Commissienotitie Reg. nr.: 1310061 Comm.: Bestuurlijke Zaken Datum: 13-03-2013
Onderwerp Uitvoering geven aan de gewijzigde Drank- & Horecawet
Status Oordeelvormend
Voorstel Een oordeel te geven over de beleidsmatige keuze(s) en hiermee invulling te geven aan de mogelijkheden van de gewijzigde Drank- & Horecawet
Inleiding Op 1 januari 2013 is de gewijzigde Drank- & Horecawet (hierna: DHW) in werking getreden. Het verantwoordelijk bestuur (de burgemeester) krijgt er een aantal nieuwe bevoegdheden bij die het bijvoorbeeld mogelijk maken om het niet naleven van de gestelde regels nog beter te handhaven en daarmee drankmisbruik te voorkomen en / of te bestrijden. De burgemeester krijgt bijvoorbeeld de bevoegdheid om een vergunning te schorsen, alsmede de mogelijkheid om ook op te treden tegen winkels die op een onverantwoorde manier alcohol verkopen. Ook de Raad van een gemeente krijgt verordenende bevoegdheden. De nieuwe DHW maakt het voor de Raad o.a. mogelijk om regels te stellen op het gebied van: • • •
Koppeling tussen toegangsleeftijd en sluitingstijd horeca (waar, hoe en wanneer mag er aan wie alcohol geschonken worden). Regulering van prijsacties en / of happy hours. Verbod op verkoop zwakalcoholische dranken bij bepaalde winkels op bepaalde tijden.
Het bovenstaande kan de Raad in een verordening opnemen, dit hoeft echter niet. Dit geldt niet voor de regulering van de paracommerciële horeca (verenigingen en stichtingen). De gemeente (lees: de Raad) is verplicht om voor 1 januari 2014 een verordening vast te stellen om de drankverstrekking binnen de paracommercie te reguleren. Daarbij is het mogelijk om onderscheid te maken naar de aard van de paracommerciële rechtspersoon. Al het bovenstaande, ook de verplichte bepalingen voor de paracommercie, kunnen op advies van de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) worden opgenomen in de Algemene plaatselijke verordening (hierna: Apv). Hiervoor zijn al menig modelbepalingen door de VNG opgesteld. De belangrijkste wijziging van de nieuwe DHW is de decentralisatie van het toezicht. De gemeente wordt verantwoordelijk voor de handhaving van de DHW. Dit toezicht lag eerst bij de Voedsel en Warenautoriteit (hierna: VWA). Volgens de centrale overheid heeft dit als voordeel dat er kan worden ingespeeld op de lokale situatie en problematiek. Een groot nadeel is echter wel dat er vanuit het Rijk geen geoormerkte gelden richting de gemeenten zijn gekomen voor deze zware taak en gemeenten ook enigszins overvallen zijn met grote wijzigingen op een korte termijn.
1
Commissienotitie Reg. nr.: 1310061 Comm.: Bestuurlijke Zaken Datum: 13-03-2013
Beoogd effect Het voornaamste beoogde effect van de nieuwe DHW is het terugdringen van alcoholmisbruik onder jongeren. Het is wel belangrijk om direct te benadrukken dat een wet an sich nooit een probleem binnen de maatschappij in concreto kan oplossen. Dit is meer afhankelijk van een stukje bewustwording. De wet zelf is vooral een repressief instrument met eveneens een preventief karakter. Een preventieve werking kan in het algemeen vooral bereikt worden d.m.v. een goede voorlichting over het gebruik van alcohol en de effecten daarvan. Daarom besteedt de gemeente Boxtel ook veel aandacht aan de landelijke voorlichtingsacties, zoals: “Laat je niet flessen” of “16- geen goed begin”. Een mogelijke handhaving moet nooit als sluitstuk worden gezien. Wanneer de werking van een wet als de nieuwe DHW afhankelijk is van de handhaving, dan klopt de inhoud van de wet waarschijnlijk niet (is er dus geen sociaal draagvlak voor). De handhaving moet vooral fungeren als een instrument om de excessen aan te pakken, niet als middel voor een sociaal maatschappelijke correctie van de samenleving. Het is ook belangrijk voor een gemeente om prioriteiten te stellen bij het uitvoeren van de nieuwe DHW. De financiële situatie speelt hierbij een grote rol. De gemeente wordt namelijk geconfronteerd met grote wijzigingen, zonder dat daar extra financiële middelen voor beschikbaar gesteld worden. Er moeten dus prioriteiten gesteld worden en keuzes worden gemaakt. De burgemeester van Boxtel is daarbij voorstander, sowieso het eerste jaar, van een beleidsneutrale invulling.
