Arenberggebouw – Arenbergstraat 5 – 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 – Fax: 02 209 47 15
Een multidisciplinair identificatiemodel voor jeugdhandbal AUTEUR
MATTHYS S.
REDACTEUR
BLONDEEL S.
INSTITUUT
Universiteit Gent, Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen
ABSTRACT De zoektocht naar getalenteerde handbalspelers gebeurt nog te vaak via een subjectieve opinie van een ‘expert’. Bovendien laten de jeugdtrainers zich regelmatig misleiden door de verschillen in maturiteit van de spelers. De opzet van deze studie was het opstellen van een testbatterij die kan helpen om objectieve testgegevens aan te leveren als hulp bij de selectie. Er werden zowel antropometrische metingen als fysieke prestatietesten uitgevoerd bij elite en niet-elite handbalspelers in 3 verschillende leeftijdsgroepen, nl. U14, U16 en U18. De resultaten toonden aan dat selectie en identificatie van talentvolle jeugdhandballers een multidisciplinaire benadering vereist.
Sleutelwoorden
handbalspelers, prestatietesten
maturiteit,
Datum
01/01/2011
Extra bronnen
(zie lijst achter tekst)
Contactadres
[email protected]
antropometrische
metingen,
fysieke
Disclaimer: Het hierna bijgevoegde product mag enkel voor persoonlijk gebruik worden gedupliceerd. Indien men dit wenst te dupliceren of te gebruiken in eigen werk, moet de bovenvermelde contactpersoon steeds verwittigd worden. Verder is een correcte bronvermelding altijd verplicht!
EEN MULTIDISCIPLINAIR IDENTIFICATIEMODEL VOOR JEUGDHANDBAL Matthys Stijn Universiteit Gent, Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen
INLEIDING
1
Handbal is een teamsport waarin sprinten,
Prestatiemetingen zijn ook bruikbaar voor
springen,
talentidentificatie en -selectie in handbal.
werpen,
duwen
en
blokken
frequent voorkomen. Goed ontwikkelde technische en tactische vaardigheden in
Anaerobe kwaliteiten die invloed hebben op
combinatie met een groot lichaam, veel
kracht en snelheid zijn belangrijk voor
spierkracht en een goede uithouding zijn
prestaties op elite niveau. Onderzoek in
belangrijke componenten om het topniveau
handbal wees uit dat spierkracht goed
te bereiken.
ontwikkeld en getraind moet worden om te kunnen presteren op het hoogste niveau.
De keuze om getalenteerde handbalspelers in selectieteams op te nemen is veelal
Een optimale aerobe capaciteit wordt gezien
gebaseerd op de subjectieve opinie van
als niet onbelangrijk in een teamsport
‘experts’. Anderzijds kunnen objectieve
waarin
testgegevens van de individuele spelers ook
vaardigheden geëist worden. Zo wees
gebruikt worden om het ‘oog van de kenner’
onderzoek uit dat ongeveer 90 % van de
aan te vullen. Doordat in handbal meer dan
energie,
één vaardigheid belangrijk is, moet er een
handbalwedstrijd, afkomstig bleek te zijn
testbatterij opgesteld worden die meerdere
van aerobe mechanismen. Daarom leidt een
aspecten omvat.
goede aerobe uithouding tot een sneller
aan
hoge
intensiteit
geproduceerd
allerlei
gedurende
een
herstel tussen de inspanningen en een betere
ACHTERGROND Uit
eerdere
dat
gedurende
antropometrische
Aanvullend
onderzoeken
specifieke
weerstand
bleek
tegen
vermoeidheid
en
wedstrijden.
training wordt
vermoeidheid
karakteristieken geassocieerd worden met
geassocieerd met een vermindering in
succes. Zo wordt in handbal een grote
werpnauwkeurigheid naar het einde van
lichaamslengte
een wedstrijd toe.
met
lange
ledematen
aanzien als een fysiek voordeel voor technische vaardigheden, zoals shotten op
Bij
doel of blokken van een schot. Een groot en
adolescenten
zwaar lichaam (moeilijk uit evenwicht te
achterhoofd gehouden worden dat de
brengen)
laag
maturiteit een storende invloed kan hebben
vetpercentage wordt gezien als bepalend bij
op de resultaten. Onderzoek in voetbal
handbalprestaties.
