Een onafhankelijke special van Reflex Uitgeverij
Pensioen
Pensioen in eigen hand
Pagina 8
Pensioenadviseurs terug in de schoolbanken
Pagina 10
Nieuw steunpilaren pensioenstelsel
Pagina 13
Alternatief richting oude dag
Pagina 15
november 2012
Een publicatie van Reflex Uitgeverij
Pensioen
Een onafhankelijke publicatie van Reflex Uitgeverij, gedistribueerd bij Management Team op 22 november 2012.
I n ho u d Pensioen in een notendop
pagina 4
Oudedagsvoorziening met een risico
pagina 6
Pensioen in eigen hand
pagina 8
Pensioenopleidingen steeds populairder
pagina 9
Pensioenadviseurs terug in schoolbanken
pagina 10
Wat te doen na je pensioen
pagina 10
Nieuwe steunpilaren pensioenstelsel
pagina 13
Alternatief richting oude dag
pagina 15
C o l o f o n Project Manager Claire Verkleij
[email protected] Productie/Lay-Out Tammo Haan VDS Vormgeving!, Drachten Druk Dijkman Offset, Diemen Redactie Kristel Hurenkamp (chef), Rosa de Buisonjé, Jesper Romkes, Lisa Lowijs en Suzanne Wijers Foto‘s Thinkstock / Getty Images De inhoud van gastbijdragen, interviews, bedrijfsinterviews en bedrijfspresentaties geven de mening van de gastauteurs en geïnterviewden weer. Ondanks dat bij deze uitgave veel aandacht is besteed aan het voorkomen van fouten en onvolkomenheden, kan hiervoor niet worden ingestaan en aanvaarden de redactie en uitgever hiervoor derhalve geen aansprakelijkheid. Reflex Uitgeverij B.V. Max Euweplein 34 1017 MB Amsterdam 020 520 7650
[email protected] Marc Kaars Sijpesteijn Market Manager Maarten le Fevre Team Manager Paul van Vuuren Directeur Reflex Uitgeverij is gespecialiseerd in thematische kwaliteitsspecials in Nederlandse, Duitse en Zwitserse dagbladen. U vindt onze publicaties onder andere in de Frankfurter Allgemeine Zeitung (F.A.Z.), Handelsblatt, Tagesspiegel (in Duitsland), Tages-Anzeiger (Zwitserland) en in het Financieele Dagblad en het NRC Handelsblad. Onze publicaties combineren zo de diepgang van vakbladen met de oplage van dagbladen. Reflex Uitgeverij onderscheidt zich door de focus op kwaliteit en de scheiding van artikelen en gastbijdragen. Meer informatie vindt u op www.reflex-media.net
Het papier voor deze special van Reflex Uitgeverij is afkomstig uit verantwoord beheerde bossen.
Een adequaat, veilig en duurzaam pensioen in Europa E
uropa ‘vergrijst’ en veel Europese lidstaten zijn daar onvoldoende op voorbereid. We leven langer, de babyboomers gaan met pensioen en dat in combinatie met de financieeleconomische crisis maakt dat pensioensystemen onder druk staan. Er is in Europa simpelweg niet voldoende gespaard om nu, maar vooral in de toekomst, pensioenen uit te keren. Daar komt bij dat de verschillen in pensioensystemen, sociale wetten en belastingwetgeving tussen de lidstaten erg groot zijn. Er zijn veel landen in Europa die alleen een eerste pijler hebben en de pensioenen uit de lopende begroting financieren. Dat is vanuit macro-economisch perspectief gezien geen gezonde situatie. Als de druk van pensioenen op bijvoorbeeld de Franse begroting te groot wordt, dan heeft dat impact op het Groei- en stabiliteitspact. Dat kan dus ook nadelige effecten hebben voor ons. Op dit moment is in Nederland 16 procent van de bevolking ouder dan 65. In 2020 is dit al 20 procent. Deze vergrijzing speelt in heel Europa. Ik ben er dan ook voorstander van dat de pensioenleeftijd overal in Europa in lijn wordt gebracht met de stijgende levensverwachting. Dit betekent niet dat er een pensioenleeftijd in de EU moet worden vastgesteld, dat is niet mogelijk door de grote verschillen in levensverwachting, maar lidstaten dienen wel de discussie aan te gaan over een hogere pensioenleeftijd. De stijging van de pensioenleeftijd is één antwoord op de demografische veranderingen. Het tweede is dat de 50-plussers die nu langs de kant staan, ook aan de slag kunnen. Op dat gebied kunnen we in Nederland veel meer inspanningen doen, maar niet alleen in Nederland. In België werkt van de 60-plussers nog maar 5 procent. Daar heeft dat enorm veel consequenties, omdat ook daar de pensioenen bijna volledig uit de begroting gefinancierd worden. Zorg dat mensen die al wat langer op de arbeidsmarkt zijn, ook fit kunnen blijven tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. Mensen die zwaar werk doen, moeten de mogelijkheid krijgen dat in aangepaste omstandigheden te doen. Ouderen naar werk brengen en aan het werk houden doen we in Nederland niet goed. We zouden veel kunnen leren van de Scandinavische landen, die met een goed pakket aan maatregelen veel beter scoren. Weten Nederlanders wel genoeg over hun pensioen? Ik denk van niet. De meeste Nederlanders weten te weinig over hun oudedagsvoorziening. Meestal komen zij er pas een paar jaar voor het bereiken van hun pensioenleeftijd achter dat hun opgebouwde pensioen onvoldoende is voor het leven dat zij na hun pensionering in gedachten hebben. Het bewustzijn bij jongeren moet worden vergroot zodat zij tijdig bewust worden van de mogelijkheden die ze zelf hebben bij het opbouwen van een pensioen. Gelukkig hebben we in Nederland sinds begin vorig jaar een trackingsysteem voor het pensioenregister, online voor iedereen in te zien op mijnpensioenoverzicht.nl. Wat ik zou willen is dat in een samenleving met vrij verkeer van personen, die wonen en werken in verschillende landen, alle Europeanen weten welk effect een tijdelijk verblijf in het buitenland heeft op hun pensioenen. Voor de mobiliteit op de arbeidsmarkt is het belangrijk dat mensen die rechten opbouwen in verschillende landen die rechten bewaard blijven. Het kan niet zo zijn dat aanvullende pensioenen vervallen. Heb je
Ria Oomen-Ruijten, Lid van het Europees Parlement
minder dan vijf jaar in Duitsland gewerkt, dan vervalt dit recht op aanvullend pensioen. Dit mag niet het geval zijn. Dit alles is aanleiding geweest voor het samenstellen van het Witboek Pensioenen door het Europees Parlement, waarvoor ik de hoofdrapporteur ben. Het is in februari verschenen en het is een verdere uitwerking van het Groenboek Pensioenen. Hier staat een aantal aanbevelingen in, onder meer over de arbeidsparticipatie van ouderen en de financiering van pensioenen, waarvoor we nu draagvlak creëren in de lidstaten. Er is in Nederland een belangrijke misvatting over Europa, namelijk dat de EU aan onze goed gevulde pensioenpot wil komen. Dat is niet het geval. Europa moet juist maatregelen nemen om te zorgen dat de Nederlandse pensioenen ook in de toekomst hun waarde behouden en dat ook andere lidstaten met sparen degelijke pensioensystemen opbouwen. Een gezond financieel-economisch beleid, zoals dat ook de Europese Centrale Bank voorstaat, is van het allergrootste belang. De grootste vijand voor de kleine spaarder en mensen met een klein pensioen is immers het spook van de hoge inflatie. Daarom is er sturing nodig op monetaire eisen. Nogmaals, Europa gaat niet over de Nederlandse pensioenkas. Europa moet er juist voor zorgen dat andere landen ook een pensioenkas hebben. Dit kun je niet afdwingen door harde wetgeving, maar wel door aanbevelingen te doen en goed te kijken naar de verplichtingen op de lange termijn van EU-lidstaten. Dat Europa zich daarmee bemoeit is van allergrootste belang voor de Nederlandse pensioengerechtigde.
bedrijfinterview
3
HOOFdArtikel Onderwerp
“PPI is aanjager van innovatie in pensioensector” Begin vorig jaar is de wet introductie premiepensioeninstellingen in werking getreden, die veranderingen op de markt voor pensioenuitvoerders mogelijk heeft gemaakt. Wat was hiervoor de aanleiding? “De Europese Unie streeft naar een Europese pensioenmarkt en daarbij behorende marktwerking. Nederland heeft op de Europese pensioenmarkt altijd een bijzondere positie gehad, want het kende een verplichtstelling voor het grootste deel van de pensioenen. Dat staat haaks op de door Europa gewenste marktwerking, waardoor Nederland een eenvoudige instelling in het leven heeft geroepen die voldoet aan de Europese IORP-richtlijn. De Premiepensioeninstelling, of PPI, is een internationaal erkende pensioeninstelling, die de concurrentie op de pensioenmarkt moet verscherpen, net als eerder is gebeurd op andere markten als de post- en energiemarkt.” Jullie waren anderhalf jaar geleden de eerste aanbieder die de markt opging met een PPI-vergunning van De Nederlandsche Bank. Hoe heeft de markt daarop gereageerd? “Positief, al moest men aanvankelijk wennen aan een nieuwe financiële instelling. De markt was decennia lang niets anders gewend dan pensioenfondsen en –verzekeraars als uitvoerende instellingen. Met de komst van een moderne nieuwkomer wordt natuurlijk alles onder het vergrootglas gelegd. Wij hebben veel uitleg moeten geven over de risico’s die deelnemers lopen binnen een PPI als de onze. Als je dan duidelijk maakt hoe het in elkaar steekt, dan ziet men de voordelen ten opzichte van pensioenfondsen en -verzekeraars. Veel partijen hebben tijd nodig gehad om de constructie te doorgronden en hun scepsis te overwinnen. Dat was ook te merken aan ons type klanten. Aanvankelijk waren onze klanten vooral bedrijven die zelf heel innovatief en ondernemend waren, maar nu zien wij dat ook adviseurs de PPI als alternatieve pensioenvorm aanraden.” Waar ligt de toegevoegde waarde van de PPI? “De toegevoegde waarde ligt vooral in de eenvoud ervan. De PPI richt zich enkel en alleen op de collectieve uitvoering van een pensioenregeling, op basis van de beschikbare premie. Dat is helder, waardoor het aansluit bij de behoefte van werkgevers en werknemers. In de traditionele vorm zijn pensioenen vaak lastig uit te leggen en zijn ze vaak onnodig complex. Bovendien heeft de focus van de pensioenfondsen en -verzekeraars nooit gelegen op de communicatie met deelnemers. Dat is niet meer van deze tijd. Bij aanbieders, die ook nog andere activiteiten hebben, ontbreekt bovendien de focus. Bij een
Folkert Pama, directievoorzitter BeFrank
PPI is die focus er wel en omdat het vaak nieuwe bedrijven zijn, hebben ze vaak meer efficiency en lagere kosten. De architectuur is vanaf de grond af aan opgebouwd, wat het mogelijk heeft gemaakt om de PPI ‘lean & mean’ te organiseren en in ons geval kunnen we met moderne techniek deelnemers veel inzicht en controle geven over hun belegde pensioengelden.” Is een Defined Contributionregeling, zoals een PPI, eenvoudiger en efficiënter dan de traditionele Defined-Benefit-regeling? “Vanaf het begin is dat al een belangrijk punt geweest bij de invoering van de Europese IORP-richtlijn. DB-regelingen zijn te complex, door dekkingsgraden die nodig zijn en pensioenuitkeringen die je moet garanderen. Een tweede fase in Europese richtlijnen, API, zou ook de DB-regelingen Europees moeten waarborgen. Maar door alle problemen met deze regelingen lijkt het niet zo dat andere Europese landen zitten te wachten op het Nederlandse DB-stelsel. Veel Nederlandse fondsen zijn zelfs daarom al getransformeerd naar DC. Ze noemen het alleen nog niet zo. Op de Mercer Global Pension Index, die let op voordelen voor werknemers, werkgevers, toekomstbestendigheid en helderheid, zijn we als land met het beste pensioenstelsel sinds dit jaar ingehaald door Denemarken, een land met een DC-stelsel. De wereld verandert, de Denen handelen sneller en ondertussen polderen wij ons naar het meest ingewikkelde pensioenstelsel ter wereld in plaats van naar het beste pensioenstelsel. Het DB-stelsel gaat uit van garanties, maar er zijn geen garanties meer. Voor garanties moet je namelijk veel kapitaal aanhouden en dat is onbetaalbaar geworden. Het is simpelweg geen haalbaar model meer.”