Argumenten Voor een goede beeldvorming worden nu de mogelijkheden van de nieuwe wet beschreven, de huidige situatie in de gemeente Boxtel (+ de visie van de stakeholders) en tot slot de visie van de burgemeester inzake de beleidsmatige uitvoering. Bij deze beeldvorming zijn de adviezen van de KHN (Koninklijke Horeca Nederland, zie bijlage 1) en de VNG gebruikt. De winkeliersverenigingen / ondernemersverenigingen zijn ook in de gelegenheid te reageren, maar deze hebben (vooralsnog) geen inhoudelijke reactie gegeven (mogelijk spreken ze in tijdens de vergadering). -- De verordenende mogelijkheden op basis van de nieuwe wet -Beleidsmatige zaken die de Raad bij verordening kan regelen: A. Beperkingen instellen voor de verkoop van alcohol (artikel 25a) In een verordening kan worden bepaald dat het schenken van sterke drank (of alcoholhoudende drank) in inrichtingen, voor een in die verordening aangewezen aard, binnen een deel van de gemeente, of tijdsruimte, in zijn geheel of deels verboden is. Toelichting: het doel van dit artikel is om de beschikbaarheid van alcohol voor “de jeugd” te beperken, dan wel de beschikbaarheid van sterke drank tijdens bepaalde aangelegenheden of feestelijkheden. Ook kan worden bepaald dat op bepaalde plekken wel alcohol mag worden verkocht, maar geen sterke drank. Dit kan bijvoorbeeld ook bij evenementen het geval zijn.
2
Commissienotitie Reg. nr.: 1310061 Comm.: Bestuurlijke Zaken Datum: 13-03-2013 De beoogde werking van een dergelijk artikel in een verordening is zeer onduidelijk. Het is namelijk zeer lastig om te kwalificeren welke inrichtingen dit dan zouden moeten zijn en waarom deze inrichtingen verschillen van de andere inrichtingen waar nog wel alcohol kan worden gekocht. Ook is het lastig om uit te spreken dat de beschikbaarheid van sterke drank meer nadelige effecten heeft dan lichtalcoholische dranken (bijvoorbeeld bij grote hoeveelheden). B. Voorschrijven van toegangsleeftijd, wel of niet gekoppeld aan sluitingstijden (artikel 25b) In een verordening kan worden bepaald dat bezoekers met een bepaalde leeftijd (mag niet hoger zijn dan 21 jaar) niet in de aangewezen horecagelegenheden mogen worden toegelaten. Toelichting: het doel van dit artikel is om voor de jeugd (met een bepaalde leeftijd) de toegang tot gelegenheden waar alcohol wordt geschonken te beperken. Hierbij kan ook een relatie worden gelegd met het tijdstip of de sluitingstijd. Er kan bijvoorbeeld worden bepaald dat personen jonger dan 18 jaar niet in horecagelegenheden mogen worden toegelaten na 23:00 uur in de avond. Er kan bijvoorbeeld ook worden bepaald dat er na 02:00 uur geen personen jonger dan 18 jaar in horecagelegenheden mogen worden toegelaten. De toegevoegde waarde of werking is zeer discutabel. Uit onderzoeken (zie bijlage 1) is namelijk gebleken dat een beoogde werking hiervan niet vaststaat of vanzelfsprekend is. De effecten kunnen zelfs averechts werken doordat jongeren in een kortere tijd dezelfde hoeveelheid willen drinken en, in het kader van de openbare veiligheid, dat er verschillende aanloop- en vertrekmomenten zijn van bezoekers tijdens een stapvond. Dit is voor de waarborging van de openbare orde en veiligheid een zeer ongewenst effect. C. Verkoopbeperkingen voor de detailhandel (artikel 25c) In een verordening kan worden bepaald dat bepaalde winkels / gebieden op bepaalde tijden geen alcohol mogen verkopen. Toelichting: het doel van dit artikel is om het verkopen van zwak-alcoholhoudende drank en winkels zoals warenhuizen, snackbars, supermarkten of andere levensmiddelenwinkels te beperken. De bepaling kan worden gebruikt om te voorkomen dat er tijdens bepaalde feestelijkheden en evenementen in de detailhandel blikjes bier, flessen, wijn en andere zwak-alcoholhoudende dranken worden verkocht die vervolgens op straat worden opgedronken. Uiteraard met dien verstande dat de alcohol sowieso alleen maar aan mensen met de gestelde leeftijd mag worden verkocht (dit al op basis van de formele wet zelf). Wederom is de doelmatigheid van dit artikel moeilijk te beoordelen. Het is hoogstwaarschijnlijk een misvatting om bijvoorbeeld te denken dat deze winkels met carnaval de problemen veroorzaken door / met alcohol op straat. Zeker rekening houdende met het gegeven dat met carnaval de meeste mensen met alcohol op straat zullen staan (bijvoorbeeld bij of tijdens een optocht).
3
Commissienotitie Reg. nr.: 1310061 Comm.: Bestuurlijke Zaken Datum: 13-03-2013 Eveneens is het drinken of bij zich hebben van alcohol op straat voor personen onder de gestelde leeftijd sowieso strafbaar. Daar hoeft deze maatregel ook niet voor worden ingevoerd. Een dergelijke maatregel kan daarbij grote financiële gevolgen hebben voor bijvoorbeeld supermarkten die tijdens deze periode alcohol willen verkopen aan de “goedwillende” klanten. Al bij al dus een discutabele maatregel. D. Verbieden van prijsacties in de horeca of supermarkt (artikel 25d) In een verordening kan worden bepaald dat alcoholhoudende dranken niet onder een bepaalde prijs verkocht mogen worden (de zogenaamde “Happy Hours” acties). Toelichting: het doel van dit artikel is om het stimuleren van overmatig drankgebruik of misbruik te verbieden. Er kan worden ingevoerd dat de horeca niet meer dan 40% korting op de drank mag geven en de winkels / snackbars niet meer dan 30% korting. De exacte formulering maakt de uitvoering echter wel lastig. Er moet door de overheid / toezichthouder namelijk gedurende een bepaalde periode het “prijsniveau” worden bijgehouden en op basis daarvan moet dan worden bepaald of er sprake is van een dergelijk kortingspercentage. Dit is bij de constatering al lastig (de aankondiging is niet genoeg, moet ook feitelijk plaatsvinden), alsmede bij de uiteindelijke bestuurlijke handhaving. Om deze reden is de VNG groot tegenstander van deze bepaling. Niet om het beoogde / gewenste effect, maar omdat de regel moeilijk tot niet uitvoerbaar is. Het kan uiteraard bij verordening verboden worden gesteld, maar als het niet uitvoerbaar is dan ontstaat er een onmogelijke situatie voor de gemeentelijke organisatie. E. Opstellen verplichte verordening paracommercie (artikel 4) De Raad dient verplicht een verordening op te stellen met specifieke regels voor de paracommercie (kantines, dorpshuizen etc.). Wat mag er wel en niet gebeuren in deze inrichtingen, in relatie tot het schenken van alcohol. Toelichting: het doel van dit artikel is het “nastreven” van een eerlijke concurrentieverhouding tussen de commerciële en niet-commerciële horeca (voorkoming oneerlijke mededinging). De paracommerciële inrichtingen mogen zich niet begeven in het vaarwater van de commerciële inrichtingen. Omdat de verenigingen / stichtingen genieten van bepaalde voordelen die de commerciële horeca niet heeft, dient er een balans te worden