(Ghent Youth Soccer Project) toonde aan dat
gecombineerd
met
een
het
testen
van
moet
prestaties steeds
in
bij het
maar liefst 62% van de onderzochte spelers
een skeletale leeftijd hadden die groter was
ONDERZOEK
dan hun kalenderleeftijd, dit betekent dat ze
In deze studie gingen we na wat de
voor liggen op de normale ontwikkeling.
verschillen zijn in lichaamsafmetingen en
Toeschouwers van jeugdwedstrijden zullen
fysieke testen tussen elite en niet-elite
dit fenomeen beslist al opgevallen zijn:
handballers van 12,0 tot en met 17,9 jaar.
jeugdspelers van dezelfde kalenderleeftijd
2
met een verschil in lichaamslengte tot zelfs
Er participeerden 15 handbalclubs en de
20 cm die het tegen elkaar opnemen,
Topsportschool handbal in deze studie. Dit
vormen geen uitzondering. Jeugdtrainers
resulteerde in 428 jonge handballers, die
laten zich in hun selectiestrategie vaak
onderverdeeld werden in drie groepen
(mis)leiden door de maturiteit, ondanks dat
(U14, U16 en U18) en twee speelniveaus:
men beweert toch rekening te houden met
elite en niet-elite. Zowel de elite als de niet-
deze verschillen. Verdere observaties in
elite handballers namen deel aan dezelfde
jeugdvoetbal bewezen dat laatrijpe spelers
competitie. Waar de niet-elite spelers enkel
systematisch benadeeld werden, met vaak
hun club vertegenwoordigden, werden de
een drop-out van deze spelers tot gevolg. Dit
elite spelers daarnaast nog geselecteerd
kan men voorkomen door extra begeleiding
voor de Vlaamse selectieploeg, de Belgische
en aangepaste coaching. De laatmature
nationale ploeg en/of de Topsportschool
spelers moeten bevestiging krijgen van hun
handbal.
capaciteiten en moeten overtuigd worden
De testen werden afgenomen in plaats van
van de mogelijkheid dat ze, met wat
een gewone training. Eerst werden de
vertraging
lichaamsafmetingen
door
capaciteiten
van
hun hun
groeispurt,
de
afgenomen,
gevolgd
vroegmature
door een gestandaardiseerde opwarming
spelmakkers op termijn kunnen evenaren.
van 10 minuten. Na de opwarming werden
Onderzoek heeft immers aangetoond dat
de tests voor lenigheid, kracht, snelheid,
het voordeel in lichaamslengte en fysiek van
behendigheid en coördinatie afgenomen.
de vroegmaturen kleiner wordt of zelfs
Tussen de verschillende tests door was er
verdwijnt naarmate de laat-adolscentie en
steeds 4 tot 6 minuten tijd om te
vroeg-volwassenheid wordt bereikt. Het is
recupereren. Als laatste liep de volledige
zelfs mogelijk dat laat-maturen de vroeg-
groep de Yo-Yo intermittent recovery test
maturen inhalen en het zelfs beter doen.
(balsportspecifieke uithoudingstest).
Daarom moeten deze factoren in rekening gebracht worden bij het afnemen van
De volgende antropometrische metingen
prestatietesten.
werden afgenomen, gebruik makend van gestandaardiseerde lichaamslengte, vetpercentage,
protocols:
zithoogte,
lichaamsgewicht, spiermassa
(lean
body
mass), armspan, handspan en handlengte van de dominante werphand.
Voor de schatting van de maturiteit werd
dat de laatrijpe spelers niet opgemerkt
gebruik gemaakt van een formule gebaseerd
worden, ook al is het mogelijk dat zij hun
op antropometrische variabelen (Mirwald et
vroeg mature leeftijdsgenoten inhalen na
al., 2002).
hun groeispurt.