Defined Contribution is als systeem voor de deelnemer toch veel onzekerder dan Defined Benefit? Je weet bij het laatste immers hoeveel je na je pensioen uitgekeerd krijgt. “Dat is de algemene opinie, maar bij DB heb je die zekerheid vaak ook niet. DB klinkt heel verleidelijk. Je verwacht zekerheid, maar je krijgt onzekerheid door vergrijzing of wanneer beleggingsresultaten tegenvallen. Bij DC weet je in elk geval van tevoren wat je risico’s zijn en kun je je er ook tegen wapenen. Wij willen juist zoveel mogelijk inzicht geven in de risico’s die je loopt en de tools om die risico’s zelf af te stemmen. Alles staat of valt met heldere communicatie, iets waar we de laatste anderhalf jaar ook ontzettend veel energie in hebben gestoken.” Door problemen met pensioenfondsen heeft de sector de laatste jaren te maken gehad met veel slechte publiciteit. In hoeverre is de PPI in staat het geschonden blazoen van de sector op te poetsen? “Wij zien nu in ieder geval dat er weer wat beweging komt in de sector. Er zijn nieuwe en innovatieve pensioenuitvoerders bijgekomen en op actie volgt altijd reactie. Ook bestaande partijen slaan daardoor aan het innoveren, gericht op het bieden van service en helderheid. Eigenlijk is de PPI de aanjager van innovatie en klantgerichtheid in de gehele branche. Want als pensioenuitvoerders nu niet acteren, zullen ze hun hele portefeuille verliezen aan PPI’s.” Er zijn sinds vorig jaar meerdere PPI’s op de markt gekomen. Wat is de positie van de PPI in de markt op dit moment? “Er zijn momenteel acht PPI’s actief met een vergunning en daarnaast zijn er nog
enkele partijen die een vergunning in aanvraag hebben bij De Nederlandsche Bank. Toch is het lastig het totale aandeel van PPI in de markt te weten. Marktcijfers van DNB en het Verbond van Verzekeraars hebben vaak een vertraging van meer dan een jaar en de meeste partijen zijn nog niet zo lang actief. Op basis van onze ervaring kunnen we wel zeggen dat de PPI een aanzienlijk deel van de New Business voor haar rekening neemt. Werkgevers die de mogelijkheid hebben om een pensioencontract elders onder te brengen, stappen eenvoudig over naar een PPI. De lage kosten van PPI’s ervaren zij als een pré, evenals de heldere informatievoorziening en zelfredzaamheid van werknemers die alles online kunnen inkijken. Vragen over pensioenen die werknemers niet kunnen beantwoorden, komen immers altijd bij hen terecht. Dat hebben ze bij een moderne PPI niet meer, wat hun efficiency vergroot.” Tot slot: voor wie is de PPI? “Deze is eigenlijk voor iedereen die geïnteresseerd is in zijn pensioen. Het is één van de belangrijkste, misschien wel hét belangrijkste financiële product waar mensen in hun leven mee te maken krijgen. Maar wat mensen doorgaans weten over hun pensioen is niet zo heel veel. Dat valt ze nauwelijks kwalijk te nemen, want tot voor kort werd alles voor ze gedaan. En als pensioenuitvoerders dan ook nog in een onduidelijke taal communiceren, dan komt dat het pensioenbewustzijn niet ten goede. Maar de wereld is veranderd en consumenten ook. Nederlanders van alle leeftijden vinden het tegenwoordig leuk om online een boek te bestellen, via internet hun fiets te verkopen en online te bankieren. Dat is de wereld waarin we nu leven. De PPI biedt een moderne regeling die past bij de moderne consument, in de meest brede zin van het woord.” n
4
Pensioen
Een publicatie van Reflex Uitgeverij
HOOFdArtikel Pensioenopbouw
Het pensioen in een notendop Pensioenonwetendheid groot onder Nederlanders.
Auteur: Jesper Romkes
H
et begrip pensioen blijft voor veel mensen ongrijpbaar. ‘Pensioenonwetendheid’ is dan ook een groot probleem onder Nederlanders. Termen als vergrijzing en pensioenleeftijd staan vrijwel dagelijks in de krant, maar maken het bewustzijn er over het algemeen niet beter op. Hoe zit het nu eigenlijk écht met de pensioenopbouw? De term vergrijzing valt geregeld. Het aantal oudere mensen ten opzichte van jongere mensen blijft toenemen. Babyboomers snellen richting hun pensioengerechtigde leeftijd of zijn inmiddels al met pensioen. De vraag is: hoe blijven we de pensioenen betalen? De afgelopen jaren zijn dan ook tal van voorstellen de revue gepasseerd om werknemers met een gerust hart van hun oude dag te laten genieten. Dat maakt het er voor werkend Nederland niet altijd overzichtelijker op. Sterker nog: van de Nederlanders die in loondienst werken, heeft 72 procent geen idee hoe het zit met zijn of haar pensioen, zo blijkt uit onderzoek van TNS NIPO. “Mensen maken twee belangrijke fouten. De eerste is dat men denkt dat het pensioen wel goed geregeld is. De tweede is dat mensen denken dat ze er toch niets aan kunnen doen”, zo stelt Gerard Staats, docent belastingrecht en onderzoeker aan de Universiteit van Tilburg.
AOW-leeftijd omhoog In de meeste Europese landen bestaat het pensioen uit drie pijlers: het overheidspensioen (in Nederland: de AOW), het werkgeverspensioen en het privépensioen. Sinds 1957 krijgt iedere Nederlander vanaf zijn 65e levensjaar AOW. Dit gaat binnenkort veranderen. Vanaf 2013 gaat de AOW-leeftijd omhoog. Deze leeftijd stijgt in januari 2013 met één maand. Daarna stijgt de leeftijd verder in etappes. In 2018 moet de pensioengerechtigde leeftijd 66 jaar zijn en vanaf 2021 komt daar nog een jaar bij. Vervolgens wordt deze leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
Verhoging pensioenleeftijd De pensioenleeftijd in de tweede pijler, het werknemerspensioen, wordt in 2014 ook verhoogd naar 67 jaar. Na 2021 wordt de pensioengerechtigde leeftijd gekoppeld aan de leeftijdsverwachting. Bovendien moeten werknemers vanaf volgend jaar 37 jaar werken om een volledig pensioen op te bouwen. Dat is nu nog 35 jaar. “Er worden wijzigingen aangebracht in de hoogte van de opbouwpercentages van het pensioen. Dit is het percentage dat men jaarlijks opbouwt aan pensioenuitkering. Dit percentage was 2 procent voor eindloon, maar zal vanaf volgend jaar 1,9 procent zijn. Voor middelloon was het maximaal 2,25 procent en dat wordt 2,15 procent. Ik sluit niet uit dat dit in de toekomst nog verder zakt”, legt Staats uit. Omdat veel werknemers iedere maand pensioenpremie betalen en de werkgever dit inhoudt op het salaris, heeft dit gevolgen voor de opbouw van de pensioenpremies.
Pensioen opbouwen Maar hoe bouwen we nu precies pensioen op? Naast de AOW, die er voor iedereen is, bouwen de meeste Nederlanders ook pensioen op via hun werkgever via een collectieve pensioenregeling. Er zijn meerdere regelingen: de middel-
loonregeling, de eindloonregeling en de beschikbare premieregeling. Bij de middelloonregeling is het te ontvangen pensioen gebaseerd op het salaris dat de werknemer gedurende zijn dienstverband gemiddeld verdient. Voor ieder jaar wordt pensioenopbouw berekend. Gaat de werknemer meer verdienen, dan heeft dat enkel gevolgen voor de pensioenopbouw in de toekomst. Het uiteindelijke pensioen is dus het totaal van alle bedragen die jaarlijks zijn opgebouwd. Bij de eindloonregeling is het pensioen gebaseerd op het salaris dat de werknemer verdient op de pensioendatum. Overigens komt de eindloonregeling haast niet meer voor, vanwege de hoge kosten.
Premiestijgingen Werkgevers en werknemers met een collectieve middelloonregeling worden de komende jaren door strengere Europese kapitaaleisen en lage rentes geconfronteerd met een fikse premiestijging. Deze kan oplopen van 25 tot 40 procent. Volgens Staats stappen veel werkgevers de komende jaren dan ook over naar beschikbare premieregelingen. Veel werkgevers en werknemers zijn al overgegaan naar een beschikbare premieregeling. Bij deze regeling betaald de werknemer een percentage van zijn salaris of pensioengrondslag. Dit percentage is leeftijdsafhankelijk. Op de pensioendatum bekijkt de pensioenuitvoerder hoeveel pensioen het kan kopen met de premies die de werknemer spaarde. Het rendement bepaalt dus hoeveel pensioen iemand krijgt. Dat zorgt ervoor dat er veel meer risico bij de werknemer ligt.
Pensioengat Dat we er met z’n allen op achteruit gaan, mag nu dan ook geen verrassing meer zijn. Echter vergeten veel Nederlanders dat zij zelf grote invloed hebben op hun uiteindelijke pensioen. Staats raadt aan
in ieder geval in de gaten te blijven houden hoe je ervoor staat. “Het is een goede gewoonte om iedere twee jaar de boel eens goed op een rijtje te zetten. Waar sta ik nu? Die periodiciteit is enorm belangrijk.” Veel mensen hebben geen idee hoe hun pensioen precies is opgebouwd. Mensen die later deelnemen in het arbeidsproces bouwen logischerwijs minder pensioen op, maar ook parttimers of langdurig werklozen krijgen vaak met een pensioengat te maken, soms tot hun eigen verbazing. Staats: “Ik heb vaker meegemaakt dat mensen met een feestje weggingen bij de baas en eens rustig gingen nadenken over wat ze met de rest van hun leven wilden doen. Totdat de eerste uitkering op de mat viel. Vervolgens moesten ze nog twee dagen in de week een bijbaan nemen om rond te komen.” Zijn advies is dan ook eigenlijk even simpel als belangrijk: begin op tijd met het regelen van je pensioen.
Lijfrente en banksparen Een pensioengat hoeft niet altijd een ramp te zijn. De derde pijler kan dan uitkomst bieden. Voornamelijk zelfstandigen en zzp’ers die zorgeloos van hun oude dag willen genieten, doen er goed aan op deze manier te investeren in hun oudedagsvoorziening. Eén van de meest populaire methodes is de lijfrente. Door periodiek geld in te leggen bouwt de deelnemer zelf zijn kapitaal op. Op een afgesproken datum komt dit kapitaal vrij. Het voordeel van deze vorm is dat de deelnemer zelf bepaalt welke verzekeraar of bank (het zogenaamde banksparen) zijn oudedagsvoorziening uitbetaalt. De deelnemer kan daarom op zoek naar de verzekeraar of bank met de meest gunstige voorwaarden. n
Een publicatie van Reflex Uitgeverij
Pensioen
5
Gastbijdrage Toekomstvisie
Een houdbare pensioenregeling door risicoafbouw Grote impact van de pensioenverplichtingen op de balans van de ondernemer.
auteur: Willem Eikelboom1
P
ensioen staat hoog op de risicoagenda van menig CFO. Veel hoger dan een tiental jaren geleden. Belangrijkste reden daarvoor is het sterk gestegen pensioenvermogen. De tabel toont sinds 1998 een gemiddelde jaarlijkse stijging van van 9%.
Nederlands pensioenvermogen van 1998 tot en met Q2 2012 Jaar
Voorzieningen PSF
(in € miljoen)
1998
279.358
2003
430.494
2008
526.252
Q2 2012
908.863
Bron: DNB
Het pensioenvermogen is nodig om de toegezegde pensioenen te kunnen nakomen. Het gaat dan om defined-benefit pensioenen (DB) die in de afgelopen jaren zijn toegezegd aan werknemers. Een groot deel (ongeveer 75%) van hen werkt op dit moment niet meer bij de betreffende onderneming. Toch staat de pensioenverplichting van die oudwerknemer nog als voorziening op de ondernemingsbalans. Het gaat vaak om grote bedragen. Bij verschillende ondernemingen is de waarde van de pensioenverplichtingen groter dan de waarde van de onderneming zelf. De hoogte van de pensioenverplichtingen fluctueert bovendien door externe en niet te beïnvloeden factoren, zoals wisselingen in rente en aandelenkoersen en door een oplopende levensverwachting. Geen wonder dat het pensioen hoog scoort op de risico-agenda van de onderneming, immers: • De financiële cijfers van een onderneming moeten een weerspiegeling zijn van de kerntaken van het bedrijf; ze moeten niet worden bepaald door pensioenresultaten. • De ondernemingsresultaten moeten betrekking hebben op huidige activiteiten; niet op activiteiten van oudwerknemers uit het verleden. • Ondernemingen willen grip hebben op financiële resultaten. Onderstaand schema toont een stappenplan voor beheersing van de pensioenrisico’s.
Eerste stap: voorkom dat het risico groter wordt Aanpassing van de pensioenregeling is de eerste stap in de beheersing van pensioenrisico’s. Door de pensioenregeling te sluiten voorkom je dat het risico blijft groeien. In de afgelopen jaren hebben we een omzetting gezien van eindloon naar middelloon. Diverse bedrijven zijn overgaan naar een Collectief DC regeling (CDC). En het aantal beschikbare premieregelingen (individueel DC) is in de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld. In 2013 zullen veel ondernemingen
hun pensioenregeling verder aanpassen. Een aanpassing van de pensioenregeling heeft echter alleen betrekking op nieuwe pensioenopbouw. De nieuwe regeling is niet altijd een oplossing voor het al opgebouwde pensioenvermogen op de ondernemingsbalans.