gezocht d.m.v. het beperken van de toegestane activiteiten. Bijvoorbeeld bijeenkomsten van persoonlijke aard (bruiloft, verjaardagen etc.) alsmede bijeenkomsten die geen verband hebben met het doel van de betreffende instelling. Ondergeschikt aan de hoofdactiviteiten van de stichting of vereniging kunnen mensen een glaasje alcohol daar nuttigen, maar het mag geen doel op zich zijn. Het is ontzettend lastig om hier een goede balans in te vinden, omdat het algemeen bekend is dat de meeste verenigingen (ook) afhankelijk zijn van een bepaalde baromzet. Een dergelijke discussie heeft al snel meer een politiek karakter, dan een bestuurlijk karakter. Dergelijke instellingen kunnen namelijk grote nadelen ondervinden van (te) strakke regelgeving. Aan de andere kant moeten de belangen van de horeca ook in acht worden genomen.
4
Commissienotitie Reg. nr.: 1310061 Comm.: Bestuurlijke Zaken Datum: 13-03-2013 Zij pleiten uiteraard, alsmede de BEM (Bureau Eerlijke Mededinging) voor duidelijke, maar ook strenge regels. Bij deze advisering zijn ze logischerwijs niet geheel objectief, maar hun visie is wel degelijk belangrijk. Hun signaal is duidelijk, de schenktijden dienen verder gespecificeerd te worden (zie bijlage 1). De KHN pleit bijvoorbeeld voor het strikt invullen van de schenktijden bij bijvoorbeeld sportkantines. De algemene regel is momenteel, ook de lijn van de VNG, om een uur voor aanvang van de hoofdactiviteit en een uur na de hoofdactiviteit het schenken van alcoholhoudende drank toe te staan. De KHN wil hier op bepaalde punten verder in gaan door het letterlijk in te vullen, bijvoorbeeld geen alcohol meer op zondag voor 14:00 uur in de sportkantines. Nadeel daarvan is dat veel seniorenelftallen eerder spelen en daarna voor 14:00 uur ook een biertje willen nuttigen. De vraag blijft altijd of het “socialize” (met mogelijk een alcoholische versnapering) voor, tijdens of na de wedstrijd (bijvoorbeeld ook door de supporters) in de kantine ook geen onderdeel is van de “sport” of de sociaal maatschappelijke aangelegenheid. Handhaving op een dergelijke strakke regel zal de nodige weerstand oproepen, alsmede grote gevolgen (kunnen) hebben voor het sociale aspect van sportkantines. -- Huidige situatie in Boxtel (korte beeldvorming)-Om een uitspraak te kunnen doen over de noodzaak of wenselijkheid van bovenstaande maatregel, is het nuttig om een beeldvorming te verschaffen over de huidige situatie in Boxtel (is er wel of niet sprake van een substantieel probleem en kunnen deze problemen worden aangepakt / opgelost met bovenstaande maatregelen). Voor de beeldvorming zullen er nu kort wat gegevens worden vermeld: 1. Gegevens recente gezondheidsmonitor van het Hart van Brabant: uit deze monitor blijkt dat 51% van de “jongeren” (hiermee wordt waarschijnlijk de schoolgaande jeugd tot 17 jaar mee bedoeld, kunnen dus jongeren van 16 jaar zijn maar ook jonger) de afgelopen 4 weken voor de enquête alcohol heeft gedronken en 38% meer dan vijf glazen heeft gedronken. Dit percentage ligt hoger dan het gemiddelde van de regio. Verder blijkt dat 58% van de ouders het geen probleem vinden dat hun nog jonge kinderen alcohol drinken. 2. De jongerenenquête “Jong Boxtel spreekt” 2010: uit deze enquête blijkt dat 48,68% van de 15 jarigen alcohol consumeert en 34,12% van de 14 jarigen (beide groepen dus niet de toegestane leeftijd bereikt van 16 jaar). De vraag daarbij is in welke hoedanigheid deze alcohol genuttigd wordt, waar deze alcohol genuttigd wordt, hoeveel en waar de alcohol vandaan komt. Dit blijkt niet uit de enquête. Toch, het is het wel een veelzeggend gegeven. 3. Rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning gemeente Boxtel GGD HvB: uit deze rapportage blijkt dat 57% van de jongeren, in de leeftijd van 12-17 jaar (de afgelopen 4 weken), in 2006 alcohol hebben gedronken en dat dit percentage in 2011 nog maar 43% bedroeg. Een afname van 14%. Dit is dan weer een heel positief gegeven. Het aantal jongeren wat meer dan zes glazen in het weekend is wel 1% toegenomen (van 15% tot 16% van de jongeren). De gemiddelden liggen wederom net iets hoger dan het gemiddelde van de regio.
5
Commissienotitie Reg. nr.: 1310061 Comm.: Bestuurlijke Zaken Datum: 13-03-2013 Op basis van bovenstaande gegevens kan niet een eenduidige conclusie getrokken worden. Het is duidelijk dat jongeren in de gemeente Boxtel, onder de toegestane leeftijd van 16 jaar, alcohol drinken. Waar dit gebeurt en met welke omvang is niet duidelijk. Het geeft dus niet aan of er een specifiek alcoholprobleem is onder (te jonge) jongeren en wat hiervan de oorzaak is. Wel kan worden geconcludeerd dat er veel drankgebruik plaatsvindt onder de toegestane leeftijd. Dit kan bijvoorbeeld ook in de thuissituatie plaatsvinden. Conclusies in relatie tot de aangehaalde verordenende mogelijkheden Er kan geconcludeerd worden dat personen / jongeren zich niet houden aan de toegestane drinkleeftijd. Het handhaven op het niet naleven van dit verbod is dus van groot belang. Echter, dit verbod bestond al en de VWA was ook bevoegd om hier op te handhaven. Het is dus geen nieuw ontwikkeling of een recentelijk trend. Mogelijk had eerdere handhaving weinig effect omdat de VWA minimale controles uitvoerde, alsmede dat alleen de exploitant een boete kreeg en niet de jongeren zelf (dit is nu wel het geval, is ook strafbaar gesteld). Dit is enkel een veronderstelling. Het probleem wordt waarschijnlijk alleen maar groter als de toegestane leeftijd naar 18 jaar gaat. Er kan dus niet geconcludeerd worden dat er specifieke problemen worden veroorzaakt door de beschikbaarheid van alcohol bij winkels, kroegen, of de paracommercie. Er is onvoldoende aanleiding om te veronderstellen dat eerder genoemde extra regels een “mogelijk” overmatig alcoholgebruik onder jongeren in Boxtel oplost. Er staat “mogelijk” omdat de aangehaalde gegevens wel een bepaalde consumptie aangeven, maar hiermee kan niet uitgesproken worden dat dit ook feitelijk een probleem is of was (bijvoorbeeld jongeren van 17 jaar mochten toen ook alcohol drinken, alsmede 5 glazen of meer). Om bovenstaande redenen (minimale effect handhaving + niet duidelijk waar de oorzaak / bron van een mogelijk drankprobleem ligt) heeft de gemeente Boxtel zich in het verleden vooral gericht op goede (algemene) voorlichtingsacties. Bewustwording is namelijk veel doelmatiger dan gissen naar een mogelijke oorzaak van het probleem (met daarbij nog de kanttekening of het überhaupt wel te verhelpen is) of mensen keer op keer op dezelfde fouten / overtredingen wijzen. Een alcoholist moet je bijvoorbeeld niet straffen, maar helpen bewust te worden van zijn probleem en daarmee iets te doen. Dit is tegenwoordig ook de aanpak bij de rechtspraak, mensen verplicht op cursus sturen. De volgende aanpak is het uitgangspunt: preventief is leidend (voorkomen door goede voorlichting), met een repressieve aanvulling waar mogelijk / nodig (excessen aanpakken met strafrechtelijke en bestuurlijke handhaving). -- Een beleidsneutrale invulling -De burgemeester van Boxtel is voorstander van een beleidsneutrale aanpak, sowieso voor het eerste (overgangs)jaar. Dit omdat de handhavingscapaciteit op dit moment te minimaal is voor een omvangrijke(re) aanpak, alsmede dat er momenteel geen signalen zijn dat extra regels noodzakelijk, dan wel doelmatig zijn. Dit betekent, gelet op het bovenstaande, het volgende: Er wordt (vooralsnog) geen toepassing gegeven aan de bovenstaande onderdelen A,B,C en D. Er zal nu per onderdeel een korte uitleg volgen waarom niet (en waarom en wanneer wel).
6
Commissienotitie Reg. nr.: 1310061 Comm.: Bestuurlijke Zaken Datum: 13-03-2013
A. Beperkingen instellen voor de verkoop van alcohol (artikel 25a): vooralsnog geen toepassing aan dit artikel te geven omdat de werking ervan onduidelijk is, alsmede er op dit moment geen concrete gevallen zijn waarvoor deze maatregel wenselijk of noodzakelijk is. Dit kan, wanneer dit wel het geval is of gaat zijn, altijd nog worden opgenomen in een verordening (de Apv). Het is sowieso een vergaande maatregel die uiterst zorgvuldig gemotiveerd dient te worden met een duidelijke causaliteit tussen het probleem en de werking van de maatregel. B. Voorschrijven van toegangsleeftijd, wel of niet gekoppeld aan sluitingstijden (artikel 25b): vooralsnog geen toepassing aan dit artikel te geven omdat de burgemeester dezelfde toelichting of visie heeft als de KHN. De rapportages die bekend zijn geven niet aan dat een dergelijke (maat)regel het beoogde effect heeft. Dus geen duidelijke toegevoegde waarde, dan wel bewezen effectiviteit. Een ander belangrijk gegeven is, dat wanneer een dergelijke maatregel wel wordt ingevoerd (waarvan de werking dus twijfelachtig is), dit grote gevolgen heeft voor de horeca, alsmede de openbare orde en veiligheid. De effecten kunnen zoals eerder aangegeven averechts werken doordat jongeren in een kortere tijd dezelfde hoeveelheid willen drinken en, in het kader van de openbare veiligheid, dat er verschillende aanloop- en vertrekmomenten zijn van bezoekers tijdens een stapvond. Dit is voor de waarborging van de openbare orde en veiligheid een zeer ongewenst effect. Ook zal de horeca (nog) meer moeten gaan werken met dure horecaportiers voor de wisselende stromen van bezoekers op verschillende tijden en of deze bezoekers wel aan de leeftijd voldoen. C. Verkoopbeperkingen voor de detailhandel (artikel 25c): vooralsnog geen toepassing aan dit artikel te geven om dezelfde redenen als onderdeel A. In de “detailhandel” mag sowieso geen sterke drank worden verkocht. D. Verbieden van prijsacties in de horeca of supermarkt (artikel 25d): vooralsnog geen toepassing te geven aan dit artikel, om de volgende redenen. Het is in Boxtel geen voorkomend probleem (of in ieder geval niet met een meetbare noemenswaardige omvang). In Eindhoven is dit bijvoorbeeld wel een issue en daar is een dergelijke maatregel meer dan wenselijk. Eveneens zet de ambtelijke organisatie van de gemeente Boxtel, alsmede de VNG en de KHN, grote vraagtekens bij de uitvoering van dit artikel. Dat de lokale overheid het prijsniveau moet gaan monitoren voor een bepaalde periode is haast ondoenlijk. Vervolgens moet de overtreding