De fysieke prestatietesten bestonden uit:
Wat betreft de fysieke prestatietesten
lenigheid
en
werden er significante verschillen gevonden
(counter
tussen de elite en niet-elite handballers, met
movement jump, 5 meervoudige sprongen,
de betere scores voor de elite spelers.
sit-ups en handknijpkracht), snelheid (30 m
Verschillende
sprint met tussentijden op 5 m, 10 m en 20
handbalspelers toonden aan dat een hoge
m),
hopping,
aerobe capaciteit geen absolute noodzaak is
driehoeksschuiftest, slalom dribbel test en
om het elite niveau te behalen. De resultaten
10 x 5 m shuttle run) en uithouding (Yo-Yo
bij jeugdspelers echter, toonden duidelijk
intermittent
de
aan dat er toch een minimum niveau van
statistische analyses werd maturiteit mee in
uithouding aanwezig moet zijn om te
rekening gebracht.
kunnen beantwoorden aan de eisen van een
(sit
and
schouderlenigheid),
3
reach
kracht
behendigheid
(cross
recovery
test).
Bij
studies
over
volwassen
handbalwedstrijd. Dus aerobe uithouding RESULTATEN & DISCUSSIE
dient goed ontwikkeld te worden bij jonge
Uit de resultaten (zie tabel 1, 2 en 3) bleek
spelers met de bedoeling hen optimaal voor
dat maturiteit (MO) de antropometrische
te bereiden op volwassen competities.
variabelen significant beïnvloedde in de vergelijking
van
elite
met
niet-elite
Daarnaast
is
handbal
een
stevige
handbalspelers. De elite spelers hebben
contactsport waarbij springen, duwen, en
gunstigere
blokken
antropometrische
variabelen,
van
tegenstanders
vaak
maar dit is te wijten aan hun vroegere
voorkomen. Het is dus voor spelers op het
maturiteitsstatus.
tot
hoogste niveau aangeraden te beschikken
andere studies in handbal die zeggen dat
over voldoende kracht en power. De fysieke
antropometrische variabelen geassocieerd
krachttesten
worden met prestaties op hogere niveaus,
duidelijk aan dat de elite spelers significant
kan dat met de resultaten uit deze studie
beter
niet bevestigd worden, want er werden
gecorrigeerd werd voor maturiteit, en dat
geen significante verschillen gevonden.
deze kwaliteiten bijgevolg ook belangrijk
Hieruit
zijn in jeugdhandbal.
blijkt
In
dat
tegenstelling
trainers
voorzichtig
in
deze
presteerden,
studie
zelfs
toonden
wanneer
er
moeten zijn in hun selectiebeleid wanneer dit enkel gebaseerd is op antropometrische
Handbalspelers moeten in staat zijn om snel
variabelen.
korte
Deze
variabelen
zijn
vaak
afstanden
te
overbruggen
en
vroegere
richtingsveranderingen uit te voeren tijdens
maturiteitsstatus. Hierbij bestaat de kans
een duel met een tegenstander. In deze
gerelateerd
aan
een
studie
demonstreerden
de
elite
handbalspelers betere tijden op de 30 m
zijn tussen elite en niet-elite spelers op vlak
sprint
van
en
de
behendigheidstesten
sportspecifieke dan
de
niet-elite
prestaties
adolescentieperiode.
Daarom
de
is
het
spelers. Dit geeft opnieuw aan dat snelheid
aangeraden dat de maturiteitstatus in
en behendigheid goed ontwikkeld moet zijn
rekening moet worden gebracht wanneer er
voor elite jeugdhandballers.
testen worden afgenomen met het oog op identificatie
In overeenkomst met eerder onderzoek in
4
gedurende
en
selectie
van
jonge
handbalspelers.
voetbal, toonden de resultaten van de huidige
studie
prestatietesten
aan in
dat
handbal
fysieke wijzigen
REFERENTIES Alexander, M. J. & Boreskie, S. L. (1989). An
doorheen de adolescentie. Zo blijkt dat
analysis
snelheid
characteristics
en
behendigheid
de
meest
discriminerende factoren waren bij de U14
of
fitness
and
of
handball.
time-motion American
Journal of Sports Medicine, 17, 76-82.
leeftijdsgroep, terwijl dit bij de oudere leeftijdsgroepen
kracht,
uithouding
en
Bencke, J., Damsgaard, R., Saekmose, A.,
lenigheid bleken te zijn. Deze bevindingen
Jørgensen, P., Jørgensen, K. & Klausen, K.
bevestigen dat jeugdhandbal, vergelijkbaar
(2002). Anaerobic power and muscle
met jeugdvoetbal, gekenmerkt wordt door
strength characteristics of 11 years old elite
technische
vaardigheden,
behendigheid.