Laatste stap: elimineer het risico Het doel van veel ondernemingen is om in het geheel geen pensioenverplichtingen meer op de ondernemingsbalans te hebben staan (complete off balancing). In Nederland zijn daarvoor de volgende mogelijkheden: • Overdracht van opgebouwde pensioenen naar een verzekeringsmaatschappij (buy out). In dit geval neemt de verzekeringsmaatschappij de pensioenverplichtingen volledig over van het pensioenfonds. Daarvoor wordt aan de verzekeraar een eenmalige koopsom betaald. Bij voorkeur is die koopsom niet hoger dan het reeds aanwezige vermogen in het pensioenfonds; eventueel kan vanuit de onderneming een aanvullende betaling worden gedaan. • Overdracht van opgebouwde pensioenen naar een bedrijfstakpensioenfonds (bpf). Dit werkt alleen als de nieuwe pensioenregeling ook bij dat bpf is ondergebracht. Een vrijwillige aansluiting bij een bpf is alleen mogelijk onder bepaalde condities. • Omzetting van opgebouwde pensioenrechten en –aanspraken naar een nieuwe pensioenregeling (invaren). De pensioenverplichtingen zijn daarbij alleen van de balans af indien die nieuwe regeling in de jaarrekening behandeld wordt als een DC-regeling. Dit kan bijvoorbeeld als een onderneming overgaat naar een CDC-regeling. Zo’n CDC-regeling kan in IAS19 worden behandeld als een DC-regeling, terwijl deze regeling in de Nederlandse pensioenwetgeving tegelijk behandeld wordt als DB-regeling. Let op, ‘invaren’ lost niet in alle gevallen het probleem op. Als de nieuwe pensioenregeling nog steeds in de jaarrekening behandeld wordt als DB-regeling, dan blijft het pensioenrisico bestaan. Onder US-GAAP is een CDC-regeling bijvoorbeeld geen oplossing. In de praktijk zijn er diverse overwegingen om bovengenoemde stappen niet dírect uit te voeren. Timing is belangrijk. Overwegingen in die timing zijn: • De overdracht van opgebouwde pensioenen resulteert in een eenmalig resultaat in de jaarrekening (settlement). Vanwege de strenge ‘funding’-regels is er in de ondernemingsbalans vaak sprake van een pensioenoverschot1 (het aanwezige pensioenvermogen is groter dan de waarde van de pensioenverplichtingen). • Bij overdracht kan een aanvullende betaling (out of pocket) nodig zijn. Bijvoorbeeld omdat het pensioenvermogen in het pensioenfonds bij een buy
Stap 1: Wijzig pensioenregeling
Stap 3: Elimineer het risico
Stap 2: Tijdelijke beheersingsmaatregelen
out niet voldoende is om een bepaalde mate van toekomstige indexatie te financieren. • Het pensioenfondsbestuur dient de uiteindelijke beslissing te nemen over een overdracht van opgebouwde pensioenen. Ondanks de wens van de onderneming, zijn het bestuur en de administratieve organisatie van het pensioenfonds soms simpelweg nog niet klaar voor een overdracht.
finitieve buy out wordt vervolgens een stuk gemakkelijker. • A fkoop kleine pensioenen. In de aanloop naar een volledige overdracht kunnen kleine pensioen vaak vast worden afgekocht. Binnen de Pensioenwet is dit toegestaan. Het kan leiden tot een flinke administratieve besparing en het vergemakkelijkt daarmee ook een toekomstige volledige overdracht van pensioenen.
Tussenstappen
Naast de hier genoemde voorbeelden van derisking zijn er ook diverse andere mogelijkheden. Deze zijn afhankelijk van specifieke situaties.
towerswatson.com
Volledige derisking is niet altijd direct mogelijk. Toch kan het goed zijn om tussenstappen te zetten. Deze tussenstappen kunnen het pensioenrisico verkleinen en kunnen het uiteindelijke doel vergemakkelijken. Mogelijke tussenstappen zijn: • A fdekking van renterisico. Meestal hanteert het pensioenfonds reeds een bepaald rentebeleid. Die renteafdekking is echter gericht op de risico’s van het pensioenfonds. Dat gezichtspunt verschilt van dat van de onderneming, bijvoorbeeld omdat in de ondernemingsbalans een andere discontovoet wordt gehanteerd dan in het pensioenfonds. Merk ook op dat het beleggingsbeleid in een ‘going-concern’ pensioenfonds kan verschillen van die in een fonds gericht op een buy-out. • A fdekking van langlevenrisico. De afgelopen vijf jaar zijn we diverse keren geconfronteerd met aanpassingen van sterftetafels. Pensioenverplichtingen zijn daardoor gestegen, soms met meer dan 10%. Dit langlevenrisico is verzekerbaar, niet alleen bij traditionele verzekeraars, maar ook door gebruikmaking van financiële producten (bijvoorbeeld longevity swaps). • In plaats van een volledige buy out kan ook gekozen worden voor een buy in. Bij een buy in blijft het pensioenfonds in stand, maar het fonds gaat zich wel reeds verzekeren bij een verzekeraar. Daardoor blijft het pensioenfonds nog in stand en ook blijft de onderneming nog betrokken, terwijl de risico’s al wel zijn ondergebracht naar een externe verzekeraar. De overstap naar een de-
© 2012 Towers Watson. All rights reserved. Proprietary and Confidential. For Towers Watson and Towers Watson cl
Samenvatting Veel ondernemingen willen hun pensioenrisico’s beter beheersen. Wijziging van de pensioenregeling voorkomt dat de risico’s verder oplopen, maar reeds aanwezige risico’s blijven dan wel bestaan. Een volledige eliminatie van pensioenrisico’s wordt gerealiseerd indien ook de opgebouwde pensioenen van de ondernemingsbalans zijn verwijderd. Zo’n volledige eliminatie is niet altijd direct realiseerbaar. In de route naar een volledige risico-eliminatie zijn diverse tussenstappen denkbaar. Belangrijk is dat ondernemingen hun pension-einddoel goed definiëren; alle tussentijdse pensioenmaatregelen moeten gericht zijn om de realisatie van dat einddoel te vergemakkelijken. n
1 D rs. W. Eikelboom AAG is consultant bij Towers Watson. 2 M erk op dat de waarderingseisen in de ondernemingsbalans (IAS19) verschillen van die van pensioenfondsen (Pensioenwet). In de ondernemingsbalans kan sprake zijn van een pensioenoverschot, terwijl het pensioenfonds tegelijkertijd een tekort heeft. Rondom pensioen wordt dus met verschillende maten gemeten.
6
Pensioen
Een publicatie van Reflex Uitgeverij
Artikel Toekomst pensioen
Oudedagsvoorziening met een risico Premie Pensioen Instellingen; pensioen van de toekomst?
Auteur: Rosa de Buisonjé
A
ls er één onderwerp is waar de laatste tijd veel over geschreven en gediscussieerd is, is het wel pensioen. Na alle negatieve berichtgeving over pensioenfondsen en dekkingsgraden wordt er steeds meer gekeken naar alternatieve oplossingen. Zo is er ook steeds meer aandacht voor de Premie Pensioen Instellingen (PPI). De economische malaise, de steeds hoger wordende levensverwachting en de vergrijzing die hiermee gepaard gaat; het zijn stuk voor stuk oorzaken van de onzekerheid die momenteel de overhand heeft bij toekomstig gepensioneerden. Uit de Pensioenbarometer van GfK Panel Services blijkt dat het consumentenvertrouwen in pensioenfondsen wederom flink gedaald is en slechts 1 op de 5 werknemers genoeg inkomen verwacht te ontvangen na pensionering.
Grenzeloos pensioen Een relatief nieuwe mogelijkheid binnen de pensioenwereld is een Premie Pensioen Instelling. Een PPI is een direct gevolg van een nieuwe, op Europees niveau overeengekomen richtlijn voor pensioenen. Deze Premie Pensioen Instellingen zijn volgens Paul Koopman, persvoorlichter van het Verbond van Verzekeraars, ‘welkome nieuwe sterren aan het firmament’. Waar de pensioenfondsen aan verschillende regels op verschillende niveaus vastzitten, hebben PPI’s meer vrijheid. Zo heeft een pensioenfonds een heleboel wetten en regels waar het zich aan moet houden, waaronder de Pensioenwet. Een fonds is bovendien niet internationaal actief
en laat dat nu net een van de speerpunten van PPI’s zijn. Het internationale karakter van deze premie-instellingen is mogelijk dankzij ringfencing, wat zoveel betekent als de letterlijke vertaling, ‘omheining’. Beschouw een PPI als een beleggingsrekening waar bedrijfspensioenen terecht kunnen.
Eigen risico De introductie van de PPI vergroot in theorie de keuzemogelijkheden voor werkgevers en deelnemers. “Dat is een trend: er ontstaat veel meer behoefte om een pensioen naar eigen wens in te richten en te kiezen door wie je een pensioen wilt laten uitvoeren. Alleen in de praktijk is die keuzevrijheid nog zeer beperkt’’, stelt Koopman. Keuzevrijheid brengt volgens hem wel met zich mee dat men goed geïnformeerd moet zijn over de inhoud van een pensioenregeling. Zo draagt een PPI geen risico’s. Gevolg hiervan is dat er bijvoorbeeld geen pensioen wordt uitgekeerd bij arbeidsongeschiktheid en dat er ook niets voor partners geregeld is. Deze risico’s brengt een PPI vaak onder bij een verzekeraar. Het pensioenbedrag dat uiteindelijk wordt uitgekeerd ligt bovendien ook niet vast. Vallen de beleggingen tegen, dan daalt automatisch ook het pensioen. Door te kiezen voor een PPI leg je de verantwoordelijkheid en risico’s grotendeels bij jezelf neer. Een PPI is namelijk uitvoerder van pensioenregelingen, maar draagt zelf geen risico. De gevolgen hiervan zijn dat er bijvoorbeeld geen pensioen wordt uitgekeerd bij arbeidsongeschiktheid en dat er ook niets voor partners geregeld is. Deze risico’s brengt een PPI vaak onder bij een verzekeraar. Het pensioenbedrag dat uiteindelijk wordt uitgekeerd ligt bovendien ook niet vast. Daalt de aandelenkoers, dan daalt automatisch ook het pensioen.
Goede aanvulling Een PPI is vanwege deze bijzondere positie een van de goedkoopste manieren van pensioenopbouw. De mensen lijken genoeg te hebben van de traditionele benadering van pensioenfondsen waarbij er wel zekerheid wordt geboden, maar de prijs hiervan hoog ligt. Uit verschillende kamerbrieven van Minister Kamp van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid blijkt dat de vraag naar een lage pensioenpremie en een iets hoger risico steeds groter wordt.
Beperkingen van risico’s
PPI nog in kinderschoenen
Het Nederlandse pensioenstelsel biedt, ook in het geval van een PPI, gelukkig wel randvoorwaarden en regelgeving. Dus ook als je pensioen opbouwt via een PPI zal het niet zo zijn dat je pensioen vlak voor de pensioendatum opeens is opgedroogd vanwege slechte beleggingen. Een PPI maakt voor haar beleggingen gebruik van de zogenaamde ‘lifecyclemethode’ om haar risico’s in te perken. Dit houdt in dat de waarde van de beleggingen zekerder wordt naarmate een werknemer ouder wordt. Daarnaast is er nog steeds de mogelijkheid om harde garanties te kopen in een verzekerde pensioenregeling als een PPI.
De Eerste Kamer keurde het Wetsvoorstel ‘Premiepensioensinstelling (PPI)’ bijna twee jaar geleden goed. Na een jaar tijd stond de stand op acht PPI’s. Er zijn nog geen cijfers beschikbaar over het aantal mensen dat aangesloten is bij een PPI en ook gegevens over de beleggingen zijn nog niet bekend. Volgens Koopman heeft dit direct te maken met de leeftijd van de premiepensioeninstellingen. “PPI staat echt nog in de kinderschoenen. Weinig mensen weten ervan, en bovendien is de gedetailleerde kennis erover bij experts ook nog niet zo groot als kennis over andere pensioenregelingen.”
Revolutionair?
Zelfstandigheid & keuzevrijheid
De meeste werkgevers zitten op het moment van schrijven nog in een verplichte pensioenregeling bij fondsen. Daarbij komt dat een PPI een relatief nieuwe mogelijkheid is, waar nog niet veel over bekend is. Koopman haalt aan dat een PPI momenteel nog geniet van de aantrekkingskracht van ‘het nieuwe’, maar dat pensioenfondsen nog overheersen.
