen dat hervatting van werk moeilijk is, zeker bij een lichamelijk zwaar beroep. De bedrijfsarts begeleidt de terugkeer naar uw werk, daarom is het belangrijk dat uw bedrijfsarts op de hoogte is. Afspraken over uw werk zullen vaak soepeler verlopen als u de bedrijfsarts al vóór de operatie informeert. Als de bedrijfsarts informatie wil opvragen van het ziekenhuis, is daarvoor uw toestemming nodig. Dit is om uw privacy te beschermen.
15
Het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een urinestoma
Seksualiteit Bij de aanleg van een urinestoma en het verwijderen van de blaas, prostaat/baarmoeder kunnen de zenuwbanen die zorgen voor seksuele opwinding, erecties en orgasme beschadigd raken. Deze schade is niet te voorkomen en herstelt meestal niet. Het aanleggen van een urinestoma zal altijd gevolgen hebben voor de seksualiteit en de beleving hiervan. Het is belang rijk om te weten wat dit voor u en een eventuele partner betekent. Misschien heeft u behoefte heeft aan gespecialiseerde begeleiding. De uroloog, de stoma-of oncologieverpleegkundige informeren u over de mogelijkheden van begeleiding of behandeling door een seksuoloog. Poliklinische controles en bespreken van het weefselonderzoek Afhankelijk van de opnameduur kan het zijn dat de uitslag van het weefselonderzoek al tijdens de opname bekend is. De uitslag wordt dan met u en uw naaste besproken. Als het weefsel onderzoek nog niet bekend is bespreekt de uroloog dit tijdens de 1e poliklinische controle. Vervolg controles, follow-up U blijft na de operatie levenslang bij de uroloog onder controle. De controles bestaan meestal uit: • Bloed- en urineonderzoek. • Gesprek met de uroloog en zo nodig de oncologie verpleegkundige. Vragen of eventuele problemen kunt u met hen bespreken. • De arts zal onder andere een echo van de nieren maken. • U komt regelmatig terug voor controle en onderzoek, het 1e jaar om de drie à vier maanden, het 2e jaar elke zes maanden, daarna eenmaal per jaar.
16
Urologie | Oncologie
Vragen Een behandeling in verband met blaaskanker is een ingrijpende gebeurtenis voor u en uw naasten. Het is dan ook vanzelfsprekend dat u vragen heeft over de operatie en de gevolgen ervan. Bespreek deze zo mogelijk samen met uw partner/directe naaste, met de uroloog of met de stoma/oncologieverpleegkundige. De afdeling Urologie is van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 12.00 uur bereikbaar. Het telefoonnummer is (050) 361 21 67. Voor meer informatie over de afdeling Urologie kunt u ook de website www.urologie.umcg.nl raadplegen. Telefonisch spreekuur oncologieverpleegkundige Het verpleegkundige oncologisch spreekuur is op vrijdagmiddag van 13.30- 15.30 uur, telefoonnummer (050) 361 34 89. Buiten dit spreekuur om kunt u de polikliniek Urologie bellen (050)361 21 67 en vragen of er een oncologieverpleegkundige aanwezig is. Een medewerker van de zorgadministratie zal dan zo mogelijk contact leggen. Als u niet dringende vragen heeft kunt u die ook via een e-mail aan de oncologieverpleegkundige stellen. Het e-mailadres is
[email protected] Spreekuur Stomaverpleegkundige De stomaverpleegkundige informeert u tijdens uw bezoek over de bereikbaarheid van de stomaverpleegkundigen. U kunt tijdens kantooruren bellen met een medewerker van de polikliniek Urologie (050) 361 21 67 en vragen of er een stomaverpleegkundige aanwezig is. De medewerker zal dan zo mogelijk contact leggen. Ook via de mail kunt u de stomaverpleegkundige bereiken:
[email protected]
17
Het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een urinestoma
Aanvullende informatie Patiëntenvereniging Waterloop Vereniging Waterloop is een patiëntenvereniging die zich inzet voor mensen met blaas- of nierkanker, kanker aan het nierbekken, de urineleiders of de urinebuis. De vereniging is er voor patiënten, partners, familieleden, professioneel geïnteresseerden en andere belangstellenden. De vereniging ondersteunt mensen door lotgenotencontact, informatie en voorlichting en belangen behartiging. U kunt in contact komen met lotgenoten om ervaringen te delen over de diagnose en de behandeling. Vereniging Waterloop Telefoon (030) 291 60 90 E-mail:
[email protected] Website: www.waterloop.nfk.nl Nederlandse Stomavereniging De Nederlandse Stomavereniging stelt zich ten doel het bevorderen van een zo gunstig mogelijke lichamelijke, psychische en sociale conditie van mensen met een stoma of pouch en mensen die een stoma hebben gehad. De vereniging heeft een platform voor lotgenotencontact en biedt informatie en voorlichting, niet alleen over het leven met een stoma of pouch, maar ook over relevante ontwikkelingen. Nederlandse stomavereniging Telefoon (0346) 262 286 E-mail:
[email protected] Website www.stomavereniging.nl Website www.toekomstnakanker.nl De website ‘Toekomst na kanker’ geeft u algemene informatie over de mogelijkheden van ondersteunende zorg onderverdeeld in 10 thema’s. U kunt vervolgens bekijken welke van deze nazorg mogelijkheden bij u in de buurt zijn (zie tabblad ‘aanbod in uw regio’ en kies het ziekenhuis in uw regio). 18
Urologie | Oncologie
KWF Kanker Infolijn De KWF Kanker Infolijn geeft informatie aan patiënten en hun naasten. De voorlichters kunnen u informeren over kanker en ondersteunen bij de problemen die kanker geeft. Daarnaast willen ze u adviseren bij lichamelijke klachten. Het (gratis) telefoon nummer is 0800 – 0226622. Voor meer informatie over het KWF verwijzen we u naar de website www.kwfkankerbestrijding.nl
19
Het verwijderen van de blaas en het aanleggen van een urinestoma
Aantekeningen
20
Patiënteninformatie vlk 360/1311