Verder
snelheid
en
and non-elite boys and girls from
longitudinaal
en
gymnastics, team handball, tennis and
multidisciplinair onderzoek is noodzakelijk
swimming. Scandinavian Journal of
om
Medicine & Science in Sports, 12, 171-178.
de
mogelijke
oorzaken
van
de
geobserveerde verschillen tussen elite en niet-elite handbalspelers te bevestigen en te
Bosco, C., Luhtanen, P., Komi, P. V. (1983). A
verklaren.
simple method for measurement of mechanical power in jumping. European
Deze studie voorziet nieuwe informatie over
Journal of Applied Physiology, 50, 273-282.
antropometrie en fysieke prestaties van jeugdhandballers in drie leeftijdsgroepen
Buchheit, M., Laursen, P. B., Kuhnle, J., Ruch,
van twee niveaus. De resultaten toonden
D., Renaud, C., Ahmaidi, S. (2009). Game-
aan
van
based training in young elite handball
een
players. International Journal of Sports
dat
selectie
talentvolle multidisciplinair
en
identificatie
jeugdhandballers benadering
vereist.
Medicine, 30, 251-258.
Federaties, selectietrainers en talent scouts zouden zich moeten focussen op sterke,
Burton, A. W., Greer, N. L. & Wiese, D. M.
snelle en behendige spelers met een goed
(1992). Changes in overhand throwing
uithoudingsvermogen, met het potentieel
patterns as a function of ball size. Pediatric
om groot te worden. Daarenboven toonden
Exercise Science, 4, 50-67.
de resultaten ook dat er grote verschillen
Chamari, K., Chaouachi, A., Hambli, M.,
Lidor, R., Falk, B., Arnon, M., Cohen, Y., Segal,
Kaouech, F., Wisløff, U., Castagna, C. (2008).
G., Lander, Y. (2005). Measurement of talent
The five-jump test for distance as a field test
in team handball: the questionable use of
to assess lower limb explosive power in
motor and physical tests. Journal of strength
soccer players. Journal of Strength and
and Conditioning Research, 19, 318-325.
Conditioning Research, 22(3), 944-950. Lohman, T. G., Roche, A. F., Martorell, R.
5
Chaouachi, A., Brughelli, M., Levin, G.,
(1988). Anthropometric standardization
Boudhina, N. H. B., Gronin, J. & Chamari, K.
reference manual. Champaign IL: Human
(2009). Anthropometric, physiological and
Kinetics.
performance characteristics of elite teamhandball players. Journal of Sports Sciences,
Malina, R. M., Bouchard, C., Bar-Or, O.
27(2), 151-157.
(2004). Growth, maturation, and physical activity, 2nd edn. Champaign, IL: Human
Council of Europe. (1988). Eurofit:
Kinetics, 1-712.
Handbook for the EUROFIT Tests of Physical Fitness. Rome: Secretariat of the Committee
Matthys, S., Vaeyens, R., Vandendriessche, J.,
for the Development of Sport within the
Vandorpe, B., Pion, J., Coutts A.J., Lenoir, M.,
Council of Europe, 1-72.
Philippaerts, R.M. (in press). A multidisciplinary identification model for
Gorostiaga, E. M., Granados, C., Ibáñez, J.,
youth handball. European Journal of Sport
Izquierdo, M. (2005). Differences in physical
Science.
fitness and throwing velocity among elite and amateur male handball players.
Matthys, S. (2010). Steunpunt Cultuur, Jeugd
International Journal of Sports Medicine, 26,
en Sport – Studiedag Sport (10/09/2010):
225-232.
http://www.steunpuntcjssport.be/upload/philippaerts_lenoir_matthi
Johnson, B. L. & Nelson, J. K. (1974).
js%202010-09-10.pdf
Practical measurements for evaluation in physical education. Burgess Publishing
Mirwald, R. L., Baxter-Jones, A. D. G., Bailey,
Company. Mineapolis, Minnesota.
D. A., Beunen, G. P. (2002). An assessment of maturity from anthropometric
Krustrup, P., Mohr, M., Amstrup, T.,
measurements. Medicine and Science in
Rysgaard, T., Johansen, J., Steensberg, A.,
Sports and Exercise. 34, 689-694.