De toekomst van pensioenen is er één waarin volgens velen vooralsnog geen grote rol is weggelegd voor PPI’s. Zo voorziet Koopman dat de Nederlandse werknemers kritischer zullen worden ten aanzien van hun eigen pensioen. De algehele verwachting voor de toekomst is dat iedereen meer vragen gaat stellen, en meer nadruk zal leggen op de gewenste keuzevrijheid, die er volgens Koopman uiteindelijk ook zal komen. Zowel de persvoorlichter als minister Kamp geven aan dat een goede, transparante voorlichting naar de Nederlandse bevolking van essentieel belang is voor een succesvol PPI-stelsel. Dit stelsel is de eerste stap richting een Algemene Pensioen Instelling (API). Minister Kamp schrijft in een kamerbrief dat deze API zowel de buitenlandse pensioenregelingen als de Nederlandse regelingen uit moet voeren. Kamp zal in het najaar van 2013 een wetsvoorstel voor API indienen. n
Buitenlandse karakter Een PPI is aantrekkelijk voor nieuwe bedrijven, of bedrijven met veel vestigingen in het buitenland vanwege ringfencing. Ook hier heeft Koopman echter een hard hoofd in. “Toen het idee van PPI’s net werd geïntroduceerd, werd het buitenlandse karakter van deze pensioenvorm benadrukt. Nu blijkt echter dat de PPI’s die zijn opgericht zich voornamelijk op het binnenland richten.” Het is volgens hem niet meer dan logisch dat een nieuw fenomeen eerst klanten probeert te werven in eigen land, voordat het daadwerkelijk naar buiten treedt en haar geluk in de rest van Europa beproeft.
Advertentie
U BENT WERKGEVER Loopt uw pensioencontract binnenkort af? Laat uw adviseur de pensioenregeling beoordelen. Een vergelijking kan u én uw personeel voordeel opleveren.
…DAN IS DEZE GRATIS VOOR U Hét handboek voor het nemen van de juiste pensioenbeslissingen.
Ga naar pensioenvoormijnbedrijf.nl, bekijk de video’s en bestel gratis het handboek.
Een publicatie van Reflex Uitgeverij bedrijfinterview Pensioen
77
HOOFdArtikel Onderwerp
“Maximale transparantie door driedeling kosten” Wat zijn voor u de belangrijkste kenmerken van een goede pensioenregeling? ‘Die moet transparant zijn, lage kosten hebben en de pensioenpremie moet volledig worden gebruikt voor de opbouw van het pensioenkapitaal.’ Geen enkele verzekeraar zal zeggen dat transparantie niet belangrijk is. Maar hoe geeft u daar specifiek invulling aan? ‘Wij geven zowel de werkgever als de werknemers van tevoren maximale duidelijkheid. De werkgever ziet precies wat de regeling hem kost en wat zijn mensen daarvoor krijgen. De werknemer ziet precies welk bedrag er wordt gebruikt voor zijn pensioenopbouw en welke zekerheden er zijn ingebouwd, bijvoorbeeld bij overlijden. Vanaf de ingangsdatum kunnen zowel de werkgever als de werknemers alle informatie altijd en overal bekijken, via speciale internetportalen. De wijze van vermogensopbouw, de startbrief, UPO’s, noem maar op. Via diezelfde portalen zijn wijzigingen eenvoudig online door te geven en die worden dan onmiddellijk verwerkt. Dus geen administratieve molen en bijbehorende kosten.’
Kunt u iets meer over de transparantie in de kosten zeggen? ‘Wij gaan uit van een driedeling: de premie voor de pensioenopbouw, de premie voor het afdekken van risico’s, zoals overlijden, en de administratiekosten. Die laatste kosten bestaan uit een vast bedrag per deelnemer. Daarbij doet het er niet toe hoe hoog de premie voor de pensioenopbouw en de risicopremie is. Bovendien zitten alle administratiekosten in dat ene bedrag. Zo berekenen wij geen extra kosten bij een aanpassing, bijvoorbeeld wanneer een werknemer gaat scheiden. De werkgever komt dus nooit voor verrassingen te staan.’ Wat vindt u ervan dat er voortaan voor de pensioenprognoses van beschikbare premieregelingen in het UPO verplicht wordt uitgegaan van een marktrente van 2,4% in plaats van 4%? ‘Dat vinden wij een belangrijke verbetering want zo krijgt de klant een realistischer beeld en worden teleurstellingen voorkomen. Overigens is ons product zo samengesteld dat er al tijdens de opbouw rekening wordt gehouden met de marktrente op de einddatum, wanneer de feitelijke pensioenuitkeringen worden aangekocht. Als het kapitaal wordt opgebouwd via be-
Bernardo Walta, directeur Commercie De Goudse Verzekeringen
leggen, zorgt een speciaal obligatiefonds namelijk voor een neutraliserend effect. De waarde van dit fonds neemt automatisch toe als de rente daalt en die waarde neemt af als de rente stijgt. Dit zorgt voor een betere afstemming van het pensioenkapitaal op de daarmee aan te kopen uitkeringen.
Bij een lage rente is straks namelijk een hoger kapitaal nodig en bij een hoge rente is er juist een lager kapitaal nodig. Voor veel klanten is dit wellicht een lastig verhaal. Daarom raden wij hen altijd aan om voor advies een onafhankelijk pensioenadviseur te raadplegen.’ n
8
Pensioen
Een publicatie van Reflex Uitgeverij
artikel Sparen
Pensioen in eigen hand Banksparen en lijfrenteverzekering fiscaal gunstige aanvulling op het pensioen.
auteur: Lisa Lowijs
H
et is onduidelijk of pensioenfondsen in de toekomst het pensioen nog wel helemaal kunnen betalen. Zo gaat de AOW-leeftijd per 1 januari 2013 met een maand omhoog om uiteindelijk in 2023 uit te komen op 67 jaar. Ook dringt de vergrijzing Nederland verder binnen en is de verwachting dat in 2050 twee personen het pensioen betalen voor één pensioengerechtigde. Kortom, het wordt steeds belangrijker om zelf voor je pensioen te zorgen. Neem allereerst je pensioen in eigen hand door uit te zoeken hoe je er dit
moment voor staat. Door gebruik te maken van de Pensioen-schijf-van-vijf, onlangs ontwikkeld door het Nibud in samenwerking met Wijzer in Geldzaken, vergroot je het inzicht in de hoogte van je inkomen na pensionering. Deze schijf laat globaal zien wat je krijgt, maar laat je ook nadenken over je uitgaven tijdens je oude dag. De vijf mogelijke bronnen waaruit het inkomen kan bestaan zijn: AOW, werknemerspensioen, lijfrente, vermogen en werk na pensionering.
Verantwoordelijkheid werkgevers Niet alleen de overheid, maar ook werkgevers kunnen hulp bieden bij vragen over pensioenen. Rob Goedhart, senior
beleidsadviseur van Nibud, roept werkgevers dan ook op om voorlichting te geven aan werknemers. “Werkgevers moeten hun verantwoordelijkheid nemen door personeel te informeren over hun pensioen.” Daarnaast moeten directeurgrootaandeelhouders (dga’s) sinds de invoering van de nieuwe Pensioenwet zelf een bij hen passende pensioenvoorziening regelen. Een van de opties die ze hebben is het pensioen opbouwen in eigen beheer. Wanneer de dga minstens 10 procent van de aandelen van de onderneming in handen heeft, kan deze pensioen opbouwen via een jaarlijkse reservering op de balans van de onderneming.
Banksparen als aanvulling Om fiscaal aantrekkelijk en meer transparant dan bij verzekeraars te sparen is in 2008 het fenomeen ‘banksparen’ in het leven geroepen. Je stort elke maand geld op een aparte geblokkeerde rekening als aanvulling van een pensioentekort. Het geld dat op de rekening staat komt pas vrij als de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt. Door de vrijstelling die in de wet is opgenomen voor het banksparen, betaal je geen inkomstenbelasting over het saldo van de rekening. Deze vorm van sparen is verder fiscaal aan-
trekkelijk te noemen omdat je, als je te weinig pensioen hebt opgebouwd, de inleg kunt aftrekken van de belasting. Dit kon voorheen alleen via verzekeringsmaatschappijen.
Zekerheid met lijfrenteverzekering Ook een lijfrenterekening of -verzekering biedt aanvulling op je pensioen. Bedenk bij deze vorm van sparen wel dat je het geld niet zomaar voor van alles kunt gebruiken. Je krijgt het tijdens je oude dag terug in periodieke uitkeringen. “Wil je er zeker van zijn die uitkering je hele leven lang – hoe lang dat ook zal duren – te ontvangen, dan moet je bij een verzekeraar zijn”, vertelt Goedhart. Welke vorm van sparen voor je pensioen het beste bij jou past is individueel bepaald. Door je te laten informeren door een financieel planner - let er wel op dat zijn advies onafhankelijk is van het uiteindelijke product - kom je er samen achter welke manier van geld opzij zetten aansluit bij jouw oude dag. n
Advertentie
“Je geld vastzetten, maar toch flexibel blijven!” “Geld vastzetten op een termijndeposito levert vaak meer geld op dan
Je kunt er ook voor kiezen je spaargeld te verdelen in meerdere
op een vrij opneembare spaarrekening. Maar als je al je spaargeld
termijndeposito’s met verschillende looptijden, van bijvoorbeeld
vastzet, heb je niets achter de hand voor onvoorziene uitgaven. Daarom
3, 6, 9 en 12 maanden. Zo blijf je flexibel en kun je profiteren van
is het handig je spaargeld in verschillende termijndeposito’s onder
de rente op een termijndeposito.
te brengen. Als het ene termijndeposito vrijkomt, kun je hier weer over beschikken. Heb je het nog niet nodig? Dan zet je het weer vast, want
Om de beste strategie te vinden, gebruik je gewoon de DepositoPlanner
binnen afzienbare tijd komt het volgende termijndeposito alweer vrij.
van LeasePlan Bank. Je vult in hoeveel spaargeld je wilt vastzetten, hoe vaak je wilt dat het vrijkomt en hoeveel je wilt dat er in ieder geval
Stel, je zet van € 12.000 spaargeld iedere maand € 1.000 in een 1-jaars termijndeposito. Als je dan je laatste spaargeld vastzet, komt het eerste deel alweer vrij.
Let op: de rente over een termijndeposito kan in de toekomst lager worden dan de rente over de vrij opneembare internetspaarrekening. Kijk voor meer informatie op leaseplanbank.nl
vrijkomt. Zo maak je heel eenvoudig een Persoonlijk DepositoPlan. De planner geeft inzicht in gespreid sparen en het is voor iedereen duidelijk waar hij of zij aan toe is.”
- Gerard Hendriks, gymleraar te Woerden
Voor iedereen duidelijk.
Een publicatie van Reflex Uitgeverij
Pensioen
9
artikel Pensioenopleidingen
Pensioenopleidingen steeds populairder Ogen langzaam geopend door crisis pensioenwereld. kennis is dun gezaaid. Vele pensioenopleidingen zijn voor brede groepen geschikt, maar er zijn eveneens opleidingen die heel specialistisch te werk gaan. Veel opleiders bieden zelfs meerdaagse cursussen aan.
auteur: Jesper Romkes
D
oor constante veranderingen in de pensioenwereld is het belangrijk goed op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen. Dat geldt niet alleen voor werknemers, maar zeker ook voor werkgevers. Pensioenopleidingen schieten dan ook als paddenstoelen de grond uit. De naderende veranderingen in het pensioencontract dwingen werknemers meer tijd en aandacht te steken in hun pensioen. Managers en werknemers moeten steeds meer samenwerken om duidelijkheid te creëren in het pensioen. Pensioen is na salaris immers de duurste arbeidsvoorwaarde. Gemiddeld werken we één dag per week voor ons pensioen. Werkgevers en werknemers zijn echter lang niet altijd op de hoogte van de inhoud van pensioenregelingen of de pensioenregelingen van het eigen bedrijf. Het onderwerp blijft een ondergeschoven kindje. Veel werknemers en werkgevers stoppen hun pensioenoverzicht zelfs gewoon bij het oud papier. Het gevolg kan schokkend zijn voor mensen bij wie de pensioengerechtigde leeftijd in zicht komt.
Gedeelde verantwoordelijkheid
Niet sexy Mark Heemskerk, bijzonder hoogleraar Pensioenrecht aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid aan de Radboud Universiteit en pensioenadvocaat, ziet een duidelijke oorzaak voor de onwetendheid. “Pensioen heeft nooit echt tot de verbeelding gesproken. Het is niet bepaald een ‘sexy’ onderwerp aan de onderhandelingstafel. Jonge werknemers informeren direct naar een leaseauto, maar zelden naar het pensioen. Pensioen is nu eenmaal ook wat ingewikkelder. Maar nu de crisis ook de pensioenen raakt, gaan de ogen langzaam open.” Ook het feit dat het pensioen vaak aangehaald
wordt in de media, helpt mee bij het proces van bewustzijn. In steeds meer organisaties worden medewerkers in de gelegenheid gesteld cursussen te volgen. Ook vanuit de overheid is er aandacht geweest voor pensioenen middels de website mijnpensioenoverzicht.nl. Hier kan iedereen inzien hoeveel pensioen zij hebben opgebouwd.