dan nog feitelijk geconstateerd worden. Dit betekent dat er bewezen moet kunnen worden dat de drank ook nog voor een dergelijke prijs op dat moment verkocht is. Dit vergt grote inzet van het handhavingsapparaat, een inzet die vooralsnog niet beschikbaar is. De burgemeester is daarom ook van mening dat een dergelijke maatregel invoeren alleen maar zin heeft als er een noodzaak toe is en er genoeg capaciteit is om deze adequaat en zorgvuldig uit te voeren. Anders wordt het een zeer willekeurige aangelegenheid. De VNG is ook stellig van mening dat over dit wetsartikel, en de systematiek erachter, niet goed is nagedacht. De intentie is goed, de invulling heeft te veel haken en ogen. Ze
7
Commissienotitie Reg. nr.: 1310061 Comm.: Bestuurlijke Zaken Datum: 13-03-2013 hebben er zelfs geen modelbepaling voor opgesteld en raden sterk af deze bepaling op te nemen. E. Opstellen verplichte verordening paracommercie (artikel 4): De gemeente Boxtel (lees: de Raad) is verplicht om een dergelijke bepalingen in een verordening op te nemen. Dit dient voor 1 januari 2014 te gebeuren. De burgemeester is voorstander een beleidsneutrale aanpak, ook op dit gebied. Dit betekent dat het huidige beleid hieromtrent (de beperkingen die reeds voor de paracommercie in de vergunningen zijn opgenomen) wordt gegoten in bepalingen voor de Algemene plaatselijke verordening van Boxtel. De volgende inhoudelijke artikelen worden beoogd: Artikel -- Schenktijden paracommerciële rechtspersonen Paracommerciële rechtspersonen verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank gedurende de periode beginnende 1 uur voor aanvang en eindigende met 1 uur na beëindiging van activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon. Artikel – Bijeenkomsten bij paracommerciële rechtspersonen Paracommerciële rechtspersonen verstrekken geen alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn wanneer dit leidt tot oneerlijke mededinging. Voor vrijwilligers kan maximaal vijf keer per jaar een feest worden georganiseerd, ongeacht of het 1, meerdere, dan wel alle vrijwilligers betreft, het feest moet wel in relatie staan met de werkzaamheden van de vrijwilliger(s) in de paracommerciële instelling en mag geen bijeenkomst van persoonlijke aard betreffen. Er wordt bewust voor gekozen om de regels niet verder te specificeren of aan te scherpen. De burgemeester vindt de huidige aanpak voldoende om “oneerlijke concurrentie” te voorkomen. De burgemeester legt hiermee wel een grote verantwoordelijkheid bij het bestuur van de paracommerciële rechtspersonen. Verantwoord omgaan met het schenken van alcohol begint namelijk nog altijd bij de mensen of vereniging / stichting zelf. Zij moeten dit zelf ook uitdragen, bijvoorbeeld door een goed bestuursreglement op te stellen (verantwoord omgaan met alcohol) en deze intensief na te leven. Handhaving is namelijk nooit een garantie op verantwoord alcoholgebruik, het moet meer gezien worden als een stok achter de deur bij misstanden. Of een activiteit wel of niet past binnen de statutaire doelomschrijving van de paracommerciële rechtspersoon zal altijd een punt van discussie blijven en is niet concreet in regels vast te leggen. Indien er overduidelijk sprake is van een activiteit die niet plaats hoort te vinden bij een dergelijke paracommerciële rechtspersoon, dan heeft het gemeentebestuur reeds voldoende instrumenten om daar tegen op te treden.