Pedersen, P. K. & Bangsbo, J. (2003). The yoyo intermittent recovery test: physiological
Mohamed, H. S., Vaeyens, R., Multael, M.,
response, reliability, and validity. Medicine
Matthys, S., Lefevre, J., Lenoir, M. &
and Science in Sports and Exercise, 34, 697-
Philippaerts, R. M. (2009). Anthropometric
705.
and performance measures for the development of a talent detection and
6
identification model in youth handball.
future directions. Sports Medicine, 38(9),
Journal of Sports Sciences, 27, 1-10.
703-714.
Pearson, D. T., Naughton, G. A., Torode, M.
Visnapuu, M., & Jürimäe, T. (2007).
(2006). Predictability of physiological
Handgrip strength and hand dimensions in
testing and the role of maturation in talent
young handball and basketball players.
identification for adolescent team sports.
Journal of Strength and Conditioning
Journal of Science and Medicine in Sport, 9,
Research, 21, 923-929.
277-287. Williams, A. M., Franks, A. (1998). Talent Rannou, F., Prioux, J., Zouhal, H., Gratas-
identification in soccer. Sports Exercise and
Delamarche, A., Delamarche, P. (2001).
Injury, 4, 159-65.
Physiological profile of handball players. Journal of Sports Medicine and Physical
Zapartidis, I., Gouvali, M., Bayios, I.,
Fitness, 41, 349-53.
Boudolos, K. (2007). Throwing effectiveness and rotational strength of the shoulder in
Reilly, T., Williams, A. M., Nevill, A. & Franks,
team handball. Journal of Sports Medicine
A. (2000). A multidisciplinary approach to
and Physical Fitness, 47, 169-178.
talent identification in soccer. Journal of Sports Sciences, 18, 695-702.
Zapartidis, I., Vareltzis, I., Gouvali, M., Kororos, P. (2009). Physical fitness and
Skoufas, D., Kotzamanidis, C., Hatzikotoylas,
anthropometric characteristics in different
K., Bebetsos, G., Patikas, D. (2003). The
levels of young team handball players. The
relationship between the anthropometric
Open Sports Sciences Journal, 2, 22-28.
variables and the throwing performance in handball. Journal of Human Movement
Ziv, G. & Lidor, R. (2009). Physical
Studies, 45, 469-484.
characteristics, physiological attributes, and on-court performances of handball players:
Vaeyens, R., Malina, R. M., Janssens, M., Van
a review. European Journal of Sport Science,
Renterghem, B., Bourgois, J., Vrijens, J. &
9(6), 375-386.
Philippaerts, R. M. (2006). A multidisciplinary selection model for youth soccer: the Ghent Youth Soccer Project. British Journal of Sports Medicine, 40, 928934. Vaeyens, R., Lenoir, M., Williams, M. A., Philippaerts, R. M. (2008). Talent identification and development programmes in sport: Current models and
7