Juridische pensioenkennis Een pensioenopleiding kan zowel werkgever als werknemer de nodige voordelen bieden. Veel grote werkgevers hebben dan wel de nodige pensioenkennis in huis, maar goede juridische pensioen-
De verantwoordelijkheid voor het verwerven van pensioenkennis is een gedeelde verantwoordelijkheid, vindt Heemskerk. Hij ziet het bewustzijn bij vooral werkgevers snel groeien. Daarbij helpt de discussie over het pensioenakkoord. “Vooral jongere werknemers en startende werkgevers zijn laconiek als het op het pensioen aankomt en totaal niet op de hoogte van de regelgeving. Ze denken vaak: ‘mijn pensioen komt pas over veertig jaar’, maar het loont echt om je op tijd voor te laten lichten over je pensioen. Als je dit niet laat doen of je niet door de juiste persoon laat inlichten, dan loop je een groot risico dat het pensioen veel lager is dan gedacht.” Ook werkgevers blijken vaak niet op de hoogte te zijn van de hoeveelheid geld in het fonds of komen voor een verrassing te staan als blijkt dat een nieuw, duurder verzekeringscontract moet worden afgesloten. Het volgen van een goede opleiding voorkomt dit. n
Bedrijfspresentatie
Uw bedrijfspensioen naar een hoger niveau Laat een adviseur een goede vergelijking maken. auteur: Arno Dolders, algemeen directeur Legal & General NEDERLAND
U
it onafhankelijk onderzoek* dat Gfk voor verzekeraar Legal & General uitvoerde onder ruim 150 MKB bedrijven met 5 t/m 75 werknemers blijkt de collectieve pensioenregeling “.. verreweg de belangrijkste secundaire arbeidsvoorwaarde voor werknemers..”. Het onderwerp “pensioen” heeft daarmee een ruime voorsprong op opleidingen, trainingen of thuiswerken. Des te belangrijker dus dat dit pensioen doet wat het belooft en dat prijs en kwaliteit in orde zijn!
Helder inzicht in kosten en rendement Bijna elke ondernemer kent zijn werknemers pensioenrechten toe. De kosten daarvan zijn aanzienlijk. Duidelijkheid over die kosten ziet 36% van de ondernemers dan ook als belangrijkste aspect van een
pensioenregeling. Moderne pensioenproducten spelen in op de behoefte aan meer inzicht in kosten en rendement: de kosten zijn vooraf duidelijk en het is helder welk deel van de premie wordt gebruikt voor de pensioenopbouw. De werknemer kan ook op ieder moment de waarde van zijn opgebouwde pensioen zien.
Collectieve pensioenregeling meest genoemd als belangrijkste secundaire arbeidsvoorwaarde. 12.89 22.29
Leaseauto 16.47
Pensioen is ingewikkeld. Schakel een pensioenadviseur in Voor pensioenen bestaat een enorme hoeveelheid wet- en regelgeving. Die varieert van gelijke behandeling van parttimers en fulltimers tot de gevolgen van overdracht of fusies van bedrijfsonderdelen en de daarbij
Extra vrije dagen Collectieve pensioenregeling
Heroriëntatie bij einde contract Pensioencontracten worden vaak voor een periode van 5 jaar afgesloten. Een bedrijf kan aan het eind van die periode het contract opnieuw met 5 jaar verlengen of de pensioenverzekering bij een andere verzekeringsmaatschappij onderbrengen. Op dit moment voert 69% van de MKB ondernemers een vergelijking uit bij het aflopen van de contractsperiode. Veel bedrijven zijn eerder geneigd naar een andere verzekeraar over te stappen als er slecht inzicht wordt gegeven in kosten en opbouw van de waarde. Vaak zijn ook een scherpere premie of betere voorwaarden mogelijk in deze sterk veranderende markt.
Thuiswerken/ "nieuwe werken"
Opleidingen/ cursussen/ trainingen 10.93 37.42
• V an de bedrijven die 20 jaar of langer bij een aanbieder zitten, geeft 50% aan dat een collectieve pensioenregeling de belangrijkste secundaire arbeidsvoorwaarde is. • E r zit nauwelijks verschil tussen de verschillende bedrijfsgroottes. Bedrijven met 10-19 medewerkers zijn iets minder vaak geneigd om een collectieve pensioenregeling aan te bieden.
behorende werknemers. Voor een MKB ondernemer doorgaans onmogelijk om allemaal te overzien. Het is dan ook verstandig om bij de oriëntatie op een nieuwe pensioenregeling of bij het verlengen van een bestaande regeling een onafhankelijk pensioenadviseur in te schakelen. De wetgever heeft met ingang van januari 2012 nieuwe deskundigheidseisen vastgesteld. Een goede adviseur maakt een gron-
dige analyse van de onderneming waarbij ook wordt gekeken naar de toekomstige ontwikkeling van het bedrijf. Op basis van de analyse maakt de adviseur dan een vergelijking van de verschillende aanbieders. Voor zover de adviseur dit al zelf niet doet, adviseer ik elke MKB ondernemer om de adviseur te vragen schriftelijk te bevestigen welke aanbieders hij precies in zijn vergelijking heeft meegenomen. n
* Onafhankelijk onderzoeksbureau Gfk Panel Services heeft in opdracht van verzekeraar Legal & General onderzoek uitgevoerd onder 157 MKB bedrijven met 5 t/m 75 werknemers. Dit onderzoek is gehouden onder functionarissen die binnen de onderneming verantwoordelijk zijn voor de pensioenregeling. Bedrijven met een bedrijfstak- of ondernemingspensioenfondsregeling werden uitgesloten van het onderzoek. De resultaten van dit onderzoek kunt u downloaden op www.pensioenvoormijnbedrijf.nl.
10
Pensioen
Een publicatie van Reflex Uitgeverij
artikel Pensioenadvies
Pensioenadviseurs terug in de schoolbanken Wft-Pensioenverzekeringen moet zorgen voor kwaliteitsverhoging. auteur: Jesper Romkes
D
e deskundigheid van pensioenadviseurs blijft een actueel vraagstuk. Op 1 januari van dit jaar trad mede daarom de nieuwe module Wft-pensioenverzekeringen in werking. Maar wat houdt het Wft-diploma Pensioenverzekeringen nu eigenlijk in? En waarom is het ooit geïntroduceerd? De pensioenwereld werd in 2009 door elkaar geschud na een rapport van de Autoriteit Financiële Markten. Daaruit bleek dat de advieskwaliteit op het gebied van collectieve pensioenverzekeringen tekort schoot. Bovendien was vaak niet na te gaan op welke manier adviseurs tot hun advies kwamen. Veel financieel dienstverleners bleken in de praktijk over te weinig kennis en adviesvaardigheden te beschikken. Het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) ging met deze problemen aan de slag en ontwikkelde op verzoek van het Ministerie van Financiën een nieuwe module: de zogenaamde Wft-pensioenverzekeringen. De Wft-Pensioenverzekeringen is een extra module, bovenop de al langer bestaande module Wft-levensverzekeringen. De module is verplicht, zowel voor tweedepijlerpensioenverzekeringen als voor DGA-pensioenen.
Nieuwe eisen “De eerste echte stap was begin dit jaar”, vertelt Dik van Velzen, die als consultant gespecialiseerd is in de Wft-regeling. “Nieuwe financieel dienstverleners moesten vanaf januari 2012 voldoen aan de nieuwe eisen. Bestaande pensioenadviseurs moesten de AFM voor 1 februari laten weten of ze wilden beschikken over een deelvergunning Pensioenverzekeringen. Vervolgens moesten ze uiterlijk 1 juli hebben aangetoond ingeschreven te staan bij een opleidingsinstituut.” Dienstverleners die voor 1 juli 2012 geen betalingsbewijs voor de opleiding naar het AFM hadden gestuurd, kregen te maken met beëindiging van de inschrijving voor de Wft-vergunning Pensioenverzekeringen en mogen inmiddels geen advies meer geven op het gebied van pensioen. Overigens is het de vraag hoeveel adviseurs met een Wft-leven diploma doorgaan met pensioenadvisering. Doel is uiteindelijk de ‘hobbyisten’ af te laten haken en de echte pensioenspecialisten over te houden.
Ook verzekeraars De financieel-dienstverleners die nu een Wft-vergunning voor Pensioenverzekeringen hebben, krijgen tot 1 januari 2014 de tijd het Wft-diploma Pensioenverze-
keringen te halen. Financieel-dienstverleners die dat diploma niet hebben verliezen hun pensioenvergunning. Bedrijven die zich niet tijdig (voor 1 februari) bij de AFM hebben gemeld voor een pensioenvergunning, hadden tot 1 april de tijd hun portefeuille pensioenverzekeringen af te bouwen (of af te stoten). De strengere vakbekwaamheidseisen gelden overigens niet alleen voor adviseurs en bemiddelaars, maar ook voor verzekeraars die pensioenverzekeringen verkopen of daarin adviseren.
Toets en case Om het diploma te behalen geldt een behoorlijk zwaar examen. Het niveau van de opleiding ligt op hbo-niveau en bestaat grofweg uit vier onderdelen. In de module ‘Algemeen’ komen advies- en communicatievaardigheden aan bod en in de module ‘Financiële rekenkunde en techniek levensverzekeringen’ moeten de kandidaten berekeningen toetsen en evalueren. Daarnaast worden de belangrijkste beroepseisen voor advisering in collectiviteiten behandeld en is er een module ‘Advisering aan de Directeur Grootaandeelhouder’. De minister van Financiën wijst aan welke exameninstellingen geschikt zijn voor het afnemen van de examens. Het CDFD accrediteert
deze instellingen. Hiermee maakt de pensioenwereld een flinke kennisslag, waar in de toekomst van geprofiteerd moet worden. Van Velzen wijst op het belang van de vergunning. “Mensen zijn toch geschrokken van de recente ontwikkelingen rondom de pensioenen. Een goed pensioen is niet meer vanzelfsprekend. Zeker nu is een goed advies daarom van groot belang. Net als het onderhoud van een al bestaande pensioenregeling. Je moet uiteindelijk weten wat je pensioen waard is.” n
artikel Wat te doen na je pensioen
Vrijetijdsmanagement voor gepensioneerden Invulling geven aan de langste ‘vakantie’ ooit. auteur: Rosa de Buisonjé
M
et pensioen gaan betekent in de meeste gevallen een enorme hoeveelheid vrije tijd. Vaak wordt er dan gelijk gedacht aan het maken van die bijzondere wereldreis, maar ook vrijwilligerswerk en mantelzorg zijn populaire activiteiten. Bij het woord ‘pensioen’ denken veel mensen vrijwel gelijk aan het realiseren van dromen. Er is eindelijk voldoende
tijd voor die ene reis en die ondergesneeuwde hobby, maar ook tijdsbestedingen met een groter maatschappelijk belang groeien in populariteit. Volgens het net uitgekomen onderzoek “Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno 2012: Actief ouder worden in Nederland” van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) stijgt het aantal gepensioneerden dat actief is in mantelzorg en vrijwilligerswerk de komende tijd sterk. Cretien van Campen, onderzoeker bij het SCP en medeauteur
van dit onderzoek, legt uit waarom juist deze twee vormen van vrijetijdsbesteding zo goed scoren bij ouderen. “De meeste ouderen vinden het gezellig om samen actief te zijn. Zo snijdt het mes aan twee kanten; ze blijven actief, maar onderhouden zo ook hun sociale contacten”, aldus de onderzoeker. Volgens het NIDI is het aandeel gepensioneerden in vrijwilligerswerk relatief groot. In 2009 werd meer dan een derde van het vrijwilligerswerk in Nederland gedaan door mensen van 65 jaar of ouder.
Tweede jeugd Grote plannen zoals een reis komen vrijwel nooit uit de lucht vallen, maar zijn vaak al jaren van te voren gepland. Dit geldt overigens voor een heleboel plannen van gepensioneerden: uit een onderzoek van Seniorennet.nl blijkt dat veel pensioenactiviteiten al van te voren gepland zijn. De gemiddelde Nederlander heeft dus al een redelijk beeld van wat hij gaat doen wanneer hij met pensioen is.
Werk vs. vrije tijd De recente economische ontwikkelingen en onzekerheden rondom het pensioen hebben ervoor gezorgd dat een groeiende groep gepensioneerden parttime blijft
werken. Opvallend is dat hoewel er onder werkgevers veel draagvlak is voor het doorwerken na de pensioengerechtigde leeftijd, zij weinig ondernemen om dit te realiseren. Slechts acht procent van de Nederlandse werkgevers stimuleert haar oudere personeel om door te werken na hun pensioenleeftijd. Het NIDI uit haar zorg dat als de arbeidsparticipatie van ouderen omhoog gaat, dit ten koste gaat van de participatie in vrijwilligerswerk en daarmee ook van het maatschappelijke middenveld. Buurtcentra en sportverenigingen zijn vaak voor een groot deel afhankelijk van hun (gepensioneerde) vrijwilligers.