8
Commissienotitie Reg. nr.: 1310061 Comm.: Bestuurlijke Zaken Datum: 13-03-2013
Kanttekeningen De volgende kanttekeningen zijn belangrijk bij bovenstaand verhaal: 1. Er is momenteel (sowieso voor het jaar 2013) sprake van een beperkte beschikbare capaciteit voor de handhaving; 2. Dit betekent dat er specifieke prioriteiten moeten worden gesteld; 3. Deze prioriteiten worden vooralsnog gelegd bij het handhaven op de toegestane leeftijd bij cafés en supermarkten, dan wel het controleren op de vergunningsvoorschriften in het algemeen (is er bijvoorbeeld wel een leidinggevende aanwezig die kan toezien op verantwoord schenken van alcohol); 4. Het opstellen van nieuwe regels heeft sowieso weinig zin, omdat hier gedurende 2013 niet op gehandhaafd kan worden met de huidige beschikbare capaciteit; 5. Een discussie over een intensievere handhaving van de DHW, of het opstellen van meer regels ter bestrijding van alcoholmisbruik, gaat altijd gepaard met een discussie over het beschikbaar stellen van meer capaciteit voor handhaving; 6. Indien de Raad expliciet aangeeft dat bovenstaande ontwikkelingen wenselijk zijn, dan zal het College / burgemeester gedurende 2013 moeten komen met een voorstel tot uitbreiding van de capaciteit van de handhaving (lees: de BOA’s) of het College moet de prioritering bij de huidige capaciteit ingrijpend wijzigen.
Uitvoering en planning De burgemeester zal het oordeel van de Commissie BZ meegeven aan het College bij het opstellen van een Raadsvoorstel ter wijziging van de Apv (dit conceptvoorstel komt uiteraard ook eerst in de Commissie bestuurlijke zaken). Indien de Commissie / Raad (beleids)zaken expliciet in een verordening verwerkt wil zien, in afwijking op hetgeen door de burgemeester wordt voorgesteld, dan dient dit ondubbelzinnig tijdens de behandeling door de Commissie naar voren te komen. Bij de jaarlijkse wijziging van de Apv (rond juni 2013) zullen de verplichte bepalingen voor de paracommercie, vooralsnog zoals thans voorgesteld, in deze verordening sowieso worden opgenomen.
Communicatie De belangrijkste stakeholders zijn op de hoogte van de gekozen marsroute. Zij zullen tegelijkertijd met de Commissie BZ deze oordeelvormende notitie ontvangen. Dit geeft hen de gelegenheid om (inhoudelijk) in te spreken tijdens de commissievergadering. De notitie zal niet worden doorgestuurd aan alle paracommerciële instellingen. Dit omdat er voor hen feitelijk niks veranderd, dan wel dat ze door nieuw beleid “benadeeld” worden. De gemeente zal in de relevante overlegstructuren wel toelichten wat het gekozen beleid omhelst.
Financiën Niet van toepassing.
Inbreng adviesorganen Zijn per relevant onderdeel verwerkt in deze notitie.
9
Commissienotitie Reg. nr.: 1310061 Comm.: Bestuurlijke Zaken Datum: 13-03-2013
Duurzaamheid Niet van toepassing.
Werkgelegenheid Niet van toepassing.
Boxtel, 19-2-13 Burgemeester en wethouders van Boxtel, de secretaris, de burgemeester, drs. J.K. Fraanje J. van Brummen
Bijlagen 1. De visie van de Koninklijke Horeca Nederland over de gewijzigde DHW.
Ter inzage N.v.t.
Contactpersoon Afdeling Concern & Dienstverlening, L. Beekx, juridisch beleidsmedewerker,
[email protected] 0411 655911.
10
Commissienotitie Reg. nr.: 1310061 Comm.: Bestuurlijke Zaken Datum: 13-03-2013
Besluit / advies commissie
11