Tabel 1 Antropometrie en prestatie karakteristieken (gemiddelde ± standaardeviatie) van elite en niet-elite handbalspelers Elite Niet-elite Covariaten MANCOVA CA MO F U14 n = 20 n = 166 Chronologische leeftijd (jaar)† 13.0 ± 0.5 12.8 ± 0.5 0.007 Maturity offset (jaar)† -0.7 ± 0.9 -1.0 ± 0.7 1.028 Leeftijd op peak height velocity (jaar)† 13.7 ± 0.6 13.8 ± 0.5 2.686 Lichaamslengte (cm) 160.8 ± 10.2 158.0 ± 8.4 *** *** 1.378 Gewicht (kg) 49.9 ± 10.7 46.4 ± 10.1 *** *** 0.036 Lichaamsvet (%) 13.1 ± 3.0 13.5 ± 5.4 ** *** 0.341 Spiermassa (kg) 43.3 ± 9.2 39.8 ± 6.8 *** *** 0.651 Handspan (cm) 20.0 ± 1.3 19.3 ± 1.4 ** *** 1.733 Handlengte (cm) 18.3 ± 1.3 17.9 ± 1.2 *** *** <0.001 Armspan (cm) 162.4 ± 9.6 159.2 ± 9.6 *** *** 0.170 Zittend reiken (cm) 17.0 ± 7.9 16.1 ± 6.2 n.s. n.s. 0.447 Schouderlenigheid (cm) 98.2 ± 26.7 95.9 ± 19.6 n.s. *** 0.073 Yo-Yo uithoudingstest (m) 960 ± 374 706 ± 327 ** ** 7.359 Counter movement jump (cm) 32.1 ± 4.1 29.3 ± 4.8 n.s. n.s. 5.437 5 meervoudige sprongen (m) 9.9 ± 0.8 9.4 ± 0.9 * * 2.634 Sit-ups (n) 28.8 ± 4.3 25.9 ± 3.6 *** ** 8.863 Handknijpkracht (kg) 34.5 ± 7.3 29.7 ± 6.4 * *** 5.477 10 x 5 m shuttle run (s) 18.329 ± 1.108 19.247 ± 1.112 n.s. n.s. 9.378 Cross hopping (n) 10.6 ± 2.3 9.5 ± 2.0 n.s. n.s. 3.820 Driehoeksschuiftest (s) 13.8 ± 1.5 15.0 ± 1.6 n.s. * 7.108 Slalom dribbeltest (s) 8.6 ± 0.8 10.1 ± 1.3 n.s. n.s. 19.658 Sprint 5 m (s) 1.195 ± 0.063 1.247 ± 0.080 n.s. * 5.536 Sprint 10 m (s) 2.036 ± 0.085 2.132 ± 0.115 n.s. * 9.328 Sprint 20 m (s) 3.549 ± 0.152 3.726 ± 0.211 n.s. * 9.581 Sprint 30 m (s) 5.011 ± 0.233 5.305 ± 0.329 n.s. * 11.087 † Independent T-Test. CA = chronologische leeftijd, MO = maturity offset n.s. = niet significant; * = p < 0.05; ** = p < 0.01; *** = p < 0.001
p n.s. * n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. ** * n.s. ** * ** n.s. ** *** * ** ** **
8
Tabel 2 Antropometrie en prestatie karakteristieken (gemiddelde ± standaardeviatie) van elite en niet-elite handbalspelers Elite Niet-elite Covariaten MANCOVA CA MO F U16 n = 37 n = 113 Chronologische leeftijd (jaar)† 14.7 ± 0.4 14.8 ± 0.5 7.986 Maturity offset (jaar)† 1.1 ± 0.7 0.9 ± 0.8 0.485 Leeftijd op peak height velocity (jaar)† 13.7 ± 0.6 13.9 ± 0.7 0.048 Lichaamslengte (cm) 173.6 ± 7.3 171.3 ± 8.2 *** *** 0.148 Gewicht (kg) 58.9 ± 8.0 59.5 ± 11.2 *** *** 5.484 Lichaamsvet (%) 10.8 ± 3.3 12.0 ± 4.6 n.s. ** 3.727 Spiermassa (kg) 52.4 ± 6.6 52.0 ± 8.0 *** *** 3.664 Handspan (cm) 21.4 ± 1.0 20.6 ± 1.5 * *** 7.436 Handlengte (cm) 19.8 ± 1.0 19.5 ± 1.1 ** *** 0.218 Armspan (cm) 175.9 ± 7.8 173.6 ± 9.0 *** *** 0.201 Zittend reiken (cm) 18.8 ± 7.5 18.0 ± 7.9 n.s. n.s. 0.370 Schouderlenigheid (cm) 104.0 ± 18.3 108.8 ± 19.8 n.s. ** 1.994 Yo-Yo uithoudingstest (m) 1362 ± 453 1040 ± 350 n.s. n.s. 13.478 Counter movement jump (cm) 37.3 ± 3.8 35.3 ± 5.1 ** * 6.286 5 meervoudige sprongen (m) 11.2 ± 0.8 10.6 ± 1.0 ** ** 14.481 Sit-ups (n) 30.4 ± 3.5 27.7 ± 3.7 ** n.s. 17.283 Handknijpkracht (kg) 43.6 ± 8.9 42.6 ± 9.4 n.s. *** 0.005 10 x 5 m shuttle run (s) 17.404 ± 0.986 18.000 ± 1.158 0.001 n.s. 10.305 Cross hopping (n) 12.0 ± 1.5 10.3 ± 2.0 0.716 n.s. 20.034 Driehoeksschuiftest (s) 12.9 ± 1.1 13.8 ± 1.4 0.070 n.s. 14.183 Slalom dribbeltest (s) 8.2 ± 0.5 9.3 ± 1.0 0.008 n.s. 37.601 Sprint 5 m (s) 1.118 ± 0.054 1.169 ± 0.089 0.159 * 10.518 Sprint 10 m (s) 1.913 ± 0.077 1.984 ± 0.129 0.088 ** 10.922 Sprint 20 m (s) 3.306 ± 0.135 3.423 ± 0.224 0.045 *** 10.655 Sprint 30 m (s) 4.647 ± 0.208 4.825 ± 0.332 0.026 *** 11.431 † Independent T-Test. CA = chronologische leeftijd, MO = maturity offset n.s. = niet significant; * = p < 0.05; ** = p < 0.01; *** = p < 0.001
p n.s. n.s. n.s. n.s. * n.s. n.s. ** n.s. n.s. n.s. n.s. *** * *** *** n.s. ** *** *** *** ** ** ** **
9
Tabel 3 Antropometrie en prestatie karakteristieken (gemiddelde ± standaardeviatie) van elite en niet-elite handbalspelers Elite Niet-elite Covariaten MANCOVA CA MO F U18 n = 22 n = 70 Chronologische leeftijd (jaar)† 16.8 ± 0.5 16.6 ± 0.6 0.065 Maturity offset (jaar)† 2.8 ± 0.6 2.5 ± 0.8 1.940 Leeftijd op peak height velocity (jaar)† 14.0 ± 0.5 14.1 ± 0.7 0.938 Lichaamslengte (cm) 180.0 ± 5.1 177.7 ± 7.3 *** *** 0.044 Gewicht (kg) 71.3 ± 8.7 68.0 ± 10.1 *** *** 0.007 Lichaamsvet (%) 11.4 ± 2.7 11.9 ± 3.9 n.s. ** 1.482 Spiermassa (kg) 63.0 ± 6.0 59.6 ± 7.0 *** *** 0.699 Handspan (cm) 21.9 ± 0.9 21.4 ± 1.6 n.s. *** 0.503 Handlengte (cm) 20.4 ± 1.1 19.9 ± 1.0 n.s. *** 1.636 Armspan (cm) 183.3 ± 6.6 179.4 ± 7.9 ** *** 1.130 Zittend reiken (cm) 27.5 ± 5.3 19.6 ± 8.7 n.s. n.s. 15.126 Schouderlenigheid (cm) 106.4 ± 21.7 115.8 ± 15.7 n.s. n.s. 5.943 Yo-Yo uithoudingstest (m) 1840 ± 270 1426 ± 434 n.s. n.s. 13.819 Counter movement jump (cm) 45.7 ± 5.7 39.4 ± 5.8 n.s. n.s. 18.794 5 meervoudige sprongen (m) 12.6 ± 0.8 11.4 ± 0.9 n.s. n.s. 25.046 Sit-ups (n) 31.3 ± 3.6 28.8 ± 3.4 n.s. n.s. 9.898 Handknijpkracht (kg) 56.8 ± 6.9 50.8 ± 9.9 n.s. *** 3.626 10 x 5 m shuttle run (s) 16.257 ± 0.870 17.143 ± 0.987 n.s. n.s. 12.278 Cross hopping (n) 13.1 ± 1.7 11.4 ± 1.7 n.s. n.s. 13.899 Driehoeksschuiftest (s) 11.5 ± 0.9 13.0 ± 1.1 n.s. n.s. 32.477 Slalom dribbeltest (s) 7.8 ± 0.5 8.4 ± 0.9 n.s. n.s. 4.823 Sprint 5 m (s) 1.050 ± 0.034 1.125 ± 0.070 n.s. n.s. 19.283 Sprint 10 m (s) 1.804 ± 0.046 1.891 ± 0.092 n.s. n.s. 14.176 Sprint 20 m (s) 3.115 ± 0.069 3.230 ± 0.160 n.s. n.s. 7.573 Sprint 30 m (s) 4.362 ± 0.135 4.516 ± 0.244 n.s. n.s. 5.328 † Independent T-Test. CA = chronologische leeftijd, MO = maturity offset n.s. = niet significant; * = p < 0.05; ** = p < 0.01; *** = p < 0.001
p n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. n.s. *** * ** *** *** ** * ** *** *** * *** *** ** *