Gezond en actief “Of je nu gaat reizen, actief wordt bij de plaatselijke voetbalclub of alle vrije tijd in zorgen voor je naasten steekt; de kwaliteit van je eigen leven en eigen gezondheid staan bovenaan”, stelt Van Campen. “We merken dat mensen na hun pensioen nog opvallend gezond en actief zijn.” Het spreekt voor zich dat gepensioneerden minder actief worden als hun gezondheid achteruit gaat. Volgens het onderzoek van het NIDI dragen activiteiten als een reis of vrijwilligerswerk bij aan een betere gezondheid. En een gezond mens werkt voor twee n
Een publicatie van Reflex Uitgeverij
Pensioen
11
interview Pensioenadvies
“Transparantie in collectief pensioen essentieel“ Begrijpt de Nederlander zijn pensioenregeling? “Vaak niet. Dat terwijl helderheid creëren in de complexe wereld van collectieve pensioenregelingen steeds belangrijker is. De politiek en de media besteden steeds meer aandacht aan het pensioen, waardoor de gemiddelde Nederlander er steeds bewuster van wordt. Dat wil echter niet per definitie zeggen dat het ook begrijpelijker wordt. Integendeel zelfs. Er gebeurt zo veel op dit gebied. De algemene tendens onder Nederlanders is dan ook: ‘Het zal allemaal wel.’ Pensioenfondsen, verzekeraars, adviseurs en werkgevers moeten met z’n allen proberen die knop om te draaien. Daarnaast moet pensioen onderdeel worden van het onderwijs, bijvoorbeeld als onderdeel van het vak M&O.”
Welke rol is hier weggelegd voor de werkgever? “Werkgevers moeten zich er bewust van zijn dat ook zij deels verantwoordelijk zijn voor bewustwording onder hun werknemers. Zij moeten werknemers de mogelijkheid bieden informatie te verkrijgen over hun pensioenregeling. Pensioen is nu eenmaal een belangrijke arbeidsvoorwaarde. Uitleg geven over wat de consequenties zijn voor het collectieve pensioen in verschillende situaties is van groot belang. Werknemers hebben behoefte aan verheldering.” Kan een werkgever die opheldering zelf geven? “Helaas blijken werkgevers het zelf ook lastig te vinden hun pensioenregeling uit te leggen aan werknemers. Het inhuren van een onafhankelijke pensioen-
adviseur is dan een goede optie. Dat kan veel tijd en energie schelen en bovendien leiden tot meer kennis binnen het bedrijf.”
Hoe kies je de juiste pensioenadviseur? “Kies bij voorkeur voor een adviseur die werkzaam is voor een klein kantoor. Een klein kantoor kan vaak direct inspelen op de vraag van een klant. Bovendien zijn de lijnen veel korter en kan er sneller geschakeld worden. Wat is belangrijk bij het inhuren van een pensioenadviseur? “Transparantie is het toverwoord. Er moet voortdurend afstemming plaatsvinden tussen de adviseur en de opdrachtgever. Belangrijk is dat de adviseur de afspraken vastlegt, resultaten in rapportagevorm presenteert en van tevoren beloningsafspraken maakt met de opdrachtgever.” n
Liesbeth Hardeman, werkzaam als pensioenadviseur bij Hardeman Pensioenadvies.
Bedrijfspresentatie
Een goede adviseur scheelt veel geld Pensioenadvies lijkt eenvoudig, maar is beslist complexer dan het lijkt. Als bureau vaktechniek weten wij daar alles van.
D
e belangrijkste taak van uw pensioenadviseur is dat hij u als werkgever beschermt voor valkuilen op terreinen die u niet overziet. Een goede adviseur zal u dan ook uitgebreid voorlichten over mogelijke risico’s in uw pensioendossier en u begeleiden naar werkbare oplossingen. Pensioen wordt door werkgevers nog te vaak gezien als een iets eenvoudigs: je sluit een verzekering en klaar ben je. Helaas zien verzekeraars en enkele pensioenadviseurs dit ook nog zo. In 2007 constateerde de AFM dat bij 94% van de pensioenregelingen het pensioenadvies onder de maat is geweest. Dit kan voor de betreffende werkgevers desastreuze consequenties hebben. Pensioen is een complex juridisch terrein en nauw verbonden aan het arbeidsrecht.
Regelingen wijzigen met de regelmaat van de klok. Uiterst belangrijk is dat wijzigingen in een regeling zorgvuldig met de werknemers worden gecommuniceerd, met name wat die wijziging op lange termijn voor de deelnemers betekent. Uit de jurisprudentie blijkt dat onvoldoende voorlichting en het niet expliciet instemmen van de werknemer met een wijziging, de werknemer grond geeft om nakoming van de oude regeling te vorderen. En dan gaat het per definitie over heel veel geld.
Paul van der Heide, directeur Nederlands pensioenbureau (vaktechnisch bureau pensioenadviseurs).
Een pensioenadviseur met te weinig juridische kennis kan zelf de consequenties van wijzigingen in pensioenregelingen niet overzien. De AFM heeft daarom een vergunningstelsel geïntroduceerd en hieraan opleidingseisen verbonden. Het afnemen van een examen bij de
pensioenadviseur om de vergunning te verkrijgen, draagt bij aan de kwaliteit van zijn pensioenadvies. Met onze PCI-pensioenadviseurs hebben wij de lat qua kennisniveau nog hoger gelegd. Wij achten dit noodzakelijk om verantwoord pensioenjuridisch advies te kunnen geven. Zonder terughoudendheid staan wij dan ook in voor de deskundigheid van onze PCI-netwerkpartners. Wij verstrekken zelf geen pensioenadviezen, maar fungeren als Bureau Vaktechniek voor een exclusief netwerk vooraanstaande pensioenadviseurs. Deze adviseurs, leden van ons zogenaamde PCI-netwerk, hebben een u itgebreide pensioenjuridische opleiding genoten. Ik vertrouw ze u graag toe. n
Advertorial
Afscheid nemen: zaak van werknemer én werkgever Goed voorbereid de nieuwe fase in dankzij cursus Pensioen in Zicht.
S
toppen met betaalde arbeid is voor velen een ingrijpende verandering in het leven. Veel werkgevers bieden werknemers die afscheid nemen daarom de cursus Pensioen in Zicht (PIZ) aan. “Hierbij staan deelnemers stil bij belangrijke vragen als: ‘Wat laat ik achter?’ en ‘Wat wil ik nog?’ Vragen die richtinggevend zijn in de overgang naar een nieuwe levensfase”, aldus Wim Ballemans, senior trainer en adviseur bij opleidingsorganisatie Stavoor. In de praktijk blijkt dat het ongeveer een half tot twee jaar duurt voordat gepensioneerden een nieuwe balans vinden. “Vertrekkende werknemers realiseren zich vaak niet hoe ingrijpend en veelomvattend de veranderingen zijn. Niet alleen op sociaal gebied, maar ook op gebieden als zingeving, nieuwe uitda-
gingen, financiën, gezondheid en hernieuwde afstemming met de partner”, aldus Ballemans.
Goede ambassadeurs Veel werkgevers vragen zich af wat zij zelf aan de cursus ‘Pensioen in Zicht’ hebben. De werknemer vertrekt immers toch? Ballemans: “Deze werkgevers vergeten dat hun werknemer maar één keer goed afscheid kan nemen. Mensen die met frustraties en teleurstelling vertrekken, hebben daar nog jaren last van en zijn daarmee beslist geen goede ambassadeurs voor de organisatie.”
Medeverantwoordelijk Persoonlijke aandacht van de werkgever blijkt een van de belangrijkste succesfactoren. Met de cursus PIZ tonen werkgevers aan dat ze het afscheid en
de staat van dienst van de vertrekkende werknemers serieus nemen. “Daarnaast laten ze zien dat ze zich medeverantwoordelijk voelen voor de overstap naar de nieuwe levensfase. Dat wordt enorm gewaardeerd”, aldus de senior trainer van Stavoor.
Succesvolle overstap De cursus, die drie of vijf dagen duurt, wordt tot nu toe integraal betaald door de werkgever. “Maar in deze tijden van krapte kan er ook gekozen worden voor een eigen bijdrage van de deelnemers,” aldus de adviseur. Zaak is dat de werkgever en de werknemer zich samen in goed overleg voorbereiden. “Dat biedt de meeste kans op een bevredigende afsluiting van de arbeidsovereenkomst en een succesvolle overstap naar een nieuwe levensfase.” n
Wandelend afscheid nemen van het werk in Zuid-Limburg
Meer informatie Stavoor Bel: 0800 - 5560655 (gratis) www.stavoor.nl/pensioeninzicht
12
Pensioen
Een publicatie van Reflex Uitgeverij
Gastbijdrage Pensioenvrijheid
Dan maar geen pensioen Een andere kijk op pensioen, maar “elk voordeel heb z’n nadeel”.
O
‘
nder druk wordt alles vloeibaar’ wordt wel eens gezegd. Werkgevers voelen steeds meer druk op de pensioenregeling vanwege steeds veranderende en veeleisender wet- en regelgeving. Druk heeft de neiging om zich te verplaatsen naar een plek waar minder druk is. Zo begint de houding van werkgevers ten opzichte van pensioen te verschuiven en ‘vloeibaar’ te worden: “dan maar geen pensioenregeling!” Werkgevers en werknemers die verplicht aangesloten zijn bij een bedrijfstakpensioenfonds (BPF) hebben pech. Pensioen moet. Ze hebben totaal geen vrijheid. De verplichte premieafdracht kan zelfs het laatste duwtje richting faillissement zijn. Daarentegen zijn niet CAO- en/of niet BPF-gebonden werkgevers vrij om zelf te bepalen of er een pensioenrege-
Dick Mollema is Registerpensioenadviseur bij Mollema Pensioen Consultancy
als werkgever? Stel u zelf eens de volgende vraag: “heeft de partner van een overleden werknemer liever levenslang € 5.678 bruto aan partnerpensioen of eenmalig € 200.000 belastingvrij?” Ook ouderdomspensioen kan anders. Een regeling voor ouderdomspensioen is opbouw van inkomen voor later waarvoor te zijner tijd vermogen aanwezig moet zijn. Zo vindt er vermogensopbouw in pensioen plaats en daarnaast, in geval van eigen woningbezit, ook in onroerend goed. Het rendement op de pensioenpremie en het op te bouwen pensioenvermogen kan echter lager zijn dan de netto te betalen hypotheekrente. Dat is achteruit boeren met gesloten portemonnee. Wie wil dat nu?
ling moet komen en welke inhoudt deze heeft. Welke mogelijkheden hebt u dan
Een alternatief kan zijn dat ‘pensioen’ gefinancierd wordt, door de werknemer een
vergoeding te geven. Met die vergoeding boven op het salaris kan de werknemer zelf sparen voor een vermogen voor later of eerder bij bijvoorbeeld werkloosheid, verlof, aflossing hypotheek, enz. Het is wel de vraag of de werknemer hier zelfstandig de juiste beslissingen in kan nemen. Wij zijn van mening dat werknemers wel tegen zichzelf beschermd moeten worden, maar niet door een betuttelende overheid die vanwege fiscale angsthazerij ons pensioenstelsel in een financiële dwangbuis heeft weten te transformeren. ‘Dan maar geen pensioen” kan wel voor gemak en eenvoud zorgen, maar tevens de problemen naar de toekomst verschuiven. Ook hier “heb elk voordeel z’n nadeel”, maar wat vinden uw werknemers er van? n
Bedrijfspresentatie
Nieuwe generatie Defined Contribution-regelingen Wordt Managed DC de innovatie op het gebied van DC-regelingen?
D
e trend naar DC-regelingen lijkt onomkeerbaar. Dit stuwt de innovatie binnen de aangeboden oplossingen. Een nieuwe generatie pensioenoplossingen staat voor de deur. Om het pensioenbewustzijn van de deelnemer te vergroten wordt hierbij het verwachte pensioeninkomen in de toekomst vertaald naar inkomen van nu en krijgt de deelnemer alleen relevante keuzes op overzichtelijke webportalen. De deelnemer wordt niet belast met de complexiteit van de uitvoering en hoeft geen verstand van beleggingen te hebben. De uitvoerder vertaalt de keuzes van de deelnemer ten aanzien van het geambieerde en het minimaal gewenste pensioeninkomen naar een hiertoe te volgen beleggingsstrategie en samenstelling van de beleggingsportefeuille. De individuele beleggingen worden dynamisch gemanaged op basis van de Advertentie
ontwikkeling van de opgebouwde kapitalen en de (risico)voorkeuren van de deelnemer. Om dit te kunnen uitvoeren moeten op individueel niveau vele scenario’s worden doorgerekend, rekening houdend met reeds opgebouwde pensioenen, carrière patronen, loon- en prijsinflatie en renteontwikkeling.
Lieke Werner - Product Development & Business Solutions Actuera
De complexiteit van dergelijke oplossingen zit in de ontwikkeling én inrichting van de systemen die deze berekeningen moeten uitvoeren. Actuera heeft software ontwikkeld die deze producten kunnen ondersteunen. Deze software biedt de mogelijkheid om op deelnemer niveau alle beschikbare lifecycles en scenario’s door te rekenen. De resulterende beleggingsstrategie kan vervolgens in de pensioenadministratie (bijvoorbeeld Maia) worden doorgevoerd.
De aanbieder bepaalt de aangeboden fondsen en lifecycles en het wel of niet werken met carrière patronen en inflatie. Tevens bepaalt de aanbieder de wijze waarop de accounts gemanaged worden. Zo kan de strategie gericht zijn op het realiseren van het minimuminkomen of juist op het vergroten van de kans op het bereiken van de pensioenambitie of gebaseerd op een door de aanbieder aangegeven maatstaf van risicobereidheid. De aanbieder bepaalt tevens de keuze van de default (de gekozen strategie indien de deelnemer zelf geen bewuste keuzes maakt). n
Meer informatie Actuera B.V. Barbizonlaan 94, 2908 ME Capelle aan den IJssel E
[email protected] www.actuera.com
Een publicatie van Reflex Uitgeverij
Pensioen
13
Artikel Pensioenpijlers
Nieuwe steunpilaren pensioenstelsel Sleutel voor arbeidsparticipatie ligt bij werkgever.
auteur: Rosa de Buisonjé
H
et Nederlandse pensioenstelsel rust al jaren op drie pijlers. De combinatie tussen overheid, werkgevers en lijfrente moet iedereen voorzien van een zorgeloze oude dag. Maar wat als deze drie pilaren niet meer toereikend zijn? Het huidige Nederlandse pensioenstelsel rust op drie pijlers. Deze drie pijlers zijn samen verantwoordelijk voor de oudedagsvoorziening van elke Nederlandse burger. De recente spanningen en onzekerheden over de zekerheid van het pensioen, de betrouwbaarheid van de fondsen en de eigen verantwoordelijkheid zijn een vruchtbare bodem voor nieuwe ideeën en ontwikkelingen in pensioenland.
Drie pijlers De AOW staat bekend als het basispensioen en is de eerste pijler van het pensioenstelsel. Dit pensioen is er in principe voor iedereen die in Nederland woont, ongeacht of iemand een werkzaam verleden heeft, en wordt betaald uit door de Belastingdienst geïnde premies volksverzekeringen. De tweede pijler bestaat uit het gecombineerde pensioen dat werkgever en werknemer samen opbouwen over de werkzame jaren. Deze geldt als aanvullend pensioen voor iedereen met een werkzaam verleden, bovenop de AOW-uitkering. De eigen verantwoordelijkheid van werknemers ligt besloten in de derde pensioenpijler. Deze pijler omvat individuele verzekeringen zoals lijfrenten en levensverzekeringen. Dit extra pensioen is onder andere populair bij zelfstandigen die geen werkgeverspensioen ontvangen of mensen met een pensioengat.
Zelf beheren De pensioenzorgen van Nederlandse werknemers resulteren in een beperkt vertrouwen in het pensioenstelsel. Volgens een recent onderzoek van TNS NIPO heeft slechts 25 procent van de werkzame Nederlanders nog vertrouwen in dit stelsel. Het is dit gebrek aan vertrouwen dat er aan heeft bijgedragen dat mensen zelf voor hun pensioen gaan sparen. Het gevoel dat het pensioen een eigen verantwoordelijkheid is geworden is de afgelopen jaren gegroeid, zo blijkt uit een onderzoek van de site “Wijzer in geldzaken.nl”, een initiatief van overheid, wetenschap en consumentenorganisaties. In 2010 vond 49 procent van de werk-
nemers dat het hun eigen verantwoordelijkheid was, tegenover 35 procent in 20009.
Schijf van vijf Volgens Gerry Dietvorst, hoogleraar Toekomstvoorzieningen aan de Universiteit van Tilburg, voldoet het huidige pensioenstelsel met drie pijlers niet meer. De economische crisis in combinatie met de slechte publiciteit rondom pensioenfondsen zorgt ervoor dat de drie pijlers nog maar net overeind staan. “Iedereen ziet nu in dat het niet meer vanzelfsprekend is dat men ‘zomaar’ pensioen ontvangt en daarom willen Nederlanders extra zekerheid”, aldus de hoogleraar. Hij pleit daarom in verschillende publicaties voor uitbreiding van het driepijler-stelsel met twee extra pijlers die een beroep doen op de verantwoordelijkheden van werknemers en in mindere mate op die van werkgevers.
Human capital De vierde pijler omschrijft de hoogleraar als ‘human capital’; de optie om (in deeltijd) door te blijven werken bij de laatste werkgever als reactie op het feit dat Nederlanders gemiddeld steeds langer leven. Het salaris dat hiermee verdiend wordt, dient als aanvulling op het pensioen. Doorwerken is wellicht makkelijker gezegd dan gedaan, en daarom moeten werkgevers volgens Dietvorst de oudere werknemers ook niet langer “wegzetten als wegwerpartikelen”. Om de oudedagsvoorziening van Nederlanders ook in de toekomst veilig te stellen, is het van essentieel belang dat werknemers de ruimte krijgen om langer door te werken. “De sleutel voor een goede arbeidsparticipatie ligt nog steeds bij de werkgevers”, betoogt Dietvorst. Het in dienst hebben van oudere werknemers zou aantrekkelijk zijn voor werkgevers vanwege het ontbreken van werknemerspremies en doordat er in een dergelijk dienstverband vaak sprake zij zijn van tijdelijke contracten.
portefeuille. Het verschil tussen deze en de derde pijler zit in het fiscale voordeel; het eigen vermogen uit de vijfde pijler is namelijk niet fiscaal aftrekbaar, wat bij de derde pijler wel het geval is. Bovendien is het geld uit deze pijler volledig vrij te besteden. Uit de laatste Consumentenmonitor van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) is gebleken dat maar liefst 40 procent van de Nederlanders geld opzij zet voor de oude dag. Afbetalen van een hypotheek is hierna de meest populaire manier om een extra potje te vullen voor later.
Kwetsbare groep Een beroepsgroep die veel belang heeft bij het ontwikkelen van een vijfpijlerstelsel, is de groeiende groep zzp’ers in Nederland. Meer dan 720.000 zzp’ers hebben namelijk geen recht op het werkgeverspensioen uit de tweede pijler. Waar het merendeel van deze groep in het verleden ‘gewoon’ hun bedrijf verkocht als pensioen, is dat tegenwoordig niet meer zo gemakkelijk. Logisch gevolg hiervan is dat de eigen bijdrage en de mogelijkheid tot pensioensparen belangrijker is geworden. Dietvorst vreest voor deze beroepsgroep. “Zzp’ers zijn straks de armen van de toekomst.”
Eigen buffer
Pensioenhervormingen
De vijfde pijler van Dietvorst omvat verschillende vormen van eigen vermogen, zoals het bezit van een eigen huis, de spaarrekening en de effecten-
Nederland is volop bezig met hervormingen van haar pensioenstelsel. De Europese Commissie heeft eerder dit jaar het zogenaamde ‘Witboek Pensioenen’ uitgebracht. De regels en hervormingen die hier in staan beschreven gelden als leidraad voor alle Europese landen. Het Witboek meldt bijvoorbeeld dat het van belang is dat mensen langer doorwerken om een betere balans tussen werkjaren en pensioenjaren te creëren; een opmerking waarvan de verhoging van de AOWleeftijd een direct gevolg is.
Toekomst voor vijf pijlers De zogenaamde ‘Pensioenschijf-vanvijf’ heeft inmiddels aardig wat bekendheid verworven, maar is nog geen onderdeel geworden van de aankomende
pensioenhervormingen voor volgend jaar. De focus van deze hervormingen ligt op een betere informatievoorziening voordeelnemers aan een pensioenfonds en het verhogen van de AOW-leeftijd. De Europese Commissie ziet toekomst in de vijf pensioenpijlers; het wachten is nu op doorvoering door de Nederlandse politiek. n
bedrijfsinterview
“Pensioen kan goedkoper én eenvoudiger” Wat is volgens u het grootste probleem bij het huidige pensioenstelsel? “Het huidige pensioensysteem is te duur en te complex. Steeds meer bedrijven en werknemers willen hun pensioen daarom liever zelf regelen in plaats van gebonden zijn aan één verzekeraar of pensioenfonds. Eigenlijk is het vreemd dat iedereen wel zelf kan bepalen bij welke bank hij spaart, maar wanneer het over zijn pensioen gaat, zit hij opeens vast aan één uitvoerder. Schaffen we deze verplichtstelling af, dan gaan pensioenuitvoerders beter hun best doen om het pensioen goedkoper en eenvoudiger te maken. Dat is goed voor zowel de werkgever als de werknemer.” Welke eerste stap moeten we dan nemen? “We moeten beter luisteren naar de eindgebruiker. Die wil eenvoud en dui-
delijkheid. Werkgevers vragen op hun beurt ook om eenvoud en beheersbare kosten. Werknemers zien namelijk wel iedere maand de premie ingehouden worden op hun salaris, maar begrijpen eigenlijk niet precies hoe hun pensioen geregeld is. Werkgevers zijn veel geld kwijt aan een pensioenregeling, maar krijgen daar van hun werknemers niet de waardering voor die ze wel verdienen. Als we openstaan voor nieuwe ideeën, kan het pensioen goedkoper én eenvoudiger.”
lange uitkering. De werkgever zorgt er vervolgens voor dat hij de risico’s van voortijdig overlijden en arbeidsongeschiktheid goed regelt, door alleen hier een collectief verzekeringscontract voor af te sluiten. Dat bespaart kosten. De verantwoordelijkheid voor het opbouwen van een goed pensioen komt hierdoor gedeeltelijk bij de werknemers zelf te liggen. Zij behouden grip op hun eigen pensioen. Dit principe sluit beter aan bij de huidige tijdsgeest.” n
Wat zou een oplossing zijn om dat te bereiken? “Een oplossing kan zijn dat werknemers zelf sparen voor hun pensioen op een eigen, geblokkeerde, spaarrekening. Het spaarsaldo op deze rekening kunnen zij op ieder gewenst moment omzetten naar een tijdelijke of levens-
Pieter Marres, Oxylo Actuarieel Advies. Oxylo helpt bedrijven aan een goedkoper en eenvoudiger pensioen.
Gastbijdrage Pensioenregelingen
CDC pensioenregeling De charme van de onbekende CDC pensioenregeling van de verzekeraar. Auteur: René Westerveld, Westerveld pensioenadvies en consultancy
P
ensioenen zijn onbetaalbaar geworden wat een massale vraag naar beschikbare premieregelingen tot gevolg heeft. Maar is dit nu dé manier om een pensioenregeling te wijzigen? Zijn er nog alternatieven in ons pensioenland. Werkgevers zien de pensioenlasten stijgen vanwege de toenemende leeftijd, maar ook omdat de kostprijs van pensioen, de factor langleven maal garantieprijs is en dit tegen een rentevoet van ongeveer 2,5% onbetaalbaar is geworden. Vervolgens zijn vele van u als werkgever geconfronteerd met de kosten van de waardeoverdracht. In de goede jaren moest u bijbetalen omdat u nieuwe mensen aantrok. Nu is het even minder en
vragen de verzekeraars weer bijbetaling bij het vertrek van uw werknemer. Herkenbaar? Een beschikbare premieregeling dan maar? Maar bij een omzetting van een uitkeringsovereenkomst naar een premieovereenkomst (van een garantiepensioen naar uitzicht op pensioenkapitaal) worden veel risico’s verschoven van de werkgever naar de werknemer. Maar of dit tot een gewenst resultaat leidt, is maar de vraag. Waarom geen CDC regeling? De afgelopen jaren is in mijn praktijk veel uitvoering gegeven aan pensioenregeling volgens het CDC principe. CDC is een combinatie van beschikbaar budget en garantiepensioen. Uiteraard hangt dit er vanaf of er sprake is van keuzevrijheid voor inrichting en budget, maar vanuit twee simpele methodes kan gerekend worden aan een CDC regeling.
Vanuit de ambitie, bijvoorbeeld 2% middelloon, of vanuit een vast budget. Wat is de uitkomst? Een vaste premielast met een gegarandeerd pensioen ieder jaar. Aan de hand van de gezamenlijke inleg wordt ieder jaar de inkoop gedaan van het afgesproken pensioen. Ieder jaar kan er een overschot of een tekort ontstaan. Daar werkt het CDC principe als volgt. Overschotten (teveel premie inleg om het afgesproken pensioen aan te kopen) komen in een buffer. Is er onvoldoende inleg geweest voor de inkoop in enig jaar, dan wordt het tekort eerst aangevuld met het saldo uit de buffer. Beschikt het depot over onvoldoende middelen, dan wordt in dat specifieke jaar minder pensioen ingekocht. Alleen over dat specifieke jaar! Het jaar daarop volgend wordt er opnieuw inkoop gedaan. Uiteraard
moet bij de vaststelling van de premie wel goed werkgeverschap betracht worden. Op voorhand weten dat de premie onvoldoende is voor de inkoop, is niet prudent. En over de buffer lopen ook de bijbetalingen uit de waardeoverdrachten. Voor de werknemers is er wel één groot voordeel ten opzichte van een beschikbare premieregeling. Ieder jaar wordt er hard pensioen verzekerd en geen kapitaal zoals bij een zuivere beschikbare premieregeling. Geen onzekerheid voor de werknemers over de hoogte van het pensioen later. Geen beleggingsrisico’s. En voor de werkgever goed te budgetteren. Geen verrassingen bij individuele waardeoverdrachten van komende en gaande krachten. En geen balanspost. Kortom dames en heren werkgevers, waarom heeft u eigenlijk geen CDC regeling? n
waarden en online een offerte aanvragen. Het vergelijken van banken loont, volgens Jeroen Wolfsen, oprichter van MoneyWise. nl. Een 45 jarige die 20 jaar wil sparen voor aanvulling op zijn pensioen, ziet rentes die uiteenlopen van 3,55% tot 4,40%. De verschillen in uitkering kunnen hiermee oplopen tot vele duizenden euro’s.
van € 100.000 in 10 jaar tijd wil laten uitkeren via banksparen, ontvangt bij Centraal Beheer een uitkering van € 973 per maand. ABN AMRO keert slechts € 948 uit. Een verschil van € 25 p/m gedurende 10 jaar, oftewel € 3.000 méér uitkering bij Centraal Beheer. Kiest men ervoor om het geld te laten uitkeren door een verzekeraar dan worden de verschillen nog groter. De beste verzekeraar biedt een schamele € 885 p/m, waardoor de totale uitkering € 10.560 lager is dan bij Centraal Beheer. n
Advertorial
Banksparen, het nieuwe pensioen?
V
oor steeds meer werknemers is het pensioen van de werkgever niet meer optimaal. Terwijl pensioenregelingen worden versoberd, staan pensioenfondsen dusdanig onder druk dat de beloofde uitkering wordt gekort. Ook bij bedrijven met een beschikbare premieregeling is inmiddels duidelijk geworden dat het rendement tegenvalt door slechte beleggingen en hoge kosten. Woekerpolissen komen dus ook voor bij collectieve pensioenregelingen. Het ideale pensioen van 70% van het laatst verdiende loon, is voor bijna niemand meer weggelegd.
kan in de bestaande pensioenregeling maar steeds vaker kiest men er voor dit te doen via banksparen. Banksparen bestaat sinds 2008 en heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen. Banksparen voor een aanvulling op het pensioen, ook wel bekend als lijfrentesparen, heeft volledig de plaats ingenomen van de inmiddels beruchte lijfrenteverzekering. De voordelen van lijfrente banksparen zijn duidelijk: lage kosten, hoge rente, transparantie, flexibel en geen verlies van geld bij overlijden.
Door deze ontwikkelingen is zelf sparen voor een aanvullend pensioen steeds belangrijker. Dat
Het opbouwen van extra pensioen voor werknemer en zelfstandig ondernemer is snel geregeld via banksparen. Op de vergelijkingssite www.MoneyWise.nl kan men heel eenvoudig een selectie maken van de bank met de beste rente en voor-
Lijfrente banksparen, vergelijken is makkelijk en loont.
Grote verschillen bij pensioen uitkeren. Ook als men op pensioenleeftijd het gespaarde bedrag wil laten uitkeren, als aanvulling op het pensioen, zijn er grote verschillen. Veel mensen laten hun vrijkomend lijfrente kapitaal uitkeren door de verzekeraar waar het vrijkomt of gaan naar hun huisbankier. Het vergelijken van de lijfrente uitkeerrekeningen op MoneyWise.nl laat weer grote verschillen tussen de aanbieders zien. Een 65 jarige die een lijfrentekapitaal
Meer informatie MoneyWise T 0341 252 042 www.MoneyWise.nl
Een publicatie van Reflex Uitgeverij
Pensioen
15
artikel Investeren
Alternatief richting oude dag Investeren in kunst, antieke auto’s en vastgoed kan positief uitpakken.
P
ensioenvooruitzichten somber? Vergeet de traditionele manieren van geld sparen. Er zijn meer manieren om een goede oudedagsvoorziening op te bouwen. Investeren in kunst, oldtimers of vastgoed zijn enkele alternatieven. Iemand die nog een aantal jaren te gaan heeft voor zijn pensioendatum in zicht komt, kan ervoor kiezen te beleggen. Maar waar kun je tegenwoordig in beleggen? Vrijwel iedere belegging heeft zijn plus- en minpunten, maar met een goede investering kun je straks genieten van een goed pensioen. Alternatieve vormen van investeren winnen dan ook aan populariteit.
Daarnaast zijn de transactiekosten meer dan behoorlijk. Dit kan oplopen naar 20 tot 40 procent van de waarde. Om deze risico’s enigszins te beperken is het mogelijk te investeren in een kunstfonds. Fondsmanagers selecteren dan kunstaankopen en spreiden zo de risico’s. Een groot voordeel van beleggen in een kunstfonds is dat de overheid een fiscale vrijstelling voor ‘cultureel beleggen’ in het leven heeft geroepen. Voor echte liefhebbers en kenners blijft investeren in kunst een uitstekende mogelijkheid. Uit onderzoek van de Erasmus Universiteit blijkt dat kunst in de periode 2000-2010 een rendement heeft gehad van maar liefst 43 procent.
Kunst
Oldtimers
Beleggen in kunst is een uitstekende manier van investeren in je pensioen, zo stellen verschillende experts. Dat betekent niet dat het voor iedereen is weggelegd. Een groot voordeel van investeren in kunst is dat de kopersmarkt de afgelopen jaren flink is vergroot. Vooral Aziaten willen graag investeren in kunst en de prijs ervan is de afgelopen jaren zelfs met 35 tot 40 procent gestegen. Aan de andere kant is de liquiditeit van kunst laag. Ook zijn er veel verborgen kosten zoals verzekeringen en transportkosten.
Ook een investering in oude auto’s kan een goede oudedagsvoorziening tot gevolg hebben. Sinds 1980 is goud ongeveer driemaal zoveel waard geworden en aandelen zevenmaal. Maar een beetje goede oldtimer levert al snel het tienvoudige op. Vooral duurdere modellen leveren flink rendement op. Bijvoorbeeld bepaalde exemplaren van Mercedes, Porsche en Jaguar of Amerikaanse wagens uit de jaren vijftig. Ook aan deze investering kleven uiteraard risico’s. Onderdelen voor klassieke wagens zijn vaak duur
of moeilijk verkrijgbaar en er gaat vaak jaren overheen voor een investering is terugverdiend. Beleggen in klassieke wagens is dan ook alleen voor mensen die veel geld te besteden hebben en over een lange adem beschikken.
Vastgoed Investeren in vastgoed is jarenlang een lucratieve business geweest. Eerder stegen de huizenprijzen in rap tempo, maar de crisis op de huizenmarkt heeft hier verandering in gebracht. Toch kan investeren in vastgoed nog altijd een
leuk rendement opleveren. Goede research is echter belangrijker dan ooit. De toekomstperspectieven in de omgeving en mogelijkheden op het vlak van verhuur zijn belangrijke kwesties. Al met al is het huidige klimaat in de Eurolanden niet heel rooskleurig. Investeren in zogenoemde groeiregio’s is dan nog altijd een optie, maar ook daar kleven risico’s aan. Niet iedereen is immers in staat de projecten goed in de gaten te houden en kennis over de internationale vastgoedmarkt is essentieel. n
Advertorial
Zijn al uw pensioenvragen beantwoord? A
ls gevolg van de financiële crisis, de lage rentestand op de kapitaalmarkt en de gestegen levensverwachting zullen pensioenkosten stijgen. Bij ongewijzigde aanspraken kunnen de lasten met meer dan 20% toenemen. Verder wordt de pensioenleeftijd in 2014 verhoogd naar 67 jaar en wordt de pensioenopbouw versoberd. In welke mate de pensioenopbouw wordt verlaagd, hangt af van het type pensioenregeling. IPA adviseert ondernemingen hierin.
nu is opgegeven. Het Pensioenregister gaat uit van de vermelde bedragen op de UPO ’s. Verzekeraars en pensioenfondsen hebben toegezegd deelnemers beter te zullen informeren, maar of dat voldoende is? IPA begeleidt ondernemingen in het communicatietraject.
Wat is de reden dat IPA een boek heeft geschreven?
Welke consequenties heeft de verhoging van de pensioenleeftijd in 2014? De verhoging van de pensioenleeftijd maakt de communicatie er niet gemakkelijker op. Deelnemers worden op verzekeringsbewijzen en Uniforme Pensioenoverzichten (UPO ‘s) geconfronteerd met pensioenaanspraken die op verschillende pensioendata in kunnen gaan. Bovendien zijn er deelnemers die prepensioenrechten hebben opgebouwd die vóór 65 jaar ingaan.
Hoe staat het met de communicatie? Door consumentenrubrieken is forse kritiek geuit op de informatie die op het UPO staat. Het komt regelmatig voor dat voorwaardelijke rechten worden ge-
noemd. De rechten zijn dus niet gegarandeerd. Als gevolg van de financiële crisis bestaat de mogelijkheid van afstempeling, het niet toekennen van indexering en te hoog veronderstelde rendementen. Door een stijgende levensverwachting en een lager rendement kunnen werkelijk aan te kopen pensioenen uit een kapitaal- of premieovereenkomst op de pensioendatum veel lager uitvallen dan
Wetenschappelijk is vastgesteld dat over moeilijke onderwerpen gecommuniceerd moet worden op eenvoudig en begrijpelijk niveau, het zogenaamde B1 niveau. Dat is niet alleen bij pensioenen zo, maar bij alle ingewikkelde onderwerpen voor ontvangers van die informatie. Het geldt ook voor personen die een vooraanstaande positie in het bedrijfsleven bekleden, zoals accountants, fiscalisten, advocaten, directieleden, OR-leden en HR-managers. Pensioenuitvoerders hebben die affiniteit tot eenvoud niet, omdat zij geketend zijn aan allerlei fiscale en juridische regelgeving en de veranderingen elkaar snel opvolgen.
Waarom samenwerken met Uitgeverij Kluwer? Ingewikkelde onderwerpen op eenvoudige manier uitleggen is niet makkelijk. Juist de toegankelijkheid en eenvoud van
‘Pensioenen: al uw vragen beantwoord’, in vergelijking tot veel andere pensioen gerelateerde producten, zijn voor Kluwer, de grootste online uitgeverij en informatiedienstverlener van Nederland, aanleiding geweest deze informatie in hun portfolio op te nemen en uit te geven. Het boek omvat meer dan 500 vragen (ruim 280 pagina’s) over allerlei pensioenonderwerpen en onderwerpen die met pensioen samenhangen. Naast een overzicht van alle vragen beschikt de uitgave ook over een uitgebreid trefwoordenregister. Op deze manier is op eenvoudige wijze een antwoord te vinden op vragen die pensioen-gerelateerd zijn. ‘Pensioenen: al uw vragen beantwoord’ (ISBN 9789013109115) kost € 37,95 en kan worden besteld via www.kluwershop.nl. Het boek is tevens als e-book verkrijgbaar. n
Meer informatie Arthur Borghoff
[email protected] www.pensioenen.com
Alle
BESTE BESTE ADVOCATEN
specialistische kennis over
ADVOCATEN KANTOOR KANTOOR &
& ADVIES ADVIES BUREAU BUREAU
2012 2012
pensioenrecht
in één kantoor.
Het pensioenrecht in Nederland is een complexe optelsom van uiteenlopende wetten. Die wetten hangen bovendien weer nauw samen met wetgeving op andere rechtsgebieden, zoals arbeidsrecht, verzekerings- en aansprakelijkheidsrecht, personen- en familierecht, bestuursrecht en verbintenissenrecht. JPR Advocaten is één van de weinige kantoren die alle specialisten in huis heeft die nodig zijn om pensioenkwesties daadwerkelijk van alle juridische kanten te kunnen bekijken. Om te beginnen van uw kant. Lees meer over onze werkwijze, onze secties en onze 55 advocaten op www.jpr.nl
Deventer 0570 – 61 40 80 Ondernemingsrecht
JPR10097_ADV Special Pensioen v2.indd 1
Vastgoed
Doetinchem 0314 – 37 23 11 Verzekeringsrecht
Enschede 053 – 433 11 33 Arbeidsrecht
Familierecht
31-10-